“IK WIL EEN EERSTELIJNSZORG DIE PAST BIJ DE NODEN VAN NU”
Secretaris-Generaal
Federatie Vrije Beroepen
GESLAAGDE
DAG VAN HET VRIJE BEROEP FOCUST OP MARKETING IN HET VRIJE BEROEP
Als het over moderne, digitale communicatiemedia gaat, hinken vrije beroepers nog wat achterop. Nochtans geeft 74 % van hen aan externe communicatie belangrijk te vinden. Dat is een van de conclusies na een geslaagde Dag van het Vrije Beroep op 25 april in Antwerpen. Zo’n 220 vrije beroepers en vertegenwoordigers van beroepsorganisaties beleefden een stijlvol netwerkevent en konden luisteren naar een keynote door expert Fons Van Dyck. Tijdens een panelgesprek kwamen de opvallende conclusies aan bod van een bevraging bij meer dan 1.000 vrije beroepers. Daaruit bleek ondermeer dat slechts 54 % over een eigen website beschikt, en slechts 44 % is actief op sociale media als Facebook, Twitter, Linkedin, ... Voor de groei van hun praktijk rekenen vrije beroepen vooral op mond-tot-mondreclame en een goede dienstverlening. “Vrije beroepers zijn vooral gefocust op een goede, kwaliteitsvolle dienstverlening. Dat is goed. Maar inzake marketing kunnen ze zeker meer doen, ook binnen de eigen deontologische mogelijkheden”, benadrukt Jan Sap, secretaris-generaal van de Federatie Vrije Beroepen.
bekijk meer over de Dag van het Vrije Beroep op onze website: www.federatievrijeberoepen.be
EDITO
MUURTJE
Terwijl we 27 jaar geleden met z’n allen ‘hoera’ kraaiden toen de muur in Berlijn viel, heeft de nieuwe president van de Verenigde Staten verkiezingen gewonnen met de belofte een muur te bouwen op de grens met Mexico. Het gemak waarmee menig politicus populair wordt met een protectionistisch discours lijkt verrassend. Maar het is niet nieuw. De angst voor het vreemde, het onbekende is een natuurlijke reflex. Het is van alle tijden.
Ook bij veel vrije beroepen merken we de neiging om muurtjes te willen bouwen rond het eigen beroep. En dat heeft zijn redenen. Het is logisch dat voor de uitoefening van bepaalde activiteiten er een degelijke kwalificatie, opleiding en permanente vorming worden gevraagd. En dat niet elkeen die zijn vinger opsteekt, een vrij beroep mag uitoefenen.
Niettemin zouden vrije beroepen gerust wat meer over het muurtje mogen kijken. Niet voor de gein, wel omdat het nuttig is. Kennis delen en ervaring uitwisselen tussen verschillende beroepsgroepen kan bijzonder leerrijk zijn. Delen is het nieuwe vermenigvuldigen. Bovendien kunnen complexe dossiers vaak onmogelijk binnen één en dezelfde discipline van een vrij beroep worden opgelost. Met andere woorden, de complexiteit van onze omgeving maakt een samenwerking tussen verschillende soorten vrije beroepen noodzakelijk. De getuigenis van onze voorzitter, verder in deze Vrije Beroeper, illustreert dit treffend.
Vanuit de Federatie Vrije Beroepen willen we dit actief stimuleren. Zo brachten we recent een interessant rapport uit over interdisciplinaire samenwerking in de eerstelijnszorg (zie p. 4). En binnenkort starten we een structureel overleg tussen de verschillende ordes en instituten van vrije beroepen. Niet om er eenheidsworsten te gaan draaien, wel om kennisuitwisseling tussen die verschillende ordes en instituten te faciliteren. Wij zijn ervan overtuigd dat we op die manier kunnen bijdragen tot een betere werking in het voordeel van de vrije beroeper zelf.
Is dit gemakkelijk? Geenszins. Maar wel noodzakelijk willen we als vrije beroeper op een voldoende kwaliteitsvolle manier relevant blijven. Kijken maar.
Jan Sap, Secretaris-Generaal
Federatie Vrije Beroepen
@jansap
OPLEIDINGSSESSIES
DE NIEUWE INSOLVENTIEWETGEVING DOOR DE BRIL VAN DE VRIJE BEROEPER
Om u wegwijs te maken in deze nieuwe wetgeving organiseert de Federatie in samenwerking met die Keure en Dyzo een aantal opleidingssessies met prof. Melissa Vanmeenen (hoofddocent UAntwerpen) op verschillende locaties: Mechelen (23 mei), Gent (30 mei) en Leuven (6 juni). Eminente sprekers behandelen vanuit hun specifieke invalshoek deze nieuwe regeling. Ook wordt de impact bekeken van de nieuwe wetgeving op onder meer de deontologische codes. Het slotwoord bij de laatste sessie in Leuven is voor Koen Geens, Minister van Justitie. Alle sprekers, exacte locaties en inschrijvingslinken vindt u via www.federatievrijeberoepen.be/activiteiten. Leden van de Federatie Vrije Beroepen genieten een voordeelprijs, bovendien kan u gebruik maken van de kmo-portefeuille. Alle deelnemers ontvangen een attest van deelname. De opleiding is daarnaast ook erkend door de Orde van Vlaamse Balies (4 punten) en de drie economische instituten (3 uur).
Meer info op: www.federatievrijeberoepen.be/activiteiten
CONNECT 2.0
WEBINARS VOOR DE
ECONOMISCHE VRIJE BEROEPER
In het kader van het CONNECT 2.0 project hebben we de afgelopen weken alvast twee webinars gehad. De bedoeling van deze manier van communiceren is dubbel: enerzijds is het een laagdrempelig medium terwijl het toch een zekere interactiviteit biedt, en aan de andere kant is het ook mogelijk om achteraf de opname van de sessies te herbekijken. We zenden telkens bewust uit op een donderdag en over de middag. Inloggen kan al iets vroeger zodat u uw verbinding kan uittesten. Het eerste webinar vond plaats op 27 april en ging over de recentste wijzigingen van de kmo-portefeuille (door Dieter Goossens, diensthoofd kmo-steun van het Agentschap Innoveren en Ondernemen), gevolgd door een uitvoerige uitleg omtrent de kmo-groeisubsidie (door An Quaethoven van het Agentschap van de gelijknamige dienst). Op 11 mei hadden we ook nog Bas Sturm die het Innovatiecentrum kwam voorstellen. We zijn volop bezig met het inplannen van nog meer dergelijke webinars later dit jaar, met toelichting over verschillende soorten instrumenten van het Agenschap Innoveren en Ondernemen.
Noteer daarom zeker en vast nu al onderstaande data: 8 juni, 22 juni, 7 en 28 september. Op deze donderdagmiddagen plannen we telkens een ander CONNECT-webinar in. Dit zal dus telkens doorgaan van 12u00 tot 13u00. Hou zeker www.connect.vlaanderen/webinars in het oog voor updates! De opnames van de webinars zijn te herbekijken via de voornoemde website, die we trouwens volop aan het updaten zijn in functie van het nieuwe project. Naast de agenda waarin u interessante opleidingen en lezingen kan terugvinden blijft er ruimte zijn voor actualiteit in de ruime zin van het woord. En ook de resultaten van de grote enquête die we hielden zullen zo snel mogelijk gepubliceerd worden, na de academische verwerking van de resultaten.
Meer info: www.connect.vlaanderen/webinars
DE VLAAMSE RENOVATIEDAG
STAP BINNEN IN TAL VAN UNIEKE RENOVATIES
Zondagnamiddag 28 mei zwaaien tal van renovaties hun deuren open tijdens De Vlaamse Renovatiedag. Deze openhuizendag van Netwerk Architecten Vlaanderen (NAV) en Ik ga Bouwen & Renoveren reikt bezoekers een brede staalkaart aan van toonaangevende renovaties. Zowel woningen als ondernemingen en praktijken zijn te bezoeken. De bewoners en de architect geven graag een woordje uitleg. Ingenieur-Architect Michael Theyskens (a154 architecten) pakt dit jaar uit met de renovatie van een voormalig bankkantoor tot medische groepspraktijk (foto). “Het industriële karakter van de bestaande betonnen structuur werd aan de binnenzijde zoveel mogelijk behouden en gecombineerd met het warme karakter van houten wanden”, aldus Theyskens. “Deze wanden markeren een onderscheid tussen de publieke en de private delen. Centraal in de praktijk werd een oase van licht gecreëerd.”
De bezoeken zijn gratis mits voorregistratie: www.devlaamserenovatiedag.be
TERUGBLIK
RECENTSTE ACTUASESSIES
Voor de actuareeks van maart, met als thema ‘slimme e-tools voor de vrije beroeper’, was er geen stormloop. Vermoedelijk ligt de reden hiervoor bij deze drukke maand. Maar de afwezigen bleken ongelijk te hebben. In een kleine twee uur tijd doorliep Lieven Van de Velde op een drafje een hele lijst interessante tools die je in het dagelijkse leven, en zeker als vrije beroeper, kan gebruiken om het leven en het werk gemakkelijker te maken. De reacties en evaluaties waren goed tot uitstekend. Voor wie de actuareeks in het najaar van 2016 rond ‘de e-praktijk van de vrije beroeper’ niet kon bijwonen of nog eens graag rustig wil herbeluisteren hebben we nog een tip. Via volgende weblink http://lovetobefree.ning.com/webinar-bibliotheek kan je doorklikken naar ‘#FF28: Wie zoekt die … moet jou vinden (SEO)’. Daar vind je de opname van een webinar met dezelfde spreker (Lieven Van de Velde) die alles uit de doeken doet rond Search Engine Optimalisation voor uw website. Succes!
Meer info: lovetobefree.ning.com/webinar-bibliotheek www.connect.vlaanderen/webinars
Het totale bedrag aan premies dat Liberform, het opleidingscentrum voor de sector van het vrije beroep, voor opleidingsjaar 2016 uitbetaalde aan ondernemingen.
DE SAMENWERKING FVB – VDAB
Sinds 2014 heeft onze federatie een samenwerkingsovereenkomst met VDAB. Deze overeenkomst is er gekomen omdat beide partijen aanvoelden elkaar onvoldoende te kennen en toch veel voor elkaar kunnen betekenen. Immers, in onze jaarlijkse Polsslag wordt elk jaar opnieuw aangetoond dat er heel wat werkgevers zijn bij vrije beroepen en het aantal werknemers eveneens stijgt in deze sector. Door de overeenkomst heeft VDAB reeds werk gemaakt van een meer zichtbare aparte werking voor vrije beroepen. Zowel centraal bij VDAB als in elke provincie is een account aangesteld specifiek voor de sector van de vrije beroepen.
Sinds de samenwerkingsovereenkomst wordt de Federatie Vrije Beroepen bevraagd in het kader van de lijst van de knelpuntberoepen. Dit is geen onbelangrijke lijst, want daar wordt binnen de politiek vaak naar gerefereerd om beleidskeuzes op af te stemmen. Het is belangrijk dat onze stem daarin wordt gehoord.
Maar vrije beroepers kunnen ook beroep doen op VDAB. Bij VDAB merkt men dat de vrije beroepers nog niet altijd de weg vinden naar hen om bijvoorbeeld vacatures te plaatsen. Vrije beroepers hebben natuurlijk hun eigen kanalen, maar een gratis vacaturedatabank kan daar toch bij? Het is wel zo dat de IBO (individuele beroepsopleiding) meer en meer ingang vindt bij vrije beroepers. En dit kan alleen maar gestimuleerd worden.
Er zijn met andere woorden al stappen gezet, maar samenwerken voor een goede dienstverlening blijft noodzakelijk.
Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (CD&V)
INTERVIEW
Het Overleg Zelfstandige Zorgverstrekkers (OZZ), binnen de Federatie Vrije Beroepen, schreef een rapport over interdisciplinaire samenwerking (zie inzet). Daarin somt het de basisvoorwaarden op om tot zulke soepel werkende multidisciplinaire teams te komen. We vroegen minister Vandeurzen wat hij ervan vond.
“Het rapport geeft een mooi overzicht van de samenwerkingsmodellen die bestaan in
de eerstelijnsgezondheidszorg. Het lijst ook de knelpunten op. Zelfstandige zorgverleners krijgen immers te maken met complexe materies van fiscaliteit, sociale statuten, personeelsbeleid... Die complexiteit wordt nog groter wanneer ze een groepspraktijk beginnen en die moeten organiseren. Daarvoor is ondersteuning nodig. De Federatie Vrije Beroepen en de beroepsverenigingen kunnen hierin een rol spelen. Dus gaan we bekijken hoe we de aanbevelingen uit dit rapport kunnen opnemen in het beleid.”
Hoe past dit in uw visie?
“Op de recente conferentie over de reorganisatie van de eerstelijnszorg kondigden we al aan dat we geen vormen van samenwerking gaan opleggen. Verschillende modellen zijn mogelijk. De principes die we vooropstellen zijn interdisciplinaire samenwerking, geïntegreerde zorg, en gepaste ondersteuning. Dingen die we willen bevorderen zijn het delen van gegevens via een elektronisch patiëntendossier, overleg, coördinatie en case management, het
“IK WIL PAST
gebruik van kwaliteitsindicatoren, administratieve eenvoud…”
Wat is volgens u de rol van zelfstandige zorgverstrekkers in een geïntegreerde eerstelijnszorg?
“Zij vormen een belangrijke pijler in de eerstelijnszorg in Vlaanderen. Ook in aantallen zijn zij sterk aanwezig. Uiteraard is de zorg- en dienstverlening van anderen even waardevol, en dan bedoel ik de zorgverstrekkers in dienstverband, de diensten voor gezinszorg en maatschappelijk werk, de residentiële woonzorgsector of de Centra Algemeen Welzijnswerk. Allemaal spelen ze een cruciale rol in de zorg, en elk vanuit hun eigen expertise.
De grote sterkte van de eerstelijnszorgaanbieders is hun rechtstreekse toegankelijkheid voor de persoon met een zorgnood. Vanuit een generalistische kijk leveren zij ofwel de best passende zorg zelf, ofwel verwijzen ze door naar een meer gespecialiseerde zorg.
Een belangrijke evolutie is dat gegevens digitaal gedeeld kunnen worden. De zelfstandige zorgverstrekkers (maar ook alle anderen) hebben hierin ondersteuning nodig. Het project éénlijn.be wil, via opleidingen, de digitale kloof dichten tussen de jonge en oudere generaties, en tussen de disciplines onderling. Vandaag werkt éénlijn.be projectmatig, maar de Vlaamse overheid wil dat omzetten tot een duurzame, structurele ondersteuning.”
Ziet u nog een toekomst voor ondernemerschap in de zorg?
“Sociaal ondernemerschap in de eerstelijnszorg zal in de toekomst op zoek moeten gaan naar vernieuwende, creatieve en flexibele manieren om zorg en ondersteuning te bieden, aangestuurd vanuit de vraag.
JO VANDEURZEN LAS ONS RAPPORT OVER DE ZORG
EEN EERSTELIJNSZORG DIE
PAST BIJ DE NODEN VAN NU”
De Federatie Vrije Beroepen is positief over de plannen van Jo Vandeurzen, Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (CD&V), om de eerstelijnszorg te hervormen. De minister wil dat er meer zorgteams komen. “Maar dan moeten er wel een paar voorwaarden worden vervuld en een paar obstakels worden opgeruimd,” benadrukt Jan Sap, namens het Overleg Zelfstandige Zorgverstrekkers.
En dat alles binnen een kader zonder al te veel regelgeving, zodat er voldoende managementruimte blijft. Op die manier kunnen sociale ondernemers een antwoord bieden op de veranderende noden van deze tijd. Het spreekt vanzelf dat er afspraken moeten komen over transparantie en informatie, over de prijs en de prestaties, en over een goed personeelsbeleid. Maar de belangrijkste innovatie is het meer geïntegreerd zorgsysteem. Die vereist een verandering in het denken over en de attitude jegens zorg, én een verandering in de zorgprocessen zelf.”
Uw plannen voor een geïntegreerde eerstelijnszorg hangen samen met hervormingen op federaal niveau. Hoe krijgt u die onderling op één lijn?
“Via diverse overlegorganen zijn er gesprekken met de federale overheid en met de andere gemeenschappen. De invalshoek van de verschillende overheden verschilt. Het komt eropaan om de oplossing te vinden die het beste past voor alle partijen. Maar de uitgangspunten blijven dezelfde: een goede kwaliteit van zorgverlening, en een goede werkbaarheid voor de zorgaanbieder. Op een Interministeriële Conferentie Volksgezondheid zullen alle ministers van Volksgezondheid die op elkaar afgestemde visie presenteren.”
Iedereen vindt dat de patiënt centraal moet staan. Maar waar ligt de balans tussen de patiënt betuttelen en diens keuzevrijheid vrijwaren?
“We vertrekken van de autonomie van de persoon. Die, of zijn mantelzorger, heeft de regie in handen. Dat noemen we zelfmanagement. Zelfs bij iemand met een verminderde autonomie, zal het zorgproces zich in de eerste plaats richten op het opnieuw versterken van die autonomie.
De bedoeling is dat de persoon zijn eigen zorg beter kan coördineren en een volwaardige partner in de zorg wordt. Toch is het mogelijk dat hij of zij soms nood heeft aan wat versterking en coaching. Daar bestaan al enkele beslissings- en ondersteuningshulpmiddelen voor. Die kunnen nog verder uitgewerkt worden.
Maar die versterking staat alleszins in het teken van autonomie, zodat mensen de controle over hun leven kunnen vergroten, en zij zelf actie kunnen ondernemen om hun levenskwaliteit te verbeteren. De zorgaanbieders moeten vertrouwd zijn met die kernelementen. Het is belangrijk dat die opgenomen worden in hun basisopleiding en hun permanente vorming.”
Wat is voor u een integrale benadering van zorg?
“Het einddoel van alle zorg en ondersteuning is iemand de best mogelijke levenskwaliteit garanderen. Alle lijnen, niveaus en sectoren moeten zich schikken naar dat doel. “
HET RAPPORT OVER INTERDISCIPLINAIRE SAMENWERKING
Uit een enquête van de Federatie Vrije Beroepen bij meer dan 500 zelfstandige zorgverstrekkers blijkt dat drie op vier nu al multidisciplinair samenwerken. Dat is niet onlogisch: meer en meer vrije beroepen staan voor de uitdaging om qua kennis en wetenschap bij te blijven, en worden geconfronteerd met schaalvergroting en met patiënten die hogere eisen stellen. Daarnaast klinkt de vraag naar een beter evenwicht tussen werk en privé steeds luider en is een eigen praktijk uit de grond stampen voor vele jonge vrije beroepers, onder meer om financiële redenen, onhaalbaar geworden. Oudere beroepsbeoefenaars zien samenwerken met een jongere dan weer als een garantie op de continuïteit van de praktijk.
De huidige preventieve zorg in Vlaanderen beantwoordt niet aan de internationale doelstellingen. We scoren slecht op gezondheidspromotie en levensstijl. Door sociale achterstelling, leeftijdsfactoren, medische vooruitgang... stijgt de nood aan chronische zorg. Ook de behoefte aan geestelijke gezondheidszorg groeit. De verhoogde werkdruk bij zorgverstrekkers die deze factoren met zich meebrengen, gaat vaak ten koste van de kwaliteit. Dat kan natuurlijk niet. Er ìs nood aan interdisciplinaire samenwerking. In de aanloop naar de eerstelijnsgezondheidsconferentie van minister Vandeurzen bereidde het OZZ binnen de Federatie Vrije Beroepen een nota voor met een reeks essentiële voorwaarden om meer en performantere multidisciplinaire zorgteams te kunnen creëren. Fundamenteel is het vrijwaren van de onafhankelijkheid van elke zorgverstrekker in zo’n team.
Het model dat het OZZ naar voren schuift, werkt niet met een hiërarchie, maar is een partnerschap dat door elke partner kan worden geactiveerd. Daarbij is een transparant kader nodig dat ieders verantwoordelijkheid binnen het team, inclusief dat van de patiënt, duidelijk maakt.
Maar voor die multidisciplinaire samenwerking op poten kan worden gezet, moeten er enkele barrières uit de weg geruimd worden. Uit de enquête blijkt dat de zorgverstrekkers de onduidelijkheid over de precieze samenwerkingsvorm als grootste obstakel zien. Ook het gebrek aan gegevensuitwisseling en het tekort aan financiering baart hen zorgen. Wordt de gegevensuitwisseling opgevoerd, dan is het weer de vraag of de privacy van de patiënt niet in het gedrang komt. Ook op wettelijk en deontologisch vlak zijn er nog obstakels, zoals de privacy van de patiënt en het beroepsgeheim; en de vrijheid van zowel de patiënt als de zorgverstrekker. Om die informatie-uitwisseling vlot te laten lopen, zijn er bovendien investeringen nodig in een aangepaste begeleiding van de zorgverstrekker.
De voornaamste conclusie van dit onderzoek is dat interdisciplinaire samenwerkingsmodellen tussen zelfstandige zorgverstrekkers verder onderzocht en ondersteund moeten worden. Zo zou het nuttig zijn in kaart te brengen hoeveel samenwerking er al is tussen zelfstandige zorgverstrekkers, en hoeveel kosten en opbrengsten zo’n samenwerking met zich meebrengt. Op het vlak van ondersteuning kunnen er tools en modellen uitgewerkt worden, gekoppeld aan begeleidende en sensibiliserende acties of opleidingen.
Patiënten omringen met zorgteams waarbinnen de zorgverstrekkers optimaal op elkaar zijn afgestemd, zodat ze samen de ideale behandeling kunnen aanbieden. Wie kan daar tegen zijn?
Bekijk het volledige rapport op www.federatievrijeberoepen.be/pubs.jsp.
FAILLISSEMENTSDOSSIER ENKEL
NOG ELEKTRONISCH. DE AANGIFTE VAN EEN SCHULDVORDERING DUS OOK?
Sinds 1 april 2017 worden faillissementsdossiers enkel nog elektronisch bijgehouden. Moet een aangifte van schuldvordering in het kader van een faillissement dan ook elektronisch? Van elk faillissement wordt er een faillissementsdossier bijgehouden. Nu is dat nog een papieren dossier dat bewaard wordt op de griffie van de rechtbank van koophandel. Het bewaren van die dossiers zorgt voor heel wat werklast voor de rechtbanken. Daarom wordt er overgeschakeld naar een elektronische versie. Voor elk faillissement sinds 1 april 2017 wordt het dossier digitaal bewaard in het Centraal Register Solvabiliteit. In dat Register zullen alle gegevens en stukken van de faillissementsprocedure zitten. Zoals bijvoorbeeld de schuldvorderingen, processen-verbaal van verificatie, de inventaris die door de curator van de activa wordt opgemaakt, ... De website voor raadpleging van dat digitaal dossier is www.regsol.be. Maar niet iedereen heeft zomaar toegang tot het volledige Register. Zo hebben enkel magistraten en griffiers, het openbaar ministerie, de parketsecretarissen, de curators, de rechtercommissarissen, de gefailleerden, de schuldeisers, de advocaten van partijen in het faillissement en de beheerder toegang tot het persoonlijk gedeelte van het register. Dat betekent dat schuldeisers een aangifte van schuldvordering moeten doen op elektronische wijze in dat Register. Voor natuurlijke personen die geen beroep doen op een advocaat geldt een uitzondering. Zij kunnen hun stukken neerleggen bij de curator (aangetekend of tegen ontvangstbewijs), die ze dan in het elektronisch dossier ingeeft.
ZIJN SOMMIGE ENQUÊTES
IK GA MET PENSIOEN. MAG IK NOG BIJKLUSSEN?
U en uw echtgeno(o)t(e) gaan met pensioen. Wat is voor u het voordeligst: een gezinspensioen of twee afzonderlijke pensioenen? En kan u na uw pensioen nog bijklussen? U en uw echtgeno(o)t(e) hebben elk op basis van uw eigen beroepsloopbaan recht op een pensioen als alleenstaande. Soms is het nochtans voordeliger om samen één gezinspensioen te ontvangen in plaats van twee afzonderlijke pensioenen. Het gezinspensioen wordt berekend op basis van de loopbaan van één van beide echtgenoten en is ongeveer 25 % hoger dan het pensioen als alleenstaande. De pensioendienst past automatisch de meest voordelige optie toe. Als gepensioneerde kan u nog bijklussen naast het pensioen. Vanaf 1 januari van het kalenderjaar waarin u 65 wordt, mag u als gepensioneerde onbeperkt bijverdienen. Als u jonger bent dan 65, dan moet u uw inkomsten als zelfstandige beperken, tenzij u een loopbaan hebt van minstens 45 jaar op het moment van pensionering. Ook de echtgenoot van degene die het gezinspensioen ontvangt (die dus zelf geen eigen pensioen ontvangt) moet zijn inkomsten beperken! Een echtgenoot jonger dan 65 moet zijn inkomsten als zelfstandige beperken tot 6.285 euro netto belastbaar per jaar (of 9.427 euro als hij de kinderen ten laste heeft). Eens de echtgenoot 65 jaar of ouder is, mag hij jaarlijks 18.152 euro netto belastbaar bijverdienen als zelfstandige (of 22.080 euro als hij de kinderen ten laste heeft). Werkt uw echtgenoot als werknemer, dan liggen de grenzen 20% hoger. De exacte bedragen kan u terugvinden op de website van RSVZ (www.rsvz.be).
U kreeg onlangs een brief van de FOD Economie met de vraag om een structuurenquête in te vullen. Volgens die brief is dat verplicht. Klopt dat? En wat als u dat niet doet? Sinds 1996 voert de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie jaarlijks een enquête uit naar de structuur van de ondernemingen. Daarbij wordt informatie ingezameld over de activiteit, de werkgelegenheid, de opbrengsten, de kosten en de investeringen van het voorgaande boekjaar, dat niet noodzakelijk hoeft samen te vallen met het kalenderjaar. Als uw onderneming uit de steekproef komt, dan bent u verplicht om aan dit statistisch onderzoek deel te nemen. De resultaten van het onderzoek dienen als basis voor het opstellen van statistieken over de economische situatie van België. De enquête naar de structuur van de ondernemingen richt zich tot de onderneming als juridische eenheid, gekenmerkt door het btw en/of RSZ-nummer. Dat betekent dat het begrip ruim geïnterpreteerd moet worden. Hieronder vallen zowel de vennootschappen, instellingen, verenigingen, intercommunales, de zelfstandigen (inclusief sommige vrije beroepen, met uitzondering evenwel van diegenen die niet btw-plichtig zijn en geen werknemers hebben, die aan de Sociale Zekerheid onderworpen zijn). Als u niet antwoordt, dan krijgt u één (of indien nodig twee) herinneringsbrie(f)(ven) toegestuurd. Als u daar dan nog geen gevolg aan geeft, riskeert u een administratieve boete. Die geldboete kan oplopen tot 10.000 euro.
