Beveiliger 2 Waarnemen, doelmatig optreden en rapporteren versie 2024-2025 inkijkexemplaar

Page 1

Beveiliger 2

Waarnemen, doelmatig optreden en rapporteren

Colofon

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Samenstellers en uitgever zijn zich volledig bewust van hun taak een zo betrouwbaar mogelijke uitgave te verzorgen. Niettemin kunnen zij geen aansprakelijkheid aanvaarden op onjuistheden die eventueel in deze uitgave voorkomen.

De uitgever meent alle rechten van afbeeldingen te bezitten of daar afspraken over te hebben gemaakt. Indien rechthebbenden toch een opmerking hebben, kunnen zij zich tot de uitgever wenden.

crebo 25690

ISBN 978-9493-32615-6

Adresgegevens

Smart Educational Tools, onderdeel van Stichting eX:plain Disketteweg 6 Postbus 1230 3800 BE Amersfoort www.smarteducationaltools.nl

Auteur: Stephan Kapma

Met dank aan covermodel Ton van der Heijden van Trigion en fotograaf Pascal Goudkuil Met dank aan Bas Scholts (Scholts Training & Consultancy)

Juni, 2024

2.1

2.3

2.4

Inhoud Inhoud Algemeen 6 1. Waarnemen 10 1.1 De zintuigen 10 1.2 Feit of interpretatie? 12 1.3 Gefocust waarnemen 14 1.4 Aantekeningen maken 20 2. Doelmatig optreden basis 24
Algemene aandachtspunten bij het praktijkexamen 25
Algemene informatie kerntaken 39
2.2
Kerntaak 1: Voert preventieve werkzaamheden uit ten behoeve van veiligheid en beveiliging 40
Kerntaak 2: Voert repressieve werkzaamheden uit ten behoeve van veiligheid en beveiliging 54
Kerntaak 3: Biedt service en faciliterende ondersteuning 73 3. Specifiek rapporteren basis 84 3.1 Informatie verzamelen 84 3.2 De opgave op het examen 85 3.3 De indeling van het rapport 89 3.4 De inhoud van het rapport 93 Bronnen 99
2.5

Waarnemen

H1

Waarnemen

Inleiding

Alert zijn, zonder mening waarnemen en de juiste informatie verzamelen is voor jou als beveiliger erg belangrijk. Je waarnemingen moeten betrouwbaar zijn. Ze tellen namelijk mee als er beslissingen genomen moeten worden. Zeker als je door jou verzamelde informatie over moet dragen aan collega’s, politie, de centrale post, je werkgever of opdrachtgever.

Waarnemen vraagt van jou dat je lang en goed je focus kunt houden. Zo zorg je ervoor dat je in belangrijke situaties geen informatie mist.

Goed werkende zintuigen zijn onmisbaar en weten hoe je ze goed kunt gebruiken ook. Je zal daar als beveiliger namelijk regelmatig notities van moeten maken of jouw waarnemingen moeten verwerken in rapportages.

Met het lezen van dit hoofdstuk leer je:

ĥ Visueel en auditief waarnemen

ĥ Notities maken aan de hand van visuele en auditieve waarnemingen

ĥ Vragen beantwoorden op basis van je notities

1.1 De zintuigen

Hoewel je op het examen Waarnemen vooral gebruikmaakt van je ogen en oren, staan we ook stil bij de andere zintuigen. Het gebruik van de zintuigen levert de zintuiglijke waarnemingen op en die zijn nodig voor je rapport en helpen helder te krijgen wat er feitelijk aan de hand is. Je zintuigen helpen je om een situatie feitelijk te kunnen beschrijven.

De zintuiglijke waarnemingen zijn: zien, horen, ruiken, voelen en proeven.

10
H1

Voorbeelden:

Zintuig Zintuiglijke waarneming

Ogen Ik zag dat de man met zijn hand tegen de ruit sloeg; ik zag het glas op de grond vallen.

Oren Ik hoorde het glas breken en op de grond vallen.

Neus Ik rook een brandlucht; ik rook de geur van een parfum.

Huid Ik voelde aan de verwarming; ik voelde dat hij koud was.

Tong Ik dronk de koffie; ik proefde dat hij naar mosterd smaakte.

Zintuigen kunnen beperkingen hebben. Deze kunnen fysiek zijn of er kunnen omstandigheden zijn die een rol spelen.

Zintuig Fysieke beperking Beperkende omstandigheden

Ogen Slechtziendheid, vermoeidheid Fel licht, donkerte, mist en andere weersomstandigheden

Oren Doofheid

Neus Verkoudheid

Huid Beschadigde zenuwen

Tong Verkoudheid

Overheersende andere geluiden

Overheersende andere geuren

Extreme warmte of kou

Overheersende smaken maken dat andere smaken niet meer worden waargenomen

Er kunnen invloeden en/of omstandigheden zijn waarbij waarnemen moeilijker is of waarbij de waarneming misleid kan worden. Hierdoor kan de waarneming zelfs verkeerde informatie opleveren. Het is daarom belangrijk dat je altijd gefocust waarneemt vanuit een fitte, alerte houding.

nOnder visuele waarneming wordt verstaan: het verwerken van zichtbare prikkels in de hersenen. Alles wat je ziet.

nOnder auditieve waarneming wordt verstaan: het verwerken van geluidsprikkels in de hersenen. Alles wat je hoort.

11 H1 Waarnemen

Doelmatig optreden basis

H2

Inleiding

Doelmatig optreden basis

Wat kun je verwachten bij het examen:

Je zit achter een balie en ontvangt de instructie van de examinator. Het is belangrijk dat je de instructie goed doorneemt. Tijdens het examen loop je een dienst als beveiliger. Er vinden een aantal voorvallen plaats die je moet oplossen op basis van de ontvangen instructie. Tijdens het examen is het niet toegestaan om vragen te stellen. Als er onduidelijkheden zijn, moet je je vragen voor de start van het examen stellen aan de examinator.

We behandelen in dit hoofdstuk de onderwerpen die volgens de exameneisen aan bod kunnen komen, verdeeld over de drie kerntaken die worden getoetst aan de hand van proeven.

Kerntaak 1: Je voert preventieve werkzaamheden uit ten behoeve van veiligheid en beveiliging.

Kerntaak 2: Je voert repressieve werkzaamheden uit ten behoeve van veiligheid en beveiliging.

Kerntaak 3: Je biedt service en faciliterende ondersteuning.

We behandelen eerst een aantal algemene aandachtspunten bij dit examen, aangevuld met de beroepshouding waarop je beoordeeld wordt. De beroepshouding wordt beoordeeld op basis van je houding tijdens de drie praktijkopdrachten. Bij elke praktijkopdracht wordt een van de drie genoemde kerntaken beoordeeld.

Met het lezen van dit hoofdstuk leer je:

ĥ Preventieve werkzaamheden ten behoeve van veiligheid en beveiliging uitvoeren (kerntaak 1)

ĥ Repressieve werkzaamheden ten behoeve van veiligheid en beveiliging uitvoeren (kerntaak 2)

ĥ Service en faciliterende ondersteuning bieden (kerntaak 3).

24
H2

2.1 Algemene aandachtspunten bij het praktijkexamen

Stress

Voor veel mensen betekent examen doen stress. Spanning zorgt ervoor dat je ademhaling van de buik naar de borst gaat. Het gevolg is dat er minder zuurstof naar je hersenen gaat. Dat betekent dat wat je geleerd hebt even niet ‘uit de laatjes’ in je hoofd komt. Dat zou zonde zijn voor alle moeite die je hebt gedaan.

Voorbeeld: Mohammed gaat naar het praktijkexamen toe. Hij heeft goed geoefend. Hij neemt plaats aan de receptie om examen te doen. Hij krijgt de instructie uitgereikt. Hij staat bol van de zenuwen. Hoewel hij de tekst leest, lijkt het niet in zijn hoofd te worden opgeslagen. Als hij vervolgens tijdens het examen een situatie voorgelegd krijgt, lijkt hij niet meer te weten wat hij moet doen. De examinator beëindigt uiteindelijk de opdracht. Mohammed gaat weer zitten om de volgende instructie te lezen en opeens weet hij weer wat hij had moeten doen. Hij baalt.

Het lezen van de instructie

Tijdens het examen krijg je van de examinatoren per kerntaak instructies op papier. Per kerntaak lees je de instructie vooraf goed door. Zorg dat je de instructie goed begrijpt. Uit de instructie kun je informatie ophalen over het examen, zoals:

ĥ Wat er mogelijk gaat gebeuren. Als het een instructie is over visitatie, dan zal er waarschijnlijk gevisiteerd moeten worden. Als er een omschrijving is over het omgaan met strafbare feiten, dan is de kans groot dat je met een strafbaar feit te maken krijgt. Het is niet altijd herleidbaar, want soms is de instructie alleen dat je op ronde gaat.

ĥ Hoe je met bepaalde situaties om moet gaan. Een beveiliger kan in een werkweek te maken krijgen met verschillende situaties en klanten en dus ook met verschillende instructies. Dat betekent dat er per situatie verschillende manieren van handelen kunnen zijn.

Bijvoorbeeld: Object A heeft als instructie: als je iemand betrapt bij het plegen van een misdrijf moet je het hoofd beveiliging waarschuwen. De organisatie wil dan niet dat je aanhoudt. Bij object B staat: bij een ontdekking op heterdaad moet je aanhouden, dus daar wordt het dan wel verwacht.

25 H2 Doelmatig optreden basis

Specifiek rapporteren basis

H3

Specifiek rapporteren basis

Inleiding

Stel je voor, tijdens je dienst heeft er een ongewenste gebeurtenis plaatsgevonden. Je hebt hierop actie ondernomen. Je leidinggevende wil over het voorval en de genomen actie worden geïnformeerd. Op verzoek van hem maak je een verslag van de gebeurtenis, zodat hij inzicht heeft in wat is voorgevallen. Zo’n verslag noemen we een rapport. Je kunt ook op eigen initiatief het rapport maken.

Het rapporteren is het doen van een verslag van een gebeurtenis, waarna de lezer geïnformeerd is en eventueel actie(s) kan ondernemen. Hoewel rapporteren zowel schriftelijk als mondeling kan gebeuren, wordt het examen alleen in de schriftelijke vorm afgenomen. We gaan bij dit onderdeel niet in op de dienst- of dagrapporten en behandelen ook niet een mutatie, een memo of telefoonnotitie. Kijk voor dat onderdeel in het boek Veiligheid en beveiliging basis.

Met het lezen van dit hoofdstuk leer je:

ĥ Informatie verzamelen voor het specifieke rapport

ĥ Een specifiek rapport opstellen

ĥ De inhoud van een specifiek rapport benoemen

3.1 Informatie verzamelen

Voordat je een specifiek rapport kunt maken, heb je informatie nodig. Deze informatie kun je verzamelen door het stellen van vragen aan betrokkenen. Je checkt de correctheid van de gegevens door de ontvangen informatie samen te vatten. Hierdoor heb je enige controle over de correctheid van de gegevens.

Bij het verzamelen van de informatie moet je goed onderscheid maken tussen:

ĥ Een feit dat je zelf hebt waargenomen zonder verdere interpretatie.

ĥ Een mening over een bepaalde situatie of voorval.

ĥ Hoofdzaken: dat zijn de voor het rapport belangrijke zaken.

ĥ Bijzaken: de minder belangrijke zaken, die voor het rapport eigenlijk niet van belang zijn.

84
H3

Feit Wat je ruikt, hoort, voelt, proeft en ziet. Een been dat raar onder een lichaam ligt; een kapotte ruit; een winkelpoortje dat afgaat.

Mening/ interpretatie

Alles wat begint met: ‘Volgens mij …’

Het been is gebroken, er is een inbraak, er wordt gestolen.

Hoofdzaken Het kenteken van de auto.

Bijzaken Dat de vrouw een mooie jas aanhad. Dat ze twee kinderen heeft.

3.2 De opgave op het examen

Tijdens het examen heb je niet de mogelijkheid om de hierboven genoemde informatie te verzamelen om een rapport te kunnen schrijven. Je moet het dan doen met de opgave die de SVPB je verstrekt en de overige zaken moet je zelf invullen.

Een opgave geeft maar een gedeelte van de informatie over wat er gebeurd is en wie wat wanneer heeft gedaan. Lees het rapport meerdere keren goed door. Je krijgt tijdens het examen pen en papier en je kunt voor jezelf een paar aandachtspunten noteren. Je kunt de opdracht het beste benaderen alsof jij degene bent die het voorval als beveiliger heeft meegemaakt.

Om een goed beeld van de opdracht te krijgen is het handig te noteren:

ĥ Waar je in dienst bent, wat je functie is en welke taak je had.

ĥ Aan welk bedrijf en aan wie het rapport moet worden gestuurd. Dit moet namelijk boven aan het rapport worden vermeld.

ĥ Zijn er bijlagen of afschriften?

Het noteren van deze punten helpt om focus te krijgen op het voorval.

De volgende stap is de situatie in je hoofd nog een keer voorbij te laten komen en de vragen te stellen die je bij waarnemen en praktisch handelen hebt kunnen oefenen. In de praktijk verzamel je de antwoorden ter plaatse. Nu moet je het zelf invullen alsof je er was.

Vragen die je zelf kunt stellen naar aanleiding van het voorbeeldrapport op de volgende pagina:

ĥ Waar reed je precies toen het voorval gebeurde? In welke richting reed je?

ĥ Hoe laat was het toen?

ĥ Vanaf welke afstand zag je het voorval gebeuren?

ĥ Hoe ziet de bromfiets eruit?

ĥ Hoe zagen de bromfietser en zijn passagier eruit?

ĥ Hoe zag de handtas eruit?

ĥ Wat is de vluchtrichting?

ĥ Hoe is het met de mevrouw? Wat neem je waar?

ĥ Wat verklaart de vrouw? Wat zijn haar NAW-gegevens, dus haar naam, adres en woonplaats.

ĥ Hoe laat alarmeer je de hulpdiensten, hoe laat zijn ze er, welke personen waren erbij?

85 H3 Specifiek rapporteren basis

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.