Groninger Kerken - juli 2019

Page 1

Groninger Kerken jul i

2 0 19

P a s s a n t e n d o o r T a c o a a n g e b r u i k e r s v a n

A n e m a • E e n o d e G r o n i n g e r k e r k e n


inhoud

36 / 3 – juli 2019 Stichting Oude Groninger Kerken

Susan Lammers

opgericht 13 mei 1969

Woord vooraf

59

Stichting Der Aa-kerk Groningen opgericht 1 maart 1985

Martin Hillenga

De tijd duurt één mens lang. De passentenportretten van Taco Anema

Beschermheer

61

Na de oprichting van de SOGK in 1969 speelden beelden een grote rol. Misschien waren ze zelfs wel belangrijker dan het woord om mensen te overtuigen van de noodzaak en het bestaansrecht van de jonge organisatie. Vooral de foto’s van desolate kerkgebouwen trokken indertijd de eerste donateurs over de streep. Haast iconisch zijn de opnamen van rondfladderende duiven in Leegkerk en het onttakelde interieur van Obergum. Niet voor niets reikte de SOGK in aanloop naar het gouden jubileum opnieuw naar de fotografie om haar waarde voor het voetlicht te brengen. Taco Anema portretteerde de gebruikers van Groningen kerken als tijdelijk onderdeel van het monument, maar wel onlosmakelijk daarmee verbonden.

Mr.drs. F.J. Paas, Commissaris van de Koning in de provincie Groningen Bestuur en directie P.M. de Bruijne, voorzitter C. Kool, secretaris J. Wolters, penningmeester E.A.M. Bulder, vice-voorzitter J.A. de Vries M. van Zanten P.G.J. Breukink, directeur Adres Coehoornsingel 14

Agmar van Rijn

Passanten: een ode aan vijftig jaar mensenwerk

9711 bs Groningen

telefoon (050) 312 35 69

67

De fotoserie Passanten van Taco Anema is geschoten als een ode aan de gebruikers van Groninger kerken. Deze gebruikers zijn representanten van de groep mensen die de afgelopen vijftig jaar nieuwe taal en nieuwe vormen vond in en rondom oude kerken. Hoe urgent dat was, en nog steeds is, valt niet te onderschatten. Na vijf decennia onderscheiden we tien nieuwe gebruiksvarianten. En we zien het specifieke karakter, de moed, creativiteit en het doorzettingsvermogen van Passanten: mensen die precies op tijd waren.

e-mail info@groningerkerken.nl www.groningerkerken.nl iban: nl69 abna 0486 114 333 Redactieadres Coehoornsingel 14

9711 bs Groningen

e-mail info@groningerkerken.nl Redactie Groninger Kerken Dr. C.P.J. van der Ploeg, voorzitter Drs. M. Hillenga, secretaris Drs. R.H. Alma

Passanten kwam tot stand dankzij:

Drs. A. van Deijk E. Hofman MA Dr. A.B. Mulder-Bakker J.F. Oldenhuis Donateurschap Minimaal ¤ 17,50 per jaar Tijdschrift ¤ 15,- per jaar Advertenties

Op de omslag: De foto’s van Taco Anema worden tentoongesteld in een door Studio 212 Fahrenheit ontworpen installatie, in de vorm van een spiegelende kerk (hier opgesteld in de stad-Groninger Der Aa-kerk). Zo ziet de toeschouwer niet alleen de gebruikers van de kerken, maar ook zichzelf. Foto Roelof Bos.

Informatie en tarieven worden verstrekt

Het tijdschrift Groninger Kerken is een uitgave van de Stich­ting

Drukwerk en verzending

Oude Gronin­ger Kerken. Het tijdschrift verschijnt viermaal per

Zalsman Groningen B.V.

jaar. Abonnement, alleen voor dona­teurs van de Stichting Oude Gronin­ger Kerken, ¤ 15,- per jaar. Nieu­we donateurs ont­vangen Gro­nin­ger Kerken het eerste jaar gratis.

issn 0169 - 3719

Professionele Organisatie voor Monumentenbehoud (POM)

door Stichting Oude Groninger Kerken telefoon (050) 312 35 69 e-mail: info@groningerkerken.nl

Opmaak en productie Ekkers & Paauw, Groningen


Woord vooraf

Vijftig jaar een volwaardige en voorbeeldige monumentenorganisatie Vijftig jaar Stichting Oude Groninger Kerken, dat verdient felicitaties, feestelijkheden en is iets om trots op te zijn! Namens de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) dan ook alle lof en waardering voor de erfgoedprofessionals en vele vrijwilligers die dagelijks in de weer zijn met de stichting en de fraaie kerken in Stad en Ommeland. Als algemeen directeur van de Rijksdienst wil ik iedereen, van plaatselijke commissie tot stichtingsbestuur en van donateur tot medewerker, feliciteren en complimenteren met dit in goud omlijste jubileum. Tegelijk wil ik de wens uitspreken dat ook de komende decennia net zo vruchtbaar mogen zijn. Dat met net zoveel enthousiasme, inzet, liefde, kennis en visie de Groninger kerken beheerd en gebruikt blijven en daardoor hun specifieke karakter behouden. Een halve eeuw hoeder van het religieus erfgoed in Groningen en uitgroeien tot een van de toonaangevende erfgoedstichtingen in Nederland is geen geringe prestatie. De ontwikkelingen die de Stichting Oude Groninger Kerken in vijftig jaar heeft doorgemaakt zijn indrukwekkend. Van een kleine groep kerkelijke initiatiefnemers en erfgoedliefhebbers in 1969 naar een organisatie met ruim zesduizend donateurs, een groep van honderden vrijwilligers en een bureau met vijftien betaalde medewerkers is geen toeval. Het is het gevolg van zorgvuldig beleid, een visie voor de lange termijn en soms een beetje geluk. De Stichting Oude Groninger Kerken is met ruim honderd rijksmonumentale kerken, torens, pastorieën en kerkhoven een van de grootste monumenteigenaren in Nederland en werd in 2013 als een van de eersten door de Rijksoverheid aangewezen als Professionele Organisatie voor Monumentenbehoud (POM). Die erkenning toont aan dat Oude Groninger Kerken niet alleen organisatorisch haar zaken op orde heeft maar ook op andere vlakken weet waar zij mee bezig is. Goed eigenaar- en opdrachtgeverschap hoort daarbij, net als financiële stabiliteit en kennis van het restaureren. Tekenend is dat de stichting erkend is als leerbedrijf en bevoegd is om stages en leerbanen te verzorgen voor het middelbaar beroepsonderwijs. Nieuwe generaties timmerlieden en metselaars krijgen zo ervaring met monumenten en hopelijk interesse in het cultureel erfgoed. Vakmensen blijven ook in de toekomst hard nodig, immers ongewild dienen zich nieuwe uitdagingen aan. De ‘olifanten in het landschap’ lo-

Susan Lammers bij de ingebruikname van de gerestaureerde Molukse kerk in Appingedam, 2017. Foto Jelte Oosterhuis.

59


pen volgens bouwkundige Jur Bekooij sluipenderwijs schade op vanwege de bevingen. Het versterken van de monumentale gebouwen vereist ambachtslieden die kennis hebben van historische materialen en constructies en zorgvuldige afwegingen kunnen maken bij behoud of vernieuwing. Met dit begeleiden en opleiden van jonge mensen sluit de Stichting Oude Groninger Kerken prima aan op het overheidsbeleid zoals omschreven in de beleidsbrief Erfgoed Telt: de betekenis van erfgoed voor de samenleving, een document waarin de ontwikkelingen voor de komende jaren in de Nederlandse Erfgoedzorg worden geschetst.

60

In het regeerakkoord is afgesproken dat het kabinet investeert in onderhoud en herbestemming, met daarbij speciale aandacht voor monumentale kerken. In de nationale kerkenaanpak zijn een vijftal programmalijnen geformuleerd die in de praktijk nauw aansluiten bij de huidige activiteiten en het beleid van de Stichting Oude Groninger Kerken. Het vergroten van de toegankelijkheid bijvoorbeeld wordt al volop toegepast en dit jaar geïntensiveerd door meer dan vijftig kerken dagelijks open te stellen voor het publiek. De rijksoverheid draagt hier ook financieel aan bij. Onlangs heeft de stichting een mooi ‘verjaardagscadeau’ van onze minister gekregen van 500.000 euro, mede bestemd om de iconische monumenten te ontsluiten. Aan de door de overheid gewenste en beschreven draagvlakverbreding wordt ook al continu gewerkt. Lokaal door het activeren en voorlichten van plaatselijke commissies maar ook door middel van het bedenken van educatieve programma’s voor de schooljeugd. Het project ‘Sleutelbewaarders’ is hiervan een fraai voorbeeld. Nu kerkgang niet meer vanzelfsprekend is zullen andere manieren gezocht moeten worden om toekomstige generaties kennis te laten maken met de verhalen en objecten van dit bijzondere en eeuwenoude erfgoed. Het ontwikkelen van een duurzaam toekomstperspectief voor kerkgebouwen door middel van kerkenvisies, is een van de grootste doelen binnen de Nationale Kerkenaanpak. Om te behouden wat ons dierbaar is, is strategie nodig. Treffend is dat die al deels in 1969 met een helderziende blik door het net opgerichte stichtingsbestuur in Groningen werd verwoord. In de inleiding van de allereerste publicatieband lezen we: ‘…men zal de kerken moeten gaan inventariseren naar haar historische waarde, haar esthetische functie in het stadsbeeld of in het landschap, naar haar bindende betekenis voor de lokale bevolking en naar haar toekomstige mogelijkheden tot functioneren voor de kerkelijke gemeenschap’. Kerkenvisies zijn de stichting dus niet vreemd, en gezien haar leidende positie in het Groninger erfgoedveld zie ik voor de Oude Groninger Kerken dan ook een grote rol weggelegd binnen de kerkenvisies, zoals die ook voor het religieus erfgoed is opgepakt bij de aardbevingsproblematiek.

Goed opdrachtgeverschap en visie op de ‘collectie’ zijn belangrijk binnen de erfgoedwereld. Wie een kerkgebouw wil herinrichten of herbestemmen en het een bestendige toekomst wil geven zal zich moeten verdiepen in de ontwerpkwaliteiten van architecten en de cultuurhistorische waarden van het gebouw. De Stichting Oude Groninger Kerken is zich hiervan bewust. Zo wordt in het ene kerkgebouw het waardevolle interieur gerespecteerd en geconserveerd en wordt die waarde ingezet in het nationale project ‘Het grootste Museum van Nederland’ van het Museum Catharijneconvent. In andere gevallen valt de keuze op spraakmakende invullingen en verbouwingen. Internationaal aansprekende aanpassingen zijn bijvoorbeeld gerealiseerd in Leegkerk of Klein Wetsinge waar prijswinnende ontwerpen ertoe geleid hebben dat de kerkjes hier weer tot leven zijn gekomen. Ik heb de Stichting Oude Groninger Kerken leren kennen als een zelfbewuste stichting die de confrontatie en discussie niet uit de weg gaat bij het denken over gebruik, nevengebruik en herbestemming. ‘Gebruik daar draait het om’. Deze boodschap wordt door directeur Peter Breukink en de andere medewerkers dagelijks uitgedragen. Zonder gebruik geen aandacht, zorg en draagvlak. De mens als uitgangspunt, zonder hen is het gebouw ten dode opgeschreven. En daarmee komen we bij de vrijwilligers, het echte kapitaal. ‘Het kabinet waardeert de inzet van vrijwilligers. Zij zijn voor het behoud en de beleving van erfgoed onmisbaar. Door hun inzet, passie en kennis dragen ze zorg voor de instandhouding en toegankelijkheid van erfgoed. Ook vormen ze door hun enthousiasme een belangrijke schakel naar een groter en meer divers publiek’. Deze passage afkomstig uit de beleidsbrief Erf­ goed Telt: de betekenis van erfgoed voor de samenleving, is op het lijf geschreven van de Stichting Oude Groninger Kerken, zo blijkt ook uit het Vrijwilligers Beleidsplan waarin wordt vermeld: ‘Vrijwilligers vormen de onmisbare kracht achter wie wij zijn, en waar we voor staan’. Maar wie zijn nu die Groningers die zich met hart en ziel inzetten voor de kerkgebouwen, wat bindt ze en wat doen ze dan precies? Een antwoord op die vragen toont de jubileumexpositie met de prachtige en veelzeggende titel ‘Passanten’. Vrijwilligers met een gezicht, schitterend in beeld gebracht door fotograaf Taco Anema. Van beheerders, rondleiders en zilverpoetsers tot de carilloncommissie of klokkenluiders. Het zal u niet verbazen dat we onze steun hebben toegezegd aan het project toen Peter Breukink en Agmar van Rijn de plannen voor de expositie aan de RCE ontvouwden. Deze ode aan de vrijwilliger is ter inspiratie voor velen en zal na de Der Aa-kerk in Groningen dan ook in het RCE-gebouw te Amersfoort te zien zijn. Susan Lammers, Algemeen directeur Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed


Mar tin Hillenga

De tijd duurt één mens lang De passantenportretten van Taco Anema Beelden speelden een grote rol na de oprichting van de Stichting Oude Groninger Kerken (SOGK) in 1969. Misschien waren ze zelfs wel belangrijker dan het woord om mensen te overtuigen van het bestaansrecht van de jonge organisatie. Vooral de foto’s van desolate kerkgebouwen trokken indertijd de eerste donateurs over de streep. Haast iconisch zijn de opnamen van rondfladderende duiven in Leegkerk en het onttakelde interieur van Obergum. Niet voor niets reikte de SOGK in aanloop naar het gouden jubileum opnieuw naar de fotografie om haar waarde voor het voetlicht te brengen.

Groningen-Amsterdam ‘De tijd duurt één mens lang’. Die dichtregel van Remco Campert schoot door mijn hoofd toen ik richting de Dam liep. Ooit hingen de woorden daar op een spandoek. Of ik dat met eigen ogen gezien heb of toch op een foto, ben ik inmiddels vergeten. Zo werkt dat soms, met een niet-fotografisch geheugen. De bodem voor de herinnering werd vermoedelijk gelegd op het Station Rokin. Reizigers passeren sinds vorig jaar daar een grote selectie archeologische vondsten gedaan tijdens de aanleg van de Noord/Zuidlijn. Ze liggen in mooi uitgelichte glazen vitrines parallel aan de roltrappen, gesorteerd naar thema en gebruik. Niet alleen de hoeveelheid maakt indruk – tienduizend van in totaal zevenhonderdduizend objecten worden getoond – maar vooral ook de variatie. Het geheel getuigt van meer dan acht eeuwen menselijk leven in de stad en tegelijkertijd van individuele vergankelijkheid: de afzonderlijke stukken roepen de vraag op wie toch ooit de gebruiker was. Eindbestemming van de reis Groningen-Amsterdam was fotograaf Taco Anema. Hijzelf legde deze tocht de afgelopen jaren verschillende keren in omgekeerde richting af om te fotograferen in en rondom Groninger kerken. De roltrap bleek een aardige prelude op de kennismaking – ook in Anema’s werk spelen hoeveelheid, variatie én tijdloosheid een grote rol.

