bachelor klinische psychologie - inleiding psychologische dienstverlening

Page 1

Inleiding Psychologische Dienstverlening

docenten Joan Bakx

Frank Van den Bulke

studiegebied SAW

bachelor in de Toegepaste Psychologie campus Kortrijk

academiejaar 2023-2024

3. Dienstverleningsproces

Verwachtingen

In dit hoofdstuk verwachten we dat je volgende begrippen begrijpt en kan uitleggen:

 psychologische dienstverlening binnen BaTP

 psychologisch werken: vertrekken van een vraag en een relatie aangaan

 afstemmen op cliënt in/en context

 psychologische/professionele grondhouding

 empathie, echtheid en aanvaarding

 onderzoekende houding

 luister- en gespreksvaardigheden

 dynamisch counselingsmodel: cliëntprocessen (gedrag, beleving, motivatie, bewustzijn)

 rol van de omgeving voor cliënt en dienstverlener

 verschillende psychologische stromingen

 handelingsgerichte diagnostiek en de onderzoekscyclus

 analyse van oorzaken, gevolgen, verwachtingen, voorwaarden, mogelijkheden, hindernissen

 W-vragen en psychologische logica

 een preventie- en handelingsplan

 6 stappen van het Intervention Mapping Protocol

 eigenschappen van het handelingsplan voor BaTP

 6 stappen van het handelingsplan voor BaTP

 informatie verzamelen: vraag, cliënt en omstandigheden

 vraaganalyse: factoren, samenhang, hypothese, en aftoetsen

 doelen bepalen: rol en soorten

 dynamisch counselingsmodel: dienstverleningsinterventies (ondersteunen, verhelderen, coachen, trainen en counselen)

 counseling vs psychotherapie

 psychologische methodes: afstemmen op cliënt in/en context

 evalueren van resultaat en proces

Inleiding Psychologische Dienstverlening 3

3.1 Inleiding

Psychologische dienstverlening is één van de drie pijlers van ons curriculum, één van de twee brillenglazen uit onze psychologische bril. Hierboven kun je lezen wat we daar in onze opleiding onder verstaan.

Het loont de moeite om deze omschrijving eens nader te analyseren.

 Faciliteren: betekent makkelijker maken, mee mogelijk maken, begeleiden. Je doet het dus niet alleen, maar in relatie met een cliënt(systeem) en de context (school, thuis, werk, hulpverlening,...)

 Processen: verwijst naar een dynamiek, een wisselwerking tussen elementen en opeenvolging van gebeurtenissen. Dit vraagt een grondige analyse en continu afgestemde begeleiding

 Voorkomen, inperken, beschermen en bevorderen: jouw hulp kan allerlei doelen dienen. Naast directe aanpak zet je ook in op preventie, ondersteunen van groei en herstel

 Psychosociale problemen, welbevinden en gezondheid: de focus ligt niet enkel op wat slecht gaat, maar ook op wat goed gaat in een zeer breed spectrum van de menselijke belevingswereld.

Inleiding Psychologische Dienstverlening 4

 Psychisch en gedragsmatig: slaat op innerlijke én uitwendige psychische toestanden of ervaringen

3.1.1 Stel de vrager voorop

Laat ons eerst eens stil staan bij wat we kunnen verstaan onder psychologische dienstverlening.

Bekijk onderstaand filmpje. Wat wil dit duidelijk maken?

https://www.youtube.com/watch?v=iPe2vSSB5II

Inderdaad! Ga niet onbezonnen te werk, maar denk goed na en stel vooral de juiste vragen op het juiste moment. Of weet je van wie deze quote is? "Life is full of questions, idiots are full of answers". Bekijk onderstaand filmpje. Waar heeft deze jonge moeder géén boodschap aan, en wat heeft ze volgens jou wél nodig? Kun je ook toelichten waarom? Overleg gerust met enkele medestudenten of met je mama, vraag haar waar zij vooral nood aan had toen ze voor het eerst een baby had. Dit filmpje illustreert treffend wat er met goed bedoelde raad en hulp gebeurt als die niet afgestemd is op de beleving, noden en vragen van je cliënt.

https://www.youtube.com/watch?v=wnoQGBwzUYA

3.1.2 Psychologisch werken

Bekijken we nu eens deze twee competenties uit onze opleiding:

 DLR 1: De psychologisch consulent exploreert, in overleg met de cliënt, een psychosociale vraagstelling vanuit een wetenschappelijk onderbouwd biopsychosociaal referentiekader en houdt hierbij rekening met de context van de cliënt.

Inleiding Psychologische Dienstverlening 5

DLR 7: De psychologisch consulent ontwikkelt in overleg met de cliënt een handelings- of preventieplan met duidelijke doelstellingen en brengt dit mondeling en schriftelijk over, afgestemd op de taal en context van de cliënt.

Dienstverlening vertrekt bij een cliënt die een vraag stelt. Onder cliënt verstaan we een persoon, een koppel, een gezin, een groep, een team, een organisatie, een doelgroep,... Een vraag kan een probleem zijn dat impact heeft op iemands welbevinden, iemands gezondheid, iemands lichamelijkesociale-psychische levenskwaliteit. Het kan ook een vraag zijn tot groei, tot ontwikkeling van persoonlijk of professioneel talent. Of een vraag naar ondersteuning of training om bepaalde uitdagingen in het leven aan te gaan. De vraag kan op de vraagsteller zelf betrekking hebben, maar evengoed op de omgeving. Zo kan je door een team worden gevraagd om hen beter te leren omgaan met demente bewoners.

Met andere woorden we komen pas in actie wanneer een cliënt zich tot een psychologisch consulent richt. We hebben maar een mandaat om tussen te komen voor zover iemand een probleem, nood, vraag formuleert en onze tussenkomst daarbij verzoekt.

3.1.2.1 psychologische dienstverlening is een relatiewijze

Aangezien we vertrekken van een vraag-en-antwoord situatie betekent dit dat we met psychologische dienstverlening een relatie aangaan

Een goede dosis gezond verstand, een groot hart en goede bedoelingen zijn prima. Maar in een professionele context is dit niet voldoende. Je zal als psychologisch consulent mensen ontmoeten die reeds goede en goed bedoelde antwoorden kregen, maar daarmee nog niet het gewenste resultaat bereikten.

Inleiding Psychologische Dienstverlening 6

Goede en effectieve psychologische dienstverlening werkt ook niet zoals een kookboek waarbij men een gegarandeerd resultaat bekomt als men maar stipt het recept volgt. Bij een psychosociale vraagstelling beschik je namelijk niet op voorhand over een lijstje van ingrediënten en keukengerei of een foto van het te verwachten eindresultaat... Denk niet dat er voor elke vraag een standaard antwoord te vinden is dat je pasklaar kunt toepassen. Psychologische dienstverlening is niet "one size fits all".

We spreken over "afgestemd op client in/en context". Maar hoe doe je dit "afstemmen"?. Bovenstaand gedicht illustreert dit goed. Je zal de ander moeten lezen, waarbij je zowel op als tussen de regels leest. Je gaat jezelf en de ander moeten bevragen, en daarbij veronderstellingen maken. Je zal daarbij niet om het even wat kunnen antwoorden of doen om van betekenis te zijn voor iemand. In een psychologische dienstverleningsrelatie zal je het onderscheid moeten maken tussen wat iemand voelt en verwacht, wat iemand zegt en doet, wat iemand éigenlijk wil zeggen of bereiken, ... want al deze dingen zijn niet zomaar aan elkaar gelijk.

3.1.2.1 psychologische grondhouding

Bekijk de zgn. Cirkel van Lambert. Deze zegt iets over welke factoren een verschil kunnen maken in de uitkomst van een psychotherapie. Slechts 15% kan toegeschreven worden aan de specifieke techniek (dwz. toepassing van de psychologische stroming). Dit is de kennis in het hoofd van de dienstverlener. Logischerwijs zit in het hoofd van de cliënt diezelfde 15%, namelijk de verwachting over de kennis van de dienstverlener. Het grootste deel, nl. 40% wordt bepaald door wat er zich buiten de dienstverleningssituatie bevindt en waar we dus géén invloed op hebben. Waar we wél als dienstverlener het wezenlijke verschil kunnen maken is die 30% gemeenschappelijke factoren zoals de verstandhouding en werkrelatie met je cliënt, het bieden van hoop en scheppen van een klimaat

Inleiding Psychologische Dienstverlening 7

waarin ruimte voor verandering wordt gecreëerd. Deze 30% speelt zich af tijdens je contact en interactie met je cliënt.

