6 minute read

Wouter van Noort

NRC-techjournalist Wouter van Noort schrijft over hoe technologie en de coronacrisis ons leven veranderen en hoe we daarmee om kunnen gaan en is een veelgevraagd commentator over technologie en verandering. “Een probleem moeten we niet alleen maar sociaal, economisch, psychologisch of juist technisch benaderen. Spannende dingen gebeuren op het grensvlak tussen die disciplines, daar vind je innovatie.”

“Ik mis de systeemanalyse: wat is hier fout gegaan?”

Advertisement

Terwijl de toon op sociale media zich verhardt en complotdenken toeneemt, probeert de overheid de samenleving zo goed mogelijk door de coronapandemie te loodsen. De polarisatie die nu zichtbaar wordt, kent echter dieperliggende oorzaken. Daar wordt nog te weinig naar gekeken, vindt techjournalist Wouter van Noort. “Kijk voorbij vakgebieden en specialismen, je hebt een systeembril nodig.”

Wie zich bezighoudt met de digitalisering van de samenleving, kan niet om de populariteit van de sociale media heen. Van vrolijke vakantiefoto’s tot politieke discussies, van filmpjes met lieve konijnen tot grove scheldpartijen onder nieuwsberichten; de stemming onder de gebruikers van met name Facebook en Twitter lijkt er niet beter op geworden sinds het begin van de coronacrisis.

Dat blijkt ook uit data-analyses van dat sentiment op sociale media, zo zegt Wouter van Noort, techjournalist bij NRC. “Dat is behoorlijk verslechterd in het afgelopen jaar. De pandemie werkt als contrastvloeistof voor allerlei onderliggende ontwikkelingen in de maatschappij. De polarisatie groeide al en de toon van het debat was zich al aan het verharden, maar door corona lijkt dat in een stroomversnelling geraakt. Dat werkt door in de samenleving zelf, ook doordat nepnieuws en andere desinformatie een wijdere verspreiding krijgt. Iedereen kent nu wel iemand die is geradicaliseerd, die complottheorieën aanhangt. De verwijdering tussen groepen is een risico voor de hele samenleving, daar moeten we niet lichtzinnig over denken.”

Bron van informatie

Het toenemende gebruik van sociale media heeft ook positieve kanten. Zo hebben mensen nu makkelijker toegang tot andere bronnen dan de klassieke nieuwsmedia. Nieuwsbrieven en podcasts vinden sneller hun weg naar een geïnteresseerd publiek – met name de podcast is een interessant nieuw medium met ruimte voor verdieping en analyse, constateert Van Noort.

“Dan kom jij aan met je nuance, terwijl de trein allang weer verder is gereden”

“Sociale media democratiseren de nieuwsvoorziening zoals die altijd door de traditionele media is verzorgd. Dat kan een verrijking zijn van de maatschappelijke discussie. Niet vergeten: die traditionele media hebben het in het begin van de pandemie echt niet allemaal goed gedaan. Zo werd het RIVM ▶

“Communicatie is bijna net zo belangrijk als de maatregel zelf”

lang gevolgd als enige bron van informatie over het virus, terwijl daar tot diep in februari niet werd gezien dat er ook een groot risico voor Nederland was. Er waren andere bronnen, maar die kregen weinig – te weinig – aandacht. Die zelfanalyse door kranten en nieuwsprogramma’s heb ik nog onvoldoende gezien.”

Opvallend genoeg wordt overheidsbemoeienis in de discussie over desinformatie niet gewaardeerd. De bewustwordingscampagne ‘Blijf nieuwsgierig. Blijf kritisch’ van minister Kajsa Ollongren kreeg weinig bijval: ‘Gaat de overheid nu ook al voor ons bepalen wat waar is?’ Dit heeft vooral te maken met de relatie met de overheid, stelt Van Noort. Hoewel Nederland traditioneel een groot vertrouwen heeft in zowel de overheid als de kwaliteit van de nieuwsmedia, heeft dat wel een knauw gekregen in het afgelopen jaar, zo toonde de Edelman Trust Barometer van 2021 onlangs aan.

Van Noort: “In een sfeer waarin vertrouwen daalt en ook media niet meer als neutraal en onafhankelijk worden gezien, krijgen complottheorieën alle ruimte. Vaak zijn die vermengd met echte problemen en terechte claims, wat het extra ingewikkeld maakt om ze te ontzenuwen. Er valt voldoende kritiek te leveren op het gevoerde beleid, maar dat vergt inhoudelijke precisie en die ontbreekt vaak. Dan kom jij aan met je nuance, terwijl de trein allang weer verder is gereden. De teneur, met name op sociale media, is ook erg wij-zij. Niet jouw mening is verkeerd, jij bent verkeerd. Om het zachtjes uit te drukken: dat helpt het discours niet.”

Sociaal kapitaal

In internationaal opzicht valt de harde toon van het Nederlandse debat ook op. In Duitsland is die bijvoorbeeld veel milder, terwijl in Nederland juist erg op de man wordt gespeeld. Hier is het niet hebben van een mening bijna verdacht, dat is elders anders. En als je in dit klimaat de sociale media beschouwt als spiegel van de samenleving, dan lijkt een kentering niet aanstaande. “In de Verenigde Staten zie je dat de sfeer na de bestorming van het Capitool rustiger is geworden, alsof men daar collectief heeft ingezien dat dát echt een stap te ver was. In Nederland zouden de verkiezingen een soortgelijke catharsis kunnen bieden, maar daar geloof ik niet zo in. Ik heb niet het idee dat iedereen alle frustratie van zich af zal kleuren in het stemhokje.”

De weg voorwaarts moet worden gevonden in cohesie, sociaal kapitaal en vertrouwen in de samenleving, maar eerst moeten de wortels van de polarisatie worden aangepakt, stelt Van Noort. En die liggen, vreest hij, veel dieper. “We moeten de kiemen aanpakken, zoals de doorgeslagen individualisering. De uitwassen daarvan heeft de pandemie het afgelopen jaar genadeloos blootgelegd, maar de meeste politieke partijen komen met halfhartige oplossingen. Een beetje minder dit, een beetje minder dat. Ik mis daar de bredere systeemanalyse: wat is hier fout gegaan? Dat zie je bijvoorbeeld in de discussie rondom nepnieuws. Je kúnt dat probleem niet aanpakken zonder ook diep te kijken naar de machtspositie van Google en Facebook, de werking van algoritmes te bekijken en buitenlandse beïnvloedingsoperaties in kaart te brengen. Met een factcheck door een EU-orgaan of een bewustwordingscampagne alleen kom je er echt niet.”

Multidisciplinaire aanpak

Dat geldt ook voor de reacties op de toeslagenaffaire, vindt Van Noort. De Nederlandse overheid kent weliswaar de nodige ICT-schandalen, maar in grote lijnen gaat heel veel goed: de overheid is online goed bereikbaar, dat contact is veilig en de gebruikersbeleving is ook prima. Als het over privacy en openheid gaat, wordt nu veel naar Estland gekeken, maar drie jaar geleden zag men daar Nederland nog als gidsland op het gebied van de digitale overheid. Zo slecht doen we het niet, aldus Van Noort. “Maar om maatschappelijke problemen op te lossen, heb je een brede blik nodig, die de complexiteit van die problemen op waarde schat en ze niet verkokert. Een probleem moeten we niet alleen maar sociaal, economisch, psychologisch of juist technisch benaderen. Net als in de wetenschap gebeuren de spannende dingen op het grensvlak tussen die disciplines, daar vind je innovatie.”

Een ministerie van digitale zaken zou Van Noort dan ook onmiddellijk weer opheffen. We hebben geen behoefte aan een digiminister die alles bekijkt door een digitaliseringsbril. Het gaat om kennis van complexe systemen, om generalisten met een brede blik. Dat heeft de pandemie ook laten zien: wie te veel stuurt op het een, bijvoorbeeld ic-capaciteit, veroorzaakt problemen bij het andere, in ons geval de psychologische gevolgen van de lockdowns op grote groepen jongeren. Dat dat ook anders kan, hebben landen als Taiwan en Singapore bewezen. Daar hebben ze alles ingezet op het tegengaan van de verspreiding van het virus, ten koste van allerlei persoonlijke vrijheden. Door die brede aanpak hebben ze de situatie daar nu wel goed onder controle; het dagelijks leven gaat er weer tamelijk normaal door. Van Noort. “Daar keken ze met een systeembril naar het probleem en hebben ze een andere, veel succesvollere koers ingezet. Eenzelfde benadering is nodig om het klimaatprobleem aan te pakken. Dan kom je er niet met een stel milieudeskundigen, je hebt een multidisciplinaire kijk nodig om te zorgen dat je alle invalshoeken meeneemt. Ook dat is een les van deze pandemie: beleid zonder draagvlak is veel minder effectief, de psychologische kant van maatregelen moet je niet verwaarlozen. Communicatie is bijna net zo belangrijk als de maatregel zelf. Kijk dus voorbij de grenzen van vakgebieden en specialismen, maar pak problemen in hun volle breedte aan. De complexiteit van het leven valt niet te begrijpen als je steeds door een koker staart.” ■