61

Illusie

Beeld heeft de illusie van objectiviteit. Niets is minder waar. In beelden zit altijd de bedoeling van de maker vervat, net als zijn technische mogelijkheden en beperkingen. Ze zijn ook niet vrij van het wereldbeeld of de interpretaties van vorige generaties beschouwers. Wie over honderd jaar onderzoek doet naar kerken in Groningen, zou zich bijvoorbeeld kunnen verbazen over de enorme leegte aan het eind van het vorige en het begin van het nieuwe millennium. Nu is de provincie in de beeldvorming

Haast geen andere foto dan deze drukt de noodzaak tot oprichting van een organisatie als de SOGK beter uit: alleen duiven wisten omstreeks 1970 de gesloten kerk van Leegkerk binnen te komen. Foto archief SOGK.


Drie maal de lege kerk van Leegkerk, tegelijkertijd een illustratie van drie generaties gebruik: in 1942, na de restauratie in 1973 en na de herbestemming van 2013. Collecties Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Groninger Archieven (foto M.A. Douma) en Stichting Oude Groninger Kerken (foto Harold Koopman).

62

weliswaar óók leeg, maar wie letterlijke beelden bekijkt van kerkgebouwen moet toch de indruk hebben dat zich in Groningen een geruisloos en snel proces van ontvolking voltrok, parallel aan de ontkerkelijking. De foto’s – zoals die aanwezig zijn in grote verzamelingen als die van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, het Instituut voor Christelijk Cultureel Erfgoed, Groninger Archieven en SOGK – zijn leeg. Hoe langer je er naar kijkt, hoe leger ze ook worden. Want juist dan ontstaat het besef dat zelfs de sporen van recente menselijke activiteit vaak ontbreken in het beeld. Eigenlijk plaatst alleen het gebruikte medium fotografie de onderwerpen in onze eigen tijd. Evengoed hadden het schilderijen of aquarellen van Saenredam of Bosboom kunnen zijn – Henk Helmantel is in dit geval hors concours. Overgeleverde beelden zijn dus bepalend voor hoe we het verleden bekijken én interpreteren. Een overbekend voorbeeld: de archeoloog en kunsthistoricus Johann Joachim Winckelmann typeerde de Griekse beeldhouwkunst als Edle Einfalt, stille Größe. Maar de verstilde werken van haast transparant marmer zoals hij die in de achttiende eeuw onder ogen had, waren ooit kakelbont beschilderd. Meer nog dan sculpturen, plastiek of schilderijen hebben foto’s de schijn van een objectieve één op één registratie. Niets is minder waar. Onze voorouders gingen niet ernstig door het leven omdat ze op foto’s niet lachen – de vroege fotografie volgde simpelweg de conventies van de schilderkunst. De Tweede Wereldoorlog is door de overdaad aan zwart-witmateriaal moeilijk in kleur voor te stellen. Dat bracht regisseurs van recente films er zelfs toe hun films zonder kleur op te nemen voor een authentieke beleving. Beelden zetten soms de werkelijkheid naar hun hand. Maar om terug te keren op de kwestie van de lege kerkenfoto’s: wat is de verklaring? Hopelijk vallen toekomstige onderzoekers nooit de opnamen in handen die op een website als Funda staan. Ze zouden weleens kunnen concluderen dat de leegloop van kerken, ook in Groningen, te wijten viel aan een massale overstap naar het boeddhisme – de Boeddhabeeldjes zijn tenminste alom aanwezig. In werkelijkheid geldt voor kerkfotografen ook wat voor huizenverkopers geldt: ze ruimen nu eenmaal graag op voor hun kijkers. Dat Edle Einfalt, stille Größe is nog steeds een streven. Weg met het folder­ rekje, het gedekte tafeltje met ansichtkaarten en jampotjes bij de entree, de plastic kuipstoeltjes – die toch nog stukken lekkerder zitten dan de harde kerkbankjes –, de ladder die is blijven staan na een klusje en het laken dat doordeweeks de avondmaalstafel met Statenbijbel vrijwaart van stof – wég ermee! Wat vooral uit beeld moet, zijn mensen. Ze zouden eens kunnen afleiden van het middeleeuwse monument en de beleving daarvan. Maar een foto toont in de eerste plaats natuurlijk een kerk in de twintigste of eenentwintigste eeuw.


63

Leegkerk: Vrijwilligers van de Zomerzondagen, 2018. Foto Taco Anema.

Museale waardigheid Bij de foto’s die Taco Anema in 2018-2019 maakte voor de jubilerende Stichting Oude Groninger Kerken is dat compleet anders. Voordat daarover iets gezegd wordt: het is intrigerend dat het lastig is om juist van deze fotograaf zélf een beeld te krijgen, en dat in een tijd van profielfoto’s en selfies. Wie rondzoekt op het internet, vindt daar maar één portret van Anema. Tijdens die exercitie verschijnt ook een uitspraak van hem hoog in de zoekresultaten, ooit gedaan tijdens een interview voor de radio. ‘Ik heb niet zoveel diepe gedachten, meestal doe ik gewoon maar wat’. Zo’n bewering duidt maar al te vaak vaak op het tegenovergestelde, dus tijd voor een nadere kennismaking. Het getuigt natuurlijk van een enorm provincialisme door meteen naar de naam te informeren als daarin een Noordelijke herkomst wordt vermoed. Daarom stelde ik de vraag ook. ‘Inderdaad, de familie komt uit Friesland. Uit Minnertsga. Ik

kom er nog regelmatig, bij de kerk. Nou ja regelmatig … zo eens in de vijftien jaar misschien. Maar er wonen nu niet zoveel Anema’s meer.’ Anema’s uitvalsbasis is Amsterdam. Tot het uitzicht vanaf zijn werkplek behoort de Zuiderkerk, een gebouw met tal van connecties met grote namen uit de Gouden Eeuw. Rembrandt van Rijn en Saskia van Uylenburgh trouwden in de kerk van Sint Annaparochie, een buurdorp van Minnertsga, maar lieten hier in 1636 hun eerste kind begraven. Hun zoon Titus, de enige die een volwassen leeftijd bereikte, werd er in 1641 gedoopt. De Zuiderkerk is ook een gebouw ook dat al vroeg, in 1929, aan het kerkelijk gebruik werd onttrokken. Als fotograaf is Anema autodidact. Hij werkte onder meer voor de Volkskrant, Groene Amsterdammer en Trouw. Al in de jaren ’80 ontwikkelde zich een specialisme, het groepsportret. Foto’s die hij in 1986 maakte van groepen inwoners van Enkhuizen – van slagers tot vissersweduwen en van bar-


keepers tot vuurtorenwachters – ontlokten de NRC de kwalificatie ‘museale waardigheid’. Meer recente projecten van Anema zijn Honderd Hollandse Huishoudens (2009) en Overleg. Nederland bestuurt zichzelf (2014). Dat laatste bestaat uit 75 minutieus uitgewerkte groepsportretten van besturen. De serie, die geëxposeerd werd in de hoofdstedelijke Hermitage, oogstte alom lof. Overleg zou de ultieme illustratie zijn van het Nederlandse poldermodel in de praktijk. En tezelfdertijd een voortzetting van de traditie van de Hollandse meesters. Het is dan ook niet verwonderlijk dat juist Anema prominent in beeld was om voor de Stichting Oude Groninger Kerken zowel de gebouwen als hun gebruikers te vereeuwigen. Daarbij kreeg hij de vrije hand. ‘Het krijgen van zo’n open opdracht is vrij bijzonder. Daar kan ik me dan enorm op verheugen.’

Géén Rembrandt In een Amsterdamse of stedelijke entourage passen associaties met de schilders van de Gouden Eeuw vrij natuurlijk. Maar zouden vergelijkingen met de Hollandse meesters ook

gemaakt zijn als de fotograaf géén Amsterdammer was geweest, maar bijvoorbeeld een Noorderling? Op het werk van Groningers en hun buren wordt nu eenmaal gauwer het predicaat nuchter of ingetogen losgelaten. De provincie heeft immers een fundamenteel andere historische beeldcultuur, die vooral wordt gekenmerkt door afwezigheid: schutterstukken en groepsportretten, zoals overgeleverd in Holland en Utrecht, ontbreken zo goed als geheel. Nu is de Gouden Eeuw volop aanwezig in de Groninger kerken, maar dan vooral in en aan het gebouw zelf. De enige mensen die het verleden er letterlijk een gezicht geven, zijn van recenter datum: de ernstig kijkende predikanten in het – vaak scheefgezakte – rijtje zwart-witportretten in de consistoriekamer. Anema’s werkwijze stoelde juist op die ingetogenheid: ‘De bedoeling was niet om allemaal Nachtwachten te maken, met bijvoorbeeld een meisje dat nét in een straal gouden licht valt. Ik ben geen Rembrandt. Alle elementen binnen het kader van de foto moeten dezelfde waarde hebben, zo gelijkwaardig mogelijk zijn.’ Afwijkend van eerdere series, is dat de om-

Nieuw Scheemda: Plaatselijke commissie in de kerk uit 1661. Foto Taco Anema.

64


65 Middelstum: Carilloncommissie van de Hippolytuskerk bij het Hemony-carillon uit 1662. Foto Taco Anema.

geving hier ook steeds een zelfde soort gebouw is. Op voorhand lijken daardoor twee gevaren ingebakken. Enerzijds kan dat het geheel wat monotoon maken. Anderzijds, en niet los te zien van het vorige, is de neiging misschien groot om het uitzonderlijke uit te vergroten. Bij kerken kan dat gemakkelijk. Het zijn vaak monumentale, soms zelfs dramatische omgevingen. Is het niet verleidelijk om vooral daarvan ook iets in beeld te brengen? ‘Dat kan een streven zijn, maar geen heilig moeten. De ruimte is niet belangrijker dan de mensen zelf.’ Het maken van grote seriële werken brengt, los van de locaties, altijd spanningsmomenten met zich mee. ‘Na zo’n dertig foto’s zijn de randen van het voorstellingsvermogen vaak wel bereikt. Dan heb je wel door wat alle mogelijkheden en beperkingen zijn. Het is ook het moment dat je goed kijkt naar je creativiteit’. Tot een verandering van werkwijze leidde dat in het geval ‘Groningen’ niet. ‘Eigenlijk had ik toen het gevoel van zekerheid op de goede weg te zijn. Het fotograferen ging gedurende het proces ook steeds sneller, routineuzer. Bij de eerste set foto’s maakte ik per groep nog drie opstellingen maar na een tijdje doe je dat niet meer. Dan voel je wel wanneer alles klopt en je moet afdrukken.’ En werd er voor het maken van de opname eerst grondig opgeruimd?

‘Nee’. Voor de toekomstige documentaire waarde van de foto’s valt dat nu al te prijzen.

Mensenhanden In totaal maakte Anema 94 foto’s, van Adorp tot Zuurdijk. In getalsmatig opzicht al een indrukwekkende prestatie. Hij werd daarin bijgestaan door Netty de Vries-de Bruin, vrijwilliger van de SOGK. Zij nam – ‘met humor’, aldus Anema – het logistieke regelwerk voor haar rekening. Iedereen op het juiste moment op de goede plek. De opnamen laten het diverse gebruik van afzonderlijke kerken zien. Cultuurpodium, plek van bezinning, repetitieruimte, atelier, restaurant, atelier, dorpshuiskamer, museum en natuurlijk ‘gewoon’ kerk. Niet alleen het monument en het gebruik zijn zichtbaar, maar vooral ook de huidige gebruikers krijgen een gezicht. De serie draagt daarom de serie ‘Passanten’. Als ‘eerbetoon aan de mensenhanden die de monumenten naar de toekomst dragen’, zo is in het projectplan te lezen. Mensenhanden brachten de kerken ook naar de tegenwoordige tijd. Dat is een proces dat meteen na de bouw al begon, maar daarop ligt bij de foto’s van Anema niet de focus. Wie naar zijn foto’s kijkt, ziet mensen die daarmee vrij


recent zijn begonnen. Of die juist het stokje van hun voorgangers hebben overgenomen. Dat laatste geldt zeker voor de eerste lichting kerken in het bezit van de Stichting. Van de betrokkenen van het eerste uur van de SOGK zijn tijdens het gouden jubileumjaar nog maar weinigen in leven. Ook van een aantal mensen die door Anema werden geportretteerd in de aanloop naar de festiviteiten, hebben we afscheid moeten nemen. De tijd is één mens lang.

Wat telt De foto’s laten vooral het grote maatschappelijke belang van de kerken zien. Nu is ‘groot’ een onbepaald en vaag begrip, maar laten we eenvoudigweg eens tellen. Al was het maar omdat de schijnzekerheid die het kwantificeren van alles en nog wat zou bieden tenminste naadloos in de huidige tijdgeest past. Op de in totaal 94 opnamen staan in totaal 424 mensen. Alleen de kerk van Heveskes is leeg, om de simpele reden dat kerk en dorp tegenwoordig volledig samenvallen – de indus­ triële omgeving staat een structureel gebruik in de weg. De leeftijd van de geportretteerden varieert. De jongste is nog

geen jaar oud, de oudste is de tachtig gepasseerd. Een mooie gemiddelde leeftijd is ongeveer vijftig. Dat is geen harde wiskunde, maar de gemiddelde vrijwilliger of gebruiker zal bij benadering net zo oud zijn als de SOGK. Dat levert op basis van de foto’s in totaal al 21.200 jaar levenservaring op, die ten goede komt aan de monumenten. Daarbij moet wel een kanttekening worden gemaakt: de 424 geportretteerden zijn ook in dit opzicht letterlijk passanten. Zij waren op het moment van fotograferen beschikbaar. Het aantal direct betrokkenen bij de kerken is in werkelijkheid vele malen groter. Wat ‘Passanten’ daarom in de eerste plaats illustreert, is het monumentale belang van de gebruikers. De verdienste van Anema is dat hij de tijdloosheid, die nu eenmaal bij monumentaliteit hoort, in het tegenwoordige en alledaagse weet aan te brengen. Dat er af toe toch een gouden straal licht naar binnen schijnt, hoort ook bij het alledaagse en is daarom niet te voorkomen. Martin Hillenga (m.hillenga@gmail.com) is historicus. Hij werkt veelvuldig als beeldredacteur.

