5 minute read

GEEN KEURSLIJF, MAAR EENTJE OM IN TE BEWEGEN - DE MASTERPROEF IN EEN NIEUW JASJE

DOCENT IN DE KIJKER

Voor elke KU Leuven-opleiding geldt: geen diploma zonder masterproef. De masterproeven die ingeleverd werden aan onze faculteit durfden al eens erg verschillen tussen opleidingen en tussen campussen. Een werkgroep onder voorzitter Geert Van Ham boog zich geruime tijd over de verschillen en tekende een kader uit waarbinnen opleidingen en campussen nog een zekere vrijheid van aanpak behouden. “We wilden geen keurslijf”, zegt Geert Van Ham. “Al drong een zeker stroomlijning zich op.”

Via hét sluitstuk van de masteropleiding toont de industrieel ingenieur in spe aan dat hij zelfstandig én op academisch niveau een toegepast onderzoeksprobleem kan oplossen. Met de nodige creativiteit en door nieuwe ingenieurskennis te vergaren realiseert de student een innovatieve, technologische oplossing voor dat probleem. Tot daar het algemene leerdoel van de masterproef.

Een duidelijke missie

De methodieken om de masterproef aan te pakken verschillen nogal van campus tot campus, zelfs van opleiding tot opleiding. “Dat is eigenlijk niet erg”, stelt Geert Van Ham. “Wat wel een probleem is, is de variatie in het evalueren. Aangezien we op de verschillende campussen een - zelfde opleiding aanbieden, moet het bijzonder reglement voor de masterproef hetzelfde zijn.”

“De werkgroep die vicedecaan Greet Langie oprichtte en waar ik nadien voorzitter van werd, had drie belangrijke doelen voor ogen. De doelstellingen en de leerresultaten van de masterproef moesten vastgelegd worden. Daarna konden we ook de evaluatiemethoden onder de loep nemen zodat de puntenverdeling en de beoordelingscriteria dezelfde zijn, ongeacht de opleiding of campus waarin je afstudeert. Tenslotte wilden we een aantal aspecten van het masterproefproces gelijktrekken om ons efficiënter te kunnen organiseren.”

The Matrix

Dit academiejaar startte de nieuwe evaluatie procedure. “We stelden een beoordelingsmatrix op uit drie delen”, legt Geert uit. “Het hele proces om tot het eindresultaat te komen, telt als eerste deel het zwaarste door (40 %). De overige twee delen (telkens voor 30 %) zijn de tekst van de masterproef zelf en de presentatie met beoordeling door een jury.”

“Per onderdeel beschrijft een matrix een aantal indicatoren met richtlijnen voor scores. We kozen er expliciet voor het eind - resultaat niet automatisch uit de matrices te laten rollen. Het eindresultaat wordt bepaald na discussie tussen de jury en de begeleiders die de evaluatie controleren.”

Feedback naar studenten

“Het systeem is meteen ook een handig instrument voor feedback naar studenten. Het volledig overzicht geeft een mooi beeld in de punten waar de studenten (minder) sterk in zijn. Een student kan een hele goede presentatie hebben gegeven, maar een minder goede tekst hebben ingeleverd. Een globale eindscore geeft niet zo’n gedetailleerde inkijk. De studenten krijgen uiteraard de beoordelingsmatrix op voorhand te zien. Ze weten heel duidelijk waarop ze zullen geëvalueerd worden.”

Een masterproef waardig

Waar een masterproef moet aan voldoen? Ook dat is nu geëxpliciteerd. De werkgroep – met leden van alle campussen en opleidingen – stelde een gezamenlijke visie op en legde inhoudelijk een aantal basisregels vast, zoals de criteria waaraan een onderwerp moet voldoen.

Typisch voor masterproeven door industrieel ingenieurs is de fase van opera tio na li se ring. Net zoals voor elk ander aspect verbonden aan een masterproef (diepgang en inzicht verwerven, ontwerpen en/of ontwikkelen, ethisch handelen, ondernemen, samen - werken in team etc.), werden ook hiervoor indicatoren vastgelegd.

Geert Van Ham

De operationalisering is echter voor elke opleiding anders. In een specialisatie in elektromechanica is de stap van concept naar realisatie bijvoorbeeld makkelijker te zetten dan in biochemie. We hielden daar rekening mee bij de formulering van de indicatoren.

Concrete realisaties

De werkgroep zat duidelijk niet stil en kan een mooie lijst realisaties voorleggen. De ECTS-fiche, uniform voor alle masterproeven, bijvoorbeeld. Dat maakt het onderhoud van de fiches een stuk gemakkelijker en de evaluatieprocedures efficiënter. Of de tekst-template voor de scriptie waar studenten volgend jaar mee aan de slag gaan. De template bevat een handige leidraad over hoe een master - proef opgebouwd moet worden, maar ook richtlijnen rond vormelijke aspecten zoals correct verwijzen en refereren.

“De masterproeventool is nog zo’n mooie realisatie”, zegt Geert niet zonder trots. “De tool is een online hulpmiddel om master proefonderwerpen in te dienen, goed te keuren, te kiezen én toe te wijzen. Een student, docent, bedrijf of organisatie kan een voorstel tot masterproef onderwerp indienen. De masterproefcoördinator keurt de onderwerpen goed. Studenten duiden vervolgens het onderwerp van hun voor keur aan. Het toewijzingsproces kan automatisch verlopen zodat zoveel mogelijk studenten het onderwerp dat hun eerste keuze uitdraagt, kunnen opnemen. We testten dit systeem in de opleidingen bio-weten - schappen en industriële weten schappen: chemie en biochemie. De resultaten waren erg positief. Dit jaar wordt de tool verder uitgetest in de opleidingen bouwkunde en elektronica-ICT. Als alles goed gaat, rollen we het systeem volgend jaar over alle opleidingen uit. Dat is weer een stap vooruit in de multicampuswerking.”

Stof tot nadenken

De masterproeftool is ook een stuk klantvriendelijker voor bedrijven. Ook al verlopen meer en meer masterproeven in een van de onderzoeksgroepen: het aanpakken en oplossen van een bedrijfsprobleem via een masterproef blijft voor onze opleiding belangrijk. Het koppelen van een bedrijfsstage in de zomervakantie aan de masterproef is moeilijk geworden, onder andere door de regelgeving rond de spreiding van de vakken. “Voor het profiel van onze industrieel ingenieurs, is dit wel een gemis”, besluit Geert. “Maar hoe we dat best aanpakken, daar denkt een andere werkgroep over na.”

Sofie Craps

This article is from: