Max-mavo 1B - module Goesting

Page 1


Starter

Yasmine, een twaalfjarige eerstejaarsstudent, houdt van gamen en TikToks kijken in haar vrije tijd. Zij en haar beste vriendin Lina zijn altijd op zoek naar de nieuwste trends, vooral als het gaat om snacks en grappige nieuwigheden. Op een dag komt er een nieuwe trend voorbij: “Eet de perfecte snack”. Iedereen lijkt het te doen, en Yasmine wil natuurlijk niet achterblijven. Maar deze trend roept wel heel veel vragen op bij Yasmine: “Wat is de perfecte snack? Waar vind ik die? En moet deze snack gezond zijn?”

1 Welke TikTok-snack spreekt jou het meest aan? Kleur het hartje bij de afbeelding in.

2 Hoe perfect zijn deze snacks? Lees de vragen en markeer het antwoord dat volgens jou juist is. Bespreek daarna klassikaal.

Donuts zijn lekker, maar hoeveel suiker zit er in één donut?

�� 25 g

�� 50 g

Chips bevatten vaak veel zout. Hoeveel zout zit er gemiddeld in een zak chips van 100 g?

�� 1,5 g zout

�� 3 g zout

Tomaten zijn een bron van vitaminen. Welke vitamine zit er het meest in tomaten?

�� Vitamine C: versterkt ons immuunsysteem en helpt bij wondgenezing.

�� Vitamine D: zorgt voor sterke botten en tanden.

Bosbessen staan erom bekend dat ze gezond zijn, ze zijn goed voor de spijsvertering.

�� Bosbessen zijn rijk aan vezels, wat bijdraagt aan een gezonde spijsvertering.

�� Bosbessen zijn ongezond, omdat ze weinig voedingsstoffen bevatten.

Noten bevatten gezonde vetten. Welke soort vetten vind je vooral in noten?

�� Onverzadigde vetten: gezonde vetten, ze zijn goed voor je hart.

�� Verzadigde vetten: vetten die je cholesterol verhogen.

3 Opgepast! De ene TikTok-trend is de andere niet. Bekijk de nieuwsbronnen en beantwoord de vragen mondeling.

Hoe denk je dat deze trends door sociale media zoals TikTok populair worden?

Welke TikTok-trend is gezond en welke niet?

Welke van de beide trends zou je uitproberen en waarom?

Hoe denk je dat influencers of populaire TikTokkers invloed hebben op wat mensen eten of kopen? Waaruit kan je dit afleiden?

Denk je dat een product duurder wordt als het populairder wordt?

Welke TikTok-trends ken je nog?

We komen dagelijks in contact met trends op sociale media. Sommige zijn gevaarlijk, andere nuttig. Gebruik deze checklist om te controleren of socialemediatrends betrouwbaar zijn.

1. Onderzoek de bron

Zoek op wie de trend heeft gestart en waar deze vandaan komt Is het een betrouwbare persoon of organisatie?

2. Zoek extra informatie

Gebruik het internet om te kijken of de trend veilig en gezond is Wat zeggen experts, zoals dokters of wetenschappers erover?

3. Lees reacties en waarschuwingen

Bekijk reacties van andere gebruikers en zoek naar waarschuwingen van nieuwsberichten Zijn er gevaren gemeld?

4. Gebruik je gezond verstand

Vraag jezelf af: Is dit veilig? Kan ik mezelf of anderen hiermee pijn doen? Denk goed na voordat je iets probeert

5. Vraag advies aan een volwassene

Als je twijfelt, vraag een ouder, leraar of een andere volwassene om hulp. Ze kunnen je helpen bepalen of het een goede of slechte trend is

Komkommer trend
Carnivoor dieet

Denkwijs

‘Gezond en duurzaam eten is goed voor jou en voor het milieu, maar het is veel te duur.’

Ben je het eens (of oneens) met deze stelling? Waarom?

Duid jouw mening met een pijltje aan op de fact-o-meter.

Geef twee redenen waarom je die mening hebt. Dat heet ‘argumenteren’.

Lees hieronder eerst nog eens goed hoe je moet argumenteren.

Argumenteren, hoe doe je dat?

Soms kom je in situaties terecht waarin je de ander wilt of moet overtuigen van jouw standpunt. Dat doe je door goede argumenten te geven.

1

Je neemt een standpunt in:

Ik vind dat …

Ik denk dat … Volgens mij …

2

Je legt uit waarom je iets vindt: want … omdat … aangezien … = argumenteren

argument 1: argument 2:

Bespreek je standpunt met je buur.

Gooi het ten slotte in de groep. Wat denkt de klas hierover?

1.1

Voedseltrends doorheen de tijd

Smaken van toen

Yasmine en Lina zijn nieuwsgierig geworden naar de geschiedenis van eetgewoontes. Ze besluiten de uitdaging serieus te nemen en meer te ontdekken over hoe mensen in verschillende tijdsperiodes aten. Hun leerkracht nodigt de klas uit om samen op onderzoek te gaan: van de eenvoudige gerechten van de jagersverzamelaars, tot de rijkelijke banketten in de middeleeuwen, en de opkomst van kant-en-klare gerechten in de moderne tijd.

1 Bekijk de afbeeldingen. Lees daarna de teksten op de volgende pagina en noteer telkens de juiste letter van elke afbeelding in de tabel en op de tijdslijn.

prehistorie

oude nabije oosten

klassieke oudheid

middeleeuwen

vroegmoderne tijd

moderne tijd

In de prehistorie aten mensen wat ze in de natuur konden vinden, zoals vlees van wilde dieren, vis, fruit, noten en wortels. Ze jaagden en verzamelden hun voedsel. Vaak werd het rauw gegeten of eenvoudig boven een vuur bereid.

Deze periode staat vooral bekend om de landbouw, waarin mensen granen zoals tarwe en gerst gingen telen. Ze vulden dit aan met groenten, fruit en soms vlees. Het eten werd simpel klaargemaakt, vaak door bakken en koken in potten.

In de Griekse en Romeinse tijd bestond het eten vooral uit olijven, olie, wijn, groenten en vlees. Kruiden en specerijen gaven al wat meer smaak aan de gerechten.

De rijke mensen genoten vooral in de burchten en de kastelen van grote eetfestijnen met veel vlees, vis, brood en exotische specerijen. Overvloed en luxe stonden centraal. De armen aten voornamelijk simpele gerechten, zoals stoofpotten van granen, groenten en peulvruchten, vaak zonder vlees.

Met de ontdekking van Amerika kwamen nieuwe voedingsmiddelen, zoals maïs, koffiebonen en tomaten naar Europa. Ook suiker werd meer gebruikt in het eten. Er kwamen meer complexe gerechten met meer variatie in ingrediënten.

Door de opkomst van de industrie ontstond er veel verwerkt voedsel, zoals ingeblikt of kant-en-klaar eten, dit was handig voor de grote Wereldoorlogen. Tegelijkertijd is er meer aandacht voor gezonde voeding.

HISTORISCHE TIJDSPERIODES

We kunnen het verleden verdelen in verschillende historische tijdsperiodes, zoals de prehistorie, oudheid, middeleeuwen, vroegmoderne tijd en moderne tijd. Elke periode heeft zijn eigen kenmerken, zoals de manier waarop mensen leefden, werkten en aten. Door naar deze kenmerken te kijken, kunnen we beter begrijpen hoe het leven vroeger was en hoe het is veranderd door de eeuwen heen. De laatste periode, de hedendaagse tijd, begon na de Tweede Wereldoorlog en loopt nog steeds.

2 Bekijk nu de video en beantwoord de vragen.

Over welke historische tijdsperiode gaat het in de video? Markeer. prehistorie / oude nabije oosten / klassieke oudheid / middeleeuwen / vroegmoderne tijd / moderne tijd / hedendaagse tijd

Aan welk kenmerk herken je deze periode?

Waarom werd deze techniek vroeger toegepast? Kruis aan.

om te bepalen of het eten voldeed aan de dieetwensen van de keizer om ervoor te zorgen dat het eten smakelijk was en goed gekruid om te controleren of het eten veilig was en niet vergiftigd

Wordt deze techniek tegenwoordig nog toegepast? ja / nee

1.2 Gezond eten door bronnen gezien

Yasmine beseft dat wat als de ‘perfecte snack’ wordt beschouwd, door de eeuwen heen sterk is veranderd. Terwijl ze verder leren, vragen de leerlingen zich af: “Zou de perfecte snack niet meer betekenen dan alleen smaak? Wat als gezondheid en duurzaamheid ook een rol spelen?”

1 Was het eten doorheen de tijd al altijd even gezond en belangrijk? Lees en bekijk de verschillende bronnen en situeer ze op de historische tijdslijn op de volgende pagina. Noteer het nummer van de bron in de juiste periode.

Dit is een standbeeld van Hippocrates (ca. 460-370 v.Chr.). Hij was een Griekse arts, ook wel de ‘vader van de moderne geneeskunde’ genoemd. Hippocrates geloofde dat voeding een belangrijke rol speelde in het behouden van gezondheid en het voorkomen van ziektes. Zijn beroemdste uitspraak was: “Laat uw voeding uw medicijn zijn”. Hij adviseerde matigheid, een evenwichtig dieet van verse, eenvoudige voeding, en aanpassing van het dieet aan seizoenen en omstandigheden om gezond te blijven.

Deze afbeelding werd geïntroduceerd als hulpmiddel dat mensen kon helpen om gezond en evenwichtig te eten. Dit ontstond in de jaren 70 in Zweden. De driehoek was oorspronkelijk verdeeld in groepen: granen, groenten en fruit, en eiwitten, zoals vlees en zuivel. De focus lag in deze periode vooral op het bieden van voldoende energie en voedingsstoffen, en minder op specifieke gezondheidsproblemen, zoals hartziekten of obesitas.

dieet eenvoudige voeding, het dieet aan seizoenen omstandigheden

Bron 2:
Dit is een standbeeld (ca. 460-370 v.Chr.). Griekse arts, ook moderne geneeskunde Hippocrates geloofde belangrijke rol van gezondheid ziektes. Zijn beroemdste "Laat uw voeding Hij adviseerde evenwichtig

Via deze QR krijg je een video te zien over de nieuwe voedingsdriehoek. De nieuwe voedingsdriehoek van 2017 legt de focus op gezonde en duurzame voeding. De driehoek moedigt aan om meer plantaardige voeding te eten, zoals groenten, fruit, en volkoren producten, en om de consumptie van vlees en zuivel (dierlijke voeding) te beperken. Ook wordt er aandacht besteed aan het verminderen van voedselverspilling en het kiezen voor seizoensgebonden en duurzame producten.

Dit recept komt uit de middeleeuwen. Toen aten de mensen wat er beschikbaar was in hun omgeving en wat het seizoen te bieden had. Ze moesten vooral zorgen dat ze genoeg te eten hadden om gezond te blijven. Dit betekende veel brood, pap en groenten, en minder vaak vlees. Kruiden en specerijen, zoals tijm en kaneel werden gebruikt omdat men dacht dat ze goed voor de gezondheid waren. Hoewel ze niet zoveel wisten over voeding zoals wij nu, begreep men dat wat je eet belangrijk is om ziekten te voorkomen en je sterk te houden.

2 Welk woord zoeken we? Vul het kruiswoordraadsel in. Tip: gebruik de gekleurde woorden uit de bronnen.

Horizontaal

4 Wat halen we uit het eten zodat we kunnen bewegen en denken?

5 Welke voeding komt van dieren, zoals melk, vlees en eieren?

6 Wat hebben we nodig in onze voeding om gezond te blijven?

8 Hoe heet de wetenschap die mensen beter maakt als ze ziek zijn?

9 Hoe noem je iets dat goed is voor de natuur en lang meegaat?

Verticaal

1 Hoe noemen we eten dat niet van dieren komt?

2 Hoe heet het als iemand te zwaar is en dat ongezond is?

3 Hoe noem je eten dat maar een paar maanden per jaar groeit?

7 Hoe noem je een manier van eten om gezond te worden of af te vallen?

3 Op pagina 9 en 10 zag je een aantal bronnen. Welke soort historische bron werd telkens gebruikt? Gebruik de hulpkaart. Markeer de soort bron. Volg het voorbeeld.

bron 1 (afbeelding)

geschreven bron / ongeschreven bron / visuele bron / audiovisuele bron / mondelinge bron / materiële bron

bron 2 (standbeeld)

geschreven bron / ongeschreven bron / visuele bron / audiovisuele bron / mondelinge bron / materiële bron

bron 3 (video)

geschreven bron / ongeschreven bron / visuele bron / audiovisuele bron / mondelinge bron / materiële bron

bron 4 (recept)

geschreven bron / ongeschreven bron / visuele bron / audiovisuele bron / mondelinge bron / materiële bron

HISTORISCHE BRONNEN

We kunnen historische bronnen onderverdelen in twee grote categorieën: geschreven en ongeschreven bronnen. Geschreven bronnen zijn teksten zoals boeken, brieven en kranten uit het verleden. Ongeschreven bronnen kunnen verder worden onderverdeeld in:

- Visuele bronnen: afbeeldingen, schilderijen of foto’s.

- Audiovisuele bronnen: films, video’s en opnames van geluid en beeld.

- Mondelinge bronnen: verhaal of interview dat mondeling wordt doorgegeven.

- Materiële bronnen: voorwerpen zoals potten, gereedschap of gebouwen.

Zo leren we op verschillende manieren over de geschiedenis, niet alleen door te lezen, maar ook door te kijken, luisteren en analyseren.

1.3 De voedingsdriehoeken vergelijken

In het vorige hoofdstuk kwamen we te weten wanneer de voedingsdriehoek ontstond. We zullen nu even de geschiedenis van deze voedingsdriehoek van dichterbij bekijken.

1 Lees de tekst en vergelijk de kenmerken van de voedingsadviezen door de jaren heen. Voer daarna de opdrachten uit.

De voedingsdriehoek: van vroeger tot nu

Wist je dat de voedingsdriehoek al even bestaat? In die tijd is er veel veranderd in wat we gezond noemen. Laten we eens kijken naar hoe de driehoek is ontstaan en hoe hij nu werkt.

Het begin: het klavertjevier

In 1967 begon alles met een simpel klavertjevier. Dit was een tekening met vier groepen voeding: melk en kaas, vlees en vis, groenten en fruit, en graanproducten. Het idee was om elke dag iets uit elke groep te eten, zodat je gezond bleef.

De voedingsdriehoek

Na 30 jaar, in 1997, werd het klavertjevier vervangen door een voedingsdriehoek. Dit nieuwe model was veel gedetailleerder.

Bovenaan stonden de belangrijkste dingen, zoals groenten en fruit, waar je veel van moet eten. Onderaan stonden dingen zoals koekjes en frisdrank die je maar weinig nodig hebt. Ook werd in 2000 lichaamsbeweging toegevoegd, zodat de driehoek niet alleen over eten ging, maar ook over gezond bewegen. De naam van deze driehoek werd voortaan de actieve voedingsdriehoek

De nieuwe voedingsdriehoek

In 2017 werd de driehoek aangepast. Nu is hij omgekeerd en moderner. Hij legt vooral de nadruk op plantaardig eten en minder dierlijke producten.

• Donkergroene laag: Hierin zitten noten, peulvruchten, fruit, groenten, gezonde vetten, aardappelen en volle granen. Dit is de laag waar je het meeste van moet eten.

• Lichtgroene laag: Deze bevat eieren, melk, sojadrinks, kaas, yoghurt en gevogelte. Dit mag je regelmatig eten, maar niet te veel.

• Oranje laag: In deze laag vind je rood vlees en boter. Hiervan moet je nog minder eten.

• De cirkel: Los van de driehoek is er een cirkel waarin dingen staan die je zo weinig mogelijk moet eten of drinken, zoals fastfood, frisdrank, vleeswaren en alcohol.

1967: het Klavertje Vier

Bekijk de afbeeldingen van de voedingsdriehoek doorheen de jaren. Nummer ze chronologisch.

VOEDINGSDRIEHOEK

1997: de voedingsdriehoek

Vul de voedingsdriehoek hieronder aan met een woord uit het woordkader. plantaardig – minder – water – dierlijk – rood vlees en boter – meer –zo weinig mogelijk

VOEDINGSDRIEHOEK

2000: calciumverrijkte sojaproducten werden toegevoegd

MEER

DRINK VOORAL

DRINK VOORAL WATER

MINDER

ultrabewerkte voeding

© Vlaams Instituut Gezond Leven, 2017 7

Goed nieuws! ‘Gezond eten’ hoeft helemaal niet ingewikkeld te zijn. Drie eenvoudige uitgangspunten vormen de basis voor de voedingsdriehoek.

2 Bekijk de infografiek. Overleg met je buur wat de drie uitgangspunten zijn. Beantwoord daarna de vragen.

Zoek drie voorbeelden van plantaardige voeding in de infografiek en noteer ze hieronder.

Zijn deze voedingsmiddelen plantaardig of dierlijk?

Schrijf een P of D in de bolletjes.

Welke plantaardige alternatieven voor koemelk ken je? Noteer er twee.

Raadt de voedingsdriehoek aan om volledig vegetarisch (of veganistisch) te eten? Waarom (niet)? Bespreek.

Tegen welke achtergrondkleur worden de producten die we zo veel mogelijk moeten vermijden, afgebeeld? Omcirkel die kleur.

Wat hebben de producten uit dit kleurvak met elkaar gemeen? Noteer.

Noteer drie producten die zich in dit vak bevinden.

We moeten onze ‘consumptie’ matigen (of minderen). Zoek in de infografiek wat men bedoelt met ‘overconsumptie’.

Waarom is het belangrijk om je consumptie te matigen? Markeer. belangrijk voor het milieu / belangrijk voor je eigen gezondheid

In de voedingsdriehoek staan de ultrabewerkte producten in de ‘rode bol’. We moeten die dus zo veel mogelijk vermijden. Maar wat zijn ultrabewerkte producten eigenlijk? De oefening hieronder legt het uit.

3 Bekijk de afbeeldingen hieronder. Noteer de begrippen uit het woordkader in de juiste kolom. Bespreek daarna je keuze met je buur.

niet- of weinig bewerkte producten – ultrabewerkte producten –bewerkte producten

In welke kolom winkelden je (over)grootouders vooral? Zet een X in de passende bol.

In welke kolom zou jij het liefst winkelen? Zet een Y in de passende bol. Vertel waarom.

HOE JE GEZONDER GAAT ETEN

Om gezond te eten hou je best rekening met de volgende punten.

1 Eet in verhouding meer plantaardige voeding dan dierlijke voeding.

2 Vermijd ultrabewerkte voeding.

3 Matig rood vlees en boter.

4 Drink vooral water.

4 Met welke laag van de voedingsdriehoek zouden Yasmine en Lina een lekkere, gezonde én trendy snack kunnen maken? Kan jij een voorbeeld bedenken van zo’n snack? Vertel.

Beweging en bewogen

Terwijl Yasmine en haar klas de voedingsdriehoek bestuderen, ontdekt Lina iets interessants op TikTok. Ze ziet dat veel TikTokkers niet alleen gezonde snacks promoten, maar die ook koppelen aan beweging. Ze gebruiken de ‘bewegingsdriehoek’, een concept dat naast de voedingsdriehoek wordt gebruikt om een gezonde levensstijl te ondersteunen.

2.1 De bewegingsdriehoek

Gezond leven? Dat is gezond eten, maar ook minder lang stilzitten én voldoende bewegen.

1 Scan de QR-code en doe de bewegingstest. Kom te weten hoeveel jij zit en beweegt. Beantwoord daarna de vragen.

Met welk dier word je vergeleken?

Welke tips krijg je mee? Vertel.

Het Vlaams Instituut Gezond Leven ontwikkelde naast de voedingsdriehoek nog een driehoek, de bewegingsdriehoek.

2 Bekijk de video en bespreek samen met je klasgenoten de bewegingsdriehoek. De leerkracht zal je enkele mogelijke vragen geven.

2.2 Een sportheld uit de geschiedenis

1 Lees het verhaal van Timon. Beantwoord daarna de vragen. Je kan hiervoor gebruik maken van het internet.

Timon en de olympische droom

Timon, een twaalfjarige jongen uit het oude Griekenland, droomde ervan om deel te nemen aan de Olympische Spelen in 776 v.Chr. Elke dag hielp hij zijn vader op de boerderij. Hij voerde allerlei taken uit, zoals het verzorgen van de dieren en het dragen van lichte lasten, zoals manden vol olijven. Na zijn dagelijkse taken wandelde Timon vaak door het dorp en over de heuvels.

Na zijn werk trainde Timon ook soms voor de stadionloop, een hardloopwedstrijd van 192 meter, en een van de weinige sporten die toen tijdens de Olympische Spelen werd beoefend. Daarom trainde hij vaak op langeafstandslopen en springen.

Zijn oudere broer Phaidon, daarentegen, zat vaak urenlang stil in het huis, lezend of rustend. “Je zou echt meer moeten bewegen, Phaidon,” zei Timon vaak. “Bewegen is belangrijk, niet alleen voor de Spelen, maar ook om je lichaam gezond te houden.” Phaidon lachte erom, maar Timon bleef elke dag trainen en voelde zich steeds sterker worden.

Toen de Olympische Spelen begonnen in Olympia, stond Timon vol energie aan de start. Zijn training had hem voorbereid, en hoewel hij niet als eerste eindigde, was hij trots. Hij wist dat beweging hem sterk en gezond hield, en dat was voor hem belangrijker dan winnen.

Welke historische bron is dit verhaal?

Aan welk evenement wilde Timon deelnemen?

Waar werd dit evenement toen gehouden? Onderstreep in de tekst.

Voor welke sport(en) oefende Timon? Markeer in de tekst.

In welke periode speelt het verhaal zich af? Situeer met een kruisje op de tijdslijn.

oude nabije

De Olympische Spelen van toen (in het oude Griekenland) kunnen we niet zomaar vergelijken met de Spelen van nu. Er zijn veel verschillen, maar ook een paar dingen die hetzelfde bleven.

2 Lees de verschillende kenmerken in de tabel. Kleur de kenmerken van de Olympische Spelen van toen groen. Kleur de kenmerken van de Olympische Spelen van nu blauw.

de Spelen gaan enkel door in Olympia, Griekenland mannen en vrouwen mogen meedoen

atleten dragen speciale sportkleding er zijn heel wat sporten, zoals zwemmen en skateboarden de winnaar krijgt een krans van olijfbladeren alleen mannen mogen meedoen

atleten sporten zonder kleren de sporten gaan vooral om kracht, snelheid en vechten winnaars krijgen een gouden, zilveren of bronzen medaille de Spelen worden in verschillende landen gehouden

3 We leerden eerder al over de bewegingsdriehoek. Kunnen jullie deze onderdelen van de driehoek ook terugvinden in het verhaal van Timon? Vul de tabel aan met zinnen uit de tekst op de vorige pagina. Volg het voorbeeld.

zittend of sedentair gedrag

licht intensief bewegen

matig intensief bewegen

Zijn oudere broer zat vaak urenlang stil in het huis, lezend of rustend.

hoog intensief bewegen

Onze voeding in kaart gebracht

3.1 Ons eten komt van overal

Na een lange schooldag en het huiswerk bekijkt Yasmine de challenge nog even op TikTok. Er staan al enkele prachtige voorbeelden klaar van mensen die ze niet kent, maar haar wel inspiratie geven. Vanuit de woonkamer klinkt een stem die haar roept om te komen eten. Vanavond staat er een gerecht met aardappelen, bloemkool en worst op het menu.

Wat voor maaltijd stond er gisterenavond bij jou op tafel?

Vooraleer Yasmine deze ochtend naar school vertrok, at ze eerst nog een gezond ontbijt met granen, melk en een kop chocolademelk.

Wat heb jij deze ochtend als ontbijt gegeten?

Vergelijk jouw antwoorden met die van enkele klasgenoten.

Als je de antwoorden van jezelf vergelijkt met die van je klasgenoten, zal je vaststellen dat niet iedereen dezelfde gewoonten of smaken heeft. Niet iedereen eet of lust hetzelfde.

De basisproducten en grondstoffen voor voedsel in de wereld zijn wel vaak dezelfde: aardappelen, maïs, rijst, bonen, cacao, … Deze gewassen kunnen niet allemaal in België groeien en hebben vaak al een lange weg afgelegd voor ze op jouw bord belanden.

1 We nemen enkele producten onder de loep. Zoek op welke landen, in Europa en wereldwijd, de grootste producenten zijn van deze producten. Vul de tabel in. product grootste producent in Europa grootste producent wereldwijd aardappelen maïs

2 Zoek de landen uit de tabel op in je atlas en noteer telkens de eerste letter van het land in de juiste witte bol op de wereldkaart. Duid vervolgens België aan. Teken daarna een pijl van ieder aangeduid land naar België. Je zal merken dat ons voedsel van over de hele wereld komt.

3.2 Landschap en klimaat kruiden onze maaltijd

Ons eten komt niet zomaar in de winkel of op ons bord terecht. Dat wordt geteeld op plaatsen die daarvoor geschikt zijn. Het telen van voedsel om later op te eten, noemen we landbouw.

1 Ga op onderzoek in de omgeving van je school. Beantwoord daarna de vragen.

Wordt er aan landbouw gedaan in de omgeving van de school?

Markeer: ja / nee

Als je ‘JA’ geantwoord hebt: Welke landbouwproducten worden er geteeld?

Kruis aan en noteer.

Groenten, namelijk:

Fruit, namelijk:

Veeteelt, namelijk:

Andere:

Als je op de eerste vraag ‘NEE’ geantwoord hebt, waarom denk je dan dat dat zo is? Noteer. Bespreek daarna klassikaal.

Dankzij de landbouw hebben we dus lekker eten op ons bord. Toch hangt de landbouw van tal van factoren af: reliëf, klimaat, bodem …

Landbouw is van groot belang voor de voedselproductie. Heel wat mensen werken ook in de landbouwsector. Landbouwlandschappen kunnen dan weer sterk verschillen naargelang het soort landbouw dat er gedaan wordt.

2 Benoem de afgebeelde soorten landbouw. Kies uit:

mediterrane landbouw – veeteelt – visserij – akkerbouw – tuinbouw

Het landschap in België ziet er niet overal gelijk uit en dat heeft een invloed op de landbouw.

Naargelang de hoogteligging kunnen we België ook opdelen in drie verschillende hoogtezones

hoogtezone

a Laag-België

b Midden-België

c Hoog-België

hoogteligging

tussen 0 m en 50 m

tussen 50 m en 200 m

tussen 200 m en 700 m

3 Kleur de kaart op de volgende pagina in om de hoogtezones op de kaart te kunnen situeren.

Kleur alle gebieden met een ‘A’ in het groen

Kleur alle gebieden met een ‘B’ in het blauw

Kleur alle gebieden met een ‘C’ in het rood.

Laagland
Middelland A

Vul de legende aan. Kijk in de tabel op de vorige pagina voor de namen van de hoogtezones.

Legende:

België wordt onderverdeeld in drie hoogtezones: Laag-België, Midden-België en Hoog-België.

4 Ga op het internet op zoek naar meer informatie over landbouw in de verschillende hoogtezones van België en beantwoord de vragen.

Landbouw in Hoog-België

Welke vormen van landbouw zie je in dat gebied het vaakst?

Waarom zou dat zijn?

Landbouw in Midden-België

Welke vormen van landbouw zie je in het noordelijkste deel van de zone?

Waarom denk je dat dat zo is?

Je merkt dat er in één bepaalde zone veel fruit wordt geteeld. Waarom zou dat zijn?

Landbouw in Laag-België

Welke vormen van landbouw kan je vinden aan de kust?

Welke vormen van landbouw vind je vooral terug in Laag-België?

Waarom denk je dat dat zo is?

Laten we nu eens kijken hoe dit in Europa zit. Als mensen ergens wonen, is er ook voedsel nodig. Daarom doet de mens aan landbouw. Naast het reliëf speelt ook klimaat een grote rol bij de keuze van het soort landbouw. In het gematigde klimaat van Europa zijn er verschillende landbouwvormen.

Gewassen telen op grote akkers.

Dieren kweken voor hun nuttige producten.

Groenten, bloemen, planten en fruitbomen telen.

Typische landbouwvorm rond de Middellandse Zee.

KLIMAAT EN RELIËF VS. LANDBOUW

De keuze van de landbouwvormen wordt dus bepaald door het reliëf en het klimaat.

Sommige gewassen groeien het best in een warm klimaat, andere dan weer in een gematigd klimaat. In koude klimaatzones groeien weinig gewassen. Men doet er vooral aan veeteelt. Gewassen worden in serres geteeld.

In gebieden met een sterk reliëf is het moeilijker om aan landbouw te doen. Zachte hellingen kunnen nog gebruikt worden, maar steile hellingen zijn niet bruikbaar. Op te grote hoogte is landbouw niet mogelijk.

Het reliëf en het klimaat zorgen ervoor dat landbouw in Europa er verschillend kan uitzien.

5 Hieronder zie je vier steden uit Europa met een typische landbouwvorm. Vul bij elke foto de tabel aan. Gebruik je atlas of Google Maps.

plaats land landbouwvorm

1 Skeidflatarkirkja

2 Donetsk

3 Santa Eugènia

4 Zaandam

veeteelt akkerbouw tuinbouw mediterrane landbouw geen landbouw

veeteelt akkerbouw tuinbouw mediterrane landbouw geen landbouw

veeteelt akkerbouw tuinbouw mediterrane landbouw geen landbouw

veeteelt akkerbouw tuinbouw mediterrane landbouw geen landbouw

landbouw

landbouw

landbouw

landbouw

Maar waarom komt ons eten nu van over de hele wereld?

6 Lees onderstaande teksten. Koppel ze daarna aan een van de afbeeldingen op de volgende pagina door het cijfer in de juiste afbeelding te noteren.

1 Lavendelteelt in Zuid-Frankrijk

De droge, kalkrijke bodem van de Provence is ideaal om er lavendel te telen. Deze wordt gebruikt in parfums, zeep, wasproducten, etherische olie, … Er zijn ook producten die je kan eten zoals lavendel-ijs en lavendel-honing.

2 Rijstteelt in Vietnam

Rijst groeit vaak met de wortels in het water. De terrassen werden aangelegd om ervoor te zorgen dat de rijstvelden onder water kunnen blijven staan. Gebieden waar rijst wordt geteeld, zijn dus meestal vochtig. De arbeidsomstandigheden zijn vaak niet goed: erg intensieve handenarbeid en een erg laag loon voor de mensen die er werken.

3 Olijfgaarden in Griekenland

In de landen rond de Middellandse Zee zijn er veel olijfgaarden te vinden. Deze groeien erg goed in de droge, warme gebieden. De bomen kunnen honderden jaren oud worden, maar zijn ook erg broos. Door de stijgende vraag naar olijfolie, wordt de grond extra bemest en besproeid. Dat is niet altijd goed, want het zorgt voor uitputting van de bodem en de bomen.

4 Veeteelt in IJsland

In gebieden waar het te koud is om aan landbouw te kunnen doen, is het vaak wel mogelijk om aan veeteelt te doen. In IJsland worden vaak schapen gehouden voor hun wol en hun vlees. Deze schapensoorten kunnen erg goed tegen de extreem koude temperaturen en grazen op weilanden met een vulkanische bodem.

5 Theeplantages in Kenia

Kenia is een van de grootste theeproducenten in de wereld. De rijke bodem en het klimaat zijn er ideaal voor het telen van thee. De arbeidsomstandigheden zijn vaak niet goed: erg intensieve handenarbeid en een erg laag loon voor de mensen die er werken.

6 Verwoestijning in Zuid-Spanje

De klimaatverandering zorgt ervoor dat ‘de woestijn’ zich gaat uitbreiden en dat er in sommige gebieden geen landbouw meer mogelijk is. In het zuiden van Spanje zijn de gevolgen van de ‘verwoestijning’ groot. Dit zorgt ervoor dat er steeds minder landbouwgrond beschikbaar is.

7 Cacaoplantages in Ivoorkust

Ivoorkust is de grootste producent van cacaobonen ter wereld. Deze worden geteeld in het tropische klimaat en nadien gedroogd. De cacao wordt later verwerkt tot chocolade. De arbeidsomstandigheden zijn vaak niet goed: handenarbeid in de hitte en een erg laag loon voor de mensen die er werken.

7 Blader even terug naar de wereldkaart op pagina 21 en duid daar deze landen ook op aan. Teken daarna in een andere kleur telkens weer een pijl van de landen naar België. Zo zie je waar ons eten verder nog vandaan komt.

We need some food!

De vriendinnen beseffen, ondanks de TikTok-trend rondom gezonde snacks, dat gezond eten veel meer is dan alleen een trend. Het is een basisbehoefte voor iedereen, belangrijk om zich goed te voelen, energiek te blijven en goed te kunnen presteren op school en tijdens het sporten.

4.1 Van behoeften naar ons winkelmandje

1 Wat heb je allemaal nodig om een goed leven te hebben? Maak een woordenwolk.

BEHOEFTEN

Behoeften zijn dingen die je nodig hebt om je goed te voelen. Als je honger hebt, heb je eten nodig, en als je moe bent, heb je slaap nodig. Soms heb je ook andere dingen nodig, zoals een boek om te lezen of tijd om te spelen. Behoeften zijn tekorten die je graag wilt aanvullen, zodat je je weer beter voelt.

2 Maslow, een Amerikaanse psycholoog, verdeelde onze behoeften in vijf categorieën, voorgesteld als een piramide. Bekijk de video en noteer daarna de letters van de afbeeldingen in de juiste laag van de piramide.

Zelfontplooiing

- Wat wil ik later doen?

- Ik geef mijn eigen mening.

Zelfvertrouwen

- Ik krijg een compliment.

- Ik heb een goed rapport.

Groepsgevoel

- Ik heb fijne vrienden.

- Problemen? Ik kan steeds bij iemand terecht.

Veiligheid

- Ik heb een inkomen.

- Mijn dokter kan me steeds helpen.

Basisbehoeften

- Ik heb eten en drinken.

- Ik slaap voldoende.

BASISBEHOEFTEN

Voeding is een basisbehoefte omdat we eten en drinken nodig hebben om te overleven. Maar niet al het eten dat we willen, is noodzakelijk.

- reële behoeften: Dit is het eten dat je echt nodig hebt om gezond te blijven, bv. water.

- gecreëerde behoeften: Dit is het eten dat je lekker vindt, maar niet echt nodig hebt, bv. snoep. Vaak worden deze behoeften beïnvloed door reclame en trends.

Het is belangrijk om vooral te eten vanuit de reële voedingsbehoeften en af en toe te genieten van de gecreëerde voedingsbehoeften.

3 Bekijk een reclamefolder van een voedingswinkel naar keuze. Knip en plak of noteer vijf reële en vijf gecreëerde voedingsbehoeften in de juiste kolom.

reële behoefte gecreëerde behoefte

4.2 Luxe, anders voor iedereen

Hoewel ze graag de nieuwste TikTok-trends volgen, beseffen Yasmine en Lina dat ze niet alles kunnen kopen wat ze willen, omdat hun budget beperkt is. Ze leren dat iedereen veel verschillende behoeften heeft, maar dat ze niet allemaal vervuld kunnen worden. Soms willen ze bijvoorbeeld een nieuwe gsm of trendy snacks, maar hebben ze daar op dat moment het geld niet voor. Daarom moeten ze keuzes maken: welke behoeften zijn echt dringend, en welke kunnen wachten? Ze beseffen dat het belangrijk is om prioriteiten te stellen en verstandige keuzes te maken.

