Opdracht 14 Lees de onderstaande begrippen met hun betekenis. Omcirkel de onderstaande begrippen die jullie kunnen linken aan een markering in het krantenartikel uit opdracht 13. Noteer dan het nummer van elk omcirkeld begrip bij de aanduiding in het krantenartikel van opdracht 13. Ga vervolgens op zoek naar het element in het krantenartikel van opdracht 13 dat bij de niet-omcirkelde begrippen hieronder hoort. Duid die aan met een andere kleur in het krantenartikel en noteer er het corresponderende nummer bij. Corrigeer nu je antwoorden met een correctiesleutel. 1 de krantenkop
de hoofdtitel van het krantenartikel
2 de tussenkoppen
de subtitels die in het krantenartikel voorkomen Ze worden boven de alinea geplaatst die dat onderwerp behandelt.
3 de lead
de eerste alinea van het krantenartikel Vaak is de lead vetgedrukt weergegeven. Hij omvat de essentie van het volledige artikel.
4 de creditline
verwijst naar de persoon (redacteur, journalist ...) die het artikel schreef of naar het persbureau dat ervoor zorgde dat het artikel bij de krant terechtkwam.
5 de dateline
de plaats waar de redacteur, journalist ... was om het nieuws (de informatie) te verkrijgen.
6 de broodtekst
de eigenlijke tekst van het krantenartikel
De toepassing van bovenstaande begrippen is onmisbaar voor elk krantenartikel. Wanneer jullie zelf een krantenartikel opstellen, check dan of de bovenstaande gegevens erin verwerkt zitten. Ook inhoudelijk en naar uiterlijke vormgeving zijn er een aantal richtlijnen voor het opstellen van een krantenartikel. We bespreken achtereenvolgens de krantenkop, de lead en de broodtekst.
3 154
Thema 3 DE WERELD VAN DE KRANT
05_137-164_Kapitaal3Aso-Th3.indd 154
11/08/15 18:34