Samen werken aan diergezondheid Nieuwsbrief voor practici • jaargang 20 • november 2014
11
Melkveebedrijven waar veel antistoffen voor longworm worden gevonden, hebben gemiddeld een significant lagere melkproductie. Dat blijkt uit een recent onderzoek naar de relatie tussen de tankmelkuitslagen en productieparameters, dat de GD in samenwerking met de WUR heeft afgerond. Het onderzoek is uitgevoerd door MPR-data van ruim honderd bedrijven met een gunstige uitslag te vergelijken met ruim honderd bedrijven met een ongunstige uitslag voor longworm (in de maanden augustus en oktober, 2013). Met behulp van statistische modellen is gekeken naar het verband tussen een longworminfectie en het aantal kilogram melk, de melkvet- en eiwitpercentages in de zomer (juni en augustus) en in het najaar (september tot eind oktober). Uit het onderzoek is gebleken dat bedrijven met een ongunstige tankmelkuitslag (antistoffen aangetoond) een significant lagere melkproductie hadden ten opzichte van bedrijven met een gunstige uitslag (geen antistoffen aangetoond). Koeien op melkveebedrijven met een ongunstige tankmelkuitslag gaven gemiddeld 1,2 tot 1,8
kilogram melk per koe per dag minder dan op melkveebedrijven met een gunstige uitslag. Het grootste verschil werd gevonden in de maanden augustus, september en oktober. Het verschil in productie en melkvetpercentage was in deze periode respectievelijk 1,6 kilogram per koe per dag en 0,13 procent. Voor melkeiwit kon geen significant verschil worden aangetoond. Deze uitkomsten zijn sterk overeenkomstig met andere onderzoeken naar de bedrijfseconomische schade van veel antistoffen voor parasitaire infecties (maagdarmworm- en leverbotinfecties). Gerichte preventieve maatregelen maken het mogelijk de schade te beperken. Dr. Menno Holzhauer, specialist rundergezondheid
Salmonellose bij varkens: meldingsplichtig?
Veterinair
Verband aangetoond tussen longworminfectie bij koeien en verminderde melkproductie
Salmonella is sinds enige tijd de ziekteverwekker waarover de meeste vragen gesteld worden aan de Veekijker Varken. Het betreft vooral vragen met betrekking tot de aanpak van salmonella bij vleesvarkens, maar ook bij gespeende biggen en zeugen. Bij de secties is in het eerste halfjaar van 2014 zestien keer een infectie door salmonella als belangrijkste diagnose vastgesteld. Dit betrof varkens en biggen van uiteenlopende leeftijden. In het kader van artikel 100 van de Gezondheidsen Welzijnswet voor Dieren is salmonellose meldingsplichtig. Over de concrete uitvoering van dit artikel bestond enige onduidelijkheid, omdat salmonella bij varkens weliswaar regelmatig wordt aangetroffen tijdens het bacteriologisch onderzoek, maar niet primair als salmonellose wordt gediagnostiseerd. Uit onderzoek is bekend dat 95 procent van de infecties met salmonella
bij varkens subklinisch verloopt. Begin 2014 is in overleg met de NVWA afgesproken dat gevallen van salmonellose (anoniem) gemeld worden, als sprake is van een duidelijk klinische infectie. In het eerste halfjaar van 2014 werd vijftien maal een enteritis vastgesteld ten gevolge van salmonella groep B, waaronder S. Typhimurium, en eenmaal een enteritis ten gevolge van salmonella groep C. Van deze bevindingen zijn er drie direct gemeld aan de NVWA als zijnde klinische salmonellose. Dr. Theo Geudeke, varkensdierenarts
Geen stickers over de barcodes plakken
Stap voor stap komen we dichter bij de digitale verzending en ontvangst van inzendingen. Meerdere DAP’s zenden op dit moment de geplande onderzoeken al digitaal in, met de speciale buizen met dubbele barcodestickers. Naast het digitaal inzenden gaat de ontvangst op ons laboratorium ook digitaal. Hiervoor is het belangrijk dat de barcodes goed leesbaar zijn en niet beplakt zijn met stickers. Wilt u bij het plakken van stickers op de buisjes rekening houden met de leesbaarheid van de barcodestickers op de buis? GD Veterinair | november 2014 |
1