





Gerard Aaftink schrijft




Gerard Aaftink schrijft
Nieuws
4 DUIC in beeld
Herdenking
6 Archeologie
Romeinse overstroming ontdekt
8 Woonprotest
De straat op tegen hoge huren
9 Woonprotest
Marokkaanse soldaten
Cultuur / Uit
10 Uittips
Elke week de leukste tips
11 Op bezoek bij
Lorenzo's ijssalon
Stad / Leven
13 Oud Utrecht
Leidseweg heen en Leidsekade terug
14 Catharijne
Gerard Aaftink schrijft een boek
Sport
15 Puzzel
Zoek de verschillen
15 Utrechts verenigingsleven
100 jaar atletiek en triatlon in Overvecht
Bas van Setten, Bo Steehouwer, Emily Hengeveld, Kamiel Visser, Luuk Beckers, Robert Oosterbroek en Sam Pol
CONTACT REDACTIE redactie@duic.nl 06 86 80 32 22
DE VERANDERENDE STAD IN BEELD
Utrecht is constant in beweging. Er wordt gebouwd en gesloopt. Hierdoor ziet de stad er op sommige plekken heel anders uit dan vroeger, terwijl andere straten en pleinen juist al decennia hetzelfde blijven. In deze rubriek laten we dat zien.
Ga naar DUIC.nl voor meer oude en nieuwe foto’s van de stad.
ADVERTEREN Helling 13, 3523 CB Utrecht, adverteren@duic.nl Dave Vorstenbosch dave@duic.nl 06 43 03 58 73
VRAGEN OVER DISTRIBUTIE? Pierre Schoonhoven via pierre@duic.nl, 06 - 14 41 56 56
en
UITGEVERS
Joris Daalhuisen en Martijn Rademakers
U bent altijd welkom voor een open gesprek. Bel 0800 - 023 05 50 of ga naar monuta.nl/utrecht
Ook als u niet of elders verzekerd bent.
Op het Erehof van begraafplaats St. Barbara in Utrecht liggen vijftig mensen begraven die zijn omgekomen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het gaat om militairen, verzetsstrijders, dwangarbeiders en slachtoffers van represailles. Jaarlijks worden deze mensen op 4 mei herdacht. Er werden kransen gelegd, onder andere door burgemeester Sharon Dijksma, en er werden toespraken gehouden. Omdat het precies
tachtig jaar geleden was dat de oorlog eindigde, werd er dit keer ook stilgestaan bij de Poolse militairen die meevochten met de geallieerden en op St. Barbara begraven liggen. Hoewel deze mannen niet in het gevecht zijn omgekomen, konden zij na de oorlog niet terugkeren naar hun land, dat toen bezet was door de Sovjet-Unie. Zij bouwden daarom een nieuw leven op in Nederland en overleden veelal een natuurlijke dood. a
Bij opgravingen in de Merwedekanaalzone zijn archeologen op een ‘spookachtig’ gat gestuit dat dateert uit de Romeinse tijd. Het gat is het gevolg van een grote overstroming die zo’n 2000 jaar geleden zou hebben plaatsgevonden. Ook werden de restanten van brug gevonden. De archeologen zijn razend enthousiast en spreken over een unieke ontdekking. De alomvattende vraag die bij archeoloog Erik Graafhals en zijn collega’s dan ook opkwam was: ‘Wat is hier samengekomen?!’
De noordgrens van het Romeinse rijk, ook wel de Limes genoemd, liep onder meer door Utrecht. Deze Limesweg was voor de Romeinen een cruciale verbindingsroute die omstreeks het jaar 85 is aangelegd, waarmee alle militaire posten en forten met elkaar verbonden werden. Gemeentelijk archeoloog Graafstal legt uit: “De Limesweg was ook wel de ‘Romeinse A1 van Nederland’, en daardoor van grote waarde voor de Romeinen, rondreizende staatsdienaren, koeriers, patrouilles en de weg werd gebruikt voor de bevoorrading van posten.” De vijf-meter-brede weg
die bestond uit twee rijstroken, was volgens Graafstal van het ‘allerhoogste niveau’ uit die tijd. Archeologen vonden eerder al aftakkingen van de Limes die naar het Domplein liepen. Bovendien was al bekend dat er op de Merwedekanaalzone een belangrijk knooppunt van de Limes lag. De Limes loopt door het noordwesten richting het zuidoosten van de Merwedekanaalzone, en in 2014 waren archeologen bij de bouw van de woontorens Pax en Lux al op een ‘mysterieuze vondst’ gestuit. Op de plek van die gebouwen was na-
melijk een afsplitsing van de Limes te zien. Destijds kon deze afsplitsing niet verklaard worden, maar nadat begin dit jaar eenzelfde afsplitsing in het noordwesten van de Merwedekanaalzone werd gevonden gingen volgens archeoloog Nils Kerkhoven ‘alle alarmbellen af’.
