
1 minute read
8.3.4 Procedure als de overtreder minderjarig is
dat de beslissing van de ambtenaar niet alleen genomen moet zijn binnen de termijn van zes maanden, maar binnen diezelfde termijn ook ter kennis gebracht van de betrokkene.
Om de controle mogelijk te maken, worden de administratieve sancties in een bestand opgenomen.
Hoewel het hoger beroep ingesteld wordt bij de politierechter, wordt de burgerlijke procedure gevolgd, niet de strafprocedure. Het beroep wordt bij verzoekschrift aanhangig gemaakt. De politierechter kan, als hij verzachtende omstandigheden aanwezig acht, voor wat de geldboete betreft, onder het wettelijk minimum (€ 250) gaan; voor de andere sanctie (stadionverbod) niet. Voor inbreuken op artikel 24 van de wet (dat zijn de overtredingen vermeld onder punt C 1, hiervoor) kan zelfs bij verzachtende omstandigheden nooit een geldboete van minder dan 5.000 frank (€ 125) worden opgelegd (artikel 37).
Dat bij strafrechtelijke sancties de strafrechter wel zo “laag” kan gaan als hij wil, betekent nog niet dat het onwrikbaar minimum van de administratieve boete een schending van het gelijkheidsbeginsel zou inhouden; de administratieve geldboete is immers minder “onterend” dan een strafrechtelijke veroordeling, en dat compenseert dan het onwrikbare minimum, aldus het Grondwettelijk Hof.
Tegen de uitspraak van de politierechter is geen gewoon beroep mogelijk, alleen beroep bij het Hof van Cassatie (art. 31 lid 2).
8.3.4 Procedure als de overtreder minderjarig is
Wanneer de administratieve procedure tegen een minderjarige overeenkomstig artikel 26 § 2, wordt aangevat,wordt de aangetekende brief gestuurd aan de minderjarige en aan zijn vader en moeder, zijn voogden of de personen die het gezag over hem uitoefenen. De minderjarige wordt altijd gevraagd om zich mondeling te komen verdedigen.
Een kopie van zijn verhoor wordt aan de minderjarige afgegeven, evenals aan zijn vader en moeder, zijn voogden of de personen die het gezag over hem uitoefenen wanner zij bij het verhoor aanwezig zijn geweest. Indien de minderjarige geen advocaat heeft, wordt er hem een toegewezen. Wanneer de feiten bij de ambtenaar worden aanhangig gemaakt met toepassing van artikel 25, brengt hij onmiddellijk de stafhouder van orde der advocaten op de hoogte. Dat bericht wordt verstuurd op dezelfde dag als de aangetekende oproepingsbrief. De stafhouder of het bureau voor juridische bijstand wijst