Groninger Kerken januari 2016

Page 1

Groninger Kerken 2 0 1 6

GRONINGER KERKEN

STICHTING OUDE

j a nua r i

Katholieke schuilkerken


inhoud Ons’ Lieve Heer, op de hoek Oudezijds Voorburgwal en Heintje Hoeksteeg in Amsterdam, is wellicht de bekendste schuilkerk van Nederland. Ze herinnert aan de tijd van de Republiek, vaak geroemd als een periode van tolerantie maar waarin het tezelfdertijd katholieken ver­ boden was hun godsdienst in het openbaar te belijden. Ook in Groningen hielden katholieken heimelijk bijeenkomsten: ‘op solder’ van particuliere woningen en (pak)huizen, vaak aan achterafsteegjes, maar ook in boerenschuren en borgen. Van deze schuil- of huiskerken en hun inrichting is maar weinig bewaard gebleven, maar het gebruik en de locaties zijn nog te reconstrueren. Historica Anja Groeneveld-Smit schrijft in deze thema-aflevering van Groninger Kerken over de complexe aanloop tot de Reformatie, hoe katholieken in de periode 1594-1798 hun geloof uitoefenden en welke materiële erfenis zij nalieten. Anja Groeneveld-Smit

Katholiek of protestant. De roerige zestiende eeuw in Groningen

1

‘Geloven in het geheim’. Katholieke schuilkerken in Stad en Ommeland

5

De Stichting

13

Interview · Nieuws · De kerk als podium · Excursies · Winkel · Mediatheek · Educatie · Werk in uitvoering

‘Vieren in het geheim’. Op zoek naar stille getuigen uit de tijd van de schuilkerken

32

Anja Groeneveld-Smit (agroeneveldsmit@gmail.com) is historicus, afgestudeerd aan de Rijksuniversiteit Groningen, studierichting Middeleeuwen en Renaissance. Zij verricht als vrijwilliger historisch onderzoek bij de Stichting Oude Groninger Kerken.

33 / 1 – januari 2016

Stichting Oude Groninger Kerken opgericht 13 mei 1969 Stichting Der Aa-kerk Groningen opgericht 1 maart 1985

Beschermheer Drs. M.J. van den Berg, Commissaris van de Koning in de provincie Groningen Bestuur en directie P.M. de Bruijne, voorzitter C. Kool, secretaris J. Wolters, penningmeester E.A.M. Bulder, vice-voorzitter J.A. de Vries M. van Zanten P.G.J. Breukink, directeur Adres Coehoornsingel 14 9711 bs Groningen telefoon (050) 312 35 69 telefax (050) 314 25 84 e-mail info@groningerkerken.nl www.groningerkerken.nl iban: nl69 abna 0486 114 333 Redactieadres Coehoornsingel 14 9711 bs Groningen e-mail hillenga@groningerkerken.nl Redactie Groninger Kerken Dr. C.P.J. van der Ploeg, voorzitter Drs. M. Hillenga, secretaris Drs. R.H. Alma Drs. A. van Deijk E. Hofman MA dr. A.B. Mulder-Bakker J.F. Oldenhuis Katern ‘De Stichting’ Martin Hillenga Donateurschap Minimaal ¤ 17,50 per jaar Tijdschrift ¤ 15,- per jaar

Foto omslag: achtiende eeuws rozet afkomstig van het plafond van de katholieke huiskerk aan de Hofstraat in Aduard. Collectie Groninger Museum, foto Marten de Leeuw.

Drukwerk en verzending Zalsman Groningen, Groningen

Het tijdschrift Groninger Kerken is een uitgave van de Stich­ting Oude Gronin­ger Kerken. Het tijdschrift verschijnt viermaal per jaar. Abonnement, alleen voor dona­teurs van de Stichting Oude Gronin­ger Kerken, ¤ 15,00 per jaar. Nieu­we donateurs ont­vangen Gro­nin­ger Kerken het eerste jaar gratis.

issn 0169 - 3719

Advertenties Informatie en tarieven worden verstrekt door Stichting Oude Groninger Kerken telefoon (050) 312 35 69 contact Gerda Lüürssen, e-mail: info@groningerkerken.nl

Professionele Organisatie voor Monumentenbehoud (POM)

Opmaak en productie Ekkers & Paauw, Groningen


Anja Groeneveld-Smit

Katholiek of protestant? De roerige zestiende eeuw in Groningen Godsdienstvrijheid is tegenwoordig een bijna vanzelfsprekend recht, maar er zijn ook andere tijden geweest. Tijdens de Tachtigjarige oorlog (1568-1648) werd in 1594 de stad Groningen door prins Maurits en graaf Willem Lodewijk veroverd op de katholieke Spanjaarden. Daarna was de gereformeerde religie de enige godsdienst die in het openbaar beleden mocht worden. De Katholieke kerk verloor hiermee van de ene op de andere dag de vooraanstaande plaats die zij eeuwen had. Deze godsdienstige ommekeer kende een lange aanloop.

Verhouding Stad en Ommelanden De Nederlanden vielen vanaf 1556 onder het bewind van de Spaanse koning Filips II (1527-1598). Zijn beleid was gericht op een sterk centraal bestuur en de handhaving van de katholieke godsdienst als enige te belijden religie in zijn rijk. Groningen lag in een uithoek van Filips’ rijk, ver van dat centrale bestuur. Onder Karel V (1500-1558) hadden Stad en Ommelanden oude privileges en landrechten weten te behouden en genoten zij bepaalde vrijheden om interne kwesties zelf te regelen. Vanaf 1521 waren Stad en Ommeland als een gewest vertegenwoordigd in een gezamenlijke Statenvergadering. De stad probeerde echter voortdurend de macht over de Ommelanden te vergroten. Zo werden in 1536 de bepalingen aangescherpt van het stapelrecht, ingesteld in 1482 om de economische positie van de stad veilig te stellen. Daarnaast trok de Hoofdmannenkamer, het in Groningen gevestig­ de rechtssprekend orgaan en bestuurscollege, steeds meer macht naar zich toe, ook in zaken die de Ommelanden betroffen zoals de grondbelasting waar de Ommelanden in verhouding onevenredig zwaar voor werden aangeslagen. De verhoudingen tussen Stad en Ommelanden waren midden zestiende eeuw steeds ingewikkelder en moeizamer geworden. De situatie escaleerde na het mislukken van de oogst in 1557 met hongersnood als gevolg. Verminderde landbouwopbrengsten betekenden minder accijnsinkomsten zodat de stad zich verplicht zag de handhaving van het stapelrecht weer te verscherpen. Toen was de maat vol voor de Ommelanden: zij kozen in 1558 hun eigen gedeputeerden en besloten in 1560 zelf belasting te gaan heffen. Sindsdien

1 Inscriptie met familiewapen van Wigbolt Ripperda in het album amicorum (vriendenalbum) van Eiso Jarges, 1565. Ripperda, uit Winsum, studeerde op dat moment in Orléans, net als de Saaksumer Jarges; eerder volgde hij colleges aan de universiteit van Genève, in 1559 opgericht door Johannes Calvijn. In 1566 was Ripperda met zijn broers betrokken bij de Beeldenstorm in Winsum. Hij maakte daarna carrière in het leger van Willem van Oranje, tot hij in 1573 werd onthoofd na de Spaanse inname van Haarlem. Jarges tekende in 1579 namens de Ommelanden de Unie van Utrecht. Collectie RHC Groninger Archieven (2044-27). 2 ‘In het jaar 1571 is deze kerk opnieuw gerepareerd en gestoffeerd’. Tekst­ cartouche in de kerk van Godlinze, aangebracht in 1571 na reparatie van de schade aangericht tijdens de Beeldenstorm. Een soortgelijke cartouche uit het jaar 1570 is te zien in de Nicolaïkerk in Appingedam. Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, foto A.J. van der Wal.

1


vergaderden zij als een zelfstandig gewest met een eigen Statenvergadering en namen daarmee een aparte plaats in tussen de Staten en het stadsbestuur van Groningen.1

Reformatie

3 Hoofd van Maria, samen met fragmenten van een gekruisigde Christus in 1997-1998 gevonden onder de kerkvloer van van Zuidbroek. De beelden, ver­ vaardigd omstreeks 1500, maakten mogelijk deel uit van een kruisigingsgroep. Eind 16e eeuw werden ze kapotgeslagen. Foto Archief Regnerus Steensma.

De Reformatie begon na 1550 steeds meer terrein te winnen in het Noorden. In de Ommelanden beheerde de adel het merendeel van de proosdijen (wereldlijke gebieden beheerd door abt of proost). Verschillende jonkers waren hoog opgeleid en droegen de Hervorming een warm hart toe. Als zodanig kan de adel in de Ommelanden ook als beschermer van het protestantisme gezien worden. In het Groninger stads­ bestuur was echter nog weinig aanhang voor de Reformatie hoewel men wel voorstander was van het volgen van voorzichtige hervormingen. In die zin stelde het stadsbestuur zich liberaal op, een instelling die de eenheid binnen de burgerij ten goede kwam. Tegelijkertijd groeide ook het verzet tegen de katholieke geloofspraktijk. Om tegenwicht te bieden aan het oprukkende protestantisme was Groningen in het kader van de kerkelijke organisatie in de Nederlanden op aandringen van Filips in 1559 tot een zelfstandig bisdom verheven. De eerste bisschop werd in 1561 benoemd. De Sint Maartenskerk werd de kathedraal, het Fraterhuis aan het Martinikerkhof, het tegenwoordige Prinsenhof, het bisschoppelijk paleis.2

4 Vogelvluchtkaart van Groningen, in 1575 opgenomen in de stedenatlas van Georg Braun en Franz Hogenberg. Rechtsonder de citadel van Alva, het dwangkasteel waaraan vanaf 1570 gebouwd werd en dat in 1577 onvoltooid werd geslecht. Collectie RHC Groninger Archieven (1536-5210).


Beeldenstorm Vanuit de Zuidelijke Nederlanden trok in 1566 de Beeldenstorm naar het Noorden. Deze korte en heftige golf van vernielingen van katholieke kerken was het eerste openlijke verzet tegen de Spaanse overheersing. Soms handelde men uit pure godsdiensthaat of volkswoede. Op andere plaatsen vond de zuivering geordend plaats onder leiding van protestantse autoriteiten. Zo namen in Garrelsweer, Woltersum, Garsthuizen en Oosternieland de families Rengers uit Ten Post en Tjarda van Starckenborg het initiatief tot het op­ schonen van de kerken. De gereformeerde tak van de familie Ripperda haalde de kerk van Winsum leeg. Een groot deel van de Ommelanden ontkwam overigens aan deze furie; in het noordoosten bleef het zelfs opvallend rustig. Priesters wilden vooral geen aandacht trekken, zagen af van misvieringen, verborgen miskelken en ander liturgisch vaatwerk om ze voor eventuele vernieling en roof te behoeden.3 In de stad Groningen werden in 1566 de beelden en schilderingen van de Broerkerk verwijderd door de gebroeders Coenders uit Helpman. Bij de Coendersborg werden eerder al hagenpreken gehouden waar soms tussen de zes- en achtduizend mensen uit alle lagen van de bevolking op af kwamen. De aanspraak op een eigen kerk voor de gereformeerde gelovigen kon het stadsbestuur niet langer negeren en daarom stelde het hun uiteindelijk in september 1566 de Broerkerk ter beschikking. 4

Actie en reactie Een reactie op de Beeldenstorm en de opstandige protestanten bleef niet uit: Filips II zond in 1567 de hertog van Alva om de orde weer te herstellen. Geestelijken werden nadrukkelijk gewezen op de naleving van de katholieke leer. De biecht werd weer verplicht, de vastentijd moest worden aangehouden en het celibaat gehandhaafd blijven. Kerken werden gerestaureerd, altaren en kerkhoven opnieuw gewijd, beelden en muurschilderingen werden hersteld. Het was verboden om evangelische boeken te lezen en protestantse liederen te zingen.5

1 Paul Brood, ‘Het ‘Tractaat van Reductie’ van 1594’, in: Paul Brood (red.), Van Beeldenstorm tot Reductie van Groningen (Groningen 1994) 12-26, aldaar 14; Meindert Schroor en Otto S. Knottnerus, ‘De verharding en verscherping 1536-1568’ in: M.G.J. Duijvendak (red.), Geschiedenis van Groningen II Nieuwe Tijd (Zwolle 2008) 71-105, aldaar 71-73. 2 Egbert van der Werff, ‘Katholiek en protestant rond de Reductie’ in: Brood, Van Beeldenstorm tot Reductie, 117-142, aldaar 120-126; Schroor en Knottnerus, ‘De verharding en verscherping’, 93-96, 101. 3 Brood, ‘Het ‘Tractaat van Reductie’, 15; Schroor en Knottnerus, ‘De verharding en verscherping’, 102-104; H. Veldman, De Beeldenstorm in Groningen (Goes 1990). 4 Van der Werff, ‘Katholiek en protestant rond de Reductie’, 122. 5 Otto S. Knottnerus en Meindert Schroor, ‘De Opstand 15681594’, in: Duijvendak, Geschiedenis van Groningen, 107-152, aldaar 114; Veldman, De Beeldenstorm.

3 5 Het Verraad van Rennenberg in 1580, zoals voorgesteld in het historieboek van J. Nomsz, Willem de eerste, of de grondlegging der Nederlandsche vryheid (1779). Collectie Rijksmuseum. 6 Houtsnede van de belegering van Groningen, 1594. Het beleg van de stad door de troepen van Willem Lodewijk en Maurits duurde van 23 mei tot 22 juli. Collectie Universiteitsbibliotheek Groningen.


Het stadsbestuur was bang om gestraft te worden voor de toestemming die aan de gereformeerden verleend was om eigen kerkdiensten te houden en sloot de Broerkerk weer in maart 1567. Met de komst van Alva kwam een einde aan de tolerantie ten opzichte van het protestanten. Deelname aan de Beeldenstorm, het herbergen van gereformeerde predikanten en het verlenen van medewerking aan het Staatse leger werden bestraft. Honderden gereformeerden, bang voor vervolgingen, vluchtten naar veiliger oorden. In 1570 werden 66 gereformeerden uit de stad en 88 Ommelanders veroordeeld; hun bezittingen werden verbeurd verklaard. De meesten wisten te ontkomen maar vier van hen werden terechtgesteld. De gereformeerden werden nauwlettend in de gaten gehouden. Zij konden alleen nog in het geheim bijeenkomen in particuliere huizen.6 Intussen was sinds 1568 ook op militair gebied de krachtmeting begonnen tussen het Spaanse leger en de Staatse troepen, het leger van de Verenigde Nederlanden. De slag bij Heiligerlee in dat jaar geldt als het ‘officiële’ begin van de Tachtigjarige oorlog. Onder aanvoering van Lodewijk van Nassau probeerden de Staatse troepen het bewind van Alva omver te werpen. Zij wonnen de eerste slag in mei 1568 bij Heiligerlee. Twee maanden later sloeg Alva overtuigend zijn slag bij Jemgum aan de Eems waarna hij zijn positie in Groningen verder verstevigde.7 4

Groningen nog katholiek Een ommekeer kwam in 1576 met de Pacificatie van Gent, het verdrag tussen alle Nederlandse gewesten om oude privileges te herstellen en alle vreemde – en met de name Spaanse – troepen te verdrijven. De positie van de protestanten ver­ beterde hierdoor waardoor zij zelfs weer deel uit mochten maken van het stadsbestuur. Politiek en godsdienst raakten meer met elkaar vermengd: men was koningsgezind en katholiek terwijl de protestanten voor de Opstand waren. De katholieken zagen deze veranderingen met argusogen aan en voelden zich, zowel in de stad als in de Ommelanden en ondanks de Spaanse aanwezigheid, toch bedreigd.8 Begin 1579 tekenden de Ommelanden samen met de gewesten Holland, Zeeland, Gelderland en Utrecht voor de vereniging in de Unie van Utrecht. In juni van datzelfde jaar ondertekende Groningen – onder druk gezet door stadhouder Rennenberg – deze ook. De stadhouder kondigde vervolgens de religievrede af, waarmee de protestanten de vrijheid kregen om hun eigen diensten te houden. Wederom werd de

Broerkerk, maar nu ook de Sint Walburgkerk, aan de gereformeerden ter beschikking gesteld. De beelden en altaren werden weer verwijderd en in de eerste kerkdienst ging de calvinistische gastpredikant Menso Alting uit Emden voor.9 Geheel onverwacht kozen stadhouder Rennenberg en het stadsbestuur in 1580 toch de zijde van de Spaanse koning. Het stadsbestuur van Groningen werd weer duidelijk katholiek, met alle gevolgen van dien. Groningen werd een toevluchtsoord voor Spaansgezinden en katholieken uit de Ommelanden en uit het protestant geworden Friesland. Er vond in de stad een katholieke opleving plaats. Hierdoor werden de protestanten weer in het nauw gedreven. Protestantse bestuurders werden gearresteerd of zagen nog net kans om schielijks de stad te ontvluchten.10

De Reductie: Groningen protestant

Hoewel de verenigde gewesten in 1581 Filips II als vorst hadden afgezworen, was de strijd tegen de Spanjaarden nog niet beslist. Militair werd het Spaanse gezag zelfs weer hersteld. Het Spaanse leger stond voortdurend tegenover de Staatse troepen onder aanvoering van prins Maurits en Willem Lodewijk. Hun succesvolle veldtochten leidden in 1591 tot de in­ name van Zutphen, Deventer en Delfzijl waarna Steenwijk en Coevorden volgden in 1592. In mei 1594 stonden de troepen voor de stad Groningen die zich na twee maanden aan de Staatse troepen overgaf. Op 23 juli 1594 werd het Tractaat van Reductie ondertekend door Maurice de Nassau en Wilhelm Ludwig, Greff zu Nassau. Het uit 22 artikelen bestaande Tractaat opent in artikel I met de instelling dat alles wat er in het verleden gebeurd is, vergeven en vergeten moet worden. Artikel II en III houden in dat Groningen zich weer aansluit bij de Unie der Verenigde Nederlanden –‘reductie’ – en dat de stad zijn privileges behoudt. Vervolgens wordt in artikel IV en V beschreven dat Stad en Ommelanden als één gewest vertegenwoordigd zullen zijn in de Staten Generaal en dat Willem Lodewijk als stadhouder en gouverneur wordt aangenomen. Artikel zes van het Tractaat bepaalde dat voortaan de gereformeerde religie de enige in het openbaar te belijden godsdienst werd. De katholieke kerk werd verboden en openbare functies waren officieel niet meer toegankelijk voor katho­ lieken. Deze achterstelling van het katholicisme en andere religies ten opzichte van het protestantisme zou meer dan twee eeuwen duren. De Reductie van Groningen wordt ook wel de definitieve Reformatie van Groningen genoemd.11

6 Knottnerus en Schroor, ‘De Opstand’, 110-114; Schroor en Knottnerus, ‘De verharding en verscherping’, 104; Van der Werff, ‘Katholiek en protestant rond de Reductie’, 123-126. 7 Knottnerus en Schroor, ‘De Opstand’, 107-110. 8 Knottnerus en Schroor, ‘De Opstand ‘, 119-121. 9 Van der Werff, ‘Katholiek en protestant rond de Reductie’, 127; Knottnerus en Schroor, ‘De Opstand’, 123-124. 10 Schroor en Knottnerus, ‘De Opstand’, 124-125; Van der Werff, ‘Katholiek en protestant rond de Reductie’, 127-128, 132-133. 11 Brood, ‘Het ‘Tractaat van Reductie’, 15-17; Van der Werff, ‘Katholiek en protestant rond de Reductie’, 128-129.


1 Het laatste blad van het Tractaat van Reductie, met ondertekening door Prins Maurits en Willem Lodewijk. Collectie RHC Groninger Archieven (2100-638).

Katholieke schuilkerken in Stad en Ommeland

‘Geloven in het geheim’ ….dat binnen de stad Groningen en de Ommelanden geen andere religie beleden zal worden dan de gereformeerde religie zoals deze tegenwoordig ook in de Verenigde Provinciën openbaar beleden wordt mits niemand naar zijn geloofsovertuiging of geweten onderzocht zal worden….1 Zo luidt de opening van artikel zes van het Tractaat van Reductie van 1594 waarin bepaald werd dat de calvinistische, gereformeerde godsdienst de enig toegestane religie werd in de Verenigde Provincies. Deze bepaling had grote gevolgen voor de aanhangers van andere godsdiensten in Stad en Ommelanden. Officieel was er geen godsdienstvrijheid meer. De katholieke kerk werd verboden en alle kerkelijke gelden en goederen werden in beslag genomen. Het beheer ervan werd opgedragen aan het nieuwe gewest Stad en Lande. De katholieke kerkgebouwen werden direct in gebruik genomen voor de protestantse ere-

dienst. Openbare functies waren officieel niet meer toegankelijk voor katholieken.2 Hoe konden de katholieken nog hun geloof belijden en hoe kon de Katholieke Kerk overleven tijdens de meer dan twee eeuwen durende periode van onderdrukking en achterstelling ten opzichte van het calvinisme?

Van katholiek naar protestant De dag na de ondertekening van het Tractaat van Reductie werd de stad-Groninger Sint Maartenskerk, de Martinikerk, onder het toeziend oog van Prins Maurits en Willem Lodewijk en achter gesloten deuren ontdaan van alle katholieke aankleding, muurschilderingen, altaren en heiligenbeelden. De

1 ‘…dat binnen der stadt Groeninghen ende Landen gheen ander religie geëxerceert sal wordden dan de gereformeerde religie, zulcx als die jegenwoordelick in de Geünieerde Provinciën openbaerlick geëxerceert wordt. Mits dat nyemandt in syn conscientie ofte gewissen zal wordden geinquireert, ondersocht oft beswaert….’. Artikel VI van het Tractaat van Reductie dd. 23 juli 1594. De tekst is ook digitaal raadpleegbaar: http:// www.groningerarchieven.nl/historie/groningen-in-stukken/6-1594-tractaat-van-reductie/2-de-tekst-van-het-tractaat-van-reductie-2 2 Paul Brood, ‘Het ‘Tractaat van Reductie’ van 1594’, in: Paul Brood (red.), Van beeldenstorm tot Reductie van Groningen (Groningen 1994) 11-25, aldaar 20-25.

5


zondag erop werd de eerste protestantse eredienst gehouden, ‘ene dancksegginghe’. Dominee Menso Alting uit Emden ging hierin voor.3 Vanaf dat moment werd het vuur de katholieken en hun geestelijken na aan de schenen gelegd. Ze stonden voor het dilemma zich te bekeren tot het protestantisme, te vluchten naar veiliger katholieke oorden of ‘ondergronds’ te gaan. Een deel van de geestelijkheid besloot de pij te verruilen voor het zwarte pak van de dominee, anderen werden schoolmeester. Een aantal geestelijken vluchtte en een kleine groep probeerde in een vijandig gezinde omgeving de gelovigen in het verborgene te ondersteunen. 4 Groningen had met de Reductie een calvinistisch stadsbestuur gekregen. In de Ommelanden maakte veelal de protestant geworden adel de dienst uit maar ook veel stadjers hadden daar zeggenschap vanwege grondbezit. Rond 1600 telde de stad Groningen zo’n twintigduizend inwoners waarvan ongeveer achtduizend katholieken. Hun aantal daalde tot circa tweeduizend in 1656. Over het aantal inwoners en katholieken in de Ommelanden is helaas weinig bekend.5

Controle en overwicht stadsbestuur 2 Portret uit 1601 van Menso Alting. Collectie Johannes a Lasco

6

Bibliothek, Emden.

Stad en Staten van Groningen vaardigden regelmatig plakkaten uit tegen ‘mis-priesters en andere valsche leeraers’, hun geheime misvieringen en andere religieuze activiteiten. Er brak een periode aan van arrestaties, huiszoekingen en inbeslagnames van religieuze katholieke voorwerpen. Het bijeenkomen van katholieke gelovigen en het onderdak verlenen

3 Gewijde plaatsen bleven ook na de Reformatie aantrekkingskracht uitoefenen. De sacramentskapel van Solwerd, hier op een tekening van C. Pronk (1691-1759) was in 1502 gebouwd na een hostiewonder; onder het altaar bevond zich een ‘hostieputje’. De kapel werd in 1594 voor de protestantse eredienst ingericht, de put werd in 1683 gedempt, nadat de toegang al eerder dicht werd gemaakt. Collectie Groninger Museum.

3 Meindert Schroor, ‘Heroriëntatie op de Unie en op Holland’ in: M.G.J. Duijvendak (red.), Geschiedenis van Groningen II Nieuwe Tijd (Zwolle 2008) 153-209, aldaar 154; G.A. Wumkes, De Gereformeerde kerk in de Ommelanden tusschen Eems en Lauwers (1595-1796) (Groningen 1904) 7. 4 E.O. van der Werff, ‘Katholiek en protestant rond de Reductie’ in: Brood , Van beeldenstorm tot Reductie, 117-142, aldaar 136-137; Tj.T. de Jong (red.), Katholiek leven in Noord-Nederland 1956-2006 (Hilversum 2006) 28. 5 De Jong, Katholiek leven in Noord-Nederland, 31;Meindert Schroor, Rurale metropool, Bevolking, migratie en financiën van de stad Groningen ten tijde van de Republiek (1595-1795) (Groningen/Wageningen 2014) 52.


aan priesters werden beboet. Een plakkaat uit 1612 bepaalde dat doop en huwelijkssluiting alleen rechtsgeldig waren als deze door een gereformeerde predikant bediend of voltrokken waren. Vanaf 1666 moesten steegjes en gangen tussen katholieke huizen afgesloten worden om zo bijeenkomsten moeilijker te maken. Katholieken werden extra in de gaten gehouden wanneer er iemand op sterven lag, een kind geboren was of er zich andere zaken voordeden waarvoor normaal een priester geroepen werd.6 Aan het begin van de zeventiende eeuw waren de onderdrukking en de controles het hevigst. De eerste generatie stadsbestuurders van na de Reductie hield de katholieken nauwlettend in de gaten, met name de om hun bekeringsijver bekend staande jezuïeten. Tot het einde van de zeventiende eeuw werden katholieken veroordeeld voor het houden van missen en werden geestelijken tegengewerkt.7 Afhankelijk van de maatschappelijke of politieke situatie werden de maatregelen tegen de katholieken aangescherpt dan wel minder streng doorgevoerd. Katholieken werden sterk gewantrouwd in de periode direct na het Twaalfjarig bestand (1609-1621). In ons omringende landen, met name in het Heilige Roomse rijk, was de Dertigjarige oorlog (16181648) uitgebroken, een strijd tussen Europese protestantse staten, onder andere gesteund door de Zeven Verenigde Nederlanden en katholieke staten, gesteund door Spanje. Ook de periode 1652-1674 waarin drie oorlogen tegen Engeland werden gevoerd, was een bedreiging voor de protestantse Republiek, evenals de jaren 1665 en 1672 waarin de bisschop van Münster onder meer Groningen belaagde. Deze katholieke bedreigingen van buitenaf beïnvloedde de tolerantere houding die het stadsbestuur rond 1650 tegenover de katholieken had aangenomen. In 1668 werd daarom de mogelijkheid om als katholiek een bestuursfunctie in de gilden of een stadsambt te bekleden weer ingetrokken. De controle werd wederom verscherpt toen de katholieke koning Lodewijk XIV in 1685 een einde maakte aan het Edict van Nantes waarna protestantse Hugenoten Frankrijk ontvluchtten. Bovendien stak in deze tijd de pest regelmatig de kop op, met een ontwrichtende uitwerking op de samenleving.8

4 Poortgebouw van de Asingaborg in Middelstum, in 1863 geschilderd door J.R. Reitsma. De borg, inmiddels gesloopt, werd rond 1600 eigendom van Everardus Everardi ab Emda. Hij was na 1594 het katholieke geloof trouw gebleven en moest daarom aftreden als raadsheer van Groningen. In 1611 liet hij dit poortgebouw bouwen. De bovenverdieping diende als kerkzaal en woning voor de pastoor. Particuliere collectie, foto John Stoel. 5 Een getuige van de aanwezigheid van een schuilkerk in het poortgebouw van de Asingaborg in Middelstum is deze gevelsteen: ‘Soli Deo Honor et Gloria. 1611. In het Hebreeuws staat erboven: JHW = ‘Jehova’.

Inperken katholiek zeggenschap in de Ommelanden In de Ommelanden werd de invloed van de katholieken stelselmatig ingeperkt. Vanaf 1623 mochten redgers (plattelandsrechters) alleen aanblijven als zij de gereformeerde religie aanhingen. Toch wisten verschillende katholieke jonkers en bestuurders nog lang op hun post te blijven, hetgeen de nodige wrevel en irritatie opwekte van de gereformeerden. Zo 6 De Jong, Katholiek leven in Noord-Nederland, 28-34; A. Pathuis, ‘Het handschrift ‘Ommelands Eer’ van Pater Franciscus Mijleman S.J., Missionaris in de Ommelanden 1639-1667’, in Archief voor de Geschiedenis van de Katholieke Kerk in Nederland 7 (1965) 1-110, aldaar 3. 7 Martha Vos-Schoonbeek, ‘Hinderpalen voor katholieke geloofsuitoefening in Groningen in de 17de en het begin van de 18de eeuw’, Groningse volksalmanak; historisch jaarboek voor Groningen 1990 (Groningen 1991) 68-96, aldaar 69-72. 8 De Jong, Katholiek leven in Noord-Nederland, 36-37.

7


6 Staties in de stad Groningen aangegeven op een stadsplattegrond uit 1828. 1. Ebbingestraat, 2. Guldenstraat, 3. Oosterstraat, 4. Carolieweg, 5. Hoge der A. De augustijnerstatie aan de Herestraat en de seculiere statie aan de Butjesstraat waren in 1828 al opgeheven. Reden was de niet meer op te brengen last voor hun armenzorg. Collectie RCH Groninger Archieven (15361438). 7 De Papengang in de stad Groningen. Achter het hoekpand met Oosterstraat 32-34 / Papengang 6 werd in de eerste helft van de 17e eeuw de Sint Petrusen Paulusstatie gevestigd, bediend door jezuïeten. Foto Pieter Malfliet.

8

werd Gerardus Averesch, redger te Warfhuizen, pas in 1684 veroordeeld en afgezet werd omdat hij bij zijn beëdiging als redger katholiek zou zijn geweest. Hoogstwaarschijnlijk werden in zijn huis ook katholieke bijeenkomsten gehouden. Vanaf 1650 mochten katholieke jonkers niet meer deel­ nemen aan de Landdag waarin jonkers, eigenerfden en volmachten vertegenwoordigd waren. Vervolgens ontnam een resolutie van de Staten in 1679 de jonkers het collatierecht. Daarmee verloren ze alle invloed op benoemingen van besturen, dominees en schoolhoofden. Tot die tijd had de katho­ lieke jonker Ludolph van Heerma de collatie uitgeoefend van de hervormde kerk van Uithuizen. De katholieke jonker Hillebrandes werd in 1670 afgezet als kerkvoogd en in 1687 nam, op aandringen van de Staten, de ‘paapse’ boekhouder in Bedum zijn ontslag.9 In 1685 werd het uitoefenen van de heerlijke rechten van katholieken geheel verboden. De Staten besloten bovendien dat ‘paapsgezinden’ de functie van zijlrechter en (opperste) schepper niet langer mochten vervullen. Steeds meer werden de katholieken naar de achtergrond verdreven en gedegradeerd tot tweederangsburgers. Toch was vanaf het midden van de zeventiende eeuw de opstelling van de stedelijke en de gewestelijke bestuurders tegenover de katholieken milder en gematigder geworden.10

Schuilkerken in de stad Groningen

Katholieke bijeenkomsten bleven officieel verboden. Op steeds wisselende adressen en ‘bij nacht en ontij’ probeerde men missen te houden. Voor de sacramentsbediening waren in de eerste helft van de zeventiende eeuw nauwelijks priesters te vinden. Ze waren de stad ontvlucht en de overgeble-

9 O.J. Nienhuis, De Historie van de parochie van Maria ten Hemelopneming te Bedum 1594-1981 (Bedum 1982); 16; E.O. van der Werff (red.), Katholieken in de Marne sinds 1594; in en rond de parochie Wehe den Hoorn en Kloosterburen (Bedum 2009) 11-12. 10 De Jong, Katholiek leven in Noord-Nederland, 34-36; Van der Werff, Katholieken in de Marne, 10-16. 11 Vos-Schoonbeek, ‘Hinderpalen’, 68-72.


9

8 Laat 17e-eeuws hoogaltaar afkomstig uit de jezuïetenstatie aan het Hoge

ven geestelijken waren bang voor geldboetes en de sancties.11 Geheime bijeenkomsten werden gehouden in de gro­ tere panden van vermogende katholieken. Zij durfden de risico’s van ontdekking aan en konden de boetes die stonden op het houden van diensten nog wel betalen. Vanaf het midden van de zeventiende eeuw werden bijeenkomsten oogluikend toegestaan in achterafgelegen panden en pakhuizen. Deze ‘schuilkerken’, staties genoemd, mochten vanaf de openbare weg niet zichtbaar of als kerk te herkennen zijn. Schuilkerk is een negentiende-eeuws begrip. Tegenwoordig spreekt men liever over huiskerk, hoewel deze benaming ook niet altijd passend is. De katholieken zullen indertijd gewoonlijk over hun kerk of kapel gesproken hebben.

der A, in 1844 overgebracht naar de katholieke kerk van Zuidhorn. Het altaar heeft een contrareformatorisch beeldprogramma, met beelden van jezuïten­ heiligen waaronder Ignatius van Loyola, de stichter van de orde. Het altaar wordt geflankeerd door reliëfportretten van Franciscus Borgia en Johannes Franciscus Régis. Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, foto Kris Roderburg.

Rond 1700 waren in de stad zeven staties (zie fig. 6). De gewone of seculiere geestelijken vestigden zich al vroeg in de zeventiende eeuw aan de Guldenstraat. De tweede seculiere statie volgde op de hoek Butjesstraat/Pausgang. De reguliere geestelijken, die gebonden waren aan hun orderegels,


9 De boerderij Langenhuis bij Doodstil, waar in 1636 de Vlaamse pater Henricus de Vrede overleed en begraven werd. In 1855 werden bij een verbouwing zijn stoffelijke resten en een beschadigde miskelk aangetroffen; de overblijfselen werden opnieuw gekist en onder de gangvloer herbegraven. Foto Creative Commons/Hardscarf.

keerden ook terug in de stad. De dominicanen hadden hun ‘kerkje’ vanaf 1658 aan de Carolieweg. De augustijnen vestigden zich in de Ebbingestraat en de Herestraat in de tweede helft van de jaren 1670. Aan het einde van de zeventiende eeuw hadden de jezuïeten twee staties: aan de Hoge der A en in de Oosterstraat. 10

De katholieken waren in principe vrij om ter kerke te gaan waar zij wilden; een statie had nog niet de kenmerken van een parochie met beschreven grenzen. Iedere statie zal zeker een vaste kern van kerkgangers gekend hebben.12 De schuilkerken waren als het ware rondom het hart van de stad gevestigd. Ze zijn er zelf niet meer, maar de locaties zijn op enkele plaatsen – bijvoorbeeld door een straatnaambordje – nog wel te traceren. De jezuïetenstatie aan de Hoge der A was de grootste en rijkste stedelijke statie. Het ledenregister van de Broederschap van de Zalige Dood, in 1704 binnen de statie opgericht, vermeldt in dat jaar elfhonderd ingeschreven ‘passchanten’, zowel mannen als vrouwen, die van heinde en verre kwamen.13 Welgestelde katholieken uit de stad, Ommelanden en van ver daarbuiten hebben deze statie door schenkingen een rijke uitstraling gegeven. De hoeveelheid kostbare religieuze en kerkelijke objecten die deze statie nagelaten heeft, getuigt van rijkdom, pracht en praal.

Missie in de Ommelanden

10 Portret van een 17e-eeuwse jezuïet, volgens overlevering pater Franciscus Mijleman die van 1636-1667 werkzaam was in de Ommelanden. Collectie Groninger Museum, foto Marten de Leeuw.

Zielzorg in de Ommelanden werd vanaf 1630 verleend door rondtrekkende jezuïetenpaters als Henricus de Vrede (16301636) en Franciscus Mijleman (1636-1667). Pater de Vrede was slechts korte tijd werkzaam in de Ommelanden. Hij leed aan de pest en stierf in het kalverhok van boerderij Langenhuis tussen Doodstil en Rottum. Hij werd daar in een van de kamers begraven.14 Pater Mijleman, afkomstig uit Brugge, liet het handschrift ‘Ommelands Eer’ na, waarin hij zijn zware missiewerk beschrijft. In zijn werkgebied woonden zeshon-

12 O.J. Nienhuis, ‘Inleiding; 1. Geschiedenis van staties en parochies ’, in: Inventaris van de archieven van de parochie van de H. Martinus te Groningen (1630) 1658-1955 (1971) en het r.k. armbestuur (1658) 1684-1935 (1956) Gemeentearchief Groningen (Groningen 1987) 5,7-9. RHC Groninger Archieven, toegangsnummer 1537. 13 RHC Groninger Archieven, Archief Martinusparochie, toegangsnr. 1537, inv.nr. 27:’Catalogus Nominem in Album Congregationes (…) Bonae Mortis (….) Societatis Jesu’.


derd katholieken, verspreid over 33 dorpen die op een afstand van ‘tien of twaalf uren gaans’ uiteen lagen. Hij beschrijft de vele dorpen die hij bezocht, hun kerken, de plaatsen waar hij onderdak genoot en het gebruik van verschillende kerkelijke sieraden en andere liturgische voorwerpen. Alleen in de winter konden ‘in het verborgene’ bijeenkomsten gehouden worden. Daar kwamen soms wel 80, 100 of niet zelden 150, 200 of meer mensen naar toe. Pater Mijleman overleed in 1667 op de borg Holwinde bij Usquert. Hij werd bijgezet in het familiegraf van de katholieke borgbewoners familie Van Heerma, onder het koor van de hervormde kerk van Usquert.15

Schuilkerken in de Ommelanden De Ommelanden werden in 1678 in vier katholieke missie­ gebieden verdeeld: het Hogeland (oostelijk en westelijk deel), het Legeland en de Veenkoloniën. Geheime missen werden in de zeventiende eeuw gehouden op borgen, boerderijen of bij katholiek gebleven families. Het Hogeland werd vanuit de statie in Uithuizen bediend. Katholieken waren onder andere welkom op de borgen Onnema in Zandeweer (1594-ca. 1660), Holwinde bij Usquert (ca. 1618-1768), de Rensumaborg in Uithuizermeeden (1662-1695) en op de boerderijen Kruisstee, Grootbosch, Papekop in Us­ quert en Langenhuis (gelegen naast Holwinde). Appingedam was het tweede belangrijke steunpunt. In Fivelingo werd in de zeventiende eeuw de mis gelezen in ‘vrouw Lissebons huijs’, het borgje Betingeheem tussen Delfzijl en Uitwierde. De dominee van Holwierde stoorde zich aan de jezuïeten uit Uithuizen die daar kwamen ‘leeren’ en kinderen doopten zoals dat gebeurd was bij Olchert Jans thuis in het gehucht Katmis bij Holwierde.16 In het Marnegebied boden rooms-katholieke boeren en adel onderdak aan geloofsgenoten: de Panser te Vierhuizen (1594-1625), borg Lulema te Warfhuizen (1654-1817), Saaksumborg te Baflo (1606-1783), boerderij ’t Bosch te Den Andel (ca. 1640-ca. 1680), De Brake te Obergum (1670-1675), Mathe­ nesse te Baflo (1686-1708) en Oosterhuizen te Eenrum (16061642, 1681-1718).17 Het Legeland bestreek het gebied ten noorden van de stad, van Bedum tot en met het Westerkwartier. Rond Bedum boden onder meer de borgen Alma (1594-1675, 1695-1700) en Folkerda (1594-1667, 1696-1796) gastvrijheid aan priesters. 14 Pathuis, ‘Ommelands Eer’, 5. 15 RHC Groninger Archieven, Parochie van de Heilige Jacobus te Uithuizen, 1732-1972, toegangsnr. 149, inventaris 168; De Jong, Katholiek leven in Noord-Nederland, 33-34; Pathuis, ‘Ommelands Eer’, 8-9, 67. 16 RHC Groninger Archieven, Provinciaal kerkbestuur van Groningen, inv.no 31, visitatie classis Appingedam, resp.1650, 1651 en 1687-18. 17 Richard F.J. Paping, ‘Rooms-Katholieke adel in de provincie Groningen, in het bijzonder in de Ommelanden in de 17e eeuw en 18e eeuw’. Lezing voor Historische Kring Ubbega en de Stichting Heerlijkheid Harssens Adorp 29 oktober 2008, 26.

11 11 Wapenschild in het koor van de hervormde kerk van Usquert met daarop de achternamen van de echtelieden (Ludolf) Heerma en (Bele) Sickinghe, woonachtig op de borg Holwinde. Pater Franciscus Mijleman werd in 1667 bijgezet in hun familiegraf onder het koor van de kerk. Foto auteur. 12 Eerste steen voor de katholieke schuilkerk van Wehe-den Hoorn (1754), nu aangebracht in de toren van de huidige kerk. Collectie Instituut voor Christelijk Cultureel Erfgoed, RUG.


In 1738 kregen de katholieken in Bedum toestemming van de heer van Middelstum om onder bepaalde voorwaarden godsdienstoefeningen te houden in het huis van pater Van der Schilden dat vrijwel zeker op de plaats van de huidige pastorie stond.18 In het Westerkwartier boden de borgen van katholieke jonkers onderdak aan priesters: Fritema te Oldehove (16521656), Jensemaborg te Oldehove (1656-1704), Englumborg te Oldehove (1730-1747), Fritsinge te Oldehove (1682-1713), Grote Borg te Feerwerd (1712-1734), De Linde te Marum (ca. 1660na 1795) en Froma te Lutjegast (1613?-1718). Afhankelijk van de kerkelijke gezindheid van de eigenaren werden soms jaren achtereen diensten gehouden op deze borgen en boerderijen.19 Toch zorgde niet zo zeer de adel maar voornamelijk de welgestelde boeren voor de instandhouding van de katholieke gemeenschappen. In de omgeving van Aduard werden rond 1760 op de boerderijen van de familie Boelens en op boerderij Zuiderham missen opgedragen door rondreizende missionarissen.20

13 Tekeningen met details van de huiskerk aan de Hofstraat in Aduard en plattegrond van het dorp. Uit: Groningse Volksalmanak 1944.

12 14 Rozet, 18e eeuw, afkomstig van het plafond van de katholieke huiskerk aan de Hofstraat in Aduard. Het snijwerk was waarschijn­ lijk oorspronkelijk verguld. De zolder van de huiskerk was overdekt met een houten tongewelf waaraan drie rozetten waren geplaatst. Collectie Groninger Museum, foto Marten de Leeuw.

In de zeventiende eeuw werden de bijeenkomsten voornamelijk op wisselende locaties gehouden terwijl in de achttiende eeuw de staties zich steeds meer op vaste plaatsen vestigden. De statie Uithuizen was daarin een uitzondering. Deze verzorgde al vanaf het begin van de zeventiende eeuw de zielzorg op het Hogeland. Aan de Achterweg (nu Schoolstraat) beschikte ze over een eigen huis. In Den Hoorn werd in 1733 de eerste ‘kerk’ gebouwd. Voor een tweede (schuur)kerk werd al in 1745 de eerste steen gelegd door Anna van Ewsum en Balthasar van Asbeck. Deze bevindt zich nu in de toren van de derde en huidige kerk.21 In Aduard, historisch gezien altijd al een katholiek centrum, werd in 1763 de Sint Jozefstatie gevestigd in een zolderkerk aan de Hofstraat.22 De eerste statie van de Veenkoloniën kwam in 1710 in Kleinemeer (bij Sappemeer) tot stand. Ook de katholieken uit Veendam en Wildervank waren tot 1794 aangewezen op deze ‘kerk’ waarvoor ze urenlange tochten door drassige gebieden en over moeilijk begaanbare paden moesten ondernemen. In Winschoten en Veendam werden in respectievelijk 1790 en 1794 de laatste staties opgericht.23 18 Nienhuis, De Historie van de parochie van Maria ten Hemelopneming, 17, 24. 19 W.J. Formsma (red.), De Ommelander borgen en steenhuizen (Assen/Maastricht 1987) 394, 437; Paping, ‘Rooms-Katholieke adel in de provincie Groningen’, 16-24. 20 Joep van Gennip, Controversen in context: een comparatief onderzoek naar de Nederlandstalige controversepublicaties van de jezuïeten in de zeventiende eeuwse Republiek (Hilversum 2014) 542; Van der Werff, Katholieken in de Marne, 12-16; 21 http://liudgerparochie.nl/kerken/wehe-den-hoorn/geschiede­ nis/kerk/ 22 Wija Friso, ‘De geschiedenis van de parochie’, in: Albert Teelken (red.), Van schuilkerk naar levende parochie; 250 jaar Sint Jozefparochie Aduard-Zuidhorn (2013) 8-17.


De Stichting

j a n ua r i 2 0 1 6

In deze aflevering van ‘De Stichting’ leest u over het werk van de Stichting Oude Groninger Kerken en vindt u een selectie van de vele activiteiten in en rondom onze kerken.

Eureka! Het warme bad van Klein Wetsinge ‘Eureka!’, oftewel ‘Ik héb het!’ Dat zou Archimedes hebben geroepen toen hij – zittend in bad – de later naar hem genoemde Wet ontdekte. Aan deze bekende uitroep dankt de achtkante stellingmolen van Klein Wetsinge uit 1872 haar naam. Het warme bad bevindt zich in de directe omgeving.

Heimwee Dan nóg maar een aanloopje uit het zuiden: het kasteel-­ restaurant in het Limburgse Baexem belooft op zijn website een ‘terras op het zuiden, waar een Mediterraanse wind waait’. Het etablissement heeft sinds dit jaar nieuwe uit­ba­ ters, omdat de vorige exploitanten en oprichters – op de bonnefooi – naar het Noorden vertrokken. ‘Heimwee’, volgens Inez en Nicolaas Geenen, beiden met Groninger roots. Na 22 jaar was het misschien tijd voor iets anders. Ze trokken een half jaar uit om te bepalen wat dat iets precies moest worden. Maar al na een week kwam de kerk van Klein Wetsinge op hun pad. Het leidde tot een eureka-moment.

Druk Op de dag van het gesprek met Inez en Nicolaas waait in Klein Wetsinge niet bepaald een Mediterraanse wind. Boven het Reitdiepdal, westelijk van de kerk, hangen donkere wolken. Op het eerste gezicht heeft niemand zich buiten gewaagd, op een groepje onverstoorbaar grazende schapen na. Op de hoogspanningslijnen verzamelen zich de allerallerlaatste trekvogels. Eenmaal in de kerk wordt het weer warm. Ook komt daar een eind aan de rust. In de keuken wordt druk gewerkt. ‘Over een uurtje komt er een groep eters’. Voor een interview is tussendoor wel even tijd. ‘Na de zomer is het gewoon druk gebleven, eigenlijk tegen de verwachting in.’ ‘Vanaf de opening in juli is het hollen. Voor een deel is dat spin off van de zomermaanden. Mensen die de kerk toen bezochten, komen nu weer terug voor een receptie of etentje.’ In de keuken wordt vooral gewerkt met streekproducten, afkomstig van leveranciers uit de regio. ‘Op dat gebied is Groningen landelijk gezien koploper.’

Foto’s Jelte Oosterhuis.

Alle medewerkers van de Stichting Oude Groninger Kerken wensen u een voorspoedig 2016!


Huiskamer ‘We zijn elke dag open van elf tot zes. Mensen hoeven dus niet na te denken, te plannen of ergens een sleutel zien te bemachtigen. Ze kunnen zo binnenstormen.’ Het gebouw oefent aantrekkingskracht uit op verschillende soorten mensen. ‘We zitten aan de rand van het Reitdiepdal, dus in de zomer waren dat de wandelaars die voor de keuze stonden: slaan we af richting Garnwerd of gaan we naar Klein Wetsinge?’ Wie voor dat laatste kiest, wordt in het uitzichtpunt bovenin de kerk beloond met een indrukwekkende kijk op het gebied dat is voorgedragen voor de Unesco Werelderfgoedlijst. ‘Verder hebben we veel bezoekers die een verleden hebben met de kerk. Van hen krijgen we veel positieve reacties op de verbouwing en nieuwe bestemming.’ Ook is de kerk een huiskamer voor de – wijde – omgeving. ‘Iedere week

Voor meer informatie over de kerk van Klein Wetsinge, en activi­ teiten, zie de website van Bijzondere Locaties Groningen: www.blgroningen.nl. Op de agenda staat onder meer: een expositie van beeldend kunstenaars Noor Agter en Rieneke Gollnau (t/m 14 februari) en Schrijver in de Kerk, met Saskia De Coster (17 april).

wordt er door vrijwilligers collectief fruit geschild, om jam en chutneys van te maken. Maar de gesprekken zijn net zo belangrijk.’ ‘Een groot succes zijn de aanschuiftafels na een evenement. Een ieder is vrij om aan te schuiven – daar ontstaan de leukste tafelconversaties.’ Tot die evenementen behoren onder andere tentoonstellingen, lezingen en concerten. Voor de laatste kan sinds kort gebruik gemaakt worden van een piano, te danken aan de inspanningen van de plaatselijke commissie.

Toeval Wat het geheim is van Klein Wetsinge? ‘Je moet de tijd nemen om naar mensen te luisteren. En dat doen we.’ Het succes – ‘groter dan we hadden durven dromen’ – heeft Inez en Nicolaas verrast: ‘Het is toeval dat we precies bleken te passen in een al bedacht idee.’ Als u binnenkort over de N361 rijdt en u ziet de grijs-witte molen: denk dan eens ‘Eureka!’ En niets ten nadele van het prachtige dorp aan het Reitdiep natuurlijk, maar het antwoord op de vraag ‘Garnwerd of Klein Wetsinge?’ is nu geen moeilijke meer. Warm aanbevolen.


D e k e r k a l s p odium BLOB-expositie Van 11 januari t/m 28 maart spelen kerken de hoofdrol in het glazen toegangsgebouw van het kantoor van de SOGK, de BLOB. Torens, kerken, fabrieken, huizen, straatjes en de wolken daarboven zijn terugkerende onderwerpen in het werk van sieradenontwerpster Marjo van den Bekerom. Soms geabstraheerd maar meestal figuratief. De materialen waarmee ze werkt zijn voornamelijk koper en zilver. Het koper laat ze oxideren door het te bewerken met de vlam en chemicaliën. In de expositie in de BLOB worden haar historische kerkjes en broches getoond. Deze kerkjes hebben allemaal een vrouwelijk accent, als commentaar op de kerk als mannelijke bolwerk. Daarnaast zijn er een aantal torentjes uit de serie ‘torentjes met doosjes’ te zien. Evenals fantasietorens met plexiglas en foto waarbij het plexiglas bij elke toren op een andere manier wordt vastgeklemd. Hierdoor wordt tevens de vorm bepaald. Naast het werk van Marjo van den Bekerom worden de winnende foto’s van onze kerkenkalender 2016 getoond, en een stukje vergane glorie: een fragment van een muurschildering, een brokstuk van een beeld enzovoort; materiaal dat ooit onderdeel van een kerk uitmaakte. Locatie: Remonstrantse kerk Groningen, Coehoornsingel 14, Groningen. Open op werkdagen van 9.00-16.30 uur, gratis entree; graag even aanbellen. Saskia de Coster. Foto Johan Jacobs.

In alle kerken die de Stichting Oude Groninger Kerken beheert, wor­ den bijzondere activiteiten aangeboden. In deze rubriek lichten we een aantal daarvan uit. Voor een compleet en actueel overzicht kunt u terecht op www.groningerkerken.nl/agenda. Geen beschikking over internet? Neem dan contact op met het secretariaat van de Stichting. De medewerkers kunnen u van een papieren agenda voorzien.

‘Termunten’, van Marjo van den Bekerom.

Schrijver in de kerk – Saskia De Coster Op zondag 17 april is Saskia De Coster (Leuven, 1976) onze twaalfde Schrijver in de kerk. Ze was al op erg jonge leeftijd actief bezig met schrijven. In 1989 leverde haar dat de titel op van nationaal laureaat in de Junior Journalist wedstrijd. Haar meest recente roman, Wat alleen wij horen, verscheen in 2015. De Coster wisselt deze zondagmiddag in de gerestaureerde en verbouwde kerk van Klein Wetsinge vanaf 15.00 uur van gedachten met interviewer Margriet Bos. De veelzijdige Groninger musicus Remko Wind vormt ook dit keer weer de sidekick in het programma. Locatie: kerk Klein Wetsinge, Valgeweg 12 Klein Wetsinge. Aanvang 15.00 uur (kerk open om 14.30 uur), einde 17.00 uur. Prijs: ¤ 12,50 (inclusief hapje/drankje). Opgave via www.blgroningen.nl/agenda.

Portretschilderen in Leegkerk In de kerk van Leegkerk vindt woensdag 17 februari van 14.00-16.00 uur een workshop portretschilderen plaats in het kader van Gekleurd Grijs, een actiemaand om senioren kennis te laten maken met kunst en cultuur. Na een intro­ ductie op de expressieve en kleurrijke portretten van de schilders van De Ploeg gaat iedereen zelf aan de slag door het tekenen van een portret met houtskool, waarna er zelf geschilderd wordt met eigen gemengde kleuren. De work­ shop wordt begeleid door een professionele kunstenaar. Toegang ¤ 12,50. Inlichtingen: info@duendecommunicatie.nl


Nie u w s

Actie Kerkbehoud voor Herstelfonds Getroffen Kerken een groot succes Met een opbrengst van bijna 40.000 euro is de Actie Kerk­ behoud 2015 een groot succes geworden. Niet eerder heeft deze actie onder onze donateurs en relaties in zo’n korte tijd een dergelijk bedrag opgebracht. Met de eerste gift van een bezorgde donateur begin 2015 kunnen wij de komende tijd 150.000 euro besteden aan kerken met aardbevingsschade, waarbij door extra inspanningen het gebouw weer in topconditie wordt gebracht. De lokale gemeenschap kan dan met trots hun kerk gebruiken en deze openstellen voor bezoek. Wij beginnen met het herstel van de oorspronkelijke kleurstelling in de Amsterdamse School-kerk van Westeremden. Na dit werk zal de kerk een ware metamorfose hebben ondergaan. Alle betrokkenen kijken met spanning uit naar het resultaat! Mocht u een bijdrage aan dit bijzondere fonds willen geven, dan zien wij uw gift graag tegemoet op bankrekening NL75INGB0000703860 ten name van de Stichting Oude Groninger Kerken te Groningen onder vermelding van ‘Herstel­ fonds’. Alle gevers heel hartelijk dank!

Middelstum weer bij de tijd Middelstummers kunnen sinds afgelopen najaar hun horloge weer thuislaten: in oktober werden de wijzerplaten van de Hippolytuskerk teruggeplaatst. Begin juli waren deze met behulp van een hoogwerker verwijderd. Bij een schilderbeurt van de kerk en toren bleek dat ook de wijzerplaten moesten worden geschilderd. Dat was voor het laatst in 1975 gebeurd. De wijzerplaten werden door schilder Jaap van Dijken uit Middelstum geheel opnieuw geschilderd en de cijfers werden opnieuw aangebracht. Bovendien worden de wijzers nu weer aangedreven door het herplaatste middeleeuws uurwerk. Dit mechaniek uit 1561 heeft tot 1948 gefunctioneerd. Bij een verbouwing eind

De plaatsing van de wijzerplaten aan de toren van Middelstum.

jaren ‘40 werd het verwijderd en voor schroot achtergelaten. Dankzij archeoloog en oud-Middelstummer Piet Kooi bleef het bewaard; hij gaf het uurwerk in eeuwigdurende bruikleen aan de kerk. Onderdeel van de herstelwerkzaamheden in Middelstum was het weer gangbaar maken van het uurwerk. Moderne techniek zorgt er nu voor dat de tijd juist wordt aangegeven. Het uurwerk uit 1948 is versleten en wordt nu dus opgevolgd door zijn voorganger. In het kader van de restauratie van de speeltrommel uit 1857 werden ook de hamers van het carillon vervangen. Simon Laudy van Klokken- en Kunstgieterij Reiderland uit Beerta restaureerde speeltrommel en droeg ook zorg voor het monteren en inregelen, zodat de inwoners van Middel­ stum ieder heel en half uur weer kunnen genieten van het Hemony Carillon. Meer informatie over de werkzaamheden is te lezen op: www.carillonmiddelstum.nl.

Overdracht Laurentius-kerk Baflo Op 16 oktober droeg de Hervormde gemeente te Baflo, Rasquert en Tinallinge de hervormde kerk en kerkhof van Baflo over aan de Stichting Oude Groninger Kerken. De losstaande toren, tot dan toe eigendom van de burgerlijke gemeente, werd al in september 2013 overgedragen. Van de aan Laurentius gewijde kerk dateert het oudste, tufstenen, deel uit de twaalfde eeuw. Het nieuwere, oostelijke deel is dertiende-eeuws en is opgetrokken uit baksteen. De vrijstaande, robuuste toren is omstreeks 1300 gebouwd en in 1500 verhoogd. De kerk wordt na de overdracht door de kerkelijke gemeente teruggehuurd met de bedoeling dat er regelmatig erediensten blijven plaatsvinden en dat het gebruik voor een ieder mogelijk blijft. Met deze overdracht, de laatste van 2015, bezit de SOGK 83 kerken, twee synagogen, 54 kerk­ hoven/begraafplaatsen en acht (vrijstaande) torens.


Vrijwilligersprijs voor SOGK De meeste van de ruim zeshonderd vrijwilligers van de SOGK zijn aangesloten bij de Plaatselijke Commissies. Zij geven handen en voeten aan de activiteiten in en om de kerk. Of het nu gaat om het organiseren van kunstexposities en lezingen, concerten of theatervoorstellingen: de vrijwilligers steken de handen uit de mouwen. Tijdens open dagen staan de vrijwilligers klaar met informatie over ‘hun’ kerk en belangstellenden krijgen rondleidingen. Ook onderhouden de vrijwilligers de luidklokken, kerkhoven en de vaak eeuwenoude grafstenen. Met al deze activiteiten dragen zij bij aan de levendigheid en de leefbaarheid in de dorpen. Op 7 december bekroonde gedeputeerde Eelco Eikenaar deze collectieve inspanning door de Provinciale Vrijwilligersprijs 2015 – categorie Leefbaarheid – toe te kennen aan alle vrijwilligers van SOGK. De jury toonde zich onder de indruk van het grote aantal en hun inzet in alle hoeken van de provincie. ‘Wat een enorm aanbod aan activiteiten is er dankzij al deze mensen!’

Levend Erfgoed Groningen Afgelopen najaar werd de website www.levenderfgoedgroningen.nl gelanceerd, een samenwerkingsproject tussen het Huis van de Groninger Cultuur en De Verhalen van Groningen. Op de site worden vormen van immaterieel erfgoed verzameld: tradities en gebruiken die kenmerkend zijn voor Groningen.

De Laurentius-kerk van Baflo. Foto Omke Oudeman.

Vaak wordt immaterieel erfgoed geassocieerd met overblijfselen uit een grijs verleden – ‘niet meer van deze tijd’. Veel gebruiken worden afgedaan als irrelevant, hooguit geschikt als onschuldig vermaak. Onterecht, want immaterieel erfgoed heeft wel degelijk grote waarde en een functie. Tradities zijn van alle tijden, dus ook van de onze. Gebruiken en rituelen markeren belangrijke momenten in zowel ons persoonlijke als het collectieve leven. Ze maken duidelijk wie we zijn, of wat we willen zijn. Het interessante aan immate­ rieel erfgoed is bovenal de vraag waarom we iets ‘typisch Gronings’ vinden. Het antwoord daarop zegt veel over onszelf en de tijd waarin we leven. Op de website, die wekelijks wordt uitgebreid, worden uiteraard ook gebruiken in en rondom de Groninger kerken beschreven.

De jaarlijkse uitdeling van haring bij de kerk van Niekerk, sinds 1476, is één van de tradities beschreven op www.levenderfgoedgroningen.nl. Fotobedrijf Piet Boonstra, collectie RHC Groninger Archieven.


We r k in ui t voe r ing

In Overschild is de ambitie nul (en waarom dat toch heel goed nieuws is) De kerk van Overschild is de laatste in het bezit van de Stichting Oude Groninger Kerken die in vergaande slechte staat verkeert. Het gebouw uit 1880, in sobere ‘Waterstaatstijl’, heeft restauratiebehoefte en aardbevingsschade. Binnenkort is dat verleden tijd, maar wat dan? We staken ons licht op bij Reinout Stigter, vrijwilliger bij de Stichting en deelnemer aan de projectgroep ‘Levende monumenten in een leefbare regio’. Over de achtergronden van dat programma én de plannen voor Overschild.

Land dat beweegt Het project ‘Levende monumenten in een levende regio’ is opgezet door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, de SOGK, Libau, Het Groninger Landschap en de Provincie Groningen. De ambities zijn hoog, maar dat is de gevoelde nood ook. Het voorwoord van het projectbrochure trekt zelfs een parallel met het Deltaplan: ‘Na de Deltawerken en het Deltaprogramma die Nederland tegen het wassende water van zee en rivieren moeten beschermen, is er nu een nieuw nationaal programma – geheel op het land dit keer. Land dat beweegt, met alle gevolgen van dien.’ De inzet van de deelnemers beperkt zich niet tot symptoombestrijding, integendeel: ‘Achteraf re-pareren is geen oplossing, vooraf pre-pareren wel. Het versterken moet hand in hand gaan met het vinden van nieuwe functies voor leegstaande/leegkomende monumenten en andere gebouwen/ ensembles die van waarde zijn.’ Kortom: ‘Het gaat om de wisselwerking gebied, mensen, gebouwen. Daaruit ontstaat de energie voor nieuwe ideeën.’

Gebied, mensen, gebouwen Reinout Stigter maakt in ieder geval zélf al een energieke indruk. De oud-ondernemer vestigde zich na een jarenlang verblijf in het Westen weer in het Noorden. Zijn ervaring als kerkrentmeester bij de Amsterdamse Westerkerk – waarvan de museale functie versterkt werd en de exploitatie van maandag tot en met zaterdag verbeterd – komt van pas bij zijn inzet voor het kerkje van Overschild. ‘Het is misschien wat eenvoudig gesteld, maar een monument of een kerk is feitelijk niet meer dan een klomp steen die staat te verpieteren. Restaureren kan altijd. De echte uitdaging is hoe je van zo’n gebouw een levend centrum in de regio maakt.’


Foto’s Jelte Oosterhuis.

Nul ‘Als je de energiekosten weet te regelen, valt er bij de exploitatie van de kerk al een enorme last van je schouders’, aldus Stigter. ‘Ons streven voor Overschild is een verbruik van 0 m3 gas en een energierekening van 0 euro. Aardwarmte is een mogelijkheid, ook omdat bij de kerk geen begraafplaats ligt. Ook kijken we naar windmolens. Niet van die enorme gevaarten, maar kleinschalige, omgevingsvriendelijke molens. Gemaakt van onder andere hout en niet hoger dan een nieuwbouwwoning. Bovendien kunnen op de consistorie zonne­panelen. We onderzoeken of niet alleen de kerk ervan kan profiteren, maar ook de buurpanden. Een kostenneutrale oplossing voor de verwarming biedt mogelijk ook een oplossing voor andere kerken.’

Doorbestemmen Stigter spreekt voor het gebruik van de kerk na de restauratie en verbouwing niet van herbestemmen maar van ‘doorbestemmen’: de toekomstige functie moet niet haaks op de voorgaande staan. De kerk blijft een maatschappelijke functie houden, versterkt zelfs.’ Dat laatste mag ook letterlijk worden genomen. De kerk zal deels een theaterfunctie krijgen. Organisator ‘Van alles met fier’ zorgde het afgelopen jaar al voor een mooie programmering. Met de verbouwing wordt met dit gebruik rekening gehouden, vanuit het motto ‘van de nood een deugd’: ‘De trussen, nodig bijvoorbeeld voor de theaterverlichting, kunnen ook gebruikt worden om het gebouw constructief te

verstevigen tegen de aardbevingen. De betonnen bak voor het podium kan weer bijdragen aan de versteviging van de fundamenten.’ Een sterk punt van de kerk is al aanwezig: de ligging. ‘Overschild ligt aan de rand van een nieuw natuurgebied. De kerk kan een pleisterplaats worden voor recreanten. In een groter geheel ligt het dorp tussen Stad, Appingedam en Delfzijl. Een cultureel evenement in de kerk voor inwoners van die steden kan prima, als je bijvoorbeeld ook vervoer organiseert.’ Voor dat doel wordt een theeschenkerij onderdeel van het toekomstig gebruik.

Opkamer Niet op de laatste plaats profiteren ook de inwoners van Overschild van de doorbestemming: ‘Onze belangrijkste partner in de ontwikkeling is het dorp’. De energieplannen zijn in dit verband al genoemd. Uitgangspunt is dat in de gerestaureerde kerk een exploitant komt en dat het gebouw overdag ook open is. ‘De ambitie kan het best worden verwoord door het dorp te vergelijken met een huis: het dorpshuis is dan de huiskamer, de kerk de mooie opkamer.’ Tot slot: de housewarming party is voorzien in de zomer van 2017.