De archeologen hebben ruim tien jaar in spanning moeten afwachten wat deze mysterieuze afsplitsing inhield, maar door de recente opgravingen is duidelijk geworden dat er een omleidingstracé is gemaakt door de Romeinen, waarschijnlijk op last van de Ro-
Het kolkgat.
meinse keizer Hadrianus. Graafhals verteld: “We stuitten op een spookachtig en kolkend gat waar het omleidingstracé omheen is gelegd.” Watersnood Volgens Kerhoven was de Limes ingericht als een weg met een van grind-bestaande bovenlaag, waarbij de weg als het ware opgehoogd was en met houten palen verstevigd. Door de ophoging was de Limes een soort dijk, en het grind moest stevigheid bieden zodat karren hier gemakkelijk konden doortrekken. Kerkhoven vertelt dat hij met ande-
re archeologen en Dr. Kim Cohen, universitair docent aan de Universiteit Utrecht, al insnijdingen en bodemonderzoek had gedaan bij het gat. Uiteindelijk bleek dat er een finke laag wegdekgrind in het gat terecht was gekomen. De oorzaak? Volgens Kerkhoven en zijn collega’s een watersnoodramp die werd veroorzaakt door water dat omstreeks het jaar 103 vanuit de IJssel richting Utrecht stroomde. “Het water kon vrijuit richting Utrecht stromen aangezien er amper dijken waren in het vlakke Nederland”, aldus de archeoloog. De Limes, die als opgehoogde weg ook als een soort dijk fungeerde, is op de plek van het gat waarschijnlijk ingestort door de impact van het water waardoor er een gat is ontstaan.
Naast het wegdekgrind zijn de archeologen op enkele ‘schatten’ gestuit in het kolkgat. Herre Wynia, ook gemeentelijk archeoloog, laat met trots enkele vondsten zien; munten, dakpannen, kledingstukken, riembeslag van paarden, en een gordelketting van meer dan tweeduizend jaar oud die vermoedelijk van een vrouw of soldaat is geweest en uit een ver oord afkomstig is. Daarnaast zijn ook basaltblokken uit het Duitse Bonn aangetroffen, die rond het jaar 100 veelal werden gebruikt om wegen te verstevigen. “Dit zijn diagnostische vondsten die ons enorm veel informatie geven”, aldus Wynia.
Daarnaast is er een landhoofd van een brug aangetroffen aan het begin van het noordwestelijke omleidingstracé bij het gat. “Nadat de overstroming in het gat een meertje creëerde van zo’n 45 meter breed, hebben de Romeinen geprobeerd een brug te maken zodat men toch zo snel mogelijk door kon trekken”, legt Kerkhoven uit. Het ontstane gat in de Limes was logischerwijs een finke klap voor de Romeinse infrastructuur. De
archeologen vermoeden dat er na het ontstaan van het gat nog enkele overstromingen hebben plaatsgevonden, wat de bouw van de brug aanzienlijk moeilijker maakte. Kerkhoven denkt dat de brug uiteindelijk maar vijftig jaar heeft kunnen functioneren, maar dat de Romeinen de (herstel)werkzaamheden op een gegeven moment zo zat waren dat ze er maar een omleidingstracé hebben aangelegd. Smulgat Graafstal stelt dat het omleidingstracé een 140 meter lange wegomleiding is geworden met zware beschroeiing van eikenhout. Keizer Hadrianus heeft tijdens een inspectiereis vermoedelijk aangestuurd tot dit ‘deltaplan’, volgens de gemeentelijk archeoloog. Deze dynamische rivierdelta kostte de Romeinen aardig wat geld, maar ze hebben slimme vormen van watermanagement toegepast. De archeologen hebben bijvoorbeeld duikers gevonden die het overstromingswater onder de weg door naar het achterland moesten brengen. “Voor de Romeinen was het weliswaar een rampgat, maar voor ons is het een smulgat”, stelt zijn collega Wynia vrolijk. Doordat het kolkgat continu volstond met water, zijn de houten heipalen die gebruikt werden voor de zijkanten van de Limes, het gevonden landhoofd, en duikers, in fantastische staat gebleven. Al het hout dat gevonden wordt gaat naar de zogenoemde ‘wasstraat’ van archeoloog en houtspecialist Silke Lange. Samen met vrijwilligers wast ze de stukken schoon. Ook Lange is razend enthousiast over de vondsten: “Ongelofelijk dat het hout zo goed bewaard is gebleven; het geeft ons massa’s informatie.” Zo zit het schors nog op enkele palen en door de zichtbare bewerkingssporen kan zelfs achterhaald worden welk gereedschap er is gebruikt." De houtspecialist verteld dat door de jaarringen van het hout tot op het seizoen nauwkeurig kan worden afgelezen wanneer de bomen gekapt zijn. Een groot deel van het hout is volgens haar gekapt in de winter van 124125 en bestaat grotendeels uit lokaal eikenhout. Lange verteld dat het hout in de regio op een gegeven moment op raakte: “We zien dat sommige palen zijn gemaakt van 80-jaar-oude bomen, maar dat andere palen aanzienlijk jonger zijn omdat de vraag naar hout zo groot was.” Op een gegeven moment zou het bouwhout zelfs op zijn. “Bepaalde palen zijn afkomstig uit de Belgische Ardennen en via rivierwegen hiernaartoe gebracht omdat hier geen hout meer was”, stelt ze. Het hout dat door Silke Lange en de vrijwilligers wordt schoongemaakt zal hergebruikt worden door twee verschillende kunstenaars die houtbewerken. Alsof deze opgravingen nog niet voor genoeg vreugde zorgden, vonden de archeologen op dinsdag 6 mei ook nog een paal van zo’n 5 meter lang die ze zelf de ‘raketpaal’ noemen.
De houten paal zou gekapt zijn in de winter van 41-42 na Christus, ten tijde van de fortenbouw in de regio dus. “Ik was werkelijk sprakeloos toen ik hoorde van de oudheid van de raketpaal”, zegt Graafstal. Hij vertelt dat dit ‘museumstuk’ een van de eerste onderdelen moet zijn geweest van de landelijke infrastructuur in ons land.
Binding
Wethouder Rachel Streefand stelt: “Dankzij
archeologie leren we over Utrecht en haar omgeving in vroegere tijden. Deze bijzondere ontdekking laat maar weer eens zien hoe belangrijk archeologisch onderzoek is.” Volgens de wethouder worden de uitkomsten van het onderzoek gebruikt bij de verdere ontwikkeling van de stad voor een sterkere binding van inwoners met Utrecht. “Zo verbindt erfgoed het verleden met het heden.” Dat deze overstroming niet eerder ontdekt is bij de bouw van gebouwen de afgelopen decennia op het terrein hebben gestaan is volgens archeoloog Kerkhoven niet heel gek: “In de jaren 50 was er gewoon ander beleid, toen werden de gebouwen uit de grond gestampt.” Het zou kunnen verklaren waarom deze overstroming toen niet is opgevallen. Het kolkgat zelf zal grotendeels gesloopt worden voor de bouwwerkzaamheden, en ook het landhoofd wordt uit elkaar gehaald. Het andere landhoofd van de brug ligt vermoedelijk onder een elektriciteitshuisje, maar daar zullen geen opgravingen worden gedaan. Ook het diepste gedeelte van het kolkgat en een wegomleiding uit het jaar 125 blijven onaangeraakt. ‘Als schat voor toekomstige generaties met andere vragen en verbeterde onderzoekstechnieken’, schrijft de gemeente. Wynia is blij dat de wegomleiding intact blijft: “Er komt een buurtparkje bovenop te liggen, dus het zal gelukkig niet beschadigd raken voor latere generaties.” a
WOONPROTEST
Het Domplein is 10 mei het decor van het landelijke woonprotest. De actie richt zich dit keer speci ek op het verlagen van de huren. DUIC sprak in aanloop naar de demonstratie met actievoerder Senna Sweerts. Ze spreekt tijdens het protest namens de Bond Precaire Woonvormen (BPW). Haar bijdrage heeft een persoonlijke insteek, want Sweerts weet uit eigen ervaring hoe moeilijk het is om een betaalbare woning te vinden én te behouden.
Vijf jaar geleden verhuisde Sweerts vanwege haar studie vanuit Maastricht naar Utrecht. Ze kwam terecht in een slecht onderhouden particuliere huurwoning. “Het dak was kapot, er zat water in de muren en de relatie met de verhuurder was slecht”, vertelt ze. Toen de woning op een gegeven moment écht op instorten stond, moest ze halsoverkop vertrekken en vond ze tijdelijk onderdak bij vrienden. Later kon ze bij een verenigingshuis een kamer onderhuren. Het klikte niet met de andere bewoners en ze voelde zich er niet op haar plek. Toen ze er vroegtijdig moest vetrekken, besloot ze contact op te nemen met Socius, een organisatie die jongeren huisvest. Dankzij een uitvaller kon ze hospiteren voor een kamer in wooncomplex ‘De Ravel’. Ze kreeg de kamer en zou er uiteindelijk drie jaar wonen. Toen was er een nieuw probleem: haar tijdelijke huurcontract werd niet verlengd. “Als het contract was verlengd, had ik huurrechten gekregen. Dat wilde de gemeente Utrecht, de eigenaar van het pand, vermijden. Daarom werd ervoor gekozen nieuwe tijdelijke huurders aan te nemen.” Sweerts was niet de enige die moest vertrekken: alle 180 bewoners van ‘De Ravel’ moeten het pand uiterlijk op 19 mei verlaten.
Actie voor woonrechten
Sweerts besloot zich aan te sluiten bij de Bond Precaire Woonvormen en richtte met
anderen het actie-initiatief ‘Red de Ravel’ op. Ze protesteerden bij het gemeentehuis, maar zonder succes. “De gemeente is dus eigenaar van het pand, maar liet ons vallen”, zegt ze. “Het ging uiteindelijk gewoon om geld. Als ons huurcontract was verlengd, hadden we alleen het recht gehad op alternatieve huisvesting bij beëindiging van het contract. Nu zijn mensen gewoon dakloos gemaakt – jonge, kwetsbare mensen die al in een moeilijke positie zaten.”
Sweerts vertelt over een vriend in zo’n kwetsbare situatie. “Hij heeft net een ouder verloren en kampt met een depressie. Doordat hij de afgelopen tijd voor zijn zieke ouders heeft moeten zorgen, is zijn inkomen laag. Omdat het hem niet lukt een andere woning te vinden moet hij op de bank bij vrienden slapen.” Ze noemt de situatie ‘wrang’ en ‘oneerlijk’. Mensen met een studentenkamer of onzelfstandige woonruimte krijgen namelijk geen urgentieverklaring bij woningcorporaties, omdat het niet om zelfstandige woonruimte gaat.
Zelf is Sweerts er niet in geslaagd een nieuwe woning in Utrecht te vinden. Ze woont nu net buiten de stad. “Het is oké, maar wel duur.”
Opnieuw de straat op Zaterdag protesteert Sweerts opnieuw. Waarom? “Ik sta vier dagen per week voor de klas in het voortgezet onderwijs, en zelfs ik
kon niks vinden in Utrecht. Dat komt doordat wonen een markt is geworden. Daarom doe ik mee.”
Ze spreekt zaterdag namens de BPW. “De huren blijven stijgen, het aanbod is beperkt en vaak niet passend. Dat is geen toeval, dat is beleid. Doordat er niet wordt geïnvesteerd in volkshuisvesting wordt wonen moeilijk gemaakt.”
Ze verwacht een goede opkomst, al blijft ze voorzichtig met voorspellingen. “Ik denk dat er veel mensen zullen komen, maar ik durf geen aantal te noemen.”
Huur omlaag
De centrale boodschap van het protest: ‘de huur moet omlaag’. Het is een actueel thema in de politiek. Hoewel het kabinet van plan is om sociale huren de komende twee jaar niet te verhogen, blijven de huurprijzen volgens Sweerts een probleem. “Studenten en mensen in de middenhuur en vrij sector profteren niet van deze maatregel.”
Toch zijn er volgens haar kleine successen geboekt. “Het bevriezen van de sociale huur is een kleine overwinning. Ook is de verhuurdersheffng afgeschaft en zijn sommige tijdelijke huurcontracten niet langer toegestaan”, somt ze op.
Zaterdag hoopt Sweerts opnieuw een stap te zetten in de strijd voor eerlijke huisvesting. Het protest begint om 14.00 uur op het Domplein, gevolgd door een mars door
de binnenstad om 15.00 uur. Want ‘Huizen zijn voor mensen, niet voor winst’, aldus de organisatie. a
De Ravel
‘De Ravel’ is een voormalig kantoorpand van de gemeente Utrecht, gelegen aan de Ravellaan in de wijk Welgelegen. In 2014 verhuisden de ambtenaren naar het nieuwe stadskantoor, en een jaar later werd het gebouw omgebouwd tot wooncomplex. Inmiddels wonen er al bijna tien jaar mensen in het pand. Het gaat om studenten, werkenden, mensen in re-integratietrajecten en kwetsbare jongeren. De 180 bewoners huren allemaal met een tijdelijk contract, omdat de gemeente plannen heeft om het gebied opnieuw in te richten. Deze herinrichtingsplannen zijn echter nog niet defnitief. Om te voorkomen dat de huidige bewoners aanspraak kunnen maken op huurbescherming en daarmee mogelijk de herontwikkeling zouden belemmeren, moeten zij uiterlijk 19 mei vertrekken. Daarna zullen er opnieuw tijdelijke bewoners worden geplaatst.
TACHTIG JAAR VRIJHEID
In Hoograven worden ook de Marokkaanse slachtofers van
Tweede
herdacht: ‘Het voelt als erkenning’
Dit jaar vieren we 80 jaar vrijheid en overal in het land worden de slachto ers van de Tweede Wereldoorlog herdacht. In de Utrechtse wijk Hoograven ziet Dodenherdenking er altijd net wat anders uit dan in andere wijken. Ja, er is twee minuten stilte, er worden bloemenkransen gelegd, namen van de doden worden genoemd, zoals normaal is tijdens Dodenherdenking. Maar naast de Nederlandse, Amerikaanse, Britse, Canadese en Poolse vlag, wappert aan ‘t Goylaan in Hoograven ook de Marokkaanse vlag.
Tekst en fotogra e: Annelies Hoelen
Die wordt gehesen ter ere van de ruim 100.000 Marokkanen die meevochten tijdens de Tweede Wereldoorlog, waarvan zo’n 70.000 sneuvelden. Het is een onderbelicht deel van de geschiedenis, dat niet in de schoolboeken te vinden is. “Ze worden daarom ook wel de vergeten Marokkanen genoemd”, vertelt Mohamed el Dahri (73) vanuit het buurtcentrum in Hoograven, waar hij al jaren vrijwilliger is. Af en toe onderbreekt hij zijn verhaal, om met brede glimlach een bekende te groeten, of mij met diezelfde glimlach een kopje koffe en een stroopwafel aan te bieden.
Al Dahri is één van de initiatiefnemers van de herdenking van de Marokkaanse militairen in Hoograven. Hij hoopt ze hier tenminste uit de vergetelheid te halen. In de wijk in Utrecht-Zuid wonen mensen van allerlei culturen en ruim tien procent is van Marokkaanse afkomst. El Dahri hoort daar ook bij. “De meeste van onze kinderen zijn hier geboren en hebben een dubbele nationaliteit. Het is belangrijk dat ze weten over de Tweede Wereldoorlog en dat ze beide geschiedenissen kennen”, vindt hij. “Het zorgt voor verbondenheid.”
Marokko schiet te hulp De Nederlandse en de Marokkaanse geschiedenis zijn immers met elkaar verweven. De
betrekkingen tussen onze landen zijn al eeuwenoud. En als in 1939 de Tweede Wereldoorlog uitbreekt en Nazi-Duitsland nog geen jaar later Nederland binnenvalt, schiet Marokko te hulp.
Het land is dan een kolonie van Frankrijk, dat ook wordt aangevallen. De Marrokaanse Sultan, Mohammed de vijfde, wordt onafhankelijkheid beloofd als hij soldaten levert om op Europees grondgebied tegen de nazi’s te vechten. Hij laat meteen een oproep verspreiden in de moskeeën. “We zullen Frankrijk en zijn bondgenoten onze hulpbronnen ter beschikking stellen en voor het brengen van geen enkel offer terugdeinzen”, aldus de Sultan.
Zo geschiedde. Marokkaanse militairen helpen de Franse troepen bij de verdediging van Frankrijk, België en Nederland. Ze vechten onder meer in Zeeland, en vooral rondom Kapelle gaat het daar hard aan toe. Maar de Duitsers zijn te sterk. De Marokkaanse militairen die in de meidagen van 1940 meevechten met de Fransen sneuvelen, worden gevangengenomen of vluchten, soms terug naar huis. Een paar jaar later schieten ze weer te hulp, dit keer bij de bevrijding van Europa. Voet op Nederlandse bodem zullen ze dan echter niet zetten.
Als gevolg van de gevechten tussen 19401945 spoelen de lichamen van zeker zeven-
tien Frans-Marokkanen aan in Zeeland. Ze liggen begraven in Kapelle. Ieder jaar gaat El Dahri daar naartoe met een groepje van de Marokkaanse gemeenschap in Hoograven, om hun respect te bewijzen.
Herdenken met de hele gemeenschap Herdenken kan ook dichter bij huis, bij de Vrijheidsboom aan ‘t Goylaan. Zo’n vijftien jaar geleden kwamen de Marokkaanse buurtvaders, waaronder El Dahri, op het idee om de Marokkaanse militairen ook in hun eigen wijk te gaan herdenken.
Vijftien jaar geleden was er nog veel overlast van jongeren op straat, vooral in de avonduren. ‘“We spraken de jongens aan en zeiden: kom op, je moet naar huis, je hebt morgen school. Dat werkte, want de jongens kenden de vaders uit de buurt.” Ook bij de Dodenherdenking in Hoograven hielpen de buurtvaders de organisator, Hoogravens Belang, om te zorgen dat alles soepel verliep. “We wilden voorkomen dat jongens uit de buurt vervelend zouden gaan doen en lawaai zouden gaan maken.”
Tijdens de Dodenherdenking valt het de buurtvaders op dat in het rijtje vlaggen de Marokkaanse ontbreekt. “Terwijl we wisten dat Marokkaanse militairen hadden meegevochten, dat werd ons op school in Marokko en door onze ouders verteld. Toen zijn we
naar de gemeente gestapt om toestemming voor een vlag te krijgen. Die hebben we uiteindelijk van de koning zelf gekregen”, vertelt El Dahri vol trots. “Het voelde als een erkenning.”
Sindsdien is er bij de dodenherdenking in Hoograven ook nooit meer overlast geweest. Het brengt de mensen in de wijk samen. “Jong en oud en mensen van allerlei achtergronden komen op de herdenking af”, vertelt Chrysos Ballieux van Hoogravens Belang. “We herdenken met de héle gemeenschap. En dat is precies hoe het hoort”, vindt hij. “We zijn een multicultureel land, waarin iedereen het recht heeft om stil te staan bij vrijheid.”
“We moeten niet vergeten waarom we vochten tegen de nazi’s”, zegt El Dahri. “Daarom is het belangrijk om te blijven herdenken. Het laat zien wat er kan gebeuren als je racisme de ruimte geeft.”
Dit jaar, waarin we 80 jaar vrijheid vieren, is dat belangrijker dan ooit, vertelt El Dahri met een ernstige blik in zijn ogen. Hij begint over de oorlogen in onder meer Oekraïne en het Midden-Oosten. “Het heeft impact op onze kinderen, ze zijn bang voor een Derde Wereldoorlog. We moeten alles doen om dat te voorkomen.” Herdenken helpt, denkt hij. En in Hoograven doen er steeds meer mensen aan mee. a
Net als de rest van Nederland, heeft Utrecht te maken met een wooncrisis. De gemeente zet volop in op het bouwen van nieuwe woningen, maar minstens zo belangrijk is het om de bestaande woningen zo goed mogelijk te gebruiken. Wethouder Dennis de Vries (Wonen): “In Utrecht investeren we ongelijk voor gelijke kansen. We willen voorkomen dat woningen worden opgekocht door vermogende particulieren en makelaars, met als doel ze voor veel geld te verkopen of verhuren. Wonen is een grondrecht, geen verdienmodel. Van eigenaren die woningen verhuren, verwachten we dat ze dit op een nette manier doen. En we handhaven actief op leegstand.”
Wat de gemeente precies doet en hoe? Je leest de komende drie weken over het programma beschermen bestaande woonvoorraad. Met in dit eerste verhaal: Jamal, Ingrid en Laurens, alle drie werkzaam bij de gemeente Utrecht. Zij vertellen over de leegstandsverordening. Die heeft de gemeente in 2023 ingevoerd om leegstand tegen te gaan.
