Verrekijker Taal Opstap 3 - Kijker 3 - Werkboek

Page 1

Waarom ruiken dieren zo vreemd?

Geurtje

Veel dieren hebben een geur die mensen een beetje vies vinden. Geiten en bokken ruik je al van een afstand. Denk maar aan een kinderboerderij.

Functie

Dierengeuren hebben een functie. Zo kunnen dieren hun territorium duidelijk afbakenen. Op die manier vertellen ze aan eventuele concurrenten dat ze uit de buurt moeten blijven.

Hoe kan ik beter luisteren?

Wat werkt bij mij? ❑ Ik lig neer met mijn ogen gesloten. ❑

Ik probeer niet te luisteren naar geluiden in de klas. ❑

Een idee of vraag noteer ik kort in mijn kladschrift. Schrijf zelf nog een luistertip: ❑

Geuren spelen ook een rol bij het veroveren van een vrouwtje of mannetje. De dieren kunnen ruiken of ze zich tot elkaar aangetrokken voelen. Geuren vormen ook een herkenning voor dieren van dezelfde soort.

uit Waarom bijt de hond mijn

Naam

Mijn huisdier

educatieve uitgaven KIJKER 3
3
sloffen kapot?, Martine en Caroline Laffon, Uitgeverij Holland

Les 2 Ik kan informatie opzoeken in een tekst.

De hond

Wat je moet weten voordat je een hond adopteert

De hond is een kuddedier dat het gewend is om in een groep te leven. Hij heeft je aanwezigheid en veel liefde nodig. Hem adopteren geeft jou een zware taak.

1 ‘De hond is een kuddedier.’ Wat wil die zin zeggen? Noteer.

Een hond leeft normaal in _________________.

de kudde de groep gewend gewoon adopteren in huis nemen

Hij leeft gemiddeld twaalf jaar. Als je nu tien jaar oud bent, zul je dan genoeg tijd voor hem hebben wanneer je achttien bent? Dan is hij ongeveer op driekwart van zijn leven.

2 Hoe lang leeft een hond gemiddeld? Markeer met groen.

Een hond blijft niet klein. Sommige rassen kunnen meer dan veertig kilo wegen wanneer ze een jaar oud zijn (reuzenrashond). Zul je nog genoeg van hem houden wanneer hij groot geworden is en hij zijn zachte babyhaar verloren heeft?

Hij moet minimaal drie keer per dag worden uitgelaten om zijn behoefte te doen en om zijn poten te strekken. Zul je er altijd zin in hebben om zowel in de winter als in de zomer, in alle weersomstandigheden, met hem naar buiten te gaan?

3 Hoeveel keer per dag moet je een hond minstens uitlaten? Markeer met blauw.

verloren kwijt, het is weg minimaal drie drie of meer uitlaten met je huisdier naar buiten gaan

Hij kan zichzelf niet opvoeden. Heb jij, vooral tijdens de eerste maanden, genoeg tijd om hem goede manieren te leren?

En als laatste, heb je eraan gedacht wat je met hem doet in de vakantieperiode?

4 Lees de laatste zin. Zoek in je groepje naar één oplossing.

uit Ik verzorg mijn hond, Jean Cuvelier, NBD Biblion

2
Les 2

De kat

De poes van een vriend heeft een nest jongen gekregen. Ik kan er een krijgen. Op welke leeftijd kan ik hem meenemen?

Aan het begin van zijn leven heeft het katje zijn moeder en zijn broers en zussen nodig.

Het katje leert door het contact met zijn moeder, broers en zussen dingen die een groot deel van zijn karakter bepalen. Als je wilt dat je katje een gezonde volwassen kat wordt, dan moet je hem ten minste acht weken bij zijn moeder laten.

5 Hoelang moet een katje ten minste bij zijn moeder blijven? Markeer met groen.

Waar zijn de snorharen voor?

Snorharen maken het mogelijk om obstakels te vinden, obstakels te herkennen in het donker, te praten met soortgenoten en te jagen met een goed resultaat. Als de kat vlakbij de prooi is, dan geven de snorharen hem, zelfs voor hij die te pakken heeft, informatie over de juiste plek waar hij zijn hoektanden moet zetten om snel te kunnen doden.

6 Snorharen helpen de kat bij het vangen van een prooi. Kruis aan: wat doen ze?

❑ Ze vertellen waar de prooi zit.

❑ Ze vertellen hoe de kat de prooi moet bijten met zijn hoektanden.

❑ Ze vertellen welke prooi er in de buurt is.

Ik heb per ongeluk de snorharen van mijn kat afgeknipt. Zullen ze weer aangroeien?

Wees gerust, er komen andere in de plaats. Maar zolang ze nog niet aangegroeid zijn, zal je kat problemen hebben om zich ’s nachts te bewegen en te jagen. De muizen zullen er blij mee zijn.

7 Markeer de zin die vertelt wat er gebeurt als een kat zijn snorharen verliest, met blauw.

uit Ik verzorg mijn kat, Jean Cuvelier, NBD Biblion

het contact samenzijn, bij elkaar zijn het karakter wie en hoe je bent het obstakel iets dat in de weg staat vlakbij dichtbij de prooi dier waarop gejaagd wordt

3
Les 2

De kleine dwergmuis

De tarwevelden golven zachtjes in de zomerhitte. Op een halve meter boven de grond hangt een plantaardig bolletje tussen de stengels. Het is een nestje, gemaakt door moeder dwergmuis. Om het nest te bouwen heeft het vrouwtje enkele stengels naar elkaar toe getrokken.

Ze heeft de blaadjes in repen geknaagd en tot een warrige bol gevlochten, zonder ze los te maken van de stengel. Zo is het nest stevig opgehangen.

Ze heeft de binnenkant bekleed met gras en bloemblaadjes.

8 Noteer bij elke groene pijl het meest passende woord.

uitzicht - familie - woning

Dwergmuis

MIJN WETENSCHAPPELIJKE NAAM IS micromys minutus.

IK BEHOOR TOT DE KLASSE VAN de zoogdieren. Ik ben een knaagdier en ik eet zaden en planten.

MIJN GROOTTE:

Ik ben vanaf het puntje van mijn neus tot de onderkant van mijn rug 5 tot 8 cm lang en mijn staart is 5 tot 7 cm lang.

MIJN GEWICHT:

Ik weeg 5 tot 11 gram. Bij mijn geboorte weeg ik amper 0,7 gram.

MIJN BIJZONDERE KENMERKEN:

9 Omkring het juiste antwoord. Hoeveel weegt een dwergmuis bij de geboorte? 2 gram 0,7 gram 0,1 gram

10 Omkring het juiste woord in deze zinnen.

De dwergmuis is het grootste / kleinste knaagdier van Europa. De dwergmuis is een hoefdier / knaagdier / schelpdier de hitte warmte plantaardig gemaakt van planten warrig door elkaar, ziet er slordig uit

Ik ben het kleinste knaagdier van Europa. Ik heb kleine oortjes, maar mijn staart is bijna net zo lang als mijn lijf. De geelachtige pels op mijn rug wordt in de winter rossig. Mijn buik is wit.

uit Zo worden kleine dieren groot op het platteland, Colette Barbé-Julien, Deltas

4 Les 2

Het konijn

Naam Konijn

Gemiddelde levensduur 5 tot 8 jaar (soms zelfs 14 jaar)

Aantal baby’s per worp 4 tot 10 kleine konijntjes Kenmerken korte voorpoten, lange achterpoten, grote oren Familie behoort tot de haasachtigen Voedsel planten, gras, hooi, groenteresten Gewicht anderhalve kg tot twee kg

Belangrijke weetjes

• Een konijn is zindelijk. Dat wil zeggen dat het op een vaste plaats zijn behoefte doet. Zijn uitwerpselen noemen we keutels. Het konijn eet soms zijn eigen keutels op. Dat is heel gezond voor zijn darmen.

11 Hoe noemen we het wanneer konijnen op dezelfde plaats hun behoefte doen? Markeer het met blauw in de tekst.

12 Hoe noemen we de uitwerpselen van een konijn? Markeer het met geel in de tekst.

• Konijnen kunnen met hun ogen open slapen.

• Alle leden van de konijnenfamilie hebben een eigen naam.

– Een mannetjeskonijn heet een ram.

– Een vrouwtjeskonijn heet een voedster.

– Een babykonijn noemen we een lamprei.

13 Wat is er speciaal bij slapende konijnen? Markeer het met rood in de tekst.

14 Hoe heet een babykonijntje? Omkring het in de tekst.

• De tanden van konijnen groeien hun hele leven verder. Dat is goed, want met al hun geknaag zou er anders niet veel meer overblijven van hun tanden.

• Een konijn maakt soms een vreugdesprong in de lucht. Dat doet hij door met zijn vier poten tegelijk in de lucht te springen en een halve draai te maken. Dat noemen we een ‘binky’.

15 Wat is een binky? Markeer het met groen in de tekst.

5 Les 2

1 Hoeveel huisdieren zijn er in onze klas? Turf en noteer. hond kat konijn

2 Maak een staafdiagram met de info uit vraag 1.

20 19 18 17 16 15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0

L e s 3 Ik kan informatie verzamelen vooraleer ik start met schrijven. hond kat konijn

3 Welk besluit kun je trekken na dit onderzoek? Bespreek in je groepje. – Welk huisdier hebben we het meeste in onze klas? – Niemand in onze klas heeft een als huisdier.

6 Les 3

Les 4 Ik kan verkleinwoorden herkennen en maken. 10

Lees deze zinnen. Markeer de verkleinwoorden met geel.

Het eekhoorntje behoort net als het hamstertje tot de knaagdieren. Zijn eten verzamelt hij in de herfst. Hij verstopt het in een holletje onder de grond of in een verlaten nestje in een boompje. Daar ligt dan zijn voorraadje voor de hele winter.

2 Noteer de verkleinwoorden uit oefening 1 in de juiste kolom. + je + tje + pje + etje

3 Zoek bij elk woord het verkleinwoord. Markeer ze met dezelfde kleur. beest putje bolletje klauw oortje konijntje konijn oor klauwtje bol beestje put

4 Welk woord in de rij is geen verkleinwoord? Omkring. kindje kastanje vrouwtje klasje boekje torentje bloempje meisje

7 Les 4

Les 5 Ik kan informatie opzoeken, aanduiden en vergelijken.

1 Hoe zoek je informatie op? Noteer.

We kunnen informatie of weetjes over dieren vinden op verschillende manieren. Zo kunnen we iets opzoeken: ––––

2 Hoe vind je een antwoord op je vraag? Bekijk de teksten op de volgende pagina’s en vul de tabel in.

Deze kinderen hebben elk een vraag over hun huisdier.

Kun jij hen helpen met het zoeken naar een antwoord op hun vraag?

Wie? Welk huisdier? Vraag?

Ken je het antwoord al?

Merel hond Hoe leer ik mijn hond luisteren? ja – nee

In welke tekst ga je op zoek?

In welke tekst vond je het antwoord?

Hasan egel Waarom maken de egels in mijn tuin ’s nachts zoveel lawaai? ja – nee Ella gerbil Ik zoek een vriendje voor mijn muis. Welk vriendje kan ik bij mijn muis in hetzelfde hok stoppen? ja – nee

8 Les 5

1 Leer hem luisteren als je hem roept.

Zodra hij buiten is, rent je hond alle kanten op. Dat is normaal, hij leeft zich uit. Maar weet hij ook dat hij naar jou moet terugkomen als je hem roept?

Als je je hond leert luisteren wanneer je hem roept, dan zal je hem heel wat stommiteiten besparen: een dier in de natuur verstoren, iemand op het strand lastigvallen, vechten met een andere hond, of zelfs de straat oversteken als er auto’s rijden.

Aan het werk dus, als je hem af en toe een beetje vrij wil laten! Dan zul je hem niet steeds aan de lijn moeten houden.

3 Een hond die niet luistert, doet domme dingen. Onderstreep twee stommiteiten in de tekst.

TE VERMIJDEN!

Loop niet achter hem aan. Dan zet je hem enkel aan tot vluchten!

Het heeft geen zin je op te winden!

Je hond zal je reactie niet begrijpen. En je loopt het risico om zijn vertrouwen kwijt te raken voor de volgende keer.

Haal de bevelen die je hem geeft niet door elkaar. Dat brengt hem in de war. Eén bevel per keer!

Wees precies!

Gebruik steeds dezelfde woorden om je hond naar jou te laten komen. Hij zal sneller leren!

uit Onze Wereld Wapiti, maandblad nr. 238 juli

4 Verbind het gedrag van het baasje met het gedrag van de hond.

Precies zijn. • •

Je hond zal vluchten. Je opwinden. • • Je hond zal sneller leren.

Achter de hond aan lopen. • • Je hond zal in de war zijn. Veel bevelen tegelijk geven. • • Je hond raakt het vertrouwen kwijt.

de stommiteit iets doms

9 Les 5

2 Een gerbil of renmuis

Mannetje of wijfje?

Vanaf drie maanden kun je het geslacht herkennen. Gerbils kunnen zich voortplanten vanaf twee maanden. Ze kunnen tot zes worpen van acht kleintjes krijgen per jaar! Let dus op wanneer je een mannetje en een vrouwtje samen in een hok zet: de kans op een uitgebreid gezin is erg groot!

5 Reken uit.

Dat zijn ______________ baby’s op één jaar.

6 Kruis aan. Een ‘uitgebreid gezin’ wil zeggen:

❑ een groot gezin

❑ een klein gezin

Tem hem

Laat hem je hand ruiken en leer hem dan om er een zonnebloempitje, zijn favoriete snoepje, te komen halen. Als je rustig blijft en genoeg geduld hebt, dan zal hij uiteindelijk op je hand kruipen. Zomaar!

7 Het kan lang duren om een gerbil uit je hand te laten eten. Markeer hoe dit in de tekst gezegd wordt.

Vriendjes? Ja maar ...

Zoek je een vriendje voor hem? Gerbils leven graag in groep. Maar om hun gebied te verdedigen kunnen ze elkaar zelfs doodbijten. Zeker vrouwtjes. Neem daarom twee babymannetjes en laat ze niet samenhokken met andere knaagdieren.

8 Kruis aan wie samen in een hok mag.

❑ een gerbil en een konijn

❑ twee mannetjesgerbils

❑ een mannetje en een vrouwtje

❑ twee vrouwtjesgerbils

❑ een gerbil en een rat

voortplanten kinderen maken favoriet wat je het leukst vindt

10 Les 5
11 Les 5 uit
Onze wereld Wapiti, maandblad nr. 260 mei

3 Dagelijks dierennieuws

Luide egels

Wetenschappers hebben ontdekt waarom egels ’s avonds zoveel lawaai maken. Ze maken dan hun avondwandeling en doen dit niet bepaald stil en rustig. Ze gaan luidruchtig op zoek naar insecten in tuinen en planten.

Een beetje lawaai maken kan geen kwaad. Er zijn immers maar weinig vijanden die zin hebben in zo’n stekelig hapje. Wanneer je een egel aanraakt, dan rolt hij zich op tot een bolletje terwijl zijn 6000 stekels naar omhoog gaan. Enkel een das, een hond of een oehoe durven hem aanvallen.

9 Kruis het juiste antwoord aan. Egels maken lawaai omdat …

❑ ze bang zijn. ❑ ze het koud hebben. ❑ ze honger hebben.

10 Markeer met geel. Wat doet een egel als er gevaar dreigt?

11 Onderstreep de dieren die een egel durven aanvallen. luidruchtig met veel lawaai

Les 6 Ik kan spreken over mijn huisdier of lievelingsdier.

VOOR HET SPREKEN

1 Ik denk na over mijn spreekopdracht. WIE? Mijn huisdier of lievelingsdier is een . WAT? Waarover wil ik iets vertellen? Noteer het in vijf woorden.

Ik kan vertellen over mijn huisdier of lievelingsdier.

