Columns Bouwwereld 2021 door Vincent Ketting, partner bouwtechniek en organisatie EGM architecten

Page 1


door Vincent Ketting - partner bouwtechniek en organisatie

COLUMN

HPIONIEREN LOONT!

Halverwege de jaren negentig ben ik voor het eerst met 3Dengineering in aanraking gekomen. Het was mijn eerste stap van de tekentafel naar CAD-tekenen (Computer Aided Design). Op het bureau waar ik toen werkte deden wij dat met een tekenpakket dat speciaal voor Apple Macintosh was geschreven. We konden daarmee gebouwen in de derde dimensie ontwerpen en uitwerken. We zagen ook de voordelen van het maken van consistente tekeningen, alles op elkaar afgestemd en het gaf onze opdrachtgevers veel meer inzicht in de plannen. De modellen gebruikten we zelfs om data te genereren voor onder meer kostenramingen.

Zo’n 25 jaar geleden was dit best bijzonder, zeker als je je realiseert dat dit pas 20 jaar later door de rest van de bouwwereld werd opgepakt. Inmiddels weten we niet beter en werkt nagenoeg de hele bouwkolom met 3D-tekenpakketten. Wij liepen daar destijds niet mee te koop, het was gewoon onze manier van werken. We realiseerden ons dat de markt nog niet rijp was om het breed te delen. Uiteindelijk hebben we gezien dat voor de acceptatie en brede inzet van BIM eerst een sterke lobby vanuit de aannemerswereld en de Rijksgebouwendienst nodig was. Dat overleg heeft geresulteerd in afspraken over uitwisseling en werkwijzen in de bouwkolom. Nu werkt dat uitstekend. Ons pionieren was leuk, maar het loonde nauwelijks.

Next step

Binnen EGM hebben we al enige jaren het ontwikkelen van parametrisch ontwerpen en generative design hoog op onze innovatieagenda staan. Grappig genoeg was de eerste reactie van onze architecten nogal schrikachtig en in de trant van: neemt de computer ons werk over? Als je dan uitlegde dat de rekencapaciteit je helpt bij het vinden van vooral pragmatische oplossingen die je door beroepsdeformatie of anderszins niet snel zou overwegen, klaart men op en wordt men steeds en-

thousiaster. Met het juiste gebruik van de computerrekenkracht ben je immers in staat heel snel tot heel veel variantenstudies te komen.

Door de almaar complexere programmatische, technische en bouwkundige eisen is de inzet van rekenkracht steeds vanzelfsprekender geworden. Bedenk zelf maar eens in een paar minuten de vijf beste programmeringen van een gebouw, met

‘INMIDDELS ZIJN WIJ IN STAAT OM DEZE KUNSTMATIGE DENKKRACHT IN TE ZETTEN VOOR ONZE ONTWERPEN ÉN DEZE OP EEN JUISTE MANIER TE INTERPRETEREN’

onderbouwing. Het bepalen van de meest efficiënte looplijnen, het optimale uitzicht, de bruto/netto-verhouding en relatieschema’s en het uitvoeren van daglicht- en zonnestudies. Daar kan geen menselijk brein tegenaan rekenen. Inmiddels zijn wij in staat om deze kunstmatige denkkracht in te zetten voor onze ontwerpen én deze op een juiste manier te interpreteren. Vroeg of laat zullen onze opdrachtgevers hierom vragen en moeten we aantonen dat we voldoen aan de gestelde eisen. Check!

Net als tijdens mijn eerste stappen in 3D-engineering moet nu parametrisch ontwerpen nog een plek veroveren binnen de bouwwereld. De ontwikkelingen gaan snel en het brengt een ontzettend boeiende en innovatieve dynamiek in ons vak. Wij hebben ons dienstenpakket inmiddels aangepast. Stilstand is immers achteruitgang. Opdrachtgevers mogen ons nu vragen stellen over de inzet van parametrische ontwerpen en generative design om gebouwen te vormen en te optimaliseren. De meerwaarde zal snel inzichtelijk zijn, net als de blijvende belangrijke en creatieve rol van onze architecten. Pionieren loont! ■

Vincent Ketting, partner EGM architecten

COLUMN

CIEDEREEN BLIJ!

Contracten in de bouw worden almaar scherper aangeboden. Daarbij zien we steeds vaker dat bouwbedrijven afhaken als het om grote DBFMO- en PPS-projecten gaat. Opdrachtgevers, vaak overheden, leggen de risico’s in deze contracten bij de markt, veelal de bouwer. De afgelopen jaren hebben we gezien dat dit grote negatieve financiële gevolgen kan hebben. De risico’s zijn dikwijls buitenproportioneel en wegen niet meer op tegen de goed bedoelde economische, maatschappelijke en kwalitatieve doelstellingen van dergelijke aanbestedingsmethoden. Doordat bouwbedrijven, vanwege deze risico’s, niet meer inschrijven, verdwijnt deze contractvorm steeds meer uit beeld. De bouwers kunnen en willen de risico’s simpelweg niet meer accepteren.

Ook architectenbureaus worden steeds vaker geconfronteerd met buitenproportionele contractvoorwaarden, opgelegd door opdrachtgevers. We zien steeds verdere verruiming van de aansprakelijkheid met daarbij een hogere financiële claim, het moeten meeverzekeren van zowel directe als indirecte schades, en het moeten aanbieden inclusief alle toekomstige wijzigingskosten. Al deze onzekerheden, en bijbehorende risico’s, moeten in het winnende honorarium verrekend zijn.

De branche heeft daardoor jaren geleden De Nieuwe Regeling (DNR) opgesteld. Die regeling is er ter bescherming van de aanbieder, wij architecten en bouwers. Vandaag de dag wordt veelvuldig afgeweken van die DNR en dat kan gevolgen hebben voor de aansprakelijkheidsverzekeringen die normaliter op de DNR gebaseerd zijn. Afwijkingen of niet, er is altijd veel overleg en onderhandeling met de opdrachtgever nodig om tot een goed en verantwoord contract te komen. Gelukkig verlopen de meeste besprekingen wat dit betreft soepel. Iedereen aan tafel kent het spel, maar soms leiden die gesprekken tot discussies waardoor een teruggang naar de verzekeraar om bijvoorbeeld de polis te wijzigen onontkoombaar is.

Dan de opdrachtgevers, die hebben behoefte aan een mooi en goed functionerend stadhuis, brug, stadion of kantoor. Ze hebben in de basis een aantrekkelijke wens en willen ontzorgd worden als het gaat om het ontwerp en advies. En bij een

DBFMO-contract ook wat betreft de financiering, de operatie en het onderhoud over een langere periode. Kortom, doel is een goed gebouwd object voor een marktconforme prijs. Met een dichtgetimmerd bestek, een kloppende set tekeningen (een uitgebreid BIM-model) en een fair aanbestedingsmodel wordt men op zijn wenken bediend. In het aanbiedingsteam, of formele consortium, staan alle neuzen dezelfde kant op. Maar op de achtergrond heeft men ook een eigen belang zeker te stellen. Om op dit complexe speelveld een volwaardige opdrachtgever te zijn, is professionaliteit onontbeerlijk. Opdrachtgever zijn is dan ook een professie. Net als dat het geval is voor de bouwer en ontwerper.

‘ALS WE DE EXPERTISE LATEN WAAR DEZE ZIT EN HOORT, VOORKOMEN WE UITHOLLING VAN DE BRANCHE’

Maar moet het niet zo zijn dat verantwoordelijkheden blijven waar ze horen? Een goede opdrachtgever gunt een project aan een bekwaam ontwerpteam; het beste bouwbedrijf wordt via een normale aanbestedingsprocedure op kwaliteit en prijs gekozen. Gaan wij nu een kentering in deze richting meemaken nu bouwbedrijven lijken af te haken op experimentele aanbestedingsvormen?

Ik denk van wel (en ik hoop het ook). Laat iedereen zijn eigen verantwoordelijkheid nemen, daar waar zijn primaire kundigheid ligt. We gaan dan weer terug naar het oude model, waar ruimte is voor het maken van goede aanbestedings- en uitvoeringsstukken. De volledige opdracht zal in de architecten- en adviesbranche terugkeren. Als we de expertise laten waar deze zit en hoort, voorkomen we uitholling van de branche. Zo kunnen we weer op een gezonde manier investeren in kennis en vakbekwaamheid én kunnen we, met veel minder risico’s, echte kwaliteit bieden.

De cirkel is rond. Iedereen blij! ■

Vincent Ketting, partner EGM architecten

COLUMN

MBOUWEN IS LEUK!

Misschien heeft u het programma al eens gezien: Extreme Engineering op National Geographic, waar complexe bouwprojecten worden beschouwd. Bijzondere constructies zoals bruggen, booreilanden en wolkenkrabbers passeren de revue. Erg leuk om als vakidioot naar te kijken en bijzonder om te zien waar de mens allemaal toe in staat is.

Zo nu en dan werk je mee aan projecten waarvan je weet dat die op z’n minst in dit programma thuishoren. Gebouwen die de zwaartekracht tarten of waarbij nauwkeurig rekening moet worden gehouden met natuurfenomenen. Projecten waar je in een vroeg stadium bij betrokken raakt en met (internationale) ontwerpers en adviseurs probeert om met elkaar het beste resultaat te behalen. Dan doorloop je processen waarin je de uiterste grenzen van de techniek opzoekt om het beeld van de eerste schets overeind te houden. Gelukkig zijn er dan opdrachtgevers die heel goed snappen dat om dat beeld te evenaren, je complexe fases met geduld moet doorlopen en die bereid zijn de beste ingenieurs en bouwende partijen daarvoor te benaderen.

Bij zulke complexe projecten kan er ook veel fout gaan. Om fouten te voorkomen, zijn procescoördinatie, kostenbewaking en technische coördinatie in zo’n proces daarom van groot belang. Ook validatie van het hele ontwerpteam op ieder ontwerpbesluit en iedere wijziging is erg belangrijk. Helaas komt het nog regelmatig voor dat er wijzigingen in projecten worden doorgevoerd zonder dat de informatie bij iedereen terechtkomt. Een slechte zaak natuurlijk en voer voor verwijten en, erger nog, claims over en weer. Het is een tendens waar ik in een latere column nog een keer op terug zal komen. Als de processen wel goed worden doorlopen en alle vakjes iedere keer zijn aangevinkt, kun je met een gerust hart aan de uitvoering starten.

Bouwers zijn tot grote dingen in staat. Onvoorstelbaar is ook de creativiteit bij de werkvoorbereiding van bouwbedrijven. Ik heb echt veel bouwers gesproken de laatste maanden. Vaak ging het over uitvoeringszaken, ervaringen met engineeringsprocessen, de rol van bouw- en woningtoezicht, wijzigingen tijdens de bouw, bouwbudgetten, etc. Telkens weer verwonder ik me over de flexibiliteit die zij hierin tonen. Wat een enorme opgave is het geworden om een gebouw te realiseren en dan hebben we het nog niet eens over Covid-19 en de impact die dat heeft op de bouw. Er zijn nu zelfs speciale coronacoördinatoren die teams van bouwers moeten behoeden voor een uitbraak van corona. Het is een ware nachtmerrie als dat gebeurt. Ik moet eerlijk zeggen dat ik het een wonder vind dat er nog gebouwd wordt als je dit allemaal beschouwt.

‘TELKENS WEER VERWONDER IK ME OVER DE FLEXIBILITEIT VAN BOUWERS’

Projecten met technische uitdagingen, niet alleen tijdens het ontwerp, maar ook in de uitvoering zoals op televisie in Extreme Engineering: dat zijn Droomopdrachten voor ieder architectenbureau, ingenieursbureau en bouwbedrijf, zul je denken. Dat klopt en gelukkig zijn wij met een aantal van dit soort projecten druk doende. Natuurlijk hebben we te maken met alle uitdagingen die hierboven staan beschreven, moeten we ontzettend ons best doen om mooi werk te acquireren en worden er heel soms fouten gemaakt in de teams. Maar zeg nou eerlijk: bouwen is het toch het mooiste vak dat er is en dan neem je de bijzaken voor lief. ■

Vincent Ketting, partner EGM architecten

PTERUG NAAR ONS KANTOOR

Precies een jaar geleden zag de wereld er wel anders uit dan vandaag. Uiteraard zijn er nog steeds landen waar de ziekenhuizen overvol raken vanwege coronapatiënten. De mondiale golfbewegingen met toe- en afname van besmettingen en ziekenhuisopnames zijn een effect van de maatregelen en versoepelingen ervan. Vaccinatie draait op volle toeren, in Groot-Brittannië mag men weer knuffelen en de grenzen gaan in de zomer weer open voor vakantiegangers. Dat hadden we een jaar geleden niet kunnen bedenken.

Nu de storm lijkt te luwen en het stof langzaam neerdwarrelt, krijgen we een beter beeld van de wereld na corona, of het leven met corona. Terug naar normaal, wat een mooi vooruitzicht. Veel mensen mensen snakken ernaar om weer normaal naar kantoor te gaan, evenementen te bezoeken, elkaar weer een hand te geven of samen de zomerbarbecue aan te steken. Aan sommige dingen zijn we snel gewend geraakt. Dit geldt ook voor het thuiswerken. Een heleboel mensen hebben hun normale kantoorwerkplek al heel lang niet meer gezien en collega’s meer dan een jaar lang alleen nog maar via het beeldscherm gezien en gesproken. “Veel Velux dakramen gezien het afgelopen jaar”, hoorde ik laatst iemand zeggen. Daar lijkt nu dus een einde aan te komen. Ik verwacht dat als Nederland grotendeels gevaccineerd is, de overheid het advies ten aanzien van thuiswerken zal laten vervallen. En dan? Gaan we dan weer massaal naar kantoor en in de file staan? Of blijven we vanaf nu in groten getale, deels, vanuit huis werken? Sommige bedrijven hebben besloten personeel voor een aantal dagen per week vanuit huis te laten werken.

Dat betekent dat de inmiddels ingerichte thuiswerkplek blijft staan. Welke invloed heeft dit op nieuw te bouwen woningen en wat is de impact op de kantoormarkt, bestaand en nieuw?

Uiteraard betekent dit voor veel bedrijven, waaronder ook ons bureau, een herijking van het beleid voor thuiswerken.

Veel mensen hebben de voordelen van thuiswerken persoonlijk ervaren. Denk aan efficiency, kwaliteit (rustig nadenken en werken) en een hogere productiviteit, maar ook aan persoonlijk welzijn. Wij hebben de afgelopen maanden echter ook kunnen ervaren hoe het is om alleen op een kamer of in een huis te zitten, om geen fysiek gesprek met elkaar te kunnen voeren over bijvoorbeeld ontwerpopgaven, technische vraagstukken etc. De interactie in een livegesprek – een hummetje, oogopslag of rechte rug – werkt beter en is, vind ik, ook veel

HET VINDEN VAN EEN NIEUWE BALANS TUSSEN KANTOOR EN THUIS IS VOOR VEEL BEDRIJVEN EEN UITDAGENDE OPGAVE

leuker. Als dit niet meer dagelijks op een informele manier in atelier- of teamverband ervaren wordt, dan moet het ‘formeel’ georganiseerd worden. We hebben gemerkt dat dan de kans op zakelijkheid en afstandelijkheid toeneemt, wat de kwaliteit niet ten goede komt. En dat wens je niemand toe. Videoconferencing en WhatsApp-gesprekken zijn nu eenmaal zakelijker en to the point. Dat is overigens niet altijd slecht. Het is zeker efficiënt, maar de collegiale verbinding vervaagt ook.

Het vinden van een nieuwe balans tussen kantoor en thuis is voor de komende zomerperiode voor veel bedrijven een uitdagende opgave. Dat vergt tijd want de voor- en nadelen zijn niet altijd evident en kunnen verschillen tussen werkgever en werknemer. Pak die tijd om er met elkaar over te sparren. Voorlopig kunnen we nog even vooruit met het huidige kabinetsadvies, maar wij willen klaar staan als dat vervalt, klaar voor de nabije toekomst. ■

COLUMN
Vincent Ketting, partner EGM architecten

DBONJOUR!

Dit blog schrijf ik vanaf ons vakantieadres in de Franse Alpen. De dagen voor de vakantie, waarin hele werkweken in een werkdag lijken te moeten passen, zijn druk en hectisch. Vakantie is een goed moment om nog eens terug te denken aan de laatste maanden. De dagelijkse bergwandeltochten, de zon en de frisse alpenlucht helpen daar zeker aan mee. Er ontstaan nieuwe ideeën en inzichten. Je lijkt de binnenkomende mails, die gelukkig niet altijd meteen beantwoord hoeven te worden, ook ineens anders te kunnen interpreteren. Er ontstaat meer ruimte in je hoofd.

Mijmerend over waar ik dit blog over zou schrijven, dacht ik aan een selectie waar ons bureau onlangs aan deelnam. Ondanks dat we zeer secuur bekijken in welke selectie we wel en niet participeren, zijn er toch vele tenders en selecties waaraan we meedoen. Uiteraard verschillen de procedures en uitvragen behoorlijk van elkaar.

Een tijdje geleden werden we uitgenodigd voor deelname aan een tender voor het ontwerp van een nieuw bedrijfsgebouw. Een selectie met een beperkt aantal deelnemers. De complexe opgave paste ons goed, dus ja we deden graag mee. We ontvingen een keurige set documenten en procesbeschrijving. De vragen in de selectieronde werden snel en accuraat beantwoord. Vol goede moed gingen we ermee aan de slag. In de dialoogfase kregen we het gevoel dat onze opdrachtgever en wij elkaar goed begrepen ten aanzien van de wensen van het nieuwe bedrijfsgebouw. Er mocht geen ontwerp gemaakt worden, enkel een goed doordacht concept. Na gunning zou samen met de opdrachtgever het ontwerp tot stand komen. Mooi uitgangspunt en ook een blijk van participatie die zeer inspirerend uit zou kunnen pakken. Uiteindelijk dienden we een mooi concept voor de lay-out in (geen ontwerp, want daarmee diskwalificeerde je je van deelname), een procesbeschrijving van het ontwerptraject, een messcherpe maar reële prijsopgave (want ja, wij willen graag winnen), een realistische duurzaamheidsambitie die paste bij de opgave, etc. Alles klopte!

Het was een proces waarbij de aanbestedende partij behoefte had aan een dialoogfase. Dat sprak ons ook aan, omdat daarmee de wederzijdse ‘klik’ kan groeien en echt inhoud krijgt. De tender klopte helemaal, een schoolvoorbeeld. Van aankondiging tot leidraad. Alsook de hele gunningsprocedure. Het hele traject werd van begin tot einde professioneel en volledig transparant begeleid. Als collega’s onderling hadden wij ook het gevoel dat ons concept ‘spot on’ was. Met een goed gevoel stuurden we ons plan op en presenteerden het een week later. Het gevoel bleef hetzelfde, deze zouden we winnen.

EEN BREDER GEDRAGEN PLATFORM WAAR BEST PRACTICES WORDEN GEDEELD

Je voelt ‘m al aankomen, afgelopen week hoorden we dat wij deze selectie niet gewonnen hebben. Nous sommes très désolés! Maar hulde aan opdrachtgever en tenderteam. Wat een professionaliteit! De ontvangen vergoeding dekt, eigenlijk zoals altijd, niet de gemaakte kosten. Maar wat zou het toch goed zijn als er meer aandacht wordt besteed aan dit soort goede voorbeelden. Een breder gedragen platform waar best practices worden gedeeld. Dat alom bekend en gerespecteerd is bij opdrachtgevers uit de publieke en private sector, en dat actief ondersteunt.

Met dit gevoel sla ik dit blog op en stuur deze naar mijn collega op het bureau voor de laatste controle. Ik ga nog even genieten van mijn laatste vakantiedagen in de Franse Alpen en mijmer nog na over hoe we de volgende keer een dergelijke tender wel gaan winnen.

A bientôt! ■

COLUMN
Vincent Ketting, partner EGM architecten

COLUMN

VINNOVATIE, MET OF ZONDER OVERHEIDSSTIMULANS?

Vlak voor de zomervakantie kwam het langverwachte klimaatrapport uit van het wetenschappelijk instituut van de Verenigde Naties, het IPCC. De ooit als ‘zeer waarschijnlijk’ omschreven toewijzing van de opwarming van de aarde aan de mensheid is gewijzigd in het onomstotelijke ‘onbetwistbaar’. Ons demissionair kabinet reageerde na de presentatie van dit rapport meteen: “Het (de opwarming) is zeer zorgelijk, belangrijk om rekening mee te houden voor dit en volgend kabinet.” De Nederlandse klimaatdoelen zullen de komende jaren alleen maar aangescherpt worden om erger te voorkomen. Afgezien van de no-brainers, aanpak van zware industrie en vergroening van de energiesector, zullen ook andere maatregelen nodig zijn om de klimaatdoelstelling van het VN-klimaatakkoord van Parijs te behalen. Sterker nog, Nederland heeft de ambitie om hierin binnen Europa voorop te lopen.

Dat brengt mij bij het volgende. Nederland is namelijk een kenniseconomie en die kennis is inmiddels een belangrijk ‘exportproduct’ geworden. Het kabinet heeft hier vanaf 2011 actief beleid opgezet via tien gedefinieerde topsectoren, waaronder energie, logistiek, creatieve industrie en water & maritiem. Onze bouwsector staat er niet expliciet bij, maar de onderliggende innovatieagenda ‘Circulaire economie’ zoomt in op onze grondstoffen, productiemethoden, het gebruik en recycling.

Uit recent onderzoek van Rabobank blijkt dat de Nederlandse productiviteitsgroei flink onder druk staat: de groei is in de afgelopen tien jaar bijna gehalveerd. Na de financiële crisis en nu de coronacrisis investeren bedrijven veel minder in de ontwikkeling van kennis, innovaties die sectoren een stap verder brengen. Door het uitblijven van investeringen in R&D is de kans groot dat deze productiviteitsgroei verder afneemt en Nederland zijn concurrentiepositie ziet verslechteren. Verhogen van investeringsbudgetten in innovatie en R&D is heel hard nodig om de productiviteitsgroei te bevorderen. Met name de sectoren handel en zakelijke dienstverlening lopen hierin achter en laten deze nu net de grootste sectoren zijn in Nederland.

Stimuleren van R&D is dan ook van groot belang om zowel de klimaatdoelstellingen te behalen als onze concurrentiepositie

te behouden. Voor de overheid is investeren in R&D eenvoudiger te organiseren dan voor bedrijven. De door het kabinet vrijgemaakte 8 miljard euro voor verduurzaming klinkt logisch en is in dit kader een welkome stimulans. Niet alleen kunnen we daarmee de ambitie om voorop te lopen binnen Europa door gebundelde krachten vanuit het bedrijfsleven en overheid waarmaken, ook kunnen we daarmee een van onze belangrijkste exportproducten, namelijk kennis, beter vermarkten.

‘IK HOOP DAT HET VRIJGEMAAKTE BUDGET

VOOR VERDUURZAMING OOK ZIJN WEG WEET TE VINDEN BINNEN DE BOUWSECTOR’

Uiteraard is de opgave ten aanzien van verduurzaming binnen de bouwsector al jaren een hot topic, maar dit zou nog veel beter opgepakt kunnen. Versnelling en verbetering kunnen alleen met een stimulans vanuit de overheid. Dit onderwerp alleen overlaten aan de markt gaat mijns inziens te weinig opleveren. Ik hoop dan ook van harte dat het vrijgemaakte budget voor verduurzaming ook zijn weg weet te vinden binnen de bouwsector. De opgaven op projectniveau liggen voor het oprapen. Denk alleen al aan de vele woningen die de komende tien jaar gebouwd moeten worden; op een duurzame wijze, duurzaam in het gebruik en betaalbaar voor de consument. Of aan watermanagement (beheer, stroming, kwaliteit) en de leefbaarheid in onze steden.

Innovatie is dus een belangrijk punt op de bouwagenda voor de komende jaren. Doen wat we deden is geen optie. Innoveren is van cruciaal belang om de gevolgen van de klimaatverandering het hoofd te bieden. Gelukkig hebben we genoeg knappe koppen waarmee we onze toekomst veiliger en leefbaarder kunnen maken. Innovatie blijft op economisch vlak van levensbelang voor Nederland, maar nu dus ook nog meer om Nederland leefbaar te houden. ■

Vincent Ketting, partner EGM architecten

IWAR ON TALENT

Ik lees het steeds vaker in artikelen, de ‘War on Talent’ is bezig. Ik moet dan altijd denken aan een B-film, zo’n net niet actiefilm uit de jaren negentig. Ik zie de filmposter al voor me: wegrennende jonge professionals achtervolgd door boemannen die later gewiekste recruiters blijken te zijn.

Het fenomeen is niet nieuw, het was aan het begin van dit millennium al fameus in de ICT-wereld. Allemaal veroorzaakt door de zogenaamde en door iedereen gevreesde millenniumbug. Voor wie dit niet meer helder voor de geest heeft, het was onduidelijk wat er zou gebeuren in de computersystemen na 00:00 uur op 01-01-2000. Niemand kon het voorspellen, maar er werd veel angst gezaaid. Daardoor was er bij heel veel bedrijven een run op ICT-personeel.

Het fenomeen ‘War on Talent’ is nu ook steeds sterker merkbaar in de bouwwereld. Naast schaarste aan materialen, PFAS, CO2-problematiek en onderbezetting bij overheden gaat de vraag ook over of het tekort aan goed personeel voor stagnatie in de bouwproductie gaat zorgen. Het tekort lijkt in de hele bouwketen te ontstaan. Grote, op stapel staande projecten komen moeizaam van de grond en het tekort aan woningen krijgen we maar niet opgelost. Structurele oplossingen voor deze uitdagingen zie ik niet snel voor me.

In de ICT-sector begon de gekte met het vers uit de schoolbanken werven van personeel met een hoog salaris, tekenbonus en leaseauto naar keuze. Dergelijke praktijken zien we nu ook in de bouwsector. Personeel wordt bij concurrenten en ketenpartners weggekaapt en met dezelfde emolumenten als destijds in de ICT-sector binnengehaald.

Het is een terugkerend patroon en van alle tijden. Bedrijven kunnen werkzaamheden niet meer laten uitvoeren bij hun ketenpartners en leveranciers, omdat het personeel daar overloopt van werk en nieuwe medewerkers niet te vinden zijn. Dat leidt ertoe dat bedrijven de activiteiten zelf willen en moeten

gaan uitvoeren met mensen die ze wegkapen op de markt. Het liefst de beste mensen van de concurrent, want dan sla je twee vliegen in één klap. Deze verbreding van diensten ontstaat uit nood en zorgt voor een diffuse invulling van de bedrijfsstrategie. Als de drukte over is en projecten afgerond, blijkt dat deze in-sourcing niet zaligmakend is en keert men terug naar de corebusiness. De destijds duur verworven krachten moeten de tent weer verlaten. Negatieve bijvangst is dat je concurrent bent geworden van je eigen samenwerkingspartners. Ook blijkt vaak dat men gewoonweg niet over de skills beschikt om de ontstane verbreding te voeden met nieuw werk. Mijn eenvoudige devies: schoenmaker blijf bij je leest.

IN DIVERSE BRANCHES WORDT IN PLAATS VAN DE AANVAL, SAMENWERKING GEZOCHT

Gelukkig zien we dat in de praktijk al gebeuren. Op verschillende niveaus en in diverse branches wordt in plaats van de aanval, samenwerking gezocht. Bijvoorbeeld bij architectenbureaus die de samenwerking zoeken om de technische uitwerking uit te besteden bij bureaus die nog beschikken over een technische crew. Of samenwerken tijdens de tenderfase door elkaars skills, expertise en referenties te gebruiken. Veel slimmer toch, om specialisten op te zoeken om mee samen te werken. Samen de klus klaren is dan het motto.

Terug naar de slechte B-film. De storyline is voorspelbaar, de cyclus herkenbaar; good guy wint, bad guy gaat naar ’t gevang; charmante prins trouwt met lieve prinses. Eigenlijk weet je na de eerste scene al hoe de film zal verlopen. Laten we ons in de bouw niet gek maken, koop elkaar niet leeg, maar zoek de samenwerking op! ■

COLUMN
Vincent Ketting, partner EGM architecten

DGLAZEN BOL!

De laatste column van 2021 alweer, het is bijna kerst. Als financieel eindverantwoordelijke van ons bureau ben ik bezig met de afsluiting van 2021 en de begroting voor het volgende jaar. Een bijzonder jaar was het. Ook dit jaar mochten we werken aan mooie opdrachten en zijn veel van de projecten die vorig jaar werden uitgesteld, opgestart of volgt dit op korte termijn.

Corona zorgde en zorgt continu voor het versoepelen en aanscherpen van regels. Regels die ervoor zorgen dat we doorlopend moeten schakelen tussen thuiswerken en (deels) terug naar het bureau, mondkapjes op en af, coronapas wel/niet, binnen/buiten, alleen in de horeca of op vele plekken tonen.

Het is ontzettend jammer dat het nodig is. Net voor de laatste aanscherpingen bruiste het namelijk enorm; de dynamiek op kantoor, bij een borrel en op een feestje, die we zolang hadden gemist, was weer even terug. Heerlijk om te ervaren.

Ieder jaar bezoek ik de Expo Real in München. En ondanks de restricties was het toch fijn om er te zijn. Lopend over de beurs moest het mondkapje op, stands waren alleen toegankelijk met een vooraf gemaakte afspraak, en alleen zittend mocht het mondkapje af. Daarentegen was het op de Provada als vanouds. Even konden we ervaren hoe het ook alweer was. Totdat een paar dagen later het stijgende aantal besmettingen roet in het eten gooide. Grote, uitbundige bijeenkomsten lijken dit jaar niet meer mogelijk. Personeelsfeestjes en sinterklaasintochten worden afgelast, alsmede carnaval. Nog even en een (deel-)lockdown is onontkoombaar.

In onze begroting 2022 houden we niet uitdrukkelijk rekening met de impact van coronamaatregelen. We zijn geen luchtvaartmaatschappij of ziekenhuis, daar is de impact majeur. Bij ons gaat veel werk, soms afgeslankt of vertraagd, toch door. Het is dan ook lastig te anticiperen op onbekende maatregelen die mogelijk in 2022 gelden. Belangrijk is dat we creatief blijven. Zowel richting onze opdrachtgevers als richting onze medewer-

kers om het werk kwalitatief hoog, efficiënt en aangenaam te houden.

Voor mezelf heb ik het al geaccepteerd, het coronavirus is er en blijft voorlopig. De vraag is welke invloed het gaat hebben op ons dagelijks leven? Dat geldt natuurlijk ook voor een andere externe invloed, zoals voor het akkoord van Glasgow. Daar gaan we volgend jaar zeker mee te maken krijgen. Het terugdringen van de opwarming van de aarde wordt met versnelde maatregelen aangepakt en zorgt voor een verandering in de bouw en alles wat daarmee te maken heeft. Niet alleen de wijze waarop we gebouwen ontwerpen en bouwen, maar ook het gebruik ervan moet anders. Nu zie je bijvoorbeeld al het effect van de hogere realisatiekosten door stijgende energieprijzen, met een grote impact op productie- en transportkosten. Op alle fronten zal Glasgow invloed gaan hebben op ons vak.

NIET ALLEEN DE WIJZE WAAROP WE GEBOUWEN ONTWERPEN EN BOUWEN, MAAR OOK HET GEBRUIK ERVAN MOET ANDERS

Ik ben van mening dat architecten een grote rol hebben in de energietransitie die we moeten ingaan. Echter, de overheid moet de lat echt hoger leggen. Al lang denk ik dat verduurzamen alleen werkt als de overheid het voortouw neemt.

Daarmee bedoel ik vooral dat verlaging van CO2-uitstoot met maatregelen moet worden afgedwongen. Alleen op die manier worden bedrijven en burgers aangespoord (zelfs verplicht) om te verduurzamen. De gevolgen van het akkoord zijn nog niet te overzien, maar de uitdagingen zijn enorm. Op dit moment kan ik alleen maar over mijn glazen bol wrijven. Ik wens een ieder een fijne kerst en een mooie jaarwisseling toe. ■

Vincent Ketting, partner EGM architecten

EGM architecten Wilgenbos 20 3311 JX Dordrecht +31 78 6330 660 info@egm.nl www.egm.nl

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
Columns Bouwwereld 2021 door Vincent Ketting, partner bouwtechniek en organisatie EGM architecten by EGM architecten - Issuu