Jamal was als beleidsadviseur Wonen verantwoordelijk voor de invoering van de verordening en houdt het effect ervan in de gaten. “Een enorme klus, we moesten vanaf nul beginnen”, kijkt hij terug op de start. “We hebben bijna drieduizend eigenaren van woningen die langer dan zes maanden leeg stonden een brief gestuurd, om hen te wijzen op de nieuwe leegstandsverordening.” De boodschap: leegstand moet gemeld worden, anders riskeren eigenaren een boete. Ongeveer de helft van de aangeschreven eigenaren reageerde. Vaak ging het om tweede woningen (waarvan leegstand ook gemeld moet worden), of woningen die volgens de Utrechtse administratie leeg stonden maar feitelijk gewoon bewoond werden.
Eigenaren die níet reageren, kunnen de gemeente aan hun voordeur verwachten. Ingrid stuurt de inspecteurs aan, die dagelijks de straat op gaan. “Ze bellen aan. Doet er iemand open? Dan gaan we kijken hoe het komt dat het pand op papier leeg staat. Soms staan bewoners niet ingeschreven, of zijn een beneden- en bovenwoning samengevoegd. Als er niemand open doet kijken de inspecteurs rond: ligt er post in de gang, staan er meubels binnen, is de tafel gedekt? Ook checken ze bij de buren of die weten of het pand bewoond is. Ze stoppen een kaartje in de bus met het verzoek om contact op te nemen met de inspecteur. Gebeurt dat niet, dan volgt er een vooraankondiging van een boete.”
Laurens, die het programma beschermen bestaande woonvoorraad leidt, vertelt over de datagestuurde aanpak waar in Utrecht mee wordt gewerkt: “We hebben een systeem gebouwd waarin we heel nauwkeurig bijhouden welke woningen leeg staan, hoe lang, of de eigenaren een brief hebben ontvangen, maar ook wat de WOZ-waarde is. Vooral dat laatste is belangrijk, omdat we weten dat er meer mensen in de rij staan voor een woning
'We hebben bijna drieduizend eigenaren van woningen die langer dan zes maanden leeg stonden een brief gestuurd'
van drie ton, dan voor een woning van een miljoen. En daar gaat de leegstandsverordening uiteindelijk om: om meer woningen beschikbaar te maken voor onze inwoners. Als je je tijd en energie moet verdelen – en dat moeten we – kiezen we ervoor om eerst in te zetten op betaalbare woningen.” “Maar”, voegt Jamal toe, “we vergeten niemand!” Utrecht heeft van de minister extra bevoegdheden gekregen om eigenaren te verplichten woningen in gebruik te nemen. Dat gebeurt natuurlijk niet van de ene op de andere dag. Ingrid: “Als leegstand wordt gemeld, gaan we eerst met de eigenaar in ge-
Welke regels zijn er voor leegstand?
sprek. Samen kijken we wat er aan de hand is, en wat er nodig is om de leegstand te verhelpen.” “Soms wordt er verbouwd, dan kan een woning natuurlijk voor korte tijd leegstaan”, voegt Jamal toe. “Maar als iemand echt weigert om een woning in gebruik te nemen, dan kunnen we een last onder dwangsom opleggen of de eigenaar uiteindelijk zelfs verplichten om de woning weer te gaan gebruiken. Want iedere leegstaande woning is er één te veel.”
Een woning mag in Utrecht niet langer dan zes maanden leegstaan. Dit staat in de Leegstandverordening gemeente Utrecht, die op 1 oktober 2023 is ingegaan. De verordening geldt ook voor tweede woningen.
Ik heb een leegstaande woning. Wat moet ik doen?
• Staat uw woning langer dan zes maanden leeg? Geef het aan ons door via Utrecht.nl/leegstandmelden. Dan gaan we samen in gesprek en maken we afspraken om de leegstand snel op te lossen.
• Staat de woning niet leeg, omdat u deze verhuurt? Vraag uw huurders dan om zich in te schrijven bij de gemeente via Utrecht.nl/inschrijven. Iedereen die langer dan vier maanden in Nederland woont, moet zich laten inschrijven.
Wat gebeurt er als ik de leegstand niet meld?
De gemeente controleert of woningen langer dan zes maanden leegstaan. Als u de leegstand niet op tijd meldt, kunt u een boete en/of dwangsom krijgen.
ZOEKPLAAT
Zoek de zeven verschillen
OPLOSSING ZOEK DE VERSCHILLEN LOCATIE
‘Alle voetjes van de vloer’
In de rubriek Utrechts Verenigingsleven maken we kennis met een van de vele verenigingen uit de stad. Utrecht heeft verenigingen in allerlei soorten en maten, de hoogste tijd om die eens te leren kennen.