Wink e l Donateurs krijgen 20% korting op alle artikelen uit onze (web) winkel. Bezoek onze webwinkel via www.groningerkerken.nl/winkel om het totale aanbod te bekijken.

Mijn Streek De succesvolle en zeer gewaardeerde reeks ‘Mijn streek’ uit het Dagblad van het Noorden en de Leeuwarder Courant is een boek geworden. Het succes van deze krantenrubriek is goed verklaarbaar: in woord en beeld geven de afleveringen een mooie inkijk in elke keer weer een ander landschap in Groningen, Friesland en Drenthe. Op verrassende wijze zijn dertig verschillende landschapstypes beschreven. Daarbij is steeds grote aandacht voor het ontstaan ervan. Bij elk van de dertig beschreven gebieden hoort ook een wandel- of fietsroute. In het boek staan alle routekaartjes plus een code om deze wandelingen en fietsroutes op een makkelijk manier vanaf internet uit te draaien. Prijs ¤ 24,95 (donateurs 20% korting)

Grafpoëzie van het Groningerland Tijdens zijn tochten door het Groningerland, langs kronkelige wegen en oude kerkenpaden naar oude kerkjes en verstilde dodenakkers, ontdekte Marten Mulder diverse vormen van graf­poëzie, die hij ook op foto vastlegde. Deze bloemlezing wil in de eerste plaats het verschil la- ten zien tussen de vaak nuchtere buitenkant van de mens en daarnaast de innerlijke gevoelens, die vaak maar even zichtbaar worden bij de dood van een dierbare. De auteur vraagt ook aandacht voor dit onderdeel van ons cultureel erfgoed, dat zo ruimschoots aanwezig is op de vaak eeuwenoude Groninger kerkhoven en begraafplaatsen. Prijs ¤ 14,50 (donateurs 20% korting)

Gronings eten Wie weet nog wat poffert is? Of zoepenbrij, boerenjongens, fladderak? Toch waren dat ooit zeer bekende gerechten uit de Groninger keuken. Net als dat Brinta, Hooghoudt, C. Polak Ranja, AJP pudding, Marne mosterd, Tik Tak koffie beroemde merken uit stad en ommeland waren. Het boek Gronings eten staat vol met alles wat je altijd al over de eetcultuur in deze provincie wilde weten. Het boek bevat tal van regionale recepten, het vertelt over de traditionele gerechten, over de kenmerkende ingrediënten en over de rijke voedingsindustrie van Groningen. Het riant geïllustreerde boek vertelt hoe men in de provincie Groningen door de eeuwen heen heeft ge­geten en wat daar in de hedendaagse keuken nog van terug te vinden is. De auteur beschrijft wat hij weet over de Groningse eetcultuur, in boeiende verhalen. Bovendien plaatst hij ruim zeventig recepten. De lezer kan dus ook zelf aan de slag. Prijs ¤ 15,00 (donateurs 20% korting)

Vademecum De Late Middeleeuwen. Geïllustreerd encyclopedisch woordenboek Wie tijdens de vakantie een museum, een oude kerk of een bijzonder kasteel bezoekt, loopt er vroeg of laat tegenaan. Een afbeelding, een voorstelling, een titel of zomaar een benaming die u niet kent of begrijpt. Als het gaat over de Late Middeleeuwen (globaal tussen 1000 en 1500) kan dit overzichtelijke handboek uitkomst bieden. Er zijn ruim vijfhonderd trefwoorden en vele afbeeldingen opge­ nomen. Op bondige wijze wordt zo een schat aan achtergrondinformatie gegeven. Duidelijke verwijzingen maken de zoektocht gemakkelijk. Kerken en kerkelijke kunst spelen de hoofdrol in dit boek, maar ook aan de wereld er omheen is gedacht. Voor kenners en liefhebbers is dit een onmisbare gids. Prijs ¤ 17,50 (donateurs 20% korting) Zo bestelt u: elders in dit tijdschrift vindt u de bestelkaart van onze winkel. Vul deze in, plak er een postzegel op en doe deze op de bus. U ontvangt uw bestelling dan zo snel mogelijk thuis. Verzend- en administratiekosten zijn ¤ 5,- per bestelling. Bij uw bestelling zit een nota voor uw betaling. De inkomsten komen ten goede aan de Stichting Oude Groninger Kerken. Wanneer u meer informatie wilt over uw bestelling kunt u contact opnemen met het bureau van de Stichting, (050) 312 35 69. Alle uitgaven zijn ook te koop via onze webwinkel: www.groningerkerken.nl/winkel


Voorjaarstocht

Even kieken bie: kerk Westeremden

za 23 april

(a.u.b. aankruisen)

naam

m v

za 20 februari

(a.u.b. aankruisen)

naam

m v

adres

adres

postcode

postcode

woonplaats

woonplaats

e-mail

e-mail

telefoonnummer

telefoonnummer

 Ik stap op de bus bij het NS Hoofdstation om 10.30 uur  Ik ga op eigen gelegenheid  Ik neem deel aan de gezamenlijke lunch (broodmaaltijd)

Totaal aantal personen niet-donateurs en

NB! De kosten van de lunch zijn niet inbegrepen

Kosten: voor donateurs ¤ 10,-, voor niet-donateurs ¤ 12,50

, van wie  donateurs

, van wie  donateurs

Totaal aantal personen niet-donateurs en

Kosten voor donateurs ¤ 20,- en voor niet donateurs ¤ 30,Mensen die op eigen gelegenheid gaan betalen ¤ 7,- voor een mapje kerkbeschrijvingen

bestelkaart

Poëziemarathon do 28 januari

Ik bestel:

(a.u.b. aankruisen)

naam Mijn Streek Prijs ¤ 24,95 (donateurs 20% korting) aantal

Grafpoëzie van het Groningerland Prijs ¤ 14,50 (donateurs 20% korting) aantal

m v

adres postcode woonplaats e-mail

telefoonnummer Gronings eten Prijs ¤ 15,00 (donateurs 20% korting) aantal

Vademecum De Late Middeleeuwen. Prijs ¤ 17,50 (donateurs 20% korting) aantal

vul a.u.b. ook de achterzijde in

, van wie  donateurs

Totaal aantal personen niet-donateurs en

Kosten voor donateurs ¤ 18,-, voor niet-donateurs ¤ 22,50


Stichting Oude Groninger Kerken Coehoornsingel 14 9711 bs Groningen

Stichting Oude Groninger Kerken Coehoornsingel 14 9711 bs Groningen

Plak hier uw postzegel

Plak hier uw postzegel

bestelkaart

î Žm î Žv naam

adres

postcode

woonplaats

handtekening

telefoonnummer overdag

Plak hier uw postzegel

Plak hier uw postzegel

Stichting Oude Groninger Kerken Coehoornsingel 14 9711 bs Groningen

Stichting Oude Groninger Kerken Coehoornsingel 14 9711 bs Groningen

e-mail


E duc at ie

Educatie is een speerpunt in het beleid van de Stichting Oude Groninger Kerken. We besteden ui­ teraard veel aandacht aan onze eigen kerken, maar onze inzet voor educatie gaat over alle kerkgebou­ wen in de provincie Groningen. De Stichting vindt het belangrijk om mensen al jong te informeren over het kerkelijk cultuurhistorisch erfgoed. De educatieve activiteiten sluiten aan bij de tegen­ woordige aandacht voor erfgoededucatie op scho­ len. Op deze manier hoopt de Stichting een bouw­ steen te leveren voor draagvlak in de toekomst.

Bouwkundige Yara Moorman. Foto Renate Moorman.

Bouwkundige in de dop: Yara Moorman uit Roden Op 17 september deed de plusklas van CBS de Hoeksteen uit Roden mee aan het locatieprogramma ‘BOUWWERK’ in de kerk van Leegkerk. De kinderen waren erg enthousiast. Yara Moorman kwam op het idee om een maquette op schaal te maken van de kerk van Leegkerk. Na wat speurwerk op de zolder van de remonstrantse kerk werden bouwkundige tekeningen gevonden, die naar Yara werden opgestuurd. In de herfstvakantie ging ze ermee aan de slag. Na de vakantie kon ze het resultaat met gepaste trots op school tonen. Met recht een bouwkundige in de dop!

Stichting Oude Groninger Kerken steunt Zuurstof en Tegenwind In oktober 2015 werd het eerste nummer van het educatieve tijdschrift voor cultuuronderwijs onder de naam Zuurstof en Tegenwind gelanceerd. Het thema van dit nummer is ‘em­ pathie’. Hoe verplaats je je in andere mensen en hun opvattingen? De Stichting vindt dit een interessant thema, dat je goed kunt gebruiken in lessen in de oude kerk. Immers: hoe dachten mensen van vroeger, waarom bouwden ze de kerken? Welke waarden hadden mensen uit verschillende eeuwen in het aanpassen en gebruiken van de kerk? Kinderen kunnen zo worden gestimuleerd om na te denken over welke waarde zij aan oude kerken toekennen. De Stichting Oude Groninger Kerken steunde de uitgave van dit eerste nummer van Zuurstof en Tegenwind. In het voorjaar van 2016 ontvangen we de makers voor een workshop

over empathie. Wanneer u daar in bent geïnteresseerd, of u bent heel benieuwd naar een proefnummer, stuur dan een e-mail naar Agmar van Rijn, vanrijn@groningerkerken.nl (zo lang de voorraad strekt).

Oudeschans met andere ogen Een aantal scholen deed de afgelopen tijd weer mee aan ‘Blik vol Talent’, onder leiding van Stefan de Keijser. In deze locatieles in en rondom de kerk van Oudeschans leren kinderen vanuit verschillende perspectieven kijken naar de kerk in de omgeving. Ze gaan schetsen en fotograferen. In de klas verwerken ze hun ervaringen in collages. Dat daar soms ware kunststukjes bijzitten, is te zien aan de collage gemaakt door kinderen van OBS de Uilenburcht in Beerta. Collage gemaakt door leerlingen van OBS de Uilenburcht in Beerta.


Me di at he e k

De mediatheek is toegankelijk voor een breed publiek: voor donateurs van de stichting, voor leerlingen of studen­ ten die informatie zoeken voor werkstuk, spreekbeurt of scriptie, voor mensen die monumenten een warm hart toe­ dragen. De catalogus is online te raadplegen: www.gro­ ningerkerken.nl/mediatheek

Kerkcollectie Tot de taken van de mediatheek behoort uiteraard het aanleggen en beheren van een collectie van – digitale en papieren – documenten die doel en activiteiten van de Stichting Oude Groninger Kerken representeert. Registratie en presentatie van die collectie zijn onderdeel van een goed beheer. Een geheel andere collectie van de Stichting die evenzogoed zorgvuldig dient te worden geregistreerd en beheerd, is de ‘kerkcollectie’: de verzameling roerende goederen binnen onze kerken. Hiertoe behoren voor de hand liggende objecten, zoals avondmaalservies, bijbels, collectezakken en -schalen, luchters, doopvonten, preekstoelen, banken, enzovoort. Maar ook een grijs gebied aan overige cultuurhistorisch waardevolle zaken. Het overgrote deel van deze kerkcollectie wordt bewaard in de desbetreffende kerk zelf. Voor de bijbels en avond­ maal­servies ligt het vaak iets anders. In de meeste kerken worden bijbels, bekers, kannen en schalen niet meer gebruikt en voor deze goederen hebben we een drietal mooie locaties waar ze zorgvuldig bewaard en beheerd worden. Sterker nog, steeds meer van deze vaak bijzondere objecten zijn daar ondertussen zichtbaar voor een groot publiek. Daarmee is een wens van ons in vervulling gegaan. Het Groninger Museum bewaart al langere tijd veel van ons avondmaalservies in het museumdepot, maar sinds een paar jaar staat een groot deel van onze zilveren servies opgesteld in de zogenaamde Zilverberg. En is daarmee dus zichtbaar voor de museumbezoeker. Voor openingstijden zie: www.groningermuseum.nl Recentelijk is er een tweede locatie bijgekomen, waar het zilver uit Fivelingo en omstreken bewaard en getoond wordt: de Groninger Zilverkamer in Appingedam. Aanleiding voor het onderbrengen van zilveren avondmaalservies was de expositie Schatten van Maarland. Het kerkzilver bleek hier een welkome aanvulling op de zilvercollectie, reden om meer kerkzilver uit deze specifieke omgeving in een permanente opstelling te presenteren. Zo staat er nu zilveren avondmaal-

Avondmaalsbord uit Visvliet, nu in het Groninger Museum. Avondmaalskan uit Middelstum, te zien in de Zilverkamer.


servies uit de kerken van Westeremden, Westerwijtwerd, Middelstum, Holwierde, Leermens, Scheemda, Oosterwijt­ werd, ’t Zandt en Zeerijp. Net als in geval van de Zilverberg in het Groninger Museum, is een bezoek aan de Groninger Zilverkamer te Appingedam de moeite waard! Voor openingstijden zie: www.degroningerzilverkamer.nl En de Statenbijbels, psalm- en gezangboeken? Deze maken alweer een aantal jaren onderdeel uit van de afdeling Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek in Groningen. Ze worden daar gecatalogiseerd en zijn uiteraard beschikbaar voor inzage of studie.

Avondmaalsbeker uit Middelbert, nu in de Zilverberg van het Groninger Museum.

De Zilverberg in het Groninger Museum. Foto Marten de Leeuw. Statenbijbel uit Hornhuizen, nu in de Universiteitsbibliotheek Groningen.


E xcur s ie s ‘Sta wandelaar en lees’ – Poëziemarathon met de bus Gedichtendag is hét poëziefeest van Nederland en Vlaanderen. De dag vormt de aanleiding voor deze bijzondere excursie op donderdag 28 januari. De Groninger kerken, kerk­ hoven en begraafplaatsen zijn buitengewoon rijk aan grafverzen. Tijdens deze tocht gaan we langs drie plekken met prachtige voorbeelden van grafpoëzie. Een medewerker van de Stichting Oude Groninger Kerken is aanwezig voor tekst en uitleg. We beginnen op het kerkhof van Marsum, gaan vervolgens naar Leermens en komen als laatste aan op het kerkhof van Eenum. Hier treffen we onder andere als grafschrift de titel van deze excursie aan. We sluiten de middag in de kerk af met een (graf)poëzievoordracht, muziek en een drankje. Beschikt u zelf over gedichten (die met kerkhoven of Groninger kerken/landschappen te maken hebben) dan nodigen wij u uit deze mee te nemen en eventueel voor te dragen. Prijs ¤ 22,50 (niet-donateurs) en ¤ 18,– (donateurs van de SOGK). Dit bedrag is inclusief borrel. NB: deze excursie speelt zich voornamelijk buiten af, denk om stevig en warm schoeisel en warme, winddichte kleding! De excursie start om 12.30 uur bij het Hoofdstation in Groningen; we zijn hier terug om 17.00 uur. U kunt zich aanmelden via het antwoordkaartje in het middenkatern van dit tijdschrift. Deze tocht gaat door wanneer minimaal 15 deelnemers geboekt hebben. Grafpoëzie op het kerkhof van Leermens. Foto Martin Hillenga.

Paaswandeling Op tweede paasdag maandag 28 maart organiseren we een begeleide paaswandeling rond de kerk van Losdorp. Deze kerk werd in juni 2014 overgedragen aan de SOGK, hoogste tijd om eens nader kennis te gaan maken met de kerk en het dorp zelf. De wandeling start met een korte inleiding in de kerk waarna we op pad gaan voor een wandeling. Het programma wordt afgesloten met een kort (barok)concert in de kerk. Kerk open 13.30 uur, aanvang programma 14.00 uur, terug in de kerk om uiterlijk 15.45 uur, hapje/drankje: 15.4516.15 uur. Aanvang concert: 16.15 uur. Einde programma 17.00 uur. Prijs: ¤ 8,- (donateurs SOGK ¤ 5,-) (dit is inclusief hapje/ drankje en concert). Het concert kan ook apart bezocht worden; de toegangsprijs bedraagt dan ¤ 5,-; SOGK-donateurs betalen dan slechts ¤ 2,50. Heeft u zin gekregen met ons mee te wandelen? Opgave via info@groningerkerken.nl of (050) 312 35 69.

Tour des Cimetières – Een nieuw seizoen Met de Tour des Cimetières, rondleidingen langs begraafplaatsen en kerkhoven, laten Arriva Touring en de Stichting Oude Groninger Kerken het publiek kennismaken met de schoonheid van Groninger kerkhoven. De grafstenen in onze provincie zijn vaak rijk aan symboliek en steeds meer mensen ontdekken de schoonheid van deze bijzondere plekken. Plaatsen om te dwalen en de originele grafverzen te lezen.


