Doelen
Activiteit 103 Dansbare plattegrond
Auteur Jumiati Waegeman • Coördinatie Yves Bondue1 De kinderen kunnen variaties in vormen en de grootte van bewegingen beleven en herkennen.
2 De kinderen kunnen emoties tonen via een beweging.
3 De kinderen weten wat een danspartituur is en kunnen een bewegingszin omzetten in een danspartituur.
Leermiddelen Lijnpartituur
Aedo - Tostas Mistas
Bijlage 1 - Voorbeeld danspartituur
Kopieerblad 1 - Plattegrond
Kopieerblad 2 - Bewegingszin
Materialen
Witte A3-bladen
Tekenpotloden
Stiften
Vooraf Indien je Muzemundo 5 thema 6 activiteit 9 Danspartituren al gaf, kun je al eens kort vragen aan de leerlingen of ze nog weten wat een danspartituur is. Stap 1.1 kun je dan overslaan.
Beschouwen in groep Bijlage 1 - Voorbeelden danspartituur
1.1 Danspartituur ontdekken
Verdeel de klas in groepen van drie tot vier leerlingen. Zorg dat elke groep een danspartituur heeft.
Stel hen de vraag: Wat zien jullie hierop? Wat zou dit kunnen voorstellen?
Laat de leerlingen in groep vertellen wat ze zien en associaties maken. Vertel hen dat het geen raadspel is en dat ze geen fouten kunnen maken. Het gaat hier over het verruimen van de blik.
Ga na 5 minuten klassikaal na wat elke groep gevonden of gezien heeft. Laat de leerlingen onderling hun observaties uitwisselen. Vertel dan dat alle beelden manieren zijn waarop je dans en beweging kunt noteren. Dat heet, net zoals in de muziek, een ‘partituur’.
Een danspartituur is dus een grafische notatie waarmee je het dansverloop weergeeft. Dat kun je op verschillende manieren doen.
1.2 Lijnpartituur uitvoeren
Bewegen Lijnpartituur
Projecteer de afbeelding van de lijnpartituur op het bord of print het af op A3-formaat. Vertel dat het een ‘lijnpartituur’ is. Bespreek de elementen van deze danspartituur.
Begin met de lijn.
Je ziet een lijntekening met allerlei symbolen op. De lijn staat voor de weg die we moeten afleggen. Je begint met het stappen in een S-vorm; op het einde van de S maak je een grote 8 en die eindig je dan met een boog.
Stap deze vorm met de leerlingen. Laat ze allemaal in een rij achter je stappen. Nadien doe je dit nog een keer maar in plaats van gewoon te stappen, maken jullie soepele bewegingen. Jullie lijken te zweven. Daarna laat je de leerlingen de vorm alleen dansen.
Tip: Indien je dit op de speelplaats doet, kun je met stoepkrijt de lijn op de grond tekenen.
Verzamel de leerlingen terug rond de partituur. De weg zelf hebben ze al ervaren maar op de partituur staan nog symbolen.
Bekijk de legende en laat de leerlingen bij elk symbool de bijhorende beweging uitvoeren. Indien er variaties op de bewegingen zijn, kies dan samen met de groep de meest gepaste beweging.
Wanneer er een beweging gekoppeld wordt aan een symbool voert iedereen deze ook uit. Doe dit voor alle symbolen.
Stel de volgende vraag:
- Waarom zijn sommige symbolen groter of kleiner getekend? (Dat wil zeggen dat je de beweging groot of klein moet uitvoeren. Je past de grootte van de beweging aan aan de grootte van het symbool.)
Bekijk met de leerlingen welke symbolen een verschillende grootte hebben en voer ze zowel klein als groot uit.
2 Kern
Groepswerk Kopieerblad 1Plattegrond Kopieerblad 2Bewegingszin
Witte A3-bladen Tekenpotloden
2.1 Lijnpartituur aan de hand van een plattegrond Verdeel de klas in groepen van drie tot vier leerlingen. Zorg dat elke groep een plattegrond, een strook met de bewegingszin, een wit blad en een tekenpotlood heeft.
Laat de leerlingen de plattegrond en legende goed bekijken.
Zoals jullie zien heeft dit pretpark verschillende attracties en andere plaatsen. Overloop ze eens en kies dan samen de plek waar jullie als eerste naartoe zouden willen gaan. Omcirkel deze op de plattegrond. Schrijf het nummer op de strook in de cirkel bij het startnummer.
Geef de leerlingen hiervoor even de tijd.
Wanneer je een startpunt gekozen hebt, stippel je een weg uit op de plattegrond. Je weg moet langs vier verschillende plaatsen lopen en eindigen in een zesde nummer. Dat is je eindnummer.
Teken deze weg op de plattegrond en schrijf de nummers in de juiste volgorde op de strook.
Nu is het tijd om aan het echte werk te beginnen.
Bij elk nummer dat je opschreef op de strook, zoek je een beweging die hier volgens jullie past bij de plaats op de plattegrond. Denk ook eens na over de emotie die je erbij kan laten zien.
Als je voor elk nummer een beweging hebt, zoek je een symbool dat erbij past en teken je dit onder het nummer in het vierkant op de strook.
Stiften
Daarna teken je de lijn van de weg over op het grote blad en teken je er de symbolen bij. Let op: als jullie afgesproken hebben om de bewegingen groot te maken, moeten de symbolen dat ook zijn. Gebruik eventueel stiften om iets duidelijker te accentueren.
Teken ook een legende op het blad. In de legende noteren jullie welke beweging bij welk symbool hoort.
Aedo - Tostas Mistas
Wanneer de leerlingen klaar zijn met hun partituur, oefenen ze het een aantal keer op muziek.
uze un do uze un do uze un do uze un do uze un do 5
3 Afsluiter Presentatie
Bespreking Zelfevaluatie
3.1 Presenteren
Elke groep presenteert nu zijn danspartituur. Deze wordt zichtbaar opgehangen in de klas.
De andere groepen proberen te achterhalen welke weg er gekozen werd.
Bespreek na elke voorstelling:
- Was het duidelijk welke weg ze gekozen hebben?
Zag je een verschil in grootte van de bewegingen?
Kon je dat ook terugzien op de partituur?
Tijdens de zelfevaluatie laat je de leerlingen rechtop staan.
Wanneer ik in mijn handen klap, gaan jullie in één beweging tonen wat jullie van de les vonden.
Wanneer je kiest voor een grote beweging, dan vond je het een fijne les.
Wanneer je een kleine beweging maakt, was het echt jouw ding niet.
4 Tips
Wanneer je voor deze activiteit thema 8: Prettige parken wouw actie 2 De plattegrond van mijn pretpark deed, kun je de leerlingen een kopie van hun eigen plattegrond geven. Die gebruiken ze dan om hun danspartituur te maken.