OPERATIONS
DUURZAAMHEID

COLUMN
HANDELSOORLOG
LEIDT TOT COLLECTIEVE
VERPAUPERING
STRATEGY
BELEGGERS WILLEN
TRANSPARANTIE
OPERATIONS
DUURZAAMHEID
COLUMN
HANDELSOORLOG
LEIDT TOT COLLECTIEVE
VERPAUPERING
STRATEGY
BELEGGERS WILLEN
TRANSPARANTIE
Voldoe aan alle e-invoicing en Peppol-vereisten zonder complexiteit
Eén platform, één integratie, volledige compliance
Scan de QR-code en download de e-invoicing whitepaper voor finance teams
Beste finance professional,
Met veel genoegen neem ik in deze tweede editie van 2025 de verantwoordelijkheid als hoofdredacteur van FDmagazine over. Het is een eer om aan het roer te staan van een gerenommeerd magazine dat al jarenlang een toonaangevende bron van kennis en inspiratie is voor finance professionals. Mijn missie? U blijven inspireren, uitdagen en ondersteunen met diepgravende journalistiek, gedegen analyses en een scherpe blik op de ontwikkelingen die uw financieel beleid in de komende jaren zullen vormgeven.
In dit nummer zoomen we in op de etnische diversiteit binnen de financiële sector, een thema dat nog steeds onderbelicht blijft. Jason-Louise Graham werpt een kritische blik op intersectionaliteit en hoe deze benadering kan bijdragen aan een inclusievere sector.
Daarnaast richten we de schijnwerpers op een opmerkelijk muzikaal fenomeen: zingen op het werk. Bij de Nationale Bank van België zorgen de leden van het zangkoor niet alleen voor harmonieuze klanken, maar krijgen ze er ook een gratis endorfineshot bij.
Rudy Aernoudt neemt ons mee in een diepgaande analyse van de filosofie achter handelsoorlogen en de impact ervan op de wereldeconomie. Hij onderzoekt hoe deze conflicten een collectieve verpaupering in de hand werken en wat we hieruit kunnen leren.
Uiteraard kunnen we niet om de CSRD heen. Duurzaamheid speelt een steeds grotere rol in bedrijven, vooral nu de nieuwe CSRD-regels gedetailleerde rapportage van duurzaamheidsinspanningen vereisen. Drie bedrijven die zich hier proactief op hebben voorbereid – What’s Cooking, LCL Data Cen-
ters en Elia Group – werden bekroond als laureaat van de Belgian Awards for Sustainability Reports, georganiseerd door het Instituut van de Bedrijfsrevisoren. Hun aanpak biedt waardevolle inzichten voor bedrijven die voor dezelfde uitdaging staan.
We werpen ook een blik op wat beleggers écht willen. Hoe kunnen bedrijven en financiële afdelingen niet alleen investeerders aantrekken, maar ook hun vertrouwen behouden? We zetten de belangrijkste do’s en don’ts op een rij.
Als medeoprichter van de Duurzaam Beleggen Academy en coauteur van het boek ‘Duurzaam Beleggen’ gidst Jasper Vekeman ons door de wereld van duurzaamheid en verantwoord investeren. Maar wat betekent duurzaam beleggen nu precies, en welke factoren spelen hierbij een cruciale rol?
Daarnaast belichten we zes focuspunten voor ambitieuze finance professionals. Door technologische en maatschappelijke veranderingen evolueert het takenpakket binnen finance razendsnel. Hoe blijft u relevant en speelt u in op de trends van vandaag en morgen? Gemma Rodriguez, Management Consultant bij Robert Walters, deelt haar inzichten en praktische tips.
Tot slot bouwen we verder aan bruggen binnen organisaties. Eén van de meest cruciale bruggen blijft die tussen hr en finance. Hoe kunnen deze twee werelden nauwer samenwerken om een duurzame en toekomstgerichte organisatie op te bouwen? Wat kunnen hr-managers leren van hun collega’s in finance – en omgekeerd? ¶
Ik wens u veel leesplezier! Uw kersvers hoofdredacteur, Elien Verheye
‘Hoe trekken financiële afdelingen investeerders aan, en behouden ze hun vertrouwen?’
FDmagazine blaast dit jaar 20 kaarsjes uit! Al twee decennia z�n we dé vertrouwde bron voor inzichten, trends en best practices in de wereld van finance. Dit b�zondere jubileum willen we graag samen met jou vieren.
1. Scan de QR-code
2. Vul de code FDMAG20 in
3. Ontdek jouw persoonl�k voordeel!
*Actie geldig t.e.m. 23 mei 2025
38
RONDETAFEL
De wagen met tankkaart: een mega voordeel
Gino Van Oost, Fluvius
Sara Temmerman, Vandemoortele
Steven Van den Bosch, DHL
Liene De Bie, Gumption
Steven Nuyens, Blulinc
18 COLUMN
06 STRATEGY
Jason-Louise Graham Chief of Staff bij ING Comms & Brand
De voordelen van inclusieve werkplekken
Handelsoorlog leidt tot collectieve verpaupering 36 CAREER
De 6 focuspunten voor ambitieuze finance professionals
Beleggers willen vooral transparante communicatie
28 DUURZAAMHEIDSRAPPORTERING
Duurzaamheid is geen extra taak
20 PRACTICE Blockchain voor de CFO
Nieuwe rapporteringsverplichtingen zoals CSRD zullen lacunes in het sociaal beleid van organisaties naar boven brengen. In dat kader brengt het Multicultural Network in Finance de problematiek van medewerkers met een multi-etnische achtergrond in de financiële sector onder de aandacht. Daar stuit men ook op de beperkingen van de genderaanpak.
Jason-Louise Graham pleit voor een geïntegreerde –intersectionele – aanpak.
tekst: peter ooms / foto’s: diego franssens
“De nieuwe regels rond duurzaamheidsrapportering zoals de CSRD en de ESRS bevatten heel wat verplichtingen rond de sociale component. Net als voor CO2 -uitstoot zijn er Scope 1, 2 en 3 verplichtingen voor bedrijven om aandacht te besteden aan duurzaamheid op het sociale vlak binnen de eigen organisatie (S1), binnen de eigen waardeketen met klanten en leveranciers (S2) en in de maatschappij (S3). Die regels gaan over intersectionaliteit. Dat wil zeggen dat de organisaties aandacht moeten hebben voor mogelijke ongelijke behandeling of discriminatie van mensen op meerdere vlakken tegelijkertijd. In de tekst worden gender, leeftijd en beperking expliciet vernoemd, maar de term slaat net zo goed op etnische achtergrond, religie, seksuele geaardheid en andere redenen voor discriminatie. Die worden het best meteen meegenomen in het beleid.”
Wat is intersectionaliteit precies?
“Het begrip is geïntroduceerd door de Amerikaanse juriste Kimberlé Crenshaw die vaststelde dat het gerecht op een starre manier omging met rechtszaken rond discriminatie tegen zwarte vrouwen in de VS. Volgens de wetteksten moeten die vrouwen aparte processen starten rond gender en etniciteit. Ze moeten kunnen aantonen dat ze gediscrimineerd worden op basis van één criterium zon-
der te verwijzen naar andere vormen van discriminatie. Terwijl deze vrouwen in de dagelijkse praktijk zien dat die beide vormen elkaar ook versterken. (N.v.d.r.: Kimberlé Crenshaw verwees bijvoorbeeld naar General Motors dat wel vrouwen aanwierf voor administratieve taken, maar haast nooit zwarte vrouwen).
Ik vind het goed dat nu alle grote organisaties hard aan het werk zijn om hun CSRD-rapportering in orde te maken. Enerzijds is het natuurlijk van moeten . Het is een verplichting. Maar tegelijk zien veel organisaties nu dat ze waarde kunnen creëren door aandacht te besteden aan hun eigen waardes. Create value with values. Omdat iedereen nu mee moet doen, is er geen concurrentienadeel. De grote organisaties die daarmee eerst aan de slag gaan, betrekken hun hele value chain daarbij. Ik vind dit een uitgesproken kans voor meer samenwerking in de sector en de hele keten waarbij best practices kunnen worden uitgewisseld. Op vlak van de rapportering over de sociale component van de bedrijfsvoering, pleit ik ervoor om meteen aan de slag te gaan met intersectionaliteit. Op die manier overstijg je als bedrijf meteen de grenzen. We zullen dan samen vaststellen dat echte vooruitgang zal komen uit een cultuuromslag in de bedrijven. Daarvoor is dan weer authentiek leiderschap nodig. Dat is de uiteindelijke bottleneck in deze strijd.”
‘Etnische diversiteit is zeer beperkt in de financiële sector’
Hoe staat het nu met de strijd voor gendergelijkheid?
“Het is opmerkelijk dat in de financiële sector heel veel aandacht is gegaan naar het aanstellen van vrouwen. Dit komt door een publiek- en privébeleid van meer dan twintig jaar om meer gelijkheid te creëren op de werkvloer –alsook meer mensen aan de slag te krijgen in België. Uit het rapport van Women in Finance (WIF) over 2023 blijkt dat in het algemeen de vooruitgang zich verderzet en intussen een meerderheid van de medewerkers in hun netwerk van 63 bedrijven vrouw is. Dat is onder andere te danken aan het instellen van quota voor het aantal vrouwen in raden van bestuur van beursgenoteerde bedrijven.
Maar toch zien we enkele tegenvallers. Het aantal vrouwen in het middle en senior management, als CEO en in de raad van bestuur stijgt weliswaar, maar de groei vlakt af. Daarnaast is er een opmerkelijke stijging van het aantal vrouwen in die posities dat zelf ontslag neemt. We stellen ook een lichte daling vast van het aantal vrouwen die voor het eerst zo’n managementfunctie opnemen. We zien dus dat er enerzijds veel moeite wordt gedaan om vrouwen aan te trekken, maar nu blijkt dat ze terug vertrekken. Ik ben ervan overtuigd dat dit fenomeen wijst op de negatieve effecten van de oude office politics, de gebrekkige leiderschapsstijl en de traditionele bedrijfscultuur. Op dat vlak is er nog geen fundamentele en duurzame verbetering gerealiseerd.”
Heeft dat ook een effect op mensen met een andere etnische afkomst?
“Wat je merkt, is dat er helemaal niet zo veel vrouwen en mannen van een multi-etnische afkomst te vinden zijn, vooral niet in het management. Het resultaat van een niet-intersectionele aanpak, waarin je kijkt naar meerdere aspecten van inclusie tegelijkertijd, is dat die de bestaande cultuur in stand houdt en verder versterkt. De dynamiek is dan niet zo inclusief.
De cijfers over de situatie van mensen met een multi-etnische achtergrond zijn heel duidelijk. De algemene situatie is dat in België zowat 46,4 procent van de bevolking niet van Belgische afkomst is. De helft daarvan komt uit een EU-lidstaat. De andere helft bestaat voor 26 procent uit mensen van Afrikaanse herkomst en 6,4 procent van West-Aziatische herkomst. Hoewel de tewerkstelling fors is toegenomen in de laatste twintig jaar, ligt ze bij die niet-Europeanen twintig procent lager dan bij Belgen. Deze mensen vertonen gemiddeld een lager opleidingsniveau en zijn oververtegenwoordigd in de laagbetaalde jobs. En zij die wél de juiste diploma’s behaalden, gaan vaak onder hun onderwijsniveau aan de slag.
In de financiële sector zelf is die situatie nog meer scheefgetrokken. Daar werken volgens Statbel 79 procent
Belgen, 8,7 procent mensen van Europese afkomst en slechts 1 procent mensen met Afrikaanse roots. Etnische diversiteit is zeer beperkt in de sector. Hier is zeker nog werk aan de winkel.
Wanneer organisaties aandacht hebben voor intersectionaliteit, willen ze inclusief zijn voor zo veel mogelijk soorten mensen – ten voordele van zo veel mogelijk eindconsumenten. Daarbij moeten ze in de eerste plaats transparant zijn: een nulmeting uitvoeren en van daaruit werken aan een verbetering van de situatie. De nieuwe wetgeving creëert daar nu ruimte voor.
Het is in die context dat ik mee het project Multicultural Network in Finance heb opgericht. Dit is een initiatief ondersteund door Febelfin, de federatie van de banken.”
‘Meer vrouwen in topposities nemen zelf ontslag’
‘Compliance is a competitive advantage’
Wat willen jullie bereiken met de Multicultural Network in Finance?
“We hebben verschillende doelstellingen. In de eerste plaats mikken we op het creëren van kennis door data te verzamelen. Hiervoor werken we nauw samen met Unia, de federale instelling die werkt aan gelijkheid en inclusie. Het verzamelen van data is trouwens nodig binnen een ESG-beleid van bedrijven. Ze moeten meetbare doelstellingen formuleren en dus moeten ze zorgen dat ze cijfers hebben over die sociale thema’s. Vaak hebben ze die nu nog niet en vallen daarom terug op kwalitatieve rapporteringen.
In België is men bovendien nog erg terughoudend om hier aan te beginnen vanuit de overtuiging dat dit privé-informatie is. Men vergeet daarbij dat medewerkers altijd de mogelijkheid hebben om die kenmerken zelf openbaar te maken (self disclosure). Tegelijk zit er vaak al veel informatie in de hr-pakketten van grote bedrijven. De sectorfederatie Febelfin, en intussen ook Assuralia, heeft de intentie om hierover transparant te rapporteren en de situatie te verbeteren.
Daarnaast willen we financiële medewerkers met een multi-etnische achtergrond zichtbaar maken door deelnames aan panels, presentaties enzoverder. Ten slotte wil Multicultural Network in Finance opleidingen en informatie verschaffen aan bedrijven, ESG-managers, hr-managers en CEO’s om de thematiek onder de aandacht te brengen. Door een positieve aanpak willen we de defensieve houding van velen hierover overwinnen.
We werken nauw samen met Women in finance (WIF) dat werd opgericht met het oog op het wegwerken van de genderverschillen. Ik ben daarin ook actief, maar met Multicultural Network in Finance behouden we wel een aparte werking. Het is nu nog te belangrijk voor de deelnemers om in beperkte kring te kunnen overleggen en onze eigen ervaringen met ongelijke behandelingen of uitdagingen te kunnen delen met elkaar. Hiervoor is het essentieel dat we een veilige omgeving creëren voor mensen met een multi-etnische achtergrond. Ik denk dat we met etnische ongelijkheid hetzelfde parcours moeten doorlopen als genderongelijkheid. Het duurt even voor de geesten rijp zijn om bijvoorbeeld over quota te spreken. Ook voor de etnische inclusie zal dat nog een tijdje duren.”
Maakt aandacht voor intersectionaliteit en inclusie dan deel uit van de strategie van bedrijven?
“Jazeker, de ESRS maakt daar expliciet ruimte voor door verschillende aspecten van diversiteit te benoemen. Organisaties moeten beginnen meten. Maar het heeft ook een effect op de financiële gezondheid van de organisatie. Ik ben ervan overtuigd dat een bedrijfscultuur die gericht is
op inclusiviteit een heel positief effect kan hebben op de economische resultaten van het bedrijf. En dat zowel op het vlak van kosten als van omzet. Een fenomeen als managers die zelf ontslag nemen, heeft een groot effect op het personeelsbudget. Het aanwerven van een nieuwe manager kost heel veel geld; men zegt wel 100.000 euro per FTE. Met een inclusieve bedrijfscultuur nemen minder mensen ontslag en dalen de kosten voor de organisatie.
Maar een divers personeelsbestand heeft ook commerciële voordelen die een impact hebben op de omzet. McKinsey had daar al onderzoek naar gedaan en gewezen op de verhoogde brand value van een diverse personeelspopulatie. Die diversiteit brengt op alle vlakken een bredere kijk mee. Bankmedewerkers ontwikkelen nieuwe financiële producten die passen bij het doelpubliek van de bank. Zoals gezegd is binnen de financiële sector het overwicht van de Belgische – witte – cultuur nog altijd heel groot. Een gevolg daarvan is dat er minder aandacht gaat naar de verwachtingen van consumenten met een andere culturele achtergrond. Hier liggen nog grote commerciële opportuniteiten.
