De Vrije Beroeper | maart 2015

Page 1


Devrijeberoeper

Dag van de Ondernemer

Wie de media heeft gevolgd op 21 november, kon er niet om heen: de Dag van de Ondernemer Pagina 6

“Niet wat je kent, maar wie je kent is belangrijk”

Praktische marketingtips voor vrije beroepen in de medische sector. Pagina 10-11

‘Verplichte verzekering van aannemers’ Architecten leggen eis op tafel bij alle bouwpartners

Acht van de achttien ministers en staatssecretarissen hebben een vrij beroep (gehad). Premier Charles Michel heeft zijn stage gedaan aan de balie. Ook Kris Peeters heeft zijn stage gedaan als advocaat. Verder zijn Didier

Reynders en Koen Geens advocaat geweest. Dat de advocatuur een populaire sector is in politieke middens, bewijzen ook Hervé Jamar en Marie-Christine Marghem. Daniel Bacquelaine is dan weer huisarts, net als

Verder in dit nummer

Sectornieuws

THUISVERPLEGERS

ZIJN GEEN FRAUDEURS

NAV, de Vlaamse Architectenvereniging, vindt dat wie bouwt, zou mogen rekenen op een verplichte verzekering van alle bouwpartners. Dat blijkt uit een rondetafelgesprek met deze krant. “Wij zijn in de bouwsector de enige partner die verplicht 10 jaar aansprakelijk is en daarvoor ook 10 jaar verplicht verzekerd moet zijn”, zegt Urbain Van De Voorde, architect en ondervoorzitter van NAV. “Een groot nadeel, ook voor de consument. Als er iets verkeerd gaat in de bouw, en de aannemer is niet verplicht verzekerd voor zijn burgerlijke aansprakelijkheid, komen ze bij de architect. Dat is niet fair.”

Het voorstel van de verplichte verzekering krijgt bijval bij notaris Vincent Van Walleghem en vastgoedmakelaar Gert Toye. Bij de aannemers valt het niet in goede aarde. “Verzekeren kost geld”, zegt Bart De Malsche, aannemer van de firma Qubo nv (zie foto). “De marge die door zo’n verzekeringsmaatschappij genomen wordt is 40 procent. Dat zou de zoveelste prijsverhoging betekenen.”

Eensgezindheid in de bouwsector is er wel over de woonbonus. De Vlaamse regering heeft die sinds januari deels afgeschaft, maar de vastgoedmarkt is hierdoor niet in elkaar gestuikt. Na de rush eind 2014 blijft de Belg ook dit jaar volop huizen kopen, bouwen en verbouwen. “De woonbonus was een hype. De lage rente heeft veel meer impact”, luidt de analyse.

“Fraude moet aangepakt worden en kan niet getolereerd worden,” reageert Lucien Speeckaert, de voorzitter van de Vlaamse Beroepsvereniging voor Zelfstandige Verpleegkundigen (VBZV). “Maar de 140 personen om wie het gaat, moeten ook eerst gecontroleerd worden, vooraleer je deze collega’s kunt veroordelen. Dat de sector onderbetaald is, moet werken met verouderde nomenclatuur en inschalingsinstrumenten, de alsmaar toenemende eisen van de patiënt en/of zijn familie, alsmaar meer ingewikkelde administratie,… Al deze factoren werden spijtig genoeg niet weergegeven door de pers. Wij tolereren het niet langer dat de ganse sector van de thuisverpleging nu bestempeld wordt als fraudeurs.”

Lees verder

“QUOTE

“De gezondheidszorg draait op zelfstandigen”

Karel Van Eetvelt, gedelegeerd bestuurder

UNIZO

We mogen af en toe een pikuur geven aan de politiek. Zo weten ze dat de vrije beroepers best meer

laten we onze sectoren aan het woord. Zij fileren het regeerpro gramma, bekeken door de bril van de vrije beroeper.

Marie-Christine Marghem
Januari - Februari - Maart 2015 - Driemaandelijks - P 918334

Facebook

In een recent advies sprak de Orde van Geneesheren zich uit over het gebruik van social media door artsen. Het advies geeft artsen uitgebreid raad over de mogelijke risico’s die aan social media verbonden zijn. Zo wordt het artsen afgeraden om vriendschapsverzoeken te aanvaarden van patiënten op Facebook.

Hallo Orde? Zou een goed opgeleid arts echt niet weten dat hij/zij voorzichtig moet omgaan met social media? En zou hij/zij er ook niet zelf zijn opgekomen dat hij/ zij het beroepsgeheim te allen tijde moet respecteren evenals de privacy van de patiënt?

Een gemiste kans. En wat ik vooral jammer vind, is dat door het naar buiten brengen van dit soort adviezen - en er was ruime persaandacht - de orde haar eigen werking dreigt te bagatelliseren. Ordes en instituten hebben wel degelijk zin en sommige werken goed, maar globaal moeten we de werking van deze instellingen nader durven te bekijken.

Transparantie, heldere procedures en onderlinge uniformiteit staan hierbij voorop. Uit eigen enquêtes van de Federatie Vrije Beroepen blijkt dat het voor veel beroepsbeoefenaars absoluut niet duidelijk is op welke manier ordes of instituten functioneren, hoe een procedure gevoerd wordt, enz. En als het voor een beroepsbeoefenaar al niet duidelijk is, wat dan te denken van de cliënt of patiënt die een klacht wenst in te dienen?

In plaats van regeltjes op te leggen over het al dan niet mogen gebruiken van Facebook of Twitter, zouden we vooral onze tijd en energie moeten steken in het debat over een moderne werking van ordes en instituten. Benieuwd hoeveel ‘likes’ of ‘retweets’ deze discussie zal opleveren.

Nieuwjaarscauserie van de Federatie Vrije Beroepen en UNIZO, met Eurocommissaris Marianne Thyssen

Op 27 januari organiseerden de Federatie Vrije Beroepen, UNIZO Sectorwerking, UNIZO Internationaal en UNIZO KMO Contact een geslaagde Nieuwjaarscauserie voor hun aangesloten sectoren en stakeholders. Meteen de ideale gelegenheid voor de betrokken voorzitters om hun werking en prioriteiten voor 2015 nog eens in de kijker te plaatsen. Daarbij konden ze ook meteen hun verwachtingen ten aanzien van ‘Europa’, vertegenwoordigd door gastspreker en Europees commissaris voor sociale zaken, Marianne Thyssen, ventileren.

Eurocommissaris Marianne Thyssen in gesprek met Johan De Leenheer, voorzitter van de Federatie Vrije Beroepen.

De federale ombudsdienst, ook voor

Vice-eerste minister en minister van Werk, Economie en Consumenten Kris Peeters kondigde onlangs aan dat de federale ombudsdienst pas op 1 juni 2015 in werking zal treden, dit in plaats van de voorziene datum van 1 januari. Maar wat is die federale ombudsdienst nu eigenlijk, hoe komt deze terecht in mijn vrije beroepspraktijk en worden die zaken al niet behandeld door mijn orde of instituut?

De wet van 4 april 2014 die de federale ombudsdienst installeert komt eigenlijk voort uit de omzetting van Europese wetgeving. (Richtlijn 2013/11/EU van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende alternatieve beslechting van consumentengeschillen). In één pennentrek werden ook de meeste bestaande Belgische initiatieven en diensten die de consument bijstaan ondergebracht in deze dienst. Een goede zaak dus.

De federale ombudsdienst heeft in feite drie grote opdrachten:

1. De consumenten en ondernemingen (en dus ook vrije beroepen) informeren over hun rechten en plichten

2. Elke aanvraag tot buitengerechtelijke regeling van een consumentengeschil in ontvangst nemen en hetzij bezorgen aan een erkende entiteit, hetzij zelf behandelen. Dit kan dus zowel op vraag van de consument zijn als de vrije beroeper.

mijn cliënten?

doorgeefluik fungeren. De bedoeling van de federale ombudsdienst is dat elke klacht van een consument behandeld moet kunnen worden. De consument moet met al zijn klachten tegenover een onderneming terecht kunnen bij een ombudsdienst. Dat zal dus de federale ombudsdienst zijn, tenzij er voor dat domein reeds een erkende dienst bestaat. Vandaar het belang van die erkenning.

Een erkende entiteit?

Dergelijke entiteit kan bijvoorbeeld door een sector worden opgericht (na een erkenningsprocedure). Het kan bijvoorbeeld zijn dat een eigen beroepsgroep dit installeert (advocaten via de Orde van Vlaamse Balies, architecten via de orde van architecten, de reeds bestaande ombudsdienst rechten van de patiënt, enz..). Bestaat er geen erkende entiteit, dan zal de federale ombudsdienst

verder gaan met de klacht. De behandeling van een aanvraag van een consumentengeschil voor de federale ombudsdienst is kosteloos en vrijwillig.

Momenteel zijn er verschillende sectoren bezig om zich via een procedure bij de FOD economie te laten erkennen als entiteit. Hetgeen uw orde/instituut momenteel behandeld van klachten van cliënten komt vandaag immers niet echt overeen met de zaken die de Federale Ombudsdienst zal behandelen. Uw respectievelijke orde/ instituut/sectororganisatie zal u daarover informeren wanneer het zover is en wat u dus best aan uw cliënten meedeelt. Ook de Federatie Vrije Beroepen houdt u op de hoogte van deze ontwikkelingen.

Raadpleeg dus geregeld onze website of schrijf u in op onze nieuwsbrief.

Jan Sap, Secretaris-Generaal Federatie Vrije Beroepen @jansap

3. Zelf optreden in elke aanvraag tot buitengerechtelijke regeling van een consumentengeschil, waarvoor geen andere erkende entiteit bevoegd is.

Bestaat er dus een erkende entiteit dan zal de federale ombudsdienst als verplicht

de centrale spreker op de Raad van

In december was Vlaams minister van Werk Philippe Muyters
Bestuur van de Federatie Vrije Beroepen.
Foto: Michel
Wieglandt
‘Een zorgzame start’

In 2013 startten 6908 personen in een medisch vrij beroep zoals artsen, tandartsen of kinesitherapeuten. Dat is ruim een vierde van alle starters in het vrije beroep.

Om deze starters te ondersteunen op vlak van ondernemerschap, lanceerde de Federatie Vrije Beroepen met de steun van voormalig Vlaams minister-president en huidig minister van Werk Kris Peeters, het project “Een zorgzame start”. Want een zelfstandige zorgverstrekker, is ook een zorgzame ondernemer. Zelfstandig artsen, tandartsen, kinesitherapeuten, apothekers, psychologen en verpleegkundigen kunnen bij de Federatie terecht voor infosessies, publicaties en een opleidings- en begeleidingstraject op maat.

Ondertussen doorliepen een twaalftal praktijken van zelfstandige zorgverstrekkers een coachingstraject. De masterclass zorgmanagement is het resultaat van deze begeleidingen en de enquêteresultaten. Centraal staan de basisprincipes van het ondernemerschap: strategie, marketing en sales management, financieel management, persoonlijk ondernemerschap en HR management met telkens specifieke klemtonen voor de individuele beroepsgroep.

Het volledige programma vindt u in de bijgevoegde brochure van de Academie voor het Vrije Beroep en op de website.

Daarnaast ontwikkelde de Federatie een begeleidingspakket dat zorgverstrekkers tegen betaling kunnen gebruiken. Ten slotte werkt de Federatie aan een startersgids voor de medisch vrije beroeper. Met het project, gedragen door de representatieve beroepsorganisaties van de zelfstandige zorgverstrekkers in Vlaanderen, wil de Federatie een voldoende grote aantrekkingskracht voor zorgverstrekkers in de eerste lijn creëren. Het project kadert in Flanders’ Care en de startersinitiatieven van het Agentschap Ondernemen van de Vlaamse overheid.

Dag van de Psycholoog in het teken van de vergrijzende samenleving

Op 12 februari hielden de psychologen hun ‘Dag van de psycholoog’. Thema voor dit jaar is de rol van de psycholoog binnen een vergrijzende samenleving. En blijkbaar kan de psychologie ons nog heel wat bijbrengen over hoe we ‘succesvol ouder kunnen worden’. “We hebben veel te lang gekeken naar ‘ouder worden’ als iets wat gepaard gaat met beperkingen en ziekte,” zegt Koen Lowet, gedelegeerd bestuurder van de Belgische Federatie van Psychologen. “Vandaag kijken we veel meer naar het potentieel van ouderen en hoe we zo goed mogelijk ouder kunnen worden. Lang genoeg actief blijven en dus niet te vlug de arbeidsmarkt verlaten blijken belangrijke aspecten te zijn van gezond ouder worden.”

62%

62 % van de vrije beroepen heeft te maken met wanbetalers. De meest recente cijfers uit een bevraging naar wanbetalers bij vrije beroepen (barometer van UNIZO) vertellen dat slechts 1 op 5 niet te maken heeft met wanbetalers. Meer dan 3 op 5 geeft aan dat een 10 % van zijn patiënten-cliëntenbestand, wanbetalers zijn.

25%

Één op vijf van de vrije beroepen kan in de toekomst door wanbetalers in de problemen komen. Wanneer we polsen hoe de vrije beroeper reageert op wanbetalers, luidt het: Op de eerste plaats werken ze met aanmaningen (82 %). Vervolgens zegt 35 % een beroep te doen op een incassoservice. Daarnaast: voorschotten, verwijlinteresten, en als laatste de deurwaarder.

74%

Driekwart van de medisch vrije beroepen geeft aan niet klaar te zijn voor de start als zelfstandige. De belangrijkste reden is het ontbreken van ondernemerschap. Om dit grote hiaat in de academische opleidingen op te vangen, worden er vanuit het project ‘een zorgzame start’ en in samenwerking met onze aangesloten beroepsorganisaties, opleidingen georganiseerd dit najaar. Het thema focust op “zorgzaam ondernemen”.

90%

Meer dan 90% van de economische beroepers krijgt af en toe vragen over subsidies en steunmaatregelen. In december vorig jaar lanceerde de Federatie Vrije Beroepen in samenwerking met de drie economische instituten (IAB, BIBF en IBR) en het Agentschap Ondernemen een onderzoek over de rol van de economische beroepsbeoefenaars (accountants/belastingconsulenten, boekhouders-fiscalisten, bedrijfsrevisoren) inzake subsidies en financieringsmaatregelen.

Nee, de vastgoedmarkt stuikt niet in elkaar nu de woonbonus deels is afgeschaft. Na de rush eind 2014 blijft de Belg ook dit jaar volop huizen kopen, bouwen en verbouwen. “De woonbonus was een hype. De lage rente heeft veel meer impact”, luidt de analyse. Hoe dan ook goed nieuws voor de bouwsector dus. Al blijven er pijnpunten. De Vrije Beroeper organiseerde een pittig gesprek met een vastgoedmakelaar, een notaris, een architect en een aannemer.

Eén van die terugkerende pijnpunten is de sociale dumping en de (oneerlijke) concurrentie van Oost-Europese landen. Ook de administratieve rompslomp blijft om de hoek loeren. Nog een andere bron van discussie is de verplichte verzekering voor burgerlijke aansprakelijkheid. Maar eerst het goede nieuws: de effecten van de woonbonus. In oktober en november werden respectievelijk 25 en 22 procent meer huizenverkopen genoteerd.

Gert Toye (vastgoedmakelaar): “De woonbonus is in 2014 goed geweest voor de transacties. Al was het maar voor de publiciteit die het gemaakt heeft voor de sector: ‘Kijk, je moet nu iets doen, je moet nu kopen.’ De mensen die een aankoop in het achterhoofd hadden, hebben het nu zeker en vast gedaan. Behalve diegenen die het financieel ook vorig jaar niet zouden kunnen, heeft iedereen een push gekregen en gebruik gemaakt van de maatregel. Maar we mogen het niet overroepen. Veel belangrijker dan de woonbonus is de lage rente. Eind 2014 bedroeg het verschil wat je kon betalen voor een woning ongeveer 9 procent, met dezelfde maandelijkse aflossing. Dat is in de meeste gevallen meer waard dan de woonbonus. Bovendien speelde de woonbonus enkel voor de eerste en enige woning.”

Vincent Van Walleghem (notaris): “Eind 2014 voelden ook wij een stijging. Maar ook na januari hebben we nog veel transacties. De woonbonus was publicitair inderdaad een goede maatregel, de markt kreeg een boost. Maar ook wij als notarissen merken dat eerder de lagere rente doorslaggevend

is. Ons kantoor ligt in Koksijde, wij zitten in een duurdere markt. Aan de kust speelt ook de tweede woning mee. Veel mensen hebben schrik voor de vermogensbelasting of de vermogenswinstbelasting – hoe het ook gaat heten – en stellen hun beslissing uit om die bijkomende woning te kopen tot er op dit vlak eindelijk zekerheid is. Er komt een taks, maar niemand weet er het fijne van. Dat de regering hier nu al maanden over palavert, is nefast. Gelukkig staat de rente nog altijd laag.”

Urbain Van De Voorde (architect): “Wij als architecten ondergaan zoiets als de woonbonus. Het is interessant geweest voor de hype die in de pers is gekomen. De woonbonus is voor velen meegenomen, maar niet expliciet het allernoodzakelijkste. Ook andere zaken spelen mee: opdeling van gezinnen, betere mobiliteit, woningen en appartementen die niet voldoen aan de hedendaagse normen.”

Van Walleghem: “Een Belg is nu eenmaal zo: als er fiscaal iets gunstig is, doet iedereen het. Dat was zo met de zonnepanelen, nu met de woonbonus. En je zal zien dat er volgend jaar een rush zal komen, omdat de

renovatiepremie van 6 procent verschoven is van 5 naar 10 jaar. Alle aannemers gaan veel werk hebben.”

Bart De Malsche (aannemer Qubo nv): “Wij zijn gespecialiseerd in nieuwbouw. Wat wij tegenwoordig bouwen zijn Formule 1-woningen in vergelijking met het gros van de bestaande woningen. Maar: slechts 6 procent kan een nieuwbouwwoning betalen. Ik zit 22 jaar in het vak en heb amper één jaar gehoord over de woonbonus, en dat was het laatste jaar. Ik heb nog geen enkele klant over de vloer gehad die zei: ‘Ik ga bouwen want de woonbonus maakt mij dit mogelijk.’ Het gaat hen om ‘kan ik dit vandaag besteden?’ en niet over ‘wat is mijn korting op termijn?’ Die woonbonus heeft de vraag naar eind 2014 geschoven, in plaats van naar de eerste zes maanden van 2015.”

Van Walleghem: “De woningprijzen zijn in dalende richting. Velen hebben ‘vlug vlug’ gekocht omwille van die woonbonus. Hadden ze niet beter gewacht met hun aankoop? Want dan hadden ze hun woning misschien 10 procent goedkoper aangekocht.”

Vastgoedmakelaar Gert Toye: ‘Wie van ons wil dat zijn kind stukadoor wordt? Laat ons eerlijk zijn: als ouders horen dat hun kind naar de beroepsschool moet, wordt dit dikwijls niet zo plezierig onthaald.’

De Malsche: “Ik heb het gevoel dat sommigen zo zenuwachtig liepen om iets te verwerven dat ze bereid waren om eender wat te kopen.”

Van Walleghem: “Inderdaad, er zullen wellicht mensen zijn die hierdoor te overhaast gekocht hebben.”

Van De Voorde: “Als je moet beslissen over een aankoop van 300.000 euro ben je heel zenuwachtig. Hoe zou je zelf zijn? Dus in die hype ‘het is nu of nooit’ ga je misschien te snel of verkeerd kiezen. Als je heel goed rondkijkt en onderhandelt, zijn zaken als de woonbonus niet noodzakelijk.”

Intussen heeft de regering de woonbonus deels afgeschaft. Vanaf 1 januari is het fiscaal voordeel met een kwart verminderd.

Van De Voorde: “Slim om dit nu aan te passen. De regering heeft geluk gehad. Het is zoeken naar en verschuiven van budgetten. En als je dan meevallers hebt zoals een dalende rente, heeft het afschaffen van de woonbonus niet te veel impact. Het was het juiste moment voor de regering om de woonbonus te verlagen en de btw en de periode voor renovatie te verhogen. Mocht de rente omhoog gaan, dan wordt het moeilijk.”

Van Walleghem: “Dat hangt onder meer af van de situatie in Griekenland. Het gaat nog niet goed met de economie. Ik verwacht dat de rente zeker nog een tweetal jaar laag blijft.”

Van De Voorde: “Het zal wel vlotten met Griekenland, heb ik zo het gevoel. Als de Duitse bondskanselier Merkel zegt ‘dat ze begrip heeft voor de situatie’, denk ik dat het gekanteld is in de goede zin. Niemand heeft er belang bij dat de toestand escaleert, want dan snijden we in ons eigen vel.”

De Malsche: “Ook de overheden hebben geen centen. Dus de rente zal inderdaad niet snel stijgen. Wij bouwen 50 woningen per jaar. We moeten de productie constant houden, maar hebben te kampen met schommelingen. De markt reageert zeer emotioneel. Nu is er de woonbonus. Eind dit jaar is er een verstrenging van de energie-eisen gepland. Ook dat zal voor een rush zorgen. De bemoeienissen van de overheid zijn voor onze sector zeer negatief. Het zou veel beter zijn mochten ze gewoon de vrije markt laten doen.”

Toye: “Wachten met beslissen om een eigen gezinswoning aan te kopen is altijd nadelig voor de koper op lange termijn. Probleem is dat er teveel rechtsonzekerheid is en dat wakkert eerder het wachten aan om te beslissen.”

Van Walleghem: “Ik denk dat dit inderdaad speelt. De rechtsonzekerheid was er deels bij de woonbonus – ook hier was lang niet alles duidelijk. Er is de nieuwe fiscaliteit, de btw die omhoog gaat, … En het is er niet op vereenvoudigd met al die verschillende wetgevingen per regio.”

De Malsche: “Die geruchten zijn inderdaad niet goed. Als de overheid iets doet, dat men het eerst goed bestudeerd en het dan doet. Maar zeggen ‘de btw zal omhoog gaan, misschien op de nieuwbouw, misschien op de verbouwingen’ zorgt ervoor dat iedereen wacht.”

Aannemer Qubo nv - Bart De Malsche:

‘Ook de particulier doet profijt bij de sociale dumping in de bouwsector. Ook hij zou dus moeten aangepakt worden.’

Van De Voorde: “België is een samengesteld en chaotisch land. Eensgezind beslissen in moeilijk. Ik verwacht een evolutie van eengezinswoningen naar meergezinswoningen. Collectief wonen: nog meer appartementen, zoeken naar wonen met een betere mobiliteit en zo. Want je moet iets doen om jouw zelfde budget efficiënt te gebruiken. Mijn eigen zoon heeft een huis gekocht, onder meer dankzij de woonbonus, en heeft enkele kleine veranderingen in de woning aangebracht. Op zich is dat niet gunstig. Je moet zo’n woning eigenlijk meteen kunnen goed zetten. Verbouwingen verschuiven en verlengen de bouwperiode.”

De Malsche: “Vroeger zaten veel ouders mee aan tafel. Tegenwoordig worden de jongeren minder gesponsord. Ik heb het gevoel dat wij vaker bouwen voor oudere mensen. We hebben bijvoorbeeld klanten van 72 jaar, er is zelfs iemand van 80 jaar. Ze geven minder het geld aan hun kinderen, maar kopen zelf een eigendom voor hun oude dag. Ook begrijpelijk. Naast het comfort is het een goede belegging.”

Van De Voorde: “Iedereen leeft langer, hè. Ze gaan langer aan zichzelf denken.”

SOCIALE DUMPING

‘Als het goed gaat in de bouw, gaat het goed met onze economie’, luidt een stelling. Hoe gaat het op dit moment in de bouwsector? Zijn jullie tevreden vrije beroepers?

Van Walleghem: “Op dit moment zijn wij nog tevreden. Maar ik zie toch veel bouwfirma’s onder druk staan, met vaak faillissementen tot gevolg. De bouwsector heeft zware concurrentie van Oost-Europa: Polen, Roemenen.”

Van De Voorde: (knikt) “Sociale dumping dus. De arbeidsmobiliteit is verkeerd georganiseerd.”

De Malsche: “De crisis is nu al zes jaar bezig. Ik heb met de crisis leren omgaan. Weet je dat ik eens een mail heb gestuurd naar jullie gedelegeerd bestuurder Karel Van Eetvelt? “Karel, we hebben vanmorgen beslist in de vergadering dat we aan de crisis niet deel-

nemen.’ Het is voor een stuk een mentale kwestie. Als het in je hoofd crisis is, dan is het crisis. Maar het gaat moeilijk in de sector, dat moet ik toegeven. De huizen verkleinen, het aantal klanten verkleint. Gelukkig valt er af en toe ook eens een bouwfirma weg. En grote bouwfirma’s worden kleiner. Dus vermindert de concurrentie. Je moet er creatief kunnen tussen door zwemmen. Voor ons is die productiecapaciteit het probleem: die moet namelijk doorgaan en constant zijn. Als wij nu zes huizen te weinig verkopen, gaan we die nooit meer zetten. En zes huizen te veel zetten lukt niet, want dan daalt de kwaliteit.”

Van De Voorde: “En heb je geen last van die sociale dumping? De stukadoors en zo?”

De Malsche: “Nee, omdat wij meer een dienstverlenend bedrijf zijn. We hebben een eigen ontwerpafdeling, eigen EPBverslaggevers, eigen stabiliteitsingenieurs, eigen veiligheidscoördinators. We hebben alleen Belgische onderaannemers. Wat wel zo is: onze Belgische plakker vond geen personeel en heeft twee Polen aangeworven. Verder hebben we van de buitenlanders nog geen concurrentie. Ze kunnen hier wel komen werken, maar kunnen het nog niet komen organiseren.”

Van De Voorde: “Ik denk dat we zelf te weinig mensen hebben om de bouw drijvende te houden, dat is zeker. Ze moéten van het buitenland komen. Maar het moet wel goed georganiseerd worden, er mag geen valse concurrentie spelen.”

Toye: (richt zich tot de groep) “Wie van ons wil dat zijn kind stukadoor wordt?”

De Malsche: “Ik heb daar geen probleem mee. Liever dat mijn zoon een goede loodgieter is, dan dat hij elke dag in een das met de trein naar Brussel komt om hier een flauw boekhoudertje te zijn.”

Toye: “Laat ons eerlijk zijn: als ouders horen dat hun kind naar de beroepsschool moet, wordt dit dikwijls niet zo plezierig onthaald.”

Van De Voorde: “In die handenarbeid moet ook intelligentie zitten. En die gaat er meer en meer uit.”

Toye: “Dat zijn dan inderdaad de mensen die het werk gaan leiden. Maar diegenen

die het werk uitvoeren, leveren wij zelf niet meer aan. Zij komen van het buitenland –en gelukkig dat ze er zijn – maar het moet sociaal correct zijn.”

Van Walleghem: “Ik ken verschillende schilderbedrijven. Zij zeggen mij: ‘Wij werken aan 35 euro per uur. Als er Polen afkomen, doen ze dit voor 15 euro per uur.’ Dat is toch concurrentievervalsend?”

De Malsche: “15 euro per uur? Dat klinkt zelfs illegaal.”

Van De Voorde: “Ik heb Marianne Thyssen gehoord op de verkiezing van de Gouden Baksteen. Arbeidsmobiliteit is één van haar beleidsdomeinen. (Bouwunie reikte in februari de Gouden Baksteen uit, een award als aanmoedigingsprijs, dit keer aan Europees commissaris Thyssen, die pleit voor een eerlijkere interne markt waar fraude en misbruiken doeltreffend aangepakt worden, red.) Het is alvast goed dat Thyssen en Europa het thema wil aanpakken en bespreekbaar maken. Die mobiliteit blijkt in Europa nog laag te zijn, in vergelijking met de Verenigde Staten. Maar het moet beter georganiseerd worden. Concurrentieel. Schildersbedrijven hebben hier enorm veel last van, dat klopt.”

Van Walleghem: “Dat zijn de eersten. Maar nu komen ook veel metsers in de problemen.”

De Malsche: “Maar er zijn geen buitenlanders die het initiatief nemen om hier ganse projecten aan te nemen, toch?”

Van Walleghem: “Dat niet.”

De Malsche: “Zij kunnen alleen als onderaannemer werken.”

Van De Voorde: “Volgens mij zal dit niet zo blijven. Ook buitenlanders zullen die projecten in handen nemen. Daar is trouwens niets verkeerd mee, zegt ook Europa.”

Toye: “En daarom moeten we naar één fiscaliteit in Europa.”

De Malsche: “Wat ook niet slecht zou zijn, is dat diegene die van het voordeel geniet ook aangepakt wordt, namelijk de particulier.”

Van De Voorde: “Klopt. In principe heeft de bouwheer een deel van de winst van het feit dat Belgische bedrijven zwaar onder druk staan.”

Toye: “De bouwheer is daarvoor inderdaad aansprakelijk.”

De Malsche: “Maar hij wordt nooit gepakt. Kijk op de werven van de overheid: daar werken ook veel veel buitenlanders die administratief niet in orde zijn, een soort illegalen dus. Als de overheid er van kan genieten, hebben ze er geen problemen mee.”

Van De Voorde: “Illegalen is een heel gevaarlijk woord.”

De Malsche: “Akkoord. Maar van de 100 arbeiders zijn er 98 waarvan de administratie niet klopt.”

Architect Urbain Van De Voorde: ‘Waarom zijn architecten wél verplicht verzekerd? Wij moeten soms opdraaien voor zaken waar we eigenlijk niets mee te maken hebben.’

VERPLICHTE AANSPRAKELIJKHEID

Notaris Van Walleghem is een tevreden ondernemer. Aannemer De Malsche weigert naar eigen zeggen toe te geven aan de crisis. Hoe zit het bij de architecten, meneer Van De Voorde?

Van De Voorde: “Wij hebben het als architect moeilijker dan vroeger. Alles is te complex geworden. De gemeentelijke verordeningen die overal verschillen, de technische normen, de moeilijkheden met betrekking tot vergunningen: alles is chaotisch opgelegd.”

Wat met de verplichte burgerlijke aansprakelijkheid van de architecten?

Van De Voorde: “Dat is één van de strijdpunten van het NAV, de Vlaamse architectenvereniging. Wij zijn in de bouwsector de enige partner die verplicht 10 jaar aansprakelijk is en daarvoor ook 10 jaar verplicht verzekerd moet zijn. Een groot nadeel, ook voor de consument, vind ik. Als er iets verkeerd gaat in de bouw, en de aannemer is niet verplicht verzekerd voor zijn burgerlijke aansprakelijkheid, komen ze bij de architect. Dat is niet fair.”

De Malsche: “Het is niet omdat de aannemer niet verplicht verzekerd is, dat hij niet verantwoordelijk is. Hij kan het probleem ook herstellen. Dat kan een architect niet.”

Van De Voorde: “Ja, maar als hij niet meer aanwezig is, zal hij het niet meer herstel-

len, denk ik. De consument moet van alle partners een verzekering hebben. Goede intenties alleen, zoals ‘we zullen het herstellen’, zijn niet voldoende.”

Toye: “Verzekeringen gaan over: de consument beschermen. Het gaat er niet over of de aannemer van goede wil is.”

De Malsche: “Verzekeren kost geld, hè. De marge die door zo’n maatschappij genomen wordt is 40%. Ons bedrijfskapitaal is onze verzekering voor de klant. Dat zou de zoveelste prijsverhoging betekenen. De nieuwbouw wordt almaar duurder. De mensen zeggen: ‘Wij vinden verbouwen veel charmanter’. Dat is allemaal waar, omdat ze nieuwbouw gewoon niet meer kunnen betalen.”

Van De Voorde: “Stel je voor dat je failliet gaat, dan heeft de consument een probleem.”

De Malsche: “Ja, maar vandaag bestaan er gemakkelijke middelen om te zien of een aannemer over tien jaar nog bestaat. Als je een Lada koopt, moet je geen Mercedes verwachten. Het gaat niet op om eerst een aannemer te kiezen die acht procent goedkoper is, en dan te merken dat hij nadien failliet gaat. Als je naar onze balans kijkt, dan zie je dat onze 10-jarige waarborg iets waard is.”

Van Walleghem: (onderbreekt) “Daar heb je wel een punt. Je moet naar de balans kijken. Voor een goede firma betaal je soms wat meer. Maar de mensen kiezen vaak de

Notaris Vincent Van Walleghem: ‘Een Belg is nu eenmaal zo: als er fiscaal iets gunstig is, doet iedereen het. Dat was zo met de zonnepanelen, en nu met de woonbonus.’

goedkoopste. Ze willen langs alle kanten profiteren en dat gaat niet.”

Van De Voorde: “De vraag blijft: waarom zijn wij als architect dan wél verzekerd? Wij moeten soms opdraaien voor zaken waar

we eigenlijk niets mee te maken hebben.”

Toye: (richt zich tot De Malsche) “Moest er een verplichte verzekering zijn, zou dat ook in uw voordeel werken. Ik ben al vastgoedmakelaar sinds ’90. Sinds ’93 is het beroep erkend. Sindsdien heeft de sector een serieuze professionalisering doorgemaakt en dat heeft geleid tot een véél groter marktaandeel.”

Van Walleghem: “Dat klopt, en gelukkig maar. Want eerlijk gezegd: vroeger verkochten jullie gewoon, en alle problemen waren voor de notaris. Toen wantrouwden wij de vastgoedmakelaars, nu zijn we veel meer partners geworden. Een groot voordeel bijvoorbeeld is dat de verkoopovereenkomsten van notarissen en vastgoedmakelaars sinds een jaar dezelfde opmaak hebben.”

Toye: “Vastgoedmakelaars zijn door die professionalisering ook verplicht verzekerd. Zo blijven de goede makelaars in de sector over.”

Van De Voorde: “Ik vind die verplichte verzekering ook een voordeel. Een goede aannemer zal een lage premie kunnen krijgen. Dus ik geloof niet dat die prijs gigantisch veel zal stijgen.”

Tekst: Mikaël Soinne Foto’s: Studio Dann

De Federatie Vrije Beroepen verwelkomt enkele

nieuwe organisaties

Zowel de Vlaamse vastgoedmakelaars, de Belgische Vereniging van Podologen als de Vlaamse Ergotherapeutenbond hebben zich aangesloten. Wat is hun motivatie om zich te verbinden met de Federatie?

VLAAMS ERGOTHERAPEUTENVERBOND

Het Vlaams Ergotherapeutenverbond (VE) vindt bij de Federatie Vrije Beroepen naar eigen zeggen een platform voor overleg met andere medische beroepen. Ook het brede netwerk, de expertise en de ondersteuning van de Federatie Vrije Beroepen waren voor VE belangrijke drijfveren om aan te sluiten. Samen met de Federatie wil VE ergotherapie binnen de eerstelijnsgezondheidszorg verder promoten. Ergotherapeutische interventies kunnen opnames in ziekenhuizen voorkomen, uitstellen of verkorten.

www.ergotherapie.be

EENMANSZAAK NAAR VENNOOTSCHAP: GEVOLGEN VOOR UW SOCIALE ZEKERHEID

De meeste vrije beroepers brengen hun activiteiten op een bepaald moment onder in een vennootschap. Deze wijziging heeft gevolgen op het vlak van uw sociale zekerheid. We sommen de voornaamste aandachtspunten voor u op.

VLAAMSE VASTGOEDMAKELAARS

CIB Vlaanderen, de Confederatie van Immobiliënberoepen Vlaanderen, ondertekende in februari een samenwerkingsovereenkomst met de Federatie Vrije Beroepen, aangesloten bij UNIZO.

“Het groeiende ledenaantal toont aan dat CIB Vlaanderen, meer dan ooit, een belangrijke rol vervult in het dagelijks leven van de vastgoedmakelaar”, zegt CIB voorzitter Stephan Coenen. “De rol en het marktaandeel van de vastgoedmakelaar is de laatste decennia onmiskenbaar groter geworden. We informeren, begeleiden en ondersteunen onze leden. Het is dan ook onze voortdurende zorg om onze diensten goed te omkaderen en zelfs verder uit te breiden. En om ervoor te zorgen dat onze leden onmiddellijk en correct geïnformeerd worden over alles wat reilt en zeilt in onze sector. Dankzij de samenwerking met de Federatie Vrije Beroepen zal deze ondersteuning nog versterkt worden.”

CIB vertegenwoordigt meer dan de helft van de vastgoedkantoren in Vlaanderen of driekwart van de omzet van de sector. De organisatie telt ruim 1.400 leden. Naast vastgoedmakelaars vinden ook andere beroepen zoals vastgoedbeheerders, -promotoren en -experten onderdak bij de organisatie. Net zoals iedereen die actief is in bedrijfs- en toeristisch vastgoed. De voornaamste kerntaken van CIB zijn een ruime dienstverlening, een groot netwerk en belangenbehartiging op alle niveaus.

www.cibweb.be

BELGISCHE VERENIGING VAN PODOLOGEN

BVP-ABP is opgericht in 1947. De voorzitter van BVP-ABP, Carine Haemels, is eveneens voorzitter van de internationale vereniging voor Podologie. In België zijn zo’n 250 zelfstandige podologen actief. Elk jaar starten een 120-tal studenten aan de opleiding podologie. Samen met de Federatie Vrije Beroepen wil BVP-ABP de zelfstandige podologen nog beter ondersteunen. Concreet denkt ze aan projecten voor starters en rond ondernemerschap in het algemeen. “Nog te vaak blijkt ondernemerschap onbekend terrein voor pas afgestudeerde podologen,” zegt BVP-ABP-voorzitter Carine Haemels.

Naast de aandacht voor statuut van podologen, het RIZIV en de ontwikkeling van podologische zolen, werkt BVP voornamelijk aan het bekend maken van podologie. “Podologie wordt tot op vandaag niet terugbetaald. Mensen krijgen soms hierdoor de – verkeerde – perceptie dat podoloogbehandelingen niet zouden voldoen,” aldus BVP-ABP.

www.podologieweb.be

Vennootschap aansluiten

Eerst en vooral is men verplicht de vennootschap aan te sluiten bij een sociaal verzekeringsfonds met het oog op de betaling van de jaarlijkse vennootschapsbijdrage.

Meewerkende echtgenoten

Het statuut van meewerkende echtgenoot is van toepassing op de gehuwde of wettelijk samenwonende partner die de zelfstandige bijstaat in de eenmanszaak. Dit specifieke statuut kan niet meer toegepast worden van zodra de zelfstandige bedrijfsleider wordt. De partner die beroepsactief is in de vennootschap wordt ook als zelfstandige beschouwd.

Solidaire verantwoordelijkheid

De vennootschap is – als afzonderlijke rechtspersoon - solidair verantwoordelijk voor de betaling van de sociale bijdragen van de mandatarissen en de werkende vennoten. Het sociaal verzekeringsfonds moet onbetaalde sociale bijdragen van een mandataris of een werkend vennoot dus vorderen bij de vennootschap.

De stopzettingsmeerwaarde

Bij de omvorming van een eenmanszaak tot een vennootschap, wordt vaak een stopzettingsmeerwaarde gerealiseerd. Het bedrag van deze meerwaarde wordt fiscaal als een beroepsinkomen beschouwd. Deze meerwaarde maakt namelijk deel uit van het inkomen waarop men bijgevolg niet alleen personenbelasting verschuldigd is, maar ook sociale bijdragen. Dit blijft zo in het nieuwe bijdragesysteem dat sinds begin dit jaar van toepassing is, tenzij:

• het pensioen van de zelfstandige uiterlijk ingaat op 1/12 van het jaar volgend op het jaar waarin de meerwaarde gerealiseerd wordt - al dan niet met stopzetting van zijn beroepsactiviteit – is geen sociale bijdrage verschuldigd op de gerealiseerde stopzettingsmeerwaarde.

• de zelfstandige zijn activiteit effectief stopzet op 31/12 van het jaar volgend op het jaar waarin de meerwaarde gerealiseerd wordt, is ook hier geen sociale bijdragen verschuldigd op de gerealiseerde stopzettingsmeerwaarde.

In beide gevallen dient u Zenito te contacteren om de meerwaarde te filteren uit de bijdragebasis. Contacteer de studiedienst van Zenito (studiedienst@zenito.be) voor bijkomende informatie.

www.zenito.be ondernemingsloket@zenito.be

VAN

Academie Vrij Beroep pakt uit met nieuwe Masterclass opleidingen voor 27 beroepsorganisaties

De Federatie Vrije Beroepen kent een sterke groei. Onlangs sloot de 27ste beroepsorganisatie aan: het Vlaams Ergotherapeutenverbond (VE), volgend op de Vlaamse vastgoedmakelaars (CIB Vlaanderen). Om de 27 beroepsorganisaties maximaal te kunnen ondersteunen, bouwde de Federatie een sterke professionele dienstverlening uit. De Academie voor het Vrije Beroep is daar een belangrijk onderdeel van.

De vrije beroepers hebben een sterke opleiding genoten in hun vakgebied. Maar bij het uitvoeren van het beroep komen vaak nog heel wat andere competenties kijken: personeelsmanagement, patiënt/cliëntrelatie, organisatie van de werkvloer of praktijk, samenwerken in associatie, het beheren van de eigen financiële middelen, omgaan met moeilijke patiënten/cliënten, …

Onder impuls van secretaris-generaal Federatie Jan Sap en Federatie voorzitter Johan De Leenheer werd dit jaar beslist om te starten met een Masterclass-opleiding.

Voorzitter Johan De Leenheer: “Voor de economische, financiële en juridische beroe -

Samenwerken in associatie

“De cursus biedt niet alleen een juridische insteek maar is ook een leidraad bij het zoeken naar een samenwerkingsverband op ieders maat.”

Isabel Dillen - juridisch adviseur

pen hebben we een managementopleiding voor de dienstensector uitgewerkt. De Masterclass loopt over 5 namiddagen en behandelt belangrijke thema’s: strategie, marketing, communicatie, sales, persoonlijk financieel management,… In het voorjaar is er een Masterclass in het Kasteel van Zwijnaarde en in het najaar in de Salons Kesseldal in Kessel-Lo.”

De Masterclass voor de dienstensector richt zich tot vrije beroepers die de ambitie uitstralen om verder te groeien en de uitdagingen van deze snel veranderende tijden beslist willen aangaan.

Johan De Leenheer: “De eerste twee sessies worden gegeven door Eric Van Den Dobbelsteen, commercieel directeur van de

Marketing in medische beroepen

“Marketing- en communicatiestrategieën worden in onze sector dikwijls niet bewust ingezet. Dit o.a. omwille van het taboe, gebrek aan kennis en daarmee samenhangend de negatieve connotatie verbonden aan woorden als ‘reclame’ en ‘strategie’.

Deze opleiding biedt handvaten om de trend in de praktijk te doorbreken.”

Nederlandse Schipper Groep. Zijn visie en beleidsvoering is een openbaring en toont duidelijk aan hoe we in Vlaanderen de bakens tot ondernemen succesvol kunnen uitzetten in de dienstensector.”

De Masterclass voor de medische beroepen is door secretaris-generaal Jan Sap uitgetekend.

In het najaar wordt het prachtige renaissancewoning van de gewezen burgemeester van Antwerpen en de kunstmecenas Nicolaas Rockox (1560-1640) de thuishaven voor tandartsen, psychologen, apothekers, verpleegkundigen, kinesitherapeuten en artsen.

Secretaris-generaal Jan Sap: “Medici hebben een zeer degelijke academische opleiding genoten. Maar na enkele maanden praktijkervaring, merken ze dat nog heel wat andere competenties vereist zijn om succesvol te zijn. Die competenties hebben we nu in een Masterclass gebundeld.”

Artsen, apothekers, psychologen, tandartsen, kinesitherapeuten en verpleegkundigen krijgen in aparte Masterclasses een nieuwe en brede kijk om het management van hun praktijk aan te pakken: strategisch management, marketing management, sales management, financieel management, persoonlijk management, … Het zijn dure woorden die, evenwel bij goed gebruik,

meteen zorgen voor een grotere efficiëntie, personeels- en patiëntentevredenheid, een betere positionering, een vlottere communicatie en organisatie, een goed financieel beleid. Kortom een degelijk persoonlijk ondernemerschap.

Jan Sap: “De kracht van deze opleiding zit in de samenwerking met de beroepsorganisaties BFP, APB en VAN, AXXON, NVKVV, VBZV, VAS, VVT. En in de steun van het Agentschap Ondernemen - project Zorgzame Start.”

De Academie voor het Vrije Beroep organiseert daarnaast in het najaar ook enkele kortere opleidingen:

- Samenwerken in associatie voor juridisch, economisch en financiële beroepen in Schelle

- Samenwerken in associatie voor medische beroepen in Leuven

- Marketing voor medische beroepen in Leuven

Alle informatie over de Masterclasses en de korte thema-opleidingen kan u vinden in de brochure die bij deze krant zit, alsook op de website.

www.academievrijberoep.be

Marketing in medische beroepen

“Ik ben tot de conclusie gekomen dat marketing in de thuisverpleging kan en zelfs noodzakelijk is. Marketing is veel meer dan alleen maar reclame voeren, het is een gericht werkstuk.”

Johny VanvlijmenZelfstandige verpleegkundige

Residentie Rockoxhuis Antwerpen
Kasteel van Zwijnaarde

“Intussen worden wij zowel op Europees als op nationaal niveau steeds meer gelijkgeschakeld met om het even welke handelaar. Dat die laatste wel zijn broek mag afsteken om klanten te lokken en wij niet, doet er blijkbaar niet toe. Niet dat ik enige broekafsteekambitie koester. Maar een realistische portie commerciële slagkracht, dat lijkt me toch niet te veel gevraagd. Daarmee doe je het vrije beroep toch geen geweld aan?”

Kati Lamens, nationaal voorzitter NAV (NAVnews november-december 2014)

“De Code Civil is een meesterwerk omdat het wetboek uniformiteit schept in een oerwoud aan spelregels die hun oorsprong hadden in de middeleeuwen.”

Bart Van Loo, auteur van ‘De schaduw van de revolutie’, een boek over Napoleon Bonaparte (Knack)

“Het voordeel van tot 67 jaar te werken is dat er minder echtscheidingen zullen zijn op latere leeftijd.”

Luc Van Nevel, Manager van het Jaar 1990 (Trends)

De

brievenbus,

colofon

De Vrije Beroeper, de krant voor vrije beroepen, is een uitgave van de Federatie Vrije Beroepen. Verschijnt 4x per jaar.

Contact

e-mail: info@federatievrijeberoepen.be Tel: 02/21 22 504

Kernredactie

Gert Peeters, Jan Sap, Gretel Van Looy, Mikaël Soinne, Julie Pieters

Vormgeving FCO Media, marieke.veys@fcomedia.be Tel: 056/77 12 88

Fotografen

Studio Dann, Luk Collet, Johan Martens, Michel Wiegandt

Verantwoordelijke uitgever

Federatie Vrije Beroepen VZW, Willebroekkaai 37 1000 Brussel

Adverteren in De Vrije Beroeper? FCO Media - filip.cossement@fcomedia.be Tel: 056/77 13 10

De redactie van De Vrije Beroeper streeft naar de grootst mogelijke betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, waarvoor zij echter niet aansprakelijk kan worden gesteld. www.facebook.com/federatievrijeberoepen

Blijf op de hoogte:

twitter.com/vrijeberoepen

Onze elektronische nieuwsbrief www.federatievrijeberoepen.be

het medium waar je elke dag naar uitkijkt.

Zit er al iets in de bus vandaag? Is er iets bij voor mij? Van wie komt het? Enveloppen worden snel, snel opengescheurd, pakjes haastig opengemaakt, voordeelaanbiedingen uitgeplozen. Want nergens wordt zo naar uitgekeken, elke dag weer. Dat is de magie van de brievenbus. Toevallig ook het meest verspreide, meest vertrouwde medium in het hele land. Had u het nog nooit zo bekeken? Wacht tot we u meer vertellen over de tastbare voordelen ervan. En over de bevoorrechte relatie die uw merk zo creëert met uw doelgroep. Laat u inspireren door de cases en de resultaten op dmplaza.be of bel naar 02 201 11 11. U zal ervan opkijken wat de brievenbus voor uw business kan doen.

Letterbox Media Zit er al iets in de bus vandaag? Is er iets bij voor mij? Van wie komt het? Enveloppen worden snel, snel opengescheurd, pakjes haastig opengemaakt, voordeelaanbiedingen uitgeplozen. Want nergens wordt zo naar uitgekeken, elke dag weer. Dat is de magie van de brievenbus. Toevallig ook het meest verspreide, meest vertrouwde medium in het hele land. Had u het nog nooit zo bekeken? Wacht tot we u meer vertellen over de tastbare voordelen ervan. En over de bevoorrechte relatie die uw merk zo creëert met uw doelgroep. Laat u inspireren door de cases en de resultaten op dmplaza.be of bel naar 02 201 11 11. U zal ervan opkijken wat de brievenbus voor uw business kan doen.

02POS0549-00_Letterbox Ad_16-11_297x210.indd 1

KBCMediservice: makkelijk en op maat. U staat altijd klaar voor uw patiënten. KBC staat altijd klaar voor u. kbc.be/mediservice

VDAB, met de V en B van Vrije Beroepen?
Wat kan VDAB betekenen binnen de sector?

“De VDAB-medewerker is nog te bescheiden.” Aan het woord is Jill Heyninck, provinciaal accountmanager bij VDAB. “We staan ten dienste van werkzoekenden én werkgevers. Maar we moeten ons nog meer kenbaar maken, ook bij vrije beroepers.” Welke meerwaarde kan de VDAB bieden aan vrije beroepers? Een overzicht.

Onbekend is onbemind?

“De meeste vrije beroepers waar ik contact mee heb, hebben al eens eerder toenadering gezocht. Ze kennen VDAB dus al een beetje. Naar mijn mening is het een doelgroep die minder tijd vrij maakt voor een grondig recruteringsproces. Velen zitten met een hoge tijdsdruk en heel veel werk. Daardoor vallen sommige projecten soms stil.”

Vacatures en competentiegericht matchen

“Recent ontmoette ik een advocaat. ‘Juist ja,’, vertelde hij. ‘Lang geleden zocht ik iemand en heb ik met VDAB samengewerkt. En ik was daar tevreden over.’ Een advocatenkantoor gaat ook niet elk jaar één of meerdere mensen aanwerven. Vrije beroepers doen eerder sporadisch een beroep op ons. Ze hebben ons minder frequent nodig, en daardoor vergeten ze ons af en toe. Als ze geluk hebben met een goede medewerker, blijft die jaren zitten en zijn alle partijen tevreden. Werkgevers kunnen zelf kosteloos een vacature plaatsen via de tool ‘Mijn VDAB’ op vdab.be/werkgevers. Zodra de vacature de eerste keer geplaatst wordt, gebeurt er een realtime automatische matching met onze databank, met andere woorden met alle werkzoekenden die aan het profiel beantwoorden dat je zelf hebt opgemaakt. Daarom is het heel belangrijk dat die vacature goed is opgesteld en de competenties goed zijn gekozen. VDABaccountmanagers geven tips en informatie aan de werkgevers. Wat jobs betreft is vdab. be een van de meest bezochte sites. In 2014 registreerden we meer dan 35.400.000 bezoeken. Dat komt overeen met zo’n 97.000 bezoeken per dag. Vdab.be bevat ook vacatures uit databanken van partners.”

Flexibele opleidingen

“Onlangs mailden we twee architecten die aan het uitbreiden waren. Ze waren erg geïnteresseerd om een persoon aan te werven. Geen derde architect, daarvoor hadden ze het werk niet, maar iemand die hen kon ondersteunen. Daarom waren ze op zoek naar tools en hulp bij de aanwerving. Toen we vertelden dat VDAB hen kon helpen, vielen ze uit de lucht. Ze hadden graag iemand met een achtergrond ‘bouwkundig CAD-tekenen’. Maar het profiel van de persoon die ze zochten, beantwoordde niet volledig aan het klassieke competentieprofiel van een ‘bouwkundig CAD-tekenaar’. Daarom heb ik contact opgenomen met de instructeur. We waren bereid om een bijkomende opleiding te creëren op maat van hun bedrijf, en daarbij op zoek te gaan naar meerdere architecten die datzelfde profiel zoeken. Ondernemers moeten dus weten dat VDAB flexibele opleidingen kan creëren. Ik heb voorlopig niets meer gehoord van die twee architecten. Mogelijk beseffen ze welke tijd er in kruipt, als ze zich hiervoor gaan engageren. En als het om slechts één aanwerving gaat, moet je natuurlijk de kosten-baten analyse maken. We spelen graag kort op de bal en soms zijn minder tijdsintensieve eenvoudige ingrepen wel een oplossing.”

Gespecialiseerde partners

“We hebben niet alle expertise zelf in huis. Daarom werken we vaak samen met meer gespecialiseerde partners. Onder meer voor de zogenaamde onderwijskwalificerende opleidingstrajecten (OKOT). Tijdens deze trajecten verwerven werkzoekenden in functie van duurzame tewerkstelling de competenties om een knelpuntberoep uit

te oefenen én behalen ze het gevraagde diploma. De opleidingen tandartsassistent en apotheekassistent zijn goede voorbeelden van zo’n OKOT. Ook de opleiding verpleegkunde is een ‘klassieker.’”

Knelpuntberoepen en knelpuntcompetenties

“We organiseren de nieuwe opleidingsprojecten alleen als we weten dat er een goede uitstroom is. Het heeft geen zin om opleidingstrajecten te organiseren als die mensen uiteindelijk niet aan de slag kunnen. Voor ons is het daarom heel belangrijk om te weten of de werkgevers vacatures hebben. We vragen geregeld aan de vrije beroepers wat de evolutie is op de arbeidsmarkt, zodat wij er dan flexibel en op maat kunnen op inspelen. VDAB ontvangt vooral vacatures voor werknemers, ook voor tewerkstelling bij vrije beroepers (van management assistent en (hulp)boekhouder tot bouwkundig tekenaar). Voor sommige beroepen ontvangen we ook heel wat vacatures voor zelfstandigen, zoals voor verpleegkundigen, diëtisten, kinesitherapeuten en psychologen.”

‘VDAB is een groot huis, maar wij garanderen één aanspreekpunt’

Opleidingen in allerlei vormen en maten: van klassieke opleiding tot webleren en FlexiTraining “Het aanbod is heel divers. Zo hebben we de opleiding ‘medewerker boekhouden’, personen die later in dienst kunnen treden van accountants. Er zijn ook technische opleidingen zoals CAD-tekenen, maar ook opleidingen management assistant en een hele waaier generieke opleidingen zoals taaltrainingen, pc-trainingen, communicatie-trainingen zoals klantgericht communiceren, feedback geven en krijgen,... De

meeste opleidingen zijn modulair opgebouwd, zodat enkel die modules kunnen gevolgd worden, waarvoor de competenties nog moeten worden bijgeschaafd. Ze worden aangeboden in allerlei vormen, van groepsleren tot webleren, meestal in een combinatie ervan. De rechtstreekse praktijkcomponent is altijd aanwezig, van werkplekleren ‘on the spot’ tot simulaties zoals leerbedrijven en filmpjes. Neem maar eens een kijkje op vdab.be/opleidingen.”

Leren vanuit de praktijk, leren op de werkplek: IBO “De formule van individuele beroepsopleiding (IBO) geeft werkgevers de kans om een werkzoekende gedurende een bepaalde periode een opleiding in hun organisatie aan te bieden op de werkplek zelf. Tijdens die opleiding betaalt de werkgever geen loon of RSZ, enkel een productiviteitspremie. Dit instrument is onder de vrije beroepers nog te weinig bekend. Ze gaan er soms van uit dat IBO voor arbeiders is, maar IBO is écht voor iedereen. Als je kan aantonen dat jouw potentiële medewerker interesse heeft, maar voorlopig nog iets te weinig competenties, is IBO een ideaal instrument. Stel dat een secretaresse al tien jaar ervaring heeft, maar nog nooit op een notariaat heeft gewerkt, is dit voor haar een aanpassing. Dit vraagt sowieso inlooptijd. Een IBO-contract is in dat geval zeer geschikt. Want zo is het voor de notaris financieel haalbaarder om iemand op te leiden. Zo creëer je mogelijkheden. Want de witte raven zijn wit, hè. (lacht)

Webleren

“Bijscholen via het internet. Je leert waar en wanneer je wil. Webleren is kosteloos. We merken vier grote voordelen aan webleren.”

• Altijd en overal: je hoeft niets te downloaden en kan je cursus 24 uur op 24 raadplegen. Je studeert dus waar en wanneer je wilt.

• Cursus op maat: de cursusinhoud is duidelijk afgelijnd. Je pikt er die modules uit die jou interesseren.

• Praktische oefeningen: elk stukje leerstof wordt aangevuld met praktische oefenin-

gen. Je

• Begeleiding coach: bij de meeste cursussen is er een online coach die je helpt met al je vragen.

1 aanspreekpunt

“Veel speelt zich af online en vdab.be/ werkgevers bevat een schat aan concrete praktische informatie voor werkgevers over aanwerven, tewerkstellingsmaatregelen, hr-advies, …. Maar bij een aanpak op maat is face to face contact vaak heel belangrijk. Ik ga graag bij mensen op bezoek. Mijn bureau is mijn auto. (lacht) VDAB is een groot huis, maar wij garanderen één aanspreekpunt. Wie een vraag heeft, kan hiervoor bij een VDAB-accountmanager terecht. Desgevallend verwijst die accountmanager door naar specialisten binnen of buiten VDAB, maar telkens volgt hij/zij het dossier verder nauwgezet op.”

Personeelsbeleid

Werken met personeel is geen sinecure, zeker niet als je er niet voor bent opgeleid. Veel beginnende werkgevers binnen de sector van de vrije beroepen worstelen met hun rol als baas. Bovendien vragen ze zich af hoe ze goed personeel kunnen aantrekken en houden. Vaak hebben vrije beroepers weinig tot geen personeel en werken ze in associatie. Als ze na al die jaren hun eerste medewerker aantrekken, ontdekken ze plots dat ze naast ondernemer ook werkgever zijn. Ook hierin kan VDAB een centrale rol spelen. Wij geven tips rond HRM: hoe pak je evaluatiegesprekken aan, hoe werf je een eerste medewerker aan, op welke premiers heb je recht, etc.”

www.vdab.be/werkgevers

Tekst: Mikaël Soinne

Foto’s: Johan Martens

‘Gratis HRM-toolkit’

Bij de Federatie kunt u een beroep doen op onze opgebouwde expertise rond personeelsbeleid in het vrije beroep. Dit project, in samenwerking met de steun van het Europees Sociaal Fonds en de Vlaamse overheid, liep eind december 2014 ten einde. De kroon op dit werk is het handboek, Medewerkers in het Vrije Beroep, geschreven door Charlotte Pollet. Dit naslagwerk neemt u van A tot Z mee in alle aspecten van een degelijk personeelsbeleid, op maat van het vrije beroep.

U kan bij ons terecht met allerhande vragen over personeelsbeleid, zelfstandige samenwerking of het paritair comité 336. Bovendien vindt u op onze website de HRMtoolkit met GRATIS fiches vol praktische tools, tips & tricks om uw personeelsbeleid verder te ontwikkelen en professionaliseren. Voor meer informatie:

www.federatievrijeberoepen.be

Inge Hofman:

‘Zowel financieel als operationeel is IBO rendabel’

Inge Hofman van BT Consultants uit Berchem (accountancy, consulting, financiele advisering) is erg te spreken over de samenwerking met VDAB. “Wij hebben recent een nieuwe medewerkster gevonden door een vacature te plaatsen op de website van VDAB. Eerlijk gezegd was VDAB niet onze eerste optie. We veronderstelden immers dat we via VDAB geen hoger opgeleid personeel zouden vinden dat zou voldoen aan het door ons gewenste profiel.”

“Daarenboven bleek deze kandidate ook nog in aanmerking te komen voor een IBO traject. Er gaapt namelijk een kloof tussen datum van aanwerving en het productief kunnen inschakelen van een medewerker. Dankzij VDAB kunnen wij deze nieuwe medewerkster intern van de juiste opleiding voorzien alvorens haar effectief in te zetten op klantendossiers. Ook zonder de tussenkomst van VDAB zouden we deze medewerkster hebben moeten opleiden tot een bepaald niveau van autonomie, maar zou de kost hiervan volledig ten laste geweest zijn van het bedrijf zelf. Het opleidingstraject van de VDAB wordt uitstekend voorbereid en begeleid zodat er ook geen extra administratieve beslommeringen zijn.”

Griet Rodts:

‘Verbaasd door de vele reacties op onze vacature’

Griet Rodts heeft een dokterspraktijk in het West-Vlaamse Oostkamp. Ook zij is zeer tevreden over de dienstverlening van VDAB. “Van de provinciaal accountmanager kreeg ik uitleg over IBO, en een demo van de toepassing ‘Mijn VDAB’ op de website. Wij zijn met drie artsen in totaal. Tot nu toe konden we het werk meester. Maar we voelen dat we extra hulp kunnen gebruiken. Met de hulp van VDAB stelden we de vacature op voor de job van medisch secretaresse, en plaatsten we de vacature op de website van VDAB. Ik ben aangenaam verrast van de respons. Op een week tijd ontvingen we ruim 50 reacties.”

kan telkens testen of je de theorie onder de knie hebt.
Jill Heyninck, provinciaal accountmanager voor VDAB: “Vrije beroepers doen eerder sporadisch een beroep op ons. Ze hebben ons minder frequent nodig, en daardoor vergeten ze ons af en toe.”
Inge Hofman Griet Rodts

VDAB-ARBEIDSMARKTINFORMATIE

IN VERBAND MET VRIJE BEROEPEN

VDAB heeft als kernopdracht om vraag en aanbod op de Vlaamse arbeidsmarkt op elkaar af te stemmen. Een belangrijk vertrekpunt is de arbeidsmarktinformatie. De tabel hieronder geeft een overzicht van de arbeidsmarktinformatie in Vlaanderen in verband met vrije beroepen gelinkte beroepen.

*Het knelpuntkarakter moet in zijn context worden benaderd: zo is bijv. apotheker een knelpuntberoep, maar dit geldt enkel voor ziekenhuisapothekers. Bij deze berekening van het knelpuntkarakter en spanningsgraad worden uitzendopdrachten en vacatures voor zelfstandigen, niet meegenomen.

** Normaal Economisch circuit: vacatures met uitzendopdrachten maar zonder opdrachten voor zelfstandigen of vacatures waarbij de werkgever ervoor koos om de optie ‘zelfstandige activiteit’ niet aan te vinken.

‘Economische vrije beroepen als dé financiële adviseur’

In december 2014 lanceerde de Federatie Vrije Beroepen in samenwerking met de drie economische instituten (IAB, BIBF en IBR) en het Agentschap Ondernemen een enquête over de rol van de economische beroepsbeoefenaars inzake subsidies en financieringsmaatregelen. We mochten 573 volledig ingevulde enquêtes ontvangen van accountants/ belastingconsulenten (43,3%), boekhouders-fiscalisten (52,9%) en bedrijfsrevisoren (3,8%).

Hieronder de belangrijkste resultaten:

• De economische vrije beroepsbeoefenaars bevestigen hun rol als financieel adviseur van de ondernemers op het vlak van financiële maatregelen.

• Hoewel de meeste beroepsbeoefenaars aangeven geconfronteerd te worden met drempels (complexe materie, groot aanbod) bij het geven van advies, zijn ze overtuigd van hun taak om proactief informatie in te winnen over subsidies en steunmaatregelen.

• De meningen zijn verdeeld over de verwachtingen van het cliënteel m.b.t. de proactieve informatiedoorstroom over financiële maatregelen. In bijgaande grafiek kan u aflezen dat de economische beroepers sterker overtuigd zijn van de verwachting over reactief advies dan over proactief advies inzake subsidies en steunmaatregelen. Een andere studie, uitgevoerd door Agentschap Ondernemen bij Vlaamse ondernemers (2013), gaf echter aan dat ondernemers van hun financieel adviseur verwachten dat ze hier een proactieve rol in opnemen.

• Voor informatie over subsidies en steunmaatregelen verwijzen economische beroepen hun cliënten vaak door binnen hun netwerk en dan voornamelijk naar banken en gespecialiseerde bureaus.

Deze enquête kadert in een nieuwe structurele samenwerking tussen de economische instituten, Agentschap Ondernemen en de Federatie Vrije Beroepen. Aan de hand van de enquêteresultaten stellen we een actieplan op dat in 2015 uitgerold zal worden.

In 2015 maken we verder werk van:

• Een portaalsite voor economische beroepsbeoefenaars die u wegwijs maakt in het kluwen van de bestaande subsidies en financieringsmaatregelen

• Infosessies en workshops in samenwerking met de economische instituten

• Up-to-date informatie die op maat wordt aangeleverd via de periodieke nieuwsbrieven van de instituten en het Agentschap Ondernemen.