Géén diagnostiek of dienstverlening zonder het fundament en het verbindend kader van de professionele grondhouding, gesymboliseerd door het montuur van de psychologische bril.

Wat verstaan we onder die professionele grondhouding?

Dit gaat onder andere over deontologie en ethiek. Je bent respectvol, integer en neemt je verantwoordelijkheid. Je kan omgaan met vertrouwelijke en gevoelige informatie. Je stelt je open voor anderen en kunt perspectief nemen. Je bent empathisch en kunt met gevoelens en feedback om. Je neemt constructieve initiatieven, je kan het gesprek aangaan met en invloed uitoefenen op cliënten, professionals en andere betrokkenen. Je bent je bewust van het belang van goed samenwerken en kunt deze werkrelatie ook voor langere tijd aanhouden. Je bent onderzoekend en zelfkritisch en tracht je eigen professioneel handelen permanent bij te sturen en te ontwikkelen.

Over een aantal van deze aspecten kun je heel wat bijleren tijdens het OPO Professionele

Basishouding. Later in het kader van Beroepsethiek wordt nog dieper ingegaan op ethische en deontologische aspecten en vraagstukken. In het kader van dit OPO Inleiding Psychologisch

Dienstverlening willen we vooral focussen op het de complexiteit en veelheid van factoren, verklaringen en methodieken (biopsychosociaal kader - holistisch mensbeeld) en het belang van

Inleiding Psychologische Dienstverlening 8

de onderzoekende houding en het belang van de werkrelatie. De onderzoekende houding komt uiteraard ook terug in vakken zoals Inleiding Psychodiagnostiek en Onderzoeksvaardigheden.

In de tweede fase zal in het vak Professionele Gespreksvoering duidelijk worden wat we precies verstaan onder de grondhoudingen. Hier alvast een eerste aanzet.

empathie, echtheid en aanvaarding

Empathie gaat over het kunnen meedenken, meevoelen en spreken vanuit de ervaring van de ander. Het is meer dan op dezelfde golflengte zitten, het is ook mét het verschil tussen jou en de cliënt kunnen omgaan. Echtheid verwijst naar het authentiek kunnen omgaan met de eigen gevoelens en gedachten die je als dienstverlener ervaart en hoe je deze op een gepaste manier inbrengt in de wisselwerking. Het heeft immers geen zin te doen alsof je alles weet, begrijpt of juist aanvoelt. Je toont wel oprechte belangstelling en interesse in de ervaringen van de ander. Positieve aanvaarding is misschien wel de meest gekende maar daarom niet het makkelijkste. Dit gaat om het respect en erkenning voor hoe iemand zich aandient, zonder een oordeel te vellen. Dit gaat verder dan verdraagzaamheid. Dit raakt aan het meest eigene en intieme van mensen. Dit ligt bij je cliënt uiteraard erg gevoelig, maar dit kan jouw idealen en drijfveren als dienstverlener uitdagen. Het "niet laten vallen" is bij heel wat vormen van dienstverlening cruciaal.

Met onderstaande compilatie van reclamefilmpjes kunnen we illustreren hoe belangrijk het is ons eigen oordeel op te schorten, ons oordeel aan de kant te zetten, want we hebben zelden zicht op het hele plaatje en beseffen dat de kijk vanuit ons perspectief ons op een dwaalspoor kan zetten.

https://www.youtube.com/watch?v=v-PHqoH1sLE

3.1.2.2 onderzoekende houding

Géén goede dienstverlening zonder goede basishouding of zonder goede psychodiagnostiek. Net als dienstverlening is diagnostiek als een proces op te vatten, waarbij allerlei aspecten en acties in acht moeten worden genomen om tot een geldig, betrouwbaar en effectief resultaat te komen. Je leert daar ongetwijfeld alles over in de OPO's Inleiding Psychodiagnostiek en Onderzoeksvaardigheden.

In dit OPO gaan we deze stappen niet allemaal herhalen, maar deze in verband brengen met de grondhouding en de dienstverlening. Wat we willen beklemtonen is dat er verschillende manieren zijn om aan onderzoek en diagnostiek te doen en dat handelingsgerichte psychodiagnostiek en psychologische dienstverlening nauw met elkaar verbonden zijn.

Er bestaat een enorm arsenaal aan psychologische testen. Men kan allerlei psychologische functies testen (intelligentie, aandacht, concentratie, geheugen, waarneming, planning, zelfcontrole, hanteren van stress, probleemoplossend vermogen, psychische klachten, persoonlijkheid, sociale interacties, gevoeligheden voor bepaalde thema's, interesses, talenten, voorkeuren, emoties, motivatie enz.... Binnen onze opleiding bestaat hierin een zeer grote expertise. Helaas wordt de psychologisch consulent en de handelingsgerichte psychodiagnostiek soms gereduceerd tot deze expertise en ziet men andere aspecten van handelingsgerichte diagnostiek over het hoofd.

Inleiding Psychologische Dienstverlening 9

Niet in alle dienstverleningssituaties komen uitgebreide psychologische testen of vragenlijsten aan bod. De handelingsgerichte diagnostiek zal daar vooral gebaseerd zijn op observatie (van de cliënt, van je zelf, van de interacties,... ) en dialoog (met je cliënt, met belangrijke anderen, met mensen uit het professioneel netwerk of omgeving, ...-) of praktijkonderzoek (raadplegen wetenschappelijke literatuur, uitwisselen met collega's, bestuderen van case-studies of getuigenissen, ... ).

Handelingsgerichte diagnostiek gaat in eerste plaats om een onderzoekende houding. Een basisingesteldheid van nieuwsgierigheid, vanuit een willen weten, vanuit interesse, belangstelling en verwondering. Gedreven zijn door het zoeken naar waarheid en het zogenaamde wijze niet-weten, het besef van de fundamentele grenzen aan wat we kunnen weten (cfr. onbetrouwbaarheid van de waarneming en de onmogelijkheid de ander van binnenuit te ervaren) waar we het in het inleidend hoofdstuk over hadden. Het is vooral deze onderzoekende houding die erg belangrijk is bij psychologische dienstverlening.

3.1.2.3enkele elementaire gespreksvaardigheden

Een goed contact met en afstemming op de cliënt gaat meestal gepaard met een gesprek. Het is een cliché maar elk goed gesprek begint bij goed luisteren. Goed luisteren vraagt heel wat vaardigheid. Goed luisteren is véél meer dan zwijgen en zo weinig mogelijk reageren. Het vraagt veel concentratie en aandacht (onder andere voor het uitstellen van je oordeel en je neiging onderdrukken om snel antwoorden te geven).

Zonder te willen vooruitlopen op de grondige training die jullie zullen krijgen in het OPO Professionele Gespreksvoering in de volgende fase willen we jullie toch al enkele richtingaanwijzers geven.

Bekijk onderstaande gouden tips van Tele-Onthaal aandachtig. Oefen jezelf in de 5 basisvaardigheden van het actief luisteren (Infogram Listening Skills) en leer de afkortingen (OMA OEN NIVEA DIK ANNA LSD) uit het hoofd, hang ze boven je bed, herhaal ze als je even niet weet wat doen of je je verveelt. https://www.tele-onthaal.be/pers/10-luistertips-op-de-internationale-dag-van-het-luisteren

Inleiding Psychologische Dienstverlening 10

Als professional moet je tegelijk leergierig zijn en veel willen weten en tegelijk moet je beseffen dat er niets daarvan absoluut zeker of volledig is en dat er nog meer is dat je nog niet weet en moet ontdekken. Blijf dus open-minded voor nieuwe inzichten. Dit vraagt een actieve ingesteldheid, want mensen zijn geneigd om vast te houden aan eerdere inzichten en nieuwe informatie die eerdere info tegenspreekt te negeren. We noemen dit "confirmation bias".

Inleiding

Psychologische Dienstverlening 11

Het is ook goed je de vraag te stellen waar of bij wie de antwoorden te vinden zijn en je daarbij af te vragen of de antwoorden die jij geeft niet de antwoorden op oplossingspogingen vanuit je cliënt blokkeren. Wie is de expert of eigenaar van het probleem of de vraagstelling? Jij of de cliënt? De laatste jaren wordt in de hulpverlening meer een meer aandacht geschonken aan het perspectief van de cliënt. Men beschouwt de cliënt "ervaringsdeskundige". De cliënt heeft een weten over de vraagstelling die zeer waardevol kan zijn en een belangrijke aanvulling op de wetenschappelijke kennis. De getuigenis of individuele casus krijgt hierbij weer wat meer aanzien in de wetenschap. Een interessant tegengewicht voor de wetenschap die zich vooral met statistieken en gemiddelden is gaan bezighouden.

