7 minute read

Dwight van van de Vijver

Dwight van van de Vijver schopte het van wijkagent in Kanaleneiland (Utrecht) tot televisiemaker bij de EO en adviseur (social) media bij de directie communicatie van de Nationale Politie. In 2018 werd hij gekozen tot Jonge Ambtenaar van het Jaar.

Ruim baan voor de toekomst

Advertisement

“Jongeren herkennen zich niet in politiek of overheidsinstanties.” Dwight van van de Vijver draait er niet omheen. Er moet een grote slag geslagen worden om die kloof te overbruggen, maar: “Ik kan het niet alleen.”

Als wijkagent in Utrecht zag hij het met eigen ogen: “De overheid is de ver-van-hun-bedshow. Voor de jeugd is de politie hét gezicht van die overheid. Als je op een pleintje hangt met vrienden en daarop wordt aangesproken door een agent, is dat tastbaar.” Om jongeren te bereiken en behoeden, moet de politie actief zijn waar zíj zijn: online. Dat komt helaas niet zonder slag of stoot tot stand. Betreurenswaardig, vindt Van van de Vijver. “We hebben iedereen nodig en vooral de jeugd. Fijn onderling contact en vertrouwen levert een goede informatiepositie op, waardoor we beter kunnen werken aan veiligheid. Je weet wíe problemen kunnen veroorzaken en wáár je ze kunt verwachten. Data-analyse draagt daaraan bij, maar misschien nog wel belangrijker is dat

“Als je vooruitgang wilt boeken, moet je niet bang zijn om onderweg onderuit te gaan”

we weten wat er speelt op straat. Als er geen vertrouwensbasis is, krijg je niks te horen.”

Zijn waar de jeugd is

Social media kunnen een grote rol spelen in het bereiken van de jeugd en het winnen van hun sympathie en vertrouwen. “Dat is waar zij te vinden zijn, op platforms als YouTube, TikTok en Instagram.” En toch werden de media waarop jongeren actief zijn tot voor kort maar mondjesmaat ingezet. Van van de Vijver maakte in 2018 zijn entree bij de directie communicatie en schrok van het tempo waarop beleid werd gemaakt. In de samenleving worden trends pijlsnel opgepikt, maar de politie hield dat tempo niet bij.

“Trots werd medegedeeld dat agenten zelfstandig mochten gaan twitteren. In 2018, hè. Twitter was achterhaald, iedereen was al lang verhuisd naar Instagram. Dáár gebeurde het. Op het moment dat er serieus over content werd nagedacht, was TikTok alweer booming. Bovendien wilden ze het beleid dat voor Twitter was gemaakt, min of meer kopiëren en op Instagram loslaten. Maar dat wordt heel anders gebruikt en vraagt om andere content.” Van van de Vijver had als adviseur een flinke vinger in de pap bij het schrijven van een nieuw social mediabeleid. “We maakten beleid dat van toepassing was op het hier en nu, maar het was niet wendbaar. Nu kunnen we het continu aanpassen en de trends volgen. We stelden een aantal kaders vast en accepteren dat de buitenwereld constant in beweging is.”

Eigen initiatief

Het YouTube-kanaal van Politievlogger Jan-Willem heeft ruim 270.000 abonnees. “Fantastisch, maar dat initiatief heeft híj genomen. Hij was agent in Almere en had een heel goede teamchef die hem een go gaf. Dat was dus een gouden zet, maar dat het idee bij hem ontstond, is eigenlijk een blamage voor de beleidsmakers als het draait om jeugd en de verbinding zoeken.”

Wat zegt dat over de organisatie? “Als je iets probeert wat werkt, ben je een held. Als het mislukt, word je erop afgerekend. Maar als je vooruitgang wilt boeken, moet je niet bang zijn om onderweg onderuit te gaan. Als je dat niet durft, verandert er

niets en mis je de aansluiting met een omgeving waarin alles in beweging is. Dat Jan-Willem zelf met het idee voor een YouTube-kanaal kwam en dat de organisatie in eerste instantie terughoudend was, bang om de controle kwijt te raken, is typerend.”

Verschuiving criminaliteit

De digitale samenleving biedt dus volop gloednieuwe kansen. Maar helaas: ook voor criminelen. “Van Marktplaatsfraude tot identiteitsdiefstal. Dat betekent dat de politie voorbereid moet zijn op aangiften van mensen die slachtoffer zijn van internetcriminaliteit. Als je jarenlang te maken hebt gehad met fietsendiefstal of tuinkabouters die van gazonnetjes worden gejat, snap je misschien niet meteen wat het inhoudt als iemand is opgelicht via WhatsApp. Woninginbrekers gebruiken dezelfde methodes als tien jaar geleden, maar vormen van online criminaliteit komen en gaan in recordtempo.”

Het nieuwste hippe social medium is Clubhouse, een digitaal clubhuis waarin gesprekken worden gevoerd. “Mensen die misbruik willen maken van andere mensen zouden daarin ook een kamertje kunnen inrichten, manipuleren en uiteindelijk fysiek afspreken met nare gevolgen. Wees daarop voorbereid. Het gaat op veel plekken ook goed hoor, maar het gaat te langzaam.”

De kans om contact te maken en de opkomst van nieuwe soorten criminaliteit gaan ook hand in hand. “Ik ben voorstander van criminaliteit aan de voorkant aanpakken. Voorkomen dat mensen slachtoffer worden, begint met preventie. We kunnen grootscheepse campagnes verzinnen, maar als we niemand bereiken, schieten we daar niets mee op. Het kanaal van Politievlogger Jan-Willem is inmiddels groter dan de corporate kanalen van de politie en daarvan moeten we dankbaar gebruikmaken. Als we een item maken over internetcriminelen en we verspreiden dat via hem, dan bereiken we ongelooflijk veel mensen en werkt onze preventie veel beter.”

TikTok

Jan-Willem veroverde YouTube en zijn collega Kim, jeugdagent in Amsterdam, is een hit op TikTok. Haar account werd binnen de kortste keren razend populair. “Te gek, maar haar communicatiecollega’s zagen dat anders: zij wilden op de rem trappen, want ‘ho, ho, ho, wacht even, het beleid is nog niet klaar.’ Ze wilden dat zij de stekker eruit trok en realiseerden zich niet dat je niet van de ene op de andere dag kunt stoppen als je honderdduizenden volgers hebt. Zij is zó’n aanwinst voor de organisatie en slaat die brug met de jeugd die we zo hard nodig hebben. Dankzij het nieuwe social mediabeleid kunnen collega’s als Kim zich ontwikkelen en datgene doen waar ze goed in zijn. De online wereld verkennen, vergroten en daar contact maken. De kaders waarbinnen zij dat moeten doen, zijn dezelfde als die voor politieagenten die offline aan het werk zijn. Onze kernwaarden blijven gewoon overeind, dus ik zie alleen maar voordelen.”

Boegbeeldenbeleid

Een ander punt waarvoor Van van de Vijver zich hard heeft gemaakt, is het boegbeeldenbeleid. Tot voor kort waren de boegbeelden politiechefs die een bepaald onderwerp onder hun hoede hadden. “Zwart-wit geschetst: een man van bijna zestig, met een grijze coupe, is landelijk het gezicht voor verkeer. Vervolgens komt er een regel dat je niet mag whatsappen op de fiets en vertelt deze man in het Jeugdjournaal waarom niet. Maar als Kim op TikTok 300.000 volgers heeft, vooral heel jonge

mensen, laat háár die kids dan uitleggen wat de gevaren zijn van appen op de fiets. Zij is jong, fris, heeft mooie blonde krullen, een vlotte babbel en trekt de aandacht. Dus nu kijken we per boodschap wie ‘m het best kan communiceren én via welk platform.”

“Er heerst te veel een ‘hoeveel broeken heb jij versleten’-cultuur”

Toekomstvisie

Wat nodig is om de digitale ontwikkeling bij de politie te versnellen? Om de kansen te verzilveren en de gevaren te tackelen? Ruim baan voor de toekomst. En daarvoor zijn mensen nodig die hun blik verder vooruit richten. “Ervaring kan ook goud zijn, dus oudere leiders wil ik heus niet aan de kant zetten. De politie kan niet zonder collega’s die operationeel ijzersterk zijn. Als er nu een aanslag wordt gepleegd op Utrecht CS, dan staat een leider op die alles loeistrak coördineert. Dat zijn mensen die van incident naar incident gaan en zich niet per se bezighouden met de toekomst. Die hebben we dus óók hard nodig. Leiders die een visie hebben, snel kunnen schakelen, openstaan voor vernieuwing en leergierig zijn – dus ook accepteren dat ze veel níet weten.”

Zelf hing Van van de Vijver zijn studie aan de wilgen om bij de politie aan de slag te gaan. “Niet als leidinggevende, maar onderaan de ladder. Nu werk ik in een omgeving waarin iedereen wetenschappelijk is opgeleid, terwijl ik teer op praktijkervaring en masterclasses van Nyenrode. Er loopt genoeg talent rond bij de politie, maar er heerst te veel een ‘hoeveel broeken heb jij versleten’-cultuur. Met andere woorden: hoeveel ervaring heb je? Talent moet veel meer herkend en aangemoedigd worden, want we hebben een diverse top nodig om te kunnen anticiperen op de problemen van de toekomst.” ■

“We kijken nu per boodschap wie ‘m het best kan communiceren én via welk platform”