De Vrije Beroeper | mei 2024

Page 1

beroeper de vrije

Mutuaaltijden

“We moeten ernaar streven om mensen zo lang mogelijk gezond te houden, maar dan moet het vergoedingsmodel mee evolueren.”

Liberform

“Wij zijn bruggenbouwers.”
mei 2024 P 918334

Beste vrije beroeper,

Als fervent loper ken ik de uitdagingen, de kracht en de mythe van de marathon, een afstand die tot de verbeelding spreekt. Een verkiezingsjaar dat we ook wel een 'verkiezingsmarathon' kunnen noemen, vertoont opmerkelijke parallellen met deze legendarische loopafstand. Maar laat ons hopen dat het geen olympiade wordt. Hieronder de parallellen die ik zie van voorbereiding tot wedstrijd.

Allereerst de basisconditie. Net zoals lopers jaar in, jaar uit hun basisconditie trainen, werken wij continu samen met onze aangesloten beroepsorganisaties rond belangenbehartiging. Het voorbije jaar ging er onder andere veel energie naar belangenbehartiging in het kader van de fiscale hervorming, veiligheid voor vrije beroepers en de sociale onderhandelingen. Dit continu proces zorgt ervoor dat we voeling houden met de realiteit, die we verdedigen, versterken en verbinden.

Zoals bij elke marathon, intensiveren lopers hun training in de laatste twaalf weken voor de wedstrijd. Zo ook wij, in de aanloop naar de verkiezingen. Onze interacties met leden en politici werden een pak intensiever, we hebben behoeften gestructureerd en oplossingen gedefinieerd om de vrije beroepers in de toekomst hun economische en maatschappelijke rol nog beter te laten spelen. Deze hebben we voorgelegd aan alle politieke partijen, onze 'trage suikers' die de brandstof bieden voor de lange afstand.

Daarnaast zijn er de intervallen, nog meer intensiteit om onze doelen te bereiken. Een voorbeeld hiervan was op 25 april, een dag waarop we via speeddates onze beroepsorganisaties direct in contact brachten met politieke vertegenwoordigers. Tijdens deze dynamische uitwisseling konden beroepsorganisaties hun eigen strijdpunten voor de toekomst verdedigen bij vertegenwoordigers van alle politieke partijen en er ontstonden verschillende matchen.

En dan zijn er nog de “snelle suikers”. Op momenten waarop energie snel en intensief moet worden aangevuld tijdens de wedstrijd hebben we die nodig. Dit doen we door een pamflet richting de verkiezingen zowel op video als op papier te verspreiden. In ons pamflet bundelen we kort het beleid dat moet worden gevoerd om vrije beroepers hun rol als motor van onze maatschappij te laten spelen.

We willen de politici oproepen om deze marathon doelgericht en dynamisch te maken, graag met een persoonlijk record zonder aan kwaliteit te verliezen.

colofon

De Vrije Beroeper is een uitgave van De Federatie Vrije Beroepen vzw (VU), Willebroekkaai 37, 1000 Brussel. Verschijnt 3x per jaar. De redactie van De Vrije Beroeper streeft naar de grootst mogelijke betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, waarvoor zij echter niet aansprakelijk kan worden gesteld. Contact: +32 (0)2 21 22 504, info@federatievrijeberoepen.be Kernredactie: De Federatie Vrije Beroepen i.s.m. UNIZO-redactie Vormgeving: KIXX, Autobaan 5/0202, 8210 Loppem, tel +32 (0)51 40 43 12, www.kixx-concept.be Adverteren? Trevi nv, Meerlaan 9, 9620 Zottegem, +32 (0)9 360 62 16, www.trevi-regie.be Blijf op de hoogte: www.facebook.com/federatievrijeberoepen, twitter.com/vrijeberoepen Onze elektronische nieuwsbrief? www.federatievrijeberoepen.be

edito

Zelfstandige zorgverstrekkers in dialoog met de ziekenfondsen over de toekomst van gezondheidszorg.

“Een aantal conventietarieven liggen te laag en sommige zorgverstrekkers hebben er zelfs geen.”

Op initiatief van het Netwerk Zelfstandige Zorgverstrekkers (NZZ) van de Federatie Vrije Beroepen gingen onze zorgberoepen dit voorjaar tijdens hun “mutuaaltijden” in dialoog met vijf grote mutualiteiten tijdens evenveel lunchgesprekken. We voelen Hilde Deneyer en Stefaan Hanson, respectievelijk voorzitter en ondervoorzitter van het NZZ, en moderator en VRT-journalist Chris De Nijs in dit interview aan de tand over enkele van de thema’s die aan bod kwamen.

Help, handen tekort!

We gaan bij ons reflectiemoment van start met een open doelkans, want net als in veel andere sectoren kampt ook de zorg met een tekort aan personeel en mensen. Zeker in woonzorgcentra en ziekenhuizen, maar ook een nieuwe huisarts of tandarts vinden, wordt steeds vaker een uitdaging.

“Tijdens de gesprekken met de ziekenfondsen ging het vaak over het tekort aan verpleegkundigen, start Hilde onze babbel, “maar we zien binnen ons netwerk bij alle

(elf, nvdr.) zorgberoepen toch diezelfde nood aan mensen. Er zijn op zich wel voldoende gediplomeerde zorgverstrekkers, vind ik, maar het grote probleem is dat niet elke afgestudeerde ook in de zorg gaat werken. Na de coronacrisis kampten we ook nog eens met een grote vlucht uit de sector. De redenen kennen we: door de grote werkdruk, het gebrek aan erkenning en de lage lonen zijn de zorgberoepen momenteel niet aantrekkelijk genoeg. Daar moeten we toch echt iets aan veranderen. Er zijn heel wat uitdagingen die we

het hoofd moeten bieden; meer handen in de zorg zijn absoluut nodig.”

Chris, moderator van dienst tijdens alle mutuaaltijden, ziet nog een andere reden: “Bovendien is er ook een verschuiving in het aantal uren dat mensen willen werken. De work-life balance zit anders dan vroeger. Een jonge dokter klopt vandaag geen 70 uur per week meer zoals veel voorgangers van de vorige generatie dat wel nog deden. Er zijn vandaag dus ook meer handen nodig om hetzelfde werk te doen.

interview
> 3
TEKST Peter D’Herde en Bram Vandromme – FOTO'S Kwartz

Het valt op dat zowel mutualiteiten als zorgberoepen taakuitzuivering of taakafsplitsing als een manier zien om het personeelstekort op te lossen.”

“Ik volg dat wel”, pikt Hilde in. “Het hertekenen van de taakinvulling is zeker nodig. Een zorgberoeper hoeft zich niet bezig te houden met taken die ook anderen kwalitatief kunnen uitvoeren. Zo hebben we tijd voor wat voor de zorgberoeper, én patiënt, echt telt: de zorg zelf”.

Over het takenpakket in de zorg doken tijdens de dialoogmiddagen vaak interessante discussies op. Zorgverstrekkers moeten er duidelijk steeds meer taken bijnemen, waarvoor ze ook niet altijd vergoed worden. Denk maar aan de verwachtingen rond preventie en data-uitwisseling die zowel overheid als ziekenfondsen koesteren.

“De ziekenfondsen staan meer positief tegenover die taakafsplitsing naar lager gekwalificeerden. Voor de zorgberoepen zelf is het soms een moeilijke spreidstand, merkte ik toch op”, stelt Chris. “Iedereen is principieel akkoord, tot het over hun eigen beroepsgroep gaat. Maar er is bij zorgverstrekkers ook te -

zelfstandig verpleegkundigen nu soms ook de tekorten in woonzorgcentra op.”

Stefaan: “We zien inderdaad dat de commerciële spelers in de woonzorgcentra daar sterk op inspelen. Maar, misschien ook dit: bij een tandartspraktijk weet je soms niet eens of je door een tandarts, tandartsassistent of een mondhygiënist wordt behandeld. Daar moet volgens mij ook meer duidelijkheid over zijn. We zijn dus voorstander van taakuitzuivering, maar dan wel in combinatie met aandacht voor de kwaliteit én transparantie. En daar is toch een duidelijk kwaliteitskader voor nodig. Een verlies aan kwaliteit bij de zorg kunnen we missen als kiespijn.”

Hilde: “Dat de focus nu meer op gezondheid ligt dan op ziekte is absoluut terecht. We moeten er inderdaad naar streven om mensen zo lang mogelijk zo gezond mogelijk te houden. Maar de inspanningen die daarvoor nodig zijn, zitten niet vervat in de bestaande nomenclaturen. Dus ook het vergoedingsmodel moet mee evolueren. De pilootprojecten “new deal” bij huisartsen en verpleegkundigen kunnen een inspiratie zijn voor de andere zorgberoepen.”

“We moeten ernaar streven om mensen zo lang mogelijk zo gezond mogelijk te houden, maar dan moet het vergoedingsmodel mee evolueren.”

rughoudendheid als het gaat over het weghalen van taken die nu een zekere inkomenszekerheid geven. Zo vullen

Meer studenten nodig

Door de negatieve perceptie waarmee de zorgsector kampt, kiezen vandaag te

De mutualiteiten: wie zijn ze en wat doen ze?

Een mutualiteit, of ziekenfonds, beheert in België de verplichte ziektekostenverzekering. De verzekering betaalt (gedeeltelijk) de geneeskundige prestaties die het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) erkend heeft, maar ook de uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid. De ziekenfondsen bieden ook aanvullende verzekeringen aan voor medische kosten als brillen, tandheelkunde, kraamzorg en revalidatie.