Een statisticus waadde vol vertrouwen door een rivier die gemiddeld één meter diep was. Hij verdronk.

3.1.2.4relationeel-holistisch mensbeeld: persoon in/en context

Een ander uitgangspunt binnen onze opleiding is het mensbeeld wat we hanteren, namelijk het relationeel-holistisch mensbeeld. We bekijken we de persoon steeds in en met zijn/haar context. We hebben deze visie uitgewerkt en gevisualiseerd in het "Dynamisch Counselingsmodel", het glas in de psychologische bril dat staat voor psychologische dienstverlening. Onze focus houden we steeds op het de complexe wisselwerking tussen biologische, sociale en psychologische factoren.

Om deze complexe wisselwerking bij de cliënt te vatten gebruiken we aangrijpingspunten, namelijk vier cliëntprocessen, aspecten die niet los te zien zijn van elkaar, maar die we als facetten kunnen onderscheiden. We spreken over gedrag, beleving, bewustzijn, motivatie.

 Gedrag slaat op iemands handelen, wat iemand doet (of niet doet). bv. onsamenhangende spraak, minder alcohol drinken, een compliment geven, een gesprek aanknopen,...

 Beleving zijn innerlijke ervaringen zoals gevoelens, gedachten, wensen, fantasieën, waarden, normen,... de vraag kan zijn om die te veranderen, te begrijpen, te verwerken, te aanvaarden,

Inleiding Psychologische Dienstverlening 12

 Bewustzijn gaat over het beseffen, zich realiseren, kunnen inzien, doorzien, overzien, kunnen erkennen,...

 Motivatie slaat op wat mensen beweegt, aanzet tot handelen, dit bestaat uit verschillende aspecten waarop ingehaakt kan worden: attitude: wat iemand positief vindt (of niet), zelfeffectiviteit: persoonlijke inschatting van de mate waarin je jezelf in staat acht een taak uit te voeren, sociale invloed: voorbeeldfiguur, steun, norm of ideaal vanuit de sociale omgeving

Deze elementen hangen natuurlijk samen en haken op elkaar in. Wat iemand doet kan het gevolg zijn van iemands aanvoelen of interpreteren van een situatie. Ook omgekeerd zal wat iemand doet zal gepaard gaan met een beleving die een beetje (of helemaal niet) overeenkomt met de verwachtingen. Je kan je in min of meerdere mate realiseren (bewustzijn) wat jou aanzette tot bepaald gedrag, maar mensen hebben daar niet altijd een helder zicht op of kunnen zich daarin vergissen. Zo kan je goed beseffen dat je vandaag werk moet maken van je lesvoorbereiding, maar jezelf er toch op betrappen dat je het uiteindelijk niet hebt gedaan. Mensen hebben ook de neiging om allerlei rationele verklaringen te produceren voor irrationeel gedrag. Mensen met geheugenproblemen bijvoorbeeld kunnen bv. hun hiaten of fouten gaan toedekken. Zij doen dit niet opzettelijk, maar spontaan, om hun gedrag voor zichzelf logisch en begrijpelijk te houden.

De context, de fysieke, sociale en psychologische omgeving speelt bij dit alles een grote rol. Wat anderen zeggen of doen zal ook jouw gedrag beïnvloeden. Wanneer je als kind voortdurend racistische uitspraken hoort (framing) of belangrijke anderen geweld ziet gebruiken (modeling) zal dit uiteraard effecten hebben. Wanneer je in gevaar bent zal je ook op een andere manier oordelen en beslissen (bv. fight of flight modus). Vermoeidheid, pijn, angst kunnen je inschattingsvermogen zwaar beïnvloeden. Eerder positieve of negatieve emoties of herinneringen spelen ook een belangrijke rol in je inschatting over je eigen kunnen. Wanneer je je in een omgeving bevindt waar je vertrouwen, inspraak, oprechte belangstelling, gemeenschappelijke waarden, aanmoediging, ... ervaart zal je spontaner en met meer energie en voldoening je taken uitvoeren. Ook praktische hindernissen of aanwezigheid van hulpbronnen (weergegeven door de stippellijntjes) zullen bijdragen tot je ervaring of handelen.

Er zijn ook anderen die best meegenomen worden in het bekijken of aanpakken van een vraagstelling. (groot)ouders, leeftijdsgenoten, een partner, collega's of leidinggevende, mantelzorger,... . Wat soms wel eens wordt vergeten, is dat jij als dienstverlener ook deel uit maakt van de omgeving van je cliënt. In deze wisselwerking wil jij natuurlijk deel uit maken van de oplossingen, maar kan ook deel uitmaken van het probleem, wanneer je aanpak niet goed is afgestemd op de persoon en/in context. In volgende hoofdstukken zullen we zien hoe deze begrippen gedrag, beleving, bewustzijn en motivatie door verschillende psychologische stromingen op uiteenlopende wijzen worden opgevat. Dit wordt op verschillende manieren opgevat, geconceptualiseerd en samengebracht. Bewustzijn wordt bv. door leertheorieën heel anders ingevuld dan door psychoanalytische. De rol van anderen wordt bv. door de systemische visie helemaal anders ingevuld dan door een cognitivist. Dit heeft uiteraard consequenties in hoe zich dit in de concrete interventies vertaalt.

Inleiding Psychologische Dienstverlening 13

3.1.2.5

handelingsgerichte diagnostiek

Een vraag aanpakken op een psychologische manier betekent dat je op zoek gaat naar alle relevante onderliggende zichtbare en onzichtbare factoren die mee verantwoordelijk kunnen zijn voor het ontstaan, ontwikkelen en voortbestaan van die vraagstelling. Om deze analyse te maken zal je je moeten afvragen welke informatie er is, welke ontbreekt, welke je nog nodig hebt, hoe je deze kan inwinnen en wat deze ingewonnen informatie betekent.

Het is dus belangrijk zich eerst de juiste vragen te stellen bij het zoeken naar de gepaste antwoorden.

Life is full of questions. Idiots are full of answers.

Anonymous

Je kan hiervoor ten rade gaan bij wetenschappelijk onderbouwde inzichten uit de psychologie. Het kan hierbij gaan om inzichten uit psychopathologie, persoonlijkheidsleer, cognitieve functies of om psychologische uitdagingen bij levensgebeurtenissen. Het kan ook gaan om inzichten uit de leerprocessen of levensfasen. Er is ook motivatiepsychologie en gezondheidspsychologie. Ook sociale psychologie, groepsdynamica en organisatiepsychologie. Teveel om op te noemen. Je mag van een psychologisch consulent redelijkerwijs verwachten dat hij goed op de hoogte is van deze psychologische inzichten met betrekking tot allerlei problemen, vragen of noden waarmee men als psychologisch dienstverlener kan geconfronteerd worden.

Aangezien elk persoon, probleem, vraagstelling of nood steeds anders is moet deze analyse telkens opnieuw worden uitgewerkt. Een professional vraagt zich af welke achtergrond, betekenis of functie deze vraag kan bevatten. Een vraag kan op uiteenlopende manieren manieren ontstaan, zich ontwikkelen en tot uitdrukking komen. Er valt ook heel wat te bevragen over de

Inleiding Psychologische Dienstverlening 14

verschillende oorzakelijke factoren die er een rol bij kunnen spelen, stil te staan bij de huidige omstandigheden of eerdere ervaringen.

Er dient niet enkel worden stil gestaan bij de mogelijke oorzakelijk factoren, maar ook bij de gevolgen van een onbeantwoorde vraag, nood of probleem. We spraken in vorig hoofdstuk over de verschillende dimensie van je levenskwaliteit. Bv. slechte schoolresultaten kunnen oorzaak én gevolg zijn van verschillende meningen over opvoeding. Een medewerker gaat systematisch het slecht presteren van een collega die problemen heeft met alcohol compenseren maar voelt zich daar erg dubbel bij en bouwt spanning en frustratie op. Een jongere die kerft kan hiermee zijn ouders mobiliseren en ertoe bewegen hun problematische relatie aan te pakken. De aanhoudende depressie van een ouder kan zowel op de betrokkene als op zijn partner, kinderen,... zwaar wegen. Een onopgelost conflict tussen twee werknemers kan de werking van een afdeling ondermijnen. In de link hieronder vind je een artikel ivm "buikpijn", een veel voorkomende klacht bij kinderen, waarin enkele mogelijke denkpistes even aangeraakt worden.

Buikpijn bij kinderen: een fysieke of psychische oorzaak? | gezondheid.be

Naast informatie over oorzaken en gevolgen is het ook nodig af te stemmen op de wensenen verwachtingen waarmee mensen naar de dienstverlener stappen. Binnen dienstverlening zal men ook nagaan welke vaardigheden, hulpbronnen of hindernissen meespelen. Een professional zal ook onderzoeken en aftasten welke tussenkomsten helpend zouden kunnen zijn en welke niet op dat moment in het dienstverleningsproces.

Naast de analyse van de oorzaken en gevolgen, is het ook nodig om na te gaan welke verandervoorwaarden er moeten vervuld zijn opdat mensen bepaalde antwoorden kunnen aanvaarden of er aan toe zijn bepaalde stappen te kunnen zetten in hun veranderingsproces.

Een goede relatie cliënt-hulpverlener komt steevast terug in alle onderzoek naar effectieve hulpverlening (ref???).

Maar ook het goed kunnen inschatten van wat je cliënt op welk moment aan kan of nodig heeft is ook belangrijk. De juiste toon, formulering en timing kan een groot verschil maken. Het Transtheoretical Model of Change (Prochaska en Di Clementi), beter bekend als “de cirkel van verandering” beschrijft verandering als een proces, waarbij in elke fase bepaalde interventies werken en andere niet.

Inleiding Psychologische Dienstverlening 15

Hieronder zie je een voorbeeld van een model dat de voorwaarden opsomt die moeten vervuld en verzorgd worden om in een organisatie veranderingen mogelijk te maken. Wanneer deze voorwaarden

niet opgenomen worden in het proces zal dit de verandering vertragen of blokkeren. Elke niet vervulde voorwaarde heeft zo zijn consequenties. Om een verandering door te voeren is er een visie nodig (anders verwarring), moet deze verandering aansluiten bij ervaren noden (anders weerstand), is het nodig om een plan toe te lichten (anders chaos), moeten er middelen worden worden voorzien (anders frustratie), moeten mensen vaardigheden worden bijgebracht om deze verandering te kunnen uitvoeren (anders angst), moeten medewerkers ook inspraak krijgen in de verschillende aspecten van dit veranderingsproces (anders sabotage).

Ook contextvoorwaarden kunnen belangrijk zijn. Een dagkliniek voor borderlinepatiënten in London stelde vast dat het aantal keer overstappen in het traject naar het behandelcentrum een belangrijke rol speelde in het afhaken gedurende de behandeling. Mensen met borderline eigenschappen kunnen heel prikkel- en frustratiegevoelig zijn en het openbaar vervoer in Londen is erg druk en hectisch.

Het kan dus nodig zijn de organisatie van je werking aan te passen aan dergelijke contextfactoren. Sommige mensen kun je enkel bereiken als je zelf naar hen toestapt of de toegang tot je dienstverlening aanpast aan hun noden of concrete leefomstandigheden. Bij iemand die géén vaste verblijfplaats heeft of dakloos is of die regelmatig onder invloed is geef je best geen afspraak, want de kans is groot dat die gemist wordt. In die context voorzie je beter een systeem waarin de hulpvrager zonder afspraak kan langskomen. Zo bestaan er verschillende "aanloophuizen" of laagdrempelige diensten zoals Bots, JAC, Poco Loco, Overkop,… Voorzie bv. ook een plek waar ze hun hond even kunnen achterlaten tijdens hun gesprek, enz… Stel aan een psychologisch dienstverlener een vraag en je krijgt drie vragen terug. Het is een boutade, maar ze is gegrond... Hieronder kan je zelf eens oefenen in vragen stellen en beantwoorden. Bekijk deze voorbeelden van preventiecampagnes aandachtig en probeer zo goed mogelijk deze vragen te beantwoorden:

 WAT is precies het probleem of de vraagstelling?

 WAAROM is het nodig om iets aan dit probleem of die vraag te doen?

 WAAR OF WANNEER doet dit probleem of die vraag zich voor? In welke situatie of omstandigheden?

Inleiding Psychologische Dienstverlening 16

 WIE wordt hier aangesproken in deze campagne, tot wie is ze gericht en wat wil men precies van hen? Tot welke actie wil men hen bewegen?

 HOE gaat men gedrag aanpakken, op welke achterliggende psychologische factoren zet men in, welke psychologische middelen worden hier toegepast om deze actie van hen te bekomen? Veel succes!

Binnen roken is nooit ok: https://www.youtube.com/watch?v=a8yMzPX_nrg

Everything is Samuel Jacksons fault: https://www.youtube.com/watch? v=uMl9oYSVGlo

Smoking kid: https://www.youtube.com/watch?v=g_YZ_PtMkw0

No to racism: https://www.youtube.com/watch?v=Dn6rjnms8VY

Deze wie-wat-waar-waarom-hoe vragen zijn natuurlijk niet lukraak gekozen. Zij hangen aan elkaar volgens een bepaalde psychologische logica van oorzaken en gevolgen. Dit noemen we de probleemsamenhang.

Bekijk de afbeelding hieronder. De analyse gaat van rechts naar links.

 Stap 1: men stelt vast dat een bepaald probleem een impact heeft op het fysiek, sociaal en psychisch welzijn van (een bepaalde groep) mensen.

 In stap 2 zal men de kenmerken, oorzakelijke factoren en relevante omstandigheden van dit probleem verder gaan onderzoeken en in kaart brengen.

 In stap 3 zal men bekijken wiens gedrag precies aan de basis ligt van dit probleem en welk alternatief gedrag we graag zouden zien.

 Bij stap 4 tenslotte zal men op basis van psychologische verklarings-en verandermodellen dit gedrag gaan beïnvloeden om dit gewenste doel te bereiken

We doen dus aan "reverse psychology" (vgl. met "reverse engineering") wanneer we stap voor stap terug redeneren vanuit de ontstaansgeschiedenis van het probleem. Het is natuurlijk niet altijd zo eenvoudig, duidelijk en rechtlijnig, maar het gaat om het algemene principe.

Dit brengt bij het volgende luik waarbij we dieper ingaan op psychologische dienstverlening als proces.

Inleiding Psychologische Dienstverlening 17

3.2 PLANMATIG EN DOELGERICHT WERKEN

We willen jullie vanuit de opleiding handvatten meegeven om in het werkveld (KLN, SPP en A&O) aan de slag te gaan als dienstverlener. We merken dat veel studenten hierbij nood hebben aan een richtinggevend kader.

De veelheid aan stromingen, verklaringsmodellen en methodieken (die we in de volgende hoofdstukken gaan overlopen) zorgen er soms voor dat men door de bomen het bos niet meer ziet en men het overzicht verliest.

Daarom stellen we in dit vak een methodiek voor, een algemeen plan, dat de nodige elementen bevat om een dienstverlening op een degelijke manier vorm te geven.

Though this be madness, yet there is method in it.

W. Shakespeare

Er bestaan heel wat methodieken die gebruikt worden bij (psychologische) begeleiding van mensen. Deze bevatten doorgaans onderstaande elementen.

 Informatie verzamelen

 Vraagstelling analyseren

 Doelen bepalen

 Methodes en technieken selecteren

Inleiding Psychologische Dienstverlening 18

 Methodes en technieken toepassen

 Evalueren en bijstellen

Merk op dat deze vergelijkbaar zijn met de stappen van de onderzoekscyclus zoals deze in onze psychologische bril in het glas “handelingsgerichte diagnostiek” zijn weergegeven.

Zie ook OPO inleiding psychodiagnostiek en inleiding onderzoeksvaardigheden.

3.2.2.1drie concrete voorbeelden

Hieronder worden enkele modellen gepresenteerd waarin men psychologische dienstverlening methodisch en planmatig aanpakt. Kun je er de bovenstaande elementen in terugvinden?