• Een webtool waardoor u via de subsidiedatabank zelf een informatiepakket (pdf) kan samenstellen op maat van uw cliënt.

De economische beroepen zijn, zoals ze zelf aangeven in de enquête, tenslotte dé financiële adviseurs bij uitstek van de Belgische ondernemers. We moeten ervoor zorgen dat zij over de correcte en meest recente informatie beschikken om hun cliënten goed te kunnen adviseren.

goudengids.be biedt Belgische bedrijven een brede waaier aan digitale producten en diensten

goudengids.be maakte al meer dan:

Ik vind het mijn taak om informatie in te winnen over subsidies en steunmaatregelen

Ik vind het mijn taak om om cliënten zelf te informeren over subsidies en steunmaatregelen

Ik vind het mijn taak om om cliënten door te verwijzen naar de juiste instanties voor subsidies en steunmaatregelen

Voor meer informatie contacteer ons via 078 15 15 25 of mail naar info@goudengids.be 25.000 websites 7.500 mobile sites 350 apps 9.000 AdWords campagnes

Cliënten verwachten van mij dat ik hen op eigen initiatief informeer over subsidies en steunmaatregelen (proactief)

vraag en antwoord

Als advocaat ben ik verplicht jaarlijks x aantal uur permanente vorming te volgen maar wat met bijscholing voor mijn werknemers ?

In het najaar van 2011 sloten werkgevers en werknemers een deelakkoord wat betreft vorming. Een vormingsfonds zal zich richten tot de risicogroepen van werknemers binnen het vrije beroep wat betreft opleiding. Wanneer er effectief opleidingen worden erkend en in welke mate er een tegemoetkoming komt langs werkgeverszijde staat momenteel dus nog niet vast. We houden u alleszins op de hoogte via onze communicatiekanalen: www.federatievrijeberoepen.be. Ook de afgesloten cao’s binnen het PC 336 kan u daar consulteren. Let op, de eventuele verplichtingen en tegemoetkomingen vanuit sectorale cao’s staan volledig los van het systeem van permanente vorming, erkend door de Orde van Vlaamse Balies.

Als apotheker ontving ik een schrijven van mijn gemeente om in de toekomst een promotaks te gaan betalen, net zoals de handelszaken hier in de straat. Dit gaat over 250 euro. Moet ik dit betalen?

De initiële bedoeling van de promotaks is om de handelsomgeving te verbeteren en de promotie van de plaatselijke handelszaken te stimuleren (sfeerverlichting, evenementen,…). Vrije beroepen hebben geen baat bij dergelijke taks en dienen uitgesloten te worden van dergelijke heffing. Maar veel gemeenten hanteren soms definities die onvoldoende rekening houden met vrije beroepen. Best dat u het gemeentereglement eens goed naleest om te zien welke definitie gehanteerd wordt voor deze heffing. Sommige reglementen spreken over een ‘voor het publiek toegankelijke ruimte’. Indien u gezondheids- en verzorgingsproducten verkoopt, kan dat nefast zijn.

Als architectenkantoor werken we met werknemers én zelfstandige medewerkers. Een aantal van onze werknemers beschikken over een bedrijfswagen. Is het mogelijk om ook aan de zelfstandige medewerkers een bedrijfswagen toe te kennen ?

Het geven van een bedrijfswagen aan zelfstandige medewerkers lijkt een stap te ver zeker gezien dergelijk systeem ook bestaat voor uw werknemers binnen hetzelfde kantoor. Het gevaar bestaat dat deze medewerker als ‘schijnzelfstandige’ kan worden beschouwd. Immers, een schijnzelfstandige die als werknemer wordt gekwalificeerd, geeft aanleiding tot een zware financiële aderlating voor de opdrachtgever die dan plots werkgever wordt. Het gevolg is dat de vergoeding die werd uitgekeerd aan de schijnzelfstandige wordt beschouwd als loon. Het gebruik maken van het wagenpark louter in het kader van de dienstverlening (en dus met een verbod tot privégebruik) is echter geen probleem.

DeVrijeBeroeper 15

Vraag&Antwoord

Door Gert Peeters, juridisch adviseur, gert.peeters@federatievrijeberoepen.be

Is mijn keuze definitief?

Een kinesitherapeut die langer thuisblijft

Wat zegt Europa?

KINDEROPVANG, WERELDREIS OF EINDELOOPBAAN: WANNEER IS TIJDSKREDIET MOGELIJK?

Uw medewerker heeft een kindje van 6 jaar en ondervindt opvangproblemen op woensdag. Kan hij hiervoor tijdskrediet opnemen?

Het zorgen voor een kind jonger dan 8 jaar is een motief waarvoor u tijdskrediet kan opnemen. Dit kan gedurende 36 kalendermaanden, ongeacht of dit tijdskrediet voltijds, halftijds of in de vorm van een één vijfde-vermindering wordt opgenomen. Ook de palliatieve zorgen, de zorg voor een zwaar ziek gezinsof familielid en het volgen van een opleiding zijn geldige motieven voor tijdskrediet gedurende 36 kalendermaanden.

De zorg voor een gehandicapt kind van minder dan 21 jaar en de zorg voor een eigen minderjarig zwaar ziek kind zijn motieven waarvoor u 48 kalendermaanden tijdskrediet kan nemen. In totaal kan er nooit langer dan 48 maanden tijdskrediet met motief opgenomen worden.

Vanaf 2015 is voorzien dat er, uitgezonderd voor het volgen van een opleiding, gedurende 48 kalendermaanden recht is op uitkeringen voor tijdskrediet met motief. Zolang de wetgeving (NAR-cao n°103) het recht op tijdskrediet bij de eerste motieven niet verhoogt van 36 naar 48 maanden, heeft dit echter weinig nut.

Is de opname van tijdskrediet nog mogelijk voor het maken van een wereldreis?

Indien u een wereldreis wil maken, moet u tijdskrediet zonder motief opnemen. Dit kan gedurende 1 jaar voltijds, ofwel gedurende 2 jaar halftijds of ook nog door de loopbaan gedurende 5

jaar te verminderen met één vijfde. Vanaf 2015 is er echter geen recht meer op uitkeringen voor het tijdskrediet zonder motief, tenzij het een verlengingsaanvraag betreft of de overgangsmaatregel van toepassing is. Deze overgangsmaatregel houdt in dat het tijdskrediet aangevraagd werd aan de werkgever vóór 1 januari 2015, de uitkeringsaanvraag door de RVA ontvangen wordt vóór 1 april 2015 en het tijdskrediet effectief ingaat vóór 1 juli 2015.

Uw medewerker is 55 jaar en wil het een beetje rustiger aan doen nu het einde van zijn loopbaan nadert. Kan hij wat minder werken in het kader van tijdskrediet?

Vanaf 55 jaar is er recht op één vijfde of halftijds tijdskrediet in het stelsel van de landingsbanen. Onder bepaalde voorwaarden kan iemand zelfs tijdskrediet genieten vanaf 50 jaar. Voor de tijdskredieten die ingaan vanaf 2015 is er slechts recht op uitkeringen vanaf 60 jaar, hetzij vanaf 55 jaar als uw medewerker een loopbaan van 35 jaar kan aantonen, in een zwaar beroep werkt of gedurende 20 jaar nachtarbeid gepresteerd heeft. Ook voor de arbeidsongeschikte werknemer in de bouwsector en voor ondernemingen in moeilijkheden of in herstructurering blijft in 2015 het recht op uitkeringen vanaf 55 jaar. Vanaf 2016 kan voor deze gevallen een geleidelijke leeftijdsverhoging toegepast worden tot 60 jaar in 2019.

Bij toepassing van bepaalde overgangsmaatregelen kunnen er alsnog uitkeringen genoten worden vanaf 50 jaar.

www.admb.be

BENT U KLAAR VOOR

100%

ELEKTRONISCH ?

Wacht niet meer want de Sodexo Card® aanvaarden is zeer eenvoudig !

Eenvoudige activatie op uw bestaande betaalterminal !

Terugbetaling binnen de 2 werkdagen.

Drastische vermindering van uw administratie !

ZOALS U HET WEET, ZAL DE ELEKTRONISCHE MAALTIJDCHEQUE DE STANDAARD WORDEN OP DE BELGISCHE MARKT. De papieren versie zal tegen eind 2015 volledig verdwijnen ! Hee u al het nodige gedaan om de Sodexo Card®, de maaltijdcheque van Sodexo, op uw betaalterminal te aanvaarden ? UW KLANTEN ZULLEN U DANKBAAR ZIJN

UNIZO VOORDEEL op unizo.be/kortingen

Vanaf 01/01/2015 zal de geldigheidsperiode van papieren maaltijdcheques verminderen met een vaste einddatum op 31/12/2015

“Mijn passie: kledinglijnen, geen internetlijnen”

Liever ongestoord ondernemen? Focus op uw zaak, niet op uw telecom. Proximus herstelt de dag zelf de internet- en telefoonlijn bij al zijn O ce&Go-klanten. Ontdek onze professionele garanties op proximus.be/ongestoordondernemen

Gegarandeerde herstelling van uw internettoegang of telefoonlijn de dag zelf indien u tijdens een werkdag belt voor 17u of voor 13u op een zaterdag. Kan de herstelling niet binnen de opgegeven termijn geregeld worden, herstellen we ze tijdelijk via het 3G/4G-netwerk.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.