Westeremden: Plaatselijke commissie van de Andreaskerk. Foto Taco Anema.

66


Agmar van Rijn

Passanten: een ode aan vijftig jaar mensenwerk De fotoserie Passanten is geschoten als een ode aan de gebruikers van Groninger kerken. Deze gebruikers zijn representanten van de groep mensen die de afgelopen vijftig jaar nieuwe taal en nieuwe vormen vond in en rondom oude kerken. Hoe urgent dat was, en nog steeds is, valt niet te onderschatten. Na vijf decennia onderscheiden we tien nieuwe gebruiksvarianten. En we zien het specifieke karakter, de moed, creativiteit en het doorzettingsvermogen van Passanten: mensen die precies op tijd waren.

Confetti voor de kerken Aan het vijftigjarig bestaan van de Stichting Oude Groninger Kerken ging een periode van voorbereidingen vooraf. Prachtige projecten werden bedacht en uitgewerkt; onder meer tien theatervoorstellingen in tien kerken, het structureel openzetten van de deuren van (uiteindelijk meer dan) vijftig kerken, diverse wandel- en fietsroutes, en het jubileumboek Ode dat in inhoud en vormgeving een klinkende lofzang op de kerken is. Volop serpentines en confetti voor de 94 kerken, die de stichting tot haar bezit mag rekenen. Het tastbare bezit is immers de kern van de zaak, voor een stichting die zich richt op het in stand houden van, en bevorderen van belangstelling voor oude Groninger Kerken. Maar hoe zit het met de mensen die dat de afgelopen vijf decennia mogelijk maakten? Hoe brengen we een ode aan hen?

Etymologie en identiteit In De kerk als tijdmachine, het kijkboek dat in december 2018 het licht zag en waarmee de jubileumfestiviteiten werden ingeluid, wordt de ontstaansgeschiedenis en ontwikkeling van de oude kerken ontrafeld. Mensen – die kerken bouwden, gebruikten, versierden, aanpasten, en die kerken benutten voor diensten, rituelen, en samenkomst – zijn in elke tekening te zien. Alleen de elfde tekening is daarop een uitzondering. ‘De kerk staat leeg’, heet dit hoofdstuk. Datering: 1960-1970. Hier begint ons verhaal. Het verhaal van de Stichting Oude Groninger Kerken. Als we rekenen vanaf pakweg 1250 zijn er acht eeuwen, waarin de etymologie en identiteit van de kerk volledig samenvalt. Het woord ‘kerk’ komt van het Byzantijns-Griekse ‘kuriakon’, verwant aan ‘kurios’.1 Het doet misschien wat denken aan ‘kyrië eleïson’ – vaak vertaald als ‘Heer ontferm

u’ – en dat klopt dan ook. Kurios betekent Heer, en kuriakon is dus het huis des Heren. De kerk is van de kerk: het instituut kerk en het geloof, of dat nu het rooms-katholieke of in later eeuwen het protestantse geloof was, bepaalde het gebruikskader voor kerkgebouwen.

Breuklijn en verschuivend kader Alles werd dus anders in 1969. Het woord ‘kerk’ bleef, maar de kerken die werden overgedragen aan de Stichting Oude Groninger Kerken vielen, voor het eerst in eeuwen, in seculiere handen. Een breuklijn in de geschiedenis. Dat betekende dat de mensen die kwamen, na die leegte, iets fundamenteel anders en nieuws moesten gaan doen. Daarmee hadden de oude gebouwen heus niet allemaal meteen afgedaan voor de eredienst. Het betekende vooral dat de identiteit van het eigenaarschap begon te schuiven, en daarmee de kaders voor gebruik. Het betekende dat de kerk niet langer exclusief ‘van de Heer’ was, maar vooral van de mensen. Het betekende dat men zich af mocht vragen, wat het eigenlijk was, een ‘kerk’, wat het betekende in een nieuwe tijd, en waarvoor het zoal geschikt kon zijn. Het is die groep mensen, die zich vanaf 1969 bereid toonde zich in te zetten voor de kerken, die een ode verdient tijdens deze stichtingsverjaardag. Het kan geen eenvoudige klus geweest zijn om de kerk opnieuw uit te vinden, nieuwe defi­ nities te vinden voor ‘kerk’ en nieuwe gebruikskaders te ontwerpen. Het vergde veel moed, creativiteit, en doorzettingsvermogen. En wellicht ook een gezonde portie Noordelijke onverstoorbaarheid. Het talent zaken niet te moeilijk te maken, gewoonweg ‘doen wat je hand te doen vindt’, om met Prediker te spreken2.

1 P.A.F. van Veen en N. van der Sijs, Etymologisch woordenboek. De herkomst van onze woorden (Utrecht/Antwerpen 1997) 451. 2 Prediker 9: 10, in de Nieuwe Bijbelvertaling.

67


Bescheiden en onzichtbaar

68

Het is misschien juist die nuchtere bescheidenheid in combinatie met een grote, vasthoudende toewijding, die de groep mensen, die zich inzetten voor de kerken vanaf 1969 tot aan de dag van vandaag, het beste kenmerkt. Uiteindelijk is er in de voorberei­ dingen op weg naar het jubileum, voor gekozen om de huidige groep gebruikers van Groninger kerken in het licht te plaatsen. Fotograaf Taco Anema maakte 94 foto’s waarop de gebruikersgroepen in beeld zijn gebracht. Bewust gebruikte hij geen kunstmatig licht; de alledaagse lichtinval vond hij passend voor deze serie. De titel Passanten werd gemunt: hier staan zij nu, de gebruikers van vandaag. Zij maken Philip Larkin in 1957. Foto uit: R. Bradford, The Importance of Elsewhere: onderdeel uit van die hele grote groep mensen die Philip Larkin’s Photographs (Londen 2015). vanaf de bouw van kerken de gebouwen benutten. Maar veel méér nog zijn zij tijdgenoten en representanten van die specifieke groep van de laatste vijf decennia, loop verder, laat mijn hand om ’t doopvont gaan. die de kerk opnieuw uitvond. Deze momentopnamen zijn de Het dak lijkt bijna nieuw vanwaar ik stapuzzelstukken, die zichtbaar maken wat gebruik van Gro­ hersteld of schoongemaakt? Wie ’t weet, ik niet. ninger kerken vandaag de dag betekent. Achter de lezenaar neem ik een paar grote Alweer een kerk donderende verzen door en spreek het ‘Tot Om in te zoomen op wat dat eigenlijk betekende, om destijds, zo ver’ veel luider uit dan ik bedoelde. pakweg in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw, De echo grinnikt kort. Weer bij de deur gekomen maar ook nu nog aan de slag te gaan met een gebouw dat zet ik mijn naam in ’t boek en schenk een Ierse munt, ondanks schoonheid en historie ook ten prooi viel aan leegte bedenk dat het toch niet de moeite loonde. en verwarring, maken we een uitstapje naar de poëzie. Poëzie die ons iets laat voelen van de ontheemding die ontstond De tekst volgt de blik van de ik-persoon, samen met hem destijds, toen etymologie en identiteit van de kerk niet langer stappen we naar binnen en kijken we rond in die oude kerk. vanzelfsprekend samenvielen. Als lezer, hier en nu, dringt de gedachte zich op dat het ook De Engelse dichter en bibliothecaris Philip Larkin (1922- zomaar een kerk op het Groninger land had kunnen zijn. Na 1985) was een typische dichter van de vijftigers van overzee, het kijken volgt het ervaren; de kerk biedt stilte. Het roept een groep die werd aangeduid als ‘The Movement’. Soberder een zekere weerstand op bij de ik-persoon, en tegelijkertijd en alledaagser dan de romantische dichters was hun werk. het idee dat er kennelijk eerbied getoond moet worden. OmHij publiceerde in 1955 zijn veelbejubelde bundel The Less dat er geen hoed is om af te nemen, grijpt onze kerkganger Deceived. Precies in het hart ervan vinden we Church Going.3 dan maar naar zijn broekklem. Hij geeft nog niet op, laat zijn Larkin voert in dit gedicht een ik-persoon op, die op een tocht blik verder dwalen. Hij wordt geconfronteerd met zijn on­ met zijn fiets over het platteland stopt bij een willekeurige kunde, kijkend naar het dak. Hij probeert eens uit hoe dat kerk. De eerste twee strofen, hier in de vertaling van J. Eijkel- klinkt, één van die zware verzen declameren. boom, gaan zo: De strofen bieden een fascinerende mengeling van aan­ wezigheid en twijfel, van eerbied en laatdunkendheid. Het Ben ik zeker dat er niets gaande is ongemak kiert door de zinnen; bijvoorbeeld in grijpen naar dan stap ik binnen, laat de deur dichtbonken de alledaagse broekklem, en ook het gedragen spreken lijkt Alweer een kerk: matten, banken, en steen, een bijna blasfemische grap – er volgt gegrinnik vanuit echo en boekjes; bossen bloemen, geschonken – hoewel het heus niet zo was bedoeld. Er is eerbied, maar op voor zondag, nu verbruind, koper en spullen stuntelige wijze. Er is kijken, maar geen kennis. Het gastenboek wordt getekend, maar de donatie betreft slechts een in ’t gewijde deel; het keurig bruine orgel; waardeloze sixpence. De slotzin is het meest veelzeggend en een gespannen, muffe, niet te mijden stilte, in de originele versie: I (…) reflect the place was not worth God weet hoe lang bereid. Blootshoofds neem ik stopping for. Niet de moeite waard om bij stil te staan. Mijn broekklem af in stuntelige eerbied, 3 Philip Larkin (vertaling J. Eijkelboom), Gedichten (Amsterdam 1983) 16-19.


Church Going Once I am sure there’s nothing going on I step inside, letting the door thud shut. Another Church: matting, seats, and stone, And little books: sprawlings of flowers, cut For Sunday, brownish now; some brass and stuff Up at the holy end; the small neat organ; And a tense, musty, unignorable silence, Brewed God knows how long. Hatless, I take off My cycle-clips in akward reverence,

A shape less recognizable each week, A purpose more obscure. I wonder who Will be the last, the very last, to seek This place for what it was; one of the crew That tap and jot and know what rood-lofts were? Some ruin-bibber, randy for antique, Or Christmas-addict, counting on a whiff Of gown-and-bands and organ-pipes and myrrh? Or will he be my representative,

Move forward, run my hand around the font. From where I stand, the roof looks almost new Cleaned, or restored? Someone would know; I don’t. Mounting the lectern, I peruse a few Hectoring large-scale verses, and pronounce ‘Here endeth’ much more loudly than I’d meant. The echoes snigger briefly. Back at the door I sign the book, donate an Irish sixpence, Reflect the place was not worth stopping for.

Bored, uninformed, knowing the ghostly silt Dispersed, yet tending to this cross of ground Through suburb scrub because it held unspilt So long and equably what since is found Only in separation - marriage, and birth, And death, and thoughts of these - for which was built This special shell? For, though I’ve no idea What this accoutred frowsty barn is worth, It pleases me to stand in silence here;

Yet stop I did: in fact I often do, And always end much at a loss like this, Wondering what to look for; wondering, too, When churches fall completely out of use What we shall turn them into, if we shall keep A few cathedrals chronically on show, Their parchment, plate and pyx in locked cases, And let the rest rent-free to rain and sheep. Shall we avoid them as unlucky places?

A serious house on serious earth it is, In whose blent air all our compulsions meet, Are recognised, and robed as destinies. And that much never can be obsolete, Since someone will forever be surprising A hunger in himself to be more serious, And gravitating with it to this ground, Which, he once heard, was proper to grow wise in, If only that so many dead lie around.

Or, after dark, will dubious women come To make their children touch a particular stone; Pick simples for a cancer; or on some Advised night see walking a dead one? Power of some sort or other will go on In games, in riddles, seemingly at random; But superstition, like belief, must die, And what remains when disbelief has gone? Grass, weedy pavement, brambles, buttress, sky,

Een urgente stem Na deze plompverloren conclusie volgt een strofe waarin de ik-persoon niet meer om zich heen kijkt, maar zijn eigen gedachten volgt, en zo valt te lezen: Toch deed ik het; ik doe het feitlijk vaak en altijd ben ik, zoals nu, ’t spoor bijster en vraag mij af wat ’k zoek, en ook waar wij als kerken straks in onbruik zijn geraakt ze voor zullen gebruiken, of wij een paar kathedralen chronisch te kijk gaan zetten,

Uit: Philip Larkin, The Less Deceived (1955).

hun perkamenten, vaatwerk, hosties achter grendels, en dan de rest voor vee en regen open stellen. En mijden wij ze dan als onheilsplekken? Al lezende krijg je de neiging antwoord te geven. Te vertellen. Dat het geen schapen waren, maar duiven die de oude bijbel en kansel onderpoepten in de kerk van Leegkerk, dat regen en wind inderdaad vrij spel kregen, dat we ergens nog wel die foto hebben van de boom in de kerk van Obergum. Vijftien jaar nadat Larkin dit schreef werd de stichting geboren, en nog steeds heeft dit gedicht niets aan urgentie ingeboet.

69


‘Waar zullen we ze voor gebruiken?’ is nog steeds de leidende vraag in een actueel maatschappelijk debat. 4 Grappig is het dat het idee dat Larkin hier poneert, om showkathedralen in de etalage te zetten, op succesvolle wijze is uitgewerkt in het project ‘Het Grootste Museum van Nederland.’ 5

Een speciaal omhulsel Larkin gaat nog drie volle strofen door, op licht larmoyante toon ziet hij onkunde, bijgeloof, verveling en verval voor zich, als toekomst voor oude kerken. Toch geeft de opgevoerde kerkganger aan het einde van de zesde strofe plotseling schoorvoetend toe: … en ’t denken daarover – waarvoor dit speciaal omhulsel werd gebouwd? Want ik weet niet de waarde van deze opgedirkte stal maar ’t doet mij goed in stilte hier te toeven. Zeer effectief werkt hier het contrast tussen de ‘opgedirkte stal’ in de virtuoze vertaling van Eijkelboom, en ‘het speciaal omhulsel’, in combinatie met de betekenis van de laatste zin, bijna te lezen als een apologie. Het doet de ik-figuur, zijns

70

ondanks, goed. Church Going verwoordt zo pregnant het ongemak dat eind jaren vijftig en in de jaren zestig ontstond rondom oude kerken. Kennis van en betrokkenheid bij de eeuwenoude monumenten verbleekte onder invloed van de tijdsgeest, waarin vernieuwing betekende dat het oude had afgedaan; oude dogma’s, oude omgangsvormen en hiërarchie, oude liturgie, oude taal, oude kerkbanken. Dit proces is boeiend beschreven door Geert Mak in Hoe God verdween uit Jorwerd.6 Het zingevend kader, het grotere verhaal, groeide niet mee met mens en maatschappij en verloor zo aan betekenis.

Erfgoed en de erfgoedgemeenschap Het artikel van Eelco van Es in het januarinummer van Gro­ ninger Kerken gaat dieper in op de mensen, die ertoe kwamen een stichting op te richten om de kerken te behouden.7 Op wat het voor mensen waren, en wat hen bewoog in die tijd. Wie dit stuk leest ziet wellicht niet meteen een breuklijn, en dat is niet zo verwonderlijk. Voor wie toen leefde had de tijd haar eigen vanzelfsprekendheid. Pas wie terugkijkt komt, vanuit een ander perspectief, tot een bepaalde inkadering. En

4 Zie daarvoor onder meer: www.toekomstreligieuserfgoed.nl met informatie over vernieuwende initiatieven om religieus erfgoed een kansrijke toekomst te geven, en www.cultureelerfgoed.nl, waar informatie te vinden is over de nationale kerkenaanpak en het opstellen van kerkenvisies. 5 Zie www.grootstemuseum.nl. 6 Geert Mark, Hoe God verdween uit Jorwerd (Amsterdam 1996). 7 Eelco van Es, ‘Mens en steen’, Groninger Kerken (2019) nr. 1, 1-23.

Bedum, Goede Herderkerk. De Gereformeerde Kerk (hersteld) Groningen houdt sinds 2018 erediensten in de kerk, na jaren van leegstand van het gebouw. Foto Taco Anema.


71

Appingedam, Molukse kerk EbenhaÍzer: Geredja Indjili Maluku en Noord Protestant Maluku di Belanda maart ’53. Beide genootschappen kerken hier. Het gebouw is een centrum voor culturele activiteiten van de Molukse gemeenschap. Na de restauratie is er een informatiepunt over de Molukse geschiedenis ingericht in de recreatieruimte. Foto Taco Anema.


Tolbert: Plaatselijke commissie. Door de jaren heen vervulde de kerk een belangrijke functie in de dorpssamenleving.

72

Tegenwoordig wordt het gebouw gebruikt voor diensten van de Protestantse Gemeente Leek-Oldebert. Er is jaarlijks een cyclus van concerten, ‘Muziek in d’ Olle Buurt’. Verder worden er tentoonstellingen gehouden. Foto Taco Anema.

Oosterwijtwerd: Plaatselijke commissie. Het koor van de Mariakerk doet dienst als stiltecentrum, recent is buiten een labyrint aangelegd. Foto Taco Anema.


De Stichting

Juli 2019

In deze aflevering van ‘De Stichting’ leest u over het werk van de Stichting Oude Groninger Kerken en vindt u een selectie van de vele activiteiten in en rondom onze kerken.

‘Limbodansend de trap op’ Interview met Marnix van der Scheer

Tjitske Zuiderbaan

Twee woorden heeft architect Marnix van der Scheer van MX13 voor de samenwerking met de stichting: zorgvuldigheid en respect. Samen met collega Paul Breteler ontwierp hij de museale omgeving voor het project Feest! weet wat je viert, van het Museum Catharijneconvent en de SOGK. Een educatief bewust­wordings­project over religieuze feesten, voor kinderen van alle leeftijden en gezindten. Hiervoor wordt in de losstaande toren van Garmerwolde een trap gebouwd. Niet zomaar een trap, een verticale museumvleugel. Kerkhörn, het bijgebouw, wordt vervangen door een nieuw ontvangstgebouw, om bezoekers beter te kunnen verwelkomen. ‘Een bouwkundig dingetje’, dacht Marnix toen hem vijf jaar geleden werd gevraagd een opdracht voor de stichting te doen. Ervaring met herbestemmen had hij namelijk niet. Maar er werd meer van hem verwacht. ‘De opdrachtgever had op dat moment geen expliciete vraag of programma van eisen. Met de projectgroep van de stichting formuleerden we in stapjes de vraag, met de verhalen in de plafondschilderingen als basis. Wat is de rol van de architectonische ingreep ten opzichte van de museale toevoeging? Hoe ligt de balans tussen het monument en de museale functie ervan? Dat vroegen we ons herhaaldelijk af, ook

in samenspraak met de Plaatselijke Commissie. Samen zochten en vonden we draagvlak, met de kerk als baken van betekenis.’

Hemelvaart als hoogtepunt Het thema is ontdekken, zowel van diverse religieuze feesten als van de directe omgeving van de kerk, met als hoogtepunt de cyclische beleving van de trap in de toren. ‘Alsof je de kalender opwandelt, waar je de museaal opgestelde Feesten tegenkomt van Studio 212 Fahrenheit. Met als hoogste punt Hemelvaart, dat door Christenen én Moslims wordt gevierd.’

Marnix van der Scheer, architect bij MX13. Foto Duncan Wijting.


Het ontwerp voor de ‘limbodansende trap’ van MX 13.

Limbodansend de trap op ‘Nadat we een 3D-scan hadden laten maken van de toren, bleek die veel schever dan we zelf hadden gemeten. Door onregelmatigheid in de toren, scheefheid en kromme balken, moeten we de nieuwe trap bijna limbodansend inbouwen. Een extra uitdaging om de trap van onderen gezien een soort Eschereffect van oneindigheid mee te geven. Door de treden van scherpe hoeken te voorzien, bereiken we dat effect alsnog.’

Gesloten galmgaten Een eeuwenoude toren als museum inrichten vraagt aanpassingen. ‘De toren is koud en winderig. Straks loopt er een dichte muur voor de galmgaten en worden deze afgesloten met luiken die tijdens het klokken luiden geopend worden. De kerk en losstaande toren van Garmerwolde. Foto Elmer Spaargaren.

Zo wordt het binnen wel winddicht, maar de toren blijft on­ geïsoleerd. De wanden van de binnentoren bewerken we met een watervaste coating. Bij de museale opstellingen komen infrarood panelen die reageren op beweging. In theorie geen duurzame oplossing, maar gezien het korte en efficiënte gebruik is dit duurzamer dan de hele toren verwarmen.’

Verdwenen schip Het nieuwe ontvangstgebouw maakt van het mooie kerkhof meer een verblijfsplek, dan alleen een plek waar je iemand achterlaat. ‘Het gebouw wordt van zwart hout gemaakt met witte spanten die buiten onder de luifel doorlopen. Het wit van de spanten komt terug in het wit van de trap in de toren. Ook komt er een aanduiding van het in 1850 gesloopte schip met een belijning op de plek van het oude. Op deze manier laten we het verdwenen schip over aan de verbeelding van de bezoeker. Het materiaal van deze belijning gebruiken we ook voor de drainagezone rond de kerk. Zo verbinden we alle losse elementen met elkaar.’

Een nieuw uitroepteken Wanneer bezoekers er vaker terugkeren, is voor Marnix het project geslaagd. ‘Ik hoop dat het voorbij gaat aan het WOW-effect. Dat de relatie tussen de uitbeelding van de Feesten en de plafondschilderingen herkenbaar is. Dat duidelijk wordt dat ik niet de eerste viool heb willen spelen, maar ook niet in laffige vormgeving ben beland. Ik wil niet telkens een nieuw uitroepteken neerzetten. Ik realiseer me dat we maar een stukje van een hele grote puzzel zijn.’


Jub il e um Bouwbord Feest! In Oost en West onthuld Het laatste hoogtepunt op de jubileumagenda is de oplevering van het project Feest! In Oost en West, in december 2019. Hiermee brengt de Stichting Oude Groninger Kerken onder meer een nieuwe permanente museale locatie in Garmerwolde tot stand. Op 6 juni werd daar het bouwbord onthuld, waarmee de verbouwing officieel van start ging. Wethouder Inge Jongman van de Gemeente Groningen en Dimph Schreurs, hoofd Publiek en Educatie van Museum Catharijneconvent Utrecht, namen die taak op zich. Feest! In Oost en West is onderdeel van Feest! Weet wat je viert, een educatief landelijk project onder regie van Museum Catharijneconvent. De Stichting is partner voor het Noorden. Doel van het project is het overdragen van kennis van het immateriële erfgoed van religieuze feesten. Door Feest! In Oost en West te beleven, ontstaat bij bezoekers meer begrip voor de wereld om hen heen: voor cultuur, cultuurhistorisch erfgoed en samenleving. De geschiedenis van feesten is kleur­ rijk en vol verrassingen. Rond het thema biedt Feest! In Oost en West spannende presentaties, als integraal onderdeel van eeuwenoud erfgoed en spectaculaire nieuwe architectuur.

Fototentoonstelling ‘Passanten’ In opdracht van de jubilerende Stichting Oude Groninger Kerken maakte fotograaf Taco Anema 94 fotoportretten van gebruikers van Groninger kerken. De foto’s worden tentoongesteld in een door Studio 212 Fahrenheit speciaal ontworpen installatie, in de vorm van een spiegelende kerk. Zo ziet de toeschouwer niet alleen de gebruikers van de kerken, maar ook zichzelf. Dit roept op tot reflectie: wat voor betekenis hebben deze bakens in het Groninger landschap voor u? Zou u deel willen uitmaken van de gebruikersgroepen van vandaag, en die van morgen?

Het koor van de Der Aa-kerk in Groningen, waar de tentoonstelling ‘Passanten’ tot en met 18 augustus is te zien, is van woensdag tot en met zondag open van 11:00 tot 17:00 uur. De entree bedraagt ¤ 1,-. Inbegrepen in de prijs is de begeleidende catalogus.

Gouden Bomenfonds Bij de jubileumviering op 13 mei jongstleden werd het Gou­ den Bomenfonds geïntroduceerd. Al vijftig jaar beheert en onderhoudt de Stichting tientallen kerkgebouwen, maar ook unieke historische kerkhoven. Deze zijn niet alleen van grote waarde vanwege de vele, vaak monumentale graven en grafstenen, maar ook door de prachtige bomen en boomgroepen en andere bijzondere flora en fauna. Maar er liggen bedreigingen voor deze kerkhoven op de loer. Om die het hoofd te bieden, heeft de stichting onlangs het Gouden Bomenfonds in het leven geroepen, speciaal bedoeld voor herstel van deze kerkhoven. De historische kerkhoven worden ernstig bedreigd door vernietigende schimmels, de essentaksterfte en woekering van planten die de biodiversiteit ernstig bedreigen. Dit heeft al geleid tot grootschalig, ingrijpend snoeiwerk en het massaal kappen van aangetaste bomen en singels. Met dit nieuwe Gouden Bomenfonds wil de stichting de kwaliteit van het groen op de historische kerkhoven van de Stichting herstellen door aanplant van nieuwe, resistente bomen, herstel van belangrijke padenstructuren en beeldbepalende floragroepen. Mocht u ook willen bijdragen, dan kunt u uw bij­drage storten op bankrekening NL69 ABNA 0486 1143 33 ten name van Stichting Oude Groninger Kerken, onder vermelding van Gouden Bomenfonds. De door Studio 212 Fahrenheit ontworpen installatie waarin de foto’s van Taco Anema worden getoond. Foto Roelof Bos.


E duc at ie

Deelnemende leerlingen aan het project Feest! In Oost en West in Klein Wetsinge. Foto’s SOGK.

Feest! In Oost en West Sinds 2017 organiseren we programma’s op locatie in Garmerwolde voor basisscholen, binnen het project Feest! In Oost en West. Mensen geven in feesten en gebruiken vorm aan hoogte- en dieptepunten in het leven. Door te begrijpen dat mensen uit alle religies dat doen, en de vormen te leren kennen, begrijpen kinderen elkaar een beetje beter. Vaak zijn er veel overeenkomsten te ontdekken. Garmerwolde staat momenteel in de steigers, in december wordt in de toren onze nieuwe ‘verticale museumvleugel’ geopend. We wijken daarom dit jaar voor de locatieprogramma’s uit naar elders. In april kwamen er al acht groepen uit de hele provincie naar de synagoge van Appingedam voor het programma ‘Pesach in de sjoel’ om er te leren over het joodse feest Pesach. Van 5 mei tot 4 juni was het Ramadan, de islamitische vastenmaand. Daarom organiseerden we, net als in 2018, een programma rond Ramadan en Suikerfeest, en vastentradities in andere religies. Op dinsdag 4 juni startten we met het programma in Klein Wetsinge, toen begon namelijk officieel het Suikerfeest. Moslims vasten om zich in te leven in mensen die het minder goed hebben. Er worden tijdens Ramadan ook allerlei liefdadigheidsacties georganiseerd. Het einde van de maand wordt uitbundig gevierd, met veel eten, zoetigheid, cadeautjes, nieuwe kleren en familiebezoek. Kinderen hebben verschillen én overeenkomsten tussen diverse tradities ontdekt, onder andere door een speciaal memoryspel te spelen waarin de gebruiken uit Oost en West spelenderwijs helder worden. Kinderen uit moslimgezinnen

hebben verteld hoe zij thuis Ramadan en Suikerfeest ervaren. Tot slot werd er iets lekkers gemaakt met Nicolaas en Inez Geenen van de kerk in Klein Wetsinge. Het animo bij scholen was ook dit jaar weer groot, de projectweken waren volgeboekt. Ongeveer 350 kinderen uit de hele provincie hebben van alles ontdekt over feesten uit oost en west.

Kinderconferentie in de Der Aa-kerk Op 19 juni organiseerden de RUG-Scholierenacademie en de Stichting Oude Groninger Kerken in de Der Aa-kerk in Groningen een Kinderconferentie. Deze sloot aan bij de internationale conferentie Religious Heritage in a Diverse Europe die van 19 t/m 21 juni plaatsvond in Groningen. Zo’n zestig bovenbouwleerlingen van drie scholen uit Kollum, Wehe-den Hoorn en Groningen bezochten de Der Aa -kerk voor een speciaal conferentieprogramma. Thema’s die aan de orde kwamen waren erfgoed, identiteit, religie en grafcultuur. Na de ontvangst waren er voor de leerlingen in vier rondes verschillende activiteiten. Ze gingen onder meer met religiewetenschapper dr. Brenda Bartelink op zoek naar hun eigen identiteit. Bartelink doet onderzoek naar identiteit, tradities en cultuur, in relatie tot erfgoed. De leerlingen spraken over deze onderwerpen en gingen er actief mee aan de slag. Daarnaast was er een spannende rondleiding over de middeleeuwse gewelven, gingen de leerlingen tijdens een ‘wetenschapsdate’ met een RUG-student in gesprek over grafzerken en speelden ze het sleutelspel, waarbij ze kennismaakten met de Der Aa-kerk en haar geschiedenis.


E xcur s ie s

Op vaarexcursie met het Damsterveer.

Kerken- en Marentocht Het Damsterveer van Appingedam ontwikkelde samen met de SOGK de Kerken en Marentocht. Tijdens dit dagarrangement, onder leiding van een gids, worden varend door de Groninger maren de kerken van Oosterwijtwerd en Leermens bezocht. De laatste tocht staat gepland voor vrijdag 6 september. Inlichtingen en boekingen via de website: www.eemsdelta. groningen.nl/arrangementen/kerken-en-marentocht.

Excursie met Pauline Broekema – Deel 2: Friesland In oktober 2018 verscheen Het uiterste der zee, geschreven door Pauline Broekema. Het boek verhaalt over twee Joodse families in Friesland en Groningen en toont de veerkracht en de moed van mensen. De schrijfster laat op indringende wijze herleven wat door de oorlog en de tijd werd weggevaagd. Het uiterste der zee speelt zich behalve in Groningen ook voor een deel af in Friesland. Gingen we dit voorjaar met Pauline Broekema op (bus) excursie naar de locaties in Groningen, op vrijdag 20 september vertrekken we vanuit Groningen richting Friesland, in het bijzonder naar de locaties uit het boek. We beginnen in Gorredijk met een kopje koffie en een wandelingetje over de brug van de Opsterlandse Compagnonsvaart en daarna rijden we door het gebeid van de Tjonger naar Nijehorne en dan via ‘Bontebok’ richting Oudehaske/Heerenveen. Tussen 13.00 en 14.00 uur gebruiken we gezamenlijk de lunch. In Heerenveen sluiten we de excursie ook af, waarna we weer terugrijden naar Groningen (Hoofdstation). Behalve een medewerker van de SOGK is Pauline Broekema zelf aanwezig om te vertellen over het boek en de omgeving. De Arriva-bus vertrekt om 9.00 uur vanaf het Hoofdsta­ tion, halte rondvaartboot. Om circa 17.00-17.30 uur zijn we terug in Groningen. Deze dag bestaat de gelegenheid om de uitgave Het uiterste der zee te kopen en uiteraard deze te laten signeren door de schrijfster.

U kunt zich voor deze dagvullende excursie (incl. lunch en koffie/thee) opgeven via info@groningerkerken.nl o.v.v. Excursie Pauline Broekema 20 september 2019. De prijs voor de excursie bedraagt voor SOGK-donateurs ¤ 36,- (nietdonateurs betalen ¤ 45,-). Minimaal aantal deelnemers: 25 personen.


Me di at he e k

De mediatheek is toegankelijk voor een breed publiek: voor donateurs van de Stichting, voor leerlingen of studenten die

Orgelbouwers in Groningen Aanhakend bij 300 jaar Arp Schnitger gaat deze bijdrage uiteraard over die welbekende Duitse orgelbouwer, maar er zijn er meer die hun sporen hebben verdiend in de illustere wereld van in dit geval Groninger orgels. In het zesde deel in onze eigen reeks Groninger orgels waarin vijf Schnitgerorgels centraal staan, duidt de titel Naam en faam op die invloedrijke en bevlogen Arp Schnitger (1). Een chronologisch overzicht van orgels die ofwel door Arp Schnitger zijn gebouwd ofwel door hem zijn gerestaureerd, maar ook de betekenis van Schnitger voor het heden, is terug te lezen in de uitgave Arp Schnitger en zijn werk in het Groningerland 1648-1719. (2) Een derde, bijna gelijknamige titel is Arp Schnitger en zijn werk. (3) Deze uitgave richt zich op alle bewaard gebleven orgelfronten van Schnitger, maar ook op de exemplaren die in de twintigste eeuw verdwenen. De auteurs geven een typologie van de Schnitgerfronten, beschrijvingen van kerken en orgels in hun historische context, en disposities met precieze opgaven van de herkomst van de registers. Over Frans Casper Schnitger, de kleinzoon van Arp, verscheen Zyne werken wyzen zyne kunde aan. (4) Diens stief­ vader was Albertus Anthoni Hinsz, óók een bekende naam in

informatie zoeken voor werkstuk, spreekbeurt of scriptie, voor mensen die monumenten een warm hart toedragen. De catalogus is online raadpleegbaar: www.groningerkerken.nl/ mediatheek

orgelkringen. Over hem verschenen onder meer Alb. Anthoni Hinsz. Orgelmaker 1704-1785, over werk en leven van Hinsz, met veel voorbeelden en beschrijvingen van door hem gebouwde orgels. (5) Hetzelfde in Een konstkundig orgelmaker. (6) Ook hier wordt verhaald over de betekenis van deze orgelbouwer, over de fronttypen, over de klaviatuur en over het klankconcept. In deze publicatie is tevens aandacht voor het orgelspel in Groningen en Friesland ten tijde van Hinsz. Een andere bekende Groninger orgelbouwer is Petrus van Oeckelen. Biografie en werklijst van nieuw gebouwde orgels staan centraal in de dissertatie Repertorium van de orgels gebouwd door Petrus van Oeckelen, orgelmaker te Harendermolen. (7) In de eerder genoemde reeks Groninger orgels verscheen als eerste deel Het Van Oeckelenorgel in de Petruskerk van Usquert. (8) Verder is er het een en ander geschreven over restauraties aan Van Oeckelenorgels. (9) Uiteraard blijft het in de collectie van de mediatheek niet bij deze vier orgelbouwers. Wie meer wil weten kan zoeken op bijvoorbeeld De Mare, Freijtag, Eertman, Leichel, Müller of Flentrop. Of simpelweg op orgelbouwer.

Het Schnitgerorgel (1704) in de kerk van Godlinze. Foto Omke Oudeman.

Genoemde titels, aanwezig in de mediatheek: 1 C. van der Poel en H. Fidom, Naam en Faam. Vijf Schnitger­ orgels in Groningen. Groninger orgels 6 (Groningen 2014). 2 H.A. Edskes, Arp Schnitger en zijn werk in Groningerland 1648-1719 (Groningen 1975). 3 C.H. Edskes en H. Vogel, Arp Schnitger en zijn werk (Bremen 2009). 4 K. Kügel, Zyne werken wyzen zyne kunde aan. Over het Schnitger/Freijtagorgel van de hervormde kerk te Zuidhorn (Groningen 2012). 5 W.J. Dorgelo, Alb. Anthoni Hinsz. Orgelmaker 1704-1785 (Augustinusga 1985). 6 J. Jongepier (red.), Een konstkundig orgelmaker. Enkele bijdragen over het werk van de orgelmaker Albertus Anthoni Hinsz (1704-1785) (Groningen 1994). 7 L. Gunnink, Repertorium van de orgels gebouwd door Petrus van Oeckelen, orgelmaker te Harendermolen (Zwolle 1990). 8 J. Paauw en S. Tuinstra, Het Van Oeckelenorgel in de Petruskerk van Usquert. Groninger orgels 1 (Groningen 2007). 9 R. Oosterhoff en S. Tuinstra, Gerestaureerd genoegen. Van Oeckelenorgel Stefanuskerk Noorddijk (Groningen 2006); H. Fidom en J. Paauw, Het Van Oeckelenorgel in de dorpskerk van Vierhuizen. Groninger orgels 2 (Groningen 2008); D.M.J. Molenaar, Drie Groninger Van Oeckelen-orgels gerestaureerd (2008).


Wink e l Donateurs krijgen 20% korting op alle eigen SOGK-uitgaven. Bezoek onze webwinkel via www.groningerkerken.nl/winkel om ons totale aanbod te bekijken.

Naam en Faam – Vijf Schnitgerorgels in Groningen Cees van der Poel

Naam en Faam Vijf Schnitgerorgels in Groningen met een inleiding van Hans Fidom Groninger Orgels 6

In dit zesde deel van de reeks Groninger Orgels leidt Cees van der Poel de lezer in de wereld van de beroemde orgelbouwer Arp Schnitger. Hij laat hij ons nader kennismaken met vijf Schnitgerorgels in onze provincie, waaronder internationale iconen als de orgels van Uithuizen en de Der Aa-kerk. Omdat de orgels van internationale allure zijn, is er van de inhoud van het boekje een Engels en Duitse samenvatting gemaakt die als pdf aangeboden wordt op onze website www.groninger­ kerken.nl. Hans Fidom schreef de inleiding bij deze uitgave. Prijs ¤ 6,00 (donateurs 20% korting)

Juweeltjes in het groen. Vier fiets- auto-, voettochten langs middeleeuwse Groninger kerken In Aduard staat als enig overgebleven onderdeel van het middeleeuwse klooster Sint Bernardus de ziekenzaal van de koormonniken, tegenwoordig de protestantse kerk. Wie een bezoek heeft gebracht aan deze voormalige ziekenzaal, raakt gefascineerd door de bouwwijze van de monniken en vaak rijst de vraag hoe mooi de abdijkerk wel niet geweest moet zijn. Om daarvan een idee te krijgen is een bezoek aan verschillende Groninger kerken aan te bevelen. Dit boekje met vier verschillende routes helpt mee om te genieten van romaanse en romanogotische bakstenen kerken, geïnspireerd door het Aduarder klooster. Van de negentien beschreven kerken zijn de meeste in het bezit van de Stichting Oude Groninger Kerken. Prijs ¤ 4,75 (donateurs 20% korting)

De kerk als tijdmachine, tweede druk Nieuwe kans voor degene die dit veelgeprezen boek nog niet in de boekenkast heeft staan. Dit kijkboek, met tekeningen van Stefan de Keijser en teksten van Martin Hillenga, neemt de lezer mee door de geschiedenis. Oude kerkgebouwen zijn immers gestolde geschiedenis waar je eeuwenoude sporen kunt terugvinden. De kerk als tijdmachine laat zien hoe het allemaal zo gekomen is. Van een lege wierde tot aan de hedendaagse multifunctionele kerk. In minutieuze tekeningen wordt de geschiedenis ontrafeld. Jong en oud kan ontdekken hoe kerken ooit zijn gebouwd en hoe ze door de eeuwen heen voortdurend veranderen Prijs ¤ 14,95 (donateurs 20% korting)

Kerkenkaart Het meest succesvolle product van de SOGK: de Kerkenkaart onderging in de afgelopen tijd een totale metamorfose. Alle bezittingen van de Stichting tot mei 2019 staan op deze nieuwe kaart en zijn eenvoudig terug te vinden. Op de achterzijde zijn bovendien in het kort enkele bijzonderheden van de kerken beschreven. Omdat de SOGK-kerken regelmatig openstaan, hebben we besloten vanaf nu geen sleuteladressen meer te vermelden op de kaart. Wel vermeld staan alle websiteadressen van de kerken en synagogen. Op die sites vindt u de contactadressen en eventuele sleuteladressen van de desbetreffende kerken/synagogen. Prijs ¤ 4,95 (donateurs 20% korting)

Zo bestelt u: elders in dit tijdschrift vindt u de bestelkaart van onze winkel. Verzend- en administratiekosten zijn ¤ 3,50 per bestelling. Bij uw bestelling zit een nota voor uw betaling. De inkomsten komen ten goede aan de Stichting Oude Groninger Kerken. Wanneer u meer informatie wilt over uw bestelling kunt u contact opnemen met het bureau van de Stichting, (050) 312 35 69. Alle uitgaven zijn ook te koop via onze webwinkel: www.groningerkerken.nl/winkel


D e k e r k a l s p odium Pinhole-fotografie: de kerk van Wittewierum. Foto Janna Bathoorn / Jan Alwin de Jong.

in een afwisselend programma, bedoeld voor een breed publiek. In de ochtend houdt blokfluitist Jankees Braaksma een voordracht met als titel ‘Blokfluit en vroege orgels’ en vertelt Peter Westerbrink, organist van de Groninger Der Aa-kerk, over de bijzondere historie van het orgel en over passende orgelmuziek uit de Renaissance. Tussen de middag kunt u het Krewerder orgel zelf bespelen. Hierna maken wij een muzikale tocht langs de kerkorgels van het nabij­ gelegen Holwierde en Marsum. We sluiten de dag af met een kort concert door beide musici. Meer informatie: www. mariakerkkrewerd.nl.

Gewelven voor dummies Monnikenwerk In de sobere ruimte van negen middeleeuwse kerken werken negen kunstenaars zes woensdagen in stilte aan hun monnikenwerk – kunst die met tijd en aandacht gemaakt is in een ruimte die al eeuwen een betekenis heeft. Kunst die bezoekers ook uitnodigt tot aandachtig waarnemen en nadenken. Op deze woensdagen zijn bezoekers van 17 juli t/m 21 au­ gustus tussen 17.00 en 20.00 uur welkom om kerk en kunst te ervaren. De deelnemende kerken zijn: Wester­nieland, Den Andel, Baflo, Saaxumhuizen, Eenrum, Loppersum, Wester­ emden, Leermens en Eenum. Voor meer infor­matie zie: www. monnikenwerk.nu.

De expositie ‘Van klei naar klooster’ in het Kloostermuseum in Aduard, te zien tot en met oktober, besteedt aandacht aan de bouwkunst van de cisterciënzers. Samen met de SOGK werd een boekje samengesteld met fiets- auto- en wandelroutes langs romaanse kerken. Op zondag 29 september organiseren we in de kerk van Fransum een cursus ‘Gewelven voor dummies’: boogjes metselen voor beginners. Dat dat nog helemaal niet zo gemakkelijk is, kunt u aan den lijve ondervinden. U bent tussen 13.00 en 16.00 uur welkom in de kerk van Fransum waar u onder leiding van een bouwkundige van de SOGK zelf aan het werk kunt.

Open Monumentendag

Op 31 augustus is het weer tijd om te kiezen tussen fietsroutes door het prachtige Reitdiepgebied, ten noordwesten van stad Groningen. Een groot aantal concerten wordt gegeven in middeleeuwse kerkjes en boerenschuren. Het worden wederom lastige keuzes, want in één middag passen maar een concert of vijf, misschien zes. Voor het aanbod zie: www.zjft.nl.

Elk jaar in het tweede weekend van september zijn duizenden prachtige monumenten in heel Nederland en dus ook een groot deel van onze kerken gratis toegankelijk voor iedereen. Het is dé kans om een plek te bezoeken waar je normaal niet zo snel komt en deel te nemen aan de vele activi­teiten die georganiseerd worden. Voor een overzicht van deel­nemers en activiteiten op 14-15 september zie: www. openmonumentendag.nl.

Zomerzondagen Leegkerk

Expositie pinhole-fotografie

Ook dit jaar is het middeleeuwse kerkje van Leegkerk tijdens de zomermaanden weer geopend voor bezoekers. De kerk opent elke zondag in juli en augustus van 12.00 uur tot 17.00 uur de deuren. Iedereen is tijdens deze Zomerzondagen van harte welkom om te kijken én luisteren. De kerk wordt deze dagen bemand door vrijwilligers, die vooral uit de omgeving van Leegkerk komen. Voor een overzicht van optredens zie: www.blgroningen.nl/agenda.

