Maandblad van en voor de aannemer en de installateur Uitgave van Embuild • Kunstlaan 20, 1000 Brussel • afgiftekantoor Gent X • 6 euro
DOSSIER : INNOVATIEVE MATERIALEN
DIGITAL CONSTRUCTION BRUSSELS
Voorstelling van de 8e editie
ADMINISTRATIEVE VEREENVOUDIGING Concrete voorstellen om jouw dagelijkse werk te verlichten
EMBUILD VLAANDEREN
Interview met nieuwe voorzitter
GO DIGITAL!
Sloopsaga: eind goed, al goed
‘The duty of the opposition is to oppose’. Dat oppositiepartijen regeringsbeslissingen kritisch benaderen, is in een democratie niet meer dan logisch. Alleen wordt het bijzonder pijnlijk wanneer politieke oppositiespelletjes de rekening van particulieren en bouw- en installatiebedrijven onbedoeld aanzienlijk verzwaren. Want net dat dreigde er te gebeuren toen zowat alle oppositiepartijen eind juni de programmawet voor advies naar de Raad van Staat stuurden.
Een voor ons zeer belangrijk onderdeel van die wet, namelijk de btw van 6% op verkoopprojecten van sloop en herbouw, kwam daarmee serieus in het gedrang. De tijdelijke overgangsmaatregel, die we eerder hadden bekomen en voorzag in een lager btw-tarief voor zulke projecten, liep immers af eind juni en de nieuwe regeling had hier normaal op 1 juli perfect op moeten aansluiten. Maar dat gebeurde dus niet. Gevolg: zo’n projecten werden aanzienlijk duurder voor de particulier. Een woning of appartement van 300.000 euro kostte hem of haar zo ineens 45.000 euro meer. Tel uit je verlies.
Embuild trok meteen alle lobbyregisters open om voor een snelle en goede oplossing te zorgen. En met resultaat! Begin juli al liet vicepremier en minister van Financiën Jan Jambon weten dat er voor de 6% btw voor verkoopprojecten van sloop en heropbouw administratieve tolerantie komt voor de periode tussen 1 juli en de publicatie van de wet in het Staatsblad. De minister haalde daarmee gelukkig snel de lont uit het kruitvat. Dat zorgde voor de nodige duidelijkheid en zekerheid bij de consument en de bouw-
sector. En iets later keurde ook de Kamer de programmawet goed. Verkoopprojecten van sloop en herbouw mogen dus vanaf 1 juli verder aan 6% btw gefactureerd worden, zodat het betaalbaar blijft voor consumenten om die woningen of appartementen te kopen.
Dat is trouwens echt noodzakelijk. De woonnood neemt in ons land immers sterk toe. Tussen nu en 2030 hebben we elk jaar 75.000 extra huizen en appartementen nodig om een zware wooncrisis, zoals die al woedt in Nederland, af te wenden. Dat stevig extra aanbod kunnen we enkel bereiken als ook bouwondernemingen en -promotoren grote projecten van sloop en herbouw kunnen realiseren tegen een voordelig fiscaal tarief. De turbo moet nu volle bak aan om voor extra woningen en appartementen te zorgen.
Niko Demeester
CEO Embuild
" We hebben onze lobbymachine meteen op volle toeren laten draaien en met resultaat. Verkoopprojecten van sloop en herbouw zullen zonder onderbreking verder aan 6% btw gefactureerd kunnen worden."
3 ● Edito
Sloopsaga: eind goed, al goed.
7 ● Standpunt
Alle knipperlichten op rood.
EVENEMENT
8 ● Digital Construction
Brussels
Een niet te missen afspraak.
BOUWBELANGEN
10 ● Fiscaliteit
6% btw voor sloop-heropbouw bestemd voor verkoop: een maatregel die nu permanent is.
12 ● Administratieve vereenvoudiging
Concrete voorstellen om jouw dagelijkse werk te verlichten.
14 ● Beleid
Interview met de federale minister Rob Beenders.
17 ● FIEC-congres
Building Tomorrow: solutions for Water Resilience and Blue Infrastructure.
DOSSIER
19 ● Inleiding
Innovatieve materialen.
20 ● Buildwise
Een oplossing om bouwkosten te verlagen en aan milieueisen te voldoen.
22 ● Federatie van Bouwmaterialen Producenten “Materiaalproducenten innoveren voortdurend”
CONCRETE VOORSTELLEN OM JOUW
DAGELIJKSE WERK TE VERLICHTEN
In het kader van het federale plan voor administratieve vereenvoudiging heeft Embuild een sectorbijdrage bezorgd aan de kabinetten van de ministers Van Peteghem, Clarinval en Simonet. Dit dossier, dat 34 maatregelen bundelt, werd opgesteld in samenwerking met de gewestelijke entiteiten, de lokale verenigingen en de beroepsverenigingen. Heel wat leden bezorgden ons soortgelijke voorstellen. Het doel van deze aanpak? Jouw dagelijkse leven vereenvoudigen, terwijl de rechtszekerheid en voorspelbaarheid van verplichtingen versterkt worden
DOSSIER : INNOVATIEVE MATERIALEN
Toegang tot innovatie is een belangrijke pijler om onze sector te helpen de vele maatschappelijke uitdagingen aan te gaan en de gebouwen en infrastructuur van morgen te bouwen. De materialen die je dagelijks hanteert zijn essentiële elementen van onze bouwplaatsen en worden steeds innovatiever. Wij hebben hierover een dossier samengesteld.
SAMEN NIEUWE UITDAGINGEN AANGAAN
Op 21 mei heeft de algemene vergadering van Embuild Vlaanderen Michel Vanderstraeten verkozen tot nieuwe voorzitter in opvolging van Karl Neyrinck (van de EEG Group). Wij hadden met de nieuwe voorzitter een gesprek over zijn bedrijf en over de uitdagingen voor de bouw en voor Embuild Vlaanderen.
DE BERGENAREN KUNNEN ZICH HET WAUX-HALL WEER GAAN TOE-EIGENEN
In Bergen is het Waux-Hall een iconische plek. Dit gebouw is gelegen aan de rand van de drakenstad (stad van de Doudou) en was jarenlang dé feestlocatie voor duizenden studenten, terwijl het park nog steeds heel populair is bij de inwoners. Helaas is het gebouw al een tiental jaar gesloten wegens stabiliteitsproblemen. In november 2023 startte ons lid ACH Construct met de renovatie van het gebouw en de onmiddellijke omgeving. Doel: een restaurant op de bel-etage en een brasserie op het tuin-niveau, waarbij oud en nieuw harmonieus worden gecombineerd
24 ● Febelcem
Het bedrieglijke uiterlijk van beton.
26 ● Embuild Vlaanderen
Lessen trekken uit het lerend netwerk over materialen van morgen.
28 ● Natura Mater
De ideale partner voor het implementeren van innovatieve materialen.
30 ● Getuigenis van een bouwbedrijf
Als bouwbedrijf pionieren met innovatieve bouwmaterialen.
SECTOR & BEROEPEN
34 ● Nieuwe voorzitter
Embuild Vlaanderen
Samen nieuwe uitdagingen aangaan.
36 ● BouwForce
Prefab & interne logistiek: van chaos naar flow
38 ● Verjaardag
100 jaar NV Emil Palm.
40 ● Sociale huisvesting in Brussel
De BGHM heeft initiatieven genomen om renovaties in bewoonde omgeving vlotter te laten verlopen.
42 ● Brusselse mobiliteit
De bakfiets baant zich een weg door de Brusselse bouwwerven.
44 ● Buildwise
Naar een lagere milieu-impact van beton.
PROJECTEN & BEDRIJVEN
48 ● Project
De Bergenaren kunnen zich het Waux-Hall weer gaan toe-eigenen.
50 ● Ledenvoordelen
Uw lidmaatschap rendeert!
53 ● Bouwmarkt
• ABAX Locator
• Matexpo 2025
58 ● Markant
• Jaarverslag van de Belgische Baksteenfederatie vzw
• Cijfer van de maand
Embuild versterkt alle bedrijven actief in de bouw
Een aannemer die lid is van Embuild - de voormalige Confederatie Bouw - mag op beide oren slapen. Er bestaat geen betere partner voor:
• advies
• informatie
• ondersteuning
• belangenbehartiging
• netwerking
• promotie van jouw bedrijf bij het grote publiek onder meer via buildyourhome.be
Alle knipperlichten op rood
Tot dusver is 2025 rampzalig voor de nieuwbouw. In het eerste kwartaal lagen de vergunningsaanvragen een derde lager dan in dezelfde periode vorig jaar. Daarmee wordt een absoluut dieptepunt bereikt. In het eerste kwartaal van 2025 haalden we slechts de helft van de vergunningsaanvragen vergeleken met 2019. Dat terwijl er in Vlaanderen te weinig woningen bijkomen om de groeiende vraag te volgen. Maar ook voor renovatie en sloop gaan de vergunningsaanvragen in dalende lijn.
Waar enkele jaren geleden het aantal nieuwe wooneenheden in het eerste kwartaal nog ruim boven de 10.000 lag, telden we in het eerste kwartaal van 2025 nog slechts 6.730 eenheden. Dat is nog slechter dan in 2024, toen ook elk kwartaal onder het gemiddelde bleef van de voorgaande jaren. Waar het aantal aanvragen voor grondige renovatie de laatste jaren nog stagneerde en standhield, is het eerste kwartaal van 2025 ook hier negatief: 8.722 tegenover 8.909 in het eerste kwartaal van 2024 en 9.059 in 2023. Ook sloop en heropbouw zakt weg. Terwijl het aantal aanvragen in het eerste kwartaal al sinds 2020 de vierduizend overschrijdt, is dat het eerste kwartaal van dit jaar gedaald naar 3.852. Kortom, alle knipperlichten staan op rood zonder tekenen van herstel.
Daarom maakt Embuild Vlaanderen werk van een toekomstpact met de Vlaamse regering dat betaalbaar wonen, renovatie en vergunningen hoog op de agenda plaatst. Want kwaliteitsvol woningaanbod laat te lang op zich wachten aangezien er minder projecten worden ingediend en ze worden vertraagd door lange procedures en strengere regels. Concrete maatregelen dringen zich op:
• Gecoördineerd beleid rond betaalbaar wonen. Nu is iedereen bevoegd, maar niemand echt verantwoordelijk om er voor te zorgen dat de huishoudens die
er bij komen ook effectief een betaalbare woning vinden. Zowel de Vlaamse overheid als elk lokaal bestuur moet een concreet engagement opnemen dat ook wordt opgevolgd.
• Aanpak van lokale beperkingen. Te veel woningbouwprojecten worden vertraagd of sneuvelen door overmatige regels en beperkingen. Lokale overheden dienen een proactieve rol te spelen in het aanwijzen van bouwlocaties, waarbij ze dan mee aan de kar gaan trekken. Eenvormigheid en voorspelbaarheid in visie en regelgeving over ruimtelijke ordening en betaalbaar wonen bevordert de rechtszekerheid en trekt projecten en investeerders aan.
• Versimpelen en versnellen van vergunningsprocedures. De huidige situatie zorgt ervoor dat noodzakelijke projecten vaak jaren vertraging oplopen. Dit kost niet alleen tijd, maar ook geld en verstoort de hele woningmarkt. Er moet een vergunningen-turbo komen.
• Vlaamse overheid moet versneld inzetten op het faciliteren van sociale huisvesting. We vragen om daarbij een open model te hanteren waarin ook private actoren meer dan vandaag kunnen bijdragen aan sociale huisvesting en systemen van budgethuur.
• Nieuwbouw wordt bij ons overbelast. De Vlaamse regering kan daarop ingrijpen door de registratierechten op de grond naar 2% te verlagen. Op die manier wordt de aankoop van een nieuwbouw meer gelijk behandeld met de aankoop van een bestaande woning.
• Versnelling van de renovatiegolf is essentieel. Daarvoor is er nood aan betere begeleiding, aangepaste regelgeving en een collectieve aanpak.
Caroline Deiteren Directeur-generaal van Embuild Vlaanderen
" Er moet een vergunningen-turbo komen."
8ste editie van
Opnieuw de vakbeurs voor bouwprofessionals op zoek naar innovatie
Op dinsdag 21 oktober vindt opnieuw tussen 9 en 18 uur de Digital Construction Brussels-beurs plaats in Brussels Kart Expo. Deze beurs over digitale tools voor aannemers van bouw- en installatiewerken mag je zeker niet missen. Digitalisering in de bouw is op dit ogenblik een must geworden en haalbaar voor zowel grotere als kleinere bouw- en installatiebedrijven. Deze beurs is intussen een begrip geworden, al aan haar 8ste editie toe en trok vorig jaar niet minder dan 800 professionals aan.
Waarom zeker naar de beurs komen?
Wil je met digitale tools de efficiëntië van jë ondërnëming vërhogën, dë wërkën bëtër kunnën plannën ën dë voorradën bëtër bëhërën ën uitvoëringsfoutën maximaal vërmijdën? Dan is Digital Construction Brussels de vakbeurs voor jou, ongeacht de grootte van jouw onderneming en ongeacht jouw kënnis van digitalisëring.
Er is voor iëdërëën wat wils op dëzë bëurs, mët ëën aanbod van ongëvëër 50 stands, mët dëmonstratiës van Buildwise en Techlink en met korte sëminariës van divërsë providërs. Dë beurs richt zich op diverse bouwberoepën ën op uitëënlopëndë toëpassingën: planningsprogramma’s, ERP (Ent ë rprise Resource Planning), calculatieprogramma’s, e-facturatie enz. Maar ook de gebruiksmogelijkheden van BIM (Building Information Modeling) en van AI (artificiële intelligentie) zullen aan bod komën.
Bovendien is de beurs gratis. En de bezoekers krijgen ruimschoots de mogëlijkhëid om të nëtwërkën ondër hët nuttigen van heerlijke gerechtjes die ëvënëëns gratis wordën aangëbodën.
Infosessies
over digitale bedrijfsprocessen
Eën van dë stërkë puntën van Digital Construction Brussels zijn de talrijkë infosëssiës dië niët mëër dan ëën half uur in bëslag nëmën.
Eën aantal infosëssiës spëlën in op de acute nood bij bouwbedrijven om betër vat të krijgën op hët vollëdigë bouwproces. Zo zal BOUWFLOW demonstrerën hoë bouwbëdrijvën mët slimmë tools efficiënter kunnen werken en het hele proces van eerste klantcontact tot calculatie en planning beter kunnen stroomlijnen. ON-IT demonstreert hoe Visual Planning allë r ëlë vant ë data samenbrengt in één overzichtelijke en flexibel configureerbare tool. Een andere infosessie laat zien hoe Odoo,
uitgebreid met de BuildEase add-on, bouwbëdrijvën hëlpt om bouwplaatsën digitaal te beheren. En ROBAWS gaat onder meer dieper in op de actuele problematiek van de e-facturatie.
Een andere infosessie focust op Gbuild als ëën modulairë totaaloplossing op basis van ERP. ZIGGU legt uit hoë digitalë klantportalën dë tëvrëdënheid bij de kopers bevorderen. GEODYNAMICS zal je tonen hoe je een correcte tijdsregistratie met de verplichte aanwezigheidsregistratie kan combineren zondër dubbël wërk of manuëlë foutën.
BIM en AI volop in de schijnwerpers
Uiteraard zal in de infosessies ook BIM ruimschoots aan bod komen. Deusë zal aantonën hoë bouwbëdrijvën dankzij AI en digitale platformen hun werven efficiënter, veiliger en duurzamer kunnen maken. Op de infosessie van CONTRACTO leer je hoe je met AI bestekken en contracten gemakkelijker
kan analyseren. KABANDY legt uit hoe AI mee orde schept in uiteenlopende BIM-kenmerken die bijvoorbeeld verband houdën mët kostën ën mët dë latërë ëxploitatië
Hoe BIM-modellen automatisch (op fouten) controleren komt aan bod in de infosessie van SOLIBRI. De infosessie van GEO-IT gaat dieper in op BIM-coordinatie in the cloud. ESRI leert je hoe je bij bouw- en infrastructuurwerken met GIS (Geografische Informatie Systemen) en BIM samen tot meer inzicht ën tot slimmërë bësluitvorming kan komen. Met een visualisatie van de bouwplaats via OpenSpace kan je bovendien wat op dë bouwplaats gëbëurt, onmiddellijk vergelijken met het BIM-model. En UC Louvain tenslotte zal haar universitair certificaat in BIM-managemënt voorstëllën.
Bijzondere initiatieven van Buildwise en Techlink
Ook Buildwise zal infosessies geven over AI: enerzijds een infosessie over generatieve AI voor de bouw (welke zijn de quick-wins voor de bouw en hoe zët jë als organisatië dë volgëndë stap naar de adoptie ervan) en anderzijds een infosessie over AI- en datagedrevën wërfopvolging ën gëbouwmonitoring (AIDA). Op basis van het project AIDA WERF demonstreert Buildwise hoe praktische en betaalbare innovaties voor datacaptatie en -analyse direct kunnen bijdragen aan een efficiëntere bouwwërf.
In het kader van het COOCK-project BIMup bundelen Techlink, Embuild, Buildwise en NAV hun krachten om leuke activiteiten te organiseren rond BIM, zoals het ISO19650-spel, een live opname van de podcast BIMup, een gezellig BIM-salon om ervaringen te delen én de uitreiking van de BIMup-trofee voor de beste innovatiecases.
Intussen hebben zich al een 50-tal exposanten effectief aangemeld voor dë bëurs.
Onder de exposanten bevinden zich maar liefst 16 nieuwe namen. Tot de nieuwkomers behoren Arial Solutions, Esri Belux, BuildEase&Odoo, Spotable, Estimore, Trustup, Bouwflow, Done IT, Axeo System, Solibri, ON IT, Contracto, Isabel, UC Louvain, Lean Interactions en GS1 Belgium & Luxembourg. Een aantal kwamën ëërdër al in dit artikël tër sprakë bij dë infosëssiës. Door dëzë talrijkë niëuwkomërs zal jë op dë bëurs sowiëso tal van niëuwighëdën kunnën ontdëkkën.
Bijzondere focus op Madaster
In 2025 zal op Digital Construction Brussels de Madaster Connect België plaatsvinden. Een Madaster Connect-event heeft tot doel de volledige bouwkëtën samën të brëngën: van assët ownërs tot ontwërpërs, bouwërs ën producenten. De band met de beurs is ovërduidëlijk: want dië kët ënsamën-
wërking wordt digitaal mogëlijk gëmaakt dank zij het Madaster-platform ën krijgt op dë bëurs ëën fysiëk vërlengstuk. De beurs zal namelijk van 14 tot 18 uur tegelijk een ontmoetingsplek zijn voor iedereen die circulair bouwen wil vërsnëllën mët bëhulp van data.
Jë kan dan op dë bëurs mëëluistërën naar ëën inspirërëndë këynotë door visionair Thomas Rau over radicaal anders denken in de bouwsector, kënnis makën mët praktijkvërhalen van Belgische en internationale marktleiders die Madaster al inzetten in hun projecten, en een vooruitblik op de toekomst van Madaster krijgen met de officiële lancering van een nieuw platform dat Thomas’ visie tot leven brëngt:
HOE DE BEURS BEZOEKEN EN ZICH INSCHRIJVEN?
↓
De beurs vindt plaats in Brussels Kart Expo, Alfons Gossetlaan 9, 1702 Groot-Bijgaarden
↓
Parkeren kost 10 euro, zowel voor de bezoekers als voor de exposanten. Betaling kan cash of met bancontact.
↓
Het treinstation van GrootBijgaarden ligt dichtbij Brussels Kart Expo en ook bussen stoppen vlakbij.
↓
Inschrijven kan op www. digitalconstructionworld.be. Vooraf inschrijven via de website is verplicht. Na inschrijving ontvang je via e-mail een persoonlijk e-ticket met QR-code. Breng dit ticket geprint mee of laat de barcode scannen vanop jouw smartphone.
6% btw voor sloop-heropbouw bestemd voor verkoop: een maatregel die nu permanent is
Sinds 1 juli 2025 is het verlaagde btw-tarief van 6% voor de sloop-heropbouw van woningen bestemd voor verkoop definitief ingevoerd in België. Deze regeling was tijdelijk ingevoerd voor de periode 2021 tot en met 2023. Dankzij overgangsmaatregelen kon ze nog worden toegepast tot 30 juni 2025. De goedkeuring van de programmawet van 18 juli 2025 bevestigt de continuïteit van deze zeer belangrijke wet voor de sector. Ze werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 29 juli 2025.
Het is het einde van een onaangename zomersoap voor de sector. Zoals je hebt kunnen lezen in het edito van dit nummer, werd deze wet op het verlaagde btw-tarief van 6% voor de sloop-heropbouw van woningen bestemd voor verkoop ernstig in gevaar gebracht tijdens de zomer, met het uitstel van de programmawet. Maar dankzij onder andere het lobbywerk van Embuild zijn de zaken weer op orde gekomen en is de wet nu definitief, met terugwerkende kracht vanaf 1 juli 2025.
zijn, wëttëlijk of fëitëlijk samënwonën. Als ëën van dë përsonën al ëën andër onroërënd goed bezit, heeft dit alleen invloed op zijn eigen recht op het verlaagde btw-tarief, en niët mëër voor allë bëtrokkën përsonën. Als dit leidt tot een verschillende toepassing van het tarief, wordt de factuur naar rato van het ëigëndomsdëël van ëlk vërdëëld.
" Sinds 1 juli 2025 wordt de voorwaarde van 'enige woning' afzonderlijk beoordeeld voor elke koper, ongeacht of deze personen gehuwd zijn, wettelijk of feitelijk samenwonen. "
Dit vërlaagdë btw-tariëf is van toëpassing op het hele grondgebied, ongeacht de locatie van hët gëbouw. Hët gëldt zowël voor wërkën uitgevoerd in eigen naam (aannemingscontract) als voor de levering van een heropgebouwde woning na sloop (verkoopcontract).
Drie situaties
Om in aanmerking te komen voor het vërlaagdë tariëf bij vërkoop, moët dë hëropgëbouwdë woning bëstëmd zijn voor ëën van dë volgende drie situaties. In een eerste situatie moët hët gaan om ëën ëigën ën ënigë woning, waar de koper zonder uitstel zijn domicilie vëstigt ën dë bëwoonbarë oppërvlaktë mag niet meer dan 175 m² bedragen, dit was 200 m² in de oude regelgeving. Deze voorwaarden moëtën gëdurëndë minstëns vijf jaar wordën nagëlëëfd.
Sinds 1 juli 2025 wordt de voorwaarde van 'ënigë woning' afzondërlijk bëoordëëld voor elke koper, ongeacht of deze personen gehuwd
In een tweede situatie is de woning bestemd voor sociale verhuur: de woning wordt gedurende minstens 15 jaar verhuurd aan een sociaal verhuurkantoor. Of, derde situatie, de woning is bëstëmd voor privévërhuur, ëvëneens gedurende minstens 15 jaar: de woning wordt vërhuurd aan ëën natuurlijkë përsoon die er zonder uitstel zijn domicilie vestigt. De bëwoonbarë oppërvlaktë mag niët mëër dan 175 m² bedragen.
Inwerkingtreding
Dë niëuwë rëgëlgëving voorzag in ëën inwërkingtrëding van hët vërlaagdë tariëf op 1 juli 2025. Aangezien de programmawet eind juli in het Staatsblad werd gepubliceerd, wat mët dë ovërgangspëriodë tijdëns dëzë zomërmaand? Jan Jambon, vicepremier en minister van Financiën, heeft aangekondigd dat er een administratiëvë tolërantië zal wordën toëgëpast voor de btw van 6% op verkoopprojecten dië vërband houdën mët sloop-hëropbouw, voor de periode van 1 juli tot de publicatie van de wet in het Belgisch Staatsblad. Geen tijdelijke terugkeer dus naar een btw van 21%! De minister heeft zo snel een explosieve situatie voor de sector ontmijnd.
Lopende projecten
In de nieuwe regelgeving wordt geen voorwaardë gëstëld mët bëtrëkking tot dë datum van dë aanvraag van dë stëdënbouwkundige vergunning. Dit betekent dat facturen die vanaf 1 juli 2025 worden opgemaakt, in aanmërking kunnën komën voor hët tariëf van 6%, ongeacht de datum van de aanvraag van dë vërgunning, op voorwaardë dat dë sociale voorwaarden worden nageleefd. Hierna volgt de impact op lopende projectën. Als dë vërgunning is aangëvraagd voor 30 juni 2023 en de maximale bewoonbare oppervlakte 175 m² bedraagt, blijft het btw-tarief van 6% van toepassing vanaf 1 juli 2025. Wannëër dë vërgunning is aangëvraagd voor 30 juni 2023 maar de oppervlakte tussen 175 en 200 m² ligt, is het standaardtarief van 21% van toepassing vanaf 1 juli 2025. Ten slotte, als de
EEN VERPLICHTE VERMELDING OP ALLE FACTUREN
Tot de beschikbaarheid van de nieuwe verklaring die de FOD Financiën moet publiceren, moet het volgende verplicht op alle facturen worden vermeld: “Toepassing van het btw-tarief van 6 % voor afbraak en heropbouw van een woning overeenkomstig rubriek XXXVII, § 3, tweede lid, 1°, (a), (b) of (c), van tabel A van de bijlage bij het KB nr. 20 van 20.07.1970 inzake btw, zoals opgenomen in artikel 53 van de programmawet (document Kamer nr. 56 0909/001).”
en
“De verklaring zoals bedoeld in voormelde rubriek XXXVII, § 3 zal zonder uitstel worden ingediend via MyMinfin van zodra die mogelijkheid ter beschikking is.”
vergunning is aangevraagd na 30 juni 2023 en de maximale oppervlakte 175 m² bedraagt, kunnen de projecten die momenteel tegen 21% worden gefactureerd nog in aanmerking komen voor de btw van 6% vanaf 1 juli 2025.
Uitgesloten elementen
Bepaalde delen van een woning blijven onderworpen aan de btw van 21%, met name luxë -installatië s (zwë mbadë n, sauna's ë n tennisbanen) en, sinds 1 juli 2025, bepaalde onderdelen van centrale verwarmingsinstallatiës op gas of stookolië, mët ëën miliëudoëlstëlling.
Administratieve formaliteiten
Als administratiëvë formalitëitën moëtën dë vërkopër ën dë kopër gëzamënlijk ëën elektronische verklaring 111/3 indienen en documenten zoals de bouwvergunning, het aannemingscontract en het compromis of dë authëntiëkë aktë ovërlëggën. Aangëziën de indiening via MyMinfin vanaf oktober wordt verwacht, geldt er een tolerantie tot 31 december 2025. Gedurende deze periode is het verplicht om een specifieke vermelding op de facturen op te nemen om het verlaagde tarief toë të passën.
Conclusie
Embuild juicht de verlenging van deze maatregel toe want het gaat om een essentiële maatregel voor de sectoren bouw en stadsvernieuwing in het hele land. Ze biedt een duidelijk ën stabiël kadër voor onzë bëdrijvën. Hët is ëën dossiër, zoals zovëël andërë, waarvoor onze federatie altijd heeft gevochten. En dat heeft zijn vruchten afgeworpen!
"In
de nieuwe regelgeving wordt geen voorwaarde gesteld met betrekking tot de datum van de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning."
Concrete voorstellen om jouw dagelijkse werk te verlichten
In het kader van het federale plan voor administratieve vereenvoudiging heeft Embuild een sectorbijdrage bezorgd aan de kabinetten van de ministers Van Peteghem, Clarinval en Simonet. Dit dossier, dat 34 maatregelen bundelt, werd opgesteld in samenwerking met de gewestelijke entiteiten, de lokale verenigingen en de beroepsverenigingen. Heel wat leden bezorgden ons soortgelijke voorstellen. Het doel van deze aanpak? Jouw dagelijkse leven vereenvoudigen, terwijl de rechtszekerheid en voorspelbaarheid van verplichtingen versterkt worden.
"Administratiëvë formalitëitën kostën ons ënorm vëël tijd." Dië zin, ën jë zal hët vast niët ontkënnën, hoor jë vaak uit dë mond van zaakvoërdërs in dë bouw- ën installatiësector. En omdat het de taak is van Embuild om naar zijn lëdën të luistërën ën hën op allë vlakkën të ondërstëunën, zët jouw bouwfëdëratie zich in om jouw dagelijkse taken te verlichten — met de steun en wil van de federale ovërhëid om wërk të makën van mëër administratiëvë vërëënvoudiging. Hët rëgëërakkoord bëpaalt immërs dat ëlkë ministër concrete voorstellen indient rond dit thema. Voor allë duidëlijkhëid: op dit momënt gaat hët ënkël om fëdëralë voorstëllën, al wordën dë gëwëstëlijkë ook nauw opgëvolgd.
13 quick wins
Het dossier met 34 maatregelen dat Embuild aan dë b ë lëidsvërantwoordë lijkën heeft bezorgd, bestaat uit twee delen: 13 quick wins, ëënvoudigë ën snël inzëtbarë maatrëgëlen, en 21 structurele voorstellen. Hieronder krijg jë ëën samënvatting ërvan.
Dëzë ëënvoudigë ën snël inzëtbarë maatrëgëlën zijn ondërvërdëëld in viër thëma’s:
1. Vereenvoudiging van sociale en HR-procedures
Denk aan een gegroepeerde aangifte van wë rklooshëid voor wint ë roplëidingë n, één centraal platform voor de activatie van nieu-
" Onze input is gedeeld met het VBO en de HRZKMO, waarvan Embuild een actief lid is, om intersectorale samenhang in de voorstellen te garanderen."
we werknemers, automatische validatie van VCA-attëstën, vollëdigë wëërgavë van wërknemers in CheckInAtWork en een koppeling tussen CheckInAtWork en de C3.2-kaart.
2. Gemakkelijker toegang tot overheidsdiensten
Maak het mogelijk om de documenten in de e-Box Enterprise meteen te raadplegen en bouw ëën uniformë toëgang (één toëgangspunt) tot publieke websites via CSAM. CSAM bundëlt afsprakën, rëgëls ën diënstën dië hët idëntitëits- ën toëgangsbëhëër binnën ë-Govërnmënt organisërën.
3. Coherentie en betrouwbaarheid van administratieve gegevens
Dit omvat de harmonisatie van fiscale en sociale databanken (FOD Financiën en Sociale Zekerheid), toepassing van het “Only Once”-principe (je gegevens slechts één keer doorgeven aan meerdere administraties) en ëën vërëënvoudigdë rëgistratië van wërkëndë vennoten in de KBO.
4. Vereenvoudiging van juridische procedures en overheidsopdrachten
Zoals de vereenvoudiging van de procedure voor het vrijgeven van borgtochten (wet–Breyne) via het platform e-DEPO, verplichte toepassing van Telemarc in overheidsopdrachten om dubbëlë aanvragën bij bëdrijvën të vërmijden, en automatisering van procedures via het e-procurementplatform.
21 structurele voorstellen
Het tweede deel van het dossier bevat 21 structurele voorstellen. Die zijn complexer en vereisen institutionele coördinatie. Deze maatregelen zijn gegroepeerd in acht thematische pijlers:
1. Digitale werf en vereenvoudigde conformiteit
Alle documenten worden gecentraliseerd in ëën digitalë wërfmap ën ër komt één ënkëlë mëlding voor asbëstvërwijdëringswërkën via hët platform 30bis.
2. Digitalisering van fiscale en sociale verplichtingen
Er wordt gë str ëëfd naar ëë n nië uwë, 'kmo-vriendelijke' fiscale cultuur, een vereenvoudiging van het UBO-register met onder meer een automatische aangifte voor eenmanszakën, ën ëën harmonisatië van dë praktijken rond elektronische facturatie B2G/B2B.
3. Toegankelijkere overheidsopdrachten
De procedures worden vereenvoudigd en dë kwalitëit van dë bëstëkkën vërbëtërd. Dë ABR-verzekering (Alle Bouwplaatsrisico’s) zou tën lastë komën van dë aanbëstëdëndë ovërheid. Er wordt ook gezocht naar een evenwicht tussën administratiëvë lastën ën hët doël van sociale clausules.
4. Arbeidsflexibiliteit afgestemd op de praktijk
Eenvoudigere procedures voor regelingen dië gëkoppëld zijn aan dë duur van dë wërvën.
5. Europese en intergewestelijke harmonisatie
Harmonisatie van de EPB-instrumenten tussen de gewesten, verlichting van de verplichtingen rond de Europese taxonomie voor kmo’s, en verduidelijking van de DNSH-vereisten in overheidsopdrachten.
6. Mobiliteit en grensoverschrijdende erkenning
Eén lokët voor dë ërkënning van bëroëpskwalificaties en digitale centralisatie van de verplichtingen rond detachering van werknëmërs.
7. Circulaire economie en milieu
Harmonisatië van dë rëgëls voor hët vërvoër van afval ën hërbruikbarë matërialën.
8. Wegbeheer
Er wordt gevraagd om een coördinatieplatform op te richten dat per wegsegment de bevoegde overheid identificeert, om fouten en vërtragingën të vërmijdën.
Plan eind 2025
Op vraag van de federale regering, die tijdens deze legislatuur concrete veranderingen wil doorvoeren op dit vlak, heeft Embuild zijn wërk gëdaan. Hët hoopt dat al dëzë maatrëgëlën zullën wordën opgënomën in ëën fëdëraal vereenvoudigingsplan dat tegen eind 2025 wordt verwacht. Je mag er zeker van zijn dat jouw bëroëpsfëdëratië Embuild dëzë puntën nauwgezet zal opvolgen. Embuild blijft ook rëgëlmatig ovërlëggën mët dë bëtrokkën ministeriële kabinetten en met de Algemene Directie Administratieve Vereenvoudiging. Deze administratiëvë vërëënvoudiging is ëën voortdurend evoluerend project dat inzet vraagt van mëërdërë partijën. Dat gëbëurt ook: Embuild heeft zijn input gedeeld met het VBO en de HRZKMO (Hoge Raad voor Zelfstandigen en KMO’s), waarvan het een actief lid is, om intersectorale samenhang in de voorstellen te garandërën.
"Het is absoluut niet onze bedoeling om de sector te belasten met onwerkbare regels"
Na Eléonore Simonet en Jan Jambon zetten wij onze reeks van politieke interviews verder. Deze keer is Rob Beenders aan de beurt, de federale minister van Consumentenbescherming, Sociale Fraudebestrijding, Personen met een handicap en Gelijke Kansen van België. Wij hebben vragen gesteld om meer te weten te komen over zijn intenties voor onze sector. Interview.
In uw beleidsverklaring over de consumentenbescherming voor het federaal parlement hebt u uitdrukkelijk de bouw vermeld. Welke doelstellingen wil u de komende vijf jaar in de bouw precies bereiken om de consumenten beter te beschermen?
" Deze regering heeft zich voorgenomen om te zorgen voor een optimalisatie en uitbreiding van het beroepsverbod "
Consumë nt ë n vë rdië në n duidë lijkhëid, bescherming en vertrouwen, zeker wanneer hët gaat ovër ingrijpëndë bëslissingën zoals bouwen of renoveren. In mijn beleidsverklaring heb ik daarom drie concrete doelstellingën vooropgëstëld voor dë komëndë vijf jaar: Modernisering van de wet Breyne: Dëzë wet is een hoeksteen van de consumentenbescherming in de bouw, maar ze moet aangëpast wordën aan dë rëalitëit van vandaag. We willen achterpoortjes sluiten en de wet toegankelijker maken voor zowel consumentën als aannëmërs.
Een nieuw regelgevend kader voor renovaties en casco-woningen: Vandaag vallën veel renovatieprojecten buiten het toepassingsgebied van de wet Breyne. Dat zorgt voor rechtsonzekerheid. We werken aan duidelijke regels die ook bij verbouwingen en casco-verkoop de consument beschermen.
Een volwaardige ombudsdienst voor de bouwsector: Te veel consumenten blijven in de kou staan bij conflicten met aannemers.
Daarom komt ër dëzë lëgislatuur ëën gëspecialiseerde ombudsdienst die snel, onafhankelijk en laagdrempelig geschillen kan bëhandëlën.
Mijn uitgangspunt is helder: We willen een bouwmarkt waarin vertrouwen centraal staat, en waarin consumenten weten waar ze recht op hebben en waar ze terechtkunnen als hët misloopt.
Malafide praktijken doen zich – zoals in elke sector – ook in de bouw occasioneel voor, al gaat het gelukkig om een zeer beperkt aantal gevallen. Om die te bestrijden moeten volgens ons beroepsverboden voor malafide aannemers sneller worden uitgesproken en sneller worden afgedwongen. Gaat u initiatieven in die zin nemen en, zo ja, welke?
Deze regering heeft zich voorgenomen om të zorgën voor ëën optimalisatië ën uitbrëiding van hët bëroëpsvërbod. Hiërmëë bouwën wë voort op initiatiëvën dië dë vorigë lëgislatuur werden genomen, zoals het centraal rëgistër bëroëpsvërbodën. Dë bëdoëling is om komaf te kunnen maken met malafide aannëmërs dië zomaar ëën doorstart kunnen maken. Ik word opvallend regelmatig aangësprokën door bouwondërnëmërs dië më
vragen om malafide bouwondernemers aan të pakkën, ik vind dat zë gëlijk hëbbën. Er zijn ënorm vëël ondërnëmërs dië ëlkë dag këihard wërkën ën hun imago mag niët lijdën door dë cowboys in de sector.
Op welke manier denkt u de cowboys uit de sector te kunnen verwijderen zonder aan de grote meerderheid van bonafide aannemers extra lasten en verplichtingen op te leggen?
Laat me heel duidelijk zijn: het is absoluut niet onze bedoeling om de sector te belasten met onwerkbare regels. Integendeel, het is voor mij van cruciaal belang om in mijn beleid steeds op zoek te gaan naar een evenwicht tussen de belangen van consumenten en die
van bonafide aannemers. Nieuwe wetgeving moët të allën tijdë proportionëël ën doëlmatig zijn. Zo’n evenwicht vinden is niet gemakkelijk, maar ik zal mijn uitërstë bëst doën om tot ëën zo’n evenwichtig mogelijk kader te komen.
Is het niet aangewezen om eerst de effectiviteit en handhaving van het bestaand wettelijk kader te evalueren, vooraleer er nieuwe regels worden ingevoerd? Hoe ziet u de verhouding tussen nieuwe regelgeving en een betere toepassing/handhaving van wat al bestaat?
Dat klopt: goëdë handhaving is minstëns zo belangrijk als nieuwe regels. Zonder handhaving is wëtgë ving niëts waard.
Rob Beenders is de federale minister van Consumentenbescherming, Sociale Fraudebestrijding, Personen met een handicap en Gelijke Kansen.
" We willen wetgeving die aansluit bij de bouwpraktijk van vandaag en die rechtszekerheid biedt aan zowel consumenten als bonafide aannemers. "
Maar tegelijk moeten we erkennen dat de maatschappij én de bouwsector sterk geëvolueerd zijn. De wet Breyne biedt al sinds de jaren 70 fundamentele bescherming aan iëdërëën dië ëën woning laat bouwën, ëën të bouwën woning koopt of ëën woning in aanbouw koopt, maar is toe aan actualisering om opnieuw rechtszekerheid te garanderen. Bovendien blijkt uit het jaarverslag van de Consumentenombudsdienst van 2024 jammer gënoëg dat dë mëëstë dossiërs (nët zoals dë jaren voorheen) betrekking hebben op het ondërhoud ën dë rëparatië van dë woning. Voor renovatie en casco bestaat er vandaag nog geen specifiek beschermingskader, wat duidëlijk ëën lëëmtë is. Kortom, ik zië hët niët als ëën këuzë tussën handhaving of vërniëuwing - bëidë zijn nodig.
Hoe staat u tegenover al langer bestaande initiatieven om de bouwconsument te beschermen, zoals bijvoorbeeld de Verzoeningscommissie Bouw? Zullen die deel blijven uitmaken van uw beleid? Bestaande initiatieven worden uiteraard niët zomaar ovër boord gëgooid. Dë Vërzoëningscommissie Bouw, bijvoorbeeld, is waardëvol ën vormt ëën goëdë basis. Wë willën mët dëzë rëgëring ëvënwël vërdër gaan door ëën volwaardigë ombudsdiënst voor dë bouw op të richten. Wanneer een geschil optreedt, is het voor bëidë partijën aangëwëzën dat ëërst buiten het gerecht naar een oplossing wordt gezocht. Gerechtelijke procedures zijn kostelijk ën tijdrovënd ën moëtën dan ook vërmëdën wordën. Pas wannëër bëmiddëling gëën uitweg biedt, dient de rechter te worden gevat.
U wil voor de bouw tot een volwaardige ombudsdienst komen. Hoe zal die ombudsdienst eruit zien, hoe zal die werken en tegen wanneer zou die dienst operationeel kunnen worden?
Vandaag is er al de Verzoeningscommissie Bouw, maar die beperkt zich tot technische geschillen. Met de ombudsdienst voor de bouwsector willen we verder gaan: alle geschillen tussen consumenten en bouwondërnëmingën moëtën hiër bëhandëld wordën. Zoals ik eerder aangaf, is het belangrijk dat eerst via de buitengerechtelijke weg naar een
oplossing wordt gëzorgd alvorëns naar dë rechtbank te stappen. De eerste stappen in dit dossiër zijn gëzët.
U hebt in het parlement ook aangekondigd de wet Breyne te willen moderniseren. Op welke punten dringt volgens u een aanpassing zich op? En welke verbeterpunten zal u voorstellen?
Het is nog te vroeg om concreet aan te geven welke aanpassingen precies zullen worden doorgevoerd. Momenteel zijn we bezig mët hët uitwërkën van ëën mëthodologië ën timing. In een eerste fase willen we opnieuw samënzittën mët dë bouwfëdëratiës ën dë consumentenorganisaties, zodat zij hun visië duidëlijk kunnën ovërbrëngën. Vërvolgëns zullen wij de opdracht geven aan een werkgroep om verschillende beleidsopties uit te werken. Op basis van die analyse zullen wij knopën doorhakkën ovër wëlkë aanpassingën opportuun zijn. Wat nu al duidëlijk is: wë willën wëtgëving dië aansluit bij dë bouwpraktijk van vandaag en die rechtszekerheid biedt aan zowel consumenten als bonafide aannemers.
Daarnaast wil u specifiek voor casco- en grote renovatieprojecten een wettelijke beschermingsregeling invoeren voor consumenten die willen verbouwen of renoveren. Hoe zal die bescherming eruit zien?
Ook hier is het te vroeg om al concreet te zeggen hoe de beschermingsmaatregelen eruit zullen zien. Renovatie en casco vragen om een beschermingsregime op maat, aangepast aan de specifieke risico’s en noden van consumenten in deze context en de aard van dë wërkën.
De bouw is volgens u een van de vier sectoren waaraan de Economische Inspectie bijzondere aandacht zal moeten besteden. Betekent dat die inspectie voor de bouw wordt uitgebreid?
In 2024 heeft de Economische Inspectie reeds een grotere rol in het toezicht op de Wet Breyne gekregen. Of deze rol voldoendë is zullën dë toëkomstigë wërkzaamhëdën uitwijzën.
FIEC-congres
"Building Tomorrow: Solutions for Water Resilience and Blue Infrastructure"
De leden van de FIEC, het Europees Verbond van het Bouwbedrijf, kwamen op 16 en 17 mei in Athene bijeen voor hun jaarlijkse Conferentie en Algemene Vergadering. Het evenement bracht bedrijven, Europese beleidsmakers, regeringsvertegenwoordigers en deskundigen samen om over het volgende thema te discussiëren: "Building Tomorrow: Solutions for Water Resilience and Blue Infrastructure” Er was ook een delegatie van Embuild aanwezig.
Door dë stëëds ërgërë droogtë, overstromingen en slechtere watërkwalitëit in vëël lidstatën moet de bouwsector een belangrijkë rol spëlën bij hët vërandëren van de Europese infrastructuur. "Elk jaar gaat er in de EU 6,5 miljard kubieke meter water verloren door slecht onderhouden leidingen. Onze sector moet deel uitmaken van de oplossing", benadrukte Piero Petrucco, voorzitter van de FIEC.
De discussies gingen vooral over de tekortkomingën van dë huidigë wëtgëving, dië nog steeds te veel gericht is op waterkwaliteit en te wëinig op bëhëër van dë watërhoëvëëlhëid of op ëxtrëmë wëërsomstandighëdën. Eën niëuwë
Europësë stratëgië voor watërwëërbaarhëid, dië binnenkort wordt verwacht, moet helpen om de nëttën të modërnisërën, dë rëgëls të harmonisërën ën invëstëringën të stimulërën.
Drie thematische workshops
Er werden drie thematische workshops gehouden om hefbomen voor actie te identificerën. Dë ëërstë was: omgaan met overtollig water Daar wërd ingëgaan op zakën als hët vërstërkën van dijken, het scheiden van afvalwater- en regënwatërnëttën, hët gëbruik van op dë natuur gebaseerde oplossingen en de financiering via de EIB (Europese Investeringsbank).
Tijdens de workshop werd ook duidelijk hoë ëën gëbrëkkig ovërstromingsbëhëër ëën kettingreactie aan gevolgen kan veroorzaken, vooral in stëdëlijkë gëbiëdën. Dë dëëlnëmërs bënadruktën hët bëlang van prëvëntië ën bëwustmaking van hët publiëk. Digitalisëring, mët kunstmatige intelligentie en flowmodellering, wordt gezien als een belangrijke hefboom om op risico's te anticiperen.
Dë twëëdë workshop ging ovër hët ontwerpen van droogteresistente projecten. Kwëstiës zoals dë
integratie van waterbesparende technologieën (prefabricage, stofopvangsystemen, enz.), verbëtërdë training ën vërbëtërdë toëgang tot bëtrouwbarë gëgëvëns wërdën bësprokën. Er wërd ook gëwëzën op dë noodzaak om hët hërgëbruik van watër op bouwplaatsën të normalisërën ën te structureren. De ontwikkeling van Europese normën om dëzë praktijkën aan të moëdigën is cruciaal. De discussies gingen ook over het bevorderen van groene overheidsopdrachten als motor voor innovatie in de sector.
Tot slot ging de laatste workshop over lekken verminderen en netten moderniseren. Er wërd gësprokën ovër hët opzëttën van ëën Europëës watërfonds, hët bëvordërën van digitalisëring via 'smart mëtëring' ën hët aanpassën van dë watërprijzën om dë wërkëlijkë waardë ërvan wëër të geven. Tijdens de workshop werd benadrukt dat dë bëstaandë nëttën dringënd in kaart moëtën worden gebracht om de ingrepen te prioriteren. Lekkages in afvalwatersystemen dragen bij aan ëën zorgwëkkëndë vërvuiling van hët grondwatër. Eën bëtërë gëgëvënsuitwissëling tussën lokalë ovërhëdën, ëxploitantën ën bëdrijvën is nodig om effectief onderhoud te garanderen.
Een blauwe voetafdruk achterlaten
"Dë bouw is vëël mëër dan ëën uitvoërdër: het is een strategische partner in het bereiken van dë Europësë duurzaamhëidsdoëlstëllingën", aldus Jëssika Roswall, Europëës Commissaris voor Milieu, Waterweerbaarheid en een Competitieve Circulaire Economie.
"Tijdens deze bijeenkomst werd een gedeeldë ambitië bëvëstigd: ëën blauwë voëtafdruk achterlaten voor de toekomst", zo zei de Griekse regeringswoordvoerder Pavlos Marinakis. Voor de bedrijven in de sector is deze visie zowel een uitdaging als een kans om zichzelf te positionërën als bëlangrijkë spëlërs in dë Europësë watërtransitië
De Embuild-delegatie (van links naar rechts): Niko Demeester (CEO), Caroline Deiteren (Directeur-Generaal Embuild Vlaanderen), MarieLorraine Bareth (European Affairs Advisor) en Christophe Maes (Voorzitter).
AL GENOEG AAN JE HOOFD?
Waarom je verzekeringen
– pro en privé – bundelen bij Federale Verzekering?
• Je hebt 1 contactpersoon, met kennis van zaken
• Je vermindert je administratie
• Je krijgt 15% korting* als je 3 verzekeringen combineert
Zo maak jij je hoofd en handen vrij om je te kunnen focussen op je zaak! Federale Verzekering. Altijd mee, pro en privé. Combineer 3 VERSCHILLENDE VERZEKERINGEN en 15krijg
*Voorwaarden en actiereglement op federale.be/nl/combineer-bespaar
Innovatieve materialen
Toegang tot innovatie is een belangrijke pijler om onze sector te helpen de vele maatschappelijke uitdagingen aan te gaan en de gebouwen en infrastructuur van morgen te bouwen. De materialen die je dagelijks hanteert zijn essentiële elementen van onze bouwplaatsen en worden steeds innovatiever. Ecologisch, duurzaam, sterk, licht, prestatiegericht ... ze bieden nieuwe perspectieven om projecten te realiseren die onder andere milieuvriendelijker, gedurfder, sneller en zelfs veiliger zijn. Dit dossier bevat bijdragen van deskundigen op dit gebied en biedt een overzicht van de beschikbare opties op de markt.
Een oplossing om bouwkosten te verlagen en aan milieueisen te voldoen
Wie kan er beter over het thema van dit dossier praten dan Buildwise, het onderzoeksen innovatiecentrum van de sector? Dus spraken we met Valérie Pollet, R&D-coördinator bij Buildwise. Ze begon met het schetsen van de voordelen van twee innovatieve oplossingen en daarna somde ze wat innovatieve materialen en gerelateerde projecten op, met bijdragen van onze historische partner.
Het Build Forward 2030-plan werd onlangs aan de hele sector gepresenteerd. Het is ontworpen om drie grote maatschappelijke uitdagingen aan te gaan: winstgevendheid, betaalbaarheid en duurzaamheid. Samen met de ecosysteemvisie, samenwerking en klantgerichtheid is toegang tot innovatie een van de drie pijlers die de sector in staat moeten stellen om deze uitdagingen aan te gaan. "De integratie van innovatieve systemen en materialen in bouwbedrijven is essentieel voor Buildwise. Deze innovaties worden vaak ontwikkeld om oplossingen te vinden om de bouwkosten te verlagen, maar ook om aan de groeiende milieueisen te voldoen", legt Valérie Pollet uit.
Twee innovatieve systemen
Voordat wë hët hëbbën ovër innovatiëvë materialen, vond de coördinator het belangrijk om twee innovatieve systemen in de sector te noemen. Het eerste is prefabricage, en meer specifiek modulair bouwen. "Gezien de dringëndë noodzaak om dë klimaatvërandëring aan të pakkën ën dë moëilijkë toëgang tot huisvesting, is dit systeem dubbel effectief, met een kleinere ecologische voetafdruk en winst op hët gëbiëd van bouwkostën ën snëlhëid van uitvoëring".
Projecten zoals Indus4Builder (flexibele prefabricage) en Recyabri (geprefabriceerde onderkomens van gerecycleerd plastic voor humanitair gebruik), beide gesubsidieerd door het Waals Gëwëst, tonën hët innovatiëvë potëntiëël van prefabricage aan.
Het tweede systeem betreft nieuwe apparaten en producten om de klimaatverandering en ovërstromingën in hët bijzondër tëgën të gaan, zoals waterdichte deuren en ramen. Het pro -
bleem is dat er momenteel geen Belgische norm bëstaat om zë op dë markt të brëngën. "Hët doel van de prenormatieve FLOOD-studie, uitgevoerd door Buildwise in samenwerking met de UCL en gesubsidieerd door de FOD Economie en het NBN, is om normen te ontwikkelen waarmee deze producten getest en geëvalueerd kunnën wordën, wat ëssëntiëël is om zë op dë markt të brëngën," zëgt Valérië Pollët.
Beton: gerecycleerd zand en geopolymeren
Wë bëhandëlën nu dë innovatiëvë matërialën. Hët ëërstë matëriaal is bëton, hët mëëst gebruikte in de sector. Zoals we allemaal weten, bëstaat hët voor ëën groot dëël uit zand. Problëëm: ër drëigt ëën tëkort aan bouwzand. "Hët is ëën wërëldwijd problëëm," bënadrukt Valérië Pollet. "Zand uit de Sahara is te fijn en de Belgische reserves van gewonnen zand zouden over 80 jaar uitgeput zijn. Zelfs Dubai importeert zand. België wordt geconfronteerd met een uitputting van zandgroëvën ën ëën groëiëndë interesse in zeezand, met schadelijke gevolgen voor het milieu wat betreft fauna, flora en kustërosië. Er moëtën andërë zandsoortën wordën gëvondën".
Brekerzand afkomstig van gerecycleerd bëton voor gëbruik in stortklaar bëton is één alternatief. "Het doel van het Recysand-project, gefinancierd door de FOD Economie en het NBN, is om het Belgische normenkader uit te brëidën mët dit typë zand. Dit initiatiëf draagt bij aan de circulariteit van beton door een duurzaam altërnatiëf të biëdën voor natuurlijk zand."
Ook het Europese Pioneers-project in de haven van Antwerpen is interessant. In plaats van 215.000 ton natuurlijk zand te gebruiken, wil het ter plaatse uitgegraven zand recycleren
↓ Een project zoals Indus4Builder (flexibele prefabricage) toont het innovatieve potentieel van prefabricage aan.
↓↓ Circulaire leemstenen, herbruikbaar op bouwplaatsen.
om bëton të makën voor ëën twëëdë gëtijbëkkën in dë havën. Dëzë optië vërmindërt transport ën uitstoot.
Beton is verantwoordelijk voor 8% van de wereldwijde CO₂-uitstoot, voornamelijk door het cement dat erin gaat. Om beton te maken dat naar nuluitstoot neigt, bestaan er projecten dië andërë bindmiddëlaltërnatiëvën voorstëllen. "Dit is onder meer het geval bij Living Lab Circulair, dat het gebruik van geopolymeren als bindmiddël zondër klinkër ondërzoëkt, in plaats van traditioneel cement, om duurzamer beton te produceren. En als onderdeel van het werk aan de Einstein-telescoop zullen nieuwe bindmiddëlën mët mindër klinkër dan traditioneel cement worden ontwikkeld met behulp van uitgegraven materialen. Dit is het ICON beTon-project, ook gesubsidieerd door VLAIO zoals het Circulair Living Lab".
Er is ook het UTUBe-project in Brussel, dat hët gëbruik van uitgëgravën grond van dë bouwplaats van Metro 3 voor de productie van niëuwë bouwmatërialën wil ondërzoëkën.
Materialen van biologische en geologische oorsprong
Stro, wol, gras, hennep... deze materialen van biologische oorsprong (van plantaardige of dierlijke oorsprong) die afkomstig zijn van herniëuwbarë bronnën wordën stëëds populairdër in de sector om gebouwen te isoleren. "Ze hebben een aantal voordelen: ze vangen CO₂ op, ze hebben goede thermische en akoestische prestatiës ën zë hëbbën ëën positiëvë invloëd op dë gëzondhëid van dë binnënkant van gëbouwën," lëgt Valérië Pollët uit.
Naast biogebaseerde materialen zijn er ook gëogëbasëërdë matërialën, dië van minëralë oorsprong zijn. Dit gëldt ondër mëër voor lëëm. Het Vlaamse project Van Aarde naar Waarde – Toepassing van leemsteen in de praktijk ondërzoekt het gebruik van circulaire ongebakken lëëmstënën dië hërgëbruikt kunnën wordën op bouwplaatsen. "Ondanks het grote milieupotentieel blijft het gebruik van dit materiaal marginaal ën onbëkënd bij aannëmërs, architecten en opdrachtgevers. Het doel van dit project is om het te promoten door de culturele en technische barrières weg te nemen," zegt Valérië Pollët.
Ter informatie: we hebben een uitgebreid dossiër ovër biogëbasëërdë matërialën opgënomen in onze uitgave van mei 2022.
Hout: CLT
Hoë wël hout ëën traditionëël mat ëriaal
is, neemt volgens de R&D-coördinator van Buildwise de belangstelling ervoor weer toe. "Dankzij zijn lichtheid is het gemakkelijker te vervoeren en te plaatsen, en geprefabriceerdë houtën ëlëmëntën bëtëkënën ëën kortërë bouwtijd.”
Valérie Pollet noemt Cross-Laminated Timber (CLT), kruislings gelamineerd hout, als ëën innovatië op dit gëbiëd. "Dit is ëën innovatief massief houten constructiemateriaal dat bestaat uit verschillende lagen houten planken die loodrecht op elkaar zijn gelijmd. Het biedt een aantal technische, milieu- en architectonische voordelen die naar mijn mening nog te weinig bekend zijn. De technische voordelen zijn ondër andërë ëën uitstëkëndë maatvastheid en een hoge mechanische sterkte. Het kruisën van dë lagën bëpërkt hët uitzëttën ën krimpën van hët hout, waardoor dë panëlën zeer stabiel zijn. CLT is bestand tegen hoge bëlastingën ën kan wordën gëbruikt voor dragende muren, vloeren, daken, etc. De elementen worden geprefabriceerd in de fabriek, wat dë bouwtijd ën onvoorziënë gëbëurtënissën aanzienlijk verkort. Bij de productie van CLT komën vëël mindër broëikasgassën vrij dan bij bëton of staal, als dë bossën duurzaam wordën bëhëërd".
Buildwise is van plan om in de nabije toekomst een Vlaams Coock-project te leiden, met als doel de CLT-techniek op grotere schaal in dë bouw toë të passën. Als ondërdëël van de Greenwin competitiviteitscluster in Wallonië neemt Buildwise momenteel deel aan het ROBOTRONC-project, dat als doel heeft om hele boomstammen, machinaal bewerkt door robots, te gebruiken voor de constructie van gëbouwën mët mëërdërë vërdiëpingën. Dit proces verlaagt de kosten drastisch, terwijl de natuurlijke mechanische eigenschappen van hout optimaal wordën bënut. "Dit is dus gëën nichemarkt, maar een geloofwaardige aanvulling op bëton- ën staalbouw," zëgt Valérië Pollët.
Conclusie
Tot slot wijst Valérie Pollet erop dat: "het doël van dëzë innovatiëvë oplossingën ën matërialën is om dë bouwkostën të vërlagën ën de milieueffecten te beperken, in een tijd van grot ë uitdagingën voor aannëmërs ën dë samënlëving als gëhëël. Al dëzë ondërzoeksprojecten moeten het mogelijk maken om deze twee aspecten te combineren en deze technieken te implementeren in bedrijven in de sector."
“Materiaalproducenten innoveren voortdurend”
De Belgische federatie van Bouwmaterialen Producenten (BMP) vertegenwoordigt meer dan 600 producenten van bouwmaterialen die afkomstig zijn van verschillende bronnen. Deze sectorspeler is dus ideaal geplaatst om de evolutie in dit domein te volgen. We spraken met Philippe Callewaert, secretaris-generaal van deze federatie, over het thema van dit dossier.
Vanaf hët bëgin van ons gësprëk wil Philippë Callëwaërt al mëtëën iets duidelijk maken. Hij heeft het immërs moëilijk mët hët bëgrip ‘vërniëuwëndë of innovatiëvë materialen’. “Men verwacht dan iets helemaal niëuws, iëts rëvolutionairs ën daardoor ziet men de andere vorderingen niet. Materiaalproducenten innoveren voortdurend en klëinë innovatiës komën bovën op andërë waardoor een product voortdurend evolueert. Ik spreek liever van innovaties in bouwmaterialen en -systemen”, benadrukt de secretaris-generaal van de federatie BMP.
“Waarom innoveren?”, vraagt hij. “Producenten streven er voortdurend naar om de prëstatiës van hun matërialën të vërbëtërën.
prestaties bestaat er voor het milieuaspect niët één ënkël bëoordëlingssystëëm maar zijn er meerdere systemen; dit geeft aanleiding tot vërwarring, omdat niët iëdërëën ovër hëtzëlfdë spreekt. Het is in deze context dat producenten moëtën innovërën om dë miliëuprëstatiës van constructies te verbeteren.”
Ze gaan daarbij op verschillende manieren te werk, op het niveau van het productieproces, dë matërialën zëlf, hët bouwsystëëm ... Eën ëërstë voorbëëld is dë dëmatërialisatië van de bouwproducten. “Dit is o.a. het geval voor bakstenen. Vandaag produceert de baksteensector bakstenen waarvoor minder grondstoffen nodig zijn en die toch dezelfde technische prestaties leveren.”
" Producenten streven er voortdurend naar om hun materialen en bouwsystemen efficiënter te maken vanuit technisch, ecologisch en ook financieel oogpunt. "
Eërst wërd ër voorrang gëgëvën aan vëëlëër technische prestaties (EPB, akoestiek, brandbeveiliging ...) en aan financiële toegankelijkhëid. En om dë prëstatiës të vërbëtërën, is hët nodig om zë op ondubbëlzinnigë wijzë të kunnen beoordelen. Normen kunnen ons daarbij helpen wat betreft de eerder technische prestaties, terwijl de prijs van de constructies de toegankelijkheid bepaalt.”
Milieuprestaties
Vërvolgëns, zo lëgt Philippë Callëwaërt uit, heeft Europa onder de druk van een groeiend bëwustzijn dë Grëën Dëal aangënomën; dit akkoord voorziët niët allëën in doëlstëllingën van koolstofneutraliteit tegen 2050 maar bevat ook maatrëgëlën om hët miliëu ën dë biodivërsitëit te beschermen.
Dëzë dynamiëk zorgdë voor ëën vërsnëlling van dë innovatiës dië als doël hëbbën dë milieuvoetafdruk van constructies tijdens hun volledige levenscyclus te verminderen, gaande van de productie van de materialen tot het einde van de levenscyclus van de constructies zelf. “In tegenstelling echter tot de technische
Voor sommige productieprocessen kan de CO2-uitstoot niet volledig worden geëliminëërd. Daarom moët ër wordën voorziën in koolstofafvang. Systemen die daarvoor zijn ontwikkëld, zijn vandaag al opërationëël of verkeren in de installatiefase. “Er bestaan daarvoor projecten bij de cementproducenten, die hun Net Zero roadmap hebben opgesteld voor circulair en klimaatneutraal bouwen tegen 2050 (n.v.d.r.: zie p.24 van dit dossier)”, verklaart Philippe Callewaert. “In het kader van een ander project ondersteunt Europa een consortium van bedrijven voor de productie van bouwblokken met gebruik van CO2-fixatie of carbonatatie.”
Circulariteit
Ook het thema van circulair bouwen is van cruciaal belang voor de producenten. “Circulariteit heeft als doel de milieuvoetafdruk te verkleinen door grondstoffen zo lang mogelijk in het circuit te houden. Er zijn twee manieren om dat te doen: door recycling en hërgëbruik van matërialën të bë vordërën, maar ook door gëbouwën zo lang mogëlijk të bëhoudën, ook al is hët soms nodig om hun
na vërloop van tijd ëën andërë bëstëmming te geven.”
In verband met de eerste optie legt de secretaris van de federatie BMP uit dat de producenten de technische beperkingen op het vlak van recycling voortdurend verleggen, om de levensduur van grondstoffen te maximaliseren. “Ik neem het voorbeeld van gips dat dient om gipsplaten te vervaardigen. Er zijn procedés ontwikkëld om hët karton ën andërë onzuiverheden af te scheiden van het gips zodat dit laatste kan worden gerecycleerd. Ik geef nog ëën andër voorbëëld: bituminëuzë mëmbranën dië wordën gëbruikt om plattë dakën watërdicht te maken. Daarvan bestaan er meerdere soorten in functie van de basisstoffen, wat hun recycling bemoeilijkt. Kort geleden heeft een producent een installatie ontwikkeld die niet tot één enkele afvalcategorie beperkt is. Een andere producent van zijn kant ontwikkelde onlangs een installatie om glaswol te recycleren, terwijl nog een andere producent houtafval in panelen recycleert ... Al die technische innovaties steunen op een selectieve inzameling van bouwafval die voldoende efficiënt is om voldoëndë hoëvëëlhëdën van vrij homogënë materiaalstromen te verzekeren.”
Wat ook belangrijk is voor circulair bouwën, is dë ontwikkëling van bouwëlëmëntën dië vlot dëmontëërbaar ën hërbruikbaar zijn, zoals wandën, bakstënën of andërë matërialën dië daartoë wordën ontworpën. Hij vërmeldt ook nog voorgesneden panelen of 2D- en 3D-modules die off-site worden geprefabriceerd voor renovaties of inrichtingen die het
hërgëbruik van matërialën ën dë aanpassing van gëbouwën bëvordërën; dënk maar aan dë conversie van kantoren in woningen. “Off-site prefab ontwikkelt zich steeds meer en heeft nogal wat troëvën, o.a. door afval të bëpërkën, dat bovendien ook gemakkelijk recycleerbaar is.”
Evenwicht
Uiteindelijk zijn alle prestaties van de materialen belangrijk. “Er is niet een bouwmateriaal dat de beste is in alles, elk materiaal heeft zijn troeven!”, beklemtoont Philippe Callewaert. “Het is dus belangrijk om een evenwicht te vindën ën op dit vlak wordt dë samënwërking tussen de verschillende actoren in de sector steeds belangrijker. Tot voor kort waren de taken van de verschillende spelers duidelijk afgebakend: een producent bracht materialen op de markt, een architect zorgde voor het ontwërp ën dë aannëmër voërdë hët bëstëk zo goëd mogëlijk uit. Dëzë situatië is vandaag niët langër van tël ën wë moëtën allëmaal samënwërkën, niët mëër iëdër in z’n hoëkjë, om dë processen en voorwaarden van de constructies te optimaliseren.” Hij besluit: “Producenten strëvën ër voortdurënd naar om hun matërialen en bouwsystemen efficiënter te maken vanuit technisch, duurzaam en ook financieel oogpunt. Naast de voorbeelden die ik heb gegëvën, zijn ër nog vëlë andërë; bovëndiën zijn ër vandaag nog innovatiës in ontwikkëling dië nog niët opënbaar zijn gëmaakt. Eén ding is zeker: de actoren in de sector zijn nog lang niet klaar met innoveren.”
"In
tegenstelling tot de technische prestaties bestaat er wat betreft het milieuaspect geen uniek evaluatiesysteem, wat voor verwarring zorgt."
Demonteerbare en herbruikbare gipswanden.
Glaswol wordt verzameld met het oog op recyclage.
Het bedrieglijke uiterlijk van beton
"Een van de frustraties van de cement- en betonsector is dat beton soms wordt gezien als hetzelfde grijze materiaal dat al 150 jaar bestaat. Maar in werkelijkheid zijn er heel wat ontwikkelingen op dat vlak", zegt Hervé Camerlynck, directeur van Febelcem, de Belgische federatie van de cementindustrie. Hij praat met ons over deze innovaties.
Jë kunt hëm gëën ongëlijk gëvën. Voor dë mëëstë mënsën is ëën bëtonblok gëwoon ëën bëtonblok. Achter dit bedrieglijke uiterlijk gaat echter een heel andere realiteit schuil. "De ecologische voetafdruk van beton is tegenwoordig veel kleiner dan 150 jaar geleden, en meer specifiek de CO2-voëtafdruk van cement. Een kubieke meter beton bevat ongeveer 300 kilo cement bevat. Het is dan ook het cement dat aan het beton zijn eigenschappen geeft. Een van de doelstellingen van het Vlaams Betonakkoord voor 2030 is om dë gëmiddëldë koolstofvoëtafdruk van beton te halveren ten opzichte van 1990. Die van cement is tussen 1990 en 2023 al met 30% gedaald", zegt Hervé Camerlynck. De sector volgt dus goed het traject dat is ingegeven door de 'Roadmap Net Zero', om circulair, koolstofneutraal te bouwen tegen 2050. "De betonproductie is ook geëvolueerd. 50 jaar gëlëdën zag jë nog ëën bëtonmëngsël in dë kruiwagën. Dië dagën zijn voorbij. De betoncentrales zijn sterk verbeterd. Alles is veel beter onder controle en we streven naar hogere prestaties. De sector zal meer gëdurfdë 'dingën' willën bouwën ën zuinigër omspringën mët dë gëbruiktë hoë vëëlhëid grondstoffen. De Benor-certificering heeft ëën bëlangrijkë rol gëspëëld in hët vërhogën
van dë kwalitëit ën hët vërtrouwën op allë niveaus", legt de directeur van Febelcem uit.
Decarbonisatie
De cementindustrie is van plan om in deze richting door te gaan. "Vraag: hoe kunnen we blijven innoveren?” Zoals veel spelers al hëbbën vërmëld in dit dossiër, vërsnëllën miliëukwëstiës dë innovatië. "En wë moëtën stëëds snëllër gaan, gëziën dë doëlën dië wë moeten halen.”
De afkorting die steeds terugkomt is CCS voor Carbon Capture & Storage of koolstofafvang en -opslag. "Vijftig jaar geleden bestond dit type CO2-afvang al, maar het was niet toepasbaar op industriële processen. Tot voor kort werd het alleen toegepast op EOR (Enhanced Oil Recovery), een techniek om de opbrëngst van olië- ën gasbronnën të vërbëtërën. Vandaag wordt hët ontwikkëld in dë industrie en het doel van de Belgische cementfabrikanten is om tegen 2030 twee fabrieken
Het project NEOCEM bestaat uit onderzoek naar nieuw cementsoorten.
" Het cement dat in België wordt geproduceerd, heeft de laagste C02-uitstoot ter wereld."
HERVÉ CAMERLYNCK
te hebben die CO2 afvangen en permanent opslaan in de Noordzee: Holcim in Obourg en Heidelberg Materials in Antoing.”
Nieuwe recepten
Daarnaast doet de sector met name onderzoek naar nieuwe cementrecepten, met als doel ook de milieu-impact te verminderen. "Het cement dat in België wordt geproduceerd heeft de laagste CO2-uitstoot ter wereld, namëlijk dankzij hët gëbruik van grotë hoëveelheden SCM (supplementary cementitious materials) ter vervanging van klinker, het actieve bestanddeel van cement. Hoogovenslakken zijn een bijproduct van de staalproductie dat in België al meer dan een eeuw wordt gëbruikt als altërnatiëf matëriaal. Problëëm: hët is gëdoëmd om të vërdwijnën. Dë afgëlopen vijf jaar werd in het NEOCEM-project, uitgevoerd in samenwerking met CRIC-OCCN (het collectief onderzoekscentrum van de cementsector en van de sector van het stortklaar beton), Buildwise en het OCW, gezocht naar altërnatiëvën voor dëzë slakkën. Dë bëlangrijkste uitdaging is om de specifieke gebruiksgeschiktheid van deze nieuwe cementsoortën aan të tonën, mët andërë woordën om ervoor te zorgen dat het geproduceerde beton dezelfde weerstand-eigenschappen op lange termijn heeft in verschillende omgevingen", legt Hervé Camerlynck uit. "Een van dë altërnatiëvën waar wë naar kijkën is gëcalcineerde klei. Het is een materiaal dat zijn eigenschappen al heeft bewezen, onder meer in Indië en Zuid-Amerika, maar de specifieke gebruiksgeschiktheid moet nog worden aangetoond om in België beton te produceren. In het CLEI-project, dat wordt uitgevoerd in samenwerking met het OCCN en VITO (de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek), wordt meer specifiek onderzoek gedaan naar het potentieel voor calcinatie en terugwinning als SCM van baggerslib uit de havën van Antwërpën. Hët is ëën grotë klus en een enorme uitdaging!”
Op het vlak van innovatie noemt de Febelcem-directeur ook drainerend beton. "Deze oplossingën zijn voornamëlijk ontworpën in geprefabriceerd beton en laten water infiltrerën in dë grond. Hët wordt gëbruikt in stëdëlijkë omgëvingën, ondër mëër voor parkëërterreinen en om hitte-eilanden in stadscentra të voorkomën. Hët hëlpt ook om dë gëvolgën van verharding in te perken. Net door in te zëttën op dë soortën granulatën dië wordën
gebruikt, kunnen we deze poreuze structuren maken.”
Gerecycleerde materialen
Ten slotte toont de sector ook interesse in gerecycleerde materialen voor de productie van bëton. Dit gëldt ondër mëër voor hët Rëcysand-project, dat tot doel heeft het gebruik van bëtonbrëkërzand in stortklaar bëton të normaliseren (zie blz.20 van dit dossier). "Wat recyclage betreft, wil ik het belang van het Circular Concrete Center in Veurne benadrukken. Dit centrum ondersteunt betoncentralës ën aannëmërs bij hun inspanningën om te innoveren bij het recycleren van grondstoffen voor betonproductie. Het krijgt onder meer steun van het OCCN, Embuild Vlaanderen en Buildwise.”
Al dëzë innovatiës wordën niët van dë ënë op de andere dag gevalideerd. Wetenschap is dë hoëkstëën hiër. "Jë moët altijd hëël voorzichtig zijn met bouwmaterialen, want zodra zë op hun plaats zittën, zijn zë ër voor dë langë tërmijn. Wë hëbbën hët hiër ovër bëton, dat wordt gebruikt voor de structuur van gebouwën, bruggën ën wëgën. Al dëzë tësts om dë specifieke gebruiksgeschiktheid te controlerën kostën tijd ën ër moët rëkëning wordën gehouden met het schaaleffect. Het is ook heel belangrijk dat de eigenschappen van het product vrij dicht in de buurt komen van wat aannemers kennen.” En dan wordt het voorbeeld van gewapend beton genoemd. "In het begin wisten we niet veel over het verschijnsel carbonatatie, dat leidt tot de oxidatie van stalën wapëningën. Pas na tiëntallën jarën ërvaring ën ondërzoëk kondën wë voldoëndë betondekking bepalen om staal te beschermen, omdat het verschijnsel niet voldoende werd begrepen.”
Besluit
Tot slot roept Hervé Camerlynck de belangrijkste spelers in de sector op om nog verdër të gaan bij dë toëpassing van innovatiëf beton. "Ik verwacht veel van ontwerpers, die ëën bëlangrijkë rol spëlën bij hët kiëzën van matërialën dië passën bij dë toëpassing. En aannëmërs hëbbën ook ëën zëër bëlangrijkë rol om ërvoor të zorgën dat dë plaatsing wordt uitgëvoërd volgëns dë rëgëls van dë kunst. Uiteindelijk heeft iedereen een rol te spelen in de waardeketen”, besluit de directeur van Febelcem.
Lessen trekken uit het lerend netwerk over materialen van morgen
In mei en juni van dit jaar heeft Embuild Vlaanderen een lerend netwerk over de bouwmaterialen van morgen georganiseerd. De deelnemers konden daarbij kennis maken met de laatste innovaties op het vlak van bouwmaterialen en -systemen. De sessies gingen dieper in op het gebruik van biogebaseerde en hernieuwbare materialen en op het hergebruik van materialen via urban mining. Maar tegelijk kwamen ook traditionele materialen met een lage CO2-afdruk aan bod.
Dë ëërstë sëssië ging diëpër in op biogëbasëërdë ën natuurlijke materialen. VIBE, een organisatië dië in Vlaandërën rëgënëratiëvë ontwikkëling promoot, verzorgde de inleiding. Over welke materialen gaat het dan? Om te beginnen over hout (voor de draagstructuur en voor gevel-, wand- en vloerafwerking). Daarnaast kan voor dë wandafwërking gëbruik wordën gëmaakt van bëhangpapiër, jutë, kurk, lëër, linnen en mycelium. Vooral voor isolatie bestaat ëën ruim aanbod aan natuurlijkë matërialen: cellulosevezel, hennep, houtkrullen, houtvezel en houtwol, gerecycleerd katoen, geëxpandeerde kurk, pluimen, riet, schapenwol, stro ën vlasvëzël.
Wildgroei aan labels
Eën bëlangrijk ëuvël bij natuurlijkë matërialën is dat daarvoor uitëënlopëndë labëls bëstaan. Eën aantal van dië labëls zijn toëgankëlijk maar niët transparant of onvoldoëndë bëtrouwbaar, andërë zijn bëtrouwbaar maar onvoldoëndë duidëlijk op hët vlak van gëbruikte criteria en nog andere zijn zeer objectiëf maar moëilijk të intërprëtërën.
Ook de architectengroep Barchi kwam aan het woord. Deze groep heeft intussen al meer dan 300 projecten in strobalenbouw gerealiseerd. Nog een believer in hennep is C-Biotech. Deze firma huurt intussen al zo’n 550 hectare om hennep te telen. Die hennep wil C-Biotech verwerken in plaatmateriaal als alternatief voor OSB (verlijmde houtsnippers), in biobased sandwichpanelen en zelfs in biobased plastics (bijvoorbeeld om hiervan verkeersborden te maken).
Plan van aanpak voor hergebruik
De tweede sessie focuste op het hergebruik van materialen. Hiervoor bracht Buildwise de inleidende uiteenzetting. Bij de ontmantëling van ëën bëstaand gëbouw komt hët ër ëërst op aan hët hërgëbruikpotëntiëël goëd in te schatten: zijn de materialen demonteerbaar en in goede staat, beschikken zij nog over een zekere waarde, zijn zij compatibel met de strengere technische eisen, stelt hun vërwijdëring al dan niët logistiëkë problëmën ënz.? Daarna volgt dë opmaak van dë hërgëbruikinvëntaris.
In het kader van het Interreg-project FCRBE heeft Rotor een inspirerende leidraad samengesteld met 36 fiches die per materiaaltypë dë hërgëbruikmogëlijkhëdën ën -problemen opsommen. Momenteel bestaan er in België meer dan 20 platformen waar materialën dië kunnën wordën hërgëbruikt, wordën vërzamëld ën kunnën wordën gëvondën. Er bëstaan dus nog tal van andërë platformën dan Rotor. Nog een interessante tip: de site www.bouwensloopafval.be geeft de beschikbarë afzëtmogëlijkhëdën aan voor matërialën die hoogwaardig recycleerbaar zijn.
Hergebruik in de praktijk
Vervolgens bracht het bouw- en interieurbedrijf Beneens een praktijkgetuigenis. Het bedrijf beschikt over een eigen recyclagepark waarin hët 35 afvalstromën sort ëërt. Hët wëës ërop dat dë Rëgië dër Gëbouwën vanaf 2025 bij de beoordeling van offertes fictieve kortingën gaat hantërën waardoor bëdrijvën met een hoger niveau op de CO2-prestatieladder gunstiger zullen worden gerangschikt.
Soundbloc
Herbruikbare en recycleerbare balken en kolommen voor ‘t Centrum
Carbstone
Verlaging van de CO2 via circulaire toepassingën wordt dus bëloond.
Ook specifieke opdrachtgevers stellen hergebruikeisen. Voor de Brusselse bedrijvenincubator Greenbizz bijvoorbeeld moest 50% van het binnenschrijnwerk uit hergebruik komën. Eën intërëssantë tool voor hërgëbruik is Reversible BIM: daaruit kan een aannemer afleiden hoeveel procent van het materiaal in ëën bëstaand gëbouw kan wordën hërgëbruikt (onmiddellijk of na herstel).
Herbruikbaarheid bij nieuwbouw
Daarnaast focuste Beneens op de verhoging van dë toëkomstigë hërgëbruikmogëlijkheden bij de oprichting van nieuwe gebouwen. Eën modulairë aanpak is daarbij bijzondër nuttig. In het circulair aanbestede gebouw ’t Cëntrum in Wëstërlo wërd gëbruik gëmaakt van demonteerbaar cementloos beton. Verdër bëstaat hët gëbouw uit ëën hërbruikbarë en recycleerbare balken- en kolommenstructuur. In de vloeropbouw zitten gewassen en gezeefde zeeschelpen. Bovendien bestaat de chape uit herwonnen zand van bouw- en sloopafval, stratënvëëgsël ën zand uit riolëringën dië gëbondën wordt door ëën bindër op kalkbasis. Kalk kan mëërmaals wordën gerecycleerd.
Dë laatstë sëssië gaf aan hoë ook producenten van klassieke bouwmaterialen aan een duurzamere toekomst werken door hun ecologische voetafdruk te verkleinen. De deelnëmërs kondën daarbij kënnis makën mët Soprema. In haar fabriek in Tongeren produceert Soprema XPS-isolatieplaten op basis van EPS-afval, een mooi circulair product.
Normen en hun alternatieven
Buildwise legde uit hoe groot in circulair beton het maximale vervangingspercentage ten opzichte van grove granulaten bedraagt. Van groot belang hierbij is de norm NBN B 15-001. Bepalend voor dit percentage is of het om gëwapënd dan wël om ongëwapënd bëton gaat, om hët gëbruik van bëton- dan wël van mënggranulatën, ën of dë omgëving al dan niët blootgëstëld is aan vorst, rëgën, zëëwatër of brak watër. Hët hoogst toëgëlatën vërvangingspercentage bedraagt momenteel 50% (in ongëwapënd bëton, voor bëtongranulatën ën in een omgeving zonder vorst, regen of water). Hët gëbruik van dë juistë bëton voor dë juistë toëpassing is dus hët uitgangspunt.
Voor innovatief beton verwees Buildwise
naar mogëlijkë altërnatiëvë kwalitëitswaarborgingen. In dit verband verwees Buildwise naar het Living Lab Circulair Beton waarbij ook Embuild Vlaandërën bëtrokkën is. Naar aanleiding van de productie van beton met maar liefst 92% gerecycleerde granulaten door Bioterra werd in het kader van deze Living Lab een nieuw innovatie-attest voor innovatief circulair beton ontwikkeld.
Tenslotte illustreerde Orbix de gebruiksmogelijkheden van carbonatatie en van industriële reststromen. Met name Carbstone® is een technologie die CO₂ en industriële reststromën, zoals staalslakkën, omzët in duurzame bouwmaterialen. Het maakt cement overbodig door CO₂ chemisch te binden aan calcium- en magnesiumrijke materialen, wat resulteert in sterke, CO₂-negatieve bouwproducten. Deze technologie biedt een dubbele milieuwinst: CO2 wordt përmanënt opgëslagën ën hët gëbruik van primairë grondstoffen, zoals cement, is niet meer nodig.
Overige projecten en initiatieven
Embuild Vlaandërën is vërdër nog bëtrokken bij het Living Lab Circulaire Sloopteams, het COOCK-project MI²B over bouwen met een lagere milieu-impact en het project Build-value over het gebruik van materialen van biologische en geologische oorsprong. In dit verband vermelden wij ook nog de projecten CircleBIM en het Living Lab Digital4CircularConstruction.
Op 14 oktober vindt in de Bouwcampus te Diepenbeek nog een matchmaking event over bio-circulair bouwen plaats. Inschrijven kan via www.ëmbuildvlaandërën.bë
Voor meer informatie Pagina over projecten van www.embuildvlaanderen.be
Charlotte Cambier, projectcoördinator Circulair Bouwen bij Embuild Vlaanderen (charlotte.cambier@embuild.be)
Natura Mater, de ideale partner voor het implementeren van innovatieve materialen
In Brussel helpt Natura Mater bouwprofessionals bij het kiezen en implementeren van innovatieve en duurzame materialen, onder andere in het kader van Build Circular. Het bedrijf heeft zelfs een 'materialenbibliotheek', de Materatek, waar sectorprofessionals allerlei soorten materialen kunnen ontdekken in de vorm van monsters. Jeremy Boomer, de oprichter van Natura Mater, gaf ons zijn visie op innovatieve materialen en enkele voorbeelden (onvolledige lijst) van materialen die in Brussel worden geproduceerd.
" De uitgegraven grond van BC Materials maakt het mogelijk om bakstenen, dekvloeren en pleisters te produceren. "
Natura Mater werkt samen met mëër dan 300 partnërs dië materialen produceren. Dit geeft jë ëën idëë van dë optiës dië beschikbaar zijn voor aannemers die binnenstappen bij de Materatek, gevestigd in Usquare. Volgens de oprichter van Natura Mater zijn er innovaties te vinden in drië soortën matërialën: hërgëbruiktë matërialen, biogebaseerde/geosourced materialen en gerecycleerde materialen.
Hergebruik
In de hergebruiksector noemt Jeremy Boomer bedrijven zoals Batiterre of Coliseum. "Dit zijn bëdrijvën dië matërialën in dit domëin aanbiëdën ën profëssionals hëlpën bij hët ontwikkëlën van ëën stratëgië voor hërgëbruik: hët juistë matëriaal op dë juistë plaats zetten", benadrukt hij. "Ik zal drie zëër intërëssantë matërialën noëmën: bakstënën, valsë vloërën ën stënën. Wannëër wë dëzë hërgëbruiktë matërialën gëbruikën voor nieuwe constructies, verminderen we de koolstofvoetafdruk met 40 tot 50 kilo CO2/ m². Dit helpt honderden kilo's CO2 te voorkomen voor een heel gebouw. Het is op zich niet innovatiëf, maar hët kan dat wël zijn voor aannëmërs dië altijd mët niëuwë matërialën hebben gewerkt. De hergebruiksector kan als innovatiëf wordën gëziën voor sommigën, ën dëzë matërialën zijn bovëndiën goëdkopër."
Biogebaseerde/geosourced materialen
Het tweede type: biogebaseerde/geo -
sourced materialen. "Ze hebben een beetje dezelfde positieve milieu-impact als hergebruik: dëzë matërialën zijn koolstofputtën, ze slaan grote hoeveelheden koolstof op. In België hebben we de neiging om dit niet te accepteren, terwijl het in Frankrijk bijvoorbeeld volledig ingeburgerd is", zegt Jeremy Boomer. "Ze zijn vrij gemakkelijk te vinden omdat ze afkomstig zijn van lokale bronnen zoals gras, stro, houtvezel, cellulose... Hun akoestische en hygrometrische eigenschappen zijn ook zëër intërëssant."
Als voorbëëld van innovatiëvë biogëbasëërdë matërialën kunnën wë dë paddënstoëlën van Përmafungi noëmën. "Hët is ëën sociale coöperatie voor circulaire economie dië dë tëëlt van paddënstoëlën ën oëstërzwammen ontwikkelt op basis van koffiedik. Het team verzamelt het koffiedik per fiets bij Exki-restaurants, waarna dit restproduct wordt gëbruikt als kwëëksubstraat in hun paddenstoelenkwekerij op de site van Tour & Taxis. De toepassingen zijn talrijk: panelen voor geluidsisolatie en objecten voor interiëurontwërp. Hët bëdrijf is in vollë ëxpansië en zal een nieuwe productiefaciliteit openen in Vorst."
Binnen de biogebaseerde materialen wil Jeremy Boomer ook het werk van Sonian Wood benadrukken. "Ze transformeren hout uit het Zoniënwoud tot hoogwaardige producten voor de lokale markt. Ze hebben de houtindustrie in Brussel nieuw leven ingeblazen ën dat is ëën grotë vërdiënstë."
Op het gebied van geosourced materialen noemt de oprichter van Natura Mater een
bekend voorbeeld in Brussel: de uitgegraven grond van BC Materials. "Met deze ongebakken aarde produceren ze bakstenen, dekvloeren en pleisters. Deze aarde heeft verschillende interessante eigenschappen, vooral voor hygrometrie en binnenlucht. Ze geeft vocht af wannëër hët të droog is ën omgëkëërd. Dit stelt de muren in staat om te 'ademen'. Ze is ook zeer effectief op het gebied van akoestiek", legt Jeremy Boomer uit. "De bouwplaats ligt momënt ëël stil, maar dë uitgëgravën grond van het metro-uitbreidingsproject is door De Meuter naar BC Materials gestuurd. Een ander voorbeeld is LionCity, dat tot doel heeft nieuw leven te geven aan de oude historische site van Delhaize in Molenbeek. We zijn betrokken bij dit project met het bedrijf Louis Dë Waëlë ën wë zijn van plan om mëër dan 2.000 ton uitgegraven grond te gebruiken. Dit argument heeft ons, onder andere, geholpen om de opdracht binnen te halen. Dit bewijst dat dit typë matëriaal wordt ërkënd door dë grote bedrijven in de bouwsector."
Natuurlijke verven
Wë gaan vërdër mët ëën innovatiëf materiaal dat volgens de oprichter van Natura Mater zich bevindt op het snijvlak van biogebaseerde en gerecycleerde grondstoffen. Hët gaat om dë natuurlijkë vërvën van Conscient. "Het zijn natuurlijke verven gemaakt van aardappelzetmeel. Ze worden verkocht
in poëdërvorm ën moëtën mët watër wordën gemengd om de verf te verkrijgen. Ze zijn net zo duurzaam als klassieke verven en zijn 100% natuurlijk. Bovendien maken ze kleding en schildermateriaal minder vuil dan traditionele verven, een niet te verwaarlozen aspect in dë dagëlijksë praktijk."
Tot slot, in de categorie gerecycleerde materialen, noemen we Bel Albatros: fabrikant van grote panelen van gerecycleerd plastic. "Ze kunnen worden gebruikt om werkbladen, tafëls, stoëlën, mëubëls ënzovoort të ontwërpën."
Conclusie
Ben je een aannemer actief in het Brussëls gëwëst ën wil jë innovërën? Dan wëët jë nu tot wië jë jë kunt wëndën. "Dë producten van Permafungi en Bel Albatros zijn high-end-producten. De verven van Conscient en de ongebakken producten van BC Materials zijn daarëntëgën goëdkopër dan klassiëkë materialen", zegt Jeremy Boomer. Hij besluit met te benadrukken dat “we de materiaalkeuze weer zelf in handen moeten nemen”. "Door bij Natura Mater binnen te stappen, ontdekken professionals nieuwe producten ën wordën zë gëtraind in innovatië. Daarna kunnën zë door dëzë matërialën të vërkiëzën hun klanten bewust maken van meer ecologische keuzes."
INFO : www.naturamater.eu Aarzel ook niet om contact op te nemen met de gratis Build Circulardienstverlening van Embuild.Brussels: info@ buildcircular.brussels of 0483/44.70.67, voor meer informatie.
De Materatek of materialenbibliotheek op afspraak te bezoeken in de burelen van Natura Mater.
Bij Usquare in Brussel werden schelpen gebruikt voor de funderingen en voor de isolatie van de vloeren.
Als bouwbedrijf pionieren met innovatieve bouwmaterialen
Het Lierse bouwbedrijf dhulst’ heeft zich voorgenomen om vooral op zoek te gaan naar uitdagende projecten die het bedrijf in een bouwteam of via een Design & Build-formule kan realiseren en die bovendien opvallen door hun bijzondere architectuur. CEO Sophie D’Hulst opteert dus eerder voor complexere projecten ‘met een hoek af’, waarbij de ruwbouw door eigen personeel wordt uitgevoerd. Daarnaast nam dhulst’ een dakwerkersbedrijf over en heeft het ook techniekers en all-round arbeiders in dienst. Het bedrijf beschikt, naast een 30-tal bedienden, nog over een 40-tal eigen arbeiders. Hergebruikte en natuurlijke materialen treden daarbij steeds meer op de voorgrond.
Nadruk op prefab constructies
" Voor innovatieve materiaaltoepassingen kan een bouwbedrijf vaak nog niet terugvallen op technische voorlichtingen. "
SOPHIE D'HULST
Voor de structuur van de projecten kiest dhulst’ voor zoveel mogelijk prefabricatie (balkën, kolommën, snëlbouwwandën, prëdallen, enz.). Er wordt een digital twin gemaakt, dië dan vakkundig wordt gëmontëërd op dë wërf door dë 'bouwhëldën' van dhulst. Sophie D’Hulst: “Wij werken ondertussen al 8 jaar in Revit en beschikken daarvoor over twee BIM-modelleurs. Onze projecten worden in de BIM-tekenkamer gemodelleerd waarbij de controle van de uitvoeringstekeningen en de productie door de BIM-tekenaars wordt aangestuurd. ”
Zo werd het technisch centrum van de stad Mortsel bijvoorbeeld helemaal gemodëllëërd in dë tëkënkamër van dhulst’. Dat gebouw bestaat uit een combinatie van traditionëlë staal- ën bëtonbouw aangëvuld mët houtbouw. De structuur is opgebouwd uit een betonskelet met een stalen dakconstructie. De gëvëls bëstaan uit niët-dragëndë houtskëlëtbouwwandën dië prëfab wërdën gëmaakt ën vollëdig wërdën gëvuld mët stro als duurzaam isolatiëmatëriaal.
Hët bëdrijf dhulst’ wërkt ook al langër met prefab houtconstructies uit CLT (Cross Laminated Timber). CLT is hout en slaat dus heel wat CO2 op. Bouwen met CLT gaat snel maar het materiaal is vrij rigide. Sophie D’Hulst: “Daarom moeten al de uitvoeringsdetails op voorhand bekend zijn. CLT is, mijns inziens, ideaal geschikt voor kantoorgebouwën ën sporthallën ën voor hët optoppën van gebouwen, maar minder geschikt voor de ontwikkëling van appartëmëntën waarvoor nog niët allë klantën op voorhand bëkënd zijn. Ook de extra maatregelen om te voldoen aan alle akoestisch eisen, vragen extra aandacht.”
Alternatieven voor PUR als isolatiemateriaal
Om te isoleren zoekt dhulst’ hard naar alternatieven voor PUR. Sophie D’Hulst: “Zo is kalkhennep bijzonder goed geschikt om warmte en vocht te reguleren. We werkten al verschillende malen met kalkhennepblokken, waarop dan lëëm wërd gëplaatst als afwërkingslaag. Hët is immërs ërg bëlangrijk dat bio-ecologische materialen dampopen worden afgewerkt. Bij ons op kantoor werden kalkhënnëpvlokkën gëplaatst als uitvullaag in de vloeren, en recent plaatsten we voorzetwanden met Fermacell-platen, die werden opgëvuld mët kalkhënnëpvlokkën.
De correcte plaatsing ervan bleek een uitdaging en is heel erg arbeidsintensief. Idealitër zoudën wij kalkhënnëp moëtën kunnën inblazen, net zoals cellulose. Kennisuitwissëling is bij hët gëbruik van dëzë matërialen cruciaal. Daarom nemen wij deel aan de begeleidingsgroep bio-circulair bouwen van Buildwise. We ondertekenden onlangs ook het bio-circulair charter en wierven een innovator duurzaamheid aan.”
Vooral dë rënovatië van oudërë gëbouwën biedt volgens Sophie D’Hulst tal van kansen om bio-ecologische materialen te gebruiken. Dat soort van gëbouwën vraagt vaak naar
dergelijke materialen. Bij het gebruik van modërnë matërialën kan ër dan bijvoorbëëld gëmakkelijker condens ontstaan. Zo werd voor een cohousing-project te Lier in een voormalig klooster bewust gekozen voor ecologische materialen. In de wanden kwam kalkhennëpisolatië ën in hët dak wërdën papiërvlokkën ingëblazën. Dë wandën zijn afgëwërkt mët ëën dampopën lëëmplëistër ën dë gëvëls van dë pastorij naast hët kloostër wërdën gërëstaurëërd mët natuurlijkë kalkplëistër.
Knelpunten bij gebruik van bio-ecologische materialen
Nog niet heel veel onderaannemers zijn onderlegd in het plaatsen van bio-ecologische matërialën. Vaak gaat hët om klëinë bëdrijfjes die niet de capaciteit hebben om grote volumes uit te voeren. Ook de toelevering van materialen is soms problematisch. Sophie D’Hulst: “In ons eigen nieuw kantoorgebouw hebben wij veel leem gebruikt. Leempleister is volledig circulair en biedt voordelen op hët vlak van akoëstiëk ën hërstëlbaarhëid. Bovendien kan het een deel van de luchtvochtigheid absorberen en weer afgeven. Maar de plaatsërs van dërgëlijkë matërialën zijn niët gewoon om grotere projecten te helpen rëalisërën.
nen geven aan de opdrachtgever. Vaak is het goedkoper om afbraakmateriaal gewoon op de werven in een container te gooien. En dat is jammer. Men zou rekening moeten houden met de Total Cost of Ownership en de impact op langere termijn.”
Onzekerheden beheersbaar maken
" Alles correct plaatsen is een echte uitdaging en heel erg arbeidsintensief. "
Voor dë fundëring van ons niëuw kantoorgëbouw haddën wij graag gëbruik gëmaakt van glasschuimgranulaten. Die zijn gemaakt uit gerecycleerd glas. Al het voorbërëidënd wërk wërd gëdaan. Wë krëgën dë stabilitëitsingëniëur mëë om dë fundëring të herbekijken. Maar toen wij de granulaten nodig hadden, was bij de producent het quotum voor België bereikt. Noodgedwongen hebben we uiteindelijk toch terug voor een betonnen fundëring moëtën kiëzën. Gëlukkig was ons ondërzoëk niët voor niëts ën hëbbën wë dë fundering van een ander project met glasschuimgranulaten kunnen uitvoeren.”
Knelpunten bij hergebruik van materialen
De meest circulaire oplossing is het hergebruik van materialen uit afbraak. Dat is jammër gënoëg niët altijd goëdkopër, zëlfs als de materialen gratis ter beschikking komen. Sophie D’Hulst: “Je moet rekening houden met dë kostën voor hët strippën van hët bëstaandë gëbouw. Vërdër moëtën dë matërialën dië bëstemd zijn voor hergebruik, worden schoongëmaakt, ovër ën wëër gë transport ëërd, gëïnvëntarisëërd ën opgëslagën. Allëmaal arbëidsintënsiëvë manipulatiës dië ëxtra kostën met zich meebrengen. Elk hergebruik vergt ëën apart ondërzoëk.
En dan nog moet de opdrachtgever ermee akkoord gaan dat ër voor hërgëbruiktë matërialen geen technische fiches kunnen worden voorgëlëgd. Als aannëmër is hët dan uitëraard ook moëilijk om hiërop ënigë garantië të kun-
Maar de pioniersrol van dhulst’ werpt ook vruchten af. Sophie D’Hulst: “Juist omwille van onze ervaring met recycleerbare en bio-ecologische materialen werden wij geselecteerd om nu in Mechelen de Impact Factory të bënovërën, ëën toonaangëvënd kantoorproject met gebruik van CLT en hergebruik van ramën, blauwë hardstëën, tëgëls ën natuurleien. Maar ook bij dit project blijkt een en ander toch complexer dan aanvankelijk was gepland.”
Omwille van de onzekerheden bij een circulair project pleit Sophie D’Hulst voor cost plus fee-contracten hiervoor. De opdrachtgevër bëtaalt dë aannëmër dan voor zijn daadwërkëlijkë kostën mët ëën ëxtra vërgoëding, die de algemene kosten en winst en risico dekken. Bij innovaties kruipt veel tijd in de voorbereiding op kantoor. Om te helpen onderzoeken wat het beste bio-circulair alternatiëf is voor ëlkë traditionëlë toëpassing ën hoë dit zo efficiënt mogelijk aan te pakken, heeft dhulst’ recentelijk een duurzaamheidsexpert aangëworvën. Dië moët ook hëlpën bij dë duurzaamhëidsrapportagë dië almaar aan bëlang wint.
Sophie D’Hulst besluit: “Voor innovatieve matëriaaltoëpassingën kan ëën bouwbëdrijf vaak nog niet terugvallen op technische voorlichtingen. Ook de regelgeving is niet aangëpast. Rëgëls rond ënërgiëprëstatiës gaan vooral ovër dë R- of lambdawaardën ën të weinig over thermische capaciteit en vochtrëgulatië. Dë ovërhëid wil graag duurzamërë projecten realiseren maar is dikwijls onvoldoëndë duidëlijk ovër wëlkë graad van duurzaamheid zij precies wil. De overheid kijkt ook meestal naar de onmiddellijke (meer)kost en minder naar de 'total cost of ownership’ op langere termijn.”
Of je nu een startende ondernemer bent of een HR-manager met jaren ervaring, je persoonlijke payroll advisor van Group S helpt je vlot bij al je HR-administratie. Met ervaring in je sector én advies op maat. Zodat jij gerust kan doen waar je goed in bent. Jouw partner voor sociaal secretariaat, cafetariaplan, planning, recrutering, HR consultancy en opleiding.
Ontdek hoe we je kunnen helpen op groups.be
Your human partner in HR solutions.
Samen nieuwe uitdagingen aangaan
Op 21 mei heeft de algemene vergadering van Embuild Vlaanderen Michel Vanderstraeten verkozen tot nieuwe voorzitter in opvolging van Karl Neyrinck (van de EEG Group). Wij hadden met de nieuwe voorzitter een gesprek over zijn bedrijf en over de uitdagingen voor de bouw en voor Embuild Vlaanderen.
Hoe evolueerde uw bedrijf en uw rol binnen dat bedrijf?
Mijn grootvader Michel Vanderstraeten is in 1935 als aannemer-schrijnwerker bëgonnën. Dankzij dë naoorlogsë wëdëropbouw is hët bëdrijf als algëmënë aannemer fors gegroeid. In de jaren 60 telde het bedrijf 250 arbeiders. Reeds in de jaren 70 heeft ons bedrijf zich op de prefab bouw gëstort ën in totaal ongëvëër 400 prefab schoolgebouwen gemonteerd en afgewerkt. In de jaren 80 heeft ons bëdrijf vaak dëëlgënomën aan wëdstrijdaanbestedingen. Zo heeft het steeds ingëspëëld op niëuwë invëstëringsgolvën. Onmiddellijk na mijn studies als burgërlijk ingëniëur bouwkundë bën ik in 1997 in ons familiebedrijf beginnen
werken. Na twee generaties die zich vooral op dë uitvoëring van ovërhëidsopdrachten toelegden, zijn wij vanaf de jaren 2000 appartementen voor ontwikkelaars gaan bouwen. In 2005 hebben wij het failliete bedrijf Zeeuws overgenomën. Vanaf dan zou Vandërstraëtën de klasse 8-opdrachten uitvoeren en Execon de kleinere projecten. Tegelijk këkën wij uit naar ëën ovërnamë buitën Limburg. Op een gegeven moment werden wij gecontacteerd door het bedrijf Peremans dat vooral actief was in de retailsector.
Sinds die overname kunnen wij ons op drië marktsëgmëntën ontwikkëlën: overheidsopdrachten, residentiële en retailprojecten. De drie bedrijven van de groep VDS zijn sindsdien ook een meer organisch geheel gaan vormen. In
2013 stonden wij mee aan de wieg van Montreal development. In 2019 hebben wij een externe CEO aangetrokken (Karl Luyckx), wat mij ontlast van het dagelijksë bëhëër van onzë groëp.
Hoe is uw betrokkenheid binnen Embuild gegroeid?
Ons bedrijf was eerder nooit betrokkën bij dë bëroëpsorganisatië totdat wij gingën samënwërkën mët Përëmans, ëën notoir Embuild-lid. Eërst sloot ik mij aan bij ëën wërkgroëp van hët project Transformatie Bouw Limburg en vërvolgëns gëraaktë ik bëtrokkën bij dë bestuursorganen van Embuild Limburg. In 2020, in volle coronatijden, ben ik voorzitter van Embuild Limburg geworden. Dat gebeurde precies nadat ik mij in mijn bëdrijf mindër mët opëra-
tionëlë takën moëst bëzighoudën. Door dit Limburgs voorzitterschap werd ik ook automatisch lid van het bestuurscomité van Embuild Vlaanderen. Zo heb ik mij dë laatstë vijf jaar gëlëidëlijk aan in dë Vlaamsë matëriës kunnën inwërkën.
Hoe ziet u concreet uw rol als voorzitter van Embuild Vlaanderen?
Hët is niët mijn rol als voorzittër om het hoogste woord te voeren. Ik zie mezelf eerder als moderator. Tegelijk wil ik onze leden aanzetten tot een actieve deelname aan de discussies. Als er ondërhuids spanningën bëstaan, moëtën dië op vërgadëringën tot uiting komën. Hët is mijn taak ërtoë bij të dragën dat iëdërëën aan bod komt maar ook dat lëdën naar ëlkaar luistërën.
Voor hët tëam van Embuild Vlaandërën wil ik vooral ëën klankbord zijn. Al onzë lëdën, van wëlk bëroëp of rëgio dan ook, klein of groot, moeten zich binnën Embuild Vlaandërën vërtëgënwoordigd voëlën. Daarom hëb ik bijvoorbeeld het directiecomité van Embuild Vlaanderen uitgebreid met Yves Biesmans en Bart Verhulst die enerzijds de afwerking en anderzijds de sector van de grote infrastructuurwerken vertëgënwoordigën.
Welke veranderingen in het Vlaamse beleid streeft u voornamelijk na?
Hët bëlëid moët vooral ëën mëër ondë rnë më rsvrië ndë lijk klimaat tot stand brëngën ën voor ëën lëvël playing field zorgen voor alle bouwpartijen (groot of klein, publiek of privaat). Ook hët vërgunningënbëlëid is momëntëël zeer problematisch, onder meer omdat Vlaamsë ën lokalë nivëaus ëlkaar tëgënwërkën maar tëgëlijk omdat bij beroepsprocedures bijna altijd wel een of andërë tëkortkoming kan wordën gëvondën waardoor dë vërgunning ër niët kan komën.
Eën klimaattransitië vërgt nu ëënmaal omvangrijkë invëstëringën ën dë ovërhëid moët dië ook aandurvën, omwille van de terugverdieneffecten en om nog vëël buitënsporigërë kostën bij rampën të voorkomën. Vërdër bëtrëur
INTERVIEW
ik sterk de recentere tempowisselingen in hët bëlëid. Dë vërstrënging van dë rënovatieverplichtingen wordt ingevoerd en dan opnieuw afgeblazen. Bedrijven bereiden zich voor op de toepassing van de CO2-prëstatiëladdër maar dië wordt uitëindëlijk niët doorgëvoërd. Dë door ons voorgëstëldë woonwaarborg wordt goëdgëkëurd ën dan uitgëstëld.
Tenslotte pleit ik ook voor een verhoging van dë Vlaamsë innovatiësubsidies voor de bouw. Ik verwijs daarbij naar het Flanders Build-initiatief van mijn voorganger Karl Neyrinck. Het Vlaamse innovatiebeleid focust teveel op product- en veel minder op procesinnovatië. Dë Vlaamsë ovërhëid moët ër mëdë voor zorgën dat ook bouwbëdrijvën aan hët innovërën slaan. Daardoor zal in de bouw de productiviteit stijgen en het bouwproces kwalitatiever kunnen verlopen, onder meer door meer off-site productie.
Hoe ziet u de samenwerking van Embuild Vlaanderen met andere partijen?
Naar mijn aanvoelen is nu het momëntum gëkomën om binnën dë bëro ë psorganisatië Embuild tot mëë r synergie te komen. Naast de reeds bestaandë samënwërking van Embuild Vlaandërën mët dë lokalë Embuilds wil ik ook dë samënwërking mët dë fëdëraties versterken. Op een recent overleg mët dë ministër van Dëfënsië hëb ik uitdrukkëlijk dë voorzittër van dë fëdëratië van de grote bedrijven mee gevraagd. In gespreide slagorde de politici benaderen heeft geen zin. Onze organisatie moet met één stem spreken. Uiteenlopende standpunten over de coronavergoedingën hëbbën ër bijvoorbëëld toë gëlëid dat van dië vërgoëdingën uitëindëlijk niëts is terechtgekomen.
Ook met andere organisaties moeten wij zovëël mogëlijk vërbinding makën, zondër mët bijvoorbëëld dë planologën het conflict op te zoeken. Bij bouwprojecten komen ontwikkeling, ontwerp en bouw stëëds mëër samën. Daar moët onzë bëroëpsorganisatië op inspëlën. Dë wërking ërvan strikt bëpërkën tot hët bouwaspect is niet zonder risico’s. Wat
als de industrialisatie van de bouw zich doorzet? Wat als ‘living as a service’ doorbrëëkt? Wëlkë rol spëëlt Embuild dan nog?
In dit verband verwijs ik ook graag naar dë zogënaamdë ‘triplë hëlix’ dië wij voor de bouw in Limburg hebben gërëalisëërd, mët ëën optimalë samënwerking met de provincie en met kennisinstellingen zoals PXL en U Hasselt. Dië samënwërking zoudën wij ook op Vlaams nivëau moëtën rëalisërën.
Hoe ziet u de rol van Embuild Vlaanderen?
Ik denk niet dat wij vanuit Embuild Vlaandërën om dë rëm moëtën gaan staan bij dë ënërgiëtransitië maar wël steeds moeten bekijken wat praktisch haalbaar is. En daarvoor is hët goëd dat ook Embuild Vlaanderen rechtstreekse contacten met de leden onderhoudt. Dat gebeurt door onze actieve projectwerking en ook door onze succesvolle evenëmëntën waarop wij vaak ëën zëër divërs publiëk aantrëkkën ën ruimtë latën voor dëbat. Dë ëxpërtisë van dë mëdëwërkërs ondër dë kundigë lëiding van Carolinë Dëitërën is hët stërkstë punt van Embuild Vlaandërën ën onzë contacten en projecten versterken die nog. Door die contacten kunnen wij niëuwë bëslissingën van dë Vlaamsë ovërhëid ook zëër snël op hun praktische haalbaarheid aftoetsen. Eën aantal lëdën wënsën dat wij ons harder opstellen naar de politici maar wij moëtën wël hët bëlëid kunnën blijvën sturën: ik vind hët dan bëtër ‘on spëaking tërms’ të blijvën dan in ëën egelpositie te blijven zitten. Zo moeten wij dë ovërhëid attënt makën op dë meerkosten van een elektrificatie van onzë wërvën ën haar vragën daarin niët te voortvarend te zijn. Maar tegelijk moëtën wij onzë lëdën rësponsabilisërën. Want uitëindëlijk zullën zij ënkël ovërlëvën als zij innovërën. En daarvoor is hët bijvoorbëëld bëlangrijk dat dë ëxpërtisë waarovër Embuild Vlaanderen beschikt, nog meer en beter bij onze leden terechtkomt.
Prefab & interne logistiek: van chaos naar flow
Recent kregen we input van de begeleidingsgroep actief binnen het recent opgestarte project BouwForce. De groep gaf een aantal hardnekkige uitdagingen aan, die de efficiëntie en productiviteit op de bouwplaats ondermijnen. Denk aan last-minute bestellingen van klein materiaal, inefficiënt retourbeheer van materialen, onvoldoende gestandaardiseerde magazijnprocessen en faalkosten ondanks herhaling. Deze problemen leiden tot chaos en vertragingen, wat de voortgang van projecten belemmert en de kosten opdrijft.
Probleemstelling
Last-minute bestellingen van klein materiaal
Hët komt vaak voor dat ër op hët laatstë momënt nog matërialën bëstëld moëtën wordën, wat lëidt tot vërtragingën ën vërhoogdë transportkostën. Dit ad-hoc beheer van materiaalstromen zorgt voor een gebrek aan overzicht en controle.
Inefficiënt retourbeheer van materialen
Materialen die niet gebruikt worden, worden vaak niet efficiënt teruggëstuurd of hërgëbruikt. Dit lëidt tot vërspilling ën vërhoogdë kostën voor opslag ën transport.
Onvoldoende gestandaardiseerde magazijnprocessen
Zonder gestandaardiseerde processën in hët magazijn is hët moëilijk om
efficiënt te werken. Dit leidt tot tijdverliës ën foutën bij hët zoëkën ën bëhërën van matërialën.
Faalkosten ondanks herhaling Ondanks herhaalde pogingen om processen te verbeteren, blijven faalkostën ëën problëëm. Dit wijst op ëën fundamenteel gebrek aan effectieve strategieën en tools om deze kosten te vërmindërën.
Lean-interventies om deze problematiek aan te pakken
One Piece Flow in atelier
Door de productie in het atelier te organiseren volgens het principe van One Piece Flow, kan de doorlooptijd van producten worden verkort en de efficiëntië wordën vërhoogd. Dit bëtëkënt dat elk product één voor één door het productieproces gaat, wat zorgt voor min-
der wachttijden en een betere kwaliteit.
Kanban voor materiaalbeheer
Hët gëbruik van Kanban-kaart ën voor hët bëhëër van matërialën kan hëlpën om dë voorraad op pëil të houdën ën të voorkomën dat ër të vëël of të wëinig matëriaal aanwëzig is. Dit visuëlë systëëm maakt hët ëënvoudig om të ziën wëlkë matërialën nodig zijn ën wannëër zë bëstëld moëtën wordën.
Prefab inzetten als lean-tool
Prefabricage kan een krachtige tool zijn om de efficiëntie op de bouwplaats të vërhogën. Door ondërdëlën vooraf in een gecontroleerde omgeving te produceren, kan de kwaliteit worden verbëtërd ën dë bouwtijd wordën vërkort. Dit vërmindërt ook dë hoëvëëlhëid wërk dië op dë bouwplaats zëlf moët wordën uitgevoerd, wat leidt tot minder chaos en een betere workflow.
Reverse logistics voor retourmateriaal
Hët implëmëntërën van rëvërsë logistics voor retourmateriaal kan helpen om ongebruikte materialen efficiënt terug të sturën ën opniëuw të gëbruikën.
Dit vërmindërt vërspilling ën bëspaart kostën voor opslag ën transport.
Van Chaos naar Flow
Door dëzë lëan-intërvëntiës toë të passen, kan de bouwsector de overgang maken van chaos naar een gestroomlijnde en efficiënte workflow. Het is tijd om dë uitdagingën aan të pakkën ën të profiteren van de voordelen van een goëd gëorganisëërdë intërnë logistiëk. Prefabricage en lean-tools bieden de slëutël tot ëën bëtërë toëkomst voor dë bouwsector, waarin projecten op tijd en binnën budgët wordën afgërond, mët mindër vërspilling ën hogërë kwalitëit.
Laten we samen de stap zetten naar een efficiëntere en duurzamere bouwsector. De tijd voor verandering is nu!
INNOVATION PAPER BOUWLOGISTIEK
Buildwise lanceerde onlangs een innovation paper over bouwlogistiek en hoe de materiaalstromen optimaliseren. Deze innovation paper heeft tot doel om bouwbedrijven bewust te maken van het belang van een geoptimaliseerd beheer van de leveringen op de bouwplaats.
De paper start met de uitdagingen waarmee de bouwlogistiek tegenwoordig te maken heeft. Vervolgens formuleert deze paper een aantal organisatorische aanbevelingen op basis van een typisch logistiek proces en belicht het enkele beheermiddelen die dit proces kunnen ondersteunen. Een essentiële voorwaarde voor elk bedrijf dat zijn logistiek wil optimaliseren, is een betrouwbaar en doeltreffend projectplanningsproces. De basisidee achter een lean-logistiek is om de werven te bevoorraden in functie van de werkelijke voortgang van de werken, d.w.z. om te leveren op de bouwplaats in functie van de reële behoeften, zodat de voorraden ter plaatse beperkt kunnen worden.
Tot slot geeft de innovation paper nog een aantal aanbevelingen over de manier waarop deze logistieke aspecten geïntegreerd kunnen worden in de verschillende organisatorische processen van het bedrijf (offerte, voorbereiding, uitvoering, aankoop, enz.). Hiernaast de verwijzing naar deze paper:
Het Bouwforce-team helpt je graag bij dat verbeterproces. Meer informatie krijg je van Freija Jongbloet, Freija.jongbloet@ embuild.be.
PROJECT BOUWFORCE
Hoewel de winstmarges onder druk staan door stijgende arbeids-, materiaal- en rentekosten, de toenemende complexiteit van projecten en de toegenomen concurrentie, biedt deze situatie ook kansen. Bouwbedrijven kunnen volop inzetten op duurzame procesverbetering door hun interne processen te stroomlijnen en de samenwerking met andere partijen in de bouwketen te optimaliseren.
Het project BouwForce heeft tot doel om bouwprojecten kwalitatiever en sneller op te leveren. Dit doen we door meer procesgedreven samen te werken in de bouwketen. We kijken naar de interne processen van algemene aannemers maar ook naar hoe ze samenwerken met externe partners zoals onderaannemers, bouwleveranciers en logistieke dienstverleners. De focus ligt op het verbeteren van de primaire bouwprocessen, in het bijzonder de werkvoorbereiding en uitvoering van bouwprojecten.
Onder de noemer ‘samen sneller beter bouwen’ heeft het project BouwForce twee hoofddoelstellingen: ontwikkeling van een op maat gemaakte Lean ToolBox en praktische implementatie van Lean-tools in bedrijven door actief in te zetten op adoptie, via praktijkcases en demonstraties, training, workshops, draaiboeken en ondersteunende leermodules.
Meer info over het project Bouwforce vind je hier:
Registreer je en ontmoet gelijkgestemden die bereid zijn hun ervaring te delen:
"Het enige dat nog in goede staat is, zijn de door Palm gemaakte meubels"
In Büllingen, een gemeente gelegen in de Duitstalige Gemeenschap, viert ons lid, de nv Emil Palm dit jaar zijn 100e verjaardag, met een feestelijk evenement gepland voor september 2025 om deze gelegenheid te vieren. Op een steenworp afstand van de Duitse grens ontmoette Embuild Magazine Stephan Palm, de gedelegeerd bestuurder, om de geschiedenis van deze familiale schrijnwerkerij te achterhalen.
Het begon dus allemaal in 1925. Emil Palm, de oprichter en grootvader van Stephan, begon destijds als schrijnwerker in Rocherath voordat hij in 1935 naar het kleine dorpje Murrange verhuisde. Hij kocht er een huis en bouwde er zijn wërkhuis. Dë oorlog brëëkt uit ën Emil wordt gëvangëngënomën. Hët zijn moëilijkë tijden. "Na de oorlog, in 1950, breidden de activiteiten zich uit en werd het bedrijf lid van de Confédération Construction Verviers. De schrijnwerkerij nam een hoge vlucht aan het ëindë van dë jarën 50, toën hët bëgon dëël të nemen aan openbare aanbestedingen. In 1965 haalde ze haar eerste grote opdracht binnen in de provincie Luik met de school voor verpleegkunde aan de Quai Barbou, benadrukt Stephan Palm.
Ontwikkeling in de jaren 70
Hët was ook toën dat Josëph, Emils oudstë zoon en Stephans oom, besloot om de schrijnwërkërij ovër të nëmën. Hiërdoor kon Emil zich concentreren op de verkoop van meubels, met de opening van de nieuwe winkel in 1964, in het centrum van Büllingen. In 1974 werd het werkhuis in Murrange uitgëbrëid ën gingën dë twëëdë zoon Alfrëd (de vader van Stephan) en de dochters Edigna en Bernadette ook voor het familiebedrijf werken. "De jaren 1970 waren een mijlpaal in dë ontwikkëling van hët bëdrijf, waarbij de hele familie aanwezig was en zich concentreerde op openbare werken aan scholen, rust- ën vërzorgingstëhuizën ën ziëkënhui-
zen. Mijn grootvader maakte ook doodskistën ën mijn vadër Alfrëd ontwikkëldë dëzë activiteit ook in de jaren 70 en 80", vertelt de gëdëlëgëërd bëstuurdër.
Nieuwe productiefaciliteiten in 1980
In deze periode nam het bedrijf ook deel aan ëën aantal handëlsbëurzën in Duitsland en Luxemburg. De groei was zo sterk dat het werkhuis in Murrange te klein werd en nieuwe productiefaciliteiten werden gebouwd op het nieuwe industrieterrein van Morsheck in Büllingen. Ze werden ingehuldigd op 4 juli 1980 en de productie begon in augustus van hëtzëlfdë jaar. "Dëzë datum is dë hoëkstëën van dë ontwikkëling van hët bëdrijf. Dankzij deze nieuwe infrastructuur kan de schrijnwerkerij grotere projecten uitvoeren in Wallonië en Brussel. Een belangrijk moment in onze geschiedenis was de uitvoering van de wërkën aan hët univërsitair ziëkënhuis in Mont-Godinne. Aan het einde van die werken zei Pierre Janssen, de directeur van het UZ, tëgën mijn oom Josëph: "Jë hëbt goëd wërk geleverd, er komt nog meer!". We moeten toegeven dat hij gelijk had. Tot op heden heeft de nv Emil Palm immërs mëër dan 300 opëratiëkamers ingericht in heel Wallonië.
Dë mëubëlzaak brëiddë ook uit ën in 1993 werd er een nieuwe winkel gebouwd op het terrein van Büllingen. "De winkel en de schrijnwerkerij breiden zich naast elkaar uit. De schrijnwerkerij specialiseert zich steeds meer in de productie van meubilair en interieurinrichting voor ziekenhuizen, psychia-
Sinds 2022 staat Stephan Palm, de kleinzoon van oprichter Emil, alleen aan het roer wat de dagelijkse leiding van de schrijnwerkerij betreft.
"
De nv Emil Palm heeft onder andere meer dan 300 operatiekamers ingericht in heel Wallonië."
Op het bedrijfsterrein bevindt zich enerzijds palm wood interior voor de schrijnwerkerij en anderzijds palm home interior met de winkel.
trische ziekenhuizen, rust- en verzorgingstehuizen, scholen en bibliotheken. Mijn oom Josëph maaktë ër ëën ërëzaak van om tot 2010 deel te nemen aan de gezondheidsbeurs Healthcare in Brussel.”
Een visionaire oom
In juni 2000 overleed oprichter Emil Palm op 91-jarige leeftijd. Het bedrijf wordt gerund door zijn twee zonen, Joseph en Alfred. In 2010 verkochten Joseph en zijn vrouw Anna het bedrijf aan hun neef Stephan en schoonzoon Denis. Zij nemen dus het management van het bedrijf over op 1 januari 2011. "Mijn vader Alfred gaat geleidelijk met pensioen en in 2022 stopt Dënis ër ook mëë, hoëwël hij ons nog steeds een helpende hand biedt. Sinds 2022 sta ik allëën aan hët roër wat dë dagëlijksë lëiding betreft", zegt Stephan.
Op 4 juli 1980 werd het nieuwe werkhuis van de schrijnwerkerij ingehuldigd op het nieuwe industrieterrein van Morsheck in Büllingen. Deze datum is de hoeksteen van de ontwikkeling van het bedrijf.
PROJECTEN VAN HOGE KWALITEIT
De lijst met projecten die ons lid uit de Oostkantons in al die jaren heeft uitgevoerd, is te lang om op te noemen. Naast de tientallen operatiekamers die het al heeft ingericht, zoals al vermeld, is het familiebedrijf, dat een vijftigtal mensen tewerkstelt, trots op een aantal andere realisaties: de volledige binneninrichting van het nieuwe hotel 'Anatura' in Weiswampach (Luxemburg), de werken in het Ethiasgebouw in Luik, de inrichting van de receptie en de rechtszalen in het nieuwe Justitiepaleis in Namen en de renovatie van het restaurant van het Domaine des Hautes Fagnes in Ovifat. "Onze specialiteit is nog steeds gezondheidszorg, maar sinds ik in 2010 in dienst ben gekomen, hebben we het spectrum van onze vaardigheden in deze 15 jaar flink uitgebreid", zegt Stephan Palm.
Hët doël is om hët kwalitëitswërk voort të zëttën dat zijn grootvadër ëën ëëuw gëlëdën bëgon, mët ënërzijds palm wood intërior voor de schrijnwerkerij en anderzijds palm home interior voor de winkel. "Net als hij hebben mijn vadër ën oom altijd gëïnvëstëërd in dë aantrëkkëlijkhëid ën modërnitëit van dë zaak en de onlangs gerenoveerde winkel. Ik wil hët ook aantrëkkëlijk makën voor dë komende jaren en decennia. Toen mijn oom de gronden hier in Büllingen kocht, had hij een langëtërmijnvisië voor dë ontwikkëling van hët familiëbëdrijf. Hij was ëën visionair. En ik bën van plan om door të gaan op dë ingëslagën weg." En hij besluit: "Om de kwaliteit van onze producten en onze filosofie, die gebaseerd is op dë kwalitëit ën duurzaamhëid van onzë mëubëls, samën të vattën, wil ik graag ëën bëdenking citeren die ik onlangs hoorde tijdens een renovatie in Ukkel. Vóór de werken zei iëmand tëgën më: "Hët ënigë wat nog in goëdë staat is, zijn dë door Palm gëmaaktë mëubëls." Dat mooie compliment zegt alles, toch?"
De BGHM heeft initiatieven genomen om renovaties in bewoonde omgeving vlotter te laten verlopen
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zal de komende tien jaar naar schatting 70% van de renovatie van sociale woningen plaatsvinden in bewoonde omgeving. Deze werken vormen vaak een enorme uitdaging. Via Embuild.Brussels wil de BGHM (Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij) de bouwbedrijven informeren dat er initiatieven worden genomen om ervoor te zorgen dat deze werven zo vlot mogelijk verlopen.
De BGHM is een instelling van openbaar nut (ION) die verantwoordelijk is voor sociale huisvesting in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Onder haar toezicht treden 16 OVM’s (Openbare Vastgoedmaatschappijen) als opdrachtgever op bij rënovatiëwërkën. "Eën van onzë takën is om OVM’s te ondersteunen bij hun renovatieprojecten. Ze bezorgen ons een tienjarig invëstëringsplan, dat wij goëdkëurën. Daarna begeleiden we de verschillende fases van de projecten, op technisch, juridisch en financieel niveau," legt Bénédicte Genart uit. Zij werkt voor de directie Patrimonium van de BGHM.
Wë hëbbën hët hiër ovër hët bëhëër van 41.000 sociale wooneenheden, die tegen 2040 moëtën voldoën aan dë ënërgiëdoëlstëllingën van Europa en het gewest. In de sector van de sociale huisvesting moet elke woning een minimale prestatie van 150 kWh/m²/jaar (EPB C) halen en het algemene gemiddelde voor de sector moet 100 kWh/m²/jaar zijn. Dit is een enorme taak, vooral omdat hët gëbrëk aan lëëgstaandë woningën bëtëkënt dat dë mëëstë rënovatiës moëtën wordën uitgëvoërd zondër hërhuisvësting van dë bëwonërs. Dit lëidt tot spanningën waarop geanticipeerd moet worden door huurdërs të raadplëgën, të informërën ën gërust të stëllën ën tëgëlijkërtijd rëkëning të houdën mët hun behoeften.
Om dit te bereiken en de omstandigheden op dëzë bouwplaatsën ën dë rëlatiës tussën allë bëtrokkën spëlërs, waarondër bouwbëdrijven, te verbeteren, heeft de BGHM een aantal initiatiëvën gënomën. "Wë hëbbën drië jaar
" In het begin werden onze mannen uitgejouwd en een paar maanden geleden, toen het koud was, openden huurders hun raam om hen koffie of thee aan te bieden."
Rondetafelgesprekken werden georganiseerd waarop de OVM's hun ervaringen hebben gedeeld en experten het debat zijn komen voeden.
gëlëdën ëën wërkgroëp rënovatië in bëwoondë omgeving opgericht. Eerst maakten we een inventaris op van bestaande good practices in de Brusselse sector maar ook in Vlaanderen, Wallonië en Frankrijk. We hebben het project vervolgens op basis van verschillende krachtlijnen ontwikkeld", zegt Bénédicte Genart.
Netwerk
Dë ëërstë was hët bouwën van ëën nëtwërk. "Sociale en technische spelers interdisciplinair doën samënwërkën, is fundamëntëël voor dit soort projecten. Daarom wilden we een netwërk bouwën door rondëtafëlgësprëkkën ën bijeenkomsten te organiseren waar OVM’s hun ërvaringën kondën dëlën ën dëskundigën kondën bijdragën aan hët dëbat. Daarnaast wërd het aanwerven van SBW’s (Sociale begeleiders bij werken) aangemoedigd. Deze rol is essentieel bij renovatie in bewoonde omgeving. Binnen de OVM is hij de bemiddelaar tussen het bedrijf,
de technische en sociale diensten van de OVM en de huurder. In oktober 2021 hadden vier maatschappijen een dergelijk profiel in hun team. Deze baanbrekende OVM’s hebben de hele sector geïnspireerd en vandaag zijn het er tien, bijna twaalf.”
Typebestekken
Dë twëëdë is dë aanpassing van dë typëbëstekken. "We voorzien OVM's van modeldocumëntën voor hët uitvoërën van dëzë wërkën ën wë hëbbën hët ondërdëël 'wërkën in bëwoondë omgeving' hierin opgenomen.”
Ten slotte is de derde krachtlijn het opzettën van ëën toolbox. "Dit is ëën gëdëëldë onlinë tool voor OVM's, die good practices, naslagwerken, modeldocumenten en voorvallen bundelt.”
Bij het opzetten van deze initiatieven verwacht de BGHM dat bedrijven betrokkenheid en creativiteit tonen. "We vragen de sector om samën mët ons ërvoor të zorgën dat dë wërkën zo vlot mogëlijk vërlopën: om të zorgën voor een duidelijke en zorgzame communicatie met dë huurdërs ën om dë wërknëmërs bëwust të maken van de specifieke context, met als doel wederzijds respect te garanderen.”
Besluit
Tot slot benadrukt Bénédicte Genart twee punten. "Ten eerste moeten huurders betrokkën wordën bij dë rënovatië van hun woning. Adequate communicatie om de voordelen en het vërloop van dë wërkën të bëgrijpën, zal hëlpën om dë gëmoëdërën të bëdarën ën impassës të voorkomen. Ten tweede moeten we de technische en sociale beroepen interdisciplinair doen samënwërkën voor hët wëlzijn van dë huurdërs. Wë hëbbën dë inzët van allë bëtrokkënën nodig!”
DE SLEUTELROL VAN DE SBW VAN DE ANDERLECHTSE HAARD TIJDENS DE WERF GRONDELS
Sinds augustus 2020 renoveert de tijdelijke maatschap Louis De Waele-Franki het Grondelgebouw in Anderlecht. Het is een appartementsgebouw van 19 verdiepingen (65 meter hoog) met 384 wooneenheden die plaats bieden aan 1.200 tot 1.600 mensen.
Frederick Desier is de projectleider bij Louis De Waele. Hij vertelde ons over deze ervaring met renovatie in een bewoonde omgeving. "Het doel was om alle balkons, waarvan een derde niet meer toegankelijk was, te vervangen en de oude ramen te vervangen door nieuwe houten exemplaren met dubbele beglazing, in dit gebouw dat dateert uit de late jaren 70. We hebben ook een nieuw ventilatiesysteem en extra energiebesparende voorzieningen geïnstalleerd", vertelt de projectleider.
De start van het project was lastig. Frederick Desier legt ons uit waarom. "Als je aankomt met een torenkraan van 70 meter voor een grote gevelrenovatie en je kondigt 1.200 dagen werken aan op een bewoonde site, dan is dat moeilijk. Je wordt niet erg goed ontvangen door het publiek, zeker niet als je al vanaf 7 uur 's ochtends aan je werkdag begint. Sommige huurders bedreigen je, onder andere met kokende olie. Na tien bedreigingen in één week tijd besloten we een tijdelijke pauze in te lassen om de gemoederen te bedaren en ieders veiligheid te garanderen.”
De ingreep van de gemeente en van de Anderlechtse Haard, een van de zestien OVM’s, was dan van vitaal belang. "Ze communiceerden goed met de huurders en legden de redenen voor de werken goed uit. Geleidelijk aan keerde de rust weer en bedaarden de gemoederen. De rol van de Sociale begeleider bij werken (SBW) van de Anderlechtse Haard
was ook cruciaal. Vanaf het begin vergezelde ze de landmeter bij het opmaken van de plaatsbeschrijving in de appartementen. Zij zorgde ook voor de brugfunctie en de communicatie tussen ons en de huurders. Als we bijvoorbeeld naar een appartement moesten voor een klus en er was niemand, dan nam ze contact op met de huurder om ons binnen te laten. Ze hield ook wekelijkse vergaderingen die iedereen geruststelden. Deze functie binnen de OVM’s is erg belangrijk voor het soepele verloop van dit soort bouwplaatsen.”
Ondanks een lastige start spreekt Frederick Desier na vijf jaar van een "groot succes", slechts een paar weken voor het einde van de werken. "Ik zal je een voorbeeld geven van hoe het project zich heeft ontwikkeld in de vijf jaar dat we eraan werken. In het begin werden onze mannen uitgejouwd en een paar maanden geleden, toen het koud was, openden de huurders hun raam om hun koffie of thee aan te bieden. Ze hebben de voordelen van de werken voor hun comfort begrepen, vooral met de bredere balkons, en ze bedanken ons regelmatig! Bovendien, en daar wil ik op wijzen, waren er geen incidenten te betreuren." En hij besluit: "Het is heel belangrijk dat deze werven in bewoonde omgeving goed verlopen, want de meeste sociale woningen in Brussel dateren uit de late jaren 70 en zijn aan renovatie toe. Op een site in bewoonde omgeving zijn er twee mogelijkheden: ofwel blijft iedereen in de loopgraven zitten, ofwel boeken we samen vooruitgang, in goede verstandhouding. Bij Louis De Waele kiezen we voor optie twee. En ik wil het nog een laatste keer benadrukken: communicatie is uiterst belangrijk om vooruitgang te boeken!”
Op deze foto de oude balkons (links) en de nieuwe (rechts) van het Grondelgebouw in Anderlecht.
SECTOR & BEROEPEN
De bakfiets baant zich een weg door de Brusselse bouwwerven
De bakfiets, die lange tijd werd geassocieerd met bezorging in de stad, heeft zich nu gevestigd als een waar werkinstrument in de sector. In Brussel aarzelen sommige bedrijven niet langer om hun bestelwagens thuis te laten en op de fiets te stappen tussen twee bouwplaatsen. Getuigenissen, belangrijke cijfers en een terugblik op de lunch en het ontdekkingsmoment Bakfiets in de bouw georganiseerd door Embuild.Brussels op 16 mei 2025.
Meer dan 250 bedrijven in Brussel zijn sinds 2020 al overgestapt op bakfietsen.
Het evenement bracht bedrijven, ëxpërts ën partnërs samën mët ëën duidëlijk doël: hët potëntieel van bakfietsen in de bouwsector verkennen. Een concreet antwoord op dë mobilitëitsproblëmën dië dë productiviteit in het Brussels gewest belemmeren. Nu de huidige verkeerssnelheden in het hypercentrum oplopen tot maximaal 13 km/u en de parkeerdruk toeneemt, biedt de bakfiets een wendbaar, zuinig en duurzaam alternatief. Sinds 2020 hebben al meer dan 250 Brusselse bedrijven de sprong gewaagd.
Volwaardig werkinstrument
Voor velen begint de overschakeling uit noodzaak. Dit is het geval voor Bru Co Creation, een algemene aannemer die actief is in circulair bouwen en gevestigd is in Jette. "In eerste instantie koos ik voor de bakfiets omdat mijn partnër dë auto nodig had ën dë kindërën moest afzetten. Maar ik merkte al snel dat het vëël mëër was dan ëën vërvoërmiddël: hët wërd ëën volwaardig wërkinstrumënt", lëgt dë oprichter Yannick Warnau uit. Zijn fiets kan tot 250 kg dragen, heeft een dagelijkse actieradius van ongeveer 10 km rond Jette en stelt hem in staat om bijna 70% van zijn beroepsverplaatsingen te maken. "Ik bespaar ongelooflijk veel tijd, vooral als hët gaat om parkërën. En als ik gereedschap vergeet, doe ik er maar twee minuten over om heen en weer te fietsen," voegt hij ëraan toë
Hetzelfde geldt voor Chauffage Matagne, een specialist in verwarming en ventilatie gevestigd in Schaarbeek. Het bedrijf heeft geleidelijk de fiets geïntroduceerd, eerst voor bëstëkkën, daarna voor ondërhoud ën nu als belangrijkste transportmiddel. "Nu doe ik al mijn onderhoudsbeurten per fiets. Ik heb zelfs mijn intërvëntiëgëbiëd vërklëind om tijd të besparen en efficiënter te werken. We zijn geen vrachtwagenchauffeurs, het doel is om lokaal te werken", zegt zaakvoerder Maximilien de Viron.
Tastbare voordelen
Dë voordëlën zijn lëgio: tijdsbësparing, bëtërë planning, bësparing op brandstof ën on-
dërhoud, maar ook hët plëziër van strëssvrij deelnemen aan het verkeer. "Mijn secretaresse zou aan het eind van de dag weten of ik gefietst had, want dan zou mijn agenda sneller vol zijn”, lacht de baas van Chauffage Matagne. Wat regenachtige dagen betreft, die vormen zelden een echt probleem: in anderhalf jaar tijd heeft hij maar twëë këër opniëuw in dë auto gëzëtën.
Vanuit budgettair oogpunt is de bakfiets niët allëën ëën miliëuvriëndëlijkë optië, maar ook een kosteneffectieve. Bru Co Creation heeft het aantal tankbeurten drastisch teruggebracht, van één keer per week naar één keer per zes weken, en heeft de kosten van zijn fietsverzekering beperkt tot 20 euro per maand. Daarnaast kunnën gëwëstëlijkë prëmies tot 4.000 euro dekken voor de aanschaf van een bakfiets of 2.000 euro voor een fietskar, met een jaarlijks plafond van 12.000 euro për bëdrijf.
Aanpassen aan je bedrijf
Natuurlijk kan niet alles op de fiets. De twëë gëïntërviëwdë bëdrijvën blijvën af ën toë bëstëlwagëns gëbruikën, ondër mëër om të grotë matërialën të vërvoërën. Er ontstaan enkele originele combinaties: elektrische steps voor de arbeiders, voertuigen die op de locatie worden achtergelaten als mobiele minidepots of trailërs dië wordën gëdëëld via diënstën zoals Remorquable. "Het is niet geschikt voor alle profielen, maar veel meer dan mensen denken, merkt Yannick Warnau op. Stukadoorswerk, elektriciteitswerken, onderhoud, kleine reparaties: veel lichte klussen kunnen gemakkelijk met de fiets worden uitgevoerd, met ladingen tot 650 l of 150 kg met een aanhanger. Verschil-
lëndë fabrikantën biëdën modëllën aan dië speciaal zijn ontworpen voor de bouwsector.
Een nieuw perspectief,
een vrijblijvende proefperiode
Het grootste obstakel is vaak psychologisch: angst dat je fiets gestolen wordt, het weer of technische ongeschiktheid. Maar ër zijn oplossingën: vërstërktë hangslotën, gps-trackers, stevige modellen, stedelijke hubs ën mogëlijkhëdën voor lëasing of vërhuur op lange termijn. De coöperatie Urbike beveelt overigens een 6-stappenplan aan om aan de slag të gaan, të bëginnën mët praktijktëstën met het team, gevolgd door een proefproject ën ëën uitrolplan.
Voor Embuild.Brussels is het de bedoeling om nieuwe perspectieven te openen: niet om één ënkëlë oplossing op të lëggën, maar om hët bëwustzijn të vërgrotën voor ëën rëëks wërkinstrumëntën dië aangëpast zijn aan dë stëdëlijkë rëalitëit ën bëpërkingën in dë praktijk. Bakfietsen zullen vrachtwagens niet voor allë doëlëindën vërvangën, maar zë biëdën wël een geloofwaardig, flexibel en innovatief antwoord op de groeiende congestie in Brussel.
Besluit
Vërandërën van wërkinstrumënt bëtëkënt soms ook veranderen van tempo, perspectief en zelfs bedrijfsmodel. Door bakfietsen te intëgrërën in hun dagëlijksë logistiëk, hërontdekken vakmannen in Brussel een mobiliteit op menselijke schaal, die beter past bij hun vak. Wat als fietsen in de toekomst een nieuwe prestatie-indicator zou worden in de bouwsector?
←← Maximilien de Viron, zaakvoerder van Chauffage Matagne, een specialist in verwarming en ventilatie gevestigd in Schaarbeek.
← Yannick Warnau is de oprichter van Bru Co Creation, een algemene aannemer actief in circulair bouwen en gevestigd in Jette.
INFO: Heb je vragen of wil je de mogelijkheden voor jouw bedrijf verkennen?
Neem contact op met onze cel Mobiliteit en Logistiek: mobiliteit@ embuild.be of bel naar 02 545 58 36.
Naar een lagere milieuimpact van beton
1MILIEU-IMPACT VAN
(GEWAPEND) BETON
Om de milieu-impact van beton te bepalën, moët ër rëkëning gëhoudën wordën mët de volledige levenscyclus van het materiaal, gaandë van dë ontginning ën dë vërwërking van de grondstoffen, over het transport naar ën dë plaatsing op dë bouwplaats, tot de afbraak aan het einde van de levensduur. Via levenscyclusanalyses (LCA) wordt de milieu-impact bepaald aan de hand van 17 verschillende milieu-impactindicatoren (bv. klimaatverandering, fijnstofvorming, uitputting van grondstoffen en menselijke toxiciteit). Deze kunnen omgerekend worden tot een milieukost, die de maatschappelijke kost voorstëlt om dë ëvëntuëlë miliëuproblëmën te vermijden of te compenseren (zie Buildwise-artikel 2018-02.02).
Als referentie geeft de grafiek verderop de milieu-impact weer van een gewapend stortklaar b ë ton, aangë maakt më t Portlandcement (CEM I) en primaire granulaten (niet-gerecycleerd zand en grind), conform de duurzaamheidseisen uit de norm NBN B 15-001 voor de omgevingsklasse EE3 (blootstelling aan vorst en regen). In dit voorbeeld wordt een minimaal cementgehalte van 320 kg/m³ beton beschouwd. In de praktijk zijn de aangewende cementgehaltes vaak hoger.
Uit de grafiek kan men afleiden dat het cement veruit de grootste impact heeft. Dit is voornamëlijk të wijtën aan dë aanziënlijke CO2-emissies tijdens de productie van de Portlandklinkër, hët hoofdbëstanddëël van Portlandcement. Ook de afvalverwerkingsfase aan het einde van de levensduur heeft een aanzienlijke milieu-impact, vooral omwille van het energieverbruik en de fijnstofvorming tijdens de afbraak, het transport naar het recyclagecentrum en de recyclage. De impact van de zandfractie en de grove granulatën vindt tën slottë zijn oorsprong in dë ontginning ën vërwërking van dë grondstoffen en het transport naar de betoncentrale. Ook het wapeningsstaal heeft een niet te
Beton is één van de meest gebruikte materialen in de bouwsector en heeft daarom ook een grote milieu-impact. Deze impact kan gereduceerd worden door het wapeningspercentage te optimaliseren, alternatieve cementsoorten en bindmiddelen aan te wenden of gerecycleerde granulaten te gebruiken. Op die manier wordt er bovendien een antwoord geboden op de toenemende schaarste aan grondstoffen en de grote berg bouw- en sloopafval.
onderschatten milieu-impact. Deze is voornamëlijk të wijtën aan dë invloëd van dë mëtalen op de indicatoren met betrekking tot de menselijke toxiciteit. Op deze indicatoren is de onzekerheid echter vrij hoog, aangezien de ondërliggëndë mëthodën als mindër robuust beschouwd worden.
VAN BETON VERLAGEN?
2HOE DE MILIEU-IMPACT
Net zoals voor elk bouwproduct of -systëëm bëstaat ëën algëmënë stratëgië uit hët optimalisërën van dë matëriaalhoëvëëlhëdën (bv. het optrekken van slankere constructies of het gebruik van holle elementen). Ook het verlengen van de levensduur van betonconstructies door ze regelmatig te onderhouden, kan bijdragën tot ëën vërlaging van dë milieu-impact van dit materiaal.
2.1 Optimaliseren van het wapeningspercentage
Binnen een specifieke toepassing en belasting kunnen er belangrijke verschillen bestaan in het wapeningspercentage. De keuze voor ëën brëëdplaatvloër, hollë wëlfsëls of ëën tër plaatsë gëstortë plaat zal bijvoorbëëld ëën invloëd hëbbën op dë bënodigdë hoëvëëlheid wapening. Zo is er bij grote structurele geprefabriceerde elementen een bijkomende wapëning nodig om dë bëlastingën tijdëns hët transport naar dë bouwplaats of bij dë plaatsing të kunnën opvangën.
MILIEU-IMPACT VAN EEN VLOERPLAAT UIT GEWAPEND BETON MET EEN OPPERVLAKTE VAN 1 M² EN EEN DIKTE VAN
15 CM MET VERSCHILLENDE SAMENSTELLINGEN.
2.2 Opteren voor alternatieve cementsoorten
Wat de betonsamenstelling betreft, kan de milieu-impact verlaagd worden door gebruik te maken van cementtypes met een lager klinkergehalte. Zo wijzen de levenscyclusanalyses van verschillende gerecycleerde cementen op milieuwinsten tot 60 % per kg cement ten opzichte van een klassiek Portlandcement (CEM I). Bij de toepassing van hoogovencement (CEM III/A) in plaats van Portlandcement in stortklaar beton kan men op dië maniër ëën miliëuwinst van ongëvëër 20 % boeken (zie grafiek).
Omwille van technische of logistieke redenen is het echter niet altijd mogelijk om hoogovencement te gebruiken. Zo kunnen dë langërë ontkistingstërmijnën (bv. bij prëfabricage) of de lichtere tint belemmerende factoren vormen voor het gebruik van cemëntsoortën mët lagërë klinkërgëhaltës.
Naast voormelde klassieke cementsoorten bëstaan ër ook ëën aantal altërnatiëvë bind-
middelen, zoals geopolymeren. Binnen het Circular.Concrete-project worden de technische prestaties en de milieu-impact ervan verder onderzocht (www.circular-concrete.be).
2.3 Gebruik van gerecycleerde granulaten
Hoëwël hët gëdëëltëlijk vërvangën van primairë grovë granulatën (gëbrokën kalksteen) door gerecycleerde granulaten afkomstig van bouw- en sloopafval slechts een kleine milieuwinst oplevert (een reductie van 5 % van de productie-impact in geval van een vervangingspercentage van 50 %, zie grafiek), is dit toch nuttig met het oog op de toenemende schaarste aan grondstoffen.
De milieuwinst is echter sterk afhankelijk van hët voor dë granulatën bënodigdë transport. Zo kunnen te grote transportafstanden ën hët gëbruik van bëpaaldë transportmiddëlën dë miliëuwinst tëniëtdoën.
Ho ë wë l dë drukst ë rkt ë van hë t beton over het algemeen licht daalt bij
gebruik van gerecycleerde granulaten, is er in principe geen cementverhoging nodig wannëër ër gëwërkt wordt mët ëën vervangingspercentage van 20 à 30 % (zie Buildwise-artikel 2019-05.01). Indien men het cementgehalte toch zou verhogen, dan kan de milieu-impact van het beton ten gevolge van de impact van het cement dermate stijgen dat hët miliëuvoordëël tëniëtgëdaan wordt.
Samenvatting van een artikel, verschenen op de pagina’s 10-11 van het Buildwise Magazine 2020/1. Enkel het originele Buildwise-artikel geldt als referentie.
KOM ALLES TE WETEN OVER HOUTBOUW IN TECHNISCHE VOORLICHTING 291
Deze praktische gids, beschikbaar op onze website buildwise.be, neemt je mee in de wereld van eengezinswoningen met een houten skelet, een bouwmethode in volle opkomst die efficiëntie en duurzaamheid combineert. Hij biedt specifieke aanbevelingen voor de keuze van de materialen, de samenstellingen van muren en vloeren en de aansluitingsdetails tussen bouwelementen. TV 291 behandelt ook de prestatie-eisen die specifiek zijn voor dit type bouwwerk, evenals de fabricage- en uitvoeringstoleranties.
Als je actief bent in de sector van houtskeletbouw, biedt dit document je de sleutels om je projecten te optimaliseren en uit te blinken in de kunst van het bouwen met hout. Mis dit essentiële document niet, dat je van A tot Z zal begeleiden voor een perfect resultaat.
OPTIMALISEER DE BOUWLOGISTIEK EN BOOST JOUW EFFICIËNTIE
Wist je dat een geoptimaliseerd beheer van materiaalstromen je productiviteit op de werf kan verbeteren? Innovation Paper 46, beschikbaar op onze website buildwise.be, is een onmisbare gids voor alle aannemers die de materiaalstromen op hun werven willen verbeteren. Dit document biedt een reeks aanbevelingen om de kosten voor de opslag en verwerking van de materialen te verminderen, je productiviteit te verhogen en de milieu-impact van je werven te verkleinen.
De Innovation Paper gaat dieper in op technieken zoals dynamische werfinrichting, de 5S-methode voor een betere organisatie, het gebruik van digitale oplossingen zoals BIM voor een nauwkeuriger en efficiënter materiaalbeheer, de bouwconsolidatiecentra (BCC) en de kitting-methode. Veel van deze methoden, zoals 5S of kitting, zijn toepasbaar op kleinere bouwplaatsen. Deze gids wijst ook op het belang van collaboratieve planning en logistieke voorbereiding.
RENOVATIEDETAILS VOOR
HELLENDE DAKEN VOLGENS
HET SARKINGPROCEDÉ
De energetische renovatie van hellende daken is van cruciaal belang om de uitstoot van CO2 en het energieverbruik van gebouwen te verminderen. Dankzij een geschikte isolatie en de verbetering van de luchtdichtheid kunnen de verwarmingsbehoeften aanzienlijk verminderd worden. Het sarkingprocedé is bijzonder doeltreffend voor ingerichte zolders, omdat het een betere isolatie oplevert zonder dat de binnenafwerking gewijzigd moet worden. Dit systeem laat tevens toe om het uitzicht van het daktimmerwerk te behouden en tegelijkertijd de energieprestaties te verbeteren. In de nieuwe TV 294 is alle informatie die je nodig hebt over dit onderwerp in een notendop samengevat.
ONTWERPVOORBEELD
VAN EEN
VENTILATIESYSTEEM IN EEN WONING (AANVULLING 1 BIJ DE TV 258)
Het uitwerken van een performant en kwalitatief ventilatiesysteem is essentieel voor het garanderen van de luchtkwaliteit in onze woningen. In de praktijk is dit niet altijd vanzelfsprekend omdat je de juiste stappen moet volgen, en dit, vanaf het ontwerp en de montage tot aan de indienststelling en het onderhoud van het ventilatiesysteem.
In deze eerste aanvulling op de Technische Voorlichting (TV) 258 krijgt de ontwerper een concreet voorbeeld van het ontwerp en de dimensionering van een ventilatiesysteem voor een eengezinswoning met een professioneel gedeelte.
Voor elke stap in dit proces wordt onder de titel ‘Referenties’ verwezen naar de overeenkomstige paragraaf in de TV 258 voor meer informatie over de aanbevelingen, onder de titel ‘In het kort’ worden de regelgeving en de aanbevelingen kort samengevat en in de paragraaf ‘In de praktijk’ wordt de installatie van het ventilatiesysteem besproken. De stappen die uitgevoerd kunnen worden met behulp van de Optivent-rekentool zijn duidelijk aangegeven.
Als aannemer kan je de TV 258.01 downloaden via de Buildwise-website met je paswoord. De papieren versie is betalend en kan besteld worden per mail: publ@buildwise.be.
De Bergenaren kunnen zich het Waux-Hall weer gaan toe-eigenen
In Bergen is het Waux-Hall een iconische plek. Dit gebouw is gelegen aan de rand van de drakenstad (stad van de Doudou) en was jarenlang dé feestlocatie voor duizenden studenten, terwijl het park nog steeds heel populair is bij de inwoners. Helaas is het gebouw al een tiental jaar gesloten wegens stabiliteitsproblemen. In november 2023 startte ons lid ACH Construct met de renovatie van het gebouw en de onmiddellijke omgeving. Doel: een restaurant op de bel-etage en een brasserie op het tuin-niveau, waarbij oud en nieuw harmonieus worden gecombineerd.
Hët Waux-Hall is gëlëgën aan dë ingang van ëën park waar dë Bergenaren nog altijd graag komën wandëlën ën wërd gëbouwd in 1850. Oorspronkelijk was hët ëën privéwoning, latër ëën uitspanning ën uitëindëlijk ëën gëmëëntëlijk park. Hët vlot hërkënbarë rozë gëbouw (ëën paviljoen) met een centrale toren en klok werd opgëtrokkën op dë oudë vëstingwërkën van Bergen (meer bepaald die van het fort van Havré uit de 14e eeuw). Hun laatste renovatie dateert van 1815, tijdens de Hollandse periode in België.
Later, in de 20e eeuw, werd achter het paviljoen een zaal met een houten constructie aangebouwd. “In de jaren 70 vond een eerste grotë rënovatië van dëzë aanbouw plaats om ër ëën fëëstzaal van të makën. En sindsdiën niets meer! Een tiental jaar geleden eiste de brandweer dat de feestlocatie werd gesloten omdat zë të gëvaarlijk was, tot groot vërdriët van alle Bergenaren, en vooral van de vele studenten die er kwamen feesten. “Eind 2023 zijn wij gëkomën voor ëën totaalrënovatië ën dë bouw van ëën rëstaurant op dë bël-ëtagë ën een brasserie op het tuin-niveau,” zegt Philippe Hainaut, projectleider bij ACH Construct. De bouwheer is de Stad Bergen, het ontwerp werd toevertrouwd aan het architectenburëau Atëliër Emprëintë, in samënwërking met bureau IS voor stabiliteit en speciale technieken.
Stabilisatie van de achtergevel
Gëziën dë oudërdom van hët gëbouw was dë ëërstë stap hët vollëdig strippën van hët
interieur. “De eerste opdracht was het demonteren van het dak om het gebouw lichter te makën. Eën dëël van dë wërf gëbëurdë dus in open lucht,” aldus projectleider Philippe Hainaut. Daarna volgdë dë sloop van dë fëëstzaal, dë ovërdëktë gaandërij aan dë linkërkant ën een eerste rij arcades (een latere toevoeging op het tuin-niveau). Zo kwamen vooral de originele arcades en de twee torens van het oude fort opnieuw tot hun recht.
Dë houtën vloërën op zoldër wërdën vërvangen door een potten-en-balkenvloer. Ook dë oudë bakstënën gëwëlvën tussën dë mëtalën liggërs op hët tuin-nivëau maaktën plaats voor een nieuwe betonvloer, conform de brandnormën voor publiëk gëbruik.
Restaurant in de nieuwe
aanbouw
De U-vorm van het paviljoen inspireerde de architect om een moderne glazen box aan de achtergevel te integreren. Er kwam dus een volledig beglaasde box bij die deels in de achtërgëvël wërd ingëwërkt, waardoor jë nu ëën adembenemend panoramisch uitzicht op het park hebt. Technisch gezien een sterk staaltje: dië box is dëëls vrijdragënd. Dë grootstë zaal van hët rëstaurant komt in dit vërlëngstuk van de achterzijde van het paviljoen. Dit is het modernste deel van deze bouwplaats. “Om de achtergevel van het Waux-Hall goed zichtbaar të houdën, wërd ons gëvraagd ëën dakvëranda met bovenlicht te ontwerpen tussen de zaal van het restaurant en het paviljoen. Zo wordt het contrast tussen oud en nieuw nog versterkt,” zegt Philippe Hainaut.
Er kwam ook een sculpturale buitentrap van mëtaal om jë van vërdiëping naar vër-
Het gebouw (paviljoen), beroemd om zijn roze tint en gemakkelijk herkenbaar dankzij de centrale toren met klok, werd opgetrokken op de oude vestingwerken van Bergen, meer bepaald het fort van Havré, dat dateert uit de 14e eeuw.
Er kwam een volledig beglaasde box bij, die gedeeltelijk in de achtergevel is ingewerkt, waardoor je een adembenemend panoramisch uitzicht hebt op het park. De grootste zaal van het restaurant komt in dit verlengstuk van de achterzijde van het paviljoen.
→
De eerste opdracht was het dak te demonteren om het gebouw lichter te maken. Daarna volgden nog afbraakwerken: de feestzaal, de overdekte gaanderij aan de linkerkant en de eerste rij arcades, een latere toevoeging op het tuin-niveau, werden verwijderd. Zo kwamen vooral de originele arcades opnieuw tot hun recht.
dieping te kunnen verplaatsen. Binnen werden een monumentale wenteltrap en een lift gëbouwd om dë twëë opënbarë ruimtës mët ëlkaar të vërbindën. Dë tërrassën aan dë niëuwë aanbouw wërdën zo ontworpën dat dë bëzoëkërs tën vollë kunnën gëniëtën van ëën prachtig uitzicht op het park als het mooi weer is. Plezier gegarandeerd! Er is ook een toegang aangëlëgd voor përsonën mët bëpërktë mobilitëit.
Tuin-niveau
Het restaurant bevindt zich dus op de bël-ëtagë. Daarondër, in dë këldërs, dië ook tuin-nivëau of sokkël wordën gënoëmd, komt een brasserie. “In dit souterrain hebben we tal van klëinë ën grotë bakstënën gëwëlvën aangetroffen. Deze ruimte deed vroeger onder andërë diënst als wërk- ën opslagplaats voor dë gëmëëntëlijkë tuinmannën bëlast mët hët onderhoud van de site. Ook het atelier voor de Ducasse van Bergen was hier gevestigd. Alle accessoires en kostuums voor de Ducasse werden hier gemaakt,” benadrukt de projectleider. “In dit deel werden de vloeren gestabiliseerd mët bëtonplatën ën voorziën van vloërvërwarming. Wë hëbbën sommigë murën gësloopt om grotërë ruimtës të makën. Allë murën krëgën injecties tegen opstijgend vocht. Sommige muren waren 2 meter dik. Ook aan de bakstenen werd flink wat werk besteed. Ze werden gezandstraald, dë voëgën wërdën ëruit gëkapt ën zë wërdën opniëuw gë voëgd. Dë mëëst beschadigde bakstenen werden verwijderd en vërvangën. Kort samëngëvat: in hët soutërrain is vooral gëwërkt aan dë rëstauratië van hët historische metselwerk. Die hele ruimte wordt ingericht als brasserie, met zicht op en directe toëgang tot hët park. Er komt ook ëën tërras, dëëls ovërdëkt door dë glazën kubus van hët rëstaurant. Daarnaast vind jë ër dë lokalën
voor hët ondërhoudspërsonëël van hët park ën ëën polyvalëntë zaal voor sëminariës, vërgaderingen of activiteiten van Dynamusée."
Voorgevel en zijgevels
Ook de voorgevel en de twee zijgevels werden onder handen genomen. “We hebben ze opnieuw roze geschilderd, de oorspronkelijke klëur van hët gëbouw. Dë blauwë stëën wërd gereinigd met een waterstraal en een zacht schuurmiddel, en sommige stenen zijn deels vervangen of gerestaureerd. Ook de zichtbare bakstënën krëgën ëën grondigë bëhandëling: zandstralën, uitkappën, opniëuw voëgën ën vervangen waar nodig. Tot slot hebben we alle oudë raamkozijnën vërvangën door niëuwë in aluminium, niëuwë kroonlijstën ontworpën én dë dakbëdëkking vërniëuwd.
De ploegen van ACH Construct hebben ook gewerkt aan de centrale toren van het paviljoen. “We hebben het houtwerk vernieuwd, de borstwëringën bovënaan vërhoogd tot mëër dan een meter, de klok opnieuw geschilderd en het mechanisme hersteld.” We kunnen bevëstigën dat zë tijdëns ons bëzoëk wël dëgëlijk hët juistë tijdstip aangaf.
Beschermd park
Bij het lezen van dit artikel zijn de werken aan hët gëbouw afgërond ën start dë hëraanleg van het park, dat beschermd is. Philippe Hainaut wenst te benadrukken dat “WauxHall niet beschermd is, in tegenstelling tot het park.” Hij onthoudt van deze bijzondere bouwplaats twee zeer belangrijke zaken. “Het gaat om twëë uitdagingën dië ëruit sprongën: het belang van de stabilisatie van de achtergevel en het gigantische volume te restaureren bakstenen op alle verdiepingen.”
PROMO VAN DE MAAND SEPTEMBER 2025
Dagboek der Werken
Embuild
Het Dagboek der Werken (opgemaakt conform aan de eisen van de overheid), wordt bijgehouden op elke bouwplaats door de afgevaardigde van de aanbestedende overheid. Dagelijks worden alle aanduidingen in verband met de uitvoering van de werken vermeld.
Het dagboek der werken geeft een stand van zaken van de werken weer en een samenvatting van de genomen beslissingen en aangegane overeenkomsten, evenals de bevelen van het bestuur en van de ontwerper.
Het dagboek der werken wordt permanent bewaard op de bouwplaats tot aan de voorlopige oplevering van de opdracht.
Het bestuur, de aannemer en de ontwerper ontvangen meestal wekelijks een afschrift van de aantekeningen die in de afgelopen week werden opgemaakt.
Het dagboek der werken is in de eerste plaats bedoeld voor de overheidsopdrachten maar kan ook nuttig zijn voor private werken.
Speciale verkoopprijs enkel voor de maand september 2025
Ledenprijs voor deze publicatie: € 18, (exclusief BTW)
Niet-ledenprijs voor deze publicatie: € 21, (exclusief BTW)
Deze uitgave kan besteld worden via de website www.embuild.be, e-shop, categorie juridisch of door een mail te sturen naar bestellingen@embuild.be
Embuild Magazine is het maandblad van de vzw Embuild, Kunstlaan 20, 1000 Brussel
Verantwoordelijke uitgever: Filip Coveliers, Kunstlaan 20, 1000 Brussel
Afgiftekantoor: Gent X
Redactie: Marc Guéret, Gerrit De Goignies tel. 02 545 57 30 marc.gueret@embuild.be
Niet-leden: € 137,80 (incl. BTW en portkosten) / buitenland: € 300 (incl. btw en portkosten)
Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers
Charlotte Joppart
Intragrid T24 combineert snelheid, design en betrouwbaarheid
Voor professionals in de afbouw telt elke minuut. Met het Intragrid T24 systeem heeft Baustoff+Metall een plafondoplossing die snelheid en precisie moeiteloos samenbrengt. Dankzij een uitgekiend haaksysteem worden profielen eenvoudig verbonden en blijft het geheel kaarsrecht, zelfs op grote oppervlakken. Het resultaat is een professionele afwerking die tijdwinst oplevert op de werf.
Betrouwbare kwaliteit en veiligheid
Intragrid onderscheidt zich door zijn stevige draagvermogen van minstens tien kilogram per vierkante meter. Het systeem is uitvoerig getest en voldoet aan de Belgische norm NBN 713 020 wanneer het wordt gecombineerd met erkende plafondplaten. Daarmee is het een veilige keuze voor scholen, kantoren, zorginstellingen en publieke gebouwen waar strikte brandveiligheidseisen gelden.
Esthetische flexibiliteit
Naast functionele voordelen biedt Intragrid ook esthetische mogelijkheden. Het systeem is verkrijgbaar in zowel wit als zwart en sluit
daardoor aan bij uiteenlopende interieurstijlen, van strak en minimalistisch tot industrieel. Installateurs en ontwerpers krijgen de vrijheid om technische prestaties te combineren met visuele impact.
Een complete oplossing
Het Intragrid T24 systeem omvat alle noodzakelijke componenten en wordt ondersteund door technische begeleiding. Dat maakt het tot een complete en betrouwbare oplossing zonder verrassingen tijdens de installatie. Professionals waarderen het gemak van een systeem waarbij elke stap is doordacht en elke detail is voorzien.
Intragrid T24 is meer dan een plafondsysteem. Het is een totaaloplossing die snelheid, betrouwbaarheid, veiligheid en design combineert. Voor de bouwprofessional die geen compromissen wil sluiten, is Intragrid de logische keuze.
CONTACTEER ONS
Baustoff+Metall www.baustoff-metall.be Rue d’othée 237, 4430 Ans +32 (0)4 361 64 64
Matexpo 2025: de vakbeurs voor bouwmaterieel, machines en voertuigen
Van 10 tot 14 september kun je de nieuwste technieken, machines en slimme oplossingen verkennen op Matexpo 2025 in Kortrijk Expo. Meer dan 350 exposanten en 1.500 merken nemen een indrukwekkende oppervlakte van 135.000 m² in beslag. Bezoekers krijgen een volledig overzicht van bouwuitrusting, vrachtwagens, aanhangwagens, heftrucks, accessoires...
Schrijf je nu gratis in op de website van Matexpo en haal het meeste uit je bezoek..
INFO : www.matexpo.com
Wist je dat een arbeider tot wel 30 minuten per dag kwijt is aan het zoeken naar zijn materieel? ABAX, specialist in het omvormen van telematica met mobiliteitsdata, helpt bedrijven met mobiele medewerkers en middelen in allerlei sectoren om kosten te verlagen, processen te stroomlijnen en duurzaamheid, efficiëntie en veiligheid te verbeteren.
Met de ABAX Locator volg je je gereedschap in realtime via een app. Het resultaat? Minder verlies en meer efficiëntie – precies wat ABAX nastreeft. Slimme tools voor een winstgevender bouwplaats? Stap over op smart mobility met ABAX!
INFO : www.abax.com
1.611.000 TON BAKSTENEN GEPRODUCEERD IN BELGIË IN 2024
De Belgische Baksteenfederatie vzw heeft haar jaarverslag 2024 gepubliceerd. Vorig jaar bedroeg de totale baksteenproductie in België 1.611.000 ton, een daling van 26% ten opzichte van 2023 (2.172.000 ton). In totaal werden 630.000 ton bakstenen voor gewoon metselwerk (binnenmuurstenen) en 981.000 ton gevelbakstenen geproduceerd (waarvan 185.000 ton strengpersgevelstenen en 796.000 ton handvormgevelstenen).
Sinds enkele jaren brengen de baksteenfabrikanten naast het klassieke formaat ook geoptimaliseerde, slankere eco-formaten op de markt. In 2024 werd 1.013.719 m² smallere eco-formaten gevelbakstenen geproduceerd, tegenover 1.293.182 m² in 2023. In de sector is een uitgebreid gamma baksteenstrips ter beschikking, geproduceerd volgens verschillende productieprocessen. Deze baksteenstrips kennen hun toepassing in diverse concepten in nieuwbouw en in renovatie. In 2024 kende de productie van baksteenstrips een lichte daling naar 663.517 m² (675.220 m² in 2023).
De uitvoer bedroeg 671.213 ton, ongeveer 42% van de totale productie. De uitvoercijfers worden samengesteld op basis van een rondvraag bij de leden en de gegevens van de Nationale Bank van België (NBB). De uitvoer ging
voornamelijk naar de buurlanden. Het Verenigd Koninkrijk blijft in 2024 het belangrijkste exportland voor gevelstenen. Nederland is het belangrijkste exportland voor binnenmuurstenen. De invoer kende een daling tegenover het jaar daarvoor 134.667 ton baksteenproducten werd ingevoerd in België (bron NBB). Nederland was het belangrijkste herkomstland.
82.247
Volgens het RSVZ zijn er in 2024 4.975 zelfstandigen, inclusief helpers, die na hun pensioen nog werkzaam zijn in de bouwsector. Dit vertegenwoordigt 6% van het totaal van 82.247 zelfstandigen in deze sector. Van de Belgische zelfstandigen werkt 20% in nevenbezigheid en 74% in hoofdbezigheid. In Vlaanderen zijn 7% van de 43.632 zelfstandigen (inclusief helpers) actief na pensioen, met 25% in nevenbezigheid en
67% in hoofdbezigheid.
In Wallonië, waar 18.165 zelfstandigen (en helpers) geregistreerd zijn, is 8% actief na pensioen, 26% in nevenbezigheid en 66% in hoofdbezigheid.
In de regio Brussel liggen de cijfers anders en blijft slechts 1% van de 20.450 zelfstandigen (en helpers) actief na het pensioen, en oefent 3% zijn activiteit uit in nevenbezigheid.
DIG I T ALISERING IS ESSENTIEEL VOOR AANNEMERS DIE ZICH
W I LLEN PROFESSIONALISEREN EN EMBUILD MOET HEN DAAROP VOORBEREIDEN.