Eerst een model voor coaching GROW, dat je enkele relevante vragen meegeeft om iemand te begeleiden tot een persoonlijk doel. Vervolgens een model van handelingsgericht werken in een schoolcontext. Wie kiest voor SPP zal hiermee zeker verder aan de slag gaan in de afstudeerrichtingsspecifieke vakken van de tweede fase. Vervolgens een beknopte beschrijving van een zeer grondige en uitgebreide methodiek die vooral in gezondheidsbevorderende campagnes wordt toegepast: het Intervention Mapping Protocol. Wellicht zal je dit model in volgende jaren op je pad komen.

GROW model for coaching

Inleiding Psychologische Dienstverlening 19

Het ‘Intervention Mapping Protocol’ (IMP) is een grondig uitgewerkt stappenplan om preventieve en gezondheidsbevorderende interventies op te zetten. Gezondheidsbevordering is een vrij jonge discipline waarbij door ervaringen en onderzoek in de laatste decennia een sterke nadruk is komen liggen op het ontwikkelen van interventie op basis van onderzoek en theorie (Kok & Brug, 2012). De zes stappen van IMP worden hieronder kort besproken.

Er is in deze tekst sprake van "determinanten" van gedrag. Dit wordt later in de cursus toegelicht wanneer we het hebben over het ASE model binnen de gedrags- en cognitieve stroming.

Determinanten zijn motivationele factoren die een invloed hebben op de intentie (de neiging) tot bepaald gedrag. Bv. als mijn idool of beste vriend een tattoo laat zetten, dan ben ik daar ook toe geneigd. Of ik dit effectief ook zal doen hangt natuurlijk ook af van andere factoren zoals hindernissen. Ik heb bv. geen geld voor een tattoo.

Inleiding Psychologische Dienstverlening 20
Inleiding Psychologische Dienstverlening 21
Inleiding Psychologische Dienstverlening 22
Inleiding Psychologische Dienstverlening 23
Inleiding Psychologische Dienstverlening 24

3.2.2.2Een handelingsplan voor de psychologisch consulent in diverse contexten

Vanuit dit OPO stellen we een handelingsplan voor psychologische dienstverlening voor, weergegeven in bovenstaande figuur.

Centraal staan de cliëntprocessen (geel-groen) en perifeer de interventies van de dienstverlener (blauw).

Het voorgestelde handelingsplan heeft een aantal eigenschappen:

Er wordt methodisch gewerkt: psychologische dienstverlening verloopt systematisch en planmatig. Het kenmerkt zich door handelingsgericht onderzoek, een doelgerichte aanpak, een procesvisie, wetenschappelijke fundering en aandacht voor effectiviteit.

Er wordt procesmatig gewerkt: dat wil zeggen dat stappen elkaar logisch opvolgen (gesymboliseerd door blauwe stippellijn). Zo zal het kiezen van methodes onder meer afhangen van de vooropgestelde doelen en kan de evaluatie van effect en proces een nieuwe cyclus initiëren.

Er wordt ook relationeel holistisch gewerkt: de opeenvolging of invulling van de stappen is steeds ondergeschikt aan de uniciteit van de cliënt, de dienstverlener en de context. We gaan uit van de ervaring van mensen in en met hun context. Deze is niet lineair causaal bepaald, maar een complexe en meerduidige wisselwerking van elkaar beïnvloedende biologische, sociale en psychologische factoren. Overleg, afstemming en samenwerking met de cliënt rekening houdend met omstandigheden, situatie en context zijn derhalve cruciaal. Dit wordt gesymboliseerd door de groene binnencirkel, en de geel-blauwe pijltjes bij elk stap.

Inleiding Psychologische Dienstverlening 25

Er wordt integratief gewerkt: in elke stap gaan psychologische dienstverlening, handelingsgerichte psychodiagnostiek en psychologische grondhouding hand in hand. Zo zal men bij de analyse van de vraagstelling en de selectie en toepassing van methodes en technieken zich baseren op één of meerdere psychologische stromingen die we in de volgende hoofdstukken zullen behandelen.

3.2.2.2.1 informatie verzamelen

In deze eerste stap is het belangrijk om tot een helderder beeld te komen over de eigenlijke vraagstelling. We noemen dit ook wel de vraagverheldering: ontvang de vraagstelling in relatie tot de persoon in en met diens context

Het is daarom belangrijk om je beste beentje voor te zetten op het vlak van relatievaardigheden, onderzoekende houding, observeren en actief luisteren. Het is hier nog veel te vroeg om allerlei interpretaties of adviezen naar voor te schuiven. Geef je cliënt tijd en ruimte om zijn vraag, nood, behoefte of probleem zo uitgebreid mogelijk te brengen.

Op heel wat van onderstaande vragen krijg je soms pas gaande weg, tijdens het verdere verloop van de dienstverlening antwoorden. Wees rustig, geduldig en ontvankelijk, toon interesse. Stel open, verdiepende, verbredende, verduidelijkende vragen.

Wat is de vraag?

 hoe wordt de vraag onder woorden gebracht (noteer letterlijk)

 "Vertel eens, wat is er met je gebeurd", "wat brengt jou hier"

 wat doet het met de cliënt om deze vraag te brengen

 hoe is de vraag ontstaan, wat was de aanleiding, hoe is het sindsdien geëvolueerd, ...

 heeft de cliënt zelf verklaringen van waar deze vraag is ontstaan of hoe zij is gegroeid?

 wat is er al ondernomen door cliënt of anderen om voor verandering te zorgen?

Wie is de cliënt?

Psychologische Dienstverlening 26
Inleiding

 wie is er vragende en/of betrokken partij

 welke zijn persoonlijke eigenschappen, sterktes en kwetsbaarheden

 in een persoonlijk context: zijn er relevante levensgebeurtenissen, hoe is de familiale situatie en relationele geschiedenis

 in een organisatiecontext: hoe is deze organisatie tot stand gekomen en hoe is die ondertussen geëvolueerd?

 wat verwacht de cliënt dat er nu gaat gebeuren? Formuleert hij of zij hoop, perspectief, noden?

 "Wat kunnen wij voor je doen?" "Waar wil je toe komen?"

Wat zijn de omstandigheden?

 breng lichamelijke, sociale en materiële omstandigheden in kaart

 ga na wie relevante betrokkenen zijn, welke hindernissen, hulpbronnen of andere dienstverlening beschikbaar is

Net zoals er een trein kan schuilgaan achter een andere trein, kan dit ook met een nood, een vraag of een probleem het geval zijn. Het is belangrijk oog en oor te hebben voor wat niét gezegd wordt, tussen de regels wodrt meegegeven. Een vraag kan op meerdere manieren “gelezen” of begrepen worden.

De aanvankelijke vraag waarmee men naar de dienstverlener stapt kan doorheen het dienstverleningsproces wijzigen. Niet zelden opent het warm onthalen van een vraag de deur naar andere, dieperliggende vragen.

Dat deze dieperliggende vragen niet meteen worden vermeld kan vele redenen hebben. Men is beschaamd om er voor uit te komen, er is angst voor het verbreken van het geheim, men had aanvankelijk onvoldoende geloof of vertrouwen in de dienstverlener, of men was zich niet bewust van het verband met andere vragen, of men is nog niet klaar om deze aan te pakken, of ...

We spreken soms van de "alibi" vraag. Een alibi is iets waarachter men zich kan verstoppen. Vanuit systemisch denken is het ook mogelijk dat niet alle relevante betrokkenen meteen bereid zijn om zich voor de dienstverlening open te stellen.

Bepaalde stromingen hechten zeer veel belang aan die eerste kennismaking en de formulering van de vraag. Vaak bevat die eerste formulering al heel wat relevante elementen waarvan de rol pas later duidelijker wordt ("symptoom is structuur"). Zij zullen de cliënt uitnodigen zo vrijuit mogelijk te associëren over deze vraag. Deze vraag wordt niet beschouwd als een probleem, maar eerder als een eerste sleutel tot de oplossing die de cliënt zélf gaande weg bij zichzelf kan ontdekken, met behulp van goedgeplaatste aanduidingen van de therapeut.

Je kan de vraag van de cliënt vergelijken met een Russische pop, waarin je telkens weer een andere pop kunt ontdekken.

Wanneer je te snel met antwoorden over de brug komt komt leg je dit zoekproces stil en dwaal je af van de onderliggende oorzaken en de complexiteit die aan deze vraagstelling ten grondslag kunnen

Inleiding Psychologische Dienstverlening 27

liggen. Bovendien ga je voorbij aan eigen oplossingsvermogen van de cliënt en riskeer je de cliënt te bevestigen in minderwaardigheid en voed je een relatiepatroon gekenmerkt door afhankelijkheid.

3.2.2.2.2 vraagstelling analyseren

Vanuit deze eerste bevraging ga je op zoek naar achterliggende factoren en onderlinge verbanden. Je kijkt breed naar lichamelijke, sociale en psychologische oorzaken én gevolgen, verwachtingen en voorwaarden. Je maakt hierbij een theoretische constructie, samengesteld uit veronderstellingen en hypotheses waarmee je een mogelijke samenhang op basis van psychologische mechanismen een aangrijpingspunten voor interventies tracht te formuleren.

Je maakt hiervoor gebruik van psychologische kennis en ervaring uit psychologische stromingen. Sommige stromingen gaan op zoek naar verbanden die gegroeid zijn vanuit leerervaringen zoals bekrachtiging of modeling. Andere stromingen gaan op zoek naar relationele situaties waarin zich hechtingspatronen vanuit vroege emotionele ervaringen met betekenisvolle anderen herhalen. Nog andere stromingen zullen trachten cognitieve distorties en dysfunctionele attributies trachten te identificeren. Nog andere stromingen zullen inzetten op het identificeren van motivationele factoren zoals (dis)satisfiers, autonomie, verbinding en zelf-effectiviteit. Sommige inzichten zullen vooral inzetten op hoe iemand zich doorheen vrijuit spreken oplossingen maakt om met lichaam, taal en anderen om te gaan.

Ter illustratie het I-change model van De Vries (zie afbeelding) waarin verschillende relevante factoren vanuit een cognitieve bril in hun mogelijke samenhang worden weergegeven.

Inleiding Psychologische Dienstverlening 28

I-Change Model (De Vries et al. 2004, 2005)

Zoals eerder gezegd beschik je vaak niet meteen over al deze informatie tegelijk en gaat het over hypotheses die gebaseerd zijn op je ervaringen en op wetenschappelijke theorieën. Dit betekent ook dat nieuwe ervaringen of informatie die je gaandeweg het dienstverleningsproces krijgt je eerder gevormd idee kan wijzigen of zelfs tegenspreken.

Onderzoek van Sandifer (1970) bij psychiatrische diagnostische interviews toonde aan dat men zich reeds na enkele minuten een idee vormt, waar men niet gauw van los komt, ook al volgt er belangrijke info die deze vroege conclusie ontkracht. Het getuigt van gepaste nederigheid, wetenschappelijke eerlijkheid en kwalitatieve dienstverlening dat je je hypothese aanpast (men noemt dit voortschrijdend inzicht) en je niet halsstarrig vastpint op je aanvankelijke ideeën. Het wil wel eens gebeuren dat de dienstverlener wanneer het proces stokt het relationeel perspectief uit het oog verliest en dit vooral gaat toeschrijven aan (negatieve) eigenschappen van de cliënt. Lacan is hierover duidelijk: er bestaat er maar één weerstand en is deze te zoeken aan de kant van de dienstverlener (Lacan, 1954/55)

Het is niet de bedoeling dat je na stap 1 de patiënt los laat en de vlucht vooruit neemt naar de volgende stappen via de rode autostrade. Om niet in de valkuil van confirmation bias te vallen is het heel belangrijk om je bevindingen en veronderstellingen continu kritisch te blijven aftoetsen met je cliënt. Dit wordt in het processchema gesymboliseerd door de geel-blauwe wisselwerkingspijltjes

Hieronder vind je een illustratie van het belang om je indrukken en veronderstellingen steeds af te toetsen.

Inleiding Psychologische Dienstverlening 29

Ik weet niet hoe jij als leerkracht deze tekening zou interpreteren. Deze juf was duidelijk gealarmeerd bij het zien van deze tekening omdat ze ze in deze tekening een vreselijk gezinsdrama weerspiegeld zag.

Bij navraag vertelde het kind dat het een leuke gezinsuitstap probeerde te tekenen namelijk die keer dat ze met zijn allen waren gaan snorkelen.

3.2.2.2.3 3. doelen bepalen

Inleiding Psychologische Dienstverlening 30

Een volgend aspect in een dienstverleningstraject is het bepalen van doelen. Op een bepaald punt kan het zeer nuttig zijn om je samen met de cliënt af te vragen waar je precies naar toe wil met deze begeleiding. Doelgericht werken kan verschillende voordelen hebben. Doelen kunnen een motiverend effect hebben, ze bieden perspectief en oriëntatie. Haalbare en realistische doelen kunnen voor de cliënt weer dat tikkeltje overzicht en houvast geven dat ze nodig hebben wanneer alles mistig en chaotisch is. Doelen kan hen ook geruststellen dat er licht is aan het einde van de tunnel, en dat die lastige sessies niet eeuwig zullen nodig zijn. Doelen laten ook toe de werkzaamheid van dienstverlening af te toetsen en bij te sturen. Daarover straks meer bij "evalueren".

Zowel de hulpverlener als de cliënt kunnen te ambitieus zijn of zichzelf onnodig onder druk zetten wanneer de lat te hoog wordt gelegd. Zo kan het geruststellend zijn dat iemand die al lang probeert te stoppen met drinken te horen krijgt dat het niet hoeft te gaan over "nooit nog één druppel alcohol aanraken”, maar dat we misschien na drie maanden nuchterheid eens te kijken of gecontroleerd drinken haalbaar lijkt of niet. Doelstellingen kunnen als nadeel hebben dat dit de blik van de dienstverlening verengd en de focus te eenzijdig op het resultaat wordt gelegd en daarbij het proces of de context uit het oog wordt verloren of te weinig rekening wordt gehouden met (onbewuste) dynamieken die zich tegen de persoon zelf keren (bv. pleasen, zelfbestraffing, perfectionisme,…) en een kroniek van een aangekondigde mislukking wordt.

Net zoals de vraagstelling kan evolueren met het verloop van de dienstverlening kan het ook gebeuren dat de de doelen bijgesteld kunnen worden. Zo begeleid ik iemand die aanvankelijk kwam om zelfmoordgedachten en diens worsteling met ouderfiguren, daarna zijn manipulatief gedrag op het werk aankaartte, vervolgens zijn alcohomisbruik, nu ook iets wil veranderen aan zijn omgaan met partner en kinderen, en ... we zijn na anderhalf jaar nog lang niet uitgepraat...

Sommige dienstverleningsinitiatieven hebben een aanbod waarbij er vlot kan geschakeld worden. In de Habbekrats/Overkop werking in Oostende bv. werkt men (letterlijke en figuurlijk) op drie niveaus: ontmoeten, verwonderen en verbinden. Ontmoeten betekent dat kinderen en jongeren er gewoon kunnen zijn en rondhangen, verwonderen gaat over hun aanbod belevingsgerichte activiteiten en verbinden verwijst naar hun hulpverleningsmogelijkheden die ze in huis hebben.

Het is natuurlijk niet in alle fasen en vormen van dienstverlening mogelijk om het geweer voortdurend van schouder te veranderen. Er bestaat ook zoiets als “rolintegriteit” (een deontologische richtlijn die rolverwarring en belangenconflicten wil vermijden). Maar daar kan het zinvol zijn om na een bepaalde reeks interventies iemand aan te bevelen en te verwijzen naar een andere vorm van dienstverlening die mogelijks beter aansluit bij de verwachtingen, doelen en concrete mogelijkheden van de betrokkene. Het is belangrijk daarbij steeds het belang van de cliënt voorop te stellen. De overstap naar een andere dienstverlener moet niet alleen wenselijk, maar ook mogelijk zijn, waarbij onderbreken of afhaken van het dienstverleningsproces moet worden vermeden. Een zogeheten warme overdracht (waarbij men de cliënt persoonlijk begeleidt tot wanneer de vervolgbegeleiding is opgestart) is hierbij aangewezen. Hieronder vind je een oplijsting van mogelijke doelstellingen, gerangschikt van algemeen en abstract naar concreet en operationeel. SMART is waarschijnlijk de meest gekende en deze bestaat in allerlei varianten. Laatst las ik ergens USMART+ waarbij men de U van "uitdagend" en de + van "positief geformuleerd" toevoegde.

Inleiding Psychologische Dienstverlening 31

Het vergt heel wat reflectie en oefening om doestellingen in "smart" termen te gieten. Vaak blijft men in vage termen hangen of beschrijft men een intentie of innerlijke mentale toestand i.p.v. een observeerbare handeling. Tip: gebruik “doe-woorden”.