De kerk van Losdorp staat centraal tijdens de Paaswandeling. Foto Duncan Wijting.

Onder leiding van ervaren SOGK-gidsen gaan we ook in 2016 weer op pad. In 2016 staan voor 12 mei en 7 juli tochten gepland. De tocht van 12 mei is een geheel nieuwe tocht en de tocht van 7 juli is een herhalingstocht van vorig jaar. Op www.groningerkerken.nl leest u alles over deze bijzondere tochten.

bus te maken. Prijs ¤ 12,50, donateursprijs ¤ 10,-. Opgave door middel van de antwoordkaart in het midden van dit tijdschrift. Dit ‘kijkje’ kan alleen doorgaan bij minimaal 20 deelnemers. NB: denk om stevig schoeisel, we betreden immers een bouwplaats!

Even kieken bie: de gereformeerde kerk van Westeremden

De voorjaarsexcursie op zaterdag 23 april 2016 voert langs een viertal kerken in Noord-Hunsingo: Zandeweer, Uithuizen, Uithuizermeeden en Oosternieland. Zandeweer, gelegen op een zandopduiking in de Fivelboezem, heeft een dertiende-eeuwse, laatromaanse kerk met een vijftiende-eeuwse vrijstaande toren. De kerk werd begin zestiende eeuw aan de westzijde met een travee verlengd. Het gave interieur kwam na de Reformatie tot stand, waarbij twee Zandeweerster jonkerfamilies een bepalende rol speelden. Het Hinz-orgel kwam er op initiatief van Onno Tamminga van Alberda, preekstoel en avondmaalstafel werden geschonken door zoon Mello Alberda en echtgenote. Uithuizen ontstond in de negende/tiende eeuw op een kwelderrug vanuit de wierde Brunwerd (Oldörp). Het schip van de Dionysiuskerk dateert uit de dertiende eeuw, het koor uit de vijftiende eeuw en de kapel aan de noordzijde uit omstreeks 1500. In 1794 werd de noordelijke zijbeuk aan­ gebouwd. Van de oorspronkelijk losstaande toren is het

Op zaterdag 20 februari organiseert de SOGK een mini-excursie naar de gereformeerde kerk van Westeremden. Het interieur van deze kerk wordt op dit moment teruggebracht naar de oorspronkelijke kleurstelling. Bij de herwaardering van de architectuur van de Amsterdamse school past ook nieuwe waardering voor de kleuren uit die stijlperiode. Veel authentieke afwerkingen verdwenen in de loop der jaren onder de kwast. In Westeremden wist kunstschilder en gemeentelid Henk Helmantel dit te voorkomen: zijn kleuradviezen resulteerden in de huidige kleuren, maar nu wordt na gedegen onderzoek de oorspronkelijke kleurstelling teruggebracht. Hoe dat er uitziet, gaan we deze zaterdag met eigen ogen bekijken. U vertrekt om 10.30 uur per de bus vanaf het Hoofdstation in Groningen. De verwachte terugkomst in Groningen is ongeveer 14.30 uur. Het is alleen mogelijk om deze tocht per

Voorjaarsexcursie


E xcur s ie s onderste tufstenen deel uit de twaalfde eeuw. De muren en gewelven van het koor tonen schilderingen. Het schip heeft een rijke inrichting. Het herengestoelte met koorhek en de preekstoel zijn ontworpen door Allert Meijer en van snijwerk voorzien door Jan de Rijk. Zij maakten ook de kas voor het door Arp Schnitger gebouwde orgel. Vijf rouwborden herinneren aan bewoners van de Menkemaborg. Uithuizermeeden ontstond op de kwelders van Uithuizen die als hooi- en weilanden (meeden) werden gebruikt. De aan Maria gewijde kerk dateert in aanleg uit de dertiende eeuw. Het koor werd in de zestiende eeuw aangebouwd, de zij­ armen in 1705. In de jaren 1717-1726 werd de rijzige west­ toren gebouwd naar het ontwerp van Allert Meijer. In de negentiende eeuw kreeg de kerk het neoclassicistische aanzien. Op het koor staat het grafmonument voor Rudolf Huinga, met diens beeltenis in hout. Bij een verbouwing begin achttiende eeuw werden herenbanken en een preekstoel met doophek geplaatst, ontworpen door wederom Meijer, met snijwerk van Jan de Rijk. In 1785 werd het Hinzorgel in gebruik genomen. De Nicolaaskerk van het dijkdorp Oosternieland vormt met de naast gelegen pastorie een fraai ensemble. De kerk werd omstreeks 1250 gebouwd en had tot 1823 een losstaande toren. De muren tonen sporen van vele wijzigingen en reparaties. Het interieur is geheel gedekt met kleurige meloenvormige gewelven. In het koor zijn nog een priesterzetel en een sacramenthuisje aanwezig. Het gave achttiende-eeuwse interieur omvat o.a. een preekstoel uit 1773. Het kabinet­ orgel werd vervaardigd door Albertus van Gruisen en bevat een portret van de orgelmaker.

Praktische informatie De bussen vertrekken op zaterdag 23 april om 10.30 uur bij het Hoofdstation in Groningen en worden daar rond 18.15 uur terugverwacht. Het excursieprogramma kent een middagpauze, waarin tijd is voor een gezamenlijke lunch. De kosten voor deze excursie per bus bedragen ¤ 20,- voor donateurs en ¤ 30,- voor niet-donateurs (inclusief mapje kerkbeschrijvingen, maar exclusief lunch). Voor deze excursie kunt u zich alleen aanmelden via het aanmeldkaartje in het middenkatern van dit tijdschrift. Plaatsing geschiedt op volgorde van binnenkomst en u ontvangt een bevestigingsbrief. De nota ontvangt u een week voorafgaande aan de excursie. Wanneer u de excursie op eigen gelegenheid maakt, dient u zich ook aan te melden via het aanmeldkaartje in het middenkatern van dit tijdschrift. U krijgt dan een route­ planning thuisgestuurd. Een mapje met kerkbeschrijvingen is voor ¤ 7,- te verkrijgen in de eerste kerk van de route.

Jaarprogramma Excursiecommissie Zomerdagtocht 2016: zaterdag 2 juli 2016 woensdag 6 juli 2016 woensdag 13 juli 2016 woensdag 20 juli 2016 Informatie en aanmelden in het aprilnummer

Wintertocht 2016/2017: Zaterdag 17 december 2016 Zaterdag 7 januari 2017 Informatie en aanmelden in het oktobernummer

De Dionysiuskerk van Uithuizen, één van de bestemmingen van de Voorjaarstocht. Foto Omke Oudeman.

De Stichting is een uitgave van de Stichting Oude Groninger Kerken. Dit katern verschijnt vier maal per jaar, los en als onderdeel van het tijdschrift Groninger Ker­ken, voor donateurs van de stichting. • Redactie: Martin Hillenga • Vormgeving en productie: Ekkers en Paauw • Drukwerk en verzending: Zalsman Groningen • Adres: Coehoornsingel 14, 9711 bs Groningen • telefoon (050) 312 35 69 • e-mail: info@groningerkerken.nl • www.groningerkerken.nl


Keerpunt 1731 Het jaar 1731 betekende voor de katholieken een ommekeer. Stad en Ommeland van Groningen volgden in dat jaar het standpunt van de Staten van Holland over de rechtspositie van de katholieke kerk en de plaatselijke gemeenschappen. Voortaan moest de overheid een vergunning verlenen voor vergroting en bouw van katholieke kerken. Alleen seculiere Nederlandse priesters mochten hier werken. Enerzijds betekende deze bepaling controle van de overheid op de stichting en bouw van de katholieke kerken. Deze mochten overigens niet vanaf de openbare weg als kerk als zodanig te herkennen zijn. Anderzijds hielden deze bepalingen ook een erkenning in van de katholieke staties en hun kerken.24 Ondanks erkenning was tolerantie bij de plaatselijke overheden en bevolking in de Ommelanden vaak nog ver te zoeken. Zeker tegen de vestiging van een kerk bestond nog veel weerstand. In Appingedam had de gereformeerde kerkenraad in 1729 nog de vestiging van een rooms kerkje geblokkeerd. In 1745 werd op De Wierde toch een huis verbouwd tot kerkje dat drie jaar later ‘in een vlaag van oude geloofshaat’ door Oranjegezinden verwoest werd. In 1751 werd uiteindelijk toestemming verleend om een huis aan de Dijkstraat-oost als katholieke kerk in te richten.25 Ook in het Oldambt was tolerantie in de achttiende eeuw niet vanzelfsprekend. Na een lange periode van armoede en achterstand was hier in de achttiende eeuw een bepaalde dynamiek ontstaan op sociaaleconomisch, politiek en religieus gebied. De landbouw ontwikkelde zich en door indijkingen werd het areaal aan bouwgronden uitgebreid. Formeel had het Groninger stadsbestuur hier zeggenschap over de benoemingen van de hoogste functies van drost en secretarissen. Het collatierecht was echter gebonden aan het grondbezit dat in handen was van een groot aantal landeigenaren. De welgestelde boeren en hun arbeiders waren voor het merendeel sterk Oranjegezind en hingen zeer overtuigd een vorm van protestantisme aan die vanaf de jaren veertig van de achttiende eeuw meer leek op een vorm van volkspiëtisme. Ze waren tegen alle vormen van oneerbiedigheid, zedeloosheid en bijgeloof.26 Vanuit deze instelling kan de hetze tegen de katholieken ook gezien worden. Toen in 1750 de katholieken, met goedkeuring van de drost van Wedde, een bijeenkomst hielden in Winschoterzijl, kon aartspriester Le Groz

15 Tekening van de katholieke schuilkerk van Oude Pekela, omstreeks 1825. Het Groninger stadsbestuur bepaalde bij de bouw in 1783 dat het pand er uit moest zien ‘als een particulier huis, zon­ der eenig vertoon van buiten, hetwelk na een kerk gelijkt.’ Bovendien bepaalde de stad dat ‘de Godsdienstoeffening één uur vroeger of laater zal beginnen en eindigen, als bij de gereformeerde gebruikelijk is.’ Collectie Kapiteinshuis Nieuwe Pekela.

tijdens het opdragen van de mis ternauwernood ontkomen aan een woedende menigte boeren die de aanwezige kerk­ sieraden vernielden en in het water smeten. Een miskelk werd rond 1825 weer uit het Winschoterdiep opgebaggerd en in 1883 gerestaureerd en in ere hersteld.27 In 1753 kregen de katholieken toestemming om in Winschoterzijl, aan de oever van de Westerwoldse Aa, een huisje als kerk in te richten. Op 1 april werd deze ingewijd maar na de dienst viel ‘een menigte protestantse landlieden’ de kerk binnen en richtte daar een enorme ravage aan: een beeldenstorm en religieus volksgericht tegelijkertijd.28 De nieuwgebouwde kerk van Kleinemeer moest het in 1764 ontgelden: ramen sneuvelden, de kerk werd geplunderd en de pastoor bedreigd. In 1780 werd het altaarkruis gestolen dat door de belangrijkste weldoenster van de kerk Anna Ketelaer geschonken was. In 1931 kon het Groninger Museum dit object via een antiquair aan hun collectie toevoegen.29 Een soortgelijke razernij als in Winschoterzijl deed zich in 1771 voor in Pekela: gereformeerden wisten daar de oprichting van een katholiek kerkje voorlopig te voorkomen door de aangekochte bouwvallige boerderij te verwoesten. Twaalf

23 De Jong, Katholiek leven in Noord-Nederland, 38-43; Ariën Prins, Op eigen benen. Beeld van twee honderd jaar katholieke kerk in Veendam 17951995 (Gieterveen 1995) 22. 24 De Jong, Katholiek leven in Noord-Nederland, 40. 25 J. Bottema, ‘Paepsche stouticheden in den Dam’, Groningse volksalmanak, historisch jaarboek voor Groningen 1987, 29-55, aldaar 37-47; Gea van Essen, Bouwheer en bouwmeester, Bouwkunst in Groningen, Stad en Lande (Assen 2010) 283-284. 26 Otto S. Knottnerus, ‘Het Oldambt in de achttiende eeuw – een inleiding’, in: Harry Perton, Het loeit in het Oldambt. Kroniek van de boerenopstand 1748 (Scheemda 1998) 9-37, aldaar 26-28. 27 Lies Boiten en J.H. Leopold, Pronkstukken van Katholiek kerkzilver in Groningen (Groningen 1987) 10, 22-23; De Jong, Katholiek leven in Noord-Nederland, 43. 28 Knottnerus, ‘Het Oldambt’, 9-37; Nederlandsche Jaerboeken 1753, 545-546; digitaal te bereiken via: https://groninganus.wordpress. com/2012/10/23/een-blijk-van-totale-intolerantie/ 29 Wija Friso, ‘De statie Kleinemeer’, in: W. Friso en K. Holstein (red.), De Sint Willibrorduskerk te Sappemeer (Groningen 2012) 17-24, aldaar 22; Prins, Op eigen benen, 22.

29


De kerk middenin het dorp of de stad

30

16 Miskelk van de statie Winschoterzijl. De voet draagt de inscrip­ tie (vertaalad uit het Latijn): ‘Nadat hij in het jaar des Heren 1750 te Winschoterzijl uit de handen van de celebrerende aartspriester Le Groz plotseling was weggerukt en in het water geworpen, is deze voet weer opgegraven en door de parochianen onder mij

Toch heerste er in de Nederlanden over het algemeen een sfeer van meer tolerantie en de tegenstellingen waren in de loop van de jaren minder scherp geworden. De katholieke schuilkerken in Stad en Ommelanden hadden, ondanks hun achterstelling, in de loop van de twee eeuwen een eigen plaats verworven. Van clandestiene vestigingen waren ze geworden tot een algemeen ‘publiek geheim’. Katholieken waren gewone burgers die leefden te midden van mensen die een andere religie aanhingen: een samenleving waarin de mensen van elkaar afhankelijk waren en waarin stilzwijgend en uit praktische overwegingen vaak voorbijgegaan werd aan de religieuze verschillen. Dit wordt ‘omgangsoecumene’ genoemd.31 Dat gold voor de Veenkoloniën waar de Duitse immigranten hun bijdrage leverden aan de ontwikkeling van de streek. In het Marnegebied waren de protestantse machthebbers altijd al toleranter geweest en hadden katholieken ook langer hun publieke functies kunnen behouden. De economische belangen waren groot en omwille van de nood­ zakelijke rust werd er meer getolereerd.32 Dat gold zeker ook voor de stedelijke samenleving waar men dicht op elkaar leefde en de sociale controle groot was. Zo schilderde de protestantse schilder Herman Collenius (1650-1723) voor het broederschap van de jezuïetenstatie aan de Hoge der A het schilderij ‘De Zalige Dood’. Zilversmeden vervaardigden behalve brandewijnkommen voor de boeren zowel avondmaalsbekers voor de protestanten als miskelken voor de rooms-katholieken. En hoewel de katholieken offi­ cieel uitgesloten waren van hoge functies in de gildes, bleven zij daar toch in vertegenwoordigd. Bovendien stelden de katholieken zich loyaal op ten opzichte van het stadsbestuur toen de bisschop van Münster de stad in 1672 belaagde. Ook droegen ze na de instorting van de toren van de Der Aa-kerk in 1710 royaal bij aan de restauratie van het gebouw.

geplaatst in 1883’. De zeslobbige voet is in het begin van de 17e eeuw gemaakt in Vlaanderen. De kelk is in het bezit van de parochie van H. Vitus in Winschoten. Foto: Gerard J. Maagd.

jaar later kregen de Pekelders toestemming van de Burgemeester en Raad van Groningen om een kerk te bouwen. In 1794 kreeg uiteindelijk ook katholiek Veendam van ‘Groningen’ toestemming om, onder een schier eindeloze lijst van voorwaarden, met eigen middelen een kerk op te richten. De zuidoosthoek van de provincie was in de zeventiende en achttiende eeuw een gebied dat volop in ontwikkeling was. De ontginning van het veen, en de daarop volgende bedrijvigheid, had vele arbeiders uit het katholieke Münster aangetrokken. Met de bevolking groeide ook de behoefte aan katholieke kerken.30

De kerk als bouwwerk bleef ten tijde van de Republiek letterlijk en figuurlijk midden in het dorp of de stad staan: de kerk als publiek instituut en de kerk als gemeenschap van gelovigen. De gereformeerde kerk was de ‘publieke’ kerk en had de verplichting om toegankelijk te zijn voor de gehele bevolking. De gebouwen bleven openbaar, evenals de kerkhoven waar ook katholieken begraven werden. Zo werd in 1658 de augustijn Gaspar Ernesti met alle eerbetoon begraven in de Martini­ kerk en in 1667 kreeg pater Mijleman zijn laatste rustplaats in het koor van de hervormde kerk van Usquert in het familie­ graf van de Van Heerma’s.33 Tot het einde van de achttiende eeuw waren de katholieken gebonden aan beperkende maatregelen. Na de Bataafse omwenteling werd in 1798 de staatsregeling van kracht die de

30 De Jong, Katholiek leven in Noord-Nederland, 43; Prins, Op eigen benen, 22-25. 31 Willem Frijhoff en Marijke Spies, 1650: Bevochten eendracht (Den Haag 1999) 353-358. 32 Prins, Op eigen benen, 18. 33 De Jong, Katholiek leven in Noord-Nederland, 33; Frijhoff en Spies, 1650: Bevochten eendracht, 355.


17 Katholieke schuilkerk ‘Het Borgje’ in Kleinemeer, omstreeks 1910-1920 geschilderd door huis- en decoratieschilder H.J. Conens. Een 19eeeuwse tekening diende daarbij als voorbeeld. De kerk was gelegen aan de huidige Kleinemeersterstraat. De pastorie – onder hetzelfde dak als de kerk – stond aan de straatzijde, want een schuilkerk moest er als een gewoon huis uitzien. Naastgelegen was een paardenschuur; net als de predikanten waren priesters ook vaak boer om in hun eigen onderhoud te kunnen voorzien. Particuliere collectie, foto Duncan Wijting.

scheiding van kerk en staat doorvoerde. Daarmee verloor de staat de zeggenschap over de kerken. In de Ommelanden hadden de katholieke staties zich al steeds meer als kerk kunnen opstellen. Hoewel deze kerken nog steeds letterlijk ‘achteraf’ stonden, waren ze toch steeds zichtbaarder geworden en konden katholieken vrij ter kerke gaan. Gehinderd door vele meningsverschillen en conflicten konden pas in het midden van de jaren dertig van de negentiende eeuw de stad-Groninger schuilkerken definitief opgeheven worden. De Broerkerk was in 1821 weer ‘aan de Roomsch Catholyken der stad Groningen’ teruggegeven. Na grondige restauratie werd de Broerkerk in 1836 aan St. Martinus gewijd en konden de geloofsgenoten van alle staties hier bijeenkomen. Hier werden ook de liturgische kerkschatten van de verschillende staties ondergebracht.34 Volledige godsdienstvrijheid werd officieel in artikel zes van de Grondwet (1848) vastgelegd. Toen in 1853 de bisschoppelijke hiërarchie binnen de Katholieke Kerk in Nederland hersteld was, kon begonnen worden met de bouw van de monumentale rooms-katholieke kerken.

34 Martin Hillenga en Kees Kuiken, ‘Een gesloten boek; de voormali­ ge Academiekerk van Groningen’, Groninger Kerken (2014) nr. 4, 97-104.

18 De Broer- of Martinikerk in de Broerstraat in Groningen, 1868. De kerk werd, na meer dan twee eeuwen gebruikt te zijn als Academiekerk, teruggegeven aan de katholieken en in 1836 gewijd als ‘Sint Martinuskerk’. In 1893-1895 werd de kerk vervangen door nieuwbouw. Collectie RHC Groninger Archieven, foto F.J. von Kolkow (1988-141).

31


1 De zilveren avondmaalsbeker van Warffum is een van de oudste in

2 De enige bewaard gebleven middeleeuwse kelk in Groningen is, blijkens

Nederland. Ze werd in 1595 vervaardigd van een miskelk uit het kerspel

de inscriptie, afkomstig uit de johannieter commanderij Wijtwerd bij Usquert.

Warffum. De beker draagt de inscriptie (vertaald uit het Latijn): ‘De kerk van

Deze verguld zilveren kelk uit 1542 is rijk versierd met voorstellingen uit het

Warffum is voor het eerst gereformeerd ten tijde van (predikant) Wibrand

Oude en Nieuwe Testament. De kelk is geschonken aan de H. Jozefkerk bij

Georgi in het jaar 1595’. Collectie Groninger Museum, foto Marten de Leeuw.

de inwijding in 1887. Collectie Groninger Museum, foto Marten de Leeuw.

Op zoek naar stille getuigen uit de tijd van de schuilkerken

‘Vieren in het geheim’

‘… een groen zijden kazuifel, en een zwart van minder waarde. Een kazuifel van rood zijden damast en een nieuw witzijden kazuifel. Een verguld-zilveren kelk, twee alben met amicten en corporalen. Een zwart ebbenhouten tabernakel, verschillende schilderijen, vier koperen kandelaren, koperen wierookvat, een missaal, altaardwaal, een toga, een verzilverd beeld van de Heilige Maagd met drie velums en twee engelen.’ Deze opsomming maakt deel uit van pater Mijlemans ‘Lijst van inboedel’ die in 1665 aanwezig was in de woning van ene Anna in Uithuizen. Haar huis was overduidelijk toegerust voor de viering van de katholieke mis.1 Van bovengenoemde zaken is nu niets meer terug te vinden. De vraag rijst of er in Groningen Stad en Ommeland nog liturgische voorwerpen te vinden zijn uit de tijd van na Reductie van 1594 toen de katho-

lieke kerk officieel verboden was en er geen katholieke bijeenkomsten gehouden mochten worden.2

Verdwenen kerkschatten Het merendeel van de katholieke liturgische voorwerpen blijkt na 1594 te zijn verdwenen. Waarschijnlijk hebben vluchtende geestelijken verschillende kostbare kerkschatten

1 A. Pathuis, ‘Het handschrift ‘Ommelands Eer’ van Pater Franciscus Mijleman S.J., Missionaris in de Ommelanden 1639-1667’ in Archief voor de Geschiedenis van de Katholieke Kerk in Nederland 7 (1965) nr.1, 1-110, aldaar 68-70.


3 Verguld zilveren kelk, in 1660-1661

4 Johannes Schoyerus liet in 1644 deze kelk ver­

vervaardigd door Warner Everts in

vaardigen ‘ter ere Gods en de orde van de Heilige

hostie bewaard werd, met op de voet de

Groningen. Op de voet staat naast het

Augustinus’. De kelk is eigendom van de stad

naam Catharina Helprichs. Deze rijke weduwe

wapen van Peter Rewijncx de inscriptie:

Groningen en waarschijnlijk geconfisqueerd bij

woonde naast de dominicaner schuilkerk

‘weegt 33 en ½ loot gemaekt in het jaar

een inval in een augustijnerstatie. Op de voet van

aan de Carolieweg. Zeer waarschijnlijk is

1661’. Op de cuppa staat het jaartal 1884,

het object staan voorstellingen van passie-

deze Zuid-Nederlandse barok versierde

een aanwijzing dat de kelk in de 19e eeuw

werktuigen. Collectie Groninger Museum, foto

ciborie daar gebruikt. Collectie Groninger

aangepast is. Collectie Groninger Museum,

Marten de Leeuw.

Museum, foto Marten de Leeuw.

5 Verguld zilveren ciborie, waarin de gewijde

foto Marten de Leeuw.

33

meegenomen. Delen van archieven, boeken, zegelstempels maar ook zilveren altaarstukken en verschillende relieken zijn nooit teruggevonden, zoals de arm van Johannes de Doper, aanwezig in de stad-Groninger Maartenskerk.3 Ander liturgisch zilverwerk is mogelijk geroofd, ingevorderd of zelfs omgesmolten voor gebruik in de gereformeerde eredienst. Hiervan getuigt de avondmaalskelk uit Warffum, die in 1596 gegoten werd van het zilver van een middeleeuwse miskelk. 4 De katholieken probeerden in de moeilijke periode na de Reductie zoveel mogelijk op gepaste wijze bijeen te komen om de mis te vieren. Het liturgisch vaatwerk en toebehoren die nodig waren voor de misviering moesten na de Reductie opnieuw aangeschaft worden. Voor het vieren van de mis moest de ‘kerk’ beschikken over de vasa sacra, het gewijde vaatwerk (kelken, cibories, monstransen en pyxiden) en de vasa non sacra (wierookhouders, ampullen en ampullenbladen, kandelaren, godslampen en andere liturgische interieur­elementen). Toen er eenmaal meer ruimte voor de katholieken ontstond en bijeenkomsten oogluikend werden toegestaan, werd er dankzij schenkingen van welgestelde families rijkelijk geïnves-

teerd in de aankleding van de liturgische voorwerpen en katholieke interieurstukken. Grote investe­ringen in monumen­ tale kerkgebouwen konden immers niet gedaan worden.5

Liturgisch zilver Centraal in de misviering staat de kelk. Deze is opgebouwd uit de voet, de schacht met een knoop, de nodus, en de beker, de cuppa, die aan de binnenkant verguld is omdat hieruit de geconsacreerde wijn, het bloed van Christus, gedronken wordt. De verschillende onderdelen zijn vaak voorzien van bijbelse en symbolische voorstellingen. De kelk is/was persoonlijk eigendom van de priester, die deze vaak als geschenk ter ere van zijn wijding van zijn familie gekregen had. Bij zijn overlijden ging de kelk terug naar de familie of bleef in zijn laatste parochie. De enig bewaard gebleven middeleeuwse kelk in Groningen is blijkens de inscriptie afkomstig uit de johannieter commanderij Wijtwerd bij Usquert. Deze verguld zilveren kelk uit 1542 is rijk versierd.6 De oudste monstrans, een houder voor de gewijde hostie, is afkomstig uit het Ostfriese Campen en dateert uit 1523. Na

2 Hierbij dank ik de heren Egge Knol en Marten de Leeuw voor het wegwijs maken in de collectie van het Groninger Museum en het beschikbaar stellen van het fotomateriaal voor dit artikel. 3 Egbert van der Werff, ‘Katholiek en protestant rond de Reductie’, in: Paul Brood (red.), Van Beeldenstorm tot Reductie van Groningen (Groningen 1994) 117-142, aldaar 136-137. 4 Egge Knol, Zilver In Groningen (Groningen 2011) 128; Justin E.A. Kroesen, Mis! Middeleeuwse kerkinterieurs in Groningen en Ostfriesland (Bedum 2012) 39; G.A. Wumkes, De Gereformeerde kerk in de Ommelanden tusschen Eems en Lauwers (1595-1796) (Groningen 1904) 7. 5 Tj.T. de Jong (red.), Katholiek leven in Noord-Nederland 1956-2006 (Hilversum 2006) 311. 6 Lies Boiten en J.H. Leopold, Pronkstukken van Katholiek kerkzilver in Groningen (Groningen 1987), 18-19; Kroesen, Mis! Middeleeuwse kerkinterieurs, 13, 38. Groninger Museum Miskelk Wijtwerd-0001.


6 Restant van een antependium (altaarvoorhangsel) uit Warffum, 16e eeuw. De centrale voorstelling is een beeltenis van Christus als Man van Smarten, geflankeerd door schilden met bebloede spijkers en geselwerktuigen links, en een crucifix met de kruisigingswonden rechts. De tekst op het antependium luidt: ‘Te invocamus, te amamus, te laudamus, o beate trinitas’ (Wij roepen U aan, wij beminnen U, wij loven U, o zalige Drie-eenheid). Collectie Groninger Museum, foto John Stoel.

34

de Lutherse Reformatie kwam deze naar de stad Groningen en werd vervolgens in de Martinikerk gebruikt. Deze monstrans zou de Reductie overleefd hebben door toedoen van een ‘reddende engel’, ene begijn Schoonebeek.7 In de bekroning is een beeldengroepje van Sint-Martinus aangebracht, de beschermheilige van de stad. Deze verguld zilveren monstrans is lange tijd gebruikt in de jezuïetenstatie aan de Hoge der A.8 De Camper monstrans en de kelk uit Wijtwerd zijn de zeldzame overblijfselen van originele middeleeuwse religieuze voorwerpen. De Willibrordusparochie in Sappemeer bezit ook een monstrans die oorspronkelijk uit de tweede helft van de vijftiende eeuw stamt, maar daarvan zijn de cylinder en de voet in de negentiende eeuw verbouwd.9 Een monstrans diende voor het tentoonstellen en het aanbidden van de gewijde hostie en kon rondgedragen worden tijdens een sacramentsprocessie. Het vereren van de hostie was in de ogen van de gereformeerden een vorm van ‘vervloekte afgoderij’. Dat is een mogelijke verklaring voor het feit dat geen enkele Groninger monstrans de Reformatie en de Reductie overleefd heeft. Bovendien waren monstransen vanwege de waarde van het gebruikte materiaal ook interessant.10

Inscripties Bijzonder zijn ook de liturgische objecten die door hun inscripties een eigen verhaal vertellen. Een jaartal, een wapen of naam kan veel verklaren. Dat geldt bijvoorbeeld voor de kelk uit het bezit van de Jozefparochie in Zuidhorn. Op de voet van deze kelk staat het wapen van Peter Rewijncx en de jaren 1660-1661. Rewijncx (gestorven in 1642) was kerkvoogd van Zeerijp maar bekeerde zich met zijn gezin tot het katholicisme. Ze woonden in Westerwijtwerd, het missiegebied van pater Mijleman. Volgens zijn ‘Ommelands Eer’ werd ‘deze silververgulden kelck’ ook gebruikt in Farmsum.11 Ook een stad-Groninger kelk uit 1644 vertelt zelf zijn verhaal. In de voet staat geschreven: ‘in het jaar 1644 schonk en liet mij maken Johannes Schoyerus ter ere Gods en van de

orde van de Heilige Augustinus’. De kelk is eigendom van de stad Groningen en is hoogstwaarschijnlijk geconfisqueerd bij een inval in een van de augustijner staties.12 De naam Catharina Helprichs staat op de voet van een verguld zilveren ciborie waarin de gewijde hostie bewaard werd. De rijke weduwe Helprichs woonde naast de dominicaner schuilkerk aan de Carolieweg. Zeer waarschijnlijk is deze rijk gedecoreerde ciborie daar gebruikt.13 Van de kleinste religieuze voorwerpen als de oliedoosjes en wierookscheepjes en de pyxis, een rond doosje waarin de geconsacreerde hostie meegenomen kan worden, is slechts een klein aantal bewaard gebleven.

Kerkelijk interieur en aankleding De katholieke misviering vindt al eeuwen plaats rond het altaar, het belangrijkste deel van de kerkinrichting. Tijdens de viering wordt over het altaar een wit linnen doek, de altaar­ dwaal gespreid. De enige twee middeleeuwse altaardwalen die in Groningen bewaard zijn gebleven, zijn waarschijnlijk gebruikt in het johannieter commanderij in Wijtwerd. De bovengenoemde middeleeuwse kelk van Wijtwerd heeft mogelijk ooit gestaan op een van deze altaardwalen die behoren tot de kerk van Warffum. De altaardwalen zijn, samen met enkele andere objecten, meer dan drie eeuwen bewaard gebleven in een kist op de zolder van de Warffumer pastorie. Ook een bovenrand van een middeleeuws antependium dat tijdens de mis voor het altaar hing, is in Warffum bewaard gebleven. Op de kleurrijke wollen bovenrand staat het hoofd van Christus afgebeeld met aan beide zijden teksten en emblemen met passiewerktuigen. De altaardwalen en het antependium bevinden zich in het Groninger Mu­ seum.14 Vele middeleeuwse altaren, meestal bestaande uit opgemetselde blokken met daaroverheen een zandstenen dekplaat, zijn na de Reformatie vervangen door eenvoudige houten tafels waaraan het protestantse avondmaal gevierd kon worden.

7 L.J. van der Heijden, Geschiedenis van katholiek Groningen (Groningen 1936) 28. 8 Boiten, Pronkstukken, 16-17; Kroesen, Mis!, Middeleeuwse kerkinterieurs, 16, 61; Groninger Museum 1973.0008 S. 9 Boiten, Pronkstukken, 14-15; Kroesen, Mis! Middeleeuwse kerkinterieurs, 16. 10 Justin E.A. Kroesen, ‘Het halve maantje van Tjamsweer’ in: Groninger Kerken 25 (Groningen2008) 57-60. 11 Pathuis, ‘Ommelands Eer’, 54. 12 Boiten, Pronkstukken, 36-37; Knol, Zilver In Groningen, 133; Groninger Museum cat.nr. 00002486. 13 Knol, Zilver In Groningen, 158; Groninger Museum 2001.0009 14 Egge Knol, Jos M.M. Hermans en Matthijs Driebergen, Hel en Hemel: de Middeleeuwen in het Noorden (Groningen 2001) 124; Kroesen, Mis! Middeleeuwse kerkinterieurs, 12,33.


