
6 minute read
3.5.1.4 Gevolgen van het Bosman-arrest
voor de door hen georganiseerde competitiewedstrijden slechts een beperkt aantal beroepsspelers mogen opstellen die onderdaan zijn van een andere Lid-Staat.
3) Op de rechtstreekse werking van artikel 48 EEG-Verdrag kan geen beroep worden gedaan tot staving van vorderingen ter zake van een transfer-, opleidings- of promotievergoeding die op de datum van het onderhavige arrest reeds is betaald of nog is verschuldigd ter uitvoering van een vóór die datum ontstane verbintenis, behalve door de justitiabelen die vóór die datum een beroep in rechte hebben ingesteld of een naar nationaal recht daarmee gelijk te stellen bezwaarschrift hebben ingediend.
3.5.1.4 Gevolgen van het Bosman-arrest
Einde contract = vrije speler
a) verboden betalingen
a.1. Juridische gevolgen
Het Bosman-arrest zorgt ervoor dat spelers wiens contract afgelopen is ook daadwerkelijk vrij van club kunnen veranderen.
Indien het contract van een profvoetballer met zijn club afloopt en indien deze speler onderdaan is van een Lid-Staat van de Europese Unie, kan deze club niet verhinderen dat de speler een nieuw contract ondertekent met een andere club in een andere Lid-Staat. De club die de speler verlaat kan evenmin van de club die de speler onder contract neemt een vergoeding eisen zoals:
- een transfervergoeding
- een promotievergoeding
- een opleidings- of vormingsvergoeding.
Merk op dat het Bosman-arrest, juridisch gezien, enkel transponeerbaar is wanneer:
- het een situatie betreft waarbij sportbeoefenaars een loon ontvangen.
Sportbeoefening is immers geen rechtstreekse bevoegdheid van de
Europese Unie. Sportbeoefening valt slechts onder het gemeenschapsrecht indien het de activiteit van beroeps- of semiberoepsvoetballers betreft, daar dezen een werkzaamheid in loondienst uitoefenen of bezoldigde diensten verrichten.
Merk wel op dat het Bosman-arrest, dat in een voetbalzaak gewezen werd, evenzeer geldt in alle andere sporten waar de sportbeoefenaar een werknemer is.
- het een situatie betreft waarbij de vrijheid van werknemers binnen de Lid-Staten beperkt wordt.
Bovendien sprak het Bosman-arrest zich enkel uit over overstappen van clubs tussen verschillende Lid-Staten.
Nochtans gaat professor Blanpain (arbeidsrecht KU Leuven) er van uit dat de reglementen van FIFA, UEFA en de nationale bonden in overeenstemming moeten zijn met de mededingingsregels van het Verdrag van Rome (huidig art. 81 EG-Verdrag). Nationale transfersystemen die een transfervergoeding voorzien zijn volgens hem in strijd met deze regels.
In de voetbalwereld hebben de meeste voetbalbonden het binnenlandse transfersysteem in eigen land nu ook afgeschaft.
Professor Blanpain is evenzeer van oordeel dat ook voor spelers uit niet-LidStaten van de Europese Unie, die in een competitie van de Lid-Staten aantreden, geen transfersom gevraagd mag worden bij een nationale transfer of een transfer binnen de Lid-Staten. Transfersystemen zouden in deze ook onverenigbaar zijn met de mededingingsregels vervat in art. 81 van het EG-Verdrag, omdat deze bepaling moet toegepast worden ongeacht de nationaliteit van de spelers.
Merk nog op dat het Hof van Justitie in het Bosman-arrest de kernvraag duidelijk heeft beantwoord: artikel 48 (oud) EG-Verdrag verbiedt in regel elke maatregel die het vrij verkeer van werknemers belemmert, ook al is de maatregel zonder onderscheid van toepassing op alle EG-onderdanen en al is er dus geen sprake van discriminatie.
Weliswaar is het recht van vrij verkeer niet absoluut. Beperkende maatregelen zouden aanvaardbaar zijn als ze een rechtmatig doel zouden nastreven dat verenigbaar zou zijn met het Verdrag en ze verantwoord zouden zijn door dwingende redenen van algemeen belang, maar het Hof vond dat er in dit geval geen beperkingen van dien aard gevonden konden worden.
a.2. feitelijke gevolgen
Het Bosman-arrest zond een golf van verontwaardiging door de voetbalwereld, vooral bij de clubs.
Dit arrest sloeg de toenmalige voetbalwereld met verstomming. Het was toendertijd immers bijzonder gebruikelijk dat in bepaalde gevallen waar spelers die einde contract waren bij hun club deze toch niet konden verlaten zonder dat zij of hun toekomstige club een transfervergoeding betaalden. Vele ‘kenners’ waren het toendertijd over eens dat het Bosman-arrest de doodsteek voor veel (vooral kleine en middelgrote clubs zou betekenen), hetgeen onwaar is gebleken.
Veel ‘experts’ beweerden dat vooral de kleinere clubs nadelen zouden ondervinden van de wijziging van het transfersysteem. Deze clubs argumenteerden dat zij steeds jong talent een kans gaven, en dat zij overleefden via het geld dat zij ontvingen wanneer deze jongeren naar grotere clubs werden getransfereerd. Na het Bosman-arrest zouden deze kleine clubs geen beloning meer kunnen ontvangen voor hun investeringen in spelers. De grote clubs zouden alle goede spelers nu ‘gratis’ kunnen inlijven.
Nochtans stuit deze argumentatie ook op felle kritiek. Het argument dat kleinere clubs afhankelijk waren van de geldstroom van grotere clubs is betwijfelbaar. De meeste transfers in het voetbal geschieden bijvoorbeeld tussen clubs die in dezelfde divisie actief zijn.
Voor veel clubs was er trouwens geen sprake van een geldstroom. Het betrof eerder toevallige en occasionele inkomsten.
Andere experts wezen dan weer op de mogelijke positieve gevolgen van het arrest Bosman op de kwaliteit van de sport in het algemeen. Doordat er meer mobiliteitmogelijkheid is voor de sportbeoefenaars, kunnen zij makkelijker een club op hun niveau vinden en het beste uit zichzelf halen. Meer concurrentie tussen spelers zou tot een verbetering van het niveau kunnen leiden. Transfervergoedingen zouden in het verleden vaak verhinderd hebben dat spelers zichzelf qua clubniveau verbeterden.
De professionele voetbalspelers werden uiteraard zeker beter van het Bosman-arrest. Doordat de clubs geen transfervergoedingen meer betaalden, konden de spelers zelf hogere weddes eisen. De salarissen van de topspelers zijn dan ook (relatief beschouwd) gevoelig verhoogd na het Bosman-arrest, hoewel ook de stijgende televisie- en merchandisinginkomsten daar een grote rol hebben in gespeeld.
Supporters van het Bosman-arrest hoopten vurig dat de macht van de clubs ten aanzien van de spelers nu drastisch ingeperkt zou worden. Het mogelijke machtsmisbruik door het (dreigen met) het weigeren van een transfer of het stellen van onredelijk hoge transfersommen zou tot het verleden behoren.
De geschiedenis is echter anders uitgedraaid.
Verbrekingsvergoeding Uiteindelijk passen de clubs een eenvoudig systeem toe waardoor de situatie van voor het Bosman-arrest feitelijk gezien niet veel veranderd is. De contracten van de sportbeoefenaars werden gevoelig verlengd, bijvoorbeeld tot vijf jaar. Als een speler een transfer wil naar een andere ploeg, kan de oude ploeg van de nieuwe ploeg een verbrekingsvergoeding eisen. Dit systeem van overgang is ondertussen de nieuwe standaard geworden, zeker voor topspelers.
De ‘transfervergoedingen’ van voor het Bosman-arrest, worden nu niet meer einde-contract, maar bij de vroegtijdige beëindiging van het contract geëist.
b) Nationaliteitsclausules
b.1. Juridische gevolgen
Het Bosman-arrest verbiedt beperkingen met betrekking tot de nationaliteit van voetballers, die onderdaan zijn van een Lid-Staat van de Europese Unie, in de Europese Unie.
Concreet betekent dit dat bijvoorbeeld voetbalploegen het recht hebben om een onbeperkt aantal spelers met een vreemde nationaliteit van binnen de Europese Unie op te stellen.
Het arrest verhindert echter niet dat reglementen van sportfederaties en sportbonden nationaliteitsvereisten instellen voor wedstrijden tussen nationale ploegen in internationale competities. De bepalingen van het Europees Gemeenschapsrecht verzetten zich immers niet tegen een regeling die gerechtvaardigd is om niet-economische redenen, die verband houden met het specifieke karakter en kader van bepaalde wedstrijden.
b.2. Feitelijke gevolgen
Veel sportbonden en –federaties hebben na het Bosman-arrest alle nationaliteitsbeperkende regels bij ploegcompetities opgeheven (en dus niet alleen met betrekking tot EU-onderdanen). Dat lijkt ook logisch. Het zou absurd zijn dat een voetbalclub bijvoorbeeld met 11 Zweden mag spelen, maar niet met 11 Zimbabwanen.
Ook wat zijn gevolgen inzake nationaliteitsclausules betreft is het arrest Bosman fel bestreden, omwille van verschillende redenen.
- Het zou volgens sommige personen lonender zijn te investeren in goedkope buitenlandse voetballers dan in een eigen langdurende en qua resultaten onzekere jeugdopleiding.
- Sporten verliezen elke binding met hun geografische achterban.
- Malafide spelersmakelaars en mensenhandelaars krijgen extra kansen om spelers als koopwaar te slijten.
Ondertussen blijven er op vele fronten (FIFA, UEFA, nationale competities) pogingen ondernomen worden om voetbalclubs te verplichten om spelers van hun eigen land in de rangen op te nemen. Daarbij gaat het vaak om een minimum aantal spelers uit het eigen land bij de club aangesloten te hebben en niet om verplichtingen om spelers op te stellen. Op die manier wordt getracht om onder meer de band tussen club en land te versterken en de clubs te stimuleren in de eigen jeugdwerking te investeren.