TWEE WETEN MEER DAN ÉÉN
“Het was een verdomd moeilijke vraag: ze was ongewoon, we kenden geen precedenten en we zouden er geen vinden, dat wisten we wel dadelijk, mijn medewerker en ik. Als we de zaak verkeerd inschatten, zouden de gevolgen niet te overzien zijn. En, zoals dat zo vaak het geval is bij die vragen-van-één-miljoen, moesten we niet alleen binnen de paar uur antwoorden, maar ging ons buikgevoel ook meteen in tegen het antwoord waarop de cliënt eigenlijk hoopte. Wat doet een mens dan, of beter gezegd, wat doen twee mensen dan, iemand met ruim 30 jaar op de teller en iemand die met haar het vak volop en gretig aan het leren is? Het buikgevoel rationaliseren door argumenten pro en contra, per analogie redeneren, tot een voorlopige conclusie komen (en ja hoor, dat buikgevoel werd bevestigd), en… een derde mening vragen, van een andere vennoot met ervaring in de materie. Die wierp nog een paar andere lichten op de situatie, maar uiteindelijk landden we op een duidelijke conclusie: het bleef neen, het risico was te groot. Zes ogen zien meer dan vier, laat staan dan twee ogen. En met een gerust hart dat we de cliënt het juiste advies gaven, nam ik mijn telefoon en deelde hem de grote lijnen mee van het denkproces dat we met drie hadden doorgemaakt, terwijl mijn medewerker aandachtig meeluisterde en hier en daar nog een nuance en een aanvulling aanbracht. De cliënt voelde aan dat we de vraag werkelijk aan alle kanten hadden bekeken en kon dus leven met ons “neen, niet doen”. Gelet op mijn leeftijd, zit ik nog vaker in de andere rol: “heb je 5 minuten?” – het worden er dan vaak wat meer – “mogen we heel
MARIEKE WYCKAERT
Nationaal voorzitter Federatie Vrije Beroepen
even iets met je aftoetsen?”. Vier ogen, waarvan twee met een nieuwe blik, zien meer dan twee. Niets uitdagender, professioneler en comfortabeler dan elkaar, als het vuur hoog oplaait en het dus echt belangrijk is de brand onder controle te houden, te ondersteunen om de juiste keuzes te maken. Soms betekent dat ook de zaak uit handen geven: hoe vaak verwijs ik een cliënt niet met gerust gemoed door naar de uitstekende pleitadvocaat onder mijn vennoten, of naar de hele sterke strafpleiter, of naar de vennoot die werkelijk alles weet van die verdomde openbare aanbestedingswetgeving? En heel soms betekent de cliënt de beste dienst bewijzen ook de zaak uit huis te verwijzen: naar een confrater met een bepaalde specialisatie die ons huis niet bezit. Zij kijken met andere ogen, en weten in dit geval beter dan ik. Ook in de belendende percelen ervaar ik kijken samen met anderen als een heerlijk comfort: met een paar notarissen ga ik inmiddels blindelings in zee, en ook bij de economische beroepsbeoefenaars zijn er een aantal met wie ik uitstekende ervaringen heb, wat meteen de bodem legt voor nieuwe samenwerking.
Ik beken: ik ben geen individualist. Ik doe niet liever dan met andere juristen aan recht te doen. Ik zou alleen niet aarden. Maar welk vrij beroep u ook beoefent op welke manier ook, u zal wel iets in mijn verhaal herkennen. Zelfs de meest individuele en bekwame solospeler onder ons komt af en toe zijn of haar grenzen tegen. Die grenzen worden bijna zo goed als steeds verlegd als u er even een collega bijhaalt: mooi meegenomen voor de rasechte individualisten onder ons – en die moeten er ook zijn - dat hun individuele kennis en ervaring voor de toekomst meteen nog wat groter werden. Maar nog mooier als u denkt, “bwaah, nog zo slecht niet, zo’n sparring partner, af en toe”. En u, met wie doet u het?”
COLOFON De Vrije Beroeper is een uitgave van de Federatie Vrije Beroepen vzw (VU), Willebroekkaai 37, 1000 Brussel. Verschijnt 4x per jaar. De redactie van De Vrije Beroeper streeft naar de grootst mogelijke betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, waarvoor zij echter niet aansprakelijk kan worden gesteld. Contact: +32 (0)2 21 22 504, info@federatievrijeberoepen.be Kernredactie: Jan Sap, Gert Peeters, Simon Gryspeert, Nele Muys, Paulien Coenaerts, Gretel Van Der Looy, Jef Bormans, Mona Wyverkens Vormgeving: Kliek Creatieve Communicatie, Bruggestraat 105, 8700 Tielt, +32 (0)51 40 43 12, contact@kliek.be Fotografen: Pat Verbruggen, Dieter Telemans Adverteren? Trevi nv, Meerlaan 9, 9620 Zottegem, +32 (0)9 360 62 16, www.trevi-regie.be Blijf op de hoogte: www.facebook.com/federatievrijeberoepen, twitter.com/vrijeberoepen Onze elektronische nieuwsbrief? www.federatievrijeberoepen.be
Altijd dicht bij uw klanten
Ook tot in de verste uithoeken van uw zaak
We komen gratis langs om het beste te halen uit uw internet en telefonie