Daarnaast zie je hoe bedrijven concurreren voor de aandacht van een alsmaar diversere generatie jongeren. Ik denk dat bedrijven hierover meer moeten communiceren met hun investeerders. Op die manier benadrukken ze hun focus op de leefbaarheid op de lange termijn van hun onderneming.”
Is er nu voldoende aandacht van de bedrijfstop voor dit fenomeen?
“Binnen de bank waar ik werk – ING – hebben we al een aantal enquêtes uitgevoerd en ervaringen uitgewisseld. De resultaten daarvan hebben we besproken met de bedrijfsleiding en dat in een ruime context waar plaats was voor interactie. De diversiteitsinitiatieven binnen het bedrijf hebben zelfs executive sponsors. Ik stel vast dat hiervoor de belangstelling groeit.
In dat kader hebben op 21 maart – de VN-dag tegen racisme en discriminatie – zes Belgische financiële instellingen een charter ondertekend om hun inclusieaanpak te verbeteren. En in mei hebben, in aanwezigheid van de koning en op initiatief van de Koning Boudewijnstichting, negen sectororganisaties en 30 CEO’s van grote bedrijven het Way Forward Statement ondertekend. Zij willen tegen 2030 belangrijke stappen zetten om het gebrek aan multi-etniciteit in de arbeidspopulatie aan te pakken. Dat kan voor ons land een grote verbetering met zich meebrengen van het grote tekort aan geschikte personeelsleden. Want dat is het grote onderliggende probleem voor onze economie. Die inclusieve aanpak gericht op het aanvaarden van diversiteit kan maken dat we minder mensen uitsluiten. Zo kunnen meer mensen aan de slag gaan.”
Ik lees dat in de VS een hele tegenbeweging aan de gang is om DEI-projecten (diversity, equity, inclusion) in bedrijven terug te schroeven. De antiwoke activist Robby Starbuck zet via sociale media druk op de raden van bestuur van grote bedrijven met als argument dat DEI witte mannen discrimineert. Sommige organisaties schroeven als gevolg van die acties hun DEI-projecten terug. Wat is uw mening daarover?
“Ik vind dat enorm kortzichtig. Voor mij is het duidelijk dat het stopzetten van initiatieven die zich richten op meer inclusie erg negatief zal zijn op de lange termijn. Ik denk net dat binnen de financiële sector in België, maar ook in de bredere Europese context, er een heel andere filosofie heerst. Compliance is a competitive advantage. Door de brede regelgeving moet iedereen meewerken en kunnen we als maatschappij vorderingen maken. We blijven concurrenten binnen de sector, maar op dit vlak kunnen we samenwerken. Ook in publiek-private samenwerkingsverbanden. Ik stel nu vast dat er op dit vlak heel veel initiatieven lopen voor meer innovatie binnen de financiële sector. Er is al veel dynamiek, alleen moeten we dat verhaal nog meer naar buiten brengen.
Een ander belangrijk aspect is dat van de tewerkstel-
ling. In de war for talent azen alle bedrijven op de jonge goed opgeleide kandidaten. Maar Generatie Z stelt zich kritisch op ten aanzien van bedrijven. Die jonge mensen vinden maatschappelijke relevantie heel belangrijk en zijn bereid om minder loon te aanvaarden, zolang hun organisatie zich inzet voor het goede.
In het kader van mijn selectie voor de 40 under 40 in Belgium werk ik aan een onderzoek (Next Wave Finance) over welke aspecten belangrijk zijn voor de aantrekkelijkheid van de financiële sector als werkgever. Die analyse is nodig omdat de banken en verzekeringsmaatschappijen het moeilijk hebben om jonge mensen aan te trekken. Uit de eerste conclusies maak ik op dat potentiële medewerkers belang hechten aan sociale impact en duurzaamheid. Daarnaast hebben ze behoefte aan een goede werkcultuur en inclusie. Dat zijn de meeste geciteerde prioriteiten. Dan zie je meteen dat de maatschappelijke bekommernis van de medewerkers heel erg belangrijk is. Dat zagen we al in een studie van de Vlerick Business School waarin kandidaten van hun werkgever verwachten dat die het goede wil doen en streeft naar een betere wereld. Jonge mensen vinden dat organisaties te sterk gefocust zijn op een groeistrategie. ¶
::
‘De dynamiek is niet zo inclusief’
In het kader van haar projecten ziet Jason-Louise Graham dat diversiteit deel moet uitmaken van de strategische doelstellingen van een bedrijf. Ze pleit daarom voor een nauwe samenwerking tussen de duurzaamheidsmanager (CSO) en de CFO en CEO.
Jason-Louise Graham: “Met name de CFO heeft enerzijds de beste contacten met de investeerders en aandeelhouders van het bedrijf, maar tegelijk staat hij of zij in contact met alle afdelingen binnen de organisatie. Ook staat de CFO op de eerste rij wanneer de overheden en regelgevers nieuwe verplichtingen opleggen. Op die manier kan een CFO het geld, de acties van het bedrijf en de personeelsleden op één lijn brengen. In de rapportering moeten CFO’s al de financiële data integreren met de duurzaamheidsgegevens. Daarbij moeten ze dat verhaal ook brengen naar de buitenwereld en de investeerders. In mijn ogen zijn zij daarom het best geschikt om te streven naar het succes op de lange termijn van de organisatie.”
The role of the CFO has never been more exciting – or more challenging.
Don’t miss the key moment of the year when academia and industry unite to address the challenges, opportunities and technologies disrupting the future of the finance function.
• CFOs
• Senior finance executives
• Finance professionals with a managerial responsibility
• Senior accountants
• Senior tax-responsibles
• New competencies in the CFO playbook
• The CFO challenge: Fighting fraud in the digital age
• Building a high-performance finance team: Lessons from top sports coaching
• The Big CFO Debate
OPLEIDING
Bo Panen is volop bezig aan zijn Master in de Rechten. Tijdens een stage ontdekt hij hoe recht en financiën elkaar versterken. Wat maakt deze combinatie zo interessant, en hoe ziet hij zijn toekomst in de financiële wereld?
2. Waarom is een achtergrond in rechten zo waardevol in financiën?
1. Vanwaar de keuze voor rechten met een focus op financiën?
“Na het middelbaar wist ik niet precies welke richting ik uit wilde. Een introductie tot het recht in mijn laatste jaar Latijn prikkelde mijn interesse en deze opleiding leek een brede keuze die in de toekomst veel mogelijkheden bood. Ik begon aan de opleiding en tijdens een stage bij advocatenkantoor Lydian kreeg ik de kans om aan projecten binnen corporate en finance te werken. Ik mocht vergaderingen bijwonen en werkte mee aan voorstellen voor aandeelhoudersbesluiten. Hoewel mijn werk maar deels financiële aspecten omvatte, vond ik net die zaken het meest boeiend. Hierdoor koos ik in mijn master voor vakken zoals fusies en overnames (M&A), kapitaalmarkten en bankenrecht. Deze vakken bieden een unieke inkijk in hoe juridische en financiële systemen elkaar nodig hebben en versterken. En ook in mijn thesis combineer ik beide werelden. Ik onderzoek namelijk beleggingsgeschillen en groepsvorderingen.”
“Juridische studies bieden een scherpe analyse van complexe structuren en dat is essentieel in de financiële sector. Of het nu gaat om regelgeving, compliance of onderhandelingen bij fusies en overnames, juridische kennis vormt een sterke basis. Daarnaast helpt een brede kennis van financiën me onderscheidend te zijn binnen de juridische wereld. Door juridische expertise te combineren met financiële kennis, ontstaan carrièrekansen in tal van sectoren, van de advocatuur tot investeringsbanken. De synergie tussen deze twee disciplines biedt een unieke en veelbelovende toekomst.”
3. Ben je daarom ook lid geworden van Capitant?
“Klopt. Capitant is de grootste financiële studentenorganisatie in België. Ons doel is om de financiële kennis van studenten te vergroten; hen te introduceren in de financiele wereld en verder te begeleiden. Door workshops en lezingen heb ik bijvoorbeeld heel wat praktische financiële kennis kunnen vergaren en krijg ik bovendien de kans om professioneel te netwerken. Een grote meerwaarde voor mijn toekomstige carrière.”
4. Wat brengt de toekomst voor jou?
“Na mijn studies begin ik waarschijnlijk met een baliestage, een logische eerste stap in de advocatuur. Daarna sluit ik niet uit dat ik overstap naar de financiële sector. Ik overweeg bijvoorbeeld een carrière in asset management of private equity. Daarnaast ben ik geïnteresseerd in internationale ervaringen, zoals een secondment bij een buitenlands kantoor om mijn horizon te verbreden.”
‘Een brede kennis van financiën helpt me onderscheidend te zijn binnen de juridische wereld’
Xavier is een inspirerende locatie voor je teambuilding. Hier heeft elke hoek zijn eigen unieke uitstraling. De perfecte plek om je team nog beter te leren kennen. Onze ruimtes zijn voor een halve of hele dag te reserveren. Om je wow-experience compleet te maken, sluit je de dag af met een sunset barbecue aan onze vijver.
Meer weten? Laten we kennismaken. 09 274 45 66 hello@xavier-events.be www.xavier-events.be
Als econoom bij de Nationale Bank van België zijn mijn dagen gevuld met research en analyse. In de unit waartoe ik behoor, bestuderen we de economische conjunctuur in ons land. Elke dag is gevuld met cijfers over de inflatie en loonkosten. Pittige materie die ik op dinsdagmiddag even achter me laat wanneer we samen met de collega’s zangrepetitie hebben.
Het koor begon met een eenvoudige oproep in 2018: collega’s die graag zingen en muzieknoten kunnen lezen, mochten zich aanmelden. Ik aarzelde geen seconde. Het idee kwam van onze dirigent. Hij is professioneel muzikant en als jurist bij de Nationale Bank liet hij zich inspireren door het koor van de Europese Centrale Bank. Wat begon met twintig enthousiaste collega’s groeide uit tot een groep van veertig die elke dinsdag tijdens de middagpauze samen repeteren.
Zodra de zangrepetitie start, laat ik de stress en druk los. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt trouwens dat tijdens het zingen je lichaam het gelukshormoon endorfine aanmaakt. En dat voel ik. Het uur dat we samen repeteren, geeft me een boost voor de verdere werkweek.
Het koor brengt bovendien collega’s uit verschillende departementen van de Nationale Bank samen - van jonge starters tot ervaren managers. Hier verdwijnt de hiërarchie en telt maar één ding: samen muziek maken. Het vergroot ons netwerk binnen het bedrijf en we leren elkaar op een andere manier kennen. Taken en deadlines verschuiven voor een uur naar de achtergrond en maken plaats voor een bijzondere verbondenheid.
Ons repertoire is breed en divers. Klassiekers van Bach en Mozart worden afgewisseld met muziekstukken van Belgische componisten zoals Peter Pazmany. Daarnaast voegt onze dirigent ook popsongs toe aan de lijst van te spelen stukken. Voor ieder wat wils! Mijn favoriet? ‘Te Quiero’ van Alberto Favero. Tijdens de wekelijkse koorrepetities werken we toe naar verschillende optredens. We staan bijvoorbeeld elk jaar op de kerstmarkt van de Nationale Bank en nemen deel aan EuroChoir, een vierdaagse waaraan Centrale Banken uit verschillende landen deelnemen. Zo brengt zingen niet alleen collega’s, maar ook mensen van over heel Europa samen. ¶
tekst: hanne vermaerke / foto: james arthur
‘Zingen met collega’s brengt harmonie in mijn werkweek’
Met de toenemende vergrijzing van de beroepsbevolking passen coworking spaces zich aan om professionals in de herfst van hun carrière beter te ondersteunen. Deze evolutie speelt in op de behoeften van een diverse groep ervaren werknemers die flexibiliteit en een stimulerende werkomgeving zoeken.
TOEGANKELIJK ONTWERP EN MAATWERK
Traditionele coworking spaces richtten zich vaak op jonge ondernemers en techneuten. Tegenwoordig wordt er meer aandacht besteed aan toegankelijkheid en comfort om ook andere generaties aan te trekken. Dit omvat ergonomisch meubilair, voldoende verlichting en ruimtes die gemakkelijk toegankelijk zijn voor mensen met mobiliteitsbeperkingen. Daarnaast bieden veel coworking spaces de mogelijkheid om werkplekken aan te passen aan individuele voorkeuren, waardoor een gepersonaliseerde en comfortabele werkomgeving ontstaat.
‘Comfortabele werkplekken voor elke generatie’
WELZIJN EN PRODUCTIVITEIT
Het welzijn van leden staat centraal in een moderne coworking. Er worden programma's en faciliteiten aangeboden die gezondheid en welzijn bevorderen, zoals yogalessen, sessies mindfulness en gezonde maaltijden. Door een holistische benadering te hanteren, streven deze ruimtes ernaar de productiviteit en tevredenheid van hun leden te verhogen.
INTERGENERATIONELE SAMENWERKING
Ervaren professionals brengen een schat aan ervaring en kennis mee, terwijl jongere leden nieuwe perspectieven en technologische vaardigheden inbrengen. Door mentorprogramma's, netwerkevenementen en peer-to-peer leersessies te organiseren, faciliteren coworking spaces waardevolle uitwisselingen tussen verschillende generaties. ¶
(Bron: Allwork.Space)
Stap binnen in een surrealistische droom in hartje Brussel. Deze kunstzinnige cocktailbar in Hotel Amigo eert René Magritte met eigenzinnige drankjes geserveerd in bowlerhats en pijpen. De perfecte plek voor een creatieve afterwork met een knipoog naar de Belgische kunstgeschiedenis.
Rue de l'Amigo 1, 1000 Brussel Instagram: @barmagritte
Deze speelse cocktailbar schrijft je het perfecte recept voor na een lange werkdag. In een sfeer van vintage medische knipogen en weelderig groen serveren ze hun remedies in maatbekers en reageerbuizen. De bijhorende fingerfood maakt de behandeling compleet.
Mathieu de Layensplein 1, 3000 Leuven Instagram: @dokteur_leuven
— United Consulting™ is uw ideale partner voor tijdelijke versterking en professioneel advies. Heeft u een specialist nodig op het gebied van finance, HR, supply chain, business support of marketing? Wij bieden ondersteuning op maat.
Ons veelzijdige team van consultants, variërend van junior tot senior en van generalist tot expert, staat klaar om uw organisatie naar een nog hoger niveau te tillen. Verwacht praktische, deskundige professionals met een solide combinatie van hard en soft skills.
Meer weten? Of wil je als consultant aan de slag?
Laat ons kennismaken! Surf naar www.unitedconsulting.be of bel 03 361 80 93. We vertellen je graag meer.
PROUD TO BE PART OF UNITED CONSULTING™
RUDY AERNOUDT
IS PROFESSOR AAN DE UNIVERSITEIT GENT, DEPARTEMENT ACCOUNTING, CORPORATE FINANCE & TAXATION.
MEER COLUMNS OP WWW.FDMAGAZINE.BE
Decennialang werd vrijhandel beschouwd als de beste manier om welvaart te maximaliseren. De economische groei nam toe en armoede daalde. Toch dreigen geopolitieke spanningen uit te monden in een handelsoorlog tussen de VS, de EU en de BRICS-landen, met name China. Dit zou wereldwijd economische schade veroorzaken, waarbij de VS ironisch genoeg de grootste verliezer zou zijn.
FILOSOFIE VAN EEN HANDELSOORLOG
De filosofie is eenvoudig. Met het opleggen van tarieven ervaren importeurs meer moeite om te concurreren met interne producenten. Dit faciliteert de lokale industrie, verhoogt de inkomsten en creëert banen. Als secundair effect vermindert het de handelstekorten.
De kritische lezer beseft dat dit scenario te simpel is. Ten eerste richten tarieven zich alleen op goederen, terwijl veel economieën servicegericht zijn. Ten tweede, kan een land dat hoge tarieven oplegt, tegenmaatregelen verwachten van de exporterende landen. Dit zou de export naar andere landen moeilijker maken en leiden tot een scenario waarin handel vrijwel onbetaalbaar wordt. Ten derde is er de digitale economie die niet onder tarieven valt. Wie Google gebruikt of een hotel boekt via Booking.com komt niet in de cijfers van internationale handel. Nochtans, digitaal gaat 120 miljard dollar naar de Verenigde Staten. Tot slot zijn de meeste economieën behoorlijk zelfvoorzienend, wat betekent dat een bepaalde import relatief marginaal is voor de economie als geheel. Het Amerikaanse aandeel in de wereldwijde import is deze eeuw gedaald van 19,6 procent in 2000 tot 13,5 procent vandaag. Exporterende landen hebben andere bestemmingen gevonden. Het Chinese aandeel is 12,9 procent en het EU-aandeel 13 procent. Als we het VK meenemen, is het EU-28-aandeel zelfs groter dan het Amerikaanse. De redenering dat het opleggen van tarieven economische groei creëert, is dus verre van evident. De meeste onderzoeken tonen aan dat het de economische groei aanzienlijk zal schaden. De im-
pact verschilt van continent tot continent en, ironisch genoeg, zou de Verenigde Staten het meest lijden.
VERENIGDE STATEN: DE GROOTSTE VERLIEZER
De president van de VS dreigt 60 procent importtarieven op te leggen op goederen die in China worden gemaakt en 10 tot 20 procent op importen van elders. De exporterende landen kunnen tegenmaatregelen nemen en beginnen met het opleggen van tarieven, quota's of niet-tarifaire barrières. Dit zou de Amerikaanse exporteurs schaden. Maar het Amerikaanse aandeel in de wereldwijde export is gedaald van 12,5 procent in 2000 tot 8,8 procent in 2023. Omdat dit lager is dan het hierboven genoemde aandeel in de wereldwijde import, zou handelsvermindering een positief effect hebben op de handelsbalans, althans op de korte termijn. Maar de tarieven zouden leiden tot hogere prijzen en dus een inflatoir effect hebben. Economen hebben hun schattingen voor een renteverlaging al teruggeschroefd en hun prognose voor inflatie voor de komende jaren fors verhoogd van 2,1 procent naar 2,5 procent. Bovendien zou de industrie ontwricht worden, met name degenen die afhankelijk zijn van intermediaire geïmporteerde producten, zoals de landbouw en lucht- en ruimtevaart. Deze ontwrichting en de stijging van de consumentenprijzen zouden een negatieve impact hebben op de economische groei, geschat door het Peterson Institute for International Economics, uitgaande van een tarief van 10 procent, op 0,3 procent van het bruto binnenlands product.
CHINA: DIVERSIFICATIE ALS VERDEDIGINGSSTRATEGIE
China exporteert jaarlijks ongeveer 500 miljard dollar naar de VS, waarvan 25 procent elektronica en 20 procent machines. De Chinese import uit de Verenigde Staten bedraagt 165 miljard dollar, wat leidt tot een enorm negatief handelssaldo voor de VS van 335 miljard dollar (gegevens Trading Economics 2023). Geconfronteerd met een tarief van 60 procent zou China andere markten moeten
RUDY AERNOUDT IS PROFESSOR AAN DE UNIVERSITEIT GENT, DEPARTEMENT ACCOUNTING,
CORPORATE FINANCE & TAXATION
MEER COLUMNS OP WWW.HRMAGAZINE.BE
Als de mensen zouden weten wat de banken doen met ons geld, dan is het revolutie.” Dit zei Henri Ford ten tijde van de grote financiële crisis, bijna honderd jaar geleden. Tachtig jaar later, bij het uitbreken van een nieuwe financiële crisis, werd als reactie op de banken een gedecentraliseerde munt in het leven geroepen, de cryptomunt. Het adagio van Henry Ford blijft overeind, alleen zijn de banken in het huidige scenario spookbanken. Crypto staat voor niet-gereglementeerde munten. Ze vallen niet onder het beheer van een centrale bank, maar worden gecontroleerd door de gemeenschap. Dat gedecentraliseerde beheer gebeurt met behulp van blockchaintechnologie. Cryptomunten moesten een betaalmiddel worden dat aan de controle van big brother ontsnapt. Achterliggende redenering: in geval van crisis zijn er geen banken die tegoeden blokkeren of klanten met financieel verlies opzadelen.
zoeken. Van het exportaandeel van 12,9 procent is naar schatting minder dan 5 procent Amerikaanse export.
tweehonderd op de financiële markt. Erg stabiel zijn ze echter niet. TerraUSD, een aan de dollar gekoppelde stablecoin, crashte met een daling van 97 procent op één week tijd. Duizenden kleine investeerders werden betrokken in de vrije val. De inmiddels ter ziele gegane cryptospaarrekeningmaatschappij Stablegains, had hen rendementen tot vijftien procent beloofd.
CRYPTOPLATFORMEN
CRYPTOSUCCES
In feite is de exportafhankelijkheid van de Verenigde Staten al afgenomen, voornamelijk vanwege de gediversifieerde handelsbetrekkingen die China heeft met andere Aziatische landen en met Afrika, Latijns-Amerika en de Europese Unie. Professor Evenett van de IMD Business School berekende dat, ervan uitgaande dat de Amerikaanse markt volledig is afgesloten voor import, het slechts twee jaar zou duren voordat de Chinese economie de Amerikaanse markt volledig vervangt door andere exportmarkten. Alles bij elkaar zou de impact op de economische groei van China 0,1 procent zijn; of drie keer minder dan de impact op de Amerikaanse economie.
EUROPESE UNIE: BEHOEFTE AAN EEN
INDUSTRIEEL BELEID
De handelsbalans van de VS naar Europa is ook negatief: de EU exporteert 500 miljard dollar aan waarde naar de VS en importeert 350 miljard dollar, wat leidt tot een Amerikaans handelstekort van 150 miljard dollar. In de EU zou Duitsland het meest lijden. De Duitse economie, die een derde van de economie van de EU vertegenwoordigt, is voor 47 procent van haar BBP afhankelijk van export. Verwijzend naar de eerdere analyse van professor Evenett, zou Duitsland vijf jaar nodig hebben om het verlies door de sluiting van de Amerikaanse markt te compenseren.
Op sectorniveau zouden de transport- en machinesector samen met de chemische sector getrof-
Zelfs de grootste cryptohater kan er niet omheen dat de cryptobeweging een nooit verwacht succes kende. Er zijn momenteel meer dan tienduizend cryptomunten in omloop. Het marktaandeel van de drie grootste – bitcoin, ethereum, ripple – is verbluffend groot. Net zoals veel beurzen, zitten de cryptomunten op een roetsjbaan. Op en neer, maar vooral neerwaarts, is hun lot. Door deze volatiliteit zijn cryptomunten niet geschikt als betaalmiddel. De grootste cryptomunt, bitcoin, verloor de laatste twaalf maanden zeventig procent van zijn waarde. Eigenlijk moet ik zeggen ‘van zijn prijs’, want een cryptomunt is niets waard. Zolang mensen erin geloven, heeft de munt echter wel een prijs. Door de volatiliteit doen cryptomunten enkel nog dienst als speculatief beleggingsinstrument of als betaalmiddel voor transacties die het daglicht niet verdragen, die ‘crypto’ (duister) zijn. Het initiële doel, de crypto als vervanger van munten die door de centrale banken worden gesuperviseerd, is daarmee voorbijgestreefd. Om de volatiliteit te beperken, werden stablecoins gelanceerd. Dat zijn cryptomunten die hun marktwaarde koppelen aan een externe referentie, bijvoorbeeld een valuta, zoals de Amerikaanse dollar, of de prijs van een grondstof, zoals goud. Inmiddels zijn er meer dan
Dat brengt ons bij de cryptoplatformen. Cryptomunten kan je zelf in portfolio houden via een zogenaamde digitale portefeuille of mobile wallet. Veel cryptobeleggers verkiezen echter te werken via een cryptoplatform om zo het gebruik van ingewikkelde privésleutels met lange codes te vermijden. Deze platformen beheren de cryptomunten, net zoals banken obligaties of aandelen beheren. Het grote verschil is dat banken via allerlei mechanismes worden gecontroleerd. Cryptoplatformen (nog) niet.
fen worden door een Amerikaans verbod. De transport- en machine-industrie, voornamelijk aanwezig in Duitsland, Frankrijk, Italië en Nederland, zou het meest lijden, aangezien de sector 150 miljard euro aan export vertegenwoordigt. Op de tweede plaats staat de chemische sector, voornamelijk aanwezig in Duitsland, Ierland en België. De verschillende effecten op verschillende sectoren en landen zouden een impuls moeten zijn om een geschikte Europese industriële strategie verder te ontwikkelen (voor een beschrijving van zo'n industrieel beleid verwijs ik naar mijn boek "Europa, een blik achter de schermen"). De impact op de economische groei van de EU zou hetzelfde zijn als de impact op de Chinese economie, namelijk 0,1 procent.
Het grootste platform is Binance. Het werd verboden in het Verenigd Koninkrijk en in de VS heeft het juridische processen voor witwaspraktijken lopen. Het platform opereert vanuit de Verenigde Arabische Emiraten en draait een handelsvolume van vijftien miljard dollar per dag, jawel: per dag.
Het tweede is, of beter was, FTX, een in De Bahama’s gebaseerd platform. Het werd begin dit jaar
Tarieven leiden tot een negative sum game, een situatie waarbij iedereen verliest maar niet in dezelfde mate. Internationale diplomatie moet zich richten op het voorkomen van een tarievenoorlog. Vrijhandel heeft bewezen welvaart te creëren. Het IMF (Regionale notities, november 2024) berekende dat elke verlaging van 10 procentpunten in goederentarieven kan leiden tot een toename van één procent in de arbeidsproductiviteit. En arbeidsproductiviteit is een van de belangrijkste bronnen van welvaartscreatie. Protectionisme zorgt voor snelle kortetermijnwinsten, met name voor de Amerikaanse handelsbalans, maar heeft een negatieve impact op het concurrentievermogen, de inflatie en de groei op de middellange termijn. Dit is precies het tegenovergestelde van wat handels- en economisch beleid zou moeten bereiken. ¶
‘De hele wereld verliest in een tarievenoorlog’
tekst: peter ooms
Op de komende CFOconferenz zal Nicolas Priem van Tioga Capital Partners zijn visie delen over hoe blockchaintechnologie en de toepassing van cryptomunten de dagelijkse praktijk van de CFO zullen veranderen.
Heeft blockchain een reële toekomst?
Nicolas Priem: “Ik zie zowel in de Verenigde Staten als in Europa een resem ondernemers aan de slag gaan met blockchaintechnologie. Het gaat om heel slimme enthousiastelingen die intussen ook ondersteuning krijgen van zeer grote investeringsfondsen zoals Sequoia en Andreessen Horowitz. Daarbovenop zie je dat giganten zoals Blackrock crypto-ETF’s op de markt brengen voor consumenten-beleggers. Dat kan nu omdat die producten ook zijn goedgekeurd door de marktautoriteiten in de Verenigde Staten. Dat was eerder al gebeurd door de Europese regelgever met MICA.
Daarnaast zien we de stijgende aanvaarding van bitcoin door een breed publiek. De overschrijding van de waarde van honderdduizend dollar voor één bitcoin is daarvan het ultieme bewijs. Steeds meer zien consumenten, bedrijven, en de financiële investeerders bitcoin als het digitale goud. Er is slechts een beperkte hoeveelheid van beschikbaar en ze kunnen ook niet worden bijgemaakt. Dat in tegenstelling tot de standaardmunten zoals dollars of euro’s. Over dat klassiek geld groeit de ontgoocheling door de voortdurende ontwaarding.
Ik verwacht dat ook de grote investeerders zoals pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen een stuk van hun kapitaal in cryptomunten zullen beleggen als bescherming (hedge) tegen de ontwaarding van het geld, net zoals ze dat nu al doen met bijvoorbeeld goud. Maar in tegenstelling met dat edelmetaal hebben cryptomunten en bitcoin een veel grotere upside: het potentieel om in prijs te stijgen. In het algemeen zie ik dus een context waarin de nieuwe Web3 technologie goed kan gedijen.”
Zijn er ook concrete toepassingen die niet mikken op de investeerders, maar op de dagelijkse praktijk van de financieel directeur van een organisatie?
Nicolas Priem: “Zeker. In de eerste plaats denk ik dan aan de problematiek van de internationale betalingen. Dat is een dagelijkse klacht bij multinationals met vestigingen in verschillende landen. Om geld van het ene naar het andere land over te brengen, zijn er vaak heel wat tussenschakels nodig met een resem financiële instellingen en corresponding banks. Die willen allemaal vergoed worden, zodat de transactiekosten flink oplopen. Het duurt vaak ook erg lang voor het geld uiteindelijk op de juiste rekening staat. Nu zie je dat blockchainoplossingen met stablecoins (cryptomunten die hun waarde koppelen aan een reële munt zoals de dollar) heel transparant en heel snel die gelden kunnen overmaken. Dergelijke oplossingen komen nu in de schijnwerpers door de overname van stablecoinbedrijf Bridge door betalingsgigant Stripe en door Visa’s aankondiging om samen te werken met Solana.
In dat kader is de digitalisering van activa een belangrijke trend. Met ons VC-fonds investeren we in oplossingen voor zogenaamde real world assets (RWA) die op een blockchain kunnen verhandeld worden. Het gaat om digitale tegenhangers van cash, leningen, obligaties, aandelen, maar ook vastgoed of kunstwerken. Die kunnen dan dienen als waarborg voor financiering. Op die manier kunnen bedrijven geld ophalen buiten de banken om. Vaak betalen bedrijven nu meer dan één procent transactiekosten op een lening. Dat kan dus een stuk minder worden. Maple Finance heeft de hele backofficearchitectuur van een bank op een blockchain in smart contracts gegoten. Daardoor zou dat veel sneller moeten verlopen en ook een stuk minder kosten. Tegelijk kan je veel breder geld ophalen: niet alleen bij banken, maar bij alle partijen die geld willen lenen. Maple zorgt voor de correcte onboarding van die partijen met een volledig KYC en AML-proces. PV01, een ander
‘Blockchainoplossingen met stablecoins kunnen transparant en snel geld overmaken’
Nicolas Priem — FUNCTIE Managing Director & CIO bij Tioga Capital Partners
bedrijf dat we in portefeuille hebben, financiert zo in de eerste plaats andere blockchainbedrijven. Toegegeven: dat blijft allemaal nog kleinschalig. Maar ik zie wel dat de traditionele banken hierin interesse tonen.
Dergelijke toepassingen kunnen ook goed van pas komen voor bedrijven die veel kleine betalingen nodig hebben in het kader van subscriptions en dergelijke. Zo zijn er steeds meer door het succes van SaaS toepassingen. Maar ook een uitgeverij kan zijn voordeel doen door betalingen toe te laten via cryptomunten want de kosten daarvoor zijn een stuk lager dan van klassieke systemen als Stripe of PayPal. In de Verenigde Staten zie je dat vaak nu al gebeuren.”
Zal de nieuwe Amerikaanse president Donald Trump een invloed hebben op de doorbraak van cryptomunten en blockchaintoepassingen?
‘Geld ophalen, niet alleen bij banken, maar bij alle partijen die geld willen lenen’
ID-KIT NICOLAS PRIEM
::
Nicolas Priem is Managing Director & Chief investment officer bij Venture Capital bedrijf Tioga Capital Partners. Tioga investeert in een vroeg stadium in Europese bedrijven die oplossingen uitwerken voor Web3. Dat is de trend na Web 2.0, het internet zoals we dat nu kennen. Web3-bedrijven mikken op decentralisatie, vaak via blockchaintechnologie, waardoor het eigenaarschap van de data bij de gebruiker blijft. Tioga investeert bijvoorbeeld in Chaos Labs (smart contract security), Blockpit (crypto & taks), Maple (leningen gedekt door digitale activa), PV01 (bedrijfsobligaties op blockchain), enzovoort.
Tioga Capital heeft onlangs al vijfenveertig miljoen euro opgehaald voor zijn nieuwe fonds.
Eerder in zijn carrière was Nicolas Priem consultant bij Bain & Company en werkte hij bij Private Equity fondsen Altamont Capital en Core Equity Holdings.
Nicolas Priem: “Hij heeft zijn voorliefde voor technologie nooit onder stoelen of banken gestoken. Dat is alvast een goed teken. WEB3-bedrijven hebben nood aan een duidelijke regelgeving en die komt er nu wel aan. In het Huis van Afgevaardigden was FIT21 voor digitale assets al aanvaard en nu zal ook de senaat snel volgen. Een duidelijke regelgeving vermindert het risico voor alle betrokkenen. Een heel resem spelers kunnen het zich niet permitteren om te investeren in iets wat mogelijk onwettelijk is. Zodra die twijfel van de baan is, zullen die toepassingen veel sneller breed in de markt gezet worden. FIT21 zal ook een aantal regels versoepelen, zoals een aantal controles die de SEC, de toezichthouder op de Amerikaanse beurzen, momenteel nog uitvoert.” ¶
Bij grensoverschrijdende
geschillen rijst vaak een cruciale vraag: welke rechtbank is bevoegd? In veel gevallen is dat een buitenlandse rechtbank, zeker als contractuele afspraken hierover ontbreken. Dit kan ondernemers afschrikken door de onzekerheid over de lokale rechtsgang, de noodzaak van een plaatselijke advocaat en de bijbehorende kosten. Hierdoor worden internationale vorderingen vaak als oninbaar beschouwd.
‘In de praktijk zien we dat veel buitenlandse bedrijven misbruik maken van het internationale karakter van een samenwerking’ Jeroen Minnekeer Advocaat Balie Brussel
Zelfs wanneer de eigen (Belgische) rechtbank bevoegd is, weerhoudt de angst voor complexe procedures en de onzekerheid over de uitvoerbaarheid van een vonnis in het buitenland veel ondernemers ervan juridische stappen te ondernemen. Toch is het onterecht om deze vorderingen zomaar af te schrijven.
STRATEGISCHE AANPAK BIJ INTERNATIONALE INCASSO
Jeroen Minnekeer, oprichter van Arguendo en advocaat aan de Balie van Brussel, benadrukt: “Er is niets zo frustrerend voor een ondernemer als goed werk leveren en vervolgens niet betaald worden. In de praktijk zien we dat veel buitenlandse bedrijven misbruik maken van het internationale karakter van een samenwerking en ervan uitgaan dat er bij een dispuut toch geen juridische stappen zullen worden ondernomen. Ze wanen zich beschermd door hun juridische ‘thuisvoordeel’.”
“De internationale – en in het bijzonder de Europese – wetgeving biedt ondernemers nochtans diverse juridische actiemogelijkheden om niet-betaalde vorderingen te innen, gaande van eenzijdige procedures tot grensoverschrijdend bankbeslag. Door onze expertise in internationaal recht te combineren met korte, resultaatgerichte onderhandelingen, zorgen wij ervoor dat uw internationale vorderingen niet verloren gaan.”
Minnekeer deelt een praktijkvoorbeeld: “Onze grootste invordering van het afgelopen jaar betrof een dossier voor een Franse multinational met een Finse tegenpartij. Het pijnpunt in die zaak? Een nakende overname, die we letterlijk blokkeerden totdat onze cliënt werd betaald. Elke wanbetaler heeft zwakke plekken waarop druk kan worden gezet. Ons kantoor is erin gespecialiseerd net die pijnpunten te vinden, om dan druk uit te oefenen tot de schuldenaar niet anders kan dan betalen.”
Ondernemers vragen zich vaak af waarom ze een advocaat moeten betalen, ongeacht het resultaat. Bij Arguendo geloven we dat juridische bijstand niet alleen effectief moet zijn, maar ook voorspelbaar qua kosten.
“Voor ons betekent een procedure winnen niet alleen dat we een gunstige uitkomst behalen in uw zaak, maar ook dat dit gebeurt op een strategische en kostenefficiënte manier,” aldus Minnekeer. “Daarom starten wij elke zaak met een kosteloze risicoanalyse. Als uit die analyse blijkt dat we een procedure positief adviseren – of die nu in België of in het buitenland moet worden gevoerd – dan verbinden we daar ook consequenties aan voor onze erelonen. Het zou immers niet correct zijn om een zaak aan te nemen als we niet oprecht geloven in de invorderingskansen.”
‘Wij zien onze cliënten als partners, en dat kan enkel als er een win-win is’
Jeroen Minnekeer
“Bij elk scenario, positief of negatief, koppelen wij een helder ereloonvoorstel. Zo weet de ondernemer precies – tot op de eurocent – wat een zaak kan opleveren en wat de kosten zullen zijn. Dit resultaatgericht model zorgt ervoor dat de client voelt dat snel succes centraal staat omdat beide partijen daar baat bij hebben.
Dit geldt niet alleen voor invorderingsdossiers. Bij Arguendo hebben wij al jaren geleden afstand genomen van het klassieke “uurtje-factuurtje” zonder limiet, omdat in dat scenario enkel de advocaat altijd wint. Wij zien onze cliënten als partners, en dat kan enkel als er een win-win is.”
WIE IS ARGUENDO?
Sinds de oprichting in 2004 is Arguendo uitgegroeid van een solo-praktijk tot een middelgroot advocatenkantoor met een stevige positie in het Belgische juridische landschap. Vandaag bedient het kantoor zowel nationale als internationale bedrijven en en positioneert het zich als een boutique full-service advocatenkantoor met een sterke specialisatie in cash collection en schuldinvordering, zowel in België als wereldwijd.
Met expertise in alle fasen van geschillenbeslechting – van minnelijke onderhandelingen en procesvoering tot gedwongen tenuitvoerlegging – begeleidt het kantoor cliënten op maat en helpt het hen navigeren door het complexe en voortdurend evoluerende juridische landschap.
WAAROM KIEZEN VOOR ARGUENDO?
Met Arguendo kiest u voor:
• Internationale expertise: ruime ervaring in grensoverschrijdende geschillen en invorderingen.
• Resultaatgerichte aanpak: duidelijke risicoanalyse en transparante ereloonafspraken.
• Full-service begeleiding: van advies en onderhandelingen tot procesvoering en tenuitvoerlegging.
ARGUENDO – ATTORNEYS. REDEFINED.
Neem contact met ons op voor een vrijblijvende risicoanalyse van uw dossier en ontdek hoe wij de standaard voor invorderingen herdefinieren.
v 02 / 588 05 30 a info@arguendo.be
Waar zoeken beleggers naar in bedrijven? We bespraken deze vraag met vermogensbeheerder CapitalAtWork en stonden stil bij de komende golf aan bedrijfsoverdrachten en verkopen.
Welke criteria zijn voor beleggers belangrijk bij hun investeringsbeslissingen? Erwin Deseyn, hoofd beleggingen bij CapitalAtWork, wijst op het belang van free cash flow. “Dat is voor ons de ultieme maatstaf op vlak van waardering. Zonder cashflow is de waardebepaling louter een kwestie van vraag en aanbod. Dan is het moeilijk om houvast te vinden bij de intrinsieke waarde van activa.” Vervolgens stipt hij het belang van ‘moats’ aan. Dat zijn kwalitatieve aspecten van een bedrijf, die het een competitief voordeel geven en waarmee het zich kan onderscheiden van concurrenten. “Denk bijvoorbeeld aan schaalgrootte of patenten, zoals in de farmaceutische industrie. Ook netwerkeffecten komen in aanmerking. Een goed voorbeeld daarvan zijn technologieplatformen als Uber en Google. Hoe meer leden zij hebben, hoe sterker hun netwerk en bijgevolg het bedrijf wordt. Dat is een heel schaalbaar gegeven.”
HET BELANG VAN COMMUNICATIE
Zijn er ‘rode vlaggen’ die een bedrijf oninteressant maken voor beleggers? “Wij blijven weg van bedrijven met veel schulden op de balans en bedrijven die heel kapitaalintensief zijn.” Bij dat laatste gaat het om sectoren die door de aard van hun model continu om investeringen vragen. “Zoals de bouwsector. Dit staat in sterk contrast met softwarebedrijven die zeer kapitaalextensief zijn.”
Erwin Deseyn geeft mee dat bedrijven zich aantrekkelijker kunnen maken voor beleggers. “Heel duidelijk en transparant communiceren is daarbij belangrijk. We willen de essentie helder meekrijgen, zodat we een correc-
te waardering kunnen maken. Bedrijven kunnen daarbij best duidelijk het onderscheid maken tussen recurrente en niet-recurrente investeringen.” Hij wijst er nog op dat het belangrijk is dat de investor relations manager vlot bereikbaar is. “Zodat we makkelijk vragen kunnen stellen en snel beslissingen kunnen nemen.”
Door de vergrijzing worden veel bedrijven verkocht of overgedragen aan de volgende generatie. “Het komende decennium zal naar verwachting 70 procent van de kmo’s van eigenaar veranderen. Ofwel door een interne familiale overdracht, dan wel door een externe verkoop. De overdracht van een familiebedrijf vraagt een jarenlange voor-
CAPITALATWORK ONDER DE LOEP
:: Onafhankelijke (actieve) vermogensbeheerder voor particuliere en institutionele klanten
• Onderdeel van de Luxemburgse verzekeringsgroep Foyer
• 11,5 miljard euro vermogen onder beheer
• 9 kantoren in de Benelux
• 185 personeelsleden
‘Het komende decennium zullen 70 procent van de kmo’s van eigenaar veranderen’
Vincent Lambrecht Directeur vermogensplanning
CapitalAtWork
‘Zonder cashflow is de waardebepaling een kwestie van vraag en aanbod’
Erwin Deseyn Hoofd beleggingen bij CapitalAtWork
bereiding,” legt Vincent Lambrecht, directeur vermogensplanning uit. Een realiteit waarvan de financiële afdelingen van bedrijven zich ten volle bewust moeten zijn. “Want de CFO’s en het management van die bedrijven kunnen een sturende of adviserende rol spelen voor de familie en de aandeelhouders. Ze begeleiden ook de voorafgaande stappen.”
Daarnaast hebben verscheidene tussenpersonen (zoals notarissen, boekhouders en revisors) een belangrijke functie. “Vermogensplanners spelen dan weer de rol van spelverdeler. We brengen de te nemen stappen in kaart en houden de belangen van alle betrokken partijen in het oog.” Daarbij trachten ze er op toe te zien dat de hele planning zo transparant en eenvoudig mogelijk verloopt. “Want hoe complexer, hoe meer risico op misverstanden en fiscaal/ juridische implicaties.”
Wat zijn de belangrijkste tips om dit proces vlot te laten verlopen? “In de eerste plaats er op tijd aan beginnen en professionele begeleiding zoeken. Om een overdracht fi-
‘Open communiceren maakt bedrijven aantrekkelijk voor beleggers’
nancieel makkelijker te laten verlopen, is het raadzaam om de jaren ervoor alle overtollige cash of activa, die niet dienen voor de bedrijfsvoering, uit de vennootschap te halen. Dit vereist een proactieve aanpak, waarbij alle wettelijke mogelijkheden (kapitaalvermindering, dividenduitkering, liquidatiereserve, afsplitsing, enz.) bekeken worden.” De finale stap in de bedrijfsoverdracht is de fiscaal/juridische uitwerking. “Denk daarbij onder meer aan de schenking van aandelen, gedeeltelijke verkoop gecombineerd met schenking, verkoop op lijfrente, enzovoort.”
VALKUILEN
Bij een overdracht kan het ook mislopen. “Vaak zien we dat de betrokken partijen te veel en te snel in het proces focussen op wat de waarde van het bedrijf is en op hoe men de aandelen bij de overnemer(s) kan krijgen.” Hieraan moet een proces voorafgaan dat de fundamenten legt voor een succesvolle bedrijfsoverdracht.
Het is belangrijk om daarbij voldoende aandacht te besteden aan de ruimere familiale context. “Anders ontstaat hier mogelijk een kweekvijver voor toekomstige familiale discussies. Eerst moeten belangrijke knopen doorgehakt worden. Wie zal nog een rol spelen in het bedrijf en wie niet? Wie zal aandeelhouder blijven? Wie wordt uitbetaald en wie verlaat het bedrijf?” Deze vragen dragen vaak een belangrijke emotionele lading. “Dat mag zeker niet onderschat worden.” Bij een ‘koude overdracht’ speelt dit minder een rol. “Bijvoorbeeld bij verkoop aan een externe partij, al dan niet de hoogstbiedende.” ¶
Omdat een CFO een meerwaardezoeker is, verzamelen we elke editie producten die het leven aangenamer maken. Purple Rain was een hit, en dat zijn deze items ook: vijf manieren om stralend de maartse buien te trotseren.
samenstelling: sabrina
1. Dans door de regen in deze stoere K-Way trenchcoat voor alle weertypes - K-Way unisex trenchcoat - € 150 via kway.be
2 Compact, UV-werend én windbestendig: deze paarse paraplu vouwt klein maar beschermt groots - TinyTin Paraplu - € 19,95 via bol.com
3. Deze duurzame rugzak houdt al je spullen droog én perfect georganiseerd - Pinq Ponq Purik rugzak - € 99,90 via pinqponq.com
4. Ook je smartphone verdient een duurzame regenjas: deze case beschermt met oceaanplastic - OtterBox waterproof case - € 49,95 via GSMpunt.nl
5. Dit waterdichte notitieboek bezorgt kinderen in ontwikkelingslanden schrijfmateriaal - Correctbook uitwisbaar notitieboek - € 14,95 via bol.com
‘Een familiebedrijf verkopen wordt al te vaak gezien als falen’
Ruim 70 procent van de ondernemingen in België zijn familiebedrijven. Deze bedrijven staan voor een complexe uitdaging: hoe een balans vinden tussen investeren in de toekomst en aandeelhouders tevreden stellen? Volgens professor finance en adviseur van familiebedrijven
Anneleen Michiels is transparantie binnen de familie en een doordachte strategie cruciaal om conflicten te vermijden en duurzame groei te waarborgen.
HET SPANNINGSVELD TUSSEN DIVIDENDUITKERING EN INVESTERING
Een veelvoorkomend probleem in familiebedrijven is de vraag wat er met de winst moet gebeuren. Terwijl actieve aandeelhouders pleiten voor herinvestering, willen niet-actieve aandeelhouders liever een dividend uitgekeerd krijgen. Volgens Michiels ligt de sleutel in heldere communicatie: "Het is belangrijk om uit te leggen dat wat wordt uitgekeerd niet kan bijdragen aan de groei van het bedrijf."
Ze wijst erop dat succesvolle familiebedrijven ervoor kiezen om geen dividenden uit te keren en alle winsten te herinvesteren. Dit vergt echter een sterke betrokkenheid en begrip van de aandeelhouders.
FAMILIELEDEN EERLIJK
Een ander heikel punt is de verloning van familieleden die in het bedrijf werken. Michiels merkt op dat bedrijven vaak geneigd zijn om alle familieleden hetzelfde salaris te geven, ongeacht hun rol. "Dat lijkt misschien eerlijk, maar het kan op termijn voor spanningen zorgen. Als een kind CEO is en een ander met een heftruck rijdt, is het logisch dat de eerste meer verdient dan de tweede."
Het advies van Michiels is om familieleden een marktconform loon te betalen en hen eventueel via andere wegen financieel te ondersteunen.
‘Je familiebedrijf verkopen is soms een slimme zet’
Anneleen Michiels
GENERATIEWISSELS EN CONFLICTEN
De overgang van de tweede naar de derde generatie is vaak de moeilijkste fase voor familiebedrijven. Michiels legt uit dat dit komt doordat er steeds meer familieleden betrokken raken, zoals neven en nichten, die niet altijd dezelfde visie delen. "De succesvolste families zijn diegene die bewust werken aan de overdracht en investeren in samenhang, bijvoorbeeld door gezamenlijke activiteiten en opleidingstrajecten te organiseren."
Daarnaast adviseert Michiels om open te zijn over het familievermogen. "Sommige ouders willen vermijden dat hun kinderen naast hun schoenen gaan lopen en verzwijgen hun werkelijke vermogen. Maar helemaal niets zeggen is ook geen goed idee. Een geleidelijke aanpak, waarbij kinderen stap voor stap meer inzicht krijgen, werkt het best."
VERKOOP ALS ENIGE OPTIE
Soms zijn familiale conflicten zo diepgeworteld dat samenwerking onmogelijk wordt. "In bepaalde gevallen is het beter om het familiebedrijf te verkopen om de familierelatie te redden.” Dit wordt vaak als een falen gezien, maar kan in werkelijkheid een verstandige beslissing zijn. ¶
(Bron: De Tijd)
Begin dit jaar werd het studentenattest ingevoerd, ontwikkeld door de app Dibbs in samenwerking met Itsme, Doccle, Federgon en Athumi. Dit digitale attest laat werkgevers snel opleidingsgegevens verifiëren, zonder dat studenten telkens documenten moeten indienen. De gegevens worden veilig opgeslagen in een digitale kluis van Athumi. Dit initiatief stimuleert het gebruik van datakluizen en kan uitbreiden naar andere sectoren en werkzoekenden, met mogelijke samenwerkingen met VDAB en RSZ.
(Bron: De Tijd)
(Foto: Pexels: Karolina Grabowska)
Duurzaamheid speelt een steeds grotere rol in bedrijven, vooral nu de CSRD-regels (Corporate Sustainability Reporting Directive) gedetailleerde rapportage van duurzaamheid opdringen. Drie bedrijven die zich hier proactief op hebben voorbereid, zijn What’s Cooking, LCL Data Centers en Elia Group. Alle drie mogen ze zichzelf laureaat noemen van de Belgian Awards for Sustainability Reports, georganiseerd door het Instituut van de Bedrijfsrevisoren.
Toen What’s Cooking, het voormalige Ter Beke, de Belgian Award for Sustainability Reports won in de categorie beursgenoteerde bedrijven, was dat voor CFO Yves Regniers een aangename verrassing. “Het kwam vrij onverwacht, vooral omdat we rapporteerden over een turbulent jaar”, vertelt Yves. “We waren een grote afdeling aan het afstoten, hadden een aantal nieuwe acquisities op de planning staan en waren nog niet zo lang bezig met duurzaamheidsrapportages.”
Het bedrijf begon met het opstellen van duurzaamheidsrapporten omdat het een verplichting is, maar al snel bleek het een strategisch voordeel te bieden: “Als beursgenoteerd bedrijf in de Benelux moesten we sneller voldoen aan de CSRD-regels dan onze concurrenten. En dat was een kans om ons als duurzame organisatie in de markt te zetten.”
De focus op duurzaamheid zit niet alleen in rapporten, maar is ook een belangrijk onderdeel van de bedrijfsstrategie volgens Yves. “Elke medewerker, van ingenieur tot inkoper, van productontwikkelaar tot productieme -
Steve De Craene tekst: peter ooms /
dewerker, kan bijdragen aan de duurzaamheidsdoelen. Daarnaast heeft ook de financiële afdeling een belangrijke verantwoordelijkheid.” Yves ziet de financiële afdeling als een interne dienstverlener: “Door duurzaamheidsdata te verzamelen op dezelfde manier als financiële data, krijgt de consistentie en betrouwbaarheid in het bedrijf een boost. In plaats van verschillende operationele afdelingen die ieder hun eigen duurzaamheidsdata verzamelen, zorgt de centrale financiële afdeling ervoor dat alles op één lijn ligt.”
ONDERDEEL
Bij LCL Data Centers staat duurzaamheid hoog op de agenda. CFO Steve De Craene is ervan overtuigd dat hun bedrijf niet alleen moet voldoen aan de CSRD-regels, maar deze ook als een kans moet zien om voorop te lopen en zich te onderscheiden. Al sinds 2023 publiceert het bedrijf een duurzaamheidsverslag dat geïnspireerd is op de CSRD-regels, terwijl het eigenlijk pas vanaf 2026 verplicht is.
LCL besloot duurzaamheid niet los te koppelen van hun bredere strategie: “We hebben één strategy map waar we zowel financiële als klimaatdoelstellingen samenbrengen. Duurzaamheid is geïntegreerd in alles wat we doen. Dat maakt het gemakkelijker om te monitoren en aan te sturen”, zegt Steve.
Het bedrijf heeft ambitieuze doelen voor de toekomst, waaronder een reductie van 90 procent in CO2 -uitstoot tegen 2030 vergeleken met 2020. LCL heeft al 30 miljoen euro gereserveerd voor groene investeringen. Ze hopen dat bedrag tegen 2030 te verdubbelen.
Namen deel aan dit gesprek: Yves Regniers, CFO What’s Cooking
Steve De Craene, CFO, LCL Data Centers
Stéphanie Luyten, Head of Investor Relations, Elia Group
Lieve Kerckhof, Group Head Accounting & Tax, Elia Group
‘Het opstellen van een duurzaamheidsrapport vraagt een aanzienlijke inspanning’
Ook Elia Group heeft duurzaamheid diep verankerd in haar strategie en publiceerde in 2023 voor het eerst een volledig geïntegreerd jaarverslag, waarin strategische, financiële en duurzaamheidsaspecten samenkomen. “Voorheen brachten we een apart duurzaamheidsrapport uit, maar de complete integratie was de volgende logische stap”, zegt Stéphanie Luyten, Head of Investor Relations bij Elia Group.
De organisatie ziet zichzelf als een sleutelfiguur in de energietransitie en wil haar stakeholders een zo transparant mogelijk beeld geven van de inspanningen rond betaalbare en klimaatneutrale energiesystemen. Hun duurzaamheidsprogramma ActNow verankert duurzaamheid in de bedrijfsstrategie en alle activiteiten, met een focus op klimaat, milieu, sociale aspecten, gezondheid en governance.
De volledige dataverzameling en de opmaak van het duurzaamheidsrapport is een collectieve inspanning van verschillende multidisciplinaire teams in België en Duitsland. “De afdeling Investor Relations coördineert het geïntegreerde rapport, maar de echte dataverzameling gebeurt door de accountingafdeling en managers gespecialiseerd in CSRD en niet-financiële rapportage”, legt Stéphanie uit.
INVESTEREN IN DUURZAAMHEID
Alle drie de bedrijven hebben stevige doelen voor de toekomst. What's Cooking kijkt kritisch naar hun waterverbruik, energieverbruik en CO2 -uitstoot, terwijl LCL inzet op de verduurzaming van hun datacenters, met investeringen in zonnepanelen en energie-efficiëntie. Elia Group heeft vergelijkbare ambities, met een sterke focus op klimaatneutrale energiesystemen en de (betaalbaarheid van de) energietransitie. Maar wat hen alle drie onderscheidt, is de manier waarop ze duurzaamheid centraal hebben gesteld in hun langetermijnstrategie.
De grote uitdaging volgens Yves van What’s Cooking is de administratie rondom duurzaamheid die soms overweldigend kan zijn. Er komt een hoop papierwerk bij kijken. Daarnaast zijn de regels soms erg gedetailleerd en zorgen ze voor veel onnodige administratieve lasten. Dat leidt niet altijd tot echte verbeteringen. Yves hoopt dat de regels in de toekomst worden vereenvoudigd zodat bedrijven zich meer kunnen concentreren op het verbeteren van hun impact.
Steve De Craene van LCL beaamt dat de workload voor de afdelingen die betrokken zijn bij duurzaamheidsrapportage bij de start erg hoog is. “Het opstellen van een duurzaamheidsrapport volgens de CSRD-regels vraagt veel tijd en moeite. We schatten dat we zo’n 25 procent van onze tijd hieraan besteden. Maar nu we het framework en de procedures hebben uitgewerkt, zullen die inspanningen in de toekomst ongetwijfeld afnemen”, zegt Steve.
Lieve Kerckhof, Group Head Accounting & Tax bij Elia Group zet de voordelen en uitdagingen van de implementatie van CSRD-regelgeving tegenover elkaar. “De standaardisatie zorgt enerzijds voor meer transparantie naar stakeholders toe en maakt een betere vergelijking tussen bedrijven mogelijk, maar tegelijkertijd moet je als bedrijf meer dan 1.000 datapunten verzamelen en laten auditeren.” Een bijkomende moeilijkheid is dat de ESRS-standaarden niet altijd even duidelijk zijn. “De uitdaging is om de lezer niet te verliezen in een overvloed aan informatie en de gegevens helder en beknopt te presenteren.”
‘Ik beschouw finance als de interne dienstverlener op vlak van duurzaamheidsrapportage’
Yves Regniers
Yves heeft een optimistische visie voor de toekomst: “We zijn net begonnen met het integreren van duurzaamheid in al onze processen. Naarmate we meer leren en ervaring opdoen, zullen we beter in staat zijn om nog meer impact te maken. De focus ligt niet alleen op het voldoen aan regels, maar op het verbeteren van de wereld om ons heen.”
Ook Elia Group blijft haar duurzaamheidsstrategie verder verfijnen, met de volledige implementatie van de CSRD-richtlijnen vanaf het jaarverslag 2024. “Bovendien blijven we nauwlettend volgen welke duurzaamheidsthema’s het relevantst zijn om zo duurzaamheid dieper te verankeren in de bedrijfsvoering”, voegt Stéphanie toe.
Ook bij LCL is het vertrouwen groot. Steve: “Met onze langetermijninvesteringen in duurzaamheid en energie-efficiëntie verwachten we niet alleen dat we de regels zullen halen, maar ook dat we een significante bijdrage kunnen leveren aan het verminderen van de CO2 -uitstoot in de datacentersector.”
What's Cooking, LCL Data Centers en Elia Group bewijzen dat duurzaamheid veel meer kan zijn dan een verplichting. Het kan een strategisch voordeel opleveren en een manier zijn om je te onderscheiden. Duurzaamheid is voor deze bedrijven geen extra taak, maar een integraal onderdeel van hun bedrijfsstrategie. De verschuiving naar een duurzamer bedrijfsmodel is niet altijd gemakkelijk, maar de voordelen zijn duidelijk: lagere kosten, betere marktpositie en een sterke reputatie.
Yves legt uit dat de voordelen van duurzaamheid verder reiken dan alleen het behalen van de CSRD-doelen: “Duurzaamheid biedt ons niet alleen een manier om te voldoen aan de regels, het helpt ons ook om een sterke positie in de markt te creëren. Onze focus op duurzaamheid stelt ons in staat om als betrouwbare partner gezien te worden en ons te onderscheiden van de concurrentie.” ¶
THOMAS LAUREYS
VLAAMSE FEDERATIE VAN BELEGGERS
MEER COLUMNS OP WWW.HRMAGAZINE.BE
Veel bedrijven en financiële afdelingen vragen zich af hoe ze beleggers kunnen binnenhalen en tevreden houden. Dit zijn de belangrijkste do’s en don’ ts.
Laten we beginnen met de don’ts. Heel wat bedrijven proberen net iets te hard om beleggers te verleiden en te plezieren. Daarbij proberen ze zoveel mogelijk uit te stralen wat op dat moment hip en populair is.
Zowat elk bedrijf wil momenteel bijvoorbeeld op de AI-trein springen. In interviews wordt hier groots mee uitgepakt. Des te groter de ontgoocheling onder beleggers als men niet verder komt dan: ‘Wij doen iets met AI’. Het wordt pas echt pijnlijk als je vervolgens een PowerPoint moet uitzitten waarin de modewoorden van elke slide afdruipen. Dat mist zijn effect helemaal als niemand erin slaagt de beamer aan de praat te krijgen, laat staan op F5 te drukken.
Volgende poging? Laten we op de duurzaamheidstrein springen. Ook hier vallen bedrijven wel eens door de mand. Dat glossy magazine over de ‘unieke’ duurzaamheidsstrategie van het bedrijf is nooit ver weg. Denk daarbij aan de obligate foto’s van windmolens, stekkerwagens en werknemers die gezellig samen bomen planten of afval opruimen. ‘Oh, maar we zetten ook in op diversiteit.’ Dat komt als een boemerang terug als de enige kleur in het bedrijf de vijftig tinten grijs van het management zijn.
Overschakelen naar het unieke ‘bedrijfsmodel’ dan maar? Negeer daarbij de eindeloze concurrenten die vechten om een deel van de koek in de sector. En dan komt de tenenkrommende rondleiding op de
werkvloer. ‘Zo voel je de unieke cultuur.’
Lees: een duf landschapskantoor in een grauw industriepark. Of net een werkplek die te hard hip en jong probeert te zijn. ‘Even brainstormen aan de kickertafel met een pumpkin spice latte?’
Cringe en absoluut plastic zouden jonge beleggers daarop zeggen. Wat zijn dan de do’s om beleggers aan te trekken en te behouden? Transparantie en goede communicatie zijn essentieel. Bij beleggen komt de waarheid altijd vroeg of laat bovendrijven. Of de cijfers en het nieuws nu goed of slecht zijn, beleggers willen ze zo snel en duidelijk mogelijk horen. Ze willen wel op langetermijndenken en een tijdelijke dip aanvaarden, maar dat vereist een eerlijke dialoog.
Ook een gezonde langetermijnvisie is belangrijk, veel meer dan de hype van de dag. Beleggers eisen niet constant verbluffende ideeën, megalomane overnames of torenhoge doelen. Veel liever zien ze een betrokken managementteam dat aan de hand van een heldere strategie realistische langetermijndoelen nastreeft en sterke financiële resultaten kan voorleggen. Niet woorden, maar daden en cijfers geven de doorslag.
Ook wat betreft duurzaamheid zien beleggers liever daden dan woorden.
Wil je als bedrijf dus beleggers aantrekken en behouden? Doe dit dan niet door hen te vertellen wat je denkt dat ze willen horen.
Zeker niet als je dat niet kan waarmaken.
Ga in de eerste plaats voor een eerlijke dialoog en een realistische strategie die aandeelhouderswaarde oplevert. ¶
‘Niet woorden, maar daden en cijfers geven de doorslag’
Bedrijven en financiële afdelingen krijgen steeds meer te maken met duurzaamheid en de bijbehorende rapportering. We gingen daarom in gesprek met Jasper Vekeman over het hoe, wat en waarom van duurzaam beleggen. “Verduurzaming hoeft geen last te zijn, het levert net kansen op.”
Als medeoprichter van de Duurzaam Beleggen Academy en coauteur van het boek ‘Duurzaam Beleggen’ is Jasper Vekeman de geknipte gids in de wereld van duurzaamheid en duurzaam beleggen. Maar wat is duurzaam beleggen nu net? “In een notendop komt het erop neer dat duurzame beleggers, bij het nemen van financiële beslissingen, verder kijken dan enkel de financiële cijfers. Ze houden ook rekening met de impact van hun belegging op vlak van onder meer milieu en maatschappij.” Het financiële aspect blijft belangrijk, maar er wordt een laagje duurzaamheid overgegoten. Jasper Vekeman corrigeert vervolgens enkele veelvoorkomende misverstanden. “Duurzaam beleggen biedt geen garantie op een hoger rendement; dat was een argument dat je vroeger wel vaak hoorde. Overigens gaat het om meer dan enkel beleggingen in duurzame energie. In principe kan je binnen elke sector duurzaam beleggen.” Bovendien bestaan er verschillende strategieën om duurzaam te beleggen. “Elke belegger en elk bedrijf kan er dus een eigen invulling aan geven.”
PROXY VOOR RISICOPROFIEL
tekst: thomas laureys ID
kaart te brengen. Zeker pensioenfondsen die op de zeer lange termijn beleggen, hebben die evolutie getrokken.” Hij wijst daarbij op het risico van zogenaamde ‘stranded assets’. “Bedrijven hebben vaak activa in de boeken staan die, onder meer door de klimaatverandering, in de toekomst waarde kunnen verliezen of zelfs waardeloos kunnen worden.” Daarbij geeft hij het voorbeeld van oude gebouwen die niet te verduurzamen zijn. “Wat zijn die in de toekomst nog waard? Ook oude energie infrastructuur, zoals gasnetten, kunnen waarde verliezen, bijvoorbeeld bij een omschakeling naar lokale warmtenetten.”
In de tweede plaats leidde de toenemende urgentie op vlak van klimaat en biodiversiteit tot meer overheidsinitiatieven en regelgeving. “De Europese regelgeving wil duurzaamheid transparanter maken en de financiële stromen richting verduurzaming sturen.” Ten derde wijst hij op het feit dat veel beleggers hun financiële beslissingen meer in lijn willen brengen met hun persoonlijke waarden. “Ook steeds meer bedrijven werken een duurzaamheidsbeleid uit dat aansluit bij hun bedrijfswaarden.”
Zijn er nog andere voordelen voor bedrijven? “Zeker. Zo lopen bedrijven die mee zijn op vlak van duurzaamheid minder risico op reputatieschade door schandalen.”
De afgelopen decennia zijn beleggers steeds meer belang gaan hechten aan duurzaamheidscriteria. Jasper Vekeman ziet daar drie verklaringen voor. “In de eerste plaats is het een extra manier om het risicoprofiel van bedrijven in
Bovendien profiteren ze van een lagere financieringskost. “Banken houden meer en meer rekening met duurzaamheidskenmerken bij hun risicoanalyses. Bedrijven die hier goed op scoren kunnen goedkoper lenen. Dit zal in de toekomst enkel toenemen.” Bovendien kan een goed duurzaamheidsbeleid een sterk marketingverhaal zijn. “Bedrijven die hier effectief inspanningen voor doen, kunnen dit als een verkoopargument uitspelen. Want onderzoek toont duidelijk aan dat consumenten steeds meer belang hechten aan duurzaamheid.”
Jasper Vekeman
— FUNCTIE
Co-founder Duurzaam Beleggen Academy en freelance financieel journalist en hoofdredacteur bij de Vlaamse Federatie van Beleggers (VFB)
::
→ Freelance financieel journalist en hoofdredacteur bij de Vlaamse Federatie van Beleggers (VFB)
→ Werkte eerder voor De Tijd en Trends
→ Richtte samen met Siem de Ruijter de Duurzaam Beleggen Academy op, waarmee ze inzetten op onderwijs over duurzaam beleggen
→ Samen schreven zij ook het boek ‘Duurzaam beleggen: laat je geld renderen voor jezelf en de wereld.’
Wat met de kritiek op duurzaam beleggen? Volgens critici gaat het vooral om manieren om zich duurzaam voor te doen, het zogenaamde ‘greenwashing’. “Dat blijft zeker een probleem. Door een aantal grote schandalen, zoals het emissieschandaal bij Volkswagen, zijn bedrijven hier wel voorzichtiger in geworden. Ook de toenemende regelgeving helpt de ergste uitwassen tegen te gaan. Natuurlijk lost dit niet alles op, maar beleggers en regelgevers zijn steeds waakzamer.” Anderzijds zijn er meer subtiele vormen van greenwashing. “Duizenden beleggingsfondsen
‘Duurzame beleggers kijken verder dan de financiële cijfers’
claimen duurzaam te zijn, maar er bestaan grote onderlinge verschillen. In een wereld van fifty shades of green, zie je vooral veel lichtgroen.”
Veel bedrijven klagen dan weer dat de duurzaamheidsrapportering te veel tijd en middelen kost en te complex is. “Bedrijven moeten proberen dit niet enkel als een last te zien, maar juist als een kans. Zie het als een strategische oefening waarbij je nagaat of je bedrijf futureproof is. Verduurzaming gaat niet meer weg, het zal enkel belangrijker worden. Bedrijven moeten klaar zijn voor een meer duurzame toekomst.”
Jasper Vekeman maakt daarbij de vergelijking met de klassieke financiële rapportering. “Vroeger bestonden er ook geen standaarden voor. Die zijn over decennia heen geëvolueerd. Nu is het vanzelfsprekend dat bedrijven op een gereguleerde, betrouwbare manier moeten rapporteren.” Hij meent dat dit bij duurzaamheidsrapporteringen ook zo zal evolueren. “Zie duurzaamheid als een proces in volle evolutie. Het zal steeds meer standaardiseren, tot het een evidentie is. Dit wordt als het ware het nieuwe normaal in de bedrijfswereld.” ¶
tekst: enak segers / illustratie: tom vanlaere
Door technologische en maatschappelijke veranderingen is het takenpakket van finance professionals sterk geëvolueerd. Hoe kan je als finance professional relevant blijven en inspelen op de huidige trends? Gemma Rodriguez, Management Consultant bij Robert Walters, licht zes focuspunten toe.
SPECIALISATIE IN NICHESECTOREN
“Organisaties hechten steeds meer waarde aan professionals met specifieke kennis over hun branche”, merkt Gemma op. Terwijl finance professionals vroeger heel cijfergericht rapporteerden, is de data nu meer allesomvattend. Een keuze tussen twee leveranciers, bijvoorbeeld, is niet langer enkel een cijferkwestie, maar er worden ook zaken zoals duurzaamheid, privacy en ethiek in rekening gebracht. Een diepgaande kennis in de sector en in de verschillende departementen is hiervoor noodzakelijk. “Met deze expertise kan je je onderscheiden en zo sneller doorgroeien naar gespecialiseerde rollen binnen de sector”, stelt Gemma.
ESG COMPLIANCE EN DUURZAAMHEID
ESG (Environmental, Social and Governance) maakt tegenwoordig integraal deel uit van de strategie van bedrijven. Met een diepgaande expertise in ESG-rapportages, duurzaamheidsinitiatieven en het integreren van ESG-criteria in bedrijfsstrategieën kan je als finance professional daarom een onmisbare adviseur worden in de boardroom. Dit werd in 2020 versterkt door de invoering van de EU Taxonomy Regulation. Gemma ziet daarom ook de vraag naar nieuwe functies zoals ESG en sustainability controllers toenemen.
➂STRATEGISCH LEIDERSCHAP
“De vraag naar finance professionals met strategische- en leiderschapsvaardigheden blijft groeien”, weet Gemma. Naast het communiceren van de gemaakte beslissingen, fungeert de finance professional als strategische sparringpartner in de strategiebepaling van de verschillende departementen. “Finance is niet langer de enabler, maar een strategische partner”, aldus Gemma. Finance professionals die uitgroeien tot CFO, kunnen zo bij wijze van spreken ook de Chief Strategy Officer worden van het bedrijf.
‘Finance professionals zijn storytellers, geen number freaks’
SOFT SKILLS
“Finance professionals zijn niet meer number freaks, wel storytellers”, vertelt Gemma. Complexe financiële inzichten moeten vertaald worden naar begrijpbare informatie voor niet-financiële stakeholders. Soft skills, zoals goede communicatie, maken dus steeds vaker het verschil. Het is bovendien de rol van finance professionals om de nieuwe duurzaamheidsmindset binnen het bedrijf aan te leren.
Management Consultant
We leven in een tijd waar grote economische, technologische en sociale veranderingen de orde van de dag zijn. COVID-19 is een logisch voorbeeld, maar ook de steeds veranderende regelgevingen, cyberattacks, enzovoort, vormen risico’s. Het is dus noodzakelijk om risico’s goed te managen. Finance professionals leggen zich toe op simulaties van verschillende scenario’s, het opstellen van crisisplannen en het anticiperen op marktveranderingen. 3 D 5 2 A F ➃
bij Robert Walters
VERANDERING- EN RISICOMANAGEMENT
DATA ANALYSE EN AUTOMATISERING
Ten slotte zorgen technologische ontwikkelingen voor drastische veranderingen in het takenpakket van finance professionals. Door de automatisering in boekhoud- en rapportageprocessen, is de focus verschoven naar data-analyse en het omzetten ervan in bruikbare inzichten. “Kennis van tools zoals Power BI, Tableau en ERP-systemen zijn essentieel geworden”, duidt Gemma. Zeker met de sterke opkomst van AI. “Use technology in your favor”.
Met de elektrificatie van de bedrijfswagens is de kostprijs flink gestegen, maar toch blijft koning auto heel populair als deel van het salarispakket. Al begint bij de jongere generatie het mobiliteitsbudget aan een doorbraak.
tekst: peter ooms / foto’s: james arthur
—
Van links naar rechts
Gino Van Oost, Hoofd Arbeidsrelaties & Verloningspolitieken, Fluvius
Sara Temmerman, HR Manager, Vandemoortele
Steven Van den Bosch, Fleet and Purchase Manager, DHL
Liene De Bie, Experience Partner, Gumption
Steven Nuyens, Medeoprichter, Blulinc
Steven Van den Bosch: “Bij DHL België hebben we 800 bedrijfswagens en 600 bestelwagens. Vier jaar geleden beslisten we om volledig elektrisch te gaan. Dit jaar vervangen we de laatste brandstofauto’s. Tegen 2030 willen we onze bestelwagens en trucks CO2-neutraal maken, maar regelgeving loopt achter. Elektrische bestelwagens zijn zwaarder (4,2 ton vs. 3,5 ton), waardoor ze vaak niet in zones mogen rijden.”
Liene De Bie: “Bij Gumption - een groep van IT-bedrijven met een bedrijfswagenpark van 500 voertuigenhebben we in 2024 beslist om de elektrificatie van de fleet door te voeren. We hebben hierbij sterk ingezet op change management om de ongerustheid bij de medewerkers weg te nemen.”
Sara Temmerman: “Vandemoortele heeft meer dan 4.000 medewerkers verspreid over verschillende landen, met daarbij grosso modo 400 wagens tegenover 1.150 medewerkers in België. Ook wij stappen dit jaar over van een voornamelijk hybride vloot naar volledig elektrisch.”
Gino Van Oost: “Fluvius is al lang bezig met de elektrificatie van de bedrijfswagens. Als energiedistributiebedrijf zijn we dat aan onszelf verplicht. Zo hebben we beslist om vanaf juli 2023 voor alle nieuwe bestellingen van een bedrijfswagen te opteren voor een elektrisch voertuig. Standaard hanteren we leasecontracten van vijf jaar, zodat de vloot geleidelijk aan steeds meer elektrisch wordt. We zitten nu aan zo’n veertig procent. De invoering van de elektrische wagens ging gepaard met een brede communicatiecampagne om de medewerkers warm te maken voor de overstap.”
Steven Nuyens: “Blulinc biedt laadoplossingen aan. We zijn een zogenaamde charge point operator of CPO en tegelijk bieden we een universele laadpas aan. We willen de laadproblematiek uit handen van bedrijven nemen. Daarvoor hebben we een platform ontwikkeld met eigen toepassingen, een eigen CRM, eigen billing, eigen medewerkers. Intussen baten we een netwerk van 2.200 laadpunten uit in België en zijn er 2.500 van onze laadpassen in omloop. Nu willen we ook de overstap maken naar de Verenigde Staten.”
Sara Temmerman: “Vooral collega’s die veel rijden, zijn bezorgd over laden. Maar het is wat het is. Vandemoortele heeft al heel wat laadpalen geïnstalleerd bij het hoofdkantoor en ook dit jaar investeren we verder.”
Gino Van Oost: “Bij Fluvius krijgen alle medewerkers een laadstation thuis. Bij twintig van onze sites zijn er laadpalen voorzien. Er blijven medewerkers waar thuis laden niet mogelijk is, omdat ze op een appartement wonen bijvoorbeeld. Hoe dan ook beschikt iedereen over een laadpas die ze in binnen- en buitenland mogen gebruiken.”
Steven Van den Bosch: “Er is ook het beleid van de overheid om laadpalen te voorzien in de buurt. Daarbij geldt het principe: paal volgt wagen. Iedereen met een elektrische wagen kan in zijn gemeente een aanvraag indienen om een publieke laadpaal te installeren in de wijk.”
Steven Nuyens: “De situatie op vlak van laadmogelijkheden is al goed en verbetert nog. De doemscenario’s die circuleren op de sociale media raken kant nog wal. Dan had je nog de aangekondigde rampen op het vlak van capaciteitstarief. Het is allemaal erg overtrokken, maar de negatieve verhalen blijven beter hangen dan de positieve.
Op het einde van de rit is thuis laden de eenvoudigste en goedkoopste oplossing. Dat is ook te zien in de cijfers over het gebruik van publieke snelladers. Hun aantal is spectaculair gestegen met 147 procent vorig jaar, maar ze
worden slechts voor 8 procent gebruikt.”
Steven Nuyens: “Logisch ook. De laadproblematiek is een zware financiële oefening. Blulinc speelt daarop in door een huuroplossing aan te bieden. Op die manier kunnen bedrijven heel wat vrije cashflow creëren door niet zelf te investeren of te leasen.”
Liene De Bie: “Toen we begonnen met hybrides, hebben we ook oplaadpunten opgenomen. Dat was een administratieve uitdaging, zeker wanneer mensen verhuisden. Intussen bieden we mobiele laadmodules aan die je in het stopcontact kan steken. Die werken met een laadpas. Dergelijke opladers zijn een tragere oplossing, maar de meeste mensen rijden misschien vijftig of honderd kilometer per dag. Na een nachtje laden is hun batterij weer vol. Als mensen uit dienst gaan, leveren ze die module gewoon samen met de wagen in.”
OVERHEID IS TE TRAAG
Gino Van Oost: “En dan was er nog de problematiek van de verrekening van die oplaadkosten thuis bij de medewerkers. De fiscus bleef lang vasthouden aan het principe dat de werkelijke kosten moesten aangerekend worden. Sinds kort staat die toe dat we als bedrijf een algemeen tarief hanteren gebaseerd op de tabellen van de CREG. Daarmee gaat de fiscus eindelijk akkoord met wat wij als organisatie toch al deden in de praktijk.”
‘De overheid loopt hopeloos achter op de werkelijke situatie. Dat kan eigenlijk niet’
Liene De Bie
‘De overstap naar elektrische auto’s past in onze sustainability strategy’
Sara Temmerman
‘De invoering van elektrische bestelwagens is nog een grote uitdaging’
Steven Van den Bosch
Steven Nuyens: “Dat kon ook niet anders. De fiscus was vergeten dat elke Belg vrij is om een energiecontract aan te gaan. In die overeenkomsten zitten heel wat variaties en iedereen mag zo vaak van leverancier veranderen als hij wil.”
Liene De Bie: “Maar daar houdt het niet op. Want in de praktijk zijn er nog altijd drie verschillende prijzen voor Vlaanderen, Wallonië en Brussel.”
