
1 minute read
4.7 Toestemming om therapeutische noodzaak
- het plegen van bedrog, of de poging daartoe, bij om het even welk onderdeel van de dopingcontrole - het bezit van een verboden stof of een verboden methode, zonder rechtvaardiging; - de handel in een verboden stof; - het toedienen van dopingproducten; - meewerken aan of helpen met dopinggebruik; - verboden samenwerking met dopingzondaars.
4.7 Toestemming om therapeutische noodzaak
Wanneer een sportbeoefenaar over een ‘toestemming wegens therapeutische noodzaak’ (afgekort: TTN) beschikt, mag deze sportbeoefenaar bijvoorbeeld geneesmiddelen nemen die verboden stoffen bevatten. De sportbeoefenaar riskeert dan geen dopingsanctie.
De regeling omtrent TTN verschilt naargelang het gaat om: - elitesporters op internationaal niveau, - elitesporters op nationaal niveau en - breedtesporters.
Bij dopingcontroles moeten elitesporters hun toestemming wegens therapeutische noodzaak kunnen voorleggen aan de controle-arts. Enkel in noodgevallen mogen deze sporters een retroactieve aanvraag (nadat ze het geneesmiddel al toegediend kregen) indienen (art. 13 Uitvoeringsbesluit bij het ADD).
Breedtesporters hoeven geen TTN aan te vragen, maar dienen bij een dopingcontrole wel melding te maken van de verboden stof die zij innemen. Na de dopingcontrole kunnen zij dan retro-actief een TTN aanvragen.
Belangrijk is wel dat behandelende artsen enkel verboden stoffen mogen voorschrijven als er echt geen andere mogelijkheid bestaat uit therapeutische overwegingen. Het is dus niet noodzakelijk zo dat een product dat werd voorgeschreven door een arts automatisch voor de betrokken sportbeoefenaar toegelaten is (art. 12 Uitvoeringsbesluit bij het ADD).