3 minute read

EVALUEREN VAN ‘SOCIALE’ COMPETENTIES

DOCENT IN DE KIJKER

Een ingenieur moet niet alleen technisch sterk staan. Ook sociale vaardigheden zijn cruciaal. Deze competenties vereisen echter een eigen evaluatiesysteem. Self- en peer assessment kunnen een betrouwbaar beoordelingssysteem zijn, zo ervaren ze in Technologiecampus Oostende. Pol Coudeville vertelt er graag over.

Zoals in elke opleiding aan KU Leuven, wordt ook in de opleidingen tot industrieel ingenieur de nodige aandacht besteed aan persoons ontwikkeling. De vorming van sociale competenties zitten ingebed in de leerresultaten. Al meteen in de bacheloropleiding, en ook later in de masteropleiding, trainen we de studenten in deze vaardigheden.

Naast technische competenties, zijn namelijk ook andere vaardigheden cruciaal zoals initiatief nemen, verantwoordelijkheidszin hebben, stiptheid, discipline en flexibiliteit vertonen, empathisch vermogen hebben, met conflicten kunnen omgaan, planmatig kunnen werken, delegeren en opvolgen, besluitvorming organiseren, samenwerking stimuleren en enthousiasmeren.

Deze professionele vaardigheden komen expliciet aan bod in het opleidingsonderdeel Probleem oplossen en ontwerpen op Technologiecampus Oostende. De studenten uit de derde fase van de bachelor in de industriële wetenschappen, afstudeerrichting: elektro mechanica worden ingedeeld in teams van vier à vijf studenten. Wekelijks krijgt het team een andere opdracht. Er worden telkens vijf contacturen voorzien voor de praktische uitwerking. De begeleiding varieert naargelang de opdracht. Daardoor komt elk team in de loop van het semester in contact met verschillende begeleidende docenten.

Evaluatie via self- en peer assessement

Via de self- en peer-assessmenttool binnen Toledo wordt op twee verschillende tijd stippen geëvalueerd. De studenten beoordelen elkaar en zichzelf telkens op een schaal van één tot vier voor de verschillende competenties. De evaluatieprocedure laat toe om voor elke student de score per competentie te situeren tussen de 95%-betrouwbaarheidsgrenzen (zie zwarte stippenlijnen in figuur kader) ten opzichte van de teamgenoten en de volledige groep studenten. Ook de globale score van alle competenties samen kan op een gelijkaardige manier vergeleken worden met de team- en groepsresultaten.

Terugkoppeling en bijsturing

Kort na elke bevraging volgt feedback over het resultaat en een individuele, vertrouwelijke bespreking. Via een radardiagram kan de student de evaluatieresultaten aflezen en interpreteren, zowel de evaluatie door zichzelf, door het team, als het groepsgemiddelde (zie kader). De bespreking van de resultaten gebeurt snel na de eerste evaluatie. Dit geeft de student de mogelijkheid zijn houding bij te sturen zodat het zelfbeeld (eigen evaluatie) meer in overeenstemming komt met de evaluatie door de teamgenoten. De tweede evaluatie, op een later tijdstip, laat de student toe om het rendement van de inspanningen te verifiëren.

Voordelen van het evaluatiesysteem

Het ontwikkelde systeem kan ingezet worden voor verschillende opleidingsonderdelen waar de studententeams dezelfde samenstelling hebben. Het systeem is docent-onafhankelijk en ook bruikbaar binnen andere opleidingen. De resultaten leveren belangrijke informatie op voor de studieloopbaanbegeleiding: ze helpen de docenten bij de globale evaluatie van de individuele studenten.

Het formatief karakter van het assessment met een feedbackmoment, helpt de student bij het inschatten van de eigen sterktes en zwaktes. Ondanks het competentie gericht onderwijs krijgt deze maar al te vaak een globale score waarin alle leerresultaten vervat zitten. Dit systeem geeft een verfijndere en betrouwbare benchmark van de social skills. Het biedt de student ook de mogelijkheid om meer in te zetten op bepaalde vaardigheden en de ontwikkeling van de eigen persoonlijkheid.

Een laatste en ook niet onbelangrijk effect bij deze evaluatie is de efficiëntie. Er is weinig tijd nodig voor het afnemen en verwerken van de resultaten. Vooral de feedback neemt tijd in beslag, maar dat is dan weer een pluspunt bij de begeleiding van de student.

Pol Coudeville

This article is from: