Samen werken aan diergezondheid NIEUWSBRIEF VOOR PRACTICI • JAARGANG 23 • SEPTEMBER 2017
Laatste stand van zaken fipronil Op www.gddiergezondheid.nl/fipronil vindt u actuele informatie over fipronil, gebaseerd op de huidige beschikbare kennis. Zodra meer kennis beschikbaar komt over fipronil en praktische methoden om bedrijven en dieren zo snel mogelijk ‘vrij’ te krijgen, delen we dit via deze webpagina. Recent zijn er op de website items toegevoegd, aangevuld of gewijzigd: • Het advies met betrekking tot het reinigen van de stal is naar aanleiding van de laatste resultaten van proeven aangevuld. Het gaat hierbij om een combinatie van een behandeling met soda en waterstofperoxide. • Het protocol ‘Verklikkerkippen Fipronilresten in Pluimveestal’ is gewijzigd. In ons protocol staat nu het plaatsen van 40 dieren. Voor NVWA is het bovendien noodzakelijk dat de dieren los in de stal lopen. • De monstername kippen voor bepaling fipronil is gewijzigd. Op basis van de resultaten is besloten om vanaf heden, tenzij anders aangegeven, enkel vet te bemonsteren. • Een grafiek met een indicatie van afname fipronil in eieren is toegevoegd. • Vraag & antwoord toegevoegd. Lees de antwoorden op veelgestelde vragen over monitoren en reinigen en ontsmetten. Deze lijst wordt steeds aangevuld. Kijk regelmatig op www.gddiergezondheid.nl/fipronil voor actuele informatie, resultaten van onderzoeken en de meest recente versies van de protocollen. De website wordt dagelijks bijgewerkt.
Zomerdip? De (na)zomermaanden zijn risicomaanden voor het celgetal. Hogere temperaturen en een hoge luchtvochtigheid maken de kans op infecties groter. Bovendien kan hittestress zorgen voor een verhoogde vatbaarheid voor uierontsteking. Het UGA-team krijgt met name in de zomermaanden veel vragen over ‘het beste’ speendesinfectiemiddel. De meest voorkomende werkzame stoffen, jodium, melkzuur of chloorhexidine, zijn allen effectief in het desinfecteren van de tepelhuid, mits op de juiste wijze en in de juiste concentratie (!) toegediend. Algemeen aseptisch principe is dat de effectiviteit van de desinfectie afhankelijk is van de concentratie van het middel én de contacttijd. Op de Nederlandse markt zijn veel producten toegelaten, in zeer uiteenlopende concentraties. Belangrijk hierbij is om onderscheid te maken tussen producten met een diergeneesmiddelenregistratie (REGNL), afgegeven door het College ter beoordeling van geneesmiddelen (CBG-MEB) en producten met een toelating op basis van een registratie door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb), producttype 3 ‘dierhygiëne’. Ook de toevoeging van speenverzorgende componenten zoals lanoline en glycerine is cruciaal om een mogelijk verschralend effect van een hoge(re) concentratie desinfectans op te vangen. Ook de viscositeit (en daarmee verpompbaarheid in bijvoorbeeld een AMS) is belangrijk bij de keuze voor ‘het beste’ (contact- of barrière)middel. Controleer bij advies over speendesinfectiemiddelen in elk geval de registratie en de (concentratie van de) werkzame stof via de diergeneesmiddeleninformatiebank (CBG-MEB) en/of de lijst met toe gelaten biociden (Ctgb), zodat alleen toegelaten middelen worden ingezet.
Veterinair
09
Drs. Christian Scherpenzeel, rundveedierenarts
Feestelijke opening vernieuwd laboratorium GD
Op vrijdag 22 september 2017 is de feestelijke opening van ons vernieuwde laboratorium. Tijdens deze middag spreekt burgemeester van Deventer Andries Heidema met Jeannette van der Ven (Portefeuillehouder Gezonde dieren, LTO) en Christianne Bruschke (Chief Veterinary Officer, ministerie van Economische Zaken) over diergezondheid en het belang ervan voor de veehouderijsector, voedselveiligheid en onze samenleving. Daarna krijgt u een rondleiding door het laboratorium en kunt u, onder het genot van een hapje en drankje, bijpraten met vakgenoten en onze diergezondheidsexperts. Wilt u ook komen, meld u dan vóór 18 september aan op www.eventlogin.nl/GD. Veterinair, september 2017 -
1