Controle en onderhoud van schoonmaakmaterialen
Opdracht 11 Eerste Hulp bij Schoonmaakongeluk
er w ijs
a. Welke informatie kun je vinden op de Gifwijzer?
be ro e
Wat moet je doen? c. Iemand krijgt allesreiniger in zijn ogen.
ps on d
b. Hoe kun je er in de praktijk voor zorgen dat je de Gifwijzer bij de hand hebt als er een ongelukje gebeurt?
m
d. Een kind heeft vaatwasmiddel over zijn huid gekregen.
tB oo
e. Je collega heeft een emmer heet sop over haar benen gekregen toen ze de trap opliep.
ig h
Opruimen
C
op yr
Bij het opruimen van schoonmaakmaterialen en schoonmaakmiddelen hoort ook het op een goede en veilige manier weggooien van deze artikelen. In schoonmaakmiddelen zitten chemicaliën. Hierdoor kun je restjes schoonmaakmiddel niet zomaar weggooien. Doe het zo: • Is de verpakking helemaal leeg, gooi deze dan weg bij het plasticafval. • Zit er nog wat in de verpakking, maar gebruik je het schoonmaakmiddel niet langer, kijk dan op het etiket hoe je het weg moet gooien. Mogelijk moet het bij het klein chemisch afval. • Apparaten die kapot zijn (bijvoorbeeld een stofzuiger) gaan naar de inzameling van huishoudelijke apparaten. Vaak is dit een afdeling bij de plaatselijke stort. • Gooi een sopje altijd door de afvoer weg, dus niet buiten over de straat of in de tuin. • In thuissituaties wordt soms gewerkt met wegwerpschoonmaakdoekjes, bijvoorbeeld voor het toilet. Gooi deze nooit in het toilet, maar in de afvalbak. Ze kunnen verstopping van het toilet veroorzaken.
73