Bv. uit een campagne voor het stimuleren van veilig seksueel verkeer kwam men tot drie concrete gedragsdoelen die seks veiliger kunnen maken: kopen van condooms, condooms steeds bij zich te hebben en condooms correct kunnen gebruiken. Deze doelstellingen werden dan nog verfijnd tot veranderdoelen, dwz doelen waarbij inzetten op wat iemand precies moet kunnen of leren om het gedragsdoel te realiseren. Ik som ze hier even op: kunnen aangeven waar men condooms kan kopen, merken en types van condooms kunnen opnoemen, kunnen benoemen dat zwangerschap, HIV en SOA risicio's zijn van seks zonder condoom, aangeven dat men zich in staat voelt een condoom aan te schaffen, opsommen waar men een condoom kan opbergen en bij zich dragen, rekenschap geven dat géén condooms bij hebben het risico vergroot, bevestigen dat men een condoom bij zich kan dragen, de stappen kunnen toelichten voor het correct aanbrengen van een condoom, de risico's op zwangerschap, HIV en SOA kunnen opsommen wanneer een condoom niet correct is aangebracht, aangeven dat jezelf in staat acht om bij seksueel contact een condoom correct kan aan te brengen.

Inleiding Psychologische Dienstverlening 32

3.2.2.2.4

4. psychologische methodes selecteren

Bij het DCM (Dynamisch Counselingsmodel) hadden we al eerder de cliëntprocessen besproken. Nu komt de blauwe buitencirkel aan bod waarmee we de psychologische dienstverleningsinterventies die de psychologisch consulent kan toepassen visualiseren. Deze worden onder de algemene term "couseling" gevat en kunnen in vijf types onderscheiden worden, naargelang hun finaliteit, wat wil zeggen wat we met deze interventie willen bereiken.

Ondersteunen

houvast, erkenning en verbinding bieden Verhelderen

besef, inzicht en overzicht verruimen

Coachen

samen werken naar een gezamenlijk gekozen doel toe.

Training

bijbrengen (of stimuleren) van sociaal-communicatieve, emotionele of cognitieve vaardigheden

Counseling

een proces bewerkstelligen waarin de cliënt de verhouding tot zichzelf en diens levenscontext kan (her)evalueren.

Ondersteunen: start bij een goede eerste contactname en een behoedzaam aftasten van nodige professionele afstand én nabijheid. Dit gaat over het goed afstemmen op de beleving en de noden van de ander, met oog voor diens autonomie en eigen mogelijkheden. Aanwezig zijn kan reeds

Inleiding Psychologische Dienstverlening 33

genoeg zijn. Weten dat iemand er voor je is. Iemand die oprechte belangstelling toont voor wie je bent, maar jou ook 100% respecteert in je eigenheid en autonomie. Een emotionele beschikbaarheid, een luisterend oor, een bemoedigende blik, een schouderklop, aanmoediging en vertrouwen schenken om die uitdaging aan te gaan, perspectief en hoop bieden,...

Een voorbeeld: het uitgangspunt van Villa Voortman, een Gents dagcentrum voor psychotische druggebruikers is "minimum rules, maximum respect". Zij weten uit ervaring dat hun bezoekers reeds heel wat negatieve ervaringen hebben met zorgverleners en dat teveel regels hen weghoudt van noodzakelijke hulp. Zij hanteren het begrip "respect" als positieve grond voor hun twee huisregels "hier geen gebruik en geen geweld". Dit principe biedt zowel de nodige tolerantie en aanvaarding én stelt duidelijke verwachtingen en grenzen waardoor hun bezoekers een plaats hebben waar ze een positievere identiteit kunnen vinden en meer sociale band kunnen ervaren.

Verhelderen: dit gaat over tussenkomsten die de cliënt helpt zich zaken beter te realiseren. Dit "besef" kan in heel wat verschillende gradaties bestaan. Dit kan gaan van oppervlakkig weten over beseffen wat het inhoudt en wat er allemaal bij komt kijken tot het zich ten volle en doorleefd rekenschap van iets kunnen geven en er ten volle consequent naar handelen. We spreken over "besef", "inzicht", "doorzicht", "overzicht". Het verhelderen kan een bredere kijk, een genuanceerder perspectief of een rijkere betekenis met zich meebrengen. "Zo had ik het nog niet bekeken". Vaak gaat het over bewust worden van feiten, verbanden en patronen, het duidelijker worden van wat niet meteen voor de hand ligt of direct observeerbaar is. Dit kan gaan over stilstaan bij het impact van ervaringen zoals pijn, angst en verdriet, het verschil dat bepaalde woorden of kleine gebaren kunnen maken. Dit kan evenzeer gaan over dingen bij jezelf als dingen bij anderen. Zo kun je je bijvoorbeeld trainen in verbale deëscalatie, je niet laten verleiden tot preken, dreigen of culpabiliseren en weten wat je persoonlijke allergieën of langste tenen zijn. Of kan het gaan om beseffen dat wat jij doet een herhaling is van wat je zelf als kind ervaarde. Of het rekening houden met de gevoeligheden van anderen. Of beseffen dat wat jij als effect ervaart kan verschillen van wat de ander als bedoeling had. "Ik wou je alleen maar helpen en het je makkelijker maken"-"OK, maar ik krijg hierdoor wel het gevoel dat ik dom en onhandig ben".

Een oefening:

denk aan een kwalijke eigenschap van jezelf die je graag wil veranderen, maar waarbij je merkt dat je geen actie onderneemt wanneer het er op aankomt... Je herkent misschien dit dubbel gevoel, "ambivalentie". Meestal wordt enkel stilgestaan bij de voordelen van verandering en de nadelen van de huidige toestand. Sta ook eens grondig stil welke de voordelen van deze huidige toestand je biedt en welke nadelen een verandering zou meebrengen. Plaats dit alles in een 2x2 raster: voor en nadelen van verandering en status quo.

Coachen: met coachen bedoelen we een vorm van begeleiden waarbij een cliënt op jou beroep doet om zijn of haar doel te helpen realiseren. Hierbij ga je vooral op zoek naar enkele faciliterende factoren, daarbij gebruik makend van cognitieve en motiverende hulpbronnen. Het gaat hierbij om een afgebakende reeks contacten gebruik makende van een eenvoudige methodiek, gebaseerd op enkele principes.

Inleiding Psychologische Dienstverlening 34

Zie "GROW" model hierboven.

Trainen: hierbij zal de dienstverlener vanuit zijn of haar kennis van zaken een persoonlijke of interpersoonlijke psychosociale vaardigheid aanleren, gebruik makend van didactische methodes in functie van persoonlijke of professionele ondersteuning, ontwikkeling en groei. Denken we aan een sollicitatietraining, assertiviteitstraining, impulscontrole, psychoeducatie, geweldloze communicatie, ...

Counselen: is een proces waarbij iemand vragen heeft over zijn/haar levenskwaliteit en welbevinden. Via het planmatig en doelgericht ontwikkelen en bespreken van mogelijke antwoorden en oplossingen in het hier-en-nu kan de cliënt zijn/haar verhouding tot zichzelf en de levenscontext evalueren en reguleren. Het leek ons ook zinvol om te verduidelijken wat het verschil is tussen "counseling" en "psychotherapie". We verwijzen hiervoor ook naar het OPO Opleidings-en Werkveldoriëntatie waar wordt stilgestaan bij de verschillende beroepstitels en erkenningen. Wanneer de klinische sector wordt toegelicht komen we hier ook nog op terug. Dit wordt ook nog toegelicht in het OPO Beroepsethiek (2de fase).

Op vandaag (sept 2023) is er een kaderwet met betrekking tot psychotherapie. Deze wet reserveert psychotherapie als gezondheidszorgpraktijk voor artsen, klinisch psychologen en klinisch orthopedagogen, die daarvoor een bijkomende opleiding hebben genoten. Aan de uitoefening van praktijken zoals coaching, training, begeleiding, counseling,... zijn alsnog géén juridische voorwaarden verbonden. Uiteraard gelden voor psychologisch consulenten wél de regels van hun deontologische code!

Verder een advies van de Federale Raad voor Geestelijke Gezondheidszorg Beroepen voor de erkenning van psychologisch consulenten (en orthopedagogisch consulenten) als ondersteunend beroep in de GGZ (eveneens te situeren in hoger vernoemde kaderwet), maar wordt tot op vandaag nog niet door de Minister van Volksgezondheid in uitvoering gebracht. Dit neemt niet weg dat er uiteraard nu al op heel wat plaatsen goed samengewerkt tussen psychologisch consulenten, klinische psychologen en artsen.