Er zijn vijf erkende landsbonden in België, onderverdeeld in regionaal georganiseerde ziekenfondsen: de Landsbond der Christelijke Mutualiteiten, het Nationaal Verbond der Socialistische Mutualiteiten, de Landsbond van de Onafhankelijke Ziekenfondsen, de Landsbond van Liberale Mutualiteiten en de Landsbond van de Neutrale Ziekenfondsen.

Wie niet voor een specifiek ziekenfonds kiest, kan zich bij de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering van de overheid aansluiten.

weinig mensen voor een opleiding tot, of het beroep van, zorgverlener. Tijdens onze lunchmiddagen bleken ziekenfondsen en zorgberoepen het daar wel over eens: er zijn meer studenten nodig. In sommige opleidingen, zoals in de verpleegkunde, daalt het aantal studenten zelfs.

Ook Hilde uit hierover tijdens onze babbel haar bezorgdheid. “Ook bij de apothekers zien we een dalende trend bij de studenten, in combinatie met een grote uitstroom uit het beroep. Ook daar lijkt de deur wagenwijd open te staan. We staan dus voor de maatschappelijke uitdaging om werken in de zorg opnieuw aantrekkelijk te maken. Dat kan door jonge mensen te sensibiliseren, bijvoorbeeld via een sociale stage in het secundair onderwijs. Daar kunnen we samen met de ziekenfondsen en de Vlaamse Zorgambassadeur werk van maken.”

“Blijft wel dat een betere vergoeding volgens de zorgberoepen dé manier is om het beroep aantrekkelijker te maken. Zeker om de vergelijking met andere sectoren te doorstaan.”, vindt Chris. “Bovendien, vroeger speelde de werkzekerheid van de zorgsector mee in de studiekeuze, maar door de algemene krapte op de arbeidsmarkt ben je vandaag met de meeste andere opleidingen ook zeker van werk. Én kan je er vaak ook meer verdienen.”

Is het gezien deze personeelstekorten dan niet absurd om de toegang tot sommige zorgberoepen via een contingentering, bijvoorbeeld voor arts of tandarts, te beperken, vroegen we ons af?

interview
4

Chris: “Het valt mij alvast op dat de onafhankelijke ziekenfondsen resoluut pleiten voor de afschaffing van de contingenten voor artsen en tandartsen. Zij willen die opleidingen breed openstellen, omdat we iedereen nodig hebben. En dan hoeven we ook geen hoogopgeleiden uit het buitenland weg te trekken. CM en Solidaris blijken dan weer voorstander om de toegang tot het beroep beter af te stemmen op de reële noden.”

Stefaan: “De beroepen die een contingentering

schouwing, en ook tijdens de mutuaaltijden zelf was het vaak een onderwerp aan tafel: de vergoeding van de zorgverlener, waaraan uiteraard ook het debat rond de conventionering kleeft.

Iedereen aan tafel, zowel tijdens de lunchdialogen als nu, lijkt het er wel over eens dat een degelijke verloning nodig is om het beroep van zorgverlener aantrekkelijk te maken. Maar hoe moet zo’n verloning er dan uitzien? En hoe valt dat te rijmen met de steeds stijgende kosten voor de gezondheidszorg?

“Sommige mutualiteiten pleiten duidelijk voor een vergoeding in laagjes. We noemen dat ook het cappuccino-model.”

hebben, pleiten alvast voor het behoud ervan. Langetermijnplanning van vraag en aanbod in de zorg is volgens mij daar de juiste richting voor. Het aantal zorgverleners dat je nodig hebt - en dus opleidt - moet inderdaad nauwkeuriger afgestemd worden op de maatschappelijke behoeften op korte én langere termijn.”

“Volg ik helemaal, Stefaan”, vult Hilde aan. “Mensen leven steeds langer. Volgens recente cijfers van de CM zal het aantal 80-plussers tegen 2050 zelfs verdubbelen. Maar wat nadien? Wendbaarheid rond de vraag en het aanbod, zoals Stefaan ook aanwijst, zijn cruciaal.”

Een cappuccino als vergoeding

Het kwam al enkele keren aan bod tijdens deze nabe -

Hilde. “Voor elke prestatie moeten we nu bewijs leveren. En dat is op termijn ook niet haalbaar meer.”

Chris: “De drie grote ziekenfondsen (CM, Solidaris en het LOZ, nvdr.) lijken gewonnen voor een gemengd systeem waarbij naast de prestatievergoeding ook forfaitaire vergoedingen worden voorzien. CM en Solidaris zijn daarin het duidelijkst, vind ik: zij pleiten voor zowel een patiëntentoelage als een algemene toelage voor de praktijkondersteuning, en dat in combinatie met de prestatievergoeding. We noemen dat ook het cappuccino- model, een vergoeding in laagjes. Zoiets bestaat nu al voor de huisartsen en apothekers, maar kan worden toegepast op alle zorgberoepen.”

