
7 minute read
Annemijn Rijk verzamelt beklijvende antwoorden over zelfbehoud
78 T
ANNEMIJN RIJK
Advertisement
Re:Born* is gecreëerd vanuit het Body of Art thema ‘The Abject Body’, het ‘aangetaste lichaam.’ Een lichaam dat is afgedankt, iets is aangedaan. Vanuit een persoonlijke ervaring ontstond bij mij de behoefte om ter voorbereiding voor Re:Born interviews te houden met een aantal vrouwen van mijn eigen leeftijd die toen zij jong waren seksueel misbruik hebben ervaren. Ik heb hen niet gevraagd naar wat er destijds specifiek gebeurd is, maar juist naar de relatie die zij hadden, hebben of opnieuw moesten opbouwen met hun lichaam. Opvallend was dat al deze dappere vrouwen vertelden hoe het juist hun lichaam was wat hen uiteindelijk door de donkere dagen heen hielp. Ze spraken over een kracht, een ‘overlevingsdrang’. De een beschreef het alsof die overlevingsdrang als golven door haar aderen stroomden, de ander gaf aan dat die kracht in haar borst zat en haar langzaam overeind stuwde.

Het uiteindelijke idee voor Re:Born ontstond nadat ik een parallel ontdekte in een filmpje dat ik toevallig zag over de geboorte van een giraffe en de verhalen die de jonge vrouwen met mij deelden.
Na een val van 2.5 meter uit de baarmoeder komt de babygiraffe ter wereld. Geen warm welkom. Ze smakt tegen de grond en blijft roerloos liggen, onder het slijm, met net genoeg kracht om te ademen. Haar lange benen uitgestrekt onder haar, de knieën knokig. Haar nek kronkelt door het gras, als het ware gebroken. Om te overleven ligt een ogenschijnlijk onmogelijke uitdaging in haar vooruitzicht: Ze moet opstaan. De parallel tussen de giraffe en de geïnterviewde jonge vrouwen is op het eerste gezicht ongebruikelijk, maar ik zie een overeenkomst: Beiden zijn ongevraagd met een achterstand de wereld in geworpen: onschuldig, aangetast. Beiden moeten een nieuwe toenadering vinden met het lichaam dat ze gegeven is, dat niet heel of niet als dat van hen voelt. Om te overleven, door te gaan en opnieuw te kunnen geloven in het lichaam, moeten ze de kracht vinden om op te staan.
De door de vrouwen beschreven en door de giraffe getoonde overlevingsdrang en hoe dat in het lichaam te werk gaat, is uiteindelijk de voornaamste bron van inspiratie geweest tijdens het creëren van Re:Born. Het inspireerde me om een choreografie te maken over reiken, pogen, vallen, opnieuw proberen, omhoog kijken en uitein-delijk opstaan. Een aantal fragmenten uit de interviews met de vrouwen is hier-onder te lezen.
De namen van deze vrouwen zijn gefingeerd.
Iris: ‘In het begin zat die pijn, die negatieve emoties, in mijn onderbuik. Ik kan het moeilijk duiden, weet het niet precies, maar in mijn borst en in mijn schouders zit de kracht. Sinds het beter met me gaat, loop ik een stuk rechter op. Mijn borstkas duwt me omhoog en het voelt alsof die kracht vanuit mijn borst door stroomt naar de rest van mijn lichaam. Het laat zich moeilijk omschrijven. Het komt van binnen uit, niet van buiten af.’
Marthe: ‘Mijn vagina en anus waren oorlogsgebieden geworden. Ik kon er niet naar kijken, laat staan aanraken. Ik had vaak pijn die volgens hulpverleners psychosomatisch was. Volgens hen was die pijn niet echt en zat het allemaal in mijn hoofd.’
Elif: ‘De schaamte zit in mijn onderbuik. Het verstopt zich diep tussen mijn ingewanden en bloedvaten. Ik laat het vrijwel nooit naar buiten, maar als mannen toenadering zoeken neemt het mijn hele lichaam over, als een soort schimmel. Dat word ik koud en blokkeer ik. Ik vind het heel moeilijk om mensen fysiek toe te laten, behalve als ik weet dat er geen gevoelens bij komen kijken of wanneer het zonder seksuele intenties is.’
Heb je troostende herinneringen die je kort na het misbruik hebben geholpen? Dit kunnen mensen, huisdieren, situaties zijn, maar bijvoorbeeld ook iets kleins als een knuffel op het juiste moment. Zo ja, zou je die kunnen beschrijven?
Marthe: ‘Het gaf mij veel troost toen ik de ervaringsverhalen van lotgenoten hoorde. Ik was niet meer alleen. Ook haalde ik veel troost uit hardlopen, dat maakte dat ik me weer even helemaal in controle voelde. Ook vond ik het fijn dat anderen uit mijn omgeving naar mij wilden luisteren.’
Elif: ‘Ik was nog een kind toen het gebeurde en ik heb aan die tijd geen specifieke troostende herinneringen. Ik heb het toen niemand verteld, dus er was ook niemand die me kon helpen. Ik was vooral opgelucht toen het voorbij was. Pas later, toen ik een jaar of 15 was, was er een klasgenootje die tijdens een schoolreisje vertelde over hoe haar stiefvader haar misbruikt had. Ik ben toen op een rustig moment naar haar toegegaan en verteld dat ik haar begreep en ik heb verteld dat ik iets soort gelijks mee had gemaakt. Het hielp me om te weten dat ik niet de enige was die slachtoffer was van misbruik. Ik voelde me toen minder alleen in mijn verdriet.’