In de Gouden Eeuw maakten schilders al gebruik van het effect van lichtval door een klein gaatje, het zogenaamde pinhole-effect. Hiermee konden ze een tweedimensionale projectie van de werkelijkheid bekijken en waren perspectivisch lastige onderwerpen als een landschap of een ruimte gemakkelijker te schilderen. De projectie kon op klein formaat in een doos plaatsvinden, maar ook muurvullend in een verduisterde kamer (camera obscura). Veel vroege foto’s werden ook gemaakt met behulp van deze techniek; het beeld werd gevangen op een plaat die lichtgevoelig was gemaakt en het beeld vast kon houden. Tot 30 december 2019 is er in de Remonstrantse kerk in Groningen een jubileumexpositie te zien van foto’s die met deze oude techniek zijn gemaakt door Janna Bathoorn en Jan

ZomerJazzFietsTour

Tweede Krewerder Orgeldag Op zaterdag 28 september organiseert de plaatselijke commissie van Krewerd i.s.m. Peter Westerbrink de Tweede Krewerder Orgeldag. Het beroemde orgel uit 1531, het op één na oudste nog bespeelbare orgel in ons land, staat centraal


Alwin de Jong van Studio Stedum. Zij fotografeerden in en rond kerken van de Stichting Oude Groninger Kerken. Hun keuze voor het gebruik van pinhole-fotografie omschrijven ze als volgt: ‘We zijn gefascineerd door oude dingen, en houden van het Noorden. Het kijken naar de oude middeleeuwse kerken in Groningen maakt je bewust van je eigen positie en je rol in de tijd; dat je maar heel even onderdeel bent van het bestaan van zo’n bouwwerk. Het bezig zijn met oude fotografische technieken doet dat ook’. Locatie: Remonstrantse kerk, Coehoornsingel 14 in Groningen. Geopend maandag-vrijdag tijdens kantoortijden. Graag even aanbellen voor entree.

Veur Aaltied In het gouden jubileumjaar staat een bijzonder project in de agenda: ‘Veur Aaltied’. De opvoeringen combineren theater, een orgelcompositie en andere muzikale bijdragen. De levensverhalen van in of bij de kerk begraven dorpsgenoten vormen de basis voor het scenario van de voorstellingen. Bijzonder is dat deze per locatie samen met plaatselijke amateurs op maat zijn gemaakt, waardoor unieke producties ontstaan. Een belangrijk onderdeel van het project zijn de orgels in de kerken. Als Gronings erfgoed spelen ze een grote rol in de sfeer- en toonzetting van de voorstelling, net zoals ze dat eigenlijk al eeuwenlang doen als concert- en begeleidings­ instrument bij diensten en bij rouw en trouw. De keuze voor de compositie ligt bij de Groninger orgeldeskundige én organist Eeuwe Zijlstra. Per dorp is gekeken of er lokale amateurmusici zijn die voor een muzikale bijdrage in het te spelen stuk geschreven kunnen worden. Zo wordt er nieuw werk aan het Groninger repertoire toegevoegd. De artistieke leiding is in handen van Ben Smit. Jaap Alkema en Geert Oude Weernink leiden het project namens Stichting Pandeon. ‘Veur Aaltied’ wordt in september en oktober nog gespeeld in de kerken van Woltersum, Nuis, Visvliet en Loppersum. Kijk voor voorstellingen en speeldata op: www.veur­ aaltied.nl.

Muzikale Fietsroute Op 6 oktober vindt voor de zesde keer de muzikale fietsroute plaats. U kunt al fietsend kennismaken met het Hoogeland, omlijst door een grote diversiteit aan muziek. In tien historische kerken zijn verschillende muzieksoorten te beluisteren, gespeeld door musici die veelal afkomstig zijn uit de regio. Onderweg van de ene naar de andere kerk geniet u van het prachtige Hoogelandster wierdenlandschap met de kenmerkende, kleine, pittoreske dorpjes, de weidse landschappen en fantastische luchten. De lengte van de totale route is ongeveer 30 km. Op het programma staat meer dan op één dag te volgen is. Aan de hand van de kaart en het informatieboekje kunt u uw eigen programma samenstellen. Meer informatie: www.muzikalefietsroute.nl.

Lezing Eelco van Es ‘Denk mee over de geschiedenis van de Stichting Oude Groninger Kerken! Vele mensen hebben zich de afgelopen vijftig jaar voor de Stichting ingezet. Wat verbindt deze mensen? Hoe verhouden ze zich tot onze kerken?’ Op donderdag 24 oktober houdt cultuurwetenschapper dr. Eelco van Es een lezing in de Remonstrantse kerk in Groningen, aanvang 19.30 uur. De lezing is voor donateurs gratis, niet-donateurs betalen ¤ 2,50. U kunt zich al opgeven via info@groningerkerken.nl of 050 - 312 35 69.

Garages in het Interbellum Omstreeks 1900 reden de eerste auto’s over de Groninger wegen. In de jaren twintig en dertig steeg de verkoop van automobielen naar een recordhoogte. Veel garagebedrijven groeiden uit hun schuurtjes en lieten grotere garages bouwen in de toen heersende architectuur: de Groninger Amsterdamse School, het baksteenexpressionisme. Bekende architecten maakten ontwerpen voor de bedrijfsgebouwen, zoals Egbert Reitsema, Albert Wiersma, Willem Reitsema Tzn en Karst Zevenberg. De karakteristieke garages zien we niet alleen in de stad Groningen, maar ook op het omringende platteland. In de jaren zeventig verdwenen veel garages uit het centrum van de steden en dorpen naar de daarbuiten gelegen industriegebieden. De oude panden werden afgebroken, de grond bood na sanering plaats aan nieuwbouw. Toch bleef een aantal markante bouwwerken bestaan, als garage of met een nieuwe bestemming. Van 1 september tot en met 13 oktober kunt u in het Centrum Groninger Amsterdamse School genieten van foto’s en verhalen over garages gebouwd in het Interbellum. Naast informatie over de gebouwen en de architectuur krijgt u vooral ook een prachtig tijdsbeeld. Bij de expositie is een handzaam boekje gemaakt met drie fiets- en twee autoroutes langs de Groninger Amsterdamse School-garages. Locatie: kerk Onderdendam, Bedumerweg 34. Geopend op vrijdag, zaterdag en zondag geopend van 11.00-17.00 uur. Entree ¤ 5,00. Garage Dinkla in Uithuizen, omstreeks 1930. Collectie Groninger Archieven (1986-17441).


We r k in ui t voe r ing

Een dictator voor ’t Zandt Marcel van Santen regelt het ‘Vijftig kerken open’. Dat was de inzet voor het jubileum. Dat streven is gelukt, ruimschoots zelfs. Bezoekers kunnen inmiddels zonder obstakels – zoals het naarstig zoeken naar een sleuteladres – terecht in méér dan vijftig kerken verspreid over de provincie. Voordat overal de deur ‘los’ kon, moest wel het nodige gebeuren. Marcel van Santen, bouwkundige van de SOGK, had er in Marcel van Santen, bouwkundige van de SOGK. Foto Duncan Wijting.

‘Iedere keer als zich weer een kerk had aangemeld bij Agmar van Rijn, projectleider van ‘Vijftig kerken open’, ging ik even langs bij de plaatselijke commissie om te kijken wat er daar nodig was. Iedere kerk had natuurlijk haar eigen specifieke verlanglijstje, maar om het werk toch een beetje samen te vatten: aanpassen, vastzetten, weghalen en repareren’, aldus Marcel.

de aanloop naar het project zijn handen vol aan.

Bang voor Bijbels ‘Sommige mensen hebben zorgen dat er iets gebeurt als ze de kerk onbeheerd open laten. De praktijk wijst uit dat die angst niet terecht is. Natuurlijk gebeurt er wel eens iets vervelends, evengoed als dat ook in afgesloten gebouwen wordt ingebroken. Maar dat zijn absoluut uitzonde­ ringen. Een enkele kerk van de Stichting is bijvoorbeeld

De leuningen op de natuurstenen toegangstrap van de kerk van Midwolde.


al sinds de jaren zeventig continu overdag geopend, zonder incidenten.’ Om de kans op schade of vermissing van objecten te verkleinen of zelfs te voorkomen zijn er natuurlijk wel wat praktische maatregelen denkbaar. ‘Nogal wat commissies zijn bang voor hun Bijbel. Zo’n oude Statenbijbel is natuurlijk ook kwetsbaar, maar dan worden er zelf allerlei toestanden overheen gemaakt die niet werken, in tegendeel. Als proef hebben we daarom van perspex een beschermkap met ventilatie laten maken. Ze zijn eerst geplaatst in Leermens, Den Andel, Westernieland en Scheemda.’ Verder werd er het nodige vastgezet, want voorkomen is immers beter dan genezen – hoewel die twee vaak gelijk op gingen. ‘In Oudeschans en Nieuw-Scheemda zijn de kandelaars op de banken geborgd. De meubelrestauratoren Yvonne Nijlunsing en Richard Meulenbeek hebben ook heel wat knoppen onder handen gehad, om ze vast te zetten of te herstellen.’ De bemoeienis van Marcel bleef niet beperkt tot technische ingrepen. ‘De beheerders en plaatselijke commissies kregen altijd een uitleg over wat er gewoon kan blijven liggen of hangen. We moeten tenslotte ook geen lege levenloze kerken hebben. Daar is niks aan.’

‘Onderhoudsdingetjes’ ‘Wanneer we toch ergens aan de slag waren, zijn meteen wat onderhoudsdingetjes meegenomen. In Nuis zijn nu alle deurklinken tenminste gelijk, dat was eerst toch een beetje een zootje. Op de natuurstenen toegangstrap van Midwolde hebben we leuningen geplaatst zodat deze beter toegankelijk is voor mindervaliden. In Den Horn ligt het klinkerpad bij de ingang er weer strak in.’ Bij openstellen hoort ook afsluiten. Niet elke ruimte in een monument hoeft immers toegankelijk te zijn voor bezoekers. ‘Vooral orgelbalkons en kappen zijn afsluitbaar gemaakt, net als keukens en verwarmingsruimtes. De geluidsinstallatie in Garnwerd staat nu in kasten die op slot kunnen. In Eenrum is de toren niet van de Stichting maar van de burgerlijke gemeente, dus daar hebben we voor de trap een spijlenhek geplaatst, ook voor de veiligheid. Een bijzonder geval was ’t Zandt, waar de deur vaak letterlijk openstond. Daar is nu een onzichtbare ingebouwde deurdranger aangebracht, een zogenaamde dictator. Die moet voorkomen dat er allerlei dieren de kerk binnensluipen.’

Makkelijk ‘Het is mooi om te zien dat steeds meer kerken aanhaken bij de openstelling. Ook op plekken waar geen plaatselijke commissie is omdat er nog gekerkt wordt en de kerkgemeente daarvoor de kerk terughuurt van de SOGK. Mensen reageren tot nu toe erg enthousiast. Ik was laatst in Eenum en daar zag ik in het gastenboek dat twee dames uit Amsterdam blij waren dat ze ’s morgens vroeg de kerk al konden bezichtigen. Een gemakkelijke toegankelijkheid is zeker prettig voor

De torentrap in Eenrum werd afgesloten met een spijlenhek.

alle kerken die aan het Pieterpad liggen, of die stempelplaats zijn voor het Pronkjewailpad. Ook voor beheerders heeft een open deur trouwens zijn voordelen. Ik hoorde al een paar maal dat het toch erg gemakkelijk is dat er niemand aanwezig hoeft te zijn om bijvoorbeeld open te doen voor het waterbedrijf.’ Een kap van perspex beschermt in Leermens nu de Bijbel.


Nie u w s

De Bergkerk in Deventer. Foto Marie Ressing, Wikimedia Commons.

Ontmoeting met onze donateurs uit Deventer e.o. Na het succes van onze donateursontvangst begin dit jaar in Utrecht, komen we weer naar u toe, dit keer naar Deventer. Op vrijdag 27 september zijn wij te gast bij NV Bergkwartier - Mij tot Stadsherstel in Deventer, die net als de SOGK dit jaar vijftig jaar bestaat. Hiervoor nodigen we onze donateurs uit Deventer en omgeving van harte uit. Een aantal medewerkers van de Stichting Oude Groninger Kerken is ook dit keer weer van de partij.

We ontmoeten elkaar graag om 10.30 uur in de Bergkerk van Deventer met een kopje koffie met iets erbij, gevolgd door een korte inleiding over het NV Bergkwartier door di­recteur Barend Jan Schrieken. Vervolgens gaan we op pad om een aantal panden te bekijken. De lunch, tussen 12.00 en 13.30 uur, willen we graag samen met u gebruiken in de Latijnse School (deze kosten zijn voor uw eigen rekening). Leuk om dan nader kennis met elkaar te maken. Het middagprogramma wordt aangeboden in het Geert Grootehuis. Geert Groote (1340-1384) is de belangrijkste Deventenaar uit de geschiedenis. Tot ver buiten onze landsgrenzen is hij bekend als grondlegger van de ‘Moderne Devotie´. Hier krijgt u een rondleiding en kunt u op eigen gelegenheid rondkijken. Uiteraard sluiten we nog weer af met een kopje koffie o.i.d. Omstreeks 15.30 uur denken we het programma af te sluiten. Geeft u vooraf aan ons door wanneer u van de partij bent, dan weten we even met hoeveel mensen we rekening kunnen houden. U kunt dit laten weten via info@groningerkerken.nl of 0503123569. Aan deze ontmoeting in Deventer zijn behalve voor de lunch geen kosten verbonden. U bent onze gast! De donateursontvangst is een van onze activiteiten in het kader van ons jubileumjaar. Deze excursie is in principe bedoeld voor onze donateurs buiten Groningen, maar mocht u als Noorderling naar Deventer willen komen, dan bent u natuurlijk ook welkom!

