Meneer Loopstra en verwanten

Page 1

De Leuvense schrijversgroep

stelt voor:

Meneer Loopstra en verwanten


Op vrijdagavond 29 mei 2015 kwamen we samen met de FNWP* en schreven we over Meneer Loopstra en verwanten De schrijfopdracht: Laat je inspireren door dit verhaal en schrijf een stukje over meneer Spreekstra, Kijkstra, Slikstra, Schrijfstra,...

* Wil je meer weten over de FNWP, kijk dan op onze website: http://fnwp.weebly.com of onze facebookpagina: https://www.facebook.com/pages/FNWP/1515544358689074?fref=ts


Beschaafd verslaafd Marlies van Bouwel Lavinia Wijnstra is de allerlaatste wijndrinkster op aarde. Niet dat er geen wijn meer is. Integendeel. De kelders en rekken puilen uit van de beste Bordeaux, Beaujolais en SaintEmilions. Als laatste van de wijndrinkers heeft Lavinia Wijnstra onbeperkte toegang tot de grand cru’s uit de Bourgogne, de goddelijkste Châteauneuf-du-Papes, maar ook de zachte en speelse Chablis, evenals elegante Rioja’s, aardse porto’s en frivole sherry’s van het Iberische schiereiland. Lavinia Wijnstra leidt een zalig leventje, laverend van château naar cave houdt ze haar glas, een beetje schuin, onder vat of fles. Tegelijk verzamelt ze de beste en mooiste kurkentrekkers en de meest uiteenlopende wijnglazen: roemers voor de rinse Moezels, fluitjes voor Champagne, kelken voor de zware Cahors en kruiken voor de Chianti. Lavinia Wijnstra drinkt het liefst met mate(n), maar een wijntje alleen is niet te versmaden: op een zomerse zondag zo om een uur of elf een roséetje uit de Provence en daarna tijdens de lunch of later op de middag een Sauvignon van Touraine of een frissere, delicate Soave uit Venetië. Maar de beste – vindt zij – is een Rioja of als het wat duurder mag een Fixin ’s avonds laat met een brokje kaas, het liefst blauwgeaderde Stilton of Rochefort, maar het mag ook oude Gouda zijn of Leerdammerkaas van bij de Maas. Mijmerend kijkt zij dan, met haar glas in de hand, vanop haar terras naar de lichtjes van de stad die een voor een aanfloepen. Lavinia Wijnstra is nu nog de enige die wijn drinkt. Niemand anders durft dat nog. Wijn is slecht, zo verkondigen de wetenschap en de media in koor. Wijn tast de gezondheid aan, je krijgt er diabetes type II van, een te hoge cholesterol. Je aderen slibben ervan toe. Je lever speelt op. Je gal doet zeer. Bovendien eet wijn letterlijk je hersencellen op, met als eerste symptomen hoofdpijn en een kater, maar wijn versmalt ook de hippocampus waardoor je geheugen en je ruimtelijke oriëntatie vermindert. Door ettelijke reportages over de ziekte van Korsakov, alleen en uitsluitend te wijten aan alcoholmisbruik en een tekort aan vitamine B1, heeft de consument massaal besloten geen wijn meer te drinken. Daarnaast is er nog de politie die alcoholgebruik in het verkeer vervolgt en bestraft. Omwille van die nultolerantie komt geen zinnig mens de straat nog op met een promille alcohol in het bloed. Op weekdagen komen de wijnbouwers met de beste neuzen voor de meest exquise bouquets naar Lavinia Wijnstra toe, ze brengen haar hun edelste flessen uit de beste jaren. Zij ruiken alleen nog maar aan het aroma, het is Lavinia die de smaak degusteert. Terwijl de neuzen nieuwsgierig op een rijtje staan opgesteld, kijkend hoe Lavinia aan het glas nipt en hun vakmanschap zal ervaren, zit zij geconcentreerd te proeven. Ze geniet van elke teug, van de smaak op haar lippen en op haar tong, de fluweelzachte gloed in haar keel en het mysterie in haar hoofd. Lavinia is en blijft beschaafd verslaafd.


De heer en mevrouw Penstra – Leesstra Gonda Van Der Vloet Lange tijd geleden, toen ze allebei nog piepjong waren, hadden ze aan één blik genoeg gehad om smoorverliefd op elkaar te worden. Dat gebeurde toevallig in het laatste boekenhuis van het land, wat toen met een oud woord ook nog wel eens 'bibliotheek' genoemd werd. Hij zat daar maar wat te krabbelen met een pennetje in een klein schriftje en zij was nieuwsgierig geweest. 'Wat doe je?' had ze gevraagd. 'Euh, ik schrijf een verhaal,' had hij blozend geantwoord. 'Wat fantastisch,' had ze geroepen. En de vonk was overgeslagen, want ze hield erg van lezen. En vanaf dat moment las ze alles wat hij schreef, en dat was veel. Want haar enthousiasme deed zijn schrijfdrift nog harder oplaaien. Hij schreef over van alles en nog wat, maar vooral over haar. Dat was dubbel leuk, want ze was uiteraard gevleid over zijn keuze van het onderwerp. Maar bovendien werd het steeds moeilijker om nog boeken te vinden, want in de wereld rondom hen schreef er niemand meer. En boeken verdwenen gestaag. Eerst werden ze nog wel eens gebruikt als gestresste collega's op een teambuildingsdag een kampvuurtje moesten aansteken, of euh, je weet wel,… in het kleinste kamertje. Maar na een tijdje werden ook teambuilding en aanverwante bezigheden volledig digitaal geregeld. En in het kleinste kamertje maakte men nu gebruik van computergestuurde spuitjes lauw water. Sommige sentimentele oudjes hielden er hier en daar nog wel een boekje op na, om er af en toe eens aan te ruiken. Maar zodra ook die generatie uitgestorven was, verdwenen de boeken helemaal van de aardbol. Op een driekwart eeuw kan er veel gebeuren En zo ontdekte het echtpaar Penstra-Leesstra op een niet zo mooie dag dat ze de enigen waren die nog schreven en lazen. Dat besef sloeg hen toch een beetje met verbijstering. Ze zaten wat beverig op het laatste bankje in het plantsoen van gerecycleerde kunststoffen plantjes, en zuchtten van teleurstelling en spijt. 'Lieve Leesje, ik denk dat onze tijd gekomen is.' 'Ja, Pennetje, zo ziet het er naar uit.' Net toen hij zijn laatste blaadjes herbruikbaar papier en zijn nu piepkleine potloodje te voorschijn haalde, stopte er zo een jongmens voor hun bankje om zijn gedigitaliseerde skate-zoever even te herprogrammeren. Hij keek verstoord opzij naar het geheel van anachronismen naast hem. 'Wat doen jullie daar?' vroeg het jongmens. 'Ik schrijf, ' zei meneer Penstra. 'En ik lees wat hij schrijft, ' antwoordde mevrouw Leesstra. 'Schrijven,lezen … Wat is dat???? Bedoelen jullie zoiets als programmeren? En wat programmeren jullie dan? Zo zonder scherm? 'Gewoon, een verhaal.' 'Een verhaal? Wat is dat?'


Meneer Penstra wist niet meteen wat te zeggen. Hij had al zo vaak geprobeerd zijn geliefde bezigheid uit te leggen, maar de jeugd van tegenwoordig had daar geen oren naar. Ze begrepen het niet, en hun vingers konden alleen tokkelen en toetsen. De fijnere motoriek van het schrijven was weg geëvolueerd uit hun lichaam. Ze konden het gewoon niet meer. Hij zuchtte. 'Een verhaal, een verhaal schrijven is het mooiste wat er is. Het is een prachtige wereld creëren, opgaan in je eigen fantasie. En je kan zelf kiezen in welk universum je vertoeft. Het is altijd anders, nooit is er sleur.' 'Ja,' kwam zij hem te hulp, 'en je kan die wereld delen met iedereen. Want verhalen leven voort. Iedereen die ze leest of hoort kan ook binnendringen in die prachtige wereld.' De jonge man keek hen stomverbaasd aan en schudde even met zijn hoofd. Hij duwde op één van zijn flikkerende knopjes en zoefde weg. Mevrouw Leesstra keek haar man medelevend aan. 'Tja, Pennetje, het is zoals het is.' 'Ja, Leesje, ja.' Maar een paar honderd meter verder drukte het jongmens op een ander flikkerend knopje. Met een scherpe bocht draaide hij om en zoefde weer naar het plantsoen. 'Kan je het me leren?' vroeg hij met grote ogen.


