6 minute read

de partijen

1.8.2 Eenzijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst door één van de partijen

Elke partij kan de overeenkomst op elk moment beëindigen, mits naleving van de voorgeschreven modaliteiten.

1.8.2.1 De beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.

1.8.2.1.1 De opzegging De opzegging is een eenzijdige rechtshandeling waarbij de werknemer of de werkgever aangeeft de arbeidsovereenkomst te beëindigen.

Na de opzegging start doorgaans een opzegtermijn. Tijdens deze termijn wordt de arbeidsovereenkomst nog voortgezet tot het einde van deze termijn, waarna de overeenkomst definitief wordt stopgezet. Indien de opzegtermijn niet gerespecteerd wordt, dient een opzegvergoeding betaald te worden, dit is een vergoeding die overeenkomt met hetgeen verschuldigd zou zijn aan loon tijdens de correcte opzegtermijn.

De opzegtermijnen verschillen naargelang het de werkgever of de werknemer is die de opzegging geeft. Werkgevers die de arbeidsovereenkomst opzeggen zijn tot langere opzegtermijnen gehouden dan werknemers die de overeenkomst opzeggen.

De opzeggingstermijnen zijn hetzelfde voor arbeiders en bedienden vanaf 1 januari 2014. Voor arbeidsovereenkomsten van onbepaalde duur, gesloten vanaf 1 januari 2014, gelden bijvoorbeeld de volgende opzeggingstermijnen (art. 37/2 AOW):

opzegtermijn

opzegvergoeding

Anciënniteit Opzegging door werkgever

(in weken)

0 tot (minder dan) drie maanden 1

drie tot vier maanden 3

vier tot vijf maanden

4 vijf maanden tot 6 maanden 5 6 maanden tot 9 maanden 6 2 jaar tot (minder dan) 3 jaar 12 3 jaar tot 4 jaar 13

4 jaar tot 5 jaar 5 jaar tot 6 jaar 15 18

6 jaar tot 7 jaar 7 jaar tot 8 jaar 8 jaar tot 9 jaar 9 jaar tot 10 jaar 10 jaar tot 11 jaar 11 jaar tot 12 jaar 12 jaar tot 13 jaar 13 jaar tot 14 jaar 14 jaar tot 15 jaar 15 jaar tot 16 jaar 16 jaar tot 17 jaar 17 jaar tot 18 jaar 18 jaar tot 19 jaar 19 jaar tot 20 jaar 20 jaar tot 21 jaar 21 jaar tot 22 jaar 22 jaar tot 23 jaar 23 jaar tot 24 jaar 24 jaar tot 25 jaar 21 24 27 30 33 36 39 42 45 48 51 54 57 60 62 63 64 65 66 Opzegging door werknemer

(weken) 1

2 2 2 3 6 6 7 9 10 12 13 13 13 13 13 13 13 13 13 13 13 13 13 13 13 13 13

Vanaf eenentwintig jaar wordt de opzeggingstermijn door de werkgever verder opgebouwd met één week per begonnen jaar anciënniteit.

1.8.2.1.2 De tegenopzegging

In geval van opzegging door de werkgever, kan de werknemer op zijn beurt de overeenkomst opzeggen met een verkorte opzegging wanneer hij een andere dienstbetrekking gevonden heeft. Het gaat hier om een "tegenopzegging".

Deze regel kan samengevat worden door volgende tabel (art. 37/2 §3 AOW):

Anciënniteit

Tegenopzegging (in weken) Van 0 tot minder dan drie maanden 1 Van drie maanden tot minder dan zes maanden 2 Van zes maanden tot minder dan twaalf maanden 3 Vanaf een jaar 4

1.8.2.1.3 Verplichte vermeldingen bij opzegging De ene partij moet de andere in kennis stellen dat hij heeft besloten de arbeidsovereenkomst te beëindigen met ingang van een bepaalde datum. De kennisgeving van de opzegging moet schriftelijk gebeuren en de begindatum en de duur van de opzeggingstermijn vermelden (art. 37 AOW). Indien de opzegging deze vermeldingen niet bevat, is er een verbreking en geen opzeg en in dat geval is een vergoeding verschuldigd.

1.8.2.1.4 Wijzen van kennisgeving van de opzegging Indien de opzegging gegeven wordt door de werknemer moet de kennisgeving geschieden op straffe van relatieve nietigheid (art. 37§1 AOW):

- door overhandiging van een geschrift aan de werkgever, of - bij aangetekende brief (in dat geval heeft de kennisgeving pas uitwerking de derde werkdag (alle dagen van de week, buiten de zondag en feestdagen) na de datum van verzending (bijv. een brief verzonden op maandag 13 januari wordt geacht betekend te zijn op donderdag 16 januari), of - bij deurwaardersexploot

Indien de opzegging door de werkgever gegeven wordt, moet de kennisgeving op straffe van absolute nietigheid geschieden (art. 37 § 1 AOW):

- bij aangetekende brief of - bij gerechtsdeurwaardersexploot.