2 Waarop let ik tijdens het spreken?

Wat vind je nog moeilijk als je voor de klas moet spreken? Kies twee vakjes en kleur ze groen. Probeer er tijdens de spreekopdracht speciaal aan te denken!

Ik spreek verstaanbaar. Ik spreek luid genoeg. Ik kijk mijn publiek aan.

Ik geef antwoord in een volledige zin. Ik spreek traag en duidelijk.

NA HET SPREKEN

Ik durf iets over mezelf vertellen.

Ik vond mijn spreekoefening _________________________________________.

Is het gelukt om aandacht te geven aan één van de groene vakjes tijdens het spreken? Markeer de meest passende zin.

Ja, ik heb erop gelet tijdens het spreken. Neen, ik heb niet gedacht aan mijn groene vakjes tijdens het spreken.

Ik weet het eigenlijk niet meer.

13
Les 6

Les 7 Ik kan informatie verzamelen.

Ik werk samen met .

UITZICHT

SPECIALE WEETJES

14 Les 7

ETEN

WIE HEEFT DIT ALS HUISDIER?

15 Les 7

Les 8 Ik weet dat bijvoeglijke naamwoorden meer informatie geven over het zelfstandig naamwoord.

Omkring in de kolom links de bijvoeglijke naamwoorden en onderstreep de zelfstandige naamwoorden. Vervang daarna in de kolom rechts het bijvoeglijk naamwoord door een ander bijvoeglijk naamwoord. de brave hond de _________________ hond een vieze muis een _________________ muis de oude kat de __________________ kat het saaie weetje het ____________________ weetje de luide egel de ___________________ egel 2 Schrijf de woorden op de juiste trap. Kijk naar het voorbeeld. gek - gekker - gekst het gekste boek een gekker verhaal een gek idee kleinst - klein - kleiner de _____________e vogel een _____________ dier een _____________ beest vreemder - vreemdst - vreemd de _____________e naam een _____________ geluid een _____________ nest

16 Les 8
10

Les 9 Ik kan informatie opzoeken.

Waarom: omdat we onze hond niet kunnen meenemen op reis

Voor wie: alle dierenliefhebbers

DIERENASIEL - GENT

Gezocht: vrijwilligers om de honden uit te laten

Wanneer: elke dag mogelijk (honden ten laatste één uur voor sluitingstijd terug binnenbrengen)

Waar: Citadelpark, Gent

Waarom: Je leert andere mensen kennen. De honden krijgen beweging. Je leert het dierenasiel beter kennen.

Voor wie: alle dierenliefhebbers

DIERENBABYSIT - ANTWERPEN

Gezocht: vrijwilligers om op hond te passen

Wanneer: tijdens de vakantie

Waar: Meir Antwerpen de vrijwilliger iemand die gratis wil werken de liefhebber iemand die ergens van houdt

1 Waar is het dierenasiel? Noteer.

2 Voor wie is deze oproep bedoeld? Noteer.

3 Wanneer kun je met de honden gaan wandelen? Noteer.

4 Omkring hieronder de verklaring die het beste past bij deze oefening.

(het; o; meer voud: asielen)

1 toevluchtsoord 2 inrichting v oor verzorging van dieren 3 verlof of verblijf : politiek asiel vragen in het buitenland

asiel uit Van Dale woordenboek

17 Les 9

!!! VERDWENEN !!!

Mijn katje van 6 maanden oud is weggelopen!

Ze luistert naar de naam ‘Pitoe’. Heb je haar gezien?

Bel 999 000 111. Of breng ze naar Perenstraat 333, Appelgem.

Waar kun je deze tekst tegenkomen? Noteer.

6 Dit tekstje geeft een antwoord op vier vragen. Noteer het cijfer van elke vraag op de juiste plaats naast de tekst.

(1) Hoe heet de poes?

(2) Wat kun je doen als je de poes vindt?

(3) Wat is er gebeurd?

(4) Hoe oud is de poes?

18 Les 9

Huis nodig?

Sommige dieren hebben geen huis nodig. Denk maar aan de dieren in jouw tuin. Kun je een paar dieren opsommen die in de tuin of een park leven?