Mevrouw Zwangerstra Caroline Van Steenbergen Mevrouw Zwangerstra liep puffend over straat. Met haar ene hand wreef ze over haar buik, met de andere liet ze een groene waaier wapperen. 'Dag mevrouw Zwangerstra,' riep de buurvrouw haar toe. 'Gaat het een beetje?' Mevrouw Zwangerstra pufte weer. 'Het is toch zo warm vandaag. En mijn enkels zijn al zo dik. Nu ja, dat is wat mijnheer Zaadstra me vertelt, want ik heb mijn enkels al twee maanden niet meer gezien.' De buurvrouw kwam dichterbij om te kijken. Haar enkels waren inderdaad dik, en haar buik ook. 'Mag ik eens voelen?' Mevrouw Zwangerstra knikte en de buurvrouw legde haar hand op de ronde buik. Meteen begon de baby te stampen. 'Ik kan niet wachten om hem in mijn armen te houden,' giechelde de buurvrouw zenuwachtig. 'Het wiegje staat al klaar te wachten.' Tevreden ging ze weer naar binnen. Ook mevrouw Zwangerstra was tevreden, toen ze die avond haar centen telde. 'Twee miljoen negenhonderduizend vijfhonderd eenenzeventig, tweeënzeventig, drieënzeventig,' telde ze. Nog een kind of drie, en dan kon ze eindelijk die cruise rond de wereld maken waar ze altijd al van droomde. Het zou tijd gaan worden ook, vond ze, ze was tenslotte al vijfentachtig. Die avond werd de baby geboren. Het was een meisje. De buurvrouw was er heel gelukkig mee, en mevrouw Zwangerstra kon weer een streepje trekken. Al tweeënzestig kinderen klaar. Ze knipoogde naar haar valiezen die al klaar stonden in de hoek, en viel met een glimlach op haar gezicht in slaap. Nog drie te gaan.


Mevrouwtje Schrijfstra Lyne Uytterhoeven Mevrouwtje Schrijfstra legde haar antieke vulpen neer en keek tevreden naar haar werk. De krullerige letters vloeiden aaneen tot zinnen die enkel zij nog kon lezen. In dit tijdperk van tabletsheets, flintscreens en i-books wist niemand meer hoe de krulletters te ontcijferen. Mevrouwtje Schrijfstra snoof. Alles wat haar hoogtechnologische medemensen nog konden lezen, waren grote blokletters, in elkaar geperste woorden zoals wrs, CU, rofl en W817, en die verachtelijke smiley’s. Hun vingers oefenden zich alleen nog maar in schuif- en drukbewegingen op de flinterdunne schermpjes in hun handen of voor hun brilglazen. Mevrouwtje Schrijfstra vond dat laatste maar een vettig gedoe. Het wereldbeeld van de mens had zich beperkt tot wat hij op zijn beduimelde brilglazen las en het wazige beeld erachter – de echte wereld volgens haar. Mevrouwtje Schrijfstra had al zeker een halve eeuw geleden – toen die verderfelijke smartphones oprukten die alle sociale verkeer tot een schermpje herleidden – besloten om niet mee te doen aan de hetze. Ze had het vijftig jaar lang vastberaden kunnen volhouden, ondanks de verpletterende sociale druk. Nu ontwaakte ze elke ochtend met de eenzame gedachte dat ze de enige was die nog kon genieten van de zon en het groen en het zingen van de vogels, en ze dit met niemand kon delen. Daarom had ze zich op het schrijven gestort. Haar vijftig jaar lange dagboek hing handgeschreven aan haar muren. Toch genoot mevrouwtje Schrijfstra enige belangstelling. Elk jaar opnieuw, en vandaag was het weer zover, kreeg ze bezoek van de geschiedkunde-studenten. Een oude gids – ooit nog een vriend van haar, die echter wel bezweken was onder de massale druk – leidde hen rond in haar huisje met handgeschreven behang. De studenten staarden er op tien centimeter afstand – anders konden ze niets zien doorheen die vette brillen – met open monden naar en begonnen dan ijverig op hun glazen te tikken en te vegen. Mevrouwtje Schrijfstra onderdrukte een rilling toen de studenten vervolgens – en dat deden ze elk jaar opnieuw – naar haar staarden alsof ze een deel van het museum was, niets meer dan een geschiedkundig monument, beschermd door Unesco en passend in het rijtje: ruïnes van het Roomse Colosseum – overblijfselen van het Vrijheidsbeeld – het huisje van Mevrouwtje Schrijfstra. Ze had zich er al lang geleden bij neergelegd, maar toch bleef er een stille hoop in haar gloeien dat één van de studenten het opschrift las dat ze met moeite in blokletters op de tafel had genoteerd. Toen ze de monddode studenten zwijgend uitliet en zich terugtrok in haar keukentje, vond ze echter een meisje van rond de twintig dat met open mond naar de letters staarde: DE WEG NAAR DE WERELD BEGINT HIER


Mevrouwtje Schrijfstra hield haar adem in toen het meisje aarzelend, alsof ze iets verkeerds deed, in het doosje onder de pijl greep en er een hygiënisch doekje uittrok. Ze fronste haar wenkbrauwen en wilde net op haar bril beginnen tikken toen ze het begreep. Nog veel trager – mevrouwtje Schrijfstra dacht dat ze zou stikken als ze nog langer haar adem inhield en zoog zo stil mogelijk een teug frisse lucht op – legde het meisje haar beide handen op de bril en duwde hem omhoog. Mevrouwtje Schrijfstra schrok van de rode print die de bril achterliet op de neus, de slapen en de oren van het meisje. Zonder de bril keek ze verward in het rond. Het kind ziet me waarschijnlijk niet eens, dacht mevrouwtje Schrijfstra hoofdschuddend. Die vervloekte brillen hebben de mens afschuwelijk bijziend gemaakt. Ze keek toe hoe het meisje haar bril inwreef met het ontsmettende doekje waarvan de geur scherp in haar neus prikte. Het meisje niesde, snoof en zette de bril traag terug op. Ze knipperde verbaasd toen ze mevrouwtje Schrijfstra zag staan. ‘Wie… wie ben jij?’ vroeg ze met de schorre fluisterstem van iemand die haar stembanden al heel lang niet meer had gebruikt. ‘Kom, liefje,’ zei mevrouwtje Schrijfstra opgewonden, ‘zet dat scherm op je bril uit en kijk nu nog eens naar mijn muren.’


De teloorgang Marijke L.J. Declercq

Ze zei het met fierheid in haar stem, haar familienaam. Die was zo zeldzaam geworden, op uitsterven na dood. Ik dacht, hoe zou dat zo komen? Toen had ik het door. Zij? Het was helemaal geen zij die sprak, maar een hij die zich verkleed had in een vrouw om niet op te vallen tussen ons. Natuurlijk was haar familienaam, Manstra, zeldzaam, daarmee was bewezen dat die tak onnuttig was, toch? Ons kent ons. Dat was ook weer zo een uitspraak... van lang geleden, die me nooit prettig in de oren had geklonken, omdat één van hen het zei en het over zijn clan had, niet over die van ons. Ons eigen land was al lang geen klein eiland meer. Er was een brug die ons Zijland met het Moederland verbond. De Zustereilanden hadden zich erbij gevoegd. Het Vaderland was achter de kim verdwenen en daarmee ook veel van die typische familienamen. In Moederland bestond de naam Manstra niet meer. Manstra, die zich voor een vrouw uitgaf, kwam uit een geïsoleerd gebied dat het Eiland van Man heette. Daar waren de laatste mannen naartoe gevlucht... Zij, hij dus, vertelde hoe ze daar, samengetroept op 572 vierkante meter, tegen elkaar opbrulden, luid en verbeten, vol verkwiste energie. Wij in het Moederland wisten hoe dat kwam en ook dat het de laatste stuiptrekking was van een soort op uitsterven.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.