De kennisgeving van de opzegging uitgaande van de werkgever, die niet geschiedde op één van voornoemde wijzen is absoluut nietig, dwz dat elke belanghebbende de nietigheid kan opwerpen. De werknemer kan de nietigheid niet dekken en de rechter moet de nietigheid ambtshalve inroepen. Daarentegen is de kennisgeving van de opzegging uitgaande van de werknemer die niet geschiedde op één van de voornoemde wijzen relatief nietig. In dat geval kan deze nietigheid alleen door de werkgever worden ingeroepen. Wordt de nietigheid door de werkgever gedekt, dan kan de opzegging worden beschouwd als een geldig gegeven.

1.8.2.1.5 Opzeggingstermijn bij het pensioen De opzeggingstermijn die de werkgever in acht moet nemen voor een bediende die stopt met werken wanneer hij de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, maximaal 26 weken wanneer het van de werkgever uitgaat (Art. 37/6 AOW).

In de praktijk wordt in dit geval vaak overgegaan tot een beëindiging in onderling akkoord.

1.8.2.1.6 De opzeggingsvergoeding

De werknemer of werkgever die de overeenkomst zonder dringende reden verbreekt, zonder of met een ontoereikende opzeggingstermijn, is aan de andere partij een vergoeding verschuldigd. Dit is de opzeggingsvergoeding.

Deze is gelijk aan het loon dat overeenstemt met de duur van de opzeggingstermijn, die normaal in acht genomen moest worden (of die gelijk is aan het verschil tussen de betekende opzegging, en de verschuldigde opzegging in geval van ontoereikende opzegging).

Het loon is hetgeen verschuldigd is op het ogenblik dat de overeenkomst werkelijk beëindigd wordt. Het omvat onder meer de jaarlijkse gemiddelde toeslag voor regelmatig gepresteerde overuren, evenals de premies die betaald werden in de loop van de 12 maanden voorafgaand aan de verbreking (o.a. de eindejaarspremie en het dubbel vakantiegeld). Men houdt eveneens rekening met alle voordelen verworven krachtens de overeenkomst (vb. privé-gebruik van een bedrijfsvoertuig, werkgeversaandeel in maaltijdcheques…).

1.8.2.1.7 Ontslagmotivering en kennelijk onredelijk ontslag

CAO 109 is van toepassing op werknemers in de privé-sector met een anciënniteit van minstens 6 maanden.

De werkgever dient bij een ontslag de redenen van het ontslag niet spontaan mee te delen, doch voormelde werknemers hebben het recht om een ontslagmotivering aan te vragen. Indien de werkgever niet antwoordt op deze vraag is deze een forfaitaire vergoeding van 2 weken loon verschuldigd.

Voor de werknemers met een contract van onbepaalde duur kan bovendien onderzocht worden of er geen sprake is van een ‘kennelijk onredelijk ontslag’. Dat is een ontslag om redenen die geen verband houden met de geschiktheid of het gedrag van de werknemer en die niet berusten op een noodzakelijkheid vanuit ondernemingsperspectief (bijv. economische noodzaak). De rechter veroordeelt de werkgever dan tot een vergoeding van 3 tot 17 weken loon, afhankelijk van de gradatie van de kennelijke onredelijkheid van het ontslag.

1.8.2.2 De beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd

Arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur kunnen in principe niet worden opgezegd. Bedoeling is dat zij gewoon aflopen op hun afgesproken einddatum. Wil men toch vóór die datum een einde maken aan de overeenkomst, moet men haar verbreken. De regel is dat men een vergoeding betaalt gelijk aan het loon van het nog te lopen gedeelte van de overeenkomst. Hier staat wel een maximum op, namelijk deze vergoeding mag niet meer bedragen dan het dubbele van wat men zou moeten betalen bij een overeenkomst van onbepaalde duur (art. 40 § 1 AOW).

Er is echter een mogelijkheid om overeenkomsten van bepaalde duur op te zeggen (met de normale opzeggingstermijnen) tijdens de eerste helft van de duur van het contract, met een maximum van 6 maanden. Zo bestaat de opzegmogelijkheid voor bv. een contract van 6 maanden tijdens de eerste 3 maand, voor een contract van bv. 3 jaar bestaat de opzegmogelijkheid enkel tijdens de eerste 6 maand. (art. 40 § 2 AOW).

De opzeggingstermijnen die moeten gehanteerd worden, zijn de gewone termijnen van bij de contracten van onbepaalde duur.

Bij opeenvolgende overeenkomsten van bepaalde duur bestaat de opzegmogelijkheid wel enkel voor het eerste contract.

This article is from: