Wouw 3 - Thema 6 - Werkboek - inkijk methode

Page 1

Water, bron van leven

Naam: Klas: Thema 6

Mindmap

1 Vul de mindmap aan.

2
3

Les 1 Proefjes met water

Proef 1 – Gaatjes

Materiaal

- twee plastic flessen - spijker of handboortje - plakband

in de fles

- schaar - opvangbak - trechter

Proef 1a - Aan de slag

1 Neem een plastic fles. Zet vier stippen boven elkaar op de zijkant (zie tekening).

2 Maak op de plaats van iedere stip voorzichtig een gaatje. Gebruik hiervoor de spijker of het handboortje.

3 Kleef plakband op de gaatjes. Kleef de strook van boven naar beneden.

4 Zet de fles in een opvangbak. Haal de dop van de fles en vul de fles met water. Gebruik hiervoor een trechter.

5 Wat denk je dat er zal gebeuren als je het plakband snel weghaalt? Teken links.

6 Haal het plakband snel weg. Teken rechts wat er gebeurt.

Proef 1b - Aan de slag

1 Neem een andere plastic fles en maak onderaan drie gaatjes naast elkaar (zie tekening).

2 Kleef plakband op de gaatjes en vul de fles.

3 Wat denk je dat er zal gebeuren als je het plakband snel weghaalt? Teken links.

4 Haal het plakband snel weg. Teken rechts wat er gebeurt.

4 Les 1

Proef 2 – De omgekeerde fles

Materiaal

- kleine plastic fles - pingpongballetje - opvangbakje

Aan de slag

1 Neem een kleine plastic fles. Vul het flesje volledig met water, helemaal tot aan het randje.

2 Leg een pingpongballetje op de opening van de fles.

3 Wat denk je dat er zal gebeuren als je de fles omdraait? Teken links.

4 Houd het flesje boven een wasbak of een teil. Leg je hand op het pingpongballetje en draai het flesje rustig om. Laat het pingpongballetje nu los. Wat gebeurt er? Teken rechts.

Hoe denk je dat dat komt? Vul in.

5 Les 1

Proef 3 – Drijven en zinken

Materiaal

- bakje water - schroef - potlood - kurk - cent

Aan de slag

- paperclip - veer - wasknijper - knikker - sleutel

1 Neem een bakje met water. Leg het voorwerp op de foto erin.

2 Duid in de linkse tabel aan wat je denkt dat er zal gebeuren.

- knoop - dobbelsteen - speelgoedblokje

3 Leg het voorwerp op het water. Duid in de rechtse tabel aan wat je ziet. drijven zinken drijven zinken drijven zinken drijven zinken drijven zinken drijven zinken drijven zinken drijven zinken drijven zinken drijven zinken drijven zinken drijven zinken drijven zinken drijven zinken drijven zinken drijven zinken drijven zinken drijven zinken drijven zinken drijven zinken drijven zinken drijven zinken drijven zinken drijven zinken

6 Les 1

Proef

4 – Aluminiumfolie

Materiaal

- drie even grote vellen aluminiumfolie - bakje water

Aan de slag

1 Neem een vel aluminiumfolie. Vouw er een bootje van.

2 Wat denk je dat er zal gebeuren als je het bootje op het water zet? Teken links.

3 Probeer het uit en teken rechts wat je ziet.

4 Maak een prop van het tweede vel.

5 Wat denk je dat er zal gebeuren als je de prop op het water legt? Teken links.

6 Probeer het uit en teken rechts wat je ziet.

7 Plooi het derde vel dubbel. Duw goed aan. Plooi opnieuw en duw aan. Blijf dit doen tot het plooien niet meer lukt. Leg het pakketje op de grond en ga er even op staan.

8 Wat denk je dat er zal gebeuren als je het pakketje op het water legt? Teken links.

9 Probeer het uit en teken rechts wat je ziet.

7 Les 1

Proef 5 - Bootjes

Materiaal

- twee botervlootjes: even groot volume, maar verschillende vorm - gewichtjes (bijvoorbeeld munten, spijkers, knikkers, kleine baksteentjes)

Aan de slag

1 Neem twee botervlootjes. In welk bootje denk je dat je het meeste gewicht kan laden? Teken links.

2 Probeer het uit en duid rechts aan welk bootje het beste recht blijft.

3 Zet het eerste bootje op het water en leg er al wat gewicht in. Blijf doorgaan tot het bootje zinkt. Hoeveel gewicht kan het ene bootje dragen? En het andere? Noteer. bootje 1 bootje 2

Hoe denk je dat dat komt? Vul in.

8 Les 1

Proef 6 – Rozijnen

Materiaal

- twee identieke bekers - kraantjeswater - spuitwater - enkele rozijnen

Aan de slag

1 Vul een beker met kraantjeswater.

2 Wat denk je dat er zal gebeuren als je een rozijn in een beker met kraantjeswater laat vallen? Teken links.

3 Wat gebeurt er? Vul de rechtse tekening aan.

4 Vul een beker met spuitwater.

5 Wat denk je dat er zal gebeuren als je de rozijn in de beker met spuitwater laat vallen? Teken links.

6 Laat de rozijn vallen. Teken rechts wat er gebeurt.

Hoe denk je dat dat komt? Vul in.

9 Les 1

Proef 7 - Drankje

Materiaal

- beker - kraantjeswater - kleurstof - twee lepels - vloeibare honing - olie

Aan de slag

1 Neem een beker. Doe er kraantjeswater in en voeg enkele druppels kleurstof toe.

2 Wat zal er gebeuren als je een koffielepel honing in het water giet? Teken links.

3 Laat de honing van de koffielepel in het water glijden. Teken rechts wat je ziet.

4 Wat denk je dat er zal gebeuren als je nu een koffielepel olie aan het water toevoegt? Teken links.

5 Giet er nu de koffielepel olie bij. Teken rechts wat je ziet.

Hoe denk je dat dat komt? Vul in.

10 Les 1

Proef 8 – Spannend water

Materiaal - beker - water - centen - druppel afwaswater - teil

Aan de slag

1 Neem een beker en zet deze in een teil. Vul de beker juist tot aan de rand met water.

2 Neem een cent. Laat deze rustig tot de helft in water zakken. Laat deze nu los. Normaalgezien loopt het water niet over.

3 Hoeveel centen denk je dat je in het water kan laten vallen voor de beker overloopt? Teken links.

4 Probeer het uit. Laat cent voor cent rustig in het water zakken. Vul de rechtse tekening aan.

5 Leg de centen opzij en vul de beker opnieuw tot aan de rand.

6 Neem nu het afwasmiddel. Laat een druppel in het water vallen en laat dan opnieuw cent voor cent rustig zakken. Wat denk je dat er zal gebeuren? Teken links.

7 Probeer het uit. Laat cent voor cent rustig in het water zakken. Teken rechts wat er gebeurt.

Hoe denk je dat dat komt? Vul in.

11 Les 1

Proef 9 – Producten in de sloot

Materiaal - bakje water - een paar duimspijkers - afwasmiddel

Aan de slag

1 Neem een paar duimspijkers en een bakje water.

2 Wat denk je dat er zal gebeuren als je de duimspijkers voorzichtig met hun kopje naar beneden op het water legt? Teken links.

3 Probeer het uit. Teken rechts wat er gebeurt.

4 Neem nu het afwasmiddel.Laat een druppel in het water vallen. Wat zal er gebeuren als je de duimspijkers op het water legt? Teken links.

5 Probeer het uit. Teken rechts wat er gebeurt.

Hoe denk je dat dat komt? Vul in.

12 Les 1

Proef 10 - Waterdamp

Materiaal

- doorzichtig bakje - warm water - huishoudfolie - plakband - zakje ijsblokjes

Aan de slag

1 Giet ongeveer vier centimeter warm water in een doorzichtig bakje.

2 Dek het bakje af met een stuk huishoudfolie. Zorg dat de zijkant van het folie goed vastzit. Gebruik hiervoor plakband.

3 Neem een zakje met ijsblokjes en leg dit op het huishoudfolie.

4 Wat denk je dat er zal gebeuren na een paar minuten? Teken links.

5 Probeer het uit. Teken rechts wat er gebeurt.

Hoe denk je dat dat komt? Vul in.

13 Les 1

Les 2 Water in ons leven

Water in huis

1 Omcirkel waar water wordt gebruikt in en rond dit huis.

WOUW 14 Les 2

Hoeveel water gebruik je op een dag?