“Maar we moeten dan wel de torenhoge administratieve eisen vermijden die de ziekenfondsen vragen als bewijs voor het verkrijgen van die vergoedingen”, vindt

“Ook ik merk bij de collega’s een grote frustratie over de administratie en de opgelegde systemen van E-Health en al zijn toepassingen die regelmatig uitvallen”, geeft Stefaan mee. “Dat wekt veel frustratie op. We hebben nood aan systemen die werken en waarvan we de meerwaarde ervaren. Het middel kan niet erger zijn dan de kwaal.”

Hilde: “Het fundamenteel probleem is dat we zorgverleners betalen op basis van het aantal zieken die ze behandelen, en niet op basis van het aantal ziekten die ze voorkomen. Als zorgverlener krijgen we de tijd die we aan preventie spenderen ook niet vergoed. Neem bijvoorbeeld de problematiek van mentaal welzijn. Er zijn massaal veel mensen in burn-out, maar de organisatie en financiering van de zorgverlening is daar niet op aangepast. Nochtans, op basis van hun patiëntendossier kan je bepaalde groepen meer gericht aanspreken en opvolgen. Zorgverstrekkers kunnen daar een rol in spelen.”

Als het over verloning gaat, gaat het natuurlijk ook over de zogenaamde “conventionering”. Dat betekent dat ziekenfondsen en zorgverstrekkers tarieven overeenkomen. Zorgverstrekkers kunnen met deze tarieven instemmen, en zich dus “conventioneren”.

Tijdens de mutuaaltijden kwam uiteraard ook nu en dan de conventionering aan bod. Het was steevast toch wat de olifant in de kamer. Paul Callewaert van Solidaris zag het als een ruwe diamant die bijgeslepen moet worden, maar die je niet uit handen geeft.

Maar, steeds meer zorgverstrekkers lijken zich niet te conventioneren, of zelfs te deconventioneren. En die tendens zet dan op haar beurt het hele systeem van conventie onder druk. Voor CM is de weg van conventie nochtans de beste garantie voor de brede toegankelijkheid van de gezondheidszorg. Het LOZ vindt dan weer dat conventies zich moeten beperken tot prijsafspraken en niet moet gaan over de organisatie van de zorg.

“Al spreekt het LOZ zichzelf wel tegen”, pikt Chris >

5
Chris De Nijs (rechts op de foto)

hierop in. “Want ze vinden ook dat er geschaafd moet worden aan het verbod op supplementen in de ambulante zorg voor mensen met een verhoogde tegemoetkoming. Omdat er nu te veel mensen met een verhoogde tegemoetkoming eigenlijk best een goed inkomen hebben. Dat gaat verder dan pure prijsafspraken. Dan hebben ze het dus wel degelijk over de organisatie van de zorg en de toegangscriteria.”

Er is vanuit de zorgberoepen duidelijk best veel bezorgdheid over de conventietarieven. “Als je alle kosten voor een kwalitatieve praktijk in rekening brengt, kom je met de huidige tarieven vandaag soms gewoon niet meer rond”, stelt Stefaan het scherp. “Dat kan toch ook de bedoeling niet zijn. Dat zorgt er dan natuurlijk voor dat steeds meer zelfstandige zorgverstrekkers, eigenlijk zelfs noodgedwongen, deconventioneren. Daarom pleiten de zorgberoepen al jaren voor een aanpassing van het conventiesysteem, en dat is ook écht wel in het belang van de patiënt.”

Hilde: “Laat ons ook niet vergeten dat bepaalde zorgberoepen nog steeds geen conventie hebben. Het is voor ons als netwerk dan ook een vereiste dat alle zorgberoepen erkend worden en ook een conventie kunnen afsluiten. Maar evenzeer dat de honoraria voor sommige zorgberoepen omhooggaan.”

Wie zal dat betalen?

Tijdens de mutuaaltijden waren zowel de ziekenfondsen als de zorgberoepen het erover eens dat het budget voor

gezondheidszorg zal moeten stijgen. Als mensen langer leven, doet dat de uitgaven ook exponentieel groeien.

Chris: “De meeste ziekenfondsen zijn geen voorstander van een rem op de groeinorm. Iedereen beseft dat er extra middelen nodig zijn. De uitgaven voor de gezondheidszorg bedragen nu 38 miljard per jaar. Het LOZ gaat er van uit dat de jaarlijkse groeimarge van 2,5% niet voldoende is om de stijgende kosten te dragen. Het VNZ denkt dat het overhevelen van de gezondheidszorg naar Vlaanderen een flinke besparing zou opleveren. Maar dat is verre van zeker. Zo groeien de zorgnoden door de vergrijzing sterker in Vlaanderen. Bovendien zou een splitsing enkel kunnen na een compromis waarbij Vlaanderen nog jarenlang solidair zal moeten bijdragen aan de Waalse en Brusselse ziekteverzekering.”

“Toch moet het debat ook gaan over hoe we de gezondheidszorg best organiseren.”, vult Stefaan meteen aan. “Blijf je vasthouden aan een federale financieringsstructuur? Dat moeten we toch uitdokteren.”

Chris: “Waar de ziekenfondsen alvast wel op één lijn zitten: als de jaarlijkse groeimarge al zou stijgen, moet dat vooral dienen om de zorg in stand te houden, om het aantal prestaties op peil te houden. Geen enkel ziekenfonds garandeert dat er op korte termijn meer geld voor een betere verloning van de zorgverstrekkers zal zijn. Dat zou nochtans helpen om een carrière in de zorg opnieuw aantrekkelijk te maken.”

Hilde: “Dat is de bredere discussie over de financiering van de hele gezondheidszorg. Waar willen we als maatschappij dat de middelen prioritair naar toe gaan? Finaal is het de politiek die beslist, en de rug zal moeten rechten, maar zowel de zorgberoepen als de ziekenfondsen zitten mee aan de federale onderhandelingstafel. Organisatie van de eerstelijnszorg en preventie is dan weer regionale bevoegdheid. Bilaterale gesprekken kunnen leiden tot asymmetrische akkoorden. Als zorgverstrekkers zijn we alvast vragende partij voor dialoog en samenwerking op alle niveaus.”

Chris: “Tegelijkertijd groeit het besef dat je niet alles en iedereen eindeloos kunt blijven behandelen. Als de middelen beperkt zijn is een vorm van selectie onvermijdelijk. Welke zorg verstrek je nog aan wie en tot hoelang? De recente

standpunten van CM in de media daarover hebben het debat alvast geopend. Maar ook van Jürgen Constant van het VNZ begreep ik dat de sociale zekerheid een vangnet, maar geen hangmat moet zijn. Er gaan keuzes gemaakt moeten worden, en de mutuaaltijden hebben dit alvast duidelijk gemaakt: dat gebeurt best in dialoog tussen zorgberoepen, ziekenfondsen en overheid.”

Hilde: “Als zorgverstrekkers krijgen we constant de boodschap dat we moeten samenwerken. Met de Federatie Vrije Beroepen, en het Netwerk Zelfstandige Zorgverstrekkers daarin, geven we alvast het goede voorbeeld, vind ik. We roepen de verschillende overheden en mutualiteiten dan ook op om een geïntegreerde samenwerking verder te faciliteren. En die structureel te maken, zodat we alle evoluties op de voet kunnen volgen.”

Wie maakt deel uit van het Netwerk

Zelfstandige Zorgverstrekkers?

Het NZZ van de Federatie Vrije Beroepen bundelt alle zorgberoepen van de organisaties die lid bij haar zijn. Dat zijn vandaag: de Algemene Pharmaceutische Bond (APB), het Vlaams Apothekers Netwerk (VAN), de beroepsvereniging voor kinesitherapeuten (Axxon), de Koninklijke Belgische Vereniging der Podologen (KBVP), Ergotherapie Vlaanderen (EV), de Vlaamse Vereniging van Klinisch Psychologen (VVKP), het Vlaams Artsensyndicaat (VAS), de Vlaamse Beroepsvereniging van Diëtisten (VBVD), het Verbond der Vlaamse Tandartsen (VVT), de Vlaamse Vereniging van Logopedisten (VVL), de Vlaamse Beroepsorganisatie van Vroedvrouwen (VBOV), het Netwerk Verpleegkunde (NV) en de Vlaamse Beroepsvereniging voor Zelfstandige Verpleegkundigen (VBZV)

interview 6

Kort nieuws

Ontmoet onze nieuwe projectmedewerker: Amy van CONNECT

Met veel enthousiasme verwelkomen we Amy Gille aan boord bij de Federatie Vrije Beroepen als projectmedewerker voor ons CONNECT initiatief. Amy zal economisch vrije beroepers, zoals accountants, ondersteunen in hun essentiële rol als adviseur voor ondernemers. Het doel? Hen door de complexe wereld van overheidssteun navigeren, zodat zij op hun beurt hun klanten optimaal kunnen adviseren. Amy doet dat via kantoorbezoeken, webinars, infosessies en workshops die allemaal gericht zijn op het versterken van de adviesrol van onze leden.

Met een achtergrond in overheidsdienst, waar subsidies en steunmaatregelen ook een centrale rol speelden, brengt Amy een schat aan kennis en ervaring mee die ongetwijfeld van grote waarde zal zijn voor onze federatie en haar leden. Wij zijn overtuigd dat haar expertise ons zal helpen in onze missie om de vrije beroepen nog beter te ondersteunen. Welkom in het team, Amy!

Wil je ook een kantoorbezoek? Plan ze hier in!

Campagne richting verkiezingen om onze speerpunten in de verf te zetten

Op het ogenblik dat deze Vrije Beroeper in de bussen valt, zijn we volop bezig met onze campagne om in aanloop van de nakende verkiezingen tien speerpunten voor de vrije beroepers onder de aandacht te brengen. We doen dat door in de laatste 50 dagen voor de verkiezingen één voor één onze speerpunten via video toe te lichten en door de publicatie van ons bijhorend pamflet “de vrije beroeper als motor van onze maatschappij”.

Benieuwd naar onze tien speerpunten en het pamflet? Je kan het hier nalezen en downloaden! Of heb je zelfs zin om het met de wereld te delen? Aarzel niet; doén!

FVB in actie
7
Amy Gille

in het daglid

Maak kennis met het Institute for Tax Advisors and Accountants

In de nieuwe reeks "in het daglid" willen we elke editie van de Vrije Beroeper een lidorganisatie van de Federatie Vrije Beroepen in het daglicht plaatsen. In de vorige Vrije Beroeper trapten we af Koninklijke Confederatie van LandmetersExperten, en vandaag zetten we onze spotlights graag even op het “Institute for Tax Advisors and Accountants”, kort ook het “ITAA”.

TEKST Bram Vandromme – FOTO ITAA

Met bijna 16 duizend leden, waaronder pakweg 4000 stagiairs, legt het ITAA stevig wat gewicht in de schaal. Het instituut zorgt ervoor dat belastingadviseurs en accountants de vaardigheden, kennis, ethiek en invloed hebben om bij te dragen tot succesvolle ondernemingen en een duurzame economie. “Wij verbinden onze leden met de ondernemers, de overheden en de samenleving. We verstevigen hun onderling vertrouwen en vertegenwoordigen ook uiteraard hun belangen”, steekt voorzitter van het ITAA, Bart Van Coile van wal.

Directeur Liesbet Dhaene vult aan: “Het ITAA wordt algemeen bestuurd door een raad en een uitvoerend comité. In de raad, laatst verkozen in april 2023 voor een periode van drie jaar, zitten er 13 Nederlandstalige en 13 Franstalige leden.”

"We hebben een stevig takenpakket”, vult Liesbeth aan. “Dat gaat van de organisatie van de toegang tot het beroep, tot controle over de deontologische regels, opleiding, belangenbehartiging... Ook dit jaar hebben we weer heel wat op onze kalender staan. We maken ons niet alleen stilaan warm voor een verhuis deze zomer (ze verhuizen van de Emile Jacqmainlaan naar de Albert II-laan, nvdr), maar kijken ook al vooruit naar onze congressen in november. We organiseren zowel een congres voor studenten (op 7 november) als een congres voor onze leden, op 8 november dit jaar. Schrijf dus zeker ook al in de agenda!”, glimlacht Liesbet.

“Ook de verkiezingen maakt van dit een bijzonder jaar”, geeft voorzitter Bart Van Coile aan. “Er liggen veel uitdagingen klaar. Hoe creëren we meer fiscale gemoedsrust bijvoorbeeld? Minder koterijen, verbeteren van de communicatie met de (fiscale) overheden, enzovoort. Maar ook: hoe kunnen we de stevige arbeidskrapte in onze sector doen dalen en voor meer administratieve vereenvoudiging zorgen? Er liggen veel kansen, en we gaan er met het ITAA, samen met de Federatie Vrije Beroepen en UNIZO uiteraard, om te wegen op de keuzes die worden gemaakt.”

Institute for Tax Advisors and Accountants. ITAA

Emile Jacqmainlaan 135/2 (! Opgelet: na de zomer op nieuw adres: Koning Albert II-laan 19) 1000 BRUSSEL contact: info@itaa.be

Als accountant of belastingsadviseur ook zelf lid worden van UNIZO? Alleen maar voordelen! Meer weten? Kijk op www.unizo.be/lid-worden of scan de QR-code.

8
Voorzitter van het ITAA, Bart Van Coile

Elektrisch gamma van Hyundai steeds populairder als bedrijfswagen

Elektrische bedrijfswagens zijn aan een stevige opmars bezig. Daarbij wordt Hyundai steeds populairder. En dat heeft goede redenen.

In 2023 was 90% van de nieuwe elektrische wagens een bedrijfswagen. Hyundai speelt hier succesvol op in. Hun elektrische modellen zijn momenteel erg populair als bedrijfswagen. Met kwaliteit, betrouwbaarheid en een snelle levering als grootste troeven.

Uitstekende kwaliteit

Hyundai heeft drie 100% elektrische modellen. De nieuwe KONA EV is een compacte SUV met een indrukwekkend rijbereik van 514 km (WLTP) voor een gunstige prijs. De IONIQ 5 een aantrekkelijke elektrische SUV en de IONIQ 6 een gestroomlijnde berline.

