4 minute read

LEVENSLANG LEREN IN LIMBURG

ONDERWIJSONTWIKKELING IN DE KIJKER

De jobs van morgen zullen niet meer dezelfde zijn als deze van vandaag. Bijgevolg is het vermogen tot levenslang leren een cruciale competentie die toekomstige ingenieurs onder de knie moeten hebben. Onder impuls van prof. Johan Baeten werd in 2013 in het curriculum van Campus Diepenbeek een deelvak ‘Levenslang leren’ opgenomen, goed voor 1 of 1,5 studiepunten. De studenten kunnen kiezen uit drie categorieën van activiteiten: ‘technologische vorming’, ‘interculturele verbreding’ of ‘verantwoordelijkheid nemen’. De studiepunten worden gevalideerd in het masterjaar, wat niet belet dat de studenten al in de derde bachelorfase aangespoord worden om te starten met het samenstellen van een portfolio.

Vanaf dit academiejaar zet de afstudeerrichting Chemie/Biochemie nog actiever in op zelfreflectie en zelfsturing door de student en op het ontwikkelen van ‘soft skills’. Het opleidingsonderdeel wordt met dat doel opgesplitst in twee pakketten: ‘Technologische verdieping en algemene kennisverbreding’ enerzijds en ‘Persoonlijke ontwikkeling’ anderzijds.

Persoonlijk ontwikkelingsplan

In het gedeelte ‘persoonlijke ontwikkeling’ voeren de studenten eerst een zelfanalyse uit waarbij ze hun sterktes en zwaktes zowel op het gebied van technologische ontwikkeling als aangaande de ‘soft skills’ identificeren. Hiervoor worden verschillende hulpmiddelen aangeboden, zoals de SWOT-aanpak, het kernkwadrantenmodel, de verklarende competentielijst, enz. De studenten kunnen daarbij rekenen op de feedback van docenten, maar ook op die van medestudenten via de terugkoppeling van de peerevaluatie van de groepswerken. Vervolgens is het aan de studenten om een persoonlijk ontwikkelingsplan op te stellen. Hierin nemen ze op aan welke competenties ze speciaal willen werken en welke activiteiten ze daartoe in het opleidingsonderdeel ‘Levenslang leren’ zullen ondernemen. Het staat de studenten grotendeels vrij om de activiteiten te kiezen die het best tot hun persoonlijke ontwikkelingsdoelen kunnen bijdragen. Wel dient een minimum van elke soort verplicht opgenomen te worden. Eenmaal de eerste versie van het ontwikkelingsplan klaar is, wordt een feedbackmoment ingericht. De studenten stellen hun goede voornemens voor aan een docent en aan een kleine groep van medestudenten. Zodoende leren de studenten ook van elkaar en is er tevens ruimte voor peer feedback en bijkomende suggesties.

Prof. Jozefien De Keyzer en prof. Leen Braeken

Reflectie

Daarna start de uitvoering van het ontwikkelingsplan. Mogelijke activiteiten zijn: het volgen van een klassiek seminarie, een dag meelopen met een ingenieur of een korte stageperiode in de zomer. Ook de MOOC’s zullen in het gamma worden opgenomen. Dit wordt dit academiejaar al uitgeprobeerd bij één proefpersoon. Na elke activiteit wordt een vragenlijst ingevuld met reflectiepunten volgens het ‘4Rs model of reflective thinking’.

Daarbij wordt niet alleen teruggeblikt op, maar ook al de link gelegd naar volgende gelijkaardige activiteiten of situaties. Dat komt dan weer het leereffect ten goede zowel omtrent de activiteit zelf als het verdere keuzeproces. Tot slot staan er nog activiteiten op de ‘to do’ lijst i.v.m. het nemen van verantwoordelijkheid. Hiertoe behoren deelname aan studentenoverleg of de rol van tutor bij ‘peer assisted learning’. De reflectie mikt in dit geval vooral op één of meerdere ‘soft skills’ die de student heeft gekozen als ontwikkelingsdoel, denk maar aan overtuigen, presenteren, in team functioneren, enz.

Portfolio

De zelfanalyse, het persoonlijke ontwikkelingsplan, de reflectieformulieren en de bewijsstukken van de activiteiten worden verzameld in een portfolio. Deze ‘koffer’ bevat eveneens bijkomende reflectiedocumenten i.v.m. ‘soft skills’ die de studenten tijdens de groepswerken in het curriculum moeten inzetten. Door deze mee te bundelen in het portfolio kan de progressie tijdens de groepswerken systematisch opgevolgd worden.

Na de eerste fase maken de studenten een stand van zaken op, gekoppeld aan een tweede feedbackmoment en – indien nodig – een bijsturing van het persoonlijk ontwikkelingsplan.

Met deze aanpak hoopt Campus Diepenbeek zijn toekomstige ingenieurs een methodiek bij te brengen om systematisch én op eigen houtje mogelijke werkpunten op het spoor te komen en aan te pakken. Zelfgestuurd levenslang leren wordt zo de opstap naar een gevarieerde ingenieurscarrière.

This article is from: