Boa Wet- en regelgeving Domein 1 inkijkexemplaar

Page 1


Boa wet- en regelgeving

Domein I

Voor de opleiding HTV en PHB

Domein I (openbare ruimte)

Geschreven door: Aart Sterk

Colofon

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Samenstellers en uitgever zijn zich volledig bewust van hun taak een zo betrouwbaar mogelijke uitgave te verzorgen. Niettemin kunnen zij geen aansprakelijkheid aanvaarden op onjuistheden die eventueel in deze uitgave voorkomen.

De uitgever meent alle rechten van afbeeldingen te bezitten of daar afspraken over te hebben gemaakt. Indien rechthebbenden toch een opmerking hebben, kunnen zij zich tot de uitgever wenden.

ISBN 978-94-93326-34-7

NUR 820, 600

Auteur: Aart Sterk

©2024, Smart Educational Tools

SmartEducationalTools,onderdeelvanStichtingeX:plain

Disketteweg6

Postbus1230 3800BEAmersfoort www.smarteducationaltools.nl

Juli, 2024

Voorwoord

Voor u ligt het studieboek Wet- en Regelgeving domein I voor de opleiding Handhaver toezicht en Veiligheid (HTV) (domein I) en de Permanente Her- en Bijscholing (PHB) voor de buitengewoon opsporingsambtenaar (boa). Dit boek is door mij samengesteld aan de hand van de toetstermen die zijn opgesteld door de Exameninstelling Toezicht en Handhaving (ExTH). Voor een actuele versie van de eindtermen van deze examens verwijs ik naar de site van het ExTH (www.exth.nl).

Bij dit lesboek hoort een digitale leeromgeving (e-learning). In deze digitale omgeving vindt u oefenvragen per hoofdstukken, een begrippentrainer met begrippen uit de toetstermen ExTH, opdrachten en een zelftoets over de lesstof.

Noot: In mijn tekst staan verwijzingen naar wetsartikelen. U hoeft deze niet letterlijk, maar wel de globale inhoud van de artikelen te kennen en toe te passen. De wetteksten staan in de bijbehorende digitale omgeving.

Ik wens u veel succes met uw studie.

Aart Sterk

5.

6.

6.1

6.2

6.3

6.4

7.5

7.6

13. De Algemeen plaatselijke verordening (APV)

13.1

13.2

De boa en de ketenpartners

De boa en de ketenpartners

Inleiding

Als boa werk je tijdens het uitvoeren van je werkzaamheden regelmatig samen met personen van andere organisaties. Welke organisaties dat zijn, is afhankelijk van met welke werkzaamheden je bezig bent. De personen en organisaties waarmee je samenwerkt worden ook wel ketenpartners genoemd. Binnen de strafrechtketen werk je als boa onder andere samen met de politie, het Openbaar Ministerie (OM), bureau Halt en het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB).

Na het bestuderen van dit hoofdstuk kun je:

ĵ de belangrijkste ketenpartners in hoofdlijnen met hun rol en taken beschrijven;

ĵ in hoofdlijnen omschrijven hoe samenwerking met de politie is georganiseerd (in de openbare ruimte);

ĵ omschrijven wat het inzetcriterium en leefbaarheidscriterium inhouden.

1.1 De boa het boa-bestel

Een buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) is een persoon aan wie opsporingsbevoegdheid is verleend omdat hij in zijn functie, of in zijn dienst, de taak heeft strafbare feiten op te sporen. Elke boa heeft een specifieke taak die is afgebakend en waarvoor hij gericht kan worden opgeleid.

Er bestaat een grote verscheidenheid aan boa’s. Boa’s werken bijvoorbeeld als boswachter, parkeercontroleur, hoofdconducteur in de trein, bij de Arbeidsinspectie of bij de Inspectie Leefomgeving en Transport. De oorzaak van de grote verscheidenheid in boa’s is dat veel organisaties zijn belast met de handhaving en uitvoering van een groot aantal verschillende soorten wetgeving. De bevoegdheden van een boa worden op maat toegekend, waardoor er ook een grote variatie is aan bevoegdheden bij de boa’s.

De boa-wetgeving bevat vijf domeinen en een zesde domein, het zogenaamde restdomein:

1. Openbare ruimte

2. Milieu, welzijn en infrastructuur

3. Onderwijs

4. Openbaar vervoer

5. Werk, inkomen en zorg

6. Generieke opsporing

Door het invoeren van de domeinen is het mogelijk om te werken aan de professionalisering van de boa en kan per domein worden geïnvesteerd in opsporingsvaardigheden en competenties die gericht zijn op dat specifieke domein.

De werkgever van de boa moet het pakket opsporingsbevoegdheden koppelen aan de taakomschrijving van de boa. Er moet in dit geval ook nut en noodzaak bestaan om deze toe te kennen. Elk domein kent een maximaal pakket van bevoegdheden.

€Elke boa heeft een specifieke taak die is afgebakend en waarvoor hij gericht kan worden opgeleid.

Oude vs. nieuwe boa-bestel

In de oude wetgeving was de regel opgenomen dat de bevoegdheid van de boa alleen mocht uitvoeren in de plaats of het gebied waarin hij was aangesteld. Zo was een boswachter in dienst van de gemeente Renkum alleen bevoegd om op te treden op het grondgebied van deze gemeente. Als een boa wel bevoegd was om buiten zijn grondgebied op te treden, dan stond dit uitdrukkelijk in zijn akte van beëdiging vermeld. Tijdens deze beëdiging verklaart de boa op een eerlijke manier te zijn aangesteld. Dit loopt via de minister van Justitie en Veiligheid.

In het nieuwe bestel zijn alle boa’s landelijk opsporingsbevoegd. Door de landelijke opsporingsbevoegdheid kunnen afspraken worden gemaakt over de inzet van boa’s op regionaal niveau. Wel worden er voorwaarden gesteld aan het landelijk werken van boa’s. Een van die voorwaarden is dat de boa zich in principe onthoudt (net als de politiefunctionaris) van optreden buiten zijn gebied. Als dit anders wordt bepaald, dan moet de (direct)toezichthouder het bevoegde gezag van deze gebieden informeren en een samenwerkingsovereenkomst opmaken. In deze overeenkomst staat welke partijen gaan samenwerken en hoe wordt omgegaan met politiebevoegdheden, geweldsmiddelen, wie de (direct) toezichthouders zijn en of het bevoegd gezag geïnformeerd is. Hierdoor is het mogelijk dat meerdere gemeenten gaan samenwerken met boa’s, bijvoorbeeld op drukke momenten. Later in deze paragraaf meer informatie over de (direct) toezichthouder van de boa.

€ In het nieuwe boa-bestel zijn boa’s landelijk bevoegd en kunnen er betere samenwerkingsafspraken worden gemaakt op regionaal niveau.

1.1.1 De Boa Domein I openbare ruimte

De boa openbare ruimte (domein I) heeft een breed pakket aan bevoegdheden en kan – binnen het lokale veiligheidsbeleid, gericht op de aanpak van overlast en kleine ergernissen – in de openbare ruimte handhaven. De definitie van handhaven is de controle of burgers en bedrijven zich aan de regels houden en het ingrijpen bij overtredingen.

€ De boa openbare ruimte (domein I) heeft als taak de bestrijding van kleine ergernissen, overlast en andere feiten die de leefbaarheid aantasten.

Er zijn voorwaarden gesteld waaraan een eventuele uitbreiding van de domeinlijst moet voldoen. Zo is het niet mogelijk de domeinlijst uit te breiden met handhaving van al bestaande formele wetgeving. Het is bijvoorbeeld niet mogelijk om de domeinlijst uit te breiden met het handhaven van de Opiumwet. Het handhaven van de Opiumwet is namelijk een taak van de politie. De domeinlijst kan in dit geval wel worden uitgebreid met de aanpak van het neveneffect, namelijk de overlast die door het dealen van drugs ontstaat. Deze overlast is strafbaar gesteld in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en kan wel door de boa worden gehandhaafd.

Verder is het belangrijk dat de boa bevoegd is voor feiten die in principe eenvoudig en die feitgecodeerd kunnen worden afgedaan (via het feitenboekje zijn af te doen). Het betreft hier zaken die door de boa zelf zijn te constateren tijdens de surveillance in de wijk en waarbij in principe geen gevaarlijke of gewelddadige situatie zal ontstaan.

 Bekijk het feitenboekje in de digitale leeromgeving.

Het Besluit Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BBO) maakt deel uit van het boabestel en heeft als doel om de professionaliteit van de boa te verbeteren. Tegelijk met de inwerkingtreding van deze beleidsregels zijn de Circulaire Buitengewoon Opsporingsambtenaar en de Circulaire Bekwaamheid Buitengewoon Opsporingsambtenaar vervallen.

Door deze wijziging werd een uitbreiding gegeven van de bevoegdheden van de boa. Deze uitbreiding betreft de artikelen 184, 184a, 185, 266 en 267 van het Wetboek van Strafrecht (WvSr of Sr. In dit lesboek houden we Sr aan). De boa is voor deze artikelen nu zelf bevoegd tot de opsporing en kan zelf onderzoek naar de feiten doen en een volledig proces-verbaal opmaken. Dit betreft wetsartikelen die te maken hebben met strafbaar handelen tegen een ambtenaar. Deze worden beschreven in hoofdstuk 7.

€ Het Besluit Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BBO) maakt deel uit van het boa-bestel en heeft als doel om de professionaliteit van de boa te verbeteren.

In de BBO paragraaf 6 wordt het inzetcriterium van de boa domein I als volgt aangegeven waarbij de volgende criteria als afbakening geldt voor de feiten die de boa openbare ruimte handhaaft:

ĵ Het te handhaven feit is aan te merken als overlast, verloedering of veiligheid voor zover dit laatste niet ziet op de openbare orde. Het gaat daarbij om overtredingen die de leefbaarheid aantasten en niet zien op de openbare orde.

ĵ Het te handhaven feit behelst geen duplicering van handhaving op grond van formele wetgeving.

Vervolgens stellen de beleidsregels de volgende aanvullende criteria voor de uitvoering door boa’s in domein I:

ĵ Het te handhaven feit betreft enkel die gevallen, waarbij geen sprake is van een te verwachten gevaarlijke, escalerende of gewelddadige setting (gevaarzetting).

ĵ Het te handhaven feit is te constateren tijdens de surveillance van de boa (de boa dient aanwezig te zijn in de openbare ruimte).

ĵ Het te handhaven feit is in beginsel door eigen waarneming van de boa direct te constateren, niet zijnde uitsluitend waarnemingen door foto- en/of beeldmateriaal.

ĵ Het te handhaven feit is feitgecodeerd af te handelen. Voor zover het gaat om nietfeitgecodeerde zaken, gaat het om zaken die eenvoudig bewijsbaar zijn en waar het niet gaat om geweld, veelplegers, medepleging en/of aanzienlijke schade.

€Met het inzetcriterium wordt de afbakening van handhavingsfeiten van de boa bedoeld.

 Bekijk meer informatie over de BBO in de digitale leeromgeving.

Inhuur boa’s

Inhuren is het in onbezoldigde dienst nemen van een niet-ambtenaar. Net als in het oude Boa-bestel is inhuur mogelijk via de gemeente voor de voormalige boa-functies als parkeercontroleur en APV-controleur.

De voorwaarden voor de inhuur van boa’s zijn:

ĵ Er moet instemming zijn van de gemeente en de lokale driehoek (overleg tussen burgemeester, politiechef en de Officier van Justitie (OvJ).

ĵ Er dient inbedding te zijn in het lokale veiligheidsbeleid.

ĵ De politie heeft de operationele regie over de opsporing en het toezicht in het publieke domein.

ĵ De ingehuurde boa is herkenbaar als onbezoldigde dienst als ambtenaar van de gemeente. Er mogen geen herleidbare kenmerken zichtbaar worden gedragen van de particuliere instantie waarvan de functionaris is ingehuurd.

ĵ De ingehuurde boa in onbezoldigde dienst heeft maximaal de beschikking over de ingehuurde boa in onbezoldigde dienst met opsporingsbevoegdheid heeft geen toegang tot de politie- en/of opsporingssystemen.

ĵ De ingehuurde boa mag geen werkzaamheden verrichten voor een beveiligingsorganisatie, Recherchebureau of deze twee in stand houden. Dit in verband met belangenverstrengeling. Aan een ingehuurde boa in onbezoldigde dienst kan ontheffing worden verleend als bedoeld in artikel 5, lid 4, van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Wpbr).

ĵ De ingehuurde boa moet door de gemeente op naam worden benoemd als onbezoldigd ambtenaar van deze gemeente. Bij de aanvraag opsporingsbevoegdheid moet het schriftelijk bewijs worden overlegd.

De ingehuurde boa kan sinds januari 2014 bevoegd zijn voor alle bevoegdheden genoemd in domein I. Hierdoor kan een gemeente (tijdelijk) extra capaciteit realiseren om piekmomenten en ziekte van eigen personeel op te vangen.

€Met de lokale driehoek wordt het overleg van de burgemeester, politiechef en de Officier van Justitie bedoeld.

Instructie voor de boa

Het BBO geeft voorschriften aan de boa over hoe hij zijn werk moet doen. Deze voorschriften worden ook wel de instructie genoemd. De volgende voorschriften worden hierin genoemd:

De boa is op grond van het BBO verplicht om:

ĵ zijn optreden te beperken en zich aan de wet te houden;

ĵ zich desgevraagd te legitimeren;

ĵ zijn standplaats te vermelden op schriftelijke stukken;

ĵ aanwijzingen van de OvJ op te volgen;

ĵ zijn kennis en vaardigheden bij te houden.

ĵ de aanwijzingen van de toezichthouder en direct toezichthouder op te volgen die worden gegeven met het oog op een goede samenwerking met de politie.

Opsporingsactiviteiten beperken

De boa mag alleen die opsporingsactiviteiten verrichten die noodzakelijk zijn voor zijn functie. Hij treedt niet op voor strafbare feiten waarvoor hij niet bevoegd is en hij houdt zich aan de wettelijke regels.

Legitimeren

De boa moet tijdens zijn werk een legitimatiebewijs bij zich dragen. Het legitimatiebewijs moet van het model zijn wat is voorgeschreven in de Regeling vaststelling legitimatiebewijs buitengewoon opsporingsambtenaar.

Als iemand de boa vraagt zich te legitimeren, toont hij zijn legitimatiebewijs. Als de boa in burger is gekleed, is het aan te raden om dit ongevraagd doen. Het moet immers voor de betrokkene direct duidelijk zijn dat hij te maken heeft met een boa. Als het de betrokkene niet duidelijk is dat hij te maken heeft met een boa kan dit in de praktijk tot problemen leiden.

Boa legitimatiebewijs.

Ook moet de boa als hij in uniform of bedrijfskleding werkzaam is in het publieke domein een voorgeschreven boa-insigne zichtbaar dragen, zodat het voor de burger duidelijk is dat het hier gaat om een boa. Deze verplichting geldt niet voor de boa Politie, Douane en Koninklijke Marechaussee.

Aan het insigne kan iedereen zien dat de boa extra bevoegdheden heeft. Het insigne is zilverkleurig. De afbeelding bestaat uit een hand die een scepter vasthoudt met daarachter een schild. De hand, de scepter en het schild staan voor de taken en bevoegdheden die boa’s hebben. Het schild staat daarbij voor de bescherming van mensen in de publieke ruimte door de boa. De scepter (of staf) geeft aan dat de boa de bevoegdheid heeft om op te treden als dat nodig is.

Boa insigne.

Samenvatting

De boa openbare ruimte (domein I) heeft als taak de bestrijding van kleine ergernissen, overlast en andere feiten die de leefbaarheid aantasten. Het Besluit Buitengewoon Opsporingsambtenaar geeft voorschriften (instructies) hoe de boa zijn werk moet doen.

Door de landelijke opsporingsbevoegdheden van boa’s binnen het nieuwe boa-bestel kan er beter worden samengewerkt met diverse organisaties. De personen en organisaties met wie wordt samengewerkt worden de ketenpartners genoemd.

De ketenpartners zijn:

ĵ Openbaar Ministerie

ĵ Brandweer

ĵ Milieubeheerders

ĵ Wegbeheerders

ĵ NLA

ĵ NVWA

ĵ RIEC

En uiteraard de politie. Deze samenwerking is uitgebreid besproken in dit hoofdstuk.

De direct toezichthouder van de boa is de korpschef van de politie.

In het leefbaarheidscriterium (die staat beschreven in een brief van de minister van Justitie en Veiligheid in 2014) worden de taakverdeling en de bevoegdheden van de boa in de openbare ruimte (domein I) afgebakend. Op 23 juni 2022 werd door de minister in navolging de brief met betrekking tot het leefbaarheidscriterium opnieuw een brief gestuurd waarin het inzetcriterium voor de boa werd bepaald. Deze brief is getiteld ‘Boa’s en de gevolgen voor de lokale inbedding van de politie’.

De afbakening van de bevoegdheden van de boa domein I openbare ruimte is van belang voor de burger om het specialisme van de boa duidelijk te maken, namelijk: ‘de leefbaarheid in de openbare ruimte’. De kern van het werk van de boa domein I is de aanwezigheid en het toezicht houden in de openbare ruimte. De boa treedt handhavend op in geval van kleine ergernissen, overtredingen en overlastsituaties die de leefbaarheid aantasten (met name feitgecodeerde zaken). Wanneer de boa situaties tegenkomt waar geweld plaatsvindt of waar sprake is van criminaliteit, zal hij een beroep doen op de politie.

 Beantwoord de vragen over hoofdstuk 1 in de digitale leeromgeving.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.