5 minute read

Lotte de Bruijn

Als algemeen directeur van NLdigital, het collectief van digitale bedrijven in Nederland slaat Lotte de Bruijn een brug tussen digitale kansen en maatschappelijke uitdagingen. Een van haar speerpunten is het toegankelijk maken van digitale technologie en het verbeteren van gelijke kansen in de digitale economie. “De diversiteit ontbreekt nog in grote delen van de sector. Dat moet je zo vroeg mogelijk oppakken.”

“De vraag naar digitale vaardigheden is enorm, onderwijs daarin heeft nu echt prioriteit”

Advertisement

Vanaf half maart 2020 moest half Nederland opeens vanuit huis gaan werken. Applicaties werden extern toegankelijk gemaakt, kenniswerkers schakelden en masse over op Zoom, Teams of Google Meet en scholen regelden in no time digitaal onderwijs. Dat ‘het internet’ al deze digitale vergaderclubjes zo snel en zonder noemenswaardige problemen een plek kon bieden, is een grootse prestatie, zegt Lotte de Bruijn van NLdigital.

“Den Haag heeft veel andere thema’s; het is onze taak om voortdurend op deze trom te blijven slaan”

Het moest allemaal met stoom en kokend water en er is door vele partijen hard aan gewerkt, maar het is wel gelukt: de digitale infrastructuur in Nederland kon het massale thuiswerken zonder problemen aan. Een jaar later denken we er niet eens meer over na en is het digitale overleg net zo vertrouwd geworden als talloze andere online oplossingen voor ons werk-op-afstand.

Toch is het geen vanzelfsprekendheid, de kwaliteit van ons digitale netwerk en de mogelijkheden die dat biedt. Tientallen, honderden bedrijven – nationaal en internationaal – zijn dag en nacht bezig om ons digitale leven te faciliteren, van hardware tot software, van telecombedrijven en infrastructuurbouwers tot platforms voor vraag en aanbod. Een groot deel daarvan, zo’n 650 bedrijven, is verenigd in NLdigital, de branchevereniging van de digitale sector.

Op de trom slaan Als belangenbehartiger van de branche – voor 95 procent bestaand uit MKB – spant deze club zich in om niet alleen het vertrouwen in de sector te vergroten, maar ook om te laten zien dat digitalisering de basis vormt van een duurzame economie en maatschappij. “Door corona is veel in korte tijd gebeurd”, zegt Lotte de Bruijn, directeur van NLdigital. “De vraag is wel: houden we het vast? We zien nu hoe belangrijk het is dat die digitale infrastructuur goed functioneert, maar dat is niet het enige. Ook thuiswerken is maar één aspect ervan, we kunnen digitalisering op veel meer gebieden inzetten. Het fileprobleem, de zorg, de landbouw; op tal van terreinen kun je met behulp van digitalisering vooruitgang boeken, maar dan moet dat wel voortvarend worden aangepakt. Den Haag heeft veel andere thema’s die om aandacht vragen, daarom is het onze taak om voortdurend op deze trom te blijven slaan: digitalisering gaat onze toekomst vormgeven, hoe je het ook wendt of keert. Dat proces is al volop gaande, dus we kunnen ons daar maar beter goed op voorbereiden. En dat begint in het onderwijs.”▶

Inclusie Digitale geletterdheid, mediawijsheid, informatiekunde: hoe je het vak ook wilt noemen, het staat vrijwel nergens in Nederland structureel in het curriculum. De nieuwe generatie is beslist handig met sociale media, filmpjes en appjes, maar weten ze ook hoe YouTube eigenlijk werkt? Wat doet zo’n algoritme, begrijpen ze hoe die programma’s aan de achterkant functioneren? Dat zou onmiddellijk op elke school moeten worden onderwezen, bepleit De Bruijn, maar volgens de planning van het ministerie wordt hier pas in 2023 een besluit over genomen. “In onze wereld, waar de ontwikkelingen zo snel gaan, is dat echt vreselijk ver weg. Als je het als taak van het onderwijs ziet om kinderen zo goed mogelijk voor te bereiden op de toekomst, dan moet je liever vandaag dan morgen beginnen met het aanleren van digitale vaardigheden. Leerstof ontwikkelen, docenten opleiden, nieuwe opleidingen opzetten: er moet nog veel gebeuren. Met als centrale vraag: waarmee sturen we jongvolwassenen de arbeidsmarkt op?”

In zeker veertien Europese landen staat een vorm van digitale geletterdheid op het curriculum, van (kennismakings)lessen in programmeren tot mediawijsheid. Een resultaat van deze lessen in het middelbaar onderwijs is dat significant meer meisjes kiezen voor een opleiding of baan in de ICT-sector. De Bruijn: “Het bevordert de inclusie binnen de sector en dat is goed voor de kwaliteit. Als meer vrouwen betrokken zijn bij de ontwikkeling van een digitaal product, dan zal dat resultaat beter zijn, omdat het is afgestemd op de behoeften van een groter deel van de samenleving. Die diversiteit, ook in leeftijd en culturele achtergrond, ontbreekt nu nog in grote delen van de sector. Dat moet je dus zo vroeg mogelijk oppakken, al bij het primair onderwijs.”

Digitaal naar duurzaamheid Digitalisering biedt voordelen in elke denkbare hoek van de maatschappij. In het verkeer kunnen slimme stoplichten aanrijdende hulpdiensten vrije doorgang verlenen bijvoorbeeld, maar dat kan alleen met een goed digitaal netwerk. Ook in de zorg zijn de mogelijkheden legio. Daarvan wordt ook al behoorlijk gebruikgemaakt, aldus De Bruijn. “Je smartwatch weet nu vaak al meer van jouw gezond-

“Leerstof ontwikkelen, docenten opleiden, nieuwe opleidingen opzetten: er moet nog veel gebeuren”

heid dan de huisarts. Die data kun je gebruiken voor preventie: gaat je hartslag zonder reden plotseling sterk omhoog? Wat zegt dat? Met data-analyse kun je veel calamiteiten voorkomen of daar tijdig naar handelen. Het gaat bij deze ontwikkeling niet om de vervanging van mensen, maar om wat mensen met deze technologie kunnen doen. De data opgeteld bij het inzicht van de huisarts maakt dat één plus één al snel drie is. Win-win, zoals dat heet.”

Ook de landbouw kan door slimme technologie een stuk duurzamer worden. Een voorbeeld: vaak krijgen varkens preventief antibiotica toegediend, om ziektes te voorkomen. Nu blijken varkens die ziek aan het worden zijn vaak typerend gedrag te vertonen, dat je met sensoren eruit kunt pikken. Dat varken snel isoleren kan dus een hoop nutteloze antibiotica schelen. “Zo zijn eindeloos veel slimme toepassingen denkbaar,” zegt De Bruijn,“maar je hebt wel de mensen nodig die dat kunnen verzinnen en ontwikkelen. De vraag naar digitale vaardigheden is enorm. Om- en bijscholen heeft nu echt prioriteit.” Leven lang leren Verdere digitalisering zal alleen slagen als iedereen erachter staat. Dat wil zeggen: als zij wordt ingezet als strategisch middel om gestelde doelen te bereiken, wat nu nog te weinig gebeurt, constateert De Bruijn. Kijk alleen al naar de ministeries, die sterk onafhankelijk opereren, terwijl ze veel gemeen hebben; van veiligheidskwesties tot privacybelangen. “Vaak zijn organisaties, ook ministeries, zelf het wiel aan het uitvinden, terwijl er allerlei voor de hand liggende oplossingen bestaan. Onze overheid doet het best goed op het gebied van digitalisering, maar we hebben nog steeds niet één loket waar je als burger kunt aankloppen. We moeten dat proces zowel generalistisch als specialistisch beleggen; breed kijken, iedereen erbij betrekken, samenwerken. Ik wil niet namens mijn achterban wijzen met de vinger naar wat niet goed gaat, wij willen samen optrekken en Nederland een digitale, duurzame toekomst bieden. Daar hebben we allemaal onze rol in te spelen. En pas op: die ontwikkelingen gaan zo snel, je zult die goed moeten bijhouden. Een leven lang leren, precies. Als je een afwisselend bestaan zoekt, dan weet je waar je moet zijn.” ■