Steven Nuyens: “Ook voor een dienstverlener is het haast onmogelijk om dit op te volgen. Daar hoort echt een gesofisticeerde software bij om die gegevens te capteren. Ik denk dat een oplossing zit in een meetsysteem in de wallbox, of idealiter in de wagen zelf.”
Liene De Bie: “We zijn als bedrijven heel afhankelijk van de wetgeving. En die loopt hopeloos achter op de werkelijke situatie op het terrein.”
Steven Van den Bosch: “Een werkbare oplossing is niet zo eenvoudig. Straks zijn er wagens met bi-directionele batterijen. Die kunnen stroom afgeven. Zo bestaat de mogelijkheid dat personeelsleden hun wagen opladen op het werk en die stroom dan thuis gebruiken voor de wasmachine.”
Laat ons een stapje terugzetten en kijken naar de functie van die bedrijfswagen. Waarom hebben we die?
Steven Van den Bosch: “Het is financieel zeer aantrekkelijk. Niet alleen sparen medewerkers veel geld uit als ze niet zelf een auto moeten kopen. Ze hebben bovendien geen praktische beslommeringen meer zoals onderhoud en herstellingen. Ook het risico zit bij de werkgever, of het leasebedrijf.”
Sara Temmerman: “Het is een heel populair deel van het salarispakket. Maar intussen is de situatie van de
‘Door het mobiliteitsbudget heeft Fluvius straks misschien
wel 300 bedrijfswagens minder’
Gino Van Oost
bedrijfswagens wellicht wel wat scheef gegroeid. Tegelijk stijgt de vraag van jongeren naar het mobiliteitsbudget.”
Gino Van Oost: “Die bedrijfswagen is een mega groot voordeel. Toch is er wel degelijk een verandering bij de jongere generatie. Jonge mensen vinden het helemaal niet vanzelfsprekend om een wagen te nemen. In functie daarvan hebben we bij Fluvius het mobiliteitsbudget ingevoerd. Het resultaat van degene die in 2024 een keuze konden maken is dat 15 procent niet meer voor een auto kiest, bij de nieuwe aanwervingen is dit zelfs 30 procent. Als dit zich verder zet, hebben we op termijn 150 of misschien wel 300 bedrijfswagens minder.”
Liene De Bie: “Bij Gumption kiest amper vijf procent voor het mobiliteitsbudget. Maar de jonge kandidaten zijn hier zeker in geïnteresseerd. Al is het een probleem voor onze starters dat het mobiliteitsbudget maar een vijfde van het brutoloon mag vertegenwoordigen.”
Sara Temmerman: “Fietsen zijn heel populair bij Vandemoortele. Op vandaag kan hierop deels ingetekend worden via het Flex Income Plan (FIP). Hierbij kan je specifiek de eindejaarspremie deels omzetten naar onder ander een fietslease. Onze arbeiders kunnen fietsen leasen via loonruil.”
Wie beslist er over die bedrijfswagens, mobiliteitsplannen enzovoort? Hr of finance?
Gino Van Oost: “Bij ons is dat voor de leasewagens van onze kaderleden altijd hr geweest omdat het bekeken wordt als een onderdeel van het salarispakket.”
Sara Temmerman: “Bij ons ook. Het budget is het gevolg van een hr-benchmarking. Daarbij is er wel samenwerking met andere departementen.”
Steven Van den Bosch: “Bij ons komt het neer op een overleg tussen hr, de financieel directeur, de general manager en fleet om de mogelijkheden te bespreken.”
Elektrische wagens en laadinfrastructuur zijn veel duurder. Hoe past dat in het budget?
Steven Van den Bosch: “Bij DHL Express heeft dat een verhoging van het budget van meer dan 25 procent veroorzaakt.”
Liene De Bie: “Toen we begonnen met de overschakeling naar de elektrische wagens hebben we een grote bulkorder kunnen plaatsen. De kosten zijn onder controle gebleven, maar het is wel enkele procenten duurder geworden.”
Gino Van Oost: “Wij hadden vooraf ook uitgerekend dat het duurder zou worden om op termijn weer af te vlakken of te dalen. Dat toont zich ook zo en we volgen dat nauwgezet op.” ¶
In België hebben ongeveer 100.000 mensen een vorm van autisme. Meer dan 80 procent van hen is momenteel werkloos, terwijl ze wel willen én kunnen werken. Een pijnlijke vaststelling, zeker als je weet dat ze vaak de perfecte kandidaten zijn voor jobs die bedrijven vandaag moeilijk ingevuld kunnen houden. Autimatic pakt het probleem aan en overbrugt de kloof tussen autisme en de werkvloer.
DURF ANDERS DENKEN
Geert Pauwels, CEO en Founder van Autimatic, vertelt over zijn persoonlijke drijfveer om Autimatic op te richten: “Ik heb een zoon met autisme en door de jaren heen vroeg ik me regelmatig af of hij ooit een kans zou krijgen op de arbeidsmarkt. Tegelijkertijd zag ik dat hij heel goed werk kon leveren, als de omstandigheden juist waren. Met die gedachte richtte ik in 2019 Autimatic op. Om de krijtlijnen van mijn strategie uit te tekenen, hield ik een enquête onder ongeveer 500 mensen met autisme om te kijken wat voor hen struikelblokken zijn.
De resultaten? De klassieke sollicitatieprocedure werkt voor velen niet. Mensen met een vorm van autisme kunnen zich moeilijk verkopen tijdens een sollicitatiegesprek. Daarnaast spelen ook andere factoren een rol: woon-werkverkeer kan stressvol zijn, sociale interacties op de werkvloer kunnen moeilijk liggen, de veelheid aan prikkels is allesbehalve ideaal en fulltime werken is niet altijd haalbaar omdat het voor hen lastig kan zijn om gebeurtenissen van de werkdag los te laten.”
Autimatic draaide dus de logica om en ging op zoek naar een andere manier van aanwerven en werken: “We hebben een model gecreëerd waarin de noden die uit de enquête kwamen centraal staan,” legt Geert uit. “We gaan op zoek naar bedrijven die ervoor openstaan om onze me -
dewerkers een kans te geven en zoeken vervolgens naar taken die aansluiten bij hun kwaliteiten. Dat kan in finance, hr, marketing of logistiek zijn – veel verder dan alleen IT, zoals vaak gedacht wordt.” En het werkt. Grote bedrijven zoals KPMG, Randstad, Deloitte en SD Worx maken al gebruik van de expertise van Autimatic.
Bedrijven zijn vaak terughoudend om mensen met autisme aan te nemen. “Er is veel drempelvrees” verduidelijkt Geert. “Heel veel organisaties zijn al bezig met diversiteit en hebben bijvoorbeeld stappen ondernomen rond gendergelijkheid. Waar dit soort zaken vraagt om een mindshift, vraagt neurodivergentie om de nodige kennis. Bedrijven weten niet goed wat ze kunnen verwachten of hoe ze ermee moeten omgaan. Bij Autimatic begeleiden en ondersteunen we hen stap voor stap.”
“We helpen hen bepalen welke taken geschikt zijn en zorgen voor een buddy op de werkvloer”, legt Geert uit. “Dat is iemand binnen het bedrijf die openstaat om onze medewerker te ondersteunen. Het spectrum is bovendien zodanig breed dat je een werkwijze niet kan generaliseren voor iedereen, onze coaches proberen voor de buddy daarom zo goed mogelijk te vertalen wat de specifieke medewerker nodig heeft. Vaak zien we dat, eens een bedrijf de stap zet, ze snel bijkomende profielen vragen.”
“Ook als medewerker reken je op coaching op maat”, vult Yves aan. Hij ging via Autimatic aan de slag bij VGD. “Elke medewerker heeft twee coaches: een voor technische ondersteuning en een voor emotionele en persoonlijke begeleiding. Als ik ergens moeilijkheden ervaar, kan ik altijd terecht bij iemand. Dat maakt een gigantisch verschil.”
‘80% van de mensen met autisme is werkloos’
Geert Pauwels
Geert Pauwels
— FUNCTIE
CEO en Founder Autimatic
Voor Yves was de kennismaking met Autimatic een openbaring. “Ik kwam bij hen terecht via GTB, een tak van VDAB die mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt helpt. Autimatic had een vacature die perfect aansloot bij mijn profiel en het kennismakingsproces verliep heel anders dan een klassiek sollicitatiegesprek. Ik maakte kennis met Geert en werd goed ondersteund tijdens de kennismaking met de klant waarvoor ik in opdracht van Autimatic zou gaan werken. Geert haalde me zelfs op van het station. Ik had hiervoor al een aantal ‘traditionele’ sollicitatiegesprekken gevoerd en bij andere bedrijven gewerkt waardoor deze manier van werken voor mij echt een verademing was.”
‘De manier van werken die Autimatic hanteert, is voor mij een unicum’
Yves Peraux
Yves Peraux
FUNCTIE
Administratief medewerker
bij Autimatic
Ook tijdens hun verdere loopbaan wordt gekeken naar de noden van de medewerkers. “Als een takenpakket te flexibel wordt, heb ik moeite om daarmee om te gaan”, geeft Yves aan. “Bij Autimatic kan ik rekenen op mijn coach om wijzigingen te staven en me te helpen deze te plaatsen. Daarnaast is het voor mij enorm aangenaam dat ik van thuis kan werken. Ik werk nu 35 uur per week en dat gaat goed. Mijn werk bij VGD bestaat uit assistentie binnen het zogenaamde KYC (Know Your Customer) / CAP (Client Acceptance Procedure). Het gaat over het controleren van klantgegevens binnen de antiwitwaswetgeving. Bedrijven binnen accountancy zijn verplicht dit te doen, maar kunnen hier intern vaak niet de juiste resources voor vrijmaken. Daar kan ik het verschil maken omdat dit nauwkeurigheid en focus vraagt, en dat is fijn.”
Veel bedrijven kampen met moeilijk in te vullen functies. Autimatic helpt hen die puzzel op te lossen. “Onze mensen zijn misschien minder communicatief of flexibel, maar ze hebben ongetwijfeld andere troeven”, zegt Geert. “Ze zijn gefocust, accuraat, loyaal en houden hun job langer vol dan veel neurotypische medewerkers. Dat is een gigantische meerwaarde, zeker voor taken waar precisie en concentratie belangrijk zijn.”
“Bedrijven denken vaak dat autisme en werk een moeilijke combinatie is, maar als je de juiste omstandigheden creëert, krijg je werknemers die uitblinken in wat ze doen. Op dit moment hebben we 45 medewerkers in dienst, maar er staan er nog 600 op onze wachtlijst. We willen die groep zo snel mogelijk verkleinen en daarvoor zijn we continu op zoek naar bedrijven die hen een kans willen geven door met ons in een proefproject te stappen.”
“Gewoon proberen”, zegt Geert met een glimlach. “Wij begeleiden alles, bedrijven nemen geen risico en betalen enkel de gepresteerde uren. Coaching en ondersteuning zijn volledig inbegrepen.”
“De impact voor mensen met autisme? Die is onbetaalbaar”, sluit Yves af. ¶
DeepSeek heeft de hele tech wereld wakker geschud. Het model is even krachtig als OpenAI o1, energieefficiënt en je kan het gratis gebruiken. Peter Depypere, data science & analysis partner bij data consultancybedrijf element61, legt het uit.
tekst: enak segers
IS DEEPSEEK EEN GAMECHANGER VOOR AI-TOEPASSINGEN?
“Voor AI-toepassingen gericht op procesoptimalisatie valt dit mee”, stelt Peter. Hoewel het krachtige DeepSeek-model makkelijk op te zetten is, blijft de integratie complex. Het model moet schaalbaar, veilig en afgestemd zijn op bedrijfsprocessen. “Het model is maar een kleine kost vergeleken met de integratie”, duidt Peter.
Bovendien verlaagt de efficiëntie van DeepSeek de totale kost niet significant. Hoewel serverkosten dalen, maken bedrijven doorgaans gebruik van API-calls, waarbij het model op servers van grote techspelers draait.
BEDRIJVEN WETEN WELKE TOEPASSINGEN IMPACT HEBBEN
Hoewel AI-integratie complex blijft, nemen geavanceerde modellen deels het denkproces over. Bedrijven weten snel of een AI-applicatie aan hun verwachtingen voldoet. Dit verandert de werkwijze voor consultancybedrijven: langdurige projecten maken plaats voor miniprojecten. “Binnen enkele dagen weten we welke projecten impact hebben.”
‘Een bedrijf moet starten vanuit het probleem dat ze willen oplossen, niet vanuit de technologie’
Peter merkt een hype rond generatieve AI. “Iedereen wil meedoen, maar niet elk initiatief leidt tot oplossingen”, waarschuwt hij. Bedrijven moeten starten vanuit een probleem, niet vanuit de technologie.
“Recent las ik dat crypto en AI samen evenveel energie verbruiken als Japan”, zegt Peter. De doorbraak van DeepSeek is volgens hem goed nieuws. Door de energie-efficiënte aanpak bewijst DeepSeek dat meer rekenkracht niet noodzakelijk een krachtiger model betekent. Met ESG-verplichtingen verwacht Peter meer rapportage over AI-gebruik. “Bedrijven zullen moeten aantonen dat AI op een verantwoordelijke en ecologische manier wordt toegepast”, besluit hij. ¶
‘Durf de pauzeknop indrukken’
Inge Declercq
Foto: Carmen De Vos
De grens tussen privé- en beroepsleven is nog nooit zo fragiel geweest. Volgens neurologe en slaapexpert Inge Declercq kunnen we steeds moeilijker deconnecteren waardoor ons brein in overdrive raakt. Met moeheid, gezondheidsen slaapproblemen tot gevolg. Declercq pleit daarom voor regelmatig en gezond ontkoppelen, zowel op vlak van werk als privé.
Tijdens de week zit onze agenda overvol en verlangen we naar rust en vakantie. Zodra we vrije tijd hebben, voelen we de nood om die optimaal te benutten. Je vervelen en niets doen heeft nochtans een positief effect op het brein
Neurologisch gezien, lijkt verveling niet zo’n fijn gevoel. Je dopaminelevel gaat omlaag waardoor je minder motivatie krijgt en je moe voelt. Wanneer je het hypergecontroleerd denken echter loslaat, kan dat je creativiteit boosten en helpen negatieve gevoelens los te laten.
Op de moderne arbeidsmarkt wordt duurzaamheid steeds belangrijker. Bedrijven en overheden zetten zich in voor milieuvriendelijke oplossingen en verwachten hetzelfde van hun werknemers. Neil Yeoh, oprichter en CEO van OnePointFive, benadrukt dat we natuurlijke hulpbronnen sneller verbruiken dan de aarde kan aanvullen. Dit creëert een groeiende behoefte aan professionals die begrijpen hoe duurzaamheid in bedrijfsstrategieën kan worden geïntegreerd.
GROENE VAARDIGHEDEN VERHOGEN JE KANSEN OP WERK
De vraag naar groene vaardigheden neemt wereldwijd toe. Volgens het LinkedIn Green Skills Report vergroot het toevoegen van slechts één groene vaardigheid aan je profiel je kans op een baan met 50% wereldwijd. Dit geldt niet alleen voor beroepen in de milieusector, maar ook voor functies in financiën, technologie en zelfs marketing.
Maar wat zijn groene vaardigheden precies? Dit kunnen technische competenties zijn, zoals broeikasgas- en koolstofboekhouding, duurzaam energiebeheer, circulaire economie en milieuwetgeving.
Ondanks de toenemende vraag lopen veel academische instellingen achter op het gebied van duurzame scholing. Traditionele opleidingen bieden vaak geen praktijkgerichte training als het gaat over klimaatbewuste strategieën en milieubeheer.