Ze ontdekken ook dat hun koopgedrag niet alleen door hun budget wordt beïnvloed, maar ook door sociale trends, reclame en hun omgeving. Samen besluiten ze om bewuster met hun geld om te gaan. Dat doen ze door alleen te kopen wat echt nodig is en te leren genieten van gezonde voeding en beweging. Ze trekken zich daarbij niets aan van de laatste hypes.

1 Denk even terug aan de laatste dingen die je kocht. Waarom kocht je ze? Werd je hierbij beïnvloed door iets? Bekijk de onderstaande oefening en vul de kolommen aan.

persoonlijke factoren

Voorbeelden van persoonlijke factoren zijn je budget, je leeftijd, je humeur, je roots, je geloof …

psychologische factoren sociale factoren

Door onze zintuigen (voelen, horen, zien, smaken en ruiken) nemen we bewust of onbewust prikkels waar, waardoor we wel of niet overtuigd worden om iets te kopen.

Geef een voorbeeld van een aankoop die je onlangs deed onder invloed van persoonlijke factoren.

Geef een voorbeeld van een aankoop die je onlangs deed onder invloed van psychologische factoren.

Door andere personen (je vrienden, familie, klasgenoten, idolen, influencers …) word je beïnvloed om iets al dan niet te kopen. Geef een voorbeeld van een aankoop die je onlangs deed onder invloed van sociale factoren.

2 Door welke factoren laat jij je het meest beïnvloeden? Is dat bij je klasgenoten ook zo? Bespreek.

Waarom koop ik wat ik koop?

Ons koopgedrag wordt beïnvloed door drie factoren:

1 persoonlijke factoren

2 psychologische factoren

3 sociale factoren

3 Lees de situaties. Bespreek bij elke situatie wat het koopgedrag beïnvloedt. Kruis de meest beïnvloedende factor aan.

Aan de kassa van de supermarkt lagen er regenbooglolly’s. We kregen die vroeger altijd bij oma. Ik heb er meteen een gekocht!

persoonlijke factoren psychologische factoren sociale factoren

Mijn vrienden kochten op uitstap allemaal een broodje. Ik had boterhammen meegebracht van thuis, want ik spaar mijn geld liever voor een nieuw skateboard.

persoonlijke factoren psychologische factoren sociale factoren

Op Insta zag ik dat mijn favoriete voetballer die nieuwste sportdrank drinkt, dus ik vroeg mijn ma om die ook te kopen.

persoonlijke factoren psychologische factoren sociale factoren

Na school stopten we bij de winkel. Iedereen kocht iets om te drinken. Ik had niet echt dorst, maar heb dan ook maar een cola gekocht.

persoonlijke factoren psychologische factoren sociale factoren

Budgettaire voedingskeuzes

Jullie besloten al om een snack te maken van fruit. Een slimme keuze, want wist je dat producten met veel suiker vaak duurder zijn? Door voor fruit te kiezen, maken jullie niet alleen een gezonde, maar ook een budgetvriendelijke snack.

5.1 De prijs van ongezond eten

1 Speel het hoger-lager spel met een aantal producten. Luister naar de uitleg van de leerkracht.

Wat is de score van jouw groepje? /10

Welk product bevatte het meeste suiker?

Van welk product verwachtte je dat hierin niet zoveel suiker zat?

2 Lees onderstaand artikel en de stellingen op de volgende pagina. Kruis aan of je akkoord bent of niet. Bespreek daarna met je klasgenoten.

Het is verrassend hoeveel toegevoegde suikers er in sommige dranken en voedingswaren zitten. In 2015 voerde de Belgische overheid een suikertaks in, wat betekent dat er belasting wordt geheven op suikerhoudende dranken zoals frisdranken, energiedranken en sommige vruchtensappen. Een belasting is een bedrag dat je aan de overheid betaalt. Door de prijs van suikerhoudende dranken te verhogen, hoopt de overheid dat mensen minder van deze dranken kopen.

Momenteel betaal je dus 8% meer van de kostprijs aan de belastingen door de suikertaks. Bv. in het geval van een colafles van 1,5 liter (winkelprijs € 2,16) moet je dus 17 eurocent meer betalen.

De suikertaks helpt mensen bewust te worden van suiker.

Mensen kiezen vaker voor goedkopere, gezonde alternatieven.

Er moet belasting komen op snoep en zoete voeding.

De suikertaks moet hoger zijn voor meer effect.

Door de suikertaks denken mensen meer na over hun uitgaven.

SUIKERTAKS

De Belgische overheid voerde in 2015 een suikertaks in, waardoor suikerhoudende dranken duurder werden. Hierdoor hoopt de overheid dat mensen minder van deze dranken kopen. Dit toont aan dat de overheid invloed heeft op ons koopgedrag door bijvoorbeeld belastingen te heffen.

5.2 Eten dat we hier en nu hebben

Fruit is dus een stuk goedkoper, vooral als je kiest voor seizoensgebonden fruit. Maar in welk seizoen eet je nu welk fruit? Laten we samen ontdekken welke soorten het beste zijn voor een gezonde én budgetvriendelijke snack.

1 Bekijk de video over het duurzame restaurant van Caroline en Nicolas. Voer daarna de opdrachten uit.

Wat serveren Caroline en Nicolas niet in hun restaurant? Doorstreep die producten.

Waarom kopen ze hun meubels niet bij Ikea?

Waarom gebruikt Nicolas geen avocado’s in zijn gerechten?

In het restaurant van Caroline en Nicolas werken ze enkel met seizoens- en lokale producten. Verbind wat samen hoort.

lokale producten wat we hier hebben seizoensproducten wat we nu hebben

Wat kom je te weten over de bloemen die Caroline op de tafels van haar restaurant zet?

Probeer nu in eigen woorden te zeggen wat ‘duurzaam’ betekent wanneer het over voedsel gaat.

2 We gaan even verder in op seizoensproducten. Scan de QR-code en zoek op de site het antwoord op de volgende vragen.

Wat zijn drie redenen om lokale producten van het seizoen te kopen?

1 1 1

Waarom zijn lokale producten van het seizoen goedkoper? Kruis alle juiste opties aan.

Het kost minder om die producten te kweken (er moeten bv. geen serres verwarmd worden).

Er is minder brandstof nodig om de producten naar de winkels te brengen (ze moeten bv. niet met het vliegtuig vervoerd worden).

Ze bevatten meer vitaminen in vergelijking met dezelfde groenten en fruit die buiten het seizoen geoogst worden.

Waarom zijn lokale producten van het seizoen beter voor het milieu?

3 De winkelketen Carrefour organiseerde een tijd geleden de campagne ‘Word Belgetariër!’. Welke appelmerken hebben ze toen gepromoot, denk je? Kleur het bolletje bij de juiste kolom.

Jonagold

Morgana

Kanzi

Belgica

Granny Smith

Pink Lady

Jazz

Royal Gala

Waarom zetten ze net die appelmerken in de kijker? Noteer.

4 Herken de Belgische groente- en fruitsoorten. De klas wordt verdeeld in groepen. Elke groep krijgt een seizoenskalender met Belgische groenten en fruit. Herken zoveel mogelijk producten. Noteer de naam. Kruis aan of het groente of fruit is en koppel ze aan het juiste seizoen. Welke groep scoort het best?

lente zomer herfst winter fruit groente

lente zomer herfst winter fruit groente

lente zomer herfst winter fruit groente

lente zomer herfst winter fruit groente

lente zomer herfst winter fruit groente

lente zomer herfst winter fruit groente

lente zomer herfst winter fruit groente

lente zomer herfst winter fruit groente

lente zomer herfst winter fruit groente

In welk seizoen bevinden jullie zich nu? Welke fruitsoorten moeten zeker aan bod komen in de fruitbrochette? Check de kalender.

Door seizoensproducten te kopen, maak je een slimme budgettaire keuze omdat ze vaak goedkoper en verser zijn.

5.3 Slim kopen: huismerk vs. A-merk

1 This or that? Verkies jij het huismerk of het A-merk? Markeer de producten in de tabel.

huismerk A-merk limonade Fanta

chocoladepasta

Nutella chocoladepasta lasagne Come a Casa lasagne

HUISMERK VS. A-MERK

Huismerken zijn producten die door de winkel zelf worden verkocht, zoals een supermarktmerk. Ze zijn meestal goedkoper dan A-merken, die bekend zijn van grote reclamecampagnes en vaak duurder zijn. Beide producten kunnen qua kwaliteit vaak heel erg op elkaar lijken, maar het verschil zit vooral in de naam en prijs.

2 We nemen eens de proef op de som. De leerkracht laat je geblinddoekt drie verschillende soorten ontbijtgranen proeven. Beantwoord de vragen. Omcirkel je antwoord.

Welke ontbijtgranen vond je het lekkerst?

Welke ontbijtgranen zijn volgens jou van het huismerk?

De leerkracht onthult welk merk het huismerk is. Vergelijk met je eigen antwoord.

Merkte je verschil in smaak? Schrap wat niet past. ja/nee

Bekijk de prijzen van de vier soorten ontbijtgranen. Bereken het verschil tussen de duurste en de goedkoopste (prijs per kilo).

3 Lees het artikel en beantwoord de vragen op de volgende pagina.

DEZE HUISMERKEN ZIJN VAN GELIJKE KWALITEIT ALS A-MERKEN

19 september 2023 - Testaankoop

Door voor huismerken te kiezen in de supermarkt, kan je jaarlijks heel wat geld besparen. Maar je wil natuurlijk niet aan kwaliteit inboeten. Wij namen onze tests van de afgelopen jaren erbij en daaruit blijkt alvast dat bij sommige producten de huismerken ook op dat vlak niet onder hoeven te doen.

In deze dure tijden willen we allemaal geld besparen. En dat geldt natuurlijk ook voor je boodschappen. Daarom is het veel goedkoper om huismerken in plaats van (inter) nationale merken te kopen: die zijn gemiddeld 51% goedkoper. Bij Aldi en Lidl kun je zo’n 62% besparen door hun producten te kopen in plaats van (inter)nationale merken in andere supermarkten.

Kwaliteit is ook belangrijk

Hoewel de prijs van belang is, is kwaliteit minstens even belangrijk. Daarom hebben wij onze tests van de afgelopen vijf jaar bekeken om de kwaliteit van huismerkproducten te controleren en te vergelijken met nationale en internationale merken. In totaal 92 tests (38 levensmiddelen, 30 hygiëneproducten en 24 schoonmaakproducten) en in totaal 1534 producten (731 levensmiddelen, 427 hygiëneproducten en 376 schoonmaakproducten). De conclusie is duidelijk: huismerkproducten doen niet af aan die van (inter)nationale merken. Hun kwaliteit is zelfs iets beter.

Een paar voorbeelden: spaghetti en wasmiddel

De spaghetti van het merk De Cecco kost € 2,79 voor 500g. Maar als we de Bio spaghetti van Delhaize zelf bekijken, kost die maar € 1,09. Dat is 60% goedkoper én ze krijgen in onze test dezelfde score. € 1,70 minder voor dezelfde kwaliteit dus. Het wasmiddel voor wol van Woolite kost € 6,99, ofwel € 0,22 per dosis. Als wij kijken naar onze test dan heeft Delhaize ook een wasmiddel voor wol dat even goed scoort.

Voor een iets kleinere hoeveelheid betaal je € 3,29. Dit wasmiddel kost nog altijd maar € 0,13 per dosis. En zo bespaar je dus € 0,09, oftewel 40% bij iedere wasbeurt.

En dat zijn nog maar twee voorbeelden. Reken maar uit wat dat voor een volle winkelkar kan zijn, en zelfs voor een heel jaar!

Hoeveel procent goedkoper zijn huismerken gemiddeld? Markeer in de tekst.

Noem een voorbeeld van een huismerkproduct dat goedkoper is, maar dezelfde kwaliteit heeft als een A-merk.

Hoeveel bespaar je per dosis met het wasmiddel van Delhaize?

Waarom zijn huismerken een slimme keuze op vlak van kwaliteit?

Welk besluit kunnen jullie, Yasmine en haar vriendin vormen als jullie fruit gaan kopen voor jullie trendy snack?

5.4 Voeding voor een beter budget

1 Je maakt een groentesoep voor het hele gezin, hieronder vind je vier verschillende kastickets. Bekijk ze aandachtig en beantwoord de vragen op de volgende pagina.

kasticket #1

1 kg wortelen

1 kg prei

1 kg aardappelen

1 kg ui

Buillonblokjes x 12 (huismerk)

1 kg zout

Grote pot peper

totaal € 8,36

€ 0,90

€ 1,62

€ 0,90

€ 1,10

€ 0,39

€ 0,29

€ 3,16

kasticket #2

Wortelen (€ 0,21/stuk) € 2,10/kg

Prei (€ 0,93/stengel) € 2,79/kg

Aardappelen (+- € 0,06/stuk) € 2,10/kg

Ui (€ 0,33/stuk) € 1,98/kg

Buillonblokjes x 12 (A-merk) € 1,95

Keukenzout in molen € 1,18

Peper in molen € 2,89

totaal € 14,99

kasticket #3

Freshbox (€ 4,32/stuk = 4 porties) € 8,64

totaal € 8,64

kasticket #4

Voorgemaakte groentesoep € 9,58 (€ 4,79/stuk)

totaal € 9,58

Noteer het nummer van het kasticket bij de juiste omschrijving.

Je koopt kant-en-klare soep.

Je koopt producten in grote hoeveelheden.

Je koopt precies de hoeveelheid producten die je nodig hebt.

Je koopt een freshbox, de juiste hoeveelheid groenten samen verpakt.

Welk kasticket is het goedkoopst en waarom?

Waarom denk je dat kasticket #2 duurder is dan kasticket #1, hoewel het om soortgelijke producten gaat?

Welke keuze is het meest duurzaam en waarom?

Als je voor kasticket #4 kiest (kant-en-klare soep), welke voor- en nadelen zie je?

Welke soep zou je het lekkerst of gezondst vinden, gebaseerd op de ingrediënten?

Het vergelijken van voeding op basis van de prijs per kilogram toont aan dat ongezonde producten, zoals snoep, vaak duurder zijn dan gezonde opties, zoals groenten en fruit. Bij groenten en fruit geldt ook dat grotere hoeveelheden vaak goedkoper zijn.

Door zelf maaltijden te bereiden en producten in bulk te kopen, bespaar je niet alleen geld, maar eet je ook gezonder en duurzamer. Zelf koken vermindert daarnaast het gebruik van verpakkingen en industriële toevoegingen, wat beter is voor zowel je gezondheid als het milieu.

Denkwijzer

We herbekijken nu even de stelling van ‘Denkwijs’.

‘Gezond en duurzaam eten is goed voor jou en voor het milieu, maar het is veel te duur.’

Toen was ik het met de stelling.

Nu ben ik het met de stelling.

Staaf je antwoord met twee nieuwe argumenten.

Je legt uit waarom je iets vindt: want … omdat … aangezien … = argumenteren oneens eens oneens eens

Argumenteren, hoe doe je dat?

Soms kom je in situaties terecht waarin je de ander wilt of moet overtuigen van jouw standpunt. Dat doe je door goede argumenten te geven. 1

Je neemt een standpunt in:

Ik vind dat …

Ik denk dat … Volgens mij … 2

argument 1: argument 2:

Wat je in deze module geleerd hebt, is sowieso heel zinvol. Maar het zou ook leuk zijn om de theorie even in praktijk om te zetten, niet? Tuurlijk! OK, here we go! We maken lekkere fruitbrochettes voor de hele klas!

1 Een goede voorbereiding is het halve werk

Welke fruitsoorten gebruiken we voor de fruitbrochettes?

Check eerst nog eens waar fruit op de voedingsdriehoek te vinden is.

Hoeveel fruitsoorten kiezen we? (Tip: Hoeveel stukjes kunnen op een satéstokje?)

Kies voor seizoensgebonden fruitsoorten. Check daarvoor opnieuw de website.

Kies minstens één inlandse fruitsoort.

Welke fruitsoorten zullen we gebruiken?

Hoeveel fruit moeten we kopen?

Wat hebben we nog nodig (behalve fruit, duh)?

Waarom zouden ze bekers kopen als ze brochetten zullen maken?

Waar kopen we ons fruit? Selecteer twee winkels in de buurt. en

Hoeveel zal het kosten?

De helft van de klas surft naar de website van winkel A, de andere helft surft naar de website van winkel B. Zoek de fruitprijzen in deze winkels op en vergelijk daarna de totaalprijs. Voor welke winkel kiezen we?

Kan het goedkoper? Waarop kunnen we letten? Zijn er alternatieven?

Het fruitshoppen!

Wie zal het fruit kopen? Wanneer?

Neem foto’s van de verpakking (om die later klassikaal te bespreken).

Hou de rekeningen bij (om later de kosten te berekenen).

En verder…

Wie zal het fruit snijden? Wanneer? Waar? (Tip: Het fruit niet te lang op voorhand snijden. Om te voorkomen dat het fruit (bv. banaan) snel bruin wordt, kan je een paar druppeltjes citroen toevoegen.)

Hygiëne boven alles! Handen wassen voor en na.

Wie doet de afwas? Waar? Wanneer?

Wat doen we met het afval? Is er een compostbak op school?

Wat doen we met overschotjes? We willen natuurlijk geen voedselverspilling.

2

Tijd om te smullen!

3 We kaarten na

Door de finaleopdracht te evalueren, ontdekken we wat er goed én wat er minder goed verliep. Zo kunnen we het de volgende keer nóg beter (of lekkerder) aanpakken.

Waarom duurzaam? Seizoensgebonden?

Verpakking bespreken aan de hand van de foto’s.

Was er (veel) overschot? Was er te weinig fruit aangekocht?

Was het lekker?

Nog andere zaken?

Colofon

nagaan of socialemediatrends betrouwbaar zijn. de historische tijdsperiodes situeren op een tijdslijn. de verschillende historische bronnen benoemen. de evolutie van de voedingsdriehoek verduidelijken. de combinatie van de voedings- en bewegingsdriehoek toepassen op mijn situatie. onderzoeken waar onze voeding vandaan komt en die landen aanduiden op de wereldkaart. de verschillende landbouwvormen onderscheiden. de invloed van reliëf en klimaat op landbouw duiden. een onderscheid maken tussen reële en gecreëerde behoeften. de factoren die het koopgedrag beïnvloeden herkennen. seizoensgebonden en duurzame voedingskeuzes maken. een voorbeeld geven van hoe budgettaire keuzes gemaakt worden. met een voorbeeld uitleggen dat de overheid impact heeft op de economie en samenleving.

Woordenlijst

trend: Een ontwikkeling of verandering in een bepaalde richting die vaak populair is binnen een specifieke periode. vitaminen: Essentiële voedingsstoffen die het lichaam in kleine hoeveelheden nodig heeft om goed te functioneren. spijsvertering: Het proces waarin voedsel wordt afgebroken in voedingsstoffen die door het lichaam kunnen worden opgenomen. voedingsstoffen: Stoffen in voedsel die essentieel zijn voor groei, gezondheid en energie, zoals eiwitten, vetten, koolhydraten, vitaminen en mineralen. onverzadigde vetten: Gezonde vetten die meestal vloeibaar zijn bij kamertemperatuur en gunstig voor het cholesterolgehalte. verzadigde vetten: Vetten die meestal vast zijn bij kamertemperatuur en in grote hoeveelheden slecht kunnen zijn voor het cholesterolgehalte. cholesterol: Een vetachtige stof die voorkomt in het lichaam en in voedsel, belangrijk voor celmembranen maar in teveel schadelijk voor het hart. specerijen: Gedroogde delen van planten, zoals zaden, schors of wortels die worden gebruikt om smaak aan voedsel te geven. duurzaamheid: Een manier van leven of produceren die de natuurlijke hulpbronnen spaart en rekening houdt met toekomstige generaties. sedentair: Een levensstijl die gekenmerkt wordt door weinig fysieke activiteit en veel zittend werk.

Auteurs Faith Casier en Stephan Fiers

Design & Lay-out die Keure

Eerste editie

ISBN xxx xx xxxx xxx x - KB D/2025/xxxx/xxx

Bestelnummer xx xxx xxxx - NUR xxx - Thema xxx

Verantwoordelijke uitgever die Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge

RPR 0405 108 325 - © Copyright by die Keure, Brugge

Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No parts of this book may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher. De uitgever heeft naar best vermogen getracht de publicatierechten volgens de wettelijke bepalingen te regelen. Zij die niettemin menen nog aanspraken te kunnen doen gelden, kunnen dat aan de uitgever kenbaar maken.

Die Keure wil het milieu beschermen. Daarom kiezen wij bewust voor papier dat het keurmerk van de Forest Stewardship Council® (FSC®) draagt. Dit product is gemaakt van materiaal afkomstig uit goed beheerde, FSC®-gecertificeerde bossen en andere gecontroleerde bronnen.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.