Wat voel je als je naar je eigen lichaam kijkt?
Iris: ‘Dat is lastig. Ik kijk er niet echt vaak meer naar. Ik kijk niet meer naar mezelf om de confrontatie uit de weg te gaan. Ik heb moeite mezelf aan te kijken in de spiegel. Het is niet zo dat ik de spiegel in kijk en dat ik denk “ik zie er goed uit.” Ik mis dat wel, vroeger deed ik dat veel. Maar nu check ik alleen of ik er toonbaar uit zie. Ik had voor mijn misbruik ervaring een slecht zelfbeeld en ik heb hard gewerkt om dat te verbeteren. Maar mijn zelfbeeld is door mijn ervaring weer de grond in getrapt. Als ik naar mezelf kijk, hoor ik steeds die man in mijn achterhoofd. Dat is herhaalt zich in mijn hoofd. Als ik naar de sportschool ga en ik doe een bewegingsles mee, is dat altijd in een zaal met spiegels. Ik ga dan achteraan staan, zodat ik mezelf niet hoef te zien.’
Elif: ‘Ik voel trots. Trots op dit lichaam wat ik zelf weer opgebouwd heb. Dat ik mijn spieren goed ken, dat mijn huid straalt en dat het een mooi, vrouwelijk lichaam is. Niemand die ik niet vertrouw mag mijn lichaam aanraken. Ik haat het als mensen te dichtbij staan. Ik wil het alleen delen met de mensen die ik lief heb, die aan mij hebben bewezen dat ze mijn meest dierbare bezit, mijn lichaam, niet zullen beschadigen.’


Iris: ‘Het voelt wel krachtig en ik voel me weer meer zelfverzekerd. Het is aanwezig, maar het is moeilijk te omschrijven, alsof er een zee door me stroomt. Vanuit mijn borst golft de kracht door naar de rest van mijn lijf.’
Marthe: ‘Die kracht is een soort innerlijke gloed van zelfliefde. In het begin was het erg krachtig en duwde het mij als een soort wind vooruit. Vervolgens werd het steeds zachter en was ik liever voor mezelf. Ik heb die kracht ervaren als een soort oerdrift om er weer bovenop te komen.’
Elif: ‘Het laat zich het beste beschrijven als een oerkracht. Pure overlevingsdrang. In die zin is het niet zacht, maar het voelt voor mij alsof die kracht zichzelf precies goed wist te doseren. Alsof het iets was wat sterker en slimmer was dan ik. Het hield me op de been en heeft me keer op keer, beetje bij beetje weer een stapje verder in mijn herstel gebracht. Ik link het het meest aan de natuur, aan energie. Zoals zonnen stralen en stromend water. Elementen die ons dienen en ons vooruit helpen. Die kracht leeft in mij, ik heb er een grote dosis van mee gekregen. Soms zit het gebald in mijn vuisten, soms pompt het door mijn aderen en soms golft het rustig via mijn ruggenwervel naar mijn tenen.’
Hoe zou je willen dat mensen hadden gereageerd wanneer je het hen verteld had?
Iris: ‘In ieder geval niet ontkennend. Ik heb vaak het idee gehad dat ik moest bewijzen dat het gebeurd was. Ik zou het prettig hebben gevonden als mensen zouden zeggen dat ze het fijn vonden dat ik het verteld had. Begrip tonen. Ik vind het vervelend als mensen naar details vragen. ‘Wat is er nou precies gebeurd?’ Daar haalde ik ook uit dat mensen me niet geloofden. “Wat wil je nou horen?” denk ik dan. Achteraf gezien ben ik er te makkelijk mee om gegaan, had ik meer op mijn strepen moeten gaan staan. Dat heb ik nu geleerd.’