Om dit tekort op te vangen, pleit Yeoh voor een nieuwe manier van leren, waarbij voortdurende bijscholing centraal staat. Door online cursussen, praktijkstages en certificeringen kunnen professionals zich beter
Het welzijnsniveau van de Belgische bevolking heeft het laagste punt bereikt in bijna twintig jaar. De grootste redenen hiervoor zijn de algemene gezondheidstoestand die achteruitgaat en het sociaal contact dat afneemt.
DE WELZIJNSINDICATOR
Het Federaal Planbureau, dat jaarlijks de indicatoren voor duurzame ontwikkeling evalueert, signaleert deze neerwaartse trend al enkele jaren. Zo werd in 2022 al gemeld dat het gemiddelde welzijn van de Belgen bijna het laagste peil sinds 2005 bereikte.
Het is belangrijk op te merken dat deze daling al werd waargenomen vóór de COVID-19-pandemie. In 2019 meldde het Planbureau al een afname van het welzijn, voornamelijk door een verslechtering van de algemene gezondheid en vermindering van sociale contacten.
Deze cijfers benadrukken de noodzaak voor beleidsmakers om aandacht te besteden aan gezondheidszorg en het bevorderen van sociale interactie om het welzijn van de bevolking te verbeteren.
(Bron: De Tijd)
Wat gebeurt er als hr en finance niet tegenover elkaar staan, maar zij aan zij samenwerken? Bij Savaco, pionier in digitale transformatie sinds 1991, zijn deze domeinen onlosmakelijk verbonden. HR-Director Tom Deloose en COO Louis Sabbe vertellen hoe hun gedeelde visie op groei, duurzaamheid en transparantie de motor achter het succes is. “Een sterke bedrijfscultuur is even belangrijk als gezonde cijfers. Sterker nog, het is de fundering waarop gezonde cijfers worden gebouwd”, klinkt het.
Savaco begon ruim 30 jaar geleden als het ambitieuze project van twee vrienden en groeide uit tot een vaste waarde in de IT-sector. Met meer dan 320 medewerkers – verspreid over meerdere kantoren in Vlaanderen en een gestaag groeiende afdeling in India – combineert het bedrijf innovatie met een sterke focus op mensen. Deze balans wordt gedragen door de nauwe samenwerking tussen hr en finance.
Tom, hoe ben jij bij Savaco terechtgekomen?
Tom: “Ik ben sinds september 2024 HR Director, maar ik kende Savaco al goed vanuit mijn tijd als HR-consultant hier. Die rol was boeiend, maar op een bepaald moment voelde ik de behoefte om verder te gaan. Ik wilde deel uitmaken van het volledige proces: strategie, uitvoering én impact. Bij Savaco voel ik die betrokkenheid in alles wat ik doe.”
Louis, jouw connectie met Savaco gaat verder dan je huidige functie. Vertel?
Louis: “Klopt, Savaco is opgericht door mijn vader Carl en zijn studievriend Rik Vandemoortele. Het was echter geen vanzelfsprekendheid om hier te starten. Ik ben in 2016 be-
gonnen als business developer en ben doorgegroeid tot COO. In die rol stuur ik finance, IT en verschillende bedrijfsprocessen aan. Het is een brede functie die, gezien onze groei, op termijn opgesplitst zal worden. Maar juist die breedte maakt het boeiend: ik sta aan de voorlinie van veranderingen en hou van de energie die dat met zich meebrengt.”
Jullie hebben verschillende verantwoordelijkheden: hoe vaak zitten jullie samen?
Louis: “Heel vaak. We maken allebei deel uit van het executive committee, samen met de CEO en CTO, en binnenkort ook de CCO – een nieuwe rol. Maandelijks overleggen we strategisch, maar daarnaast hebben Tom en ik veel tussentijds contact. Soms moet er snel geschakeld worden en dan wachten we niet tot het maandelijkse overleg.”
Tom: “Precies. In een snelgroeiend bedrijf als Savaco kun je niet alles op een vast ritme afhandelen. We stemmen regelmatig operationele zaken af en dat werkt goed omdat we allebei vanuit dezelfde overkoepelende bedrijfsstrategie denken.”
Jullie hebben elk een andere focus. Hoe zorgen jullie ervoor dat die elkaar aanvullen?
Louis: “Als eindverantwoordelijke voor de financiën is mijn eerste focus natuurlijk om Savaco financieel gezond te houden. Maar bij ons zijn mensen minstens even belangrijk. Wij focussen op medewerkers met wie we een langetermijnrelatie kunnen opbouwen. Mensen die uit zijn op snel financieel gewin, vinden ooit in de markt toch een werkgever die meer wil betalen en dan vertrekken ze sowieso. Onze aanpak gaat daarom verder dan salaris alleen. Mensen die écht bij ons passen, zorgen niet alleen voor een sterke cultuur, maar ook voor gezonde cijfers. Het één kan niet zonder het ander.” tekst:
ID
Tom Deloose —
FUNCTIE
HR Director (foto links)
ID
Louis Sabbe
— FUNCTIE
COO Louis Sabbe
‘Medewerkers die zich gehoord en gesteund voelen, geven het bedrijf vleugels’
Tom Deloose
Tom: “Helemaal mee eens. Daarom zijn we ook kritisch in onze selectie. Zelfs in een krappe arbeidsmarkt nemen we niet zomaar iedereen aan. We zoeken naar mensen die passen bij onze cultuur en visie. Natuurlijk bieden we mooie lonen en extralegale voordelen, maar als dat het enige is wat iemand drijft, passen ze hier niet.”
Louis: “Het lage verloop in onze organisatie is het beste bewijs dat die aanpak werkt. We investeren in langetermijnrelaties met onze medewerkers, net zoals we dat met klanten doen.”
Tom: “Daarnaast stimuleren we persoonlijke en professionele groei. Van interne opleidingen tot conferenties en netwerkevenementen: we staan altijd open voor ideeën van medewerkers. Als het binnen onze strategie past, ondersteunen we dat volop. Medewerkers die zich gehoord en gesteund voelen, geven het bedrijf vleugels.”
‘Mensen die écht bij ons passen, zorgen voor gezonde cijfers’
Louis Sabbe
Zijn de medewerkers op de hoogte van de financiële kant van het bedrijf?
Louis: “Absoluut. Elk kwartaal delen we omzet- en EBITDA-resultaten met het hele bedrijf. Dat doen we heel transparant. Het zorgt voor betrokkenheid, omdat werknemers zo zien wat hun werk bijdraagt aan het grotere geheel. Bovendien delen we een percentage van de EBITDA met onze medewerkers. Het is logisch dat we hen laten meegenieten van de resultaten waar ze zelf aan bijdragen.”
Tom: “Die openheid past ook perfect binnen hr. Elk jaar peilen we naar de tevredenheid van onze medewerkers en koppelen we de resultaten terug. Het is niet alleen een momentopname; het motiveert ons én onze mensen om samen aan verbeteringen te werken.”
Vinden jullie eenvoudig de juiste mensen in de ‘war for talent’?
Tom: “Om even in de cijfers te duiken: dit jaar hebben we 59 nieuwe mensen aan boord gehaald, waarvan slechts drie medewerkers binnen het jaar de organisatie vrijwillig of onvrijwillig hebben verlaten. Dat vind ik een sterk resultaat, zeker in deze competitieve markt. Daarnaast zijn er ook elf medewerkers die van business line of kennisdomein zijn veranderd, dankzij interne of externe opleidingen. Als de interesses van onze medewerkers evolueren, willen we hen ondersteunen om binnen Savaco nieuwe kansen te ontdekken.”
Hoe zouden jullie de cultuur bij Savaco omschrijven?
Tom: “No-nonsense en ‘met de botten in de klei’, zoals we dat zeggen in West-Vlaanderen. Bij mijn eerste vergadering zei de CEO letterlijk: ‘Je functie is niet alleen strategie, maar ook hands-on.’ Dat typeert ons volledig. Managers staan hier dicht bij de mensen. Onze deur staat altijd open – en dat zijn geen loze woorden.”
Louis: “Daarnaast kiezen we bewust voor meerdere kleine kantoren, verspreid over Vlaanderen. Dat maakt ons niet alleen bereikbaarder voor klanten, maar voorkomt ook dat medewerkers urenlang in de file staan. Het past helemaal binnen onze visie op duurzaamheid.”
Wat zijn jullie groeiplannen?
Louis: “Groei staat centraal, zowel organisch als via overnames. Klanten verwachten steeds meer specialisatie in technologie, en wij willen die verwachtingen overtreffen. Maar die groei moet wel duurzaam zijn. Dat betekent dat we investeren in onze medewerkers én in kennis.”
Tom: “Ook internationaal liggen er kansen. Onze afdeling in India groeit gestaag. Dat biedt niet alleen voordelen voor klanten, zoals 24/7 ondersteuning, maar het versterkt ook ons team met divers talent uit verschillende tijdzones.” ¶
Start-up Enky sluit topjaar af en mikt op vijfvoudige groei in financiering
Stel je voor: je richt een nieuw kantoor of hotel in, maar in plaats van meteen tienduizenden euro’s uit te geven aan meubilair, kies je voor een flexibel abonnement. Dat is precies wat de Belgische start-up Enky aanbiedt. Het bedrijf biedt een innovatieve oplossing voor bedrijven om hoogwaardige, duurzame meubels te gebruiken, zonder zelf grote investeringen te moeten doen.
tekst: elien verheye
“Vandaag is het voor veel bedrijven een uitdaging om kwalitatief kantoormeubilair te financieren”, zegt Aïssa Laroussi, oprichter en CEO van Enky. “Met ons model kunnen bedrijven bijvoorbeeld voor een waarde van 50.000 euro aan meubilair gebruiken voor slechts 500 tot 600 euro per maand.”
Sinds april 2024 biedt Enky een platform voor alternatieve financiering, waarop particuliere beleggers kunnen investeren. Dit model levert de beleggers een jaarlijks bruto rendement van 6 procent tot 8,5 procent op, met een hoge mate van zekerheid. “Wat ons verraste, was hoe sterk de markt reageerde op deze investeringsmogelijkheid”, zegt Laroussi. “Waar we enkele maanden geleden nog tweehonderd investeerders hadden, zijn dat er nu duizenden.” De toenemende populariteit stelde Enky in staat om in slechts één kwartaal meer dan twee miljoen euro aan participatieve financiering en 650.000 euro aan crowdfunding op te halen via haar eigen platform.
EXPANSIE EN CIRCULAIRE ECONOMIE
Na succesvolle lanceringen in Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk zet Enky zijn expansie voort en betreedt het nu de Luxemburgse markt. Daarnaast heeft het bedrijf een sterke focus op circulaire economie door ook tweedehands en gereviseerde meubelen aan te bieden. “Ons doel is om de levensduur van meubilair drastisch te verlengen. In plaats van na drie tot vijf jaar meubels te vervangen, willen wij dat meubels twintig jaar meegaan”, aldus Laroussi.
Jaarlijks belandt in Europa elf miljoen ton meubilair op de afvalberg. Door tweedehands meubels aan te bieden, draagt Enky actief bij aan het verminderen van afval en CO2-uitstoot. “Onze schattingen tonen aan dat we met ons model de impact van een meubelstuk met 85 procent kunnen verlagen”, voegt Laroussi toe.
‘Beleggers genieten van 6% tot 8,5% bruto rendement’
Aïssa Laroussi
EEN NIEUW CONCEPT VOOR FINANCIËLE FLEXIBILITEIT
Om nog meer flexibiliteit aan te bieden, introduceert Enky nu een leaseback formule. Hierbij koopt het bedrijf meubilair van ondernemingen op, geeft hen direct kapitaal in handen en verhuurt vervolgens hetzelfde meubilair. Dit stelt bedrijven in staat om liquide middelen vrij te maken zonder hun inrichting te veranderen. “We zien dat bedrijven vaak zeggen: ‘We houden van jullie abonnementsformule, maar we hebben net geïnvesteerd in meubilair’”, legt Laroussi uit. “Met leaseback kunnen we hen toch helpen en tegelijkertijd onze impact vergroten.”
Met de toenemende vraag naar abonnementsmeubilair en de sterke groei in investeringen verwacht Enky dat haar activiteiten in de komende twaalf maanden vervijfvoudigen. “Onze investeerders zijn niet alleen financiële steun, ze worden ook ambassadeurs”, merkt
‘We verlagen de impact van meubels met 85%’
Aïssa Laroussi
Laroussi op. “Bijna de helft van onze nieuwe investeerders komt via aanbevelingen van bestaande investeerders, wat ons model nog krachtiger maakt.”
Een andere belangrijke ontwikkeling is de digitalisering van Enky’s diensten. Door middel van een geavanceerd platform wil het bedrijf klanten nog beter inzicht geven in hun meubelgebruik, contractbeheer en impact op duurzaamheid.
“Technologie speelt een sleutelrol in de manier waarop bedrijven vandaag opereren”, aldus Laroussi.
“Wij willen ervoor zorgen dat onze klanten niet alleen flexibel zijn in hun meubilairgebruik, maar ook in de manier waarop ze hun investeringen beheren.” ¶
Xpand, Galileilaan 18, 2845 Niel Tel.: 052-20 18 81 info@fdmagazine.be www.fdmagazine.be
HOOFDREDACTEUR
Elien Verheye
EINDREDACTEUR
Hanne Vermaerke
WERKTEN MEE AAN DIT NUMMER
Peter Ooms, Julie Debou, Rudy Aernoudt, Thomas Laureys, Sabrina Bouzoumita, Enak Segers, Josefien De Bock, Hanne Vermaerke en Elien Verheye
BLADCONCEPT
Oeyen en Winters / info@oeyenenwinters.be
LAY-OUT & ILLUSTRATIES
Tom Vanlaere DRUK EN AFWERKING Graphius / www.graphius.com
ADVERTENTIES
Evelyne Ferange +32 498 68 23 33 evelyne.ferange@nieuwemediagroep.be
MEMBERSHIPS
Contacteer Rosanne Beeckman via rosanne.beeckman@nieuwemediagroep.be. Een membership bij FDmagazine kost 260 euro (excl. 6% btw) (buitenland 300 euro, excl. 6% btw, bij facturatie in België) en omvat 6 nrs/jaar en kan op ieder ogenblik ingaan.
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER
NMG.
Galileilaan 18, 2845 Niel
AFGIFTEKANTOOR
Gent
COPYRIGHT
Overname uit de inhoud is slechts toegestaan na schriftelijk akkoord. Uitgever en redactie zijn niet verantwoordelijk voor inhoud van advertenties.
4 op 10 werknemers met pensioen voor wettelijke pensioenleeftijd
Uit het jaarlijkse pensioenonderzoek van Acerta blijkt dat nooit eerder zoveel werknemers voor hun 65ste met pensioen gingen als nu. Vooral in sectoren met fysiek zwaar werk, zoals bouw, logistiek en transport, stoppen veel mensen vroeger. In de zorgsector zien we echter een omgekeerde trend: daar blijven werknemers vaak langer aan de slag, mogelijk door een andere werkbelasting en een groter gevoel van maatschappelijke betrokkenheid.
Zelfstandigen volgen een ander patroon en werken gemiddeld langer door. Dit komt deels doordat ze minder mogelijkheden hebben om hun loopbaan geleidelijk af te bouwen. Voor velen is stoppen een abrupte beslissing, zonder de optie van een landingsbaan of deeltijds werk. Toch blijft ook bij hen een groot deel voor de wettelijke pensioenleeftijd afhaken, vaak uit financiële of persoonlijke overwegingen.
Om langer werken te stimuleren, heeft de overheid een pensioenbonus ingevoerd, die werknemers en zelfstandigen beloont als ze hun carrière verlengen. Vanaf 2026 wordt dit systeem vervangen door een bonus-malussysteem, waarbij langer werken extra beloond wordt, maar vervroegd pensioen mogelijk minder aantrekkelijk wordt. Het is echter nog afwachten of de maatregelen daadwerkelijk een verschuiving in de pensioenleeftijd zullen veroorzaken.