Inleiding Psychologische Dienstverlening 35

Deze vijf verschillende interventievormen zijn natuurlijk niet altijd strikt van elkaar te onderscheiden. We kunnen zo ook typeren aan de hand van "kenmerken" zoals de mate van sturing (hoe sterk wordt de interventie bepaald door de dienstverlener of door de cliënt), de mate waarop de interventie gericht is op handelen of op beleving, gericht is op de toekomst of ook rekening houdt met het verleden, gebaseerd is op in vraag stellen of op antwoorden bieden, of de doelstellingen door de dienstverlener of door cliënt worden gesteld, wie de expertenkennis heeft (cliënt of dienstverlener), wie de meeste inbreng doet, enz...

Bij een training is het duidelijk dat de dienstverlener de doelen stelt, de expert is, vooral antwoorden biedt en gericht is op handelen. Bij coaching stelt de cliënt de doelen, stuurt de dienstverlener louter het proces, is cliënt vooral actief en gericht op een toekomstig resultaat. Bij counselingsgesprekken is de dienstverlener vooral vragend en aftastend, is de cliënt vooral aan het woord vanuit eigen expertise over het eigen leven, staan belevingen van vroeger en nu voorop en kunnen de doelstellingen gaandeweg evolueren (bv. eerst elkaar en de problematiek beter leren kennen, later verbreding en verdieping, ...)

Steunen, verhelderen, coachen, trainen en counselen is gebaseerd op de rijke traditie van psychologische en psychotherapeutische modellen en praktijken die op vanuit diverse wetenschappelijke benaderingen onderzocht, beschreven en gegrond zijn. Deze bevatten allen theoretische en praktische opvattingen van waaruit menselijke ervaringen en handelen worden verklaard en hoe daar invloed kan worden op uitgeoefend

Deze inzichten zullen bepalen hoe we onze probleemanalyse maken en op welke wijze we zullen handelen met onze cliënt. Bv. hou je vooral rekening met irrationele gedachten of onbewuste inhouden of met de familiegeschiedenis of met hormonale schommelingen of ... dan zal dit je kijk en je tussenkomsten beïnvloeden.

Sommige van deze opvattingen hebben zich onafhankelijk van elkaar ontwikkeld, andere dan weer als tegenreactie. Sommige zijn verwant met elkaar, anderen staan haaks op elkaar... Het goede

Inleiding Psychologische Dienstverlening 36

nieuws is: er zijn ontelbare methodes of technieken die in psychologische dienstverlening toegepast kunnen worden. Het slecht nieuws: we kunnen deze in dit OPO niet allemaal bespreken.

In dit OPO hebben we daarom de voornaamste ondergebracht en gegroepeerd in een vijftal hoofdstromingen. De volgorde is niet historisch-chronologisch, maar thematisch. Er is hier en daar wat overlap en er zijn uiteraard raakpunten. Het onderscheid is wat kunstmatig, maar leek ons wel nuttig en nodig om wat overzicht te bewaren. De opsomming is begrijpelijkerwijs alles behalve volledig.

Je vindt de voornaamste opvattingen, begrippen, auteurs, vertegenwoordigers alsook enkele toepassingen terug in de vijf gelijknamige hoofdstukken.

3.2.2.2.5 5. psychologische methodes toepassen

Bekijk onderstaand filmpje aandachtig. Het is een sociaal experiment waarbij twee jonge dames een obese man verbaal aansporen om géén McD te eten. Wat doen ze precies, wat is het effect daarvan, waarom loopt het zo fout, denk je?

Inleiding Psychologische Dienstverlening 37

https://www.youtube.com/watch?v=LZJQeFQXdpc&t=1s

Het is duidelijk dat de toegepaste methode "overtuigend communiceren" hier niet correct wordt toegepast. Het correct toepassen van een psychologische methode gaat met heel wat overwegingen, tact en afstemming gepaard. In bovenstaand clipje wordt meteen keihard op schuldgevoelens ingezet waardoor de negatieve emoties zodanig hoog oplopen dat het compleet uit de hand loopt.

Elke methode of techniek heeft zo zijn mogelijkheden of beperkingen naargelang de concrete cliënt, dienstverlener en concrete situatie. Een ander voorbeeld: straffen of dreiging met straf kan ook gedragsverandering teweeg brengen, maar kan tevens ernstige schade berokkenen aan het gevoel van zelfwaarde van de cliënt, de vertrouwensrelatie die je hebt opgebouwd of kan misbruik van macht legitimeren. Vanuit verschillende stromingen heeft men concepten die iets over deze afstemming uitdrukken. In psychoanalyse spreekt men van "overdracht als motor van de kuur". In cognitieve stromingen beschouwt men "eigen-effectiviteit" (hoe je jezelf inschat om een taak tot een goed einde te brengen) als een belangrijke motivator.

We haalden het reeds eerder aan onder de noemer "ethisch" werken. Men moet er steeds over waken of de interventie in het belang, in het voordeel en aanvaardbaar is voor de cliënt in/met zijn context en dus zeker geen schade berokkent of het dienstverleningsproces verbreekt.

Als voorbeeld kunnen we nog even verder inpikken op het filmpje van hierboven. Vanuit de methodiek "motivationele gespreksvoering" gaat men de gesprekken aanpassen naargelang de fase in het begeleidingsproces, rekening houdend met waar de cliënt op dat moment aan toe is, en waar hij of zij nog niet aan toe is. Een beetje simplistisch geschetst komt het hier op neer dat je voorzichtig moet beginnen met het exploreren van gedachten. In tweede instantie kun je dieper ingaan op gevoelens en daarbij zal je op weerstanden botsten. Pas als die hindernissen overwonnen zijn, kun je aan de slag met actiegerichte doelen.

3.2.2.2.6 Evalueren

38

De volgehouden afstemming en zelfkritische onderzoekende houding van de psychologisch consulent zullen het resultaat van het dienstverleningsproces zeker gunstig beïnvloeden, maar garanties zijn er niet natuurlijk.

Het kan zinvol zijn om op basis van de eerder afgesproken doelen op de afgesproken tijd een stand van zaken te maken en de dienstverlening te evalueren. Hierbij kan zowel het proces worden bekeken als het resultaat. Is het vooropgestelde doel bereikt of niet, waarom wel of waarom niet? Hoe is de dienstverlening verlopen, hebben we de vraagstelling goed onthaald, klopt onze analyse van de achterliggende factoren nog of is deze achterhaald door nieuwe informatie, hebben we relevante hindernissen en hulpbronnen meegenomen, waren onze doelen helder, hebben we de juiste methodes gekozen en zijn deze goed geïmplementeerd... Hoe verloopt de samenwerkingsrelatie, zijn we goed afgestemd op de context en situatie van de cliënt, ben ik zelf als dienstverlener in optima forma of zijn er op persoonlijk vlak zaken die mijn oordeel of vaardigheden ondermijnen?

In het kader van multidisciplinair teamwerking worden er periodieke (wekelijks, maandelijks, zesmaandelijks,...) cliëntbesprekingen of opvolggesprekken gehouden die volgens deze methodiek verlopen. Daarbij komen de verschillende dienstverleners samen om een gezamenlijke probleemsamenhang, specifieke doelen en interventies af te spreken, waarover men dan de volgende keer zal getuigen en men dan kan evalueren en bijsturen.

In heel wat settings zal de cliënt en eventuele belangrijke derden rechtstreeks deelnemen aan dit overleg. In pedagogische of GGZ contexten is dit (nog?) niet overal het geval en wordt dit voor of na de vergadering besproken door een vertrouwenspersoon.

TOEPASSINGEN

Illustratie Intervention Mapping in de SPP Sector

https://slideplayer.nl/slide/2051128/ https://www.newnarrative.media/project/gedragsverandering-door-campagnes/

Inleiding Psychologische Dienstverlening 39

Illustratie Cirkel van Verandering KLN Sector

De stadia van verandering (TransTheoretical Model of Change), waarin men de psychologische interventies matcht met de fase waarin de cliënt zich bevindt in het veranderproces. Blader in onderstaande link door naar Hoofdstuk 2.

https://www.vad.be/assets/vad017_interactieve_versie_inspiratiebox_jeugdhulpverleners

Inleiding Psychologische Dienstverlening 40
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.