2 Vul in.

Wat doe ik? Hoe vaak op een dag? Aantal liter Totaal

Ik was mijn handen. maal 2 liter liter

Ik spoel het toilet door. maal 9 liter liter

Ik gebruik de spaarknop van het toilet. maal 5 liter liter

Ik neem een douche. maal 35 liter liter

Ik neem een bad. maal 120 liter liter

Ik was me aan de wastafel. maal 4 liter liter

Ik poets mijn tanden. maal 1 liter liter

Ik drink 5 glazen water. maal 1 liter liter

Ik help met de afwas. maal 5 liter liter

Ik help bij het koken. maal 2 liter liter

Totaal: liter

Wist je dat in een emmer 10 liter water kan? Hoeveel emmers water gebruik jij per dag?

emmers

Wist je dat een wasmachine tussen de 50 en 100 liter water verbruikt, per wasbeurt?

Wist je dat een vaatwasmachine ongeveer 13 liter verbruikt?

15 Les 2

Water besparen

3 Noteer een idee om water te besparen.

Noteer een idee van je klasgenoot.

4 Neem een blauw kleurpotlood. Kleur de waterdruppels met goede ideeën om water te besparen.

Ik neem water uit de regenton om de planten water te geven.

Een kleine afwas doen we gezellig samen, met de hand.

We sproeien het gazon iedere dag met de tuinslang.

Mijn vuile laarzen was ik af met regenwater.

Ik drink geen water want anders moet ik naar toilet.

Een trui die ik gerust nog een keertje aan kan, doe ik toch maar in de wasmand.

Als ik mijn tanden poets, zet ik steeds de kraan uit.

Ik neem een douche, maar niet langer dan nodig is.

In plaats van water te drinken, drink ik frisdrank.

16 Les 2

5 Zet in de juiste volgorde: van ruw water naar kraantjeswater. Geef elke zin een nummer van 1 tot 5.

Het water wordt gefilterd

Drinkwater komt door leidingen bij de gebruiker.

Rivierwater wordt in spaarbekkens gepompt

Drinkwater wordt opgeslagen

In het waterzuiveringsstation wordt het water gezuiverd

6 Zet de nummers uit opdracht 5 op de juiste plaats bij de tekening.

17 Les 2
Waar komt ons drinkwater vandaan?

Waar gaat ons afvalwater naartoe?

7 Noteer een zin bij iedere foto.

Gevaarlijke producten in ons afvalwater

8 Wat betekent het symbool? Noteer.

18 Les 2

Les 3 De kringloop van water en waterzuivering

Water in verschillende vormen

1 We kennen water in drie vormen. Vul aan.

Celcius

2 Vul aan.

vloeibaar

100°= het punt van water. 0° = het punt van water.

Dit is Celsius. Hij legde de graden voor onze thermometers vast.

3 Wat leerde je uit de proeven? Noteer kort.

19 Les 3
Les 3 20

De kringloop van het water

4 Noteer bij iedere stap van de kringloop van het water enkele woorden.

Les 3
21

Water zuiveren

5 Doe de proef.

Materiaal

- kleine steentjes - grotere steentjes - zand - watten - plastic fles - een glas met vuil water (takjes, zand, modder, steentjes, blaadjes …)

Aan de slag

1 Leg vier lagen in je plastic fles. Denk zelf na over een goede volgorde. Noteer jouw volgorde bij de pijltjes.

2 Probeer het uit en bekijk dan het resultaat.

3 Noteer welke volgorde het best werkt.

Dit werkt het best!

Les 3
22

Werken aan zuiver water

6 Vul in.

Dit zal ik zelf doen om aan zuiver water te werken. Dit vind ik ook een goede tip.

23 Les 3

Les 4 Water in onze buurt

De plaats van het wateronderzoek

1 Vul in.

Wij gingen naar Wat vond je mooi of leuk?

Dit wil ik nog vertellen.

Was er iets wat je niet leuk vond?

Het leven in het water

2 Kleur het passende vakje.

Heb je veel planten gevonden? ja 2 punten niet zo heel veel 1 punt geen 0 punten

Zag je veel insecten? ja 2 punten een paar 1 punt geen 0 punten

Zag je veel andere dieren? ja 2 punten een paar 1 punt geen 0 punten

Kwam je veel verschillende planten en dieren tegen? veel verschillende planten en dieren 2 punten

van sommige veel, van andere weinig 1 punt

Tel je punten bij elkaar en lees het resultaat af in de tabel.

Legende

altijd dezelfde planten en dieren 0 punten

Tel je punten bij elkaar. Wat is je score? 5 - 8: Hier is het leven gezond en in evenwicht. 2 - 4: Het is moeilijk voor planten en dieren. Hopelijk herstelt de natuur zich. 0 – 2: Dit water is niet zo gezond voor planten en dieren. Hopelijk herstelt de natuur zich nog.