7 Gods- of altaarlamp afkomstig uit de jezuïetenstatie aan het

8 Godslamp afkomstig uit de schuilkerk van Uithuizen. De lamp is gedateerd

Hoge der A. De lamp werd in 1680-1681 vervaardigd in Antwerpen.

1752 en draagt de initialen van pastoor Wilhelmus Josephus d’Andrée (1730-

De bovenste ring, de glashouder, is een toevoeging van rond 1800.

1816). Collectie Groninger Museum, foto Marten de Leeuw.

Collectie Groninger Museum, foto Marten de Leeuw.

Ook een roodbruin fluwelen kazuifel, het gewaad dat de priester tijdens de mis droeg, heeft in Warffum de roerige tijden van de Reformatie en de Reductie overleefd. Op het witlinnenkruis op de rug van het gewaad zijn granaatappels van zilveren plaatjes geborduurd.15 De Sint-Jozefkathedraal in Groningen bezit een kazuifel uit het begin van de zestiende eeuw dat vervaardigd werd in Engeland of de Zuidelijke Nederlanden. Het kazuifel draagt op de rug een voorstelling van de Kruisiging. Samen met twee dalmatieken, een overkleed voor een (sub)diaken, bevindt het kazuifel zich sinds 1973 in het Groninger Museum. Een van de dalmatieken draagt de wapens van de Ommelandse families Veelcker en D’Embda en is na de Reductie vermoedelijk gedragen in de Asingaborg in Middelstum.16 Het omvangrijkste en kostbaarste erfstuk uit de Groningse schuilkerken is het laat zeventiende-eeuwse barokke hoog­ altaar van de jezuïetenstatie aan het Hoge der A. Het hoog­ altaar vormt de afsluiting van het koor en de kerk. In het oorspronkelijke zes meter hoge altaar zijn zes jezuïetenheiligen uitgebeeld, onder wie de stichter van de orde Ignatius van Loyola (1491-1556). Het meest imponeerde het tabernakel (ook wel sacra-

mentshuis genoemd) dat zich op het hoogaltaar bevond. Op de pilaster van de twee zilveren deuren, 94,5 centimeter hoog, staan Geloof, Hoop en Liefde afgebeeld. In de cartouches staan de voorstellingen van Abraham en van het Laatste Avondmaal. De Antwerpse zilversmid Le Pies heeft de tabernakeldeuren gesigneerd en gedateerd: ‘Anto. Le Pies Jnven et Fecit Anno 1694’. Ook de zilveren boekband die indertijd op het hoogaltaar lag met daarop voorstellingen van jezuïetenheiligen, is gemaakt bij dezelfde Antwerpse zilversmid (ca. 1696/97). Veel zeventiende- en achttiende-eeuws kerkelijk zilver was afkomstig uit Vlaanderen.17 Boven het tabernakel was een anderhalf meter hoog altaarkruis met zilveren ornamenten geplaatst. Naast het tabernakel behoorden zes kandelaren te staan. Kandelaren nemen nog steeds een eerste plaats in als het gaat om het aantal kerkelijke interieurstukken.18 De statie aan het Hoge der A kon zich kostbare aankleding van de schuilkerk veroorloven door schenkingen van wel­ gestelde katholieken en leden van de broederschap van de ‘Zalige Dood’ waarvoor Herman Collenius een altaarstuk schilderde. Het hoogaltaar heeft in aangepast formaat in 1844 een plaats gekregen in de gelijknamige Sint Jozefparochie in Zuidhorn waar het tot op de huidige dag staat.19

15 Knol, Hermans en Driebergen, Hel en Hemel, 110; Kroesen, Mis! Middeleeuwse kerkinterieurs, 13, 35, 71. 16 J. Boot- van der Vlis, ‘Een kazuifel met zeer oud kostbaar borduurwerk’, Groninger Kerken 7 (Groningen 1990) 5-10, aldaar 5; Kroesen, Mis! Middeleeuwse kerkinterieurs, 36. 17 Boiten, Pronkstukken, 58-59, 60-61; Knol, Zilver in Groningen, 160. 18 Regnerus Steensma, De inventarisatie van het kunstbezit in het bisdom Groningen (Groningen 1975) 31. 19 Boiten, Pronkstukken, 58-59; Knol, Zilver In Groningen, 133, 160; Groninger Museum 1973.0049; Egbert van der Werff, ‘Een altaar met his­ torie. Het Sint Jozefaltaar te Zuidhorn’, in: Albert Teelken (red.), Van Schuilkerk naar levende parochie. 250 jaar Sint Jozefparochie AduardZuidhorn (2013) 33-39.

35


Katholiek religieus erfgoed

9 Schilderstuk, door Herman Collenius gemaakt in opdracht van de

36

in 1704 opgerichte Broederschap van de Zalige Dood, verbonden aan de jezuïetenstatie aan de Hoge der A te Groningen. De zijpanelen gingen verloren. Doel van de Broederschap was het verkrijgen van een zalig stervensuur door de devotie tot de stervende Jezus en zijn Moeder Maria. Collectie Groninger Museum, foto John Stoel.

Met de ingebruikname van de Sint Maartenskerk aan de Broerstraat in 1836 verviel het merendeel van de religieuze kerkschatten van de schuilkerken van de stad aan deze kerk. In 1887 werd de Sint Jozefkerk gewijd, de tegenwoordige kathedrale kerk van de HH. Martinus en Jozef, de parochiekerk in de binnenstad van Groningen. Een groot deel van de katholieke religieuze objecten van deze kerk zijn in langdurig bruikleen gegeven aan het Groninger Museum. In al zijn eenvoud brandt in Uithuizen nog steeds de godslamp die afkomstig is uit de voormalige schuilkerk aan de Achterweg (huidige Schoolstraat). De godslamp draagt de inscriptie W.A. 1752: de intialen van de zeer gewaardeerde pastoor William d’Andrée die lange tijd in Uithuizen gediend heeft. Hij overleed in 1816 en werd begraven in de oude kerk aan de Achterweg. De stoffelijke resten zijn in een kistje met een koperen naamplaat in 1861 bijgezet onder de vloer bij het doopvont in de nieuwe kerk.20

In de stad Groningen waren indertijd zeven katholieke schuilkerken gevestigd en ook op het platteland waren schuil­ kerken te vinden. Het bovenstaande is een selectie van de religieuze voorwerpen die gebruikt werden in die schuilkerken. De verwachting was dat er meer Groninger katholiek kerk­ zilver bewaard zou zijn gebleven uit de periode van na de Reductie – zeker bij de parochies in de provincies –, maar de inventarisatie heeft minder opgeleverd dan verwacht. Het religieus erfgoed van de jezuïetenstatie aan de Hoge der A is in verhouding behoorlijk talrijk en heeft een rijke uitstraling. In de provincie vinden we eenvoudiger en veel minder liturgische objecten. Minder welvaart en beschikbare middelen zullen de reden daarvan zijn. In verhouding behoren miskelken nog tot de meest overgebleven religieuze voorwerpen uit die tijd. Vergeleken met het Friese religieus kunstbezit, is het totale Groninger katholiek erfgoed ook kleiner in aantal.21 Uit het voorgaande vernamen we dat delen van het liturgisch zilverwerk in de zeventiende en achttiende eeuw door de gereformeerde autoriteiten in beslaggenomen zijn. Ook is er het een en ander gestolen, andere delen zijn zelfs omgesmolten voor gebruik in de gereformeerde eredienst. Een ander deel van het kerkelijk zilver zal ten prooi gevallen zijn aan de tand des tijds. Toen de katholieken eenmaal hun eigen kerken mochten bouwen, werd er in veel gevallen nieuw kerkelijk zilver aangeschaft en het ‘oude’ van de hand gedaan. Voor het overige moeten we vaststellen dat er hoe dan ook een ‘diaspora van memorabilia’ heeft plaatsgevonden.22 Hetgeen in Stad en Ommeland bewaard gebleven is uit de periode van de schuilkerken, is deels nog in bezit van de plaatselijke parochies en wordt bij speciale gelegenheden ook nog regelmatig gebruikt. Het overige is veilig ondergebracht in het Groninger Museum. ‘Geloven in het geheim’ en ‘vieren in het geheim’ behoren hier al lang tot het verleden. Onze middeleeuwse kerken, ooit gebouwd voor de katholieke godsdienst, dragen in hun gebouwen en interieur nog vele sporen die herinneren aan die katholieke tijd. Daarnaast bewaren ook de liturgische objecten en interieurstukken, hoewel veel minder zichtbaar, een eigen verhaal. Dat verhaal behoort ook tot ons cultureel en religieus erfgoed. Bovendien kan het bijdragen tot het vergroten van de kennis over een minder bekende periode die Stad en Ommeland van Groningen beleefden in de zeventiende en achttiende eeuw.

20 http://liudgerparochie.nl/kerken/uithuizen/geschiedenis/geschiedenis-h-jacobus-de-meerdere-kerk 21 Justin E.A. Kroesen, ‘Iconografie van Fries katholiek kerkzilver in de zeventiende en achttiende eeuw’, De Vrije Fries 92 (2012 ) 81-104; Steensma, De inventarisatie van het kunstbezit, 31-32. 22 Anja Smit, ‘Memorabilia in diaspora’, onderzoek naar de katholieke schuilkerken en hun religieuze objecten in Stad en Ommeland van Groningen na de Reductie van Groningen in 1594 (Groningen 2014). Stageverslag Stichting Oude Groninger Kerken, aldaar ter inzage in de media­ theek.


Postbus 5086 Verbindingsweg 13 9781 DA Bedum 9700 GB Groningen tel fax

T 050-2100194 M 06-26888044

050 301 12 00 050 301 17 00

info@johnlemmen.nl

Verbindingsweg 13 Het succes van automatisering 9781 DA Bedum Het klinkt misschien wat vreemd, maar… Het succes van automatiseren begint met koffie drinken teldeze050 301 12 00 immers eerst bij de klant. Vanaf de start hanteert Arrix Automatisering aanpak. Je moet fax 050 301 17 00aan automatiseren. een goed beeld vormen van de klantsituatie, voordat er gedacht kan worden Naast het persoonlijk contact is klare taal een onmisbaar gegeven. Onze medewerk(st)ers info@johnlemmen.nl gebruiken geen ingewikkelde ICT-termen, maar communiceren in begrijpelijk Nederlands. De klant staat bij Arrix centraal en wij verplaatsen ons graag in zijn situatie (“Voelen hoe het voelt”). Daarmee creëren wij altijd een win-win-situatie. Meer weten? Kijk op onze website naar onze relatiegedreven aanpak of bel geheel vrijblijvend voor een persoonlijk gesprek. Het succes van automatiseren begint met koffiedrinken… Heideanjer 2, Drachten, T. 0512 - 543 221, Meer weten? www.arrix.nl

www.tomfeith.nl info@tomfeith.nl


DAN

r 0 5 MEER

Jaa

E R VA

RING

Van Lierop Conserveert & Herstelt Hout | Verdrijft Vocht

Van Lierop Van Lierop

Een gezonde kijk op onroerend goed Onderzoek op (hout)aantasting | Houtinsectenbestrijding Zwamsanering | IsochipsÂŽ-kruipruimteisolatie | Vochtwering Kruipruimterenovatie | Houtrestauratie met epoxytechniek Heteluchtmethode | Zuurstofarmeluchtmethode Kelderafdichting | Inspectieabonnementen Vestigingen Noord: Alphen a.d. Rijn | Heerhugowaard | Assen | Vestigingen Zuid: Boxtel | Echt | Mechelen (B) |

www.vanlierop.nl Van Lierop

Van Lierop Van Lierop

Orgel te Tolbert. Gerestaureerd in 2001

Het Lohman-orgel in de Middeleeuwse kerk te Zuidwolde

MENSE RUITER orgelmakers b.v. Oosterseweg 13 9785 AD Zuidwolde (Gron.) Tel. 050-3010550 - Fax 050-3010560 E-mail: info@menseruiter.nl www.menseruiterorgelmakers.nl

0172 43 35 14

0411 63 26 47


Al jaren vertrouwd partner van de SOGK vertrouw ons ook úw bouwwerk bouw werk toe!

H. Pot bouwbedrijf (ver)bouwen met overleg Onderhoud, verbouw, renovatie, nieuwbouw en alle materialen voor de doe-het-zelver

Hoofdweg 25 9795 pa Woltersum (050) 302 15 55 www.bouwbedrijfpot.nl

Schildersbedrijf  W. Dijkema Noorderstraat 5 9989 AA Warffum telefoon (0595) 42 22 67 Ook leveren wij professionele verven, dubbele beglazing, voorzetramen en alle bijkomende schildersmaterialen

De Schilder, de beste vriend van je huis

Met een passie voor panden met geschiedenis 050 403 14 83 info@laurenshout.nl www.laurenshout.nl

Timmer- en restauratiewerken AdvLaurenshout_OGK_2013.indd 1

|

Interieur ontwerp en uitvoering

|

Deskundig in duurzaam (ver)bouwen 23-01-13 10:00


Bouwbedrijf W.H. Blokzijl Hoofdweg 154 Blijham Telefoon 0597 - 56 12 25 fax 56 12 83 Utiliteitsbouw Restauratie Particuliere bouw Houtskeletbouw Onderhoud Renovatie Verbouw

Voor al uw bouwwerken

Voor al uw - voegwerken - voegwerkrestauratie - gevelreiniging Noordveenkanaal n.z. 21 7831 aw Nieuw Weerdinge tel. 0591 - 522 258 / 522 770

Door jarenlange ervaring in renovatie en restauratie kunnen wij de schade aan uw gebouw of woning vakkundig en duurzaam herstellen. Onze vaklieden wonen en werken in uw regio en spreken de ‘toal’. Zij staan voor u klaar!

BRANDSBOUW.NL

050-57 57 800

Brands Bouwgroep B.V. is erkend applicateur van Thor Helical verankering en herstelsystemen. Renovatie spouwanker isolatie bevestiging Scheurherstel systeem Lateiherstel systeem Muurherstel systeem

Kieler Bocht 33, 9723 JA Groningen


Houdt u later de regie over uw zorg in eigen hand? Iedereen droomt over de toekomst. Wat uw droom ook is, met Forward planning van ING Private Banking weet u of uw dromen realiseerbare doelen zijn. We kunnen uw toekomst niet voorspellen. Wel plannen. ing.nl/forwardplanning


H C

oveniersbedrijf oen Overdevest Leens Wierde 4 tel. 0595-571187

www.overdevesthoveniers.nl VCA gecertificeerd. Erkend Hovenier. Groenkeur gecertificeerd bedrijf.

Lid VHG

Ontwerp, aanleg,

onderhoud, (sier)bestrating en complete terreininrichting

Voor: * een compleet tuinontwerp en/of beplantingsplan * complete terreininrichting * de aanleg van uw tuin * onderhoud aan uw tuin b.v.: - renovatie - voor- of najaarsbeurt - maandelijks onderhoud - wekelijks maaien van uw gazon - gazononderhoud zoals bemesten en verticuteren (mosbestrijding) - enz. * snoeien van bomen en heesters * kappen van bomen * plaatsen van schuttingen, pergola’s, tuinhuisjes, bielzen, hekwerken enz. * aanleg van sierbestrating, grindpaden, schelpenpaden, enz. * aanleg van vijvers * het leggen van graszoden * ontwateren v/d tuin d.m.v. drainage * levering van bomen, heesters, coniferen, vaste planten, haagen bosplanten, potgrond, bemeste tuinaarde, gedroogde koemest, kunstmest en alle tuinmaterialen.

VASTGOED ONDERHOUD

BEGLAZING, WANDAFWERKING, DEALER VAN RUYSDAELGLAS, INDUSTRIEEL SPUITWERK, RESTAURATIE & HOUTRENOVATIE

Neem contact op met Robert van der Maar op 050-549 41 71 Koldingweg 15 • 9723 HL Groningen • Fax 050-549 46 31 • E-mail info@vdmaar.nl • Website www.vdmaar.nl

HOLS TEIN

re s t a u ra t ie a rc h it e c t u u r Kantoren Insulinde Bankastraat 42 J 9715 CD Groningen tel.: 050 5770059 fax: 050 5771904 info@holstein-restauratie.nl www.holstein-restauratie.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.