Alle modellen hebben een basisuitrusting met alles wat je van een bedrijfswagen verwacht: elektrisch inklapbare spiegels, wireless smartphone charging en technologieën die bijdragen tot het comfort en de veiligheid. Andere troeven zijn de automatische airco met twee zones, het optionele panoramisch dak en de royale binnenruimte.

Innoverende technologie

Niet alleen qua aandrijving innoveert Hyundai. De IONIQ 5 is ook uitgerust met een warmtepomp. Die gebruikt de

warmte van de elektrische aandrijving, de batterij en de omgeving om het interieur te koelen of te verwarmen. Zo hebben airco en verwarming weinig impact op het rijbereik. Nog een innoverende feature is de vehicle-to-loadfunctie om elektrische toestellen op te laden of te gebruiken zelfs als de auto niet aanstaat.

De EV- en batterijtechnologie van Hyundai is verbluffend. De batterij van de IONIQ 5 opladen van 10 naar 80 procent doe je in slechts 18 minuten. Voor de long-rangeversie levert elke 5 minuten snelladen een extra actieradius van 111 kilometer op. Met de standaardbatterij is dat 88 kilometer per 5 minuten snelladen. Die combinatie van actieradius en laadcapaciteit maakt dat je altijd zonder zorgen de baan op kan.

Veilig en duurzaam

Hyundai zet in op autonoom rijden en veiligheid met het Lane Keeping Assistwaarschuwingssysteem, de projectie van relevante gegevens op de voorruit, verkeersbordenherkenning met snelheidsaanpassing, adaptieve Smart Cruise Control en detectie van voetgangers en fietsers. Remote Smart Parking Assist helpt bestuurders dan weer om vanop afstand in en uit te parkeren.

De elektrische modellen van Hyundai zijn op verschillende manieren duurzaam. Niet enkel met de emissievrije aandrijving, maar ook met de materiaalkeuze. Zo bestaat het garen voor het interieur van de IONIQ 5 en IONIQ 6 deels uit gerecycleerde plastic flessen. In de tapijten zit dan weer nylon van gerecycleerde visnetten.

Als Hyundai-rijder krijg je waar voor je geld. Op vlak van de total cost of ownership scoren de Hyundai-modellen zéér goed omdat ze heel veel uitrusting bieden voor een aantrekkelijke prijs. Niet te verwonderen dus dat steeds meer bestuurders een Hyundai als bedrijfswagen kiezen.

EV Stock Deals

Geniet van de stockpromoties op de IONIQ 5, IONIQ 6 en de nieuwe KONA EV. Er is al een IONIQ5 uit stock vanaf 449 euro/ maand in financiële renting. Ontdek alle aanbiedingen.

publireportage
IONIQ 6, gestroomlijnde berline en IONIQ 5, aantrekkelijke elektrische SUV De nieuwe KONA EV, compacte SUV
“Liberform

in één woord?

Bruggenbouwers!”

We ontmoeten Joost Bevernage die rond de jaarwissel Liberform als manager vervoegde en ondertussen dus op een kwartaal bij de organisatie kan terugkijken. Dat Joost bij Liberform zou landen, stond niet meteen in zijn script, want hij studeerde af als filmmaker. “Klopt (lacht), en nadien begon ik ook als producer in een filmstudio in Antwerpen te werken. Vrij snel begon het te kriebelen om zelf te ondernemen en zo begon ik een bedrijf dat bedrijfsvideo's en opleidingscontent maakte.”

TEKST Bram Vandromme – FOTO Liberform

Dat liep voor Joost eerst bijzonder gesmeerd, misschien net té gesmeerd, want nadien kwam hij spijtig genoeg ook aan de andere kant van de slinger terecht. “Een grote uitdaging van een eigen zaak is toch wel om die met een gezin te combineren, vind ik. Mijn eerste dochter was pas tien dagen oud en toen ik tijdens de nacht van een netwerkevent terugreed, besefte ik dat ik mijn eigen pasgeboren dochter nog maar drie keer had gezien. Mijn ontzag voor ondernemers die erin slagen om hun privé en zakelijk leven te balanceren, is toen immens gegroeid. Maar ik was blijkbaar niet één van hen.”

Hij besloot het over een andere boeg te gooien, zo blijkt uit ons gesprek. “Ik had dus een andere balans nodig, en die vond ik bij Mediarte, een sociaal fonds voor de audiovisuele, film en digitale sector. En zo botste ik ook op de collega’s van Liberform. Nadat de vorige manager (Nele Muys,

nvdr) het huis verliet, kwam ik bij Liberform terecht.”

En zo zijn we bij Liberform zelf beland. Kan je ons kort uitleggen wat Liberform eigenlijk is, Joost? “Graag zelfs, want onbekend is onbemind. Liberform is het vormingsfonds voor de sector van de (meeste) vrije beroepen, zoals dat werd afgebakend door het paritair comité 336. We zijn dus een federale organisatie en worden beheerd door zowel de werkgeverfederaties (binnen dat paritair comité) als de vakbonden. We worden gefinancierd via een werkgeversbijdrage.”

En toch. Als we vrije beroepers aanspreken, blijken ze Liberform vaak nog niet te kennen. “We hebben zeker nog uitdagingen om ons breder bekend te maken, want we zetten ons dagelijks in om het leerklimaat voor vrije beroepers te ondersteunen. Ik haal er twee concrete zaken uit.

Eén, we keren premies uit die tussenkomen in de kosten voor opleidingsinspanningen. Elke onderneming kan tot 1750 euro aan premies per jaar aanvragen. Best wel wat dus! En twee, we organiseren gratis opleidingen voor werknemers en faciliteren een gratis online leerplatform.

Gedreven legt Joost ons uit dat Liberform door haar positie voor een gezonde en sterke relatie tussen werkgevers en werknemers probeert te zorgen. “Wij, bij Liberform, zijn echt bruggenbouwers, vind ik. Dat is het kloppend hart van onze organisatie. Aan de ene kant werkgevers doen groeien als vrije beroeper, en als manager, en aan de andere kant ook werknemers meer compentent en weerbaar maken voor een snel veranderende arbeidsmarkt.

Maar we bouwen ook bruggen tussen de sector van vrije beroepers, overheid, onderwijsinstellingen, enz.

We voelen ons als een vis in het water in het midden van het bad.”

Liberform is alleszins goed op dreef, zo leren de website en de sociale mediakanalen. “Ik ben trots op het team inderdaad. Dit jaar zetten we volop in op onze Check-it trajecten, waarmee we via een gepersonaliseerd traject de competenties binnen het bedrijf detecteren en een actieplan op maat maken. Dat is trouwens helemaal gratis. Daarnaast hebben we dit jaar onze mentorcafé’s weer leven ingeblazen. We organiseren zo beroepsspecifieke lerende netwerken waar we thema’s verkennen rond communicatie, feedback, omgaan met weerstand, enzovoort.”

Meer weten over Liberform?

liberform
Bedankt Joost!
10

Wie is Joost Bevernage

• 39 jaar

• woont in Lier en vader van 3 kinderen

• voorliefde voor theater en film

• geniet van de stilte in de natuur

QALY

Onze reeks 'mutuaaltijden’ met het Netwerk Zelfstandige Zorgverstrekkers onder leiding van moderator Chris De Nijs was een schot in de roos. Voor het eerst gaan mutualiteiten, zelfs de grote bestuurders, rechtstreeks in gesprek met zelfstandige zorgverstrekkers en dat gaf vonken en vuur.

Aansluiten bij een ziekenfonds is in ons land verplicht voor alle inwoners want je moet een verzekering voor ziekenkosten hebben.

Maar je kan ook gratis aansluiten bij de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering. Wist je dat?

Wat hebben de mutualiteiten dan extra te bieden?

Met een werkingskost van haast een kleine 1,3 miljard euro, moeten we vaststellen dat velen onze mutualiteiten nauwelijks kennen. Maar, onbekend maakt ook onbemind.

Op onze dialoogmiddagen mocht Solidaris de spits afbijten en het gaf meteen vuurwerk, vond ik. Hoe gaan we de gezondheidszorg betaalbaar houden? De supplementen worden stelselmatig afgebouwd, maar wat nu? Geen enkel thema was taboe.

Luc Van Gorp van de CM sprak op de dialoogmiddag openlijk over het levenseinde en de kost om mensen langer gezond in leven te houden. Kijken we naar kwaliteit van leven, of trachten we het leven eindeloos te rekken met een steeds grotere maatschappelijke kost? Een “quality-adjusted life year” (kort “QALY”) staat voor een extra levensjaar in goede gezondheid of voor meerdere extra levensjaren in iets minder goede gezondheid.

Sommigen, om het VNZ niet te noemen, brachten een politiek discours. De verwevenheid van de mutualiteiten met de politiek kunnen we niet wegdenken.

Ik ben ervan overtuigd dat ziekenfondsen de Federatie Vrije Beroepen heeft leren kennen als een stevige vertegenwoordiger van de ondernemende zelfstandige zorgverstrekker. Het maakt me een trotse voorzitter. Deze mutuaaltijden smaken naar meer.

nawoord
11

24 oktober 2024

Dag van het vrije beroep

Verbinden in een digitale wereld

Atomium | Atomiumplein 1, 1020 Brussel

Met Keynote van Leo Van Broeck, voormalig Vlaams bouwmeester en Gili, mentalist-comedian

Schrijfjeinvia de QR code

SAVE THE DATE

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
De Vrije Beroeper | mei 2024 by Federatie Vrije beroepen - Issuu