Les 4
24

stukjes plastiek

aansteker

Les 4
4 Teken. Dit dier of deze plant vind ik knap! 5 Vul in. Ik vind wandelen in de natuur en onderzoeken doen … ❍ heel leuk ❍ leuk ❍ nogal leuk ❍ niet leuk omdat 25
Rommel aan de waterkant 3 Kruis aan. Wat lag er aan de waterkant?
plastic fles
plastic zakje
plastic drinkbeker
snoepverpakking
sigaretten
speelgoed
blikje
touw
papier
aluminiumfolie
spuitbus
andere: Achteraf

Les 5 Zorg voor water

Plasticsoep

1 Noteer in een zin. Wat is plasticsoep?

Dit is of omdat

2 Teken de vijf grote plasticsoepeilanden op de kaart.

3 Kruis aan.

Er drijft een plasticsoepeiland in de Stille Oceaan. Dat is naar schatting ...

❍ 5 keer zo groot als België.

❍ 20 keer zo groot als België.

❍ 25 keer zo groot als België.

❍ 50 keer zo groot als België.

26 Les 5

Vul in.

Plastic vergaat door het zeewater en het licht. Het vormt kleine stukjes plastic.

We noemen deze deeltjes .

Die kleine deeltjes vinden we soms diep in de zee: wel meter diep.

Afval in zee

5 Kruis aan. Hoe komt plastic in zee?

❍ Mensen gooien het plastic op het strand. ❍ Het plastic waait weg en komt in de zee terecht. ❍ Plastic komt in rivieren terecht en stroomt zo mee naar zee. ❍ Het plastic valt van schepen.

Afval op het strand

10 000 kg 10 000 kg

10 000 kg 10 000 kg

10 000 kg 10 000 kg

10 000 kg 10 000 kg

10 000 kg 10 000 kg Les 5

4
27
6 Hoeveel vrachtwagens vuil wordt er per jaar van onze stranden gehaald? Kleur het aantal vrachtwagens die nodig zijn om het weg te voeren.

De gevolgen

7 Vul in. Waarom is het plastic in de zee slecht voor de dieren?

8 Vul in. Heeft plastic in de zee ook voor ons gevolgen?

28 Les 5

Opruimen!

9 Vul in.

Denk je dat het zal lukken om al het plastic op te ruimen?

❍ ja ❍ nee

Bespreek onder elkaar.

29 Les 5

Boyan Slat

10 Vul in. Dit is Boyan Slat. Wat kan je vertellen over deze jonge uitvinder?

Hij komt uit -land.

Deze jonge uitvinder is jaar oud.

Wat wil hij doen met zijn uitvinding?

11 Leg aan elkaar uit hoe de uitvinding van Boyan Slat werkt.

30 Les 5
© The Ocean Cleanup © The Ocean Cleanup

12 Wat betekent de tekst op het schip? Noteer.

13 Maak de top 5. Welke deeltjes van de plasticsoep blijven het langste aanwezig in de natuur?

Een vislijn

Een aluminium blikje

Een plastic zak

Een wollen sok

Een glazen fles

Hoe word je zelf een ‘plastic held’?

14 Wat kan je zelf doen? Bespreek.

Les 5
31
© The Ocean Cleanup

Wat weet ik nu?

1 Noteer in de groene kaders de vorm van water: vast - vloeibaar - gas

2 Zet de cijfers in het juiste blauwe kader zodat de kringloop klopt.

Kies uit: 1 Het regent.

2 Het sneeuwt.

3 Water stijgt op.

4 De wolk koelt af.

5 Het water stroomt naar zee.

6 Waterdamp vormt een wolk.

3 Een goed of fout idee? Kruis aan.

Ik neem vaker een douche dan een bad.

Om water te besparen, zet ik de kraan uit terwijl ik mijn tanden poets.

Om water te besparen, sproeien we het gazon met de tuinslang.

Ik gooi mijn plastic flesje in het water want het verteert toch. Plastic gooi ik in het park of aan zee steeds in de vuilnisbak.

4 Noteer één reden waarom plastic in zee slecht is.

goed fout

Illustrator Luc Van Royen

Herdruk 2021/428

Bestelnummer 60 1010 546

ISBN 978 90 4863 774 4 KB D/2020/0147/116 NUR 193

Verantwoordelijke uitgever die Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge, België

die Keure, Brugge - RPR 0405 108 325

32
637744
9 789048
© Copyright

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.