Het is een van de grootste atletiekverenigingen van Nederland: Hellas Utrecht. Op verschillende locaties in de stad is Hellas al 100 jaar aan het sporten. De vereniging bestaat uit de afdelingen atletiek, triatlon en recreatief lopen. Het jubileum wordt uitgebreid gevierd met onder meer een reünie. Ze hopen daar ook oud-leden weer te zien.
Hellas Utrecht is opgericht op 28 augustus 1925. Komende zomer staat er rond die datum dan ook van alles op het programma. Zo is er op 30 augustus een reünie voor leden en iedereen die ooit lid is geweest.
“Iedereen mag komen”, zegt Bas de Kruyff, een van de leden. Op 30 augustus is er ook een groot ‘Hellas 100 Feest’ voor de leden, waarschijnlijk in De Helling. Bas kijkt ernaar uit. “Dan gaan alle voetjes van de vloer.” Binnenkort, op 19 juni, organiseert Hellas ook een Domtoren-loop. De naam zegt het al: bij die loop worden alle 465 treden van de Domtoren beklommen. Ook is er onder meer een triatlon bij de Strijkviertelplas en een fetspuzzeltocht.
“Ons thuishonk is hier in Overvecht”, zegt Bas. Er wordt getraind op verschillende lo-
caties. Naast de baan op de Franciscusdreef is dat ook op de atletiekbaan Prinses Amaliapark, atletiekbaan Maarschalkerweerd en een kleinere atletiekaccommodatie in Houten. Ook wordt er in de winter in de atletiekhal van sporthal Galgenwaard getraind. Daarnaast zijn er ook trainingen in het park of bos. Sinds 1991 is Hellas naast een atletiekvereniging ook een triatlonvereniging. “Die laatste is inmiddels de grootste van Nederland”, zegt Bas. Hellas telt in totaal ruim 1700 leden, schat Bas. “We hebben veel jeugd en veel nieuwe aanwas. Dat noemen we het ‘Femke Bol-effect’. Zij deed het zo goed op de Olympische Spelen. Kinderen en jongeren denken: dat wil ik ook.”
Dafne Schippers
Bij Hellas zijn er naar eigen zeggen ‘genoeg sportieve helden’. Zo begon Dafne Schippers toen ze negen was bij Hellas met atletiek. De tweevoudig wereldkampioen hing twee jaar geleden haar atletiekschoenen aan de wilgen.
Op de site van de vereniging zijn nog meer namen te vinden: “Corrie Bakker is tot dusver de eerste en enige Helleen die (mede) in het bezit is geweest van een wereldrecord (4x100m), gelopen op de Olympische Spelen van 1968 in Mexico. Door de jaren heen heeft Hellas veel nationale topatleten afgeleverd en zelfs een aantal die behoorden tot de wereldtop, zoals Nol Wellerdieck, Rob Druppers, Jacqueline Poelman, Patrick van Balkom, Luc Krotwaar, Ester Goossens, Koen Raymaekers, Karin Ruckstuhl, Timothy Beck, Bert van Vlaanderen.”
Samen met zijn trainingsgroep traint Bas een paar keer per week. Ze houden zich bezig met wegatletiek. “Het is een fjn niveau. Je treft mensen waar je je aan op kunt trekken. Iedereen vindt het leuk om de sport te beoefenen en is daar serieus mee bezig.” Het is een individuele sport, maar zo voelt het niet, vindt Bas. “Tijdens het rennen heb je ook een praatje.”
Op 18 mei staat de Utrecht Marathon op het programma. Zelf doet hij niet mee, maar meerdere bekenden van de vereniging wel. De route komt pal langs zijn huis in Houten. “Ik ga een groot spandoek ophangen en ze aanmoedigen. Dat zal niet te missen zijn. a
LEIDSCHE RIJN UTRECHT - FASE 15C - DE LAATSTE FASE 22 SFEERVOLLE WONINGEN IN VERSCHILLENDE TYPEN DICHTBIJ DE STAD, OMRINGD DOOR GROEN EN WATER.
INFORMATIE EN VERKOOP SCHRIJF
Overduyn Makelaars T 030 688 45 35 nieuwbouw@overduyn.nl
Brecheisen Makelaars T 030 200 36 00 nieuwbouw@brecheisen.nl
Lauteslager Nieuwbouw Makelaars T 030 231 51 86 nieuwbouw@lauteslager.nl
VRIJ OM TE WONEN
De Keizer Makelaarsgroep T 030 600 82 40 nieuwbouw@dekeizer.nl