Samen werken aan diergezondheid NIEUWSBRIEF VOOR PRACTICI • JAARGANG 23 • AUGUSTUS 2017
Voorkomen en managen van droesuitbraken De laatste jaren zijn er op het gebied van droes flinke vorderingen gemaakt met diagnostiek en vaccinatie. Om het aantal uitbraken van droes op paardenbedrijven terug te dringen, zijn daarnaast echter goede voorzorgsmaatregelen nodig. Denk bij voorzorgsmaatregelen aan het in quarantaine plaatsen van nieuwe paarden, die de ziekte mogelijk op een bedrijf kunnen binnenbrengen en van paarden waarbij de infectie is vastgesteld. GD heeft nu een nieuw abonnement ontwikkeld: 'Droes-certificering'. Hierbij worden diagnostiek, maatregelen en adviezen beschreven om droes op een bedrijf te bestrijden. Een bedrijf kan na het opvolgen van de spelregels van dit abonnement het certificaat Droes-vrij of Droes-onverdacht krijgen. Droes-certificering is een vrijwillig abonnement voor paardenbedrijven. Het is gebaseerd op serologische screening om een recente besmetting met de bacterie Streptococcus equi subspecies equi, de veroorzaker van droes, vast te stellen. Voor seropositieve paarden is vervolgonderzoek nodig om dragers te identificeren, zodat die eventueel kunnen worden behandeld. Deelnemende bedrijven volgen een helder protocol (Aanpak Droes) om droes op hun bedrijf te voorkomen of te bestrijden. De vaste dierenarts van het bedrijf is betrokken bij iedere stap, zoals monstername, advisering en behandeling. Kijk voor meer informatie op www.droesvrij.nl Dr. Kees van Maanen, veterinair microbioloog
Fipronilgehalte bepalen in (vet)weefsels Fipronil wordt na opname voor een groot deel via de mest en urine uitgescheiden, maar tot veertig procent van de opgenomen stof komt in weefsels terecht. De hoogste concentraties worden gevonden in het vetweefsel, maar ook de concentratie in eidooier is hoog. Het is mogelijk om via GD onderzoek te laten uitvoeren op weefsels om de fipronilgehalten in het dier te bepalen. Met deze weefselbepalingen is het mogelijk dieren die niet (meer) in productie zijn op fipronil te onderzoeken. Daarnaast kan er met de (vet)weefselbepalingen een inschatting worden gemaakt van de tijd die nodig is om eieren te gaan produceren met een gehalte onder de toegestane limiet voor fipronil. Hiervoor is het nodig het gehalte fipronil in vetweefsel te bepalen en de hoeveelheid vetweefsel in de (opfok)leghen te schatten. Het theoretische model dat voor de berekening gebruikt wordt, houdt op dit moment beperkt rekening met de bijdrage van heropname vanuit de omgeving. De sector en GD voeren momenteel de benodigde bepalingen uit om het model verder te kunnen onderbouwen. Voor details over insturen kunt u contact opnemen met GD, afdeling pluimvee; 09001770 optie 4. In overleg is het mogelijk om dieren (geborgd) door GD op te laten halen. De capaciteit hiervoor is echter beperkt. De kosten voor het onderzoek zijn voor de inzender en bestaan uit de kosten van een normale sectie inclusief vervolgonderzoek, plus de kosten van het fipronilonderzoek. De resultaten van het onderzoek worden anoniem met NVWA/EZ gedeeld.
Veterinair
08
Dr. Guillaume Counotte, toxicoloog
Cursus Rhinopneumonie op 15 en 16 november
Er is veel aandacht voor de equine herpesvirussen type 1 en 4, de veroorzakers van rhinopneumonie. Hoewel een infectie met deze virussen niet altijd opvallende klinische symptomen geeft, of alleen een verkoudheid veroorzaakt, zijn er ook twee verschijningsvormen die meer impact hebben op de paarden en hun eigenaren: de abortus- en de neurologische vorm. Deze zorgen bij de betrokken dierenartsen vaak voor veel werk en vragen. Ook de Helpdesk Paard krijgt veel vragen over rhinopneumonie. GD organiseert daarom samen met de Faculteit Diergeneeskunde en Zoetis op 15 en 16 november een cursus Rhinopneumonie. Meer informatie en aanmelden www.gdacademy.nl Veterinair, augustus 2017 -
1