De Stichting is een uitgave van de Stichting Oude Groninger Kerken. Dit katern verschijnt vier maal per jaar, los en als onderdeel van het tijdschrift Groninger Ker­ken, voor donateurs van de stichting. • Redactie: Martin Hillenga • Vormgeving en productie: Ekkers en Paauw • Drukwerk en verzending: Zalsman Groningen • Adres: Coehoornsingel 14, 9711 bs Groningen • telefoon (050) 312 35 69 • e-mail: info@groningerkerken.nl • www.groningerkerken.nl


ziet dan ook, dat mensen in perioden van leegte altijd zoeken naar nieuwe woorden. De geciteerde poëet biedt ons een stal en omhulsel, beleidsmakers komen met ‘monument’ en ‘erfgoed’. Al vanaf 1946 was er een Rijksdienst voor Monumentenzorg en in 1961 kwam de eerste Monumentenwet.8 De publicatie Erfgoed. Geschiedenis van een begrip vertelt hoe het woord ‘erfgoed’ in zwang raakte.9 De term werd in 1952 voor het eerst gebruikt door een Rijksarchivaris in verband met museale voorwerpen, en in de jaren zeventig werd het in toenemende mate ook toegepast voor ‘bouwkunstig erfgoed’.10 Het beschermen van erfgoed wil dan zoveel zeggen als dat met instandhouding van de kerk tevens een geërfde geschiedenis wordt bewaard voor het nageslacht, inclusief alle cultuurhistorische, architectonische en decoratieve vorm­geving die daarvan uiting zijn. Deze vormen worden beschouwd als van cultureel belang, en niet meer primair als van religieuze betekenis. Religie en religieuze vormgevingen kun je zien als een vorm van cultuur. Deze theorie vinden we onder meer bij de Groninger hoogleraar en cultuurwetenschapper Barend van Heusden. In zijn werk omschrijft hij alle cultuur als vormgevingen van menselijke cognitie.11 Erfgoed omschrijft hij pragmatisch als ‘dat wat we van belang vinden om te bewaren.’ 12 De term ‘monument’ verwijst naar ‘monumentum’, iets wat ergens aan herinnert.13 Het gaat dus om iets wat voornamelijk in het verleden ligt. De term ‘erfgoed’ gaat eveneens over iets van voorheen, maar lijkt ook een kwalitatieve connotatie te hebben. Het gaat om niet zómaar iets ouds, het is ‘erfgoed’. Het lijkt te suggereren dat het nu nog steeds de moeite waard is. Iets waarvoor we steeds opnieuw erfgenamen kunnen zoeken. Dat de term ‘erfgoed’ en het gebruik ervan nog steeds in beweging zijn, blijkt wel uit het feit dat UNESCO in 2011 een ‘verdrag inzake de bescherming van het immaterieel cultureel erfgoed’ sloot, waarin de term ‘erfgoedgemeenschap’ geënt werd.14 Erfgoedgemeenschappen zijn groepen mensen die zich inzetten voor dat wat zij belangrijk vinden om te bewaren en door te geven. Zo bekeken zijn het rondom kerken ‘erfgoedgemeenschappen’ die in de plaats gekomen zijn van kerkelijke gemeenten.

De plaatselijke commissie Hoe zocht de Stichting Oude Groninger Kerken naar ‘erfgoedgemeenschappen’? Vanaf het eerste uur werden donateurs geworven, mensen die bij wilden dragen aan de doelstelling. Als het concreet ging om het gebruik van de kerk, werd niet afgeweken van de eeuwenoude werkwijze van het instituut kerk. Dat is niet zo verwonderlijk; de vormgeving van de Stichting Oude Groninger Kerken werd immers in het prille begin ter hand genomen vanuit de kerk en vanuit kerkelijk betrokkenen.15 Het organiseren van lokaal draagvlak is zo vanaf het begin verankerd in de werkwijze van de stichting. Nog steeds werkt het zo dat meteen na overdracht en soms daarvoor al, wordt nagegaan of er een groep plaatselijke beheerders kan worden samengesteld, of een andere vorm van (lokaal gedragen) gebruik kan worden geïnitieerd. Want God man dan veelal verdwenen zijn uit de Noord-Nederlandse dorpen, de mensen zijn er nog. Bij overdrachtsceremonieën wordt vaak gezegd dat ‘de kerk terug wordt gegeven aan het dorp’. De kerk is dan wel in bezit van de Stichting Oude Groninger Kerken, maar mensen mogen eigenaarschap vormgeven. ‘Gebruik, daar gaat het om’ is een veel gebezigde slogan. De zinsnede heeft een open karakter, omdat het niet definieert om wat voor soort gebruik het dan moet gaan. Er is geen kwalificatie van waarde in deze slogan, noch in de naam die de plaatselijke groepen krijgen: de ‘plaatselijke commissie’. Deze open, neutrale en feitelijke manier van taal gebruiken maakte de weg vrij voor hen die dat werk ter hand gingen nemen. Het paste goed bij de nuchtere onverstoorbaarheid en bescheidenheid van de Groninger vrijwilligers.

Wordt hier nog gekerkt? Nog steeds is de meest gestelde vraag van de – vaak net als Larkins’ ik-figuur wat verloren om zich heen kijkende – bezoeker: ‘Wordt hier nog gekerkt?’ De achterliggende vraag is dezelfde vraag als uit Church Going, namelijk: waarin is deze kerk veranderd? En als we een ode willen brengen aan gebruikers van Groninger kerken, zou het goed zijn hier iets over te zeggen. Wat hebben de plaatselijke commissies, en andere gebruikersgroepen, in de afgelopen vijftig jaar eigenlijk precies gedaan? Wat hebben zij uit leegte vormgegeven?

8 Van Es, ‘Mens en steen’, 4 9 Frans Grijzenhout (red.), Erfgoed. Geschiedenis van een begrip (Amsterdam 2007). 10 Grijzenhout, Erfgoed, 11. In de boeiende inleiding van de publicatie wordt in het algemeen uitvoerig ingegaan op Europese terminologie en de toepassing van de term ‘erfgoed’, die vanaf de jaren vijftig toeneemt. 11 Barend van Heusden, Cultuur in de spiegel. Naar een doorlopende leerlijn cultuuronderwijs, https://www.rug.nl/research/icog/research/ research-centres/artsinsociety/themegroups/cultuuronderwijs/bibliotheek/onderwijs/pdf/zwarte-boekje.pdf 12 Van Heusden, Cultuur in de spiegel, 8. 13 Van Veen en van der Sijs, Etymologisch woordenboek, 576 14 UNESCO is een afkorting van United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization, een speciale commissie van de Verenigde Naties. Het verdrag is online te vinden op: https://www.immaterieelerfgoed.nl/nl/media/inline/2017/3/1/unesco_conventie_ ter_bescherming_van_het_immaterieel_cultureel_erfgoed.pdf 15 ‘Van Es, ‘Mens en steen’, 1-23.

73


Van de dichter M. Vasalis is de zinsnede: ‘Abstracties: mazen waar de werkelijkheid doorheen valt.’ 16 Elke rangschikking in soorten gebruik doet de rijkdom en veelzijdigheid van hoe kerken gebruikt worden al gauw tekort. Die rijkdom zit in de geur van versgebakken appeltaart in Engelbert, aan de triomf van de laatste noot in een 24-uurs symfonie in de kerk van Zuurdijk, in de opengevallen mond van een kind dat tuurt naar de zestiende-eeuwse gewelfschilderingen in Garmerwolde, in het plezier dat mensen ontlenen aan galmen in de kerk van Eenrum, in het water dat je in de mond loopt bij wat op je bord komt in Klein Wetsinge of de Amshoff in Kiel-­ Windeweer, in de ontdekking van kunstwerken en grafpoëzie, in de zon die door de bladeren schijnt op groene kerk­ terreinen. De werkelijkheid is altijd onverwachter en diverser dan elk mogelijk model. Toch willen we graag iets meer vat krijgen op wat er door vrijwilligers bereikt is, de afgelopen halve eeuw. Die zorgvuldige aandacht past bij de terechte ode aan alle inspanningen van onze mensen.

Tien gebruiksvarianten

74

Binnen het bezit van de Stichting Oude Groninger Kerken kunnen we zo tien specifieke gebruiksvarianten onderscheiden, die zijn ontstaan in de periode na 1969. Tien vormen waarin de wolk gebeden, om met dichter Huub Oosterhuis te spreken, en de tijdsgeest mensen er niet van heeft weerhouden om het oude gebouw mee te nemen naar een nieuwe tijd. 17 Het gaat daarbij niet om een categorisering van de groep, maar om de aard van het gebruik en de variatie daarin.

1 Doorgaand kerkelijk gebruik Sommige kerken van de stichting worden zeven dagen per week teruggehuurd door de kerkelijke gemeente, en nog wekelijks voor de eredienst gebruikt. Andere kerken kennen een minder frequent gebruik voor de eredienst, maar nog wel doorgaand kerkelijk gebruik. Een kerkelijke gemeente kan de primaire gebruiker van de kerk zijn. Door het afdragen van huuropbrengst draagt de gemeente bij aan onderhoud van het gebouw. Een gebouw in gebruik leeft, en raakt minder snel in verval. Deze gebruiker wordt net als andere gebruikersgroepen uitgenodigd mee te doen aan culturele en toeristische projecten. Ook openstelling van de kerk en samenwerken met lokale actoren wordt gestimuleerd. Hoewel het lijkt op de oude situatie, van voor de leegte en de breuklijn, is de situatie door het veranderend eigenaarschap toch fundamenteel anders te noemen.

Boeiend is het, dat er kerkelijke initiatieven zijn waarin een antwoord wordt geboden op de leegte van de secularisatie. Dit gebeurt in de ‘dorpskerkenbeweging’, die als motto heeft: ‘De kerk in, van en voor het dorp’.18 Het gaat hier niet om het loslaten van het geloofskader maar om nieuwe invullingen ervan, waarbij het gebouw een belangrijke rol heeft. Voortdurend wordt gezocht naar nieuwe vormen, die passen bij maatschappelijke behoefte. ‘Kerk in het Dorp’ is daarvan een Gronings voorbeeld.19

2 Gebruiksmix zingeving en cultuur De tweede gebruiksvariant voorziet in activiteiten die beschouwd kunnen worden als een mix van zingeving en cultuur, vanuit een open seculier kader. Daarbij wordt gretig geleend van van oorsprong religieuze vormen. Te denken valt aan het labyrintlopen in de kerk van Oosterwijtwerd en het daar onlangs opgeleverde buitenlabyrint, of de stiltemomenten in de kerk van Zuurdijk. Ook het branden van kaarsen, meditaties of ‘seculiere kerkdiensten’, zoals een Jachtmis in Vierhuizen, een viering van Sint-Jan in Woltersum, of een meezingkerkdienst in Garmerwolde kunnen bij deze activiteiten geschaard worden. Dergelijk aanbod lijkt de laatste jaren toe te nemen.

3 Cultureel gebruik: de kerk als podium De derde vorm betreft puur cultureel gebruik, gericht op een breed publiek: de kerk is een podium voor concerten, theatervoorstellingen, lezingen en tentoonstellingen en de plaatselijke commissie of culturele raad maakt veelal werk van een jaar- of seizoensprogrammering. Sommige kerken weten structureel een breed (ook bovenlokaal) publiek van lief­ hebbers te bereiken. Denk bijvoorbeeld aan de kerk van Feerwerd met een aanbod van jazz en klassiek, of de kerk van Oudeschans, waar al meer dan veertig jaar koffieconcerten worden geprogrammeerd.

4 Mooiste kamer van het dorp Bij de vierde gebruiksvariant bestaat de programmering uit culturele activiteiten die vooral lokaal onder de aandacht worden gebracht. De kerk functioneert als ‘mooiste kamer van het dorp’. Soms is er wel een dorpshuis in dit dorp en wil men niet concurreren met activiteiten aldaar, maar speelt de kerk een complementaire rol naast het dorpshuis. De kerk is dan de plek waar de plaatselijke fotoclub of een kunstenaar uit het dorp kan exposeren, of waar bijvoorbeeld boekenmarkten gehouden worden.

16 Maaike Meijer, M. Vasalis. Een biografie (Amsterdam 2011) 7. 17 Liedboek. Zingen en bidden in huis en kerk (Zoetermeer 2013), lied 280, vers 2 luidt: ‘Dit huis van hout en steen, dat lang / de stormen heeft doorstaan / waar nog de wolk gebeden hangt / van wie zijn voorgegaan.’ 18 Zie ook: https://www.protestantsekerk.nl/thema/dorpskerkenbeweging/ 19 www.kerkinhetdorp.nl: ‘Kerk in het Dorp is een initiatief om de middeleeuwse Groninger kerk in de dorpen Eenrum, Den Andel en Westernieland open en daardoor levend te houden. Kerk in het Dorp zoekt nieuwe wegen op oude gronden en verbindt daarbij spiri­ tualiteit, natuur, muziek, kunst en cultuur. Door middel van lezingen, muziek, exposities, pelgrimages, maaltijden, of zomaar een stil half uur worden de kerken in de dorpen plekken waar velen zich thuis voelen. Kerk in het Dorp is ook: omzien naar elkaar, aandacht en ruimte voor zingeving en spiritualiteit. Kerk in het Dorp is van en voor het dorp.’


Klein Wetsinge: horeca-exploitanten Inez en Nicolaas Geenen. De kerk is als ‘mooie kamer’ van het dorp een ontmoetingsplek voor bewoners van de regio. Sinds een restauratie annex aanpassing in 2015 vervult her gebouw ook een rol als kleinschalige voorziening voor recreatie en toerisme. Foto Taco Anema.

75 Hornhuizen: Vereniging Dorpsbelangen Hornhuizen. De kerk doet dienst als dorpshuis en trouw- en rouwlocatie. De toren is ingericht als uitkijkpunt over het landschap. Foto Taco Anema.


76

Kiel-Windeweer: De Amshoff. Marola Claessen en Jan Stams exploiteren in de pastorie een restaurant met erfgoedlogies. De kerkzaal wordt gebruikt voor concerten, recepties en passende bijeenkomsten. Foto Taco Anema.


5 De kerk als dorpshuis In de vijfde variant wordt de kerk gebruikt als dorpshuis. Het gaat om kleine kernen waar geen andere dorpsaccommo­ datie is, en waar de kerk voldoet voor alle mogelijke dorpsontmoetingen en -activiteiten.

6 De kerk als horecalocatie Bij de zesde variant wordt de kerk gehuurd door een commercieel exploitant, die het gebouw als basis voor een horeca­ locatie benut. Stichting Oude Groninger Kerken kent deze variant bijvoorbeeld in Kiel-Windeweer en Klein-Wetsinge.

7 De kerk als toeristische hotspot De zevende variant beschrijft de kerk als toeristische hotspot. De kerk heeft dan een unieke ligging, heeft bijzondere esthetische kenmerken of biedt een unieke beleving. De kerken van Middelstum, Pieterburen, Midwolde en Krewerd zijn bijvoorbeeld onderdeel van het Grootste Museum van Nederland. Het gaat hier om unieke, fraaie kerkinterieurs die effectief ontsloten worden voor een groter publiek door ze als

museaal te ‘vermarkten’.20 De kerken van Marsum, Oostum en Fransum liggen prachtig in het landschap en bieden verstilde pleisterplaatsen aan bezoekers. Ook de kerken die uitkijkpunten hebben, zoals de toren van Uitwierde, of kerken met kunst op kerkhoven, zijn toeristische hotspots.21 Zoveel mogelijk worden kerken opgenomen in wandel- en fietstochten, recent nog door kerken aan te moedigen stempelpost te zijn voor wandelaars die het Pronkjewailpad lopen.

