3 minute read

5 Vos en Haas – Het kind van Eik

Vos en Haas

Het kind van Eik

De boom van Uil is een eik. Hij schudt met zijn takken. Daar valt een noot op de grond! En nog één! En nog één!

Uil raapt een noot op. Het is een mooie noot. Het lijkt net een ei. Een piepklein ei in een dop. Een noot voor Pluim! lacht Uil. Die stuur ik op met de post!

Vos! Vos! Kom en help me! Ik maak een pakje voor Pluim! Voor Pluim? vraagt Vos. Vos vindt Pluim wel aardig. Heel erg aardig!

Hij wil best een pakje voor haar maken. Een groot, mooi pak met een strik! Doe de noot in die doos, Uil. Dan stop ik er een brief bij, zegt Vos.

Die brief is fout! roept Uil. Die noot komt niet van jou. De noot is van mij! Jij geeft de noot. En ik geef het pak, zegt Vos slim.

Dag Pluim Dit is een pak. Voor jou. Van mij. VOS

Dan schrijf ik ook een brief! roept Uil boos.

Een eik past toch niet in een pak! lacht Vos. Uil bloost. Hij schreef het niet goed. Haas! Haas! Kom en help mij! roept Uil. Ik schrijf een brief naar Pluim. Maar ik weet niet hoe het moet. Een brief naar Pluim? Die wil ik wel eens zien, zegt Haas.

Haas leest de brief. Ze kijkt in de doos. Daar ligt de noot. Ze schudt haar kop. Ik zie geen noot, zegt ze. En ik zie ook geen boom. Ik zie … ik zie … Dag Pluim van De noot is mijn boom. Dat is een eik.

Voor jou.

Xxxxxxx

Uil

Ik zie een heel bos!

Wat zeg je, Haas? Zit er een bos in mijn pak? vraagt Vos. Dat wil ik zien! Maar hij ziet geen bos. Hij ziet alleen een noot! Wat flauw! roept Vos. Je hield me voor de gek. Er is geen bos.

Toch wel, zegt Haas. In de doos zit een noot. In de noot zit een boom. In de boom … zit een bos!

Het is niet gewoon een noot, zegt Haas boos. Het is een eikel. Daar zit een eik in. Een noot is het kind van een boom, beweert Haas. Daar moet Vos hard om lachen. Haha, die noot lijkt niet op een kind! Die noot lijkt op … lijkt op …

Een ei! roept Uil. De eikel is het ei van Eik! Ga weg! Ga weg! Ik moet broeden! Ik moet broeden op het ei van Eik!

Schei uit, Uil, zucht Haas. Op een noot moet je niet broeden. Een noot moet je planten!

Planten? vraagt Uil. Planten? vraagt Vos. Zomaar, in de grond?

Ja, zo hoort het, zegt Haas. Anders komt er nooit een boom uit de noot. Af en toe begieten. En heel af en toe een schepje mest. En wat nog meer? vraagt Vos. Niets, zegt Haas. Een boom groeit vanzelf.

Ooit was jouw boom een eikel, zegt Haas dan. Nu is dit een eikel. En straks is het een eik. En daarna wordt het een heel bos, zegt Uil. Een eikenbos, knikt Haas.

Vos zegt niets. Hij denkt een poos na. Het is dus toch waar. In het pak voor Pluim zat een noot. En een boom. En een heel bos!

schrijver Sylvia Vanden Heede tekenaar Thé Tjong-Khing

Dag Pluim Dit is een pak vanmij. Met een noot van mij. En een bos van ons allebei. Vos en Uil