Ook de slak heeft eigenlijk geen huis nodig. Want die heeft zijn huis gewoon altijd bij zich. Behalve een naaktslak natuurlijk. Een slak behoort tot de familie van de weekdieren. De meeste slakken leven eigenlijk in de zee. De slakken die op het land leven, in de tuin dus, zoeken dan ook graag vochtige plekjes. Zoals tussen dode bladeren, onder stenen of onder een stapeltje hout.

Ze eten vooral planten, tot ergernis van de tuinman!

Zelf hebben ze ook een paar vijanden. Vogels, kikkers, hagedissen en slangen lusten wel graag een slakje.

7 Waar kun je deze tekst tegenkomen? Noteer.

8 Markeer in de tekst de woorden die je een antwoord geven op deze vragen:

- Wat eten slakken? Markeer met rood

- Wie zijn de vijanden van de slak? Markeer met groen

- Leven alle slakken op het land? Markeer met blauw.

19 Les 9

9 Straks bekijk je deze filmpjes.

Kun jij al raden waarover de filmpjes zullen gaan?

Noteer het kort in woorden in de spreekballon.

Ik denk dat het filmpje zal gaan over

Ik denk dat het filmpje zal gaan over

20 Les 9

Ik denk dat het filmpje zal gaan over

Ik denk dat het filmpje zal gaan over

21 Les 9

Les 10 Ik kan een interview voorbereiden.

1 Vul aan.

Ik neem een interview af van . Zijn/haar lievelingsdier is .

2 Wat wil ik te weten komen over dit dier?

3 Ik noteer mijn vijf vragen voor het interview.

1 2 3 4 5

22 Les 10

Les 12 Ik weet wie of wat iets doet in een zin.

Lees de zinnen.

Markeer met groen wie of wat iets doet in de zin (het onderwerp). Insecten ruiken met hun voelsprieten.

Een vleeseter voedt zich vooral met vlees. In dat donkere bos loopt een grote vos.

2 Lees de zinnen.

Markeer met groen over wie of wat iets wordt gezegd (het onderwerp). Markeer met blauw wat er gezegd wordt over het onderwerp. Een jonge dwergmuis weegt 5 tot 11 gram.

De egel heeft geen stekels bij de geboorte.

De bij verzamelt nectar bij de bloemen. Uit de cocon groeit een vlinder.

3 Vul de zinnen aan met een passend onderwerp. de bij – een ree – een konijn – padden

In maart leggen hun eieren in de vijver. houdt van gras, haver en maïs. Met de haren op haar poten vervoert stuifmeel. Tijdens de winter vindt moeilijk eten.

4 Lees het onderwerp en vul de zin aan.

De kleine egel Twee vlinders

23 Les 12
13

Informatie

zender spreker schrijver

iemand die veel weet over dieren

bedoeling

Ik wil de luisteraar of lezer iets te weten laten komen over dieren

boodschap informatie in weetjesboeken, tijdschriften, internet

ontvanger luisteraar lezer

iemand op zoek naar informatie

Informatieve teksten

We leren iets bij.

De informatie is altijd waar.

We vinden dit in informatieve boeken, het internet, dierentijdschriften …

Dit vergeet ik niet:

– Ik kan verkleinwoorden herkennen.

– Een zin bestaat uit twee delen:

– wie of wat iets doet (onderwerp).

– wat er over het onderwerp wordt gezegd.

– Ik weet dat bijvoelijke naamwoorden meer informatie geven over zelfstandige naamwoorden.

Ik kan spreken over mijn huisdier of

– Ik praat rustig.

– Ik praat luid genoeg.

– Ik kan antwoorden in een zin.

– Ik durf iets over mezelf vertellen.

Herdruk 2022/1191 - Bestelnummer 60 1021 613 ISBN 978 90 4863 565 8 - KB D/2019/0147/249 - NUR 191 -
YPCA
uitgever die
© Copyright die Keure,
9 789048 635658
Thema
Verantwoordelijke
Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge
Brugge - RPR 0405 108 325

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.