8 De kerk als educatief brandpunt In de achtste variant is de kerk primair brandpunt voor educatieve activiteiten. Het gaat bijvoorbeeld om kerken die een sleutel delen met de plaatselijke basisschool in het project Sleutelbewaarders. Ook de kerk van Garmerwolde heeft met Feest! In Oost en West een nadrukkelijk educatief perspectief.

9 De kerk voor de kunst(enaar) Anders dan bijvoorbeeld in Friesland worden onze kerken tot op heden niet herbestemd tot plekken met een woonfunctie, of gebouwen die voor individueel gebruik zijn. De kerken van

20 Let op hoe ook hier nieuwe taal een nieuw publiek weet aan te boren. Bezoekers gaan niet naar ‘kerken’ maar naar onderdelen van een ‘museum’. Bedoeling en effect van deze vermarkting was dat ook mensen, die normaal gesproken niet zo gemakkelijk over de drempel van kerken stappen, een kijkje komen nemen. 21 Bijvoorbeeld de kerken binnen Op Hoogte Gedacht: https://www.groningerkerken.nl/nl/sogk/projecten/op-hoogte-gedacht

Fransum: Vroedschap Fransum. De kerk wordt gebruikt als pleisterplaats voor wandelaars en fietsers in het Reitdiepgebied. De Vroedschap, die het gebouw exploiteert, verhuurt de kerk en organiseert er zelf ook concerten. Foto Taco Anema.

77


Solwerd: SBO de Delta. Leerlingen van deze Damster school zijn sinds 2017 Sleutelbewaarder van de kerk. Foto Taco Anema.

78

de Stichting Oude Groninger Kerken worden bij voorkeur gedragen door het collectief. Dat biedt immers een stevige garantie voor draagvlak. Wel kennen we de gebruiksvariant van terughuur door een (uitvoerend) kunstenaar of groep kunstenaars, bijvoorbeeld in geval van Lettelbert en Opwierde.

10 Niets is ook iets: gebruik maken van leegte Een curieuze foto in de Passanten-serie is die van de afwezige gebruikers van de kerk van Heveskes. Bewust is dat zo gedaan; er is daar geen structurele hoofdgebruiker. Maar niets is ook iets; de leegte biedt de mogelijkheid voor nieuwe, experimentele, incidentele vormen van gebruik. Zoals door een kunstenaar tijdens festival Terug naar het Begin, in mei 2019.

Gedicteerd tijdstip Wie kijkt naar de serie Passanten, ziet groepen mensen die met verve en toewijding werk hebben gemaakt van één van de hierboven genoemde vormen. Tot slot nog iets over de totstandkoming van de serie. Daarbij haal ik graag Johan Cruijff aan: “Er is maar één moment om op tijd te komen. Ben je er dan niet, dan ben je óf te vroeg, óf te laat”. Het was precies die logica, die de gebruikers van 94 locaties in bezit van de Stichting Oude Groninger Kerken gedicteerd kregen in de brief, waarin hen werd gevraagd voor de lens van Taco Anema te verschijnen. Omdat Anema de serie volgens een strak

schema schoot, werd aan de gebruikersgroepen gevraagd zich aan te passen aan deze dynamiek, en op een specifiek tijdstip te verschijnen. De praktische onmogelijkheid om iedereen die zich voor oude Groninger kerken inzet, recht te doen en binnen een bepaald tijdsbestek als complete groep te fotograferen, werd daarbij ingecalculeerd. Op de foto staan die mensen, die op het gewenste moment op de juiste plaats konden verschijnen. Die precies op tijd konden zijn. Dat met deze werkelijkheid in de serie Passanten in één geval een loopje is genomen, is te mooi om niet te vertellen.

De uitzondering die de regel bevestigt Het portret van de plaatselijke commissie van Oldehove toont van links naar rechts Paul Schils, Karin Kroes, Jan Mechielsen, Anne de Ruiter, Gerard Meijer en Ineke Mollema. De voltallige commissie. Op de septemberdag in 2018 dat Taco Anema kwam fotograferen, lukte het Mechielsen en Mollema met geen mogelijkheid erbij te zijn. Anne de Ruiter, lid van de groep, vond het erg jammer. Juist omdat de commissie een prettig functionerende groep is, waarin ieder lid zijn of haar eigen rol heeft, zo was zijn gedachte. Hij deed Anema de suggestie om de missende schakels alsnog te fotograferen. Aldus geschiedde. Een mailwisseling over diafragma, gevoeligheid en sluitertijd volgde. Een heel gepuzzel waarvan De


Lettelbert: Atelier Elisabeth. Johanna Kouwenhoven en Elisabeth Schreuder zetten vanaf 1 januari 2019 de traditie van ‘iconenkerk’ in Lettelbert voort. Zij houden er, net als hun voorganger Ronald Medema (die in 2018 tot priester werd gewijd voor het orthodoxe klooster ‘Geboorte van de Moeder Gods’ in Heusden-Asten) iconenschildercursussen en -exposities. Foto Taco Anema. Opwierde: Christelijke Brassband Constantijn Huygens. De muziekvereniging gebruikt de kerk sinds 2008 als repetitieruimte. Foto Taco Anema.

79


80

Oudeschans: Plaatselijke commissie. Sinds 1976 worden per seizoen acht zeer succesvolle concerten in de kerk gegeven. Foto Taco Anema.

Heveskes. Niets is ook iets. Foto Taco Anema.


Oldehove: Plaatselijke commissie. Twee leden van de groep zijn later digitaal toegevoegd. Foto Taco Anema

81

Ruiter verslag doet aan Anema, met als slotzin: ‘Tenslotte weer terug op vaste plek met 18 en 24 mm omdat de linkervoet van Jan Mechielsen vrij ver buiten de stoel stak.’ Voor­ zitter en lid worden zo uiteindelijk alsnog in de groep opgenomen. Om opnieuw met Cruijff te spreken: ‘je gaat het pas zien als je het doorhebt’ – maar ook dan nog is het eigenlijk niet te zien, zo perfect is dit kunstje gedaan. Een grappige illustratie wellicht, van hoe goed onze gebruikers er in zijn, nieuwe vormen uit te vinden.

Waar je bij uitstek wijs kunt worden Oldehove is de uitzondering die de regel bevestigt, alle andere foto’s tonen de realiteit van ‘precies op tijd.’ En wie daar nader over nadenkt kan niet anders dan concluderen dan dat dát ook tot de wezenskenmerken van de gebruikers van Groninger kerken behoort. Ze waren er, toen ze er moesten zijn. Ze voelden de urgentie om voor oude kerken te zorgen, ook toen er een gevoel van ontheemding en leegte optrad. Toen mensen het spoor bijster waren. Toen taal opnieuw moest worden uitgevonden. Ze herijkten oude vormen in een nieuwe context, ze vonden nieuwe vormen uit. Passanten is een bijzonder eerbetoon, een ode, aan hen. Aan hun creativiteit en doorzettingsvermogen. Aan de manier waarop ze het gewoon deden, de zaak nuchter en met een bepaalde alledaag-

se voortvarendheid ter hand namen. Dat alles wetende, kan ik eindeloos kijken naar de blikken van de geportretteerden. En daarin ontmoeten we dan opnieuw Philip Larkin, die Church Going voorzag van schitterende slotstrofe, als een bij een ode passende klaroenstoot: Het is een ernstig huis op serieuze aarde, en in de lucht ervan komt wat ons drijft bijeen, wordt er erkend, als lotsbestemming aangekleed. Dat alles kan nooit zo verouderd wezen, omdat iemand altijd een honger bij zichzelf ontdekken zal om ernstiger te zijn en daarmee aangetrokken wordt door deze grond, waar je, zei men, bij uitstek wijs kon worden: er zijn alleen al zoveel doden in het rond.

Agmar van Rijn (vanrijn@groningerkerken.nl) is literatuur­ wetenschapper en werkt sinds 2013 voor de Stichting Oude Groninger Kerken als projectleider op het gebied van educatie en publieksbereik, en als beleidsmedewerker.


82

Postbus 5086 Verbindingsweg 13 9781 DA Bedum 9700 GB Groningen tel fax

T 050-2100194 M 06-26888044

www.tomfeith.nl info@tomfeith.nl

050 301 12 00 050 301 17 00

info@johnlemmen.nl

Verbindingsweg 13 9781 DA Bedum tel

050 301 12 00

“Wat Arrix vooraf heeft beloofd, fax 050 301 17 00 zijn ze ook nagekomen”

info@johnlemmen.nl

Vertrouwt u ook blind op uw ICT? ICT-oplossingen moeten uw bedrijfsvoering eenvoudiger, rendabeler, effi ciënter en plezieriger maken. Met dit in gedachten werken onze medewerkers iedere dag met veel plezier aan uitdagende projecten. Het resultaat? ICT waar u gemak van heeft en waar u blind op kunt vertrouwen.

Rob Rikmanspoel, Divisiemanager Bedrijfsdiensten IMpact ‘IMpact maakt werk mogelijk’

Heideanjer 2 | Drachten | 0512 - 543 221 | www.arrix.nl

16013934-1_ARRIX_Adv_StichtingGroningerKerken_190x65,5.indd 1

22-01-16 14:11


Voor al uw - voegwerken - voegwerkrestauratie - gevelreiniging Noordveenkanaal n.z. 21 7831 aw Nieuw Weerdinge tel. 0591 - 522 258 / 522 770


sinds 1884 uw aannemer in de regio restaureren met oog voor detail meedenken en adviseren

Omdat bouwen vakwerk is vestigingen in Bedum – Appingedam – Valthermond

Bedum 050 – 30 13 862

Met een passie voor panden met geschiedenis 050 403 14 83 info@laurenshout.nl www.laurenshout.nl

Timmer- en restauratiewerken AdvLaurenshout_OGK_2013.indd 1

|

Interieur ontwerp en uitvoering

|

Deskundig in duurzaam (ver)bouwen 23-01-13 10:00


Groen in goede handen

DĂ t is onze KRACHT T

COMMUNICATION, ART & DESIGN www.212f.nl

Industrieweg 33 9781 AC Bedum (050) 301 25 00 E info@groenwerf.nl W W W. G RO E N W E R F. N L

Kerkje van Klein Wetsinge Sinds 1965

Tussen Sauwerd en Winsum ligt de kerk uit 1840, in 2014 in oude luister gerestaureerd. Ontdek de lunchkaart met verse spullen van het Hogeland. De locatie is geschikt voor: Huwelijk, Receptie, Concert, Vergadering, Diner, Feesten, Lezing en Tentoonstelling.

Glas- en schilderwerken Restauratie- en imitatietechnieken Vloer- en wandafwerking Onderhoudswerken

Duinkerkenstraat 37, 9723 BP Groningen (050) 599 57 70 | info@corbuist.nl | www.corbuist.nl

De kerk is dagelijks geopend tussen 11.00 en 18.00 uur, behalve tijdens besloten partijen. Wilt u zeker weten dat de kerk open is, bel dan met Inez of Nicolaas Geenen: 06 54685405 of 06 46317067. Valgeweg 12 9773 tk Wetsinge kleinwetsinge@blgroningen.nl


Al jaren vertrouwd partner van de SOGK vertrouw ons ook úw bouw werk toe! bouwwerk

H. Pot bouwbedrijf (ver)bouwen met overleg Onderhoud, verbouw, renovatie, nieuwbouw en alle materialen voor de doe-het-zelver

Hoofdweg 25 9795 pa Woltersum (050) 302 15 55 www.bouwbedrijfpot.nl

“Jurriëns Noord is voor mij... puur vakmanschap” Bouwbedrijf Jurriëns Noord B.V. is onderdeel van Friso Bouwgroep B.V.

Mense Ruiter  Orgelmakers bv Rijksweg 167

9792 pd Ten Post

t 050 301 05 50

info@menseruiter.nl

www.jurriensnoord.nl

Hoofdvestiging Osloweg 125 Postbus 5274 9700 GG Groningen t 050 - 55 66 779 e mail@jurriensnoord.nl

Nevenvestiging Pieter Zeemanstraat 9 Postbus 49 8600 AA Sneek t 0515 – 42 99 99 e mail@jurriensnoord.nl


heepstra Installatiebedrijf t Aanleg 11 51 SJ Winsum

Scheepstra Installatiebedrijf T. 0595-422360 Het Aanleg 11 Scheepstra Installatiebedrijf F.T.0595-445372 0595-422360 9951 SJ Winsum Het Aanleg 11 F. 0595-445372 9951 SJ Winsum T. 0595-422360info@scheepstra-installatiebedrijf.nl info@scheepstra-installatiebedrijf.nl F. 0595-445372www.scheepstra-installatiebedrijf.nl www.scheepstra-installatiebedrijf.nl

o@scheepstra-installatiebedrijf.nl ww.scheepstra-installatiebedrijf.nl

Sietsema aannemersbedrijf

T 050 318 66 36 www.carlavanderburg.nl www.kinderuitvaart-groningen.nl

Samen Zorgvuldig Passend


Schildersbedrijf  W. Dijkema Noorderstraat 5

De Schilder, de beste vriend van je huis

9989 AA Warffum telefoon (0595) 42 22 67 Ook leveren wij professionele verven, dubbele beglazing, voorzetramen en alle bijkomende schildersmaterialen

handmatige belettering in natuursteen advies bij en uitvoering van eigen ontwerp en ideeën restauratiewerk

0595 492242 info@deschreef.nl www.deschreef.nl GEDENKSTENEN

|

EERSTE STENEN

|

GEVELSTENEN

|

RELIËFS

|

GRAFMONUMENTEN

Kerk open, kom binnen! VASTGOED ONDERHOUD Wandafwerking •

Dealer van ruysdaelglas •

Beglazing •

Industrieel spuitwerk •

Restauratie & houtrenovatie

www.vdmaarschilders.nl Koldingweg 15 • 9723 HL Groningen • info@vdmaar.nl

Neem contact op met Robert van der Maar op 050-5494171

Dit jaar vieren we ons gouden jubileum. Daarom zijn meer dan vijftig van onze kerken permanent open voor het publiek. En ontvangt u bij iedere open kerk een klein aandenken. Dus kom langs en spaar ze allemaal!

groningerkerken.nl

|

NAAMBORDEN


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.