Nr. 04-2023
MEELEVEN IS EEN MAGAZINE VAN DE REGENBOOG GROEP EN VERSCHIJNT VIER KEER PER JAAR
ANDEREN HELPEN VANUIT EIGEN ERVARINGEN
ANDEREN HELPEN DOOR DE STRAAT OP TE GAAN
ANDEREN HELPEN MET MAATJESCONTACT … OF EEN DONATIE
NÓG MÉÉR AARDIGE AMSTERDAMMERS GEZOCHT!
HOOFDREDACTIONEEL COMMENTAAR
Aardige Amsterdammers ... Wie zijn dat en hoeveel zijn ervan? Alleen al aan De Regenboog Groep zijn duizenden Aardige Amsterdammers verbonden: pakweg vierhonderd medewerkers, vijftienhonderd vrijwilligers en vierduizend geldschenkers. We kunnen niet eens bijhouden wie er allemaal eten, kleding of andere spullen komen brengen. En dan zien we ook nog
Toelichting bij de cover Tobias de Haan is een documentairemaker die al langer nauw samenwerkt met De Regenboog Groep. Zo maakte hij in 2022 als onderdeel van de campagne Ze kenne de klere krijgen! een korte film met de titel ‘De Kloof’, naar het inloophuis waar deze werd opgenomen. Nu werkt hij aan een project over eenzaamheid in de stad. Tobias: “De coverfoto is een portret van vrijwilliger Susan, voor de deur van De Kloof, waar zij sinds augustus 2022 notulist is van de locatieraad. Deze raad vertegenwoordigt de bezoekers van het inloophuis en hun belangen. Susan vertelde me dat ze het belangrijk vindt dat bezoekers via een raad hun stem kunnen laten horen en dat ze het fijn vindt daar als notulist een klein steentje aan te mogen bijdragen.”
Colofon Meeleven wordt vier keer per jaar uitgegeven door De Regenboog Groep ISBN 13840607
Fotografie / Beeld Merlijn Michon, Bas Evers, Shantall Rovers, Ties Berghuis, Kathleen Denkers, Michael Vervuurt, Liesbeth Dingemans, Jola Gosen, Joost Slis
De Regenboog Groep Droogbak 1-d 1013 GE Amsterdam 020 531 76 00 www.deregenboog.org info@deregenboog.org
Redactie Nicolline van der Spek, Iris Stam, Jola Gosen, Aleida de Hoop, Shirley Turner
Contactpersoon donateurs Jola Gosen, 020 531 76 00
Beeldredactie en coördinatie Mila van Egmond, Jola Gosen
Coverfoto Tobias de Haan
Design Studio Onward
2
Hoofd- en eindredactie Jola Gosen
eens honderden deelnemers, ervaringsdeskundigen en huisbewoners zich met hart en ziel inzetten voor anderen. Hiervoor zijn we iedereen ontzettend dankbaar. Bovenop al die Regenbogers komen alle andere Amsterdammers die aardig zijn. Van die mensen die een deur niet voor je neus laten dichtvallen of je vertellen dat je rits openstaat voor je een belangrijk gesprek ingaat. Toen ik corona had, bracht een buuf me een mandje lekkernijen. Voor ons is Amsterdam een sociale stad waarin mensen er voor elkaar zijn. Ja, Aardige Amsterdammers: daar zijn er wel hónderdduizenden van en we hadden met gemak een metershoge Meeleven kunnen maken. Toch zoeken we er meer. Op pagina 10 lees je dat er bij ons driehonderd kwetsbare, eenzame Amsterdammers op de wachtlijst staan voor een maatje en er naar schatting zeventienduizend dakloze Amsterdammers zijn. Met zijn allen samen helpen we vanuit de Regenboog op jaarbasis al ongeveer tienduizend mensen. Laten we dit vooral blijven doen én meer, omdat het momenteel gewoon héél hard nodig is. Jola Gosen
Drukkerij Roelofs Disclaimer De in dit magazine gepresenteerde informatie is in samenspraak met en met toestemming van de geraadpleegde bron tot stand gekomen. Samensteller De Regenboog Groep accepteert dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor onjuistheden anders dan spelof interpunctiefouten. Nieuwsbrief ontvangen? Meld je aan via deregenboog.org/nieuwsbrief
Doneren? Scan de QR-code! NL79 TRIO 0379 3155 64 De Regenboog Groep Amsterdam regenboog020 De Regenboog Groep Meeleven niet meer ontvangen? Of liever digitaal? Stuur een mail naar info@deregenboog.org of bel 020 531 76 00
HANS IN GESPREK MET ...
SANNE December is een drukke maand voor Sanne te Lintelo. Hij brengt als deelnemer van De Regenboog Groep donaties rond naar onze inloophuizen, van maaltijden en kleding tot zelfs een keer tweehonderdtachtig kerststollen. Hans Wijnands is directeur van De Regenboog Groep. H: “Vertel eens, hoe ben je bij de Regenboog terechtgekomen?” S: “In 2009 ben ik afgekickt. Vervolgens ging ik bij een reïntegratiebedrijf werken, maar daar raakte ik overspannen. Bij de ggz hoorde ik in 2016 over Homeservice van de Regenboog, een klussendienst waar mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt werken. Dat ben ik toen gaan doen. Sindsdien wil ik er niet meer weg.” H: “Een goede match dus. Waar zit dat hem in?” S: “Ze hebben veel geduld bij Homeservice en je hebt veel één-op-één-contact. Als het even niet gaat, proberen ze je weer te motiveren. Ik kan er altijd met iemand praten. Dat is heel belangrijk voor me.” H: “Lukt het nog steeds om clean te blijven?” S: “Ja.” H: “Ik weet niet hoe lang je hebt gebruikt ...” S: “Veertien jaar.”
H: “Zó, superknap, al zo lang niet nu.” S: “Nou, ik heb wel een keer een uitglijder gehad. Toen was mijn moeder overleden. Twee weken later ging een van de konijntjes dood. Vier maanden later een ander konijntje. Dit was met kerst en oud en nieuw. Toen ging het even mis, maar daarna heb ik de draad weer opgepakt.” H: “Is de decembermaand moeilijk voor je?” S: “Nee hoor. Alleen die ene keer. Ik vind kerst juist wel gezellig. Dan ga ik naar mijn vader en zijn vriendin en doen we leuke dingen. Maar bij de Regenboog is het wel een drukke maand. Dan zijn er vaak extra donaties die ik moet rondbrengen: eten van bedrijven, kleding, pepernoten, oliebollen. Ik moest een keer tweehonderdtachtig kerststollen rondbrengen. Een hele bus vol. Heel mooi.” H: “En iedereen blij natuurlijk.” S: “Ja, ze zien me overal graag komen, want ik kom altijd iets lekkers brengen.” H: “Zie jij jezelf als een Aardige Amsterdammer?” S: “Eigenlijk wel, denk ik. Je kan niet áltijd aardig zijn, maar met het werk dat ik doe, zou ik mezelf wel omschrijven als een Aardige Amsterdammer.”
Ook aan de slag bij Homeservice? homeservice@deregenboog.org Tekst: Nicolline van der Spek I Fotografie: Merlijn Michon 3
Dirk en Rinze
4
vertelt meer over de grote impact van het kleine gebaar: “Als je bezig bent om de boel op een rijtje te krijgen in je leven, dan maakt het echt veel uit dat je een adres hebt. Denk aan alles wat je nodig hebt voordat je officieel ergens kunt gaan werken. Een briefadres is de basis om een eerste stap te kunnen zetten.” Dirk: “Voor ons als hoofdbewoners gaat het dus puur om het verstrekken van een briefadres, zodat mensen post kunnen ontvangen. Ze staan niet op jouw adres ingeschreven, je krijgt niet te maken met gemeentelijke heffingen. En je hoeft niet heel bang te zijn voor deurwaarders op de stoep.”
... zij een postadres verstrekken aan dakloze cliënten van ons maatschappelijk werk. Dirk (25) en Rinze (23) Zegwaard, die samen met hun jongste broer Sjoerd in een appartement in Venserpolder wonen, kregen hun sociale betrokkenheid mee van hun moeder Janneke, die bij De Regenboog Groep werkt. Zo maakten de broers al vroeg kennis met projecten voor daklozen en zorgden ze bij speciale activiteiten, bijvoorbeeld feest- en sportdagen, voor extra handjes. Nog steeds zetten ze zich met veel plezier in. Ondanks hun drukke leven. Dirk combineert lesgeven aan de Hogeschool van Amsterdam met een masterstudie. Rinze is tevens bezig met zijn master en werkt daarnaast twee dagen per week als dagcoördinator in een inloophuis van De Regenboog Groep.
Een eerste stap
De twee broers hoorden ruim vier jaar geleden over de pilot met de briefadressen. Rinze: “Onze moeder vertelde erover. Zij kon zelf niet deelnemen, omdat ze buiten Amsterdam woont. Wilden wij ons misschien aanmelden?” Sindsdien gebruiken cliënten van De Regenboog Groep het adres van Dirk en Rinze in Zuidoost voor hun post. Per jaar zijn dat er één of twee. Rinze
“HET IS EEN KLEIN GEBAAR MET EEN GROTE IMPACT” Succesverhaal
Rinze: “In het begin komt er regelmatig post, daarna stabiliseert de stroom. Dan stuurt een van ons een berichtje dat er iets binnen is, waarna de persoon het komt ophalen.” Dirk: “Het is een leuke en makkelijke manier om iets betekenisvols te doen.” Rinze: “Een briefadres wordt toegekend voor een jaar, maar mag elk jaar worden verlengd. Dit doen we bij een meneer die ik ken van de inloop. Hij had een drankprobleem en sliep op straat. In de jaren dat wij zijn postadres zijn, is hij afgekickt, heeft hij legaal werk op Schiphol gevonden én een dak boven zijn hoofd. Maar daar kan hij -nog- niet officieel worden ingeschreven. Nu breng ik de post bij hem langs. Het is best ver om de post bij ons op te halen en ik ga toch naar mijn werk in het centrum. Toen deze meneer zijn kamer net had, nodigde hij Dirk en mij uit. Om bij hem koffie te komen drinken in plaats van bij ons of in het inloophuis. Dat vond ik een mooi, dankbaar gebaar.”
Tekst: Iris Stam I Fotografie: Bas Evers
We hebben gelukkig genoeg briefadresvrijwilligers, dus aanmelden is niet nodig.
5
“ER IS MEER DAN DE PERFECTE PLAATJES OP SOCIAL MEDIA” Marleen
... zij zich psychisch kwetsbaar opstelt om anderen te helpen. Een prachtige en krachtige vrouw, één brok energie, eerlijk en inspirerend. Dat is wat je ziet en hoort als Marleen Klinkert (37) aan het woord is. Ze heeft lef en vertelt inmiddels zonder schaamte en schuldgevoel waar zij in haar leven mee te maken kreeg: misbruik, mishandeling, verslaving, depressie en suïcidale gedachten. De persoonlijkheidsstoornis borderline is onderdeel van haar leven. Dat maakt haar een anders-dan-anderen-moeder die het geweldig vindt om in het zwembad tien keer achter elkaar van de glijbaan te gaan. En een mens van zwart-wit, geen blad voor de mond, ongefilterd en grenzeloos. Na vele op depressie gerichte cognitieve therapieën in het reguliere circuit en evenzovele terugvallen, 6
liet ze zich in mei 2022 zes weken vrijwillig opnemen bij U-center, een particuliere organisatie voor mentale gezondheids- en verslavingszorg, met een holistische aanpak. Marleen: “In een veilige setting volgde ik sessies, zowel individueel als in een groep. Mijn zoon, die in die tijd bij een vriendin en oma logeerde, noemde het een ‘helphotel’. Ik mocht er zijn wie ik ben. En het gevoel dat ik altijd had gehad: ‘er is iets mis met mij en het is mijn eigen schuld wat er in mijn leven is gebeurd’, dat verdween.” Nu heeft Marleen het haar missie gemaakt mentale gezondheid bespreekbaar te maken. Dit doet ze door vanuit haar account @mijnlevenmet_ berichten op Instagram te plaatsen. En door met haar bedrijf Mijn Leven Met Borderline (MLMB) workshops te geven. Ook is ze bezig met een e-book. “Mijn hart ligt bij jongeren. Ik wil ze meegeven dat er meer is dan de perfecte plaatjes op social media. Soms is het leven gewoon kut. Dat mag je ook laten zien.”
In de spotlights
Op 26 juli van dit jaar was Marleen te gast bij het Psychiatrie Café van De Regenboog Groep. Online praatte ze er over haar leven met borderline en beantwoordde ze vragen. “Ik kreeg reacties als: ‘Respect.’ ‘Dank.’ ‘Wat dapper dat je dit doet, want ik durf het niet’. Het was leuk om te zien wat ik teweegbreng bij anderen. Vroeger werd ik als druk en lastig gezien. Nu accepteer ik wie ik ben. Ik ben extravert, ik hou van groots, en ik sta graag in de spotlights. Maar het moet wel een maatschappelijk doel dienen.” Ze besluit geestdriftig en vol ambitie: “Ik wil de Oprah Winfrey van Nederland worden!” Tekst: Iris Stam I Fotografie: Shantall Rovers
Het Psychiatrie Café is een maandelijkse gezellige bijeenkomst waar we het vanuit onze eigen ervaringen over psychiatrie hebben. Meer info of aanmelden? deregenboog.org/activiteiten
... ze bijna elke dag brood doneren aan mensen die dakloos zijn. Bij iambe in de Van Ostadestraat maken ze met zorg biologisch brood én banket. Het brood wordt vervaardigd met een traag rijsproces en de volgende ochtend in alle vroegte gebakken. Daarna gaat het kraakvers naar de winkel op het nabijgelegen Van der Helstplein. Vele buurtbewoners omarmen het sympathieke dagbestedingsproject voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Ze doen er gezellig een bakkie en kopen graag de smakelijke producten. Toch blijft er elke dag wel wat over. Marcel Stoof, werkplaatsbegeleider en tot voor kort ook werkzaam in de winkel, schat het op tien procent: “Dat is de inhoud van een grote zak, zonde om weg te gooien. Verspilling past niet bij de manier waarop wij als antroposofische bakkerij draaien. Wat overblijft geven we daarom weg aan mensen waarmee we warme banden hebben. Dat doet iambe al vanaf het begin, zo’n zestien jaar nu. Onze klanten, vaak met een groene en bewuste levensstijl, vinden het fijn om te horen dat er niks in de vuilnisbak belandt.”
Zuurdesem en zoete broodjes
Marcel
De broden en andere overgebleven zaligheden gaan elke maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag na sluitingstijd naar onze inloophuizen Oud-West en Makom. Marcel uit zich hier bevlogen over: “We moeten zorgdragen voor anderen. Ik gun mijn medemensen, daklozen die weinig te besteden hebben, ook goede producten. De reacties van de bezoekers van de inloophuizen zijn veelal positief. Wij maken ons brood voornamelijk van zuurdesem, wat natuurlijk niet ieders smaak is, dus er is ook weleens gemopper.” Lachend besluit hij: “Je begrijpt dat de naturel en chocoladecroissantjes, de kaasstengels en de tomaten-fetabroodjes favoriet zijn. Die worden met het meeste enthousiasme in ontvangst genomen.”
Tekst: Iris Stam I Fotografie: privébezit Marcel 7
Agata
Sociaal werker Agata Rybus, afkomstig uit Polen, woont sinds twee jaar in Nederland. Eerst werkte ze bij De Regenboog Groep in de opvang voor Oekraïense vluchtelingen, nu maakt ze deel uit van Dobre 020. Dit outreachende team, dat in november 2022 werd opgezet, richt zich op OostEuropese burgers zonder vaste verblijfplaats. Zij komen uit landen als Hongarije, Polen, Roemenië en Bulgarije. Agata: “De weg vinden in het systeem van opvang, zorg en verzekeringen is lastig voor deze groep. Graag helpen mijn vier collega’s en ik daarbij. We gaan de straat op, langs parken en hangplekken in Amsterdam. Deze actieve benadering is nodig, want veel mensen zoeken niet uit zichzelf hulp.” In Polen deed Agata ook outreachend werk, gericht op een iets andere doelgroep. “Daar bood ik in Warschau ondersteuning aan daklozen en sekswerkers uit de LHBTIQ+-gemeenschap.”
Dobre 020: een leuker Amsterdam voor iedereen
... zij de straat op gaat op zoek naar gehavende Oost-Europese burgers om hen hulpverlening te bieden. 8
Agata houdt van mensen. Sterker nog: ze heeft hart voor mensen. “Ik word gewoon heel blij als ik iets voor een ander kan betekenen, met mijn collega’s. Ons werkterrein in de stad maken we steeds groter. Met als doel: zorgen dat Amsterdam, oftewel 020, voor iedereen een leukere stad wordt. Vandaar ‘Dobre’, het Slavische woord voor goed, en ‘020’ dus. Geen dag is hetzelfde. Ik werk vier dagen per week, waarvan de ene helft op straat en de andere helft op kantoor met het papier- en regelwerk voor cliënten. Dan weer ben ik in een ziekenhuis, dan weer op een opvanglocatie, dan weer bij Albert Heijn op het Damrak, dan weer op een ambassade. Ik vind het leuk om zo actief te zijn, om telkens weer andere mensen te ontmoeten. Natuurlijk is het werk uitdagend, sommige cliënten mijden hulp. We moeten als outreachend team elastisch zijn. Niet oordelen, maar proberen om de ander te begrijpen. Het draait om gelijkwaardigheid. We willen als partner proberen iemand door het systeem te loodsen.”
Tekst: Iris Stam I Fotografie: Bas Evers
De diepte in
Arkadiy en Maria
... zij vrijwillig groepstherapie gaven aan Oekraïense vluchtelingen. De Oekraïense Arkadiy Radolov (44) en de Italiaanse Maria Cerutti (ook 44) zijn beiden psycholoog. Ook wonen ze allebei al meer dan vijftien jaar in Nederland. Ze werken sinds enige tijd voor ggzorganisatie Arkin, maar kennen elkaar langer: van hun tijd als collega’s bij Regenboog-inloophuis AMOC. In 2022 en 2023 zetten ze zich voor De Regenboog Groep in als vrijwilliger, op de opvanglocaties voor Oekraïense vluchtelingen. Arkadiy: “Vanaf de eerste weken van de oorlog draaide ik mee. Ik vertaalde en probeerde mensen een beetje gerust te stellen.” Maria: “In die tijd belden Arkadiy en ik elkaar. We waren altijd een goed team geweest. Konden we wellicht samen iets doen als psychologen? Omdat we zoveel mogelijk mensen wilden helpen, besloten we geen individuele therapie te geven, maar groepstherapie. En zo startten we, op de opvangboot, met een clubje van zo’n zeven mensen, voornamelijk vrouwen.”
Arkadiy: “We kwamen één keer per week bij elkaar. In de eerste maanden boden we vooral een luisterend oor. Het was een crisissituatie, vol stress, verdriet en trauma. 'Wat gebeurt er?' 'Waar zijn we?' 'Wat zal de toekomst brengen?' 'Hoe lang gaat de oorlog duren?'" Maria: “Ook richtten we ons op de resources en talenten van de deelnemers. Wat hadden ze in huis en wat konden ze gebruiken om de crisissituatie te doorstaan?” Arkadiy: “Toen de oorlog voortduurde en duidelijk werd dat mensen nog wel even in Nederland zouden blijven, veranderde de aanpak. We gingen de therapie richten op de oorlog, het missen van Oekraïne en het integreren in Nederland. En daarbij onderzoeken: 'Wat gebeurt er in mij?' Zo gingen we steeds meer de diepte in.” Maria: “In de derde en laatste fase, van januari tot juli 2023, werd het écht psychotherapeutisch. Dat was de periode waarin de deelnemers werk en een woning vonden en de kinderen naar school gingen. Er was toen ruimte voor meer persoonlijke vragen. Zoals: ‘Hoe ga ik om met mijn angsten?’ ‘Hoe leer ik meer naar mijn behoeften te luisteren, emotie te voelen?’”
Stabieler en gelukkiger
In die twee jaar deden tussen de vijfentwintig en dertig mensen aan de therapie mee. Omdat Maria geen Oekraïens spreekt, deden zij en Arkadiy de sessies altijd samen. Arkadiy: “Ik had dus twee rollen: vertaler én therapeut. Na een sessie, die -met een kleine pauze- twee uur duurde, was ik best moe … Natuurlijk kwamen er ook bij mij als Oekraïner gevoelens naar boven. Maar ik plaatste mezelf wel op de achtergrond. Het ging om het belang van de groep. Wat hadden de deelnemers nodig?” In juli 2023 werd de therapie afgerond. Arkadiy: “De deelnemers waren minder gestrest, stabieler en gelukkiger. Ze keken meer naar binnen en konden beter met hun kinderen -vaak tieners- communiceren. De reacties bij de afsluiting waren mooi en emotioneel: ‘We vertrouwen mensen weer meer.’ ‘We voelen ons veilig en niet alleen.’ ‘Dit is een ervaring die ons heeft veranderd.’ Die reacties sloten precies aan op wat Maria en ik wilden bereiken: autonomie voor de deelnemers. Geweldig!” Tekst: Iris Stam I Fotografie: Bas Evers 9
NOG MEER AARDIGE AMSTERDAMMERS GEZOCHT Omdat het leven nu voor veel stadgenoten wat minder aardig is, zoeken wij nóg méér Aardige Amsterdammers. In de vorm van maatjes en donateurs. Misschien weet je iemand of wil je zelf nóg aardiger zijn dan je al bent?
MAATJE WORDEN 300 kwetsbare, eenzame Amsterdammers wachten bij ons op een maatje.
GEZOCHT: Aardige Amsterdammers die eens per week of twee weken willen afspreken met een stadgenoot.
DONEREN VOOR DAKLOZEN 17.000 geschat aantal dakloze Amsterdammers waarvan wij er duizenden voeden en warmhouden.
GEZOCHT: Aardige Amsterdammers om een steentje bij te dragen.
MAATJE WORDEN OF DONEREN = SPELDJE
Mogelijk begroette jij vanochtend iemand bij de tramhalte? Kocht je onlangs de straatkrant bij die jongen voor de supermarkt? Of bracht je je buurvrouw wat te eten toen ze ziek was? Er zijn zoveel aardige gebaren van Aardige Amsterdammers te bedenken. Jouw betrokkenheid bij De Regenboog Groep maakt je er met redelijke zekerheid ook al eentje! 10
Ga naar deregenboog.org/aardige-amsterdammer of scan de QRcode. Als dank kun je het AARDIGE AMSTERDAMMERspeldje ontvangen. Hoe meer speldjes er opduiken, hoe mooier de stad aan het worden is!
IN AMSTERDAM ZIJN WE ER VOOR WIE DAT NODIG HEEFT
Soms is het strijden. Soms zelfs enkel overleven. In Amsterdam zijn er mensen die de situatie van anderen bij wie het tegenzit verzachten. Zij zijn Aardige Amsterdammers.
WAAROM MAATJE WORDEN? De vraag naar maatjes neemt toe. Dat heeft te maken met de stijging van armoede en eenzaamheid in de stad. De waarde van een maatje? Jantina (43) kampt door een ongeluk met concentratieproblemen en psychoses. Elke twee weken gaat zij op stap met vrijwilliger Lilian (51). Samen vertellen zij over hun band. J: “Ik hou mensen liever op een afstand: te veel prikkels. Maar als ik alleen ben, lig ik vaak alleen maar op de bank, en daar word je depri van.” L: “Jantina heeft door die prikkelgevoeligheid bijvoorbeeld moeite om met de tram of de bus te gaan.” J: “Dan denk ik steeds dat mensen naar me kijken en kan ik in paniek raken. Op zo’n moment wil ik vluchten, naar mijn eigen veilige thuis.” L: “We kennen elkaar nu twee jaar. In het begin maakten we voorzichtig een wandelingetje, niet te ver weg. Nu gaan we zelfs naar de markt en het strand. Als ik door de ogen van Jantina naar de wereld kijk, waardeer ik het leven meer. Zij ziet de dingen heel scherp en op een eigen manier. Bij kale bomen zei ze een keer: ‘die zijn takkerig’, waardoor ik pas zag hoe mooi ze waren.” J: “Misschien komt het omdat ik weinig buiten ben. Dan zie ik gelijk alles wat mooi is.” L: “Jantina leeft helemaal in het moment: heel wijs. Als ik anderen spreek, zijn ze vaak bezig met wat gisteren is geweest of morgen gaat komen.” J: “Ik vergeet vaak wat er meer is dan vandaag. Al dat denken zou me alleen maar afleiden. Ik moet me goed concentreren op waar ik mee bezig ben. Anders word ik onrustig.” L: “We nemen elkaar zoals we zijn. Ook hebben we allebei de bodem geraakt in het leven. Dat bindt ons. We veren samen verder omhoog en laten elkaar niet los.” J: “Lilian is de vriendin die ik nooit heb gehad.”
WAAROM DONEREN VOOR DAKLOZEN? Je ergens binnen kunnen opwarmen zonder te worden veroordeeld, een gezonde maaltijd eten, douchen, je vieze kleding omruilen voor schone en praten met mensen die écht naar je luisteren en je willen helpen. Als je dakloos bent, kun je terecht in de tien inloophuizen van De Regenboog Groep. We spraken enkele bezoekers over het inloophuis waar ze komen. Ruslan: “Ik hou van deze plek, omdat ze me hier ‘vet’ houden [knipoog], helpen met basisvoorzieningen en me een beetje licht brengen.” Kalose: “Deze hulp is goed. Zo blijf ik gezond. Ik heb er veel steun aan.” Rini: “Ik kan zelf niet lezen en schrijven. Hier krijg ik hulp om alles te regelen.” [Rini slaapt bij het Leger des Heils] Szymon: “Dankzij de Regenboog kan ik mijn leven weer op de rails krijgen. Ik heb nu een baan en wil een goed leven, voor iedereen om mij heen.” [Szymon slaapt in onze Nachtopvang in Zelfbeheer (NoiZ) in het inloophuis] Magdalena: “Voor mij is dit een thuisplek: goed voor mijn rust en de mensen zijn vriendelijk en eerlijk tegen me.”
Tekst: Jola Gosen en Aleida de Hoop | Beeld: Ties Berghuis en Kathleen Denkers 11
KANNIE WAAR ZIJN! De avonturen van Back2Work, vierhoog achter. Op zolder bij een inloophuis ondersteunt Back2Work gestrande EU-burgers, (economisch) daklozen en Oekraïense vluchtelingen in hun zoektocht naar werk. Wat maken teamleden Shirley Turner en Arno Kooij daar zoal mee? Shirley vertelt het je zelf: “Het laat ons dit werk met een glimlach doen.” Ygor
Shirley: “Voor ons hebben we Ygor. Hij is doorgestuurd vanuit maatschappelijk werk. Wat ons meteen opvalt, is dat Ygor sprekend op Kapitein Barbossa uit de Pirates of the Caribbean-films lijkt. Zwijgend, ronduit stuurs en wantrouwend zit hij ons aan te kijken. Op zijn cv zie ik dat hij een behoorlijke vooropleiding heeft. In Nederland heeft hij echter voornamelijk lichamelijk werk gedaan. 12
Shirley en Arno
‘Dus’, begin ik vol goede moed, ‘je bent op zoek naar een baan?’ ‘Ja’, zegt Ygor. Er valt een stilte. ‘Je hebt ervaring met schoonmaken en magazijnwerk, zou je dat weer willen doen?’ ‘Nee’, antwoordt Ygor. Zijn blik oogt dreigend en weer is het stil. Ik kijk vragend naar Arno die mijn beurt zonder aarzelen overneemt. Arno schraapt zijn keel: ‘Uhm Ygor, ik zie dat je ook als tuinman hebt gewerkt, kun je daar wat meer over vertellen?’ Ygor: ‘Ik heb met planten gewerkt.’ En opnieuw die ijzige stilte. We zijn een kwartier verder, maar nog geen steek wijzer en doen nog een poging om Ygor aan het praten te krijgen: ‘Als je élke baan zou kunnen kiezen, welke zou dat dan zijn?’ Ineens lijkt Ygor zijn interesse gewekt. Hij knijpt zijn ogen tot spleetjes, schuift naar het puntje van zijn stoel en zegt met een grommende, onheilspellende stem: ‘Ik… Ik wil héél graag werken …met mensen …die dood zijn.’ Dus mocht je op een begraafplaats in Amsterdam een Kapitein Barbossa-look-a-like aan het werk
we ons afvragen of hij om een baan als wietteler vraagt. ‘Ja, ik dacht: in Nederland is dat legaal, toch? Werken met planten om te roken?’, oppert Yurii. Ik vraag of hij werken op een wietboerderij bedoelt. ‘Ja, ja, ja!’, roept Yurii uitgelaten, nu hij doorheeft dat we hem begrijpen, waarop wij weer: ‘no, no, no!’, roepen en aangeven dat we hem niet aan zulke banen kunnen helpen. ‘Waarom niet?’, vraagt Yurii teleurgesteld. Ik vertel hem dat we alleen legale banen hebben en dat dat geen legale baan is. Hoewel Yurii kijkt alsof er glashard tegen hem wordt gelogen, vervolg ik: ‘Maar we hebben wel werk bij een leuke legale binnenboerderij waar ze kruiden kweken: oregano, basilicum, peterselie, bieslook …’ Nog tijdens het opsommen staat Yurii op en loopt weg. Beledigd mompelt hij: ‘Oregano? No thank you …’”
Meneer Z
zien, dan is dat waarschijnlijk Ygor. Back2Work heeft hem aan een baan als grafdelver geholpen.”
Yurii
Shirley: “Yurii steekt van wal: ‘Hoi, ik heet Yurii en …uhm, ik wil een baan met …uhm, groen.’ ‘Groen? Oh, met planten?’, vragen Arno en ik. We maken er fanatieke schoffelbewegingen bij. De reactie van Yurii is al even enthousiast: ‘Ja! Ik ben een hele goede tuinman. In mijn land heb ik …uh, hoe zeg je dat …héél véél ervaring in het werken met planten. Ik geef ze elke dag water, haal de slechte bladeren eruit. Dus… wil ik vragen of, uh… jullie een baan voor me kunnen vinden in het werken met planten om te roken.’ En hij doet alsof hij een sigaret rookt. ‘Sorry, wat?’, zeggen Arno en ik in koor, terwijl
Shirley: “Meneer Z ging al richting de tachtig toen hij werd aangemeld bij Back2Work. ‘Hij is wel op leeftijd, maar nog écht fit’, zeiden ze bij de opvanglocatie. Tijdens het intakegesprek bleek meneer Z bovendien heel gevat, met zijn in een oogwenk aangeleerde Nederlandse zinnen als: ‘Hoe gaat het? en ‘Mag ik koffie?’. Zijn zwarte leren jasje en nagenoeg geheel gouden gebit geven hem een markant voorkomen. Net als bijna driehonderd andere Oekraïense vluchtelingen ging meneer Z via Back2Work bij de bloemenveiling in Aalsmeer werken. Als we er op werkbezoek gaan, zijn we onder de indruk hoe we onze Oekraïense cliënten op Segways kriskras door elkaar heen zien rijden met fusten bloemen. Terwijl we met de voorman kletsen, komt Meneer Z naar ons toe gereden: ‘Hey Arno en Shirley!’ Hij draait zich om en roept naar de anderen: ‘Podyvit´sya! Arno i Shirley!’ Iedereen zwaait, lacht of knikt ons toe. Als ik hem vraag hoe het werk gaat, pakt hij mijn hand, geeft er een natte kus op en zegt: ‘Good, is very good job, dankjewel!’ Vlak voordat hij zich weer omdraait om aan het werk te gaan, steekt hij zijn vuist in de lucht en roept: ‘Arno i Shirley president!’” Ook meneer Z heeft een uitstekend neusje voor Aardige Amsterdammers. Tekst: Shirley Turner & Jola Gosen | Fotografie: privébezit Shirley 13
Met haar stralende warmte was zij een lichtpuntje in de levens van dak- en thuislozen. Nu is ze met pensioen. Hortance Doest, twintig jaar portier van inloophuis Blaka Watra. “Ik bruis nog altijd van de energie”, zegt Hortance met een lach die de bezoekers van inloophuis Blaka Watra zo goed van haar kennen. In die lach lees je oprechte interesse, aandacht en warmte. “Of ik een Aardige Amsterdammer ben? Ik denk het wel.” Ze schatert erbij, maar meent het wel. Hortance straalt zelfvertrouwen uit. Dit is een vrouw die in staat is anderen te helpen, omdat ze zelf goed in haar vel zit. En dat is weleens anders geweest. Hortance: “Al op jonge leeftijd ben ik misbruikt en ging ik stiekem wiet gebruiken op school. Toen woonde ik nog in Suriname. Op mijn achttiende kwam ik in Amsterdam terecht. Het was winter en koud. Vrienden zeiden: ‘neem dit, daar word je warm van.’ Het was heroïne. Ik raakte verslaafd. Daar vraagt niemand om. Het overkomt je. Maar de pijnlijke dingen die ik in mijn leven heb meegemaakt, hebben me wel gemaakt tot wie ik nu ben: een sterk persoon.” 14
Weten hoe het is
En haar ervaringen nam ze mee in haar werk. “Doordat ik al die dingen heb meegemaakt, kon ik me verplaatsen in iemands situatie en er voor diegene zijn. Ik weet hoe het is om negatieve woorden naar je hoofd te krijgen. Dat is mij ook overkomen toen ik verslaafd was. Ik geloofde niet meer in mezelf en wilde gewoon lelijk zijn, om maar niet te hoeven worden gezien. Nu staat er op mijn WhatsApp: ‘I am a sparkling beauty’. Woorden hebben kracht, dus ik houd ervan om positieve dingen tegen mensen te zeggen, zoals: 'wat heb je mooie ogen', of: 'ik zie veel potentie in je'. Ik vind het heerlijk om mensen te zien glimmen. Ik wil mensen bemoedigen. Ik wil mensen omhelzen. O, my god, ik word helemaal emotioneel nu. Ik weet hoe het is om geen liefde te willen aanvaarden. Nu omhels ik mensen met alle warmte die ik in me heb.”
Een half uur buiten bidden
Hortance vervolgt: “Als portier ben je toch het eerste gezicht dat mensen zien. Daar was ik me altijd heel erg van bewust. Mensen willen ‘s ochtends naar binnen, hebben het koud, zijn gefrustreerd, depressief. Ze zitten met een hoofd vol stress en willen dingen oplossen, maar dat lukt niet. Dan luisterde ik. Eén keer heb ik zelfs een half uur met een jongen buiten staan bidden, elkaars hand vasthoudend. Daar had hij behoefte aan. En dat herken ik heel goed, want ook voor mij is God mijn redding geweest. Ik was op een dag zó ziek van de heroïne dat ik het heb uitgeschreeuwd: ‘God, als u werkelijk bestaat, kom in mijn hart en verander mijn leven!’ Toen heb ik mijn moeder gebeld en nam zij me mee naar de kerk. Ik liep het kerkgebouw binnen en keek om me heen. Al die mensen glommen in mijn ogen. Waarop ik tegen mijn moeder zei: ‘wat ik zie, wil ik ook’. Zo werd ik verliefd op Jezus. En zo kwam ik van de troep af waar ik jaren mee in mijn hoofd zat.”
Maak eens een praatje
Nadat ze clean was, kreeg Hortance haar eerste baan bij De Regenboog Groep en dit werk heeft ze ruim twintig jaar hartstochtelijk gedaan. Haar stevige, toegankelijke en warme karakter werd gesmeed uit een ruw verleden waarin verlossing kwam. Hortance: “Daardoor kon ik liefde geven aan mensen die het moeilijk hebben.” Ze besluit met
*D e foto’s zijn gemaakt op het pensioenfeest van Hortance een korte anekdote: “Ik herinner het me nog goed. Op het centraal station zag ik twee mannen vies kijken naar een dakloze. Toen hoorde ik ze zeggen: ‘Ze moeten ze doodschieten.’ Ik draaide me om en zei: ‘PARDON! Als ze dat zouden doen, zou ik hier niet staan. Ik ben op weg naar een inloophuis. Voor daklozen. Mensen, net als u en ik. Maak eens praatje met een dakloze, in plaats van te oordelen. Dan hoort u waarom iemand dakloos is geworden.’” Tekst: Nicolline van der Spek en Jola Gosen I Fotografie: Michael Vervuurt 15
DE GEZICHTEN ACHTER ... … onze vrijwilligers: zij maken Amsterdam zachter.
Taalmaatje: Jeugdmaatje:
Rawaz Salaye Sinds 2021 “Ik wil gewoon anderen bijstaan. Ergens vind ik het een plicht. Eerst heb ik een jongen ondersteund die worstelde met mentale problemen en moeilijk uit zijn woorden kwam. Nu ben ik er voor iemand die lastig contact maakt. Beide keren met het doel om door middel van kleine stappen vooruit te komen. Soms geef ik inzicht of denk ik mee, vaak ben ik een luisterend oor. Maar altijd en bovenal ben ik een vriend. Het gevoel dat je ervoor terugkrijgt, is met niets te vergelijken. Er is weinig zo mooi als je maatje stappen zien maken.”
16
Nynke de Vries Sinds 2014 “Na mijn pensioen wilde ik mijn kennis en energie blijven inzetten voor mensen en de maatschappij. Ik besefte dat ik veel geluk heb gehad in het leven, en dat dit niet voor iedereen geldt. Een informatieavond over vrijwilligerswerk bracht me bij het ABC, inmiddels onderdeel van de Regenboog. Ik heb aan allerlei vrouwen Nederlandse les gegeven: jong, oud, afgestudeerd, analfabetisch, met en zonder kinderen. Ze hadden gemeen dat ze hun weg in de Amsterdamse samenleving nog niet hadden gevonden. Ik steek veel op over andere gewoonten en geloven en ben milder en verdraagzamer geworden. Maar ook moedelozer over alles wat er kan misgaan in een mensenleven en hoe moeilijk het dan is om weer op te krabbelen.”
Armoedemaatje:
Auke Koopal Sinds 2022 “Ik heb me eerder spontaan over een dakloze man uit de buurt ontfermd. Maar ik merkte dat ik als particuliere eenpitter niet volwaardig uitgerust ben om zo iemand structureel te helpen. Zo kwamen we bij een inloophuis van de Regenboog terecht. Onlangs zag ik hem weer. Hij was in veel betere, bijna goede doen. Ik dacht: misschien kan ik onder de vleugels van zo’n organisatie beter uit de voeten. Als vrijwilliger word je goed ondersteund en werk je samen met een coördinator die veel kennis en ervaring heeft en praktische, nuttige tips geeft. Ik help nu een vrouw van achtenvijftig, die sinds enige tijd MS heeft en hulp zocht bij het op een rij zetten van haar financiën. Ook zij is inmiddels veel opgewekter.”
Psychiatriemaatje:
Stefan Schmidt Sinds 2022
Jeugdmaatje:
Naomi Gabriel Sinds 2023 “Mensen bijstaan kan een grote impact hebben. Dat heb ik zelf ondervonden toen ik opgroeide in een matige buurt in Amsterdam-Noord en op een school zat die slecht stond aangeschreven. Er waren twee mensen in mijn omgeving die mij motiveerden en lieten zien wat mogelijk was. Zonder hen was ik nooit gaan studeren. Ook in de sector waar ik werk, de gezondheidszorg, zie je dat de kwaliteit van leven verbetert door écht oog voor elkaar te hebben. Ik ben nu maatje van een vrouw van drieëntwintig die kampt met psychische problemen. Ze staat voor iedereen klaar, maar durft voor zichzelf niet altijd hulp te vragen. Samen hebben we een plek gecreëerd waar ze zaken van zich af kan praten, zonder oordeel.”
“We zitten allemaal weleens vast, waarbij het van toegevoegde waarde kan zijn om daar eens met iemand buiten je eigen omgeving over te praten. Ik heb tijd en heb altijd al graag mensen willen helpen. Enerzijds door een luisterend oor te bieden. Anderzijds door hier en daar te ondersteunen bij het verkrijgen van inzichten en een helpende hand toe te reiken. Met het doel dat iemand meer zelfvertrouwen krijgt en zodoende makkelijker zelfredzaam kan worden. Ik begeleid momenteel een moeder van midden veertig uit Amsterdam-Noord die depressief is. We zien nu al verbeteringen, terwijl we nog maar net maatjes zijn.”
Verslavingsmaatje:
Sanne Vrijlandt Sinds 2022 “Het is heel bijzonder om deel te mogen uitmaken van iemands leven. Ik help een vrouw van in de veertig die te maken heeft met psychische en verslavingsproblematiek. Hier krijg ik heel veel voor terug. Het vrijwilligerswerk helpt me te relativeren. Ik kijk nu anders tegen sommige van mijn eigen problemen aan. Ook geeft het een goed gevoel iets voor iemand te kunnen betekenen, zelfs al is het maar een uurtje per week.”
Tekst: Nicolline van der Spek I Fotografie: privébezit geïnterviewden
17
EEN MOOIERE STAD: VROEGER, NU EN IN DE TOEKOMST Veel mensen dragen De Regenboog Groep een warm hart toe. Het spat uit deze Meeleven dat iedereen daar op een eigen manier uiting aan geeft. We zien Aardige Amsterdammers anderen vanuit persoonlijke ervaring helpen. We zien ze belangeloos vrijwilligerswerk doen. Of ze doneren spullen of geld, simpelweg omdat het elders harder nodig is. En steeds vaker nemen mensen ons op in hun testament. De Regenboog als legataris of erfgenaam. Voor een socialere stad.
Praat erover
Bijna vijftig jaar geleden, net na de hippietijd, begonnen we. Toen hielpen we verslaafde jongeren in het Vondelpark. Nu helpen we duizenden Amsterdammers verspreid door de stad. Mensen die dak- of thuisloos zijn, psychische klachten hebben, schulden, een verslaving. Mensen die eenzaam zijn, gevlucht, gehavend. Mensen kunnen om wat voor reden dan ook in de knel zitten. Vaak is het een combinatie van problemen. Wij helpen en bieden kansen. Met bijvoorbeeld negen inloophuizen in Amsterdam en één in Zaanstad. Binnenkort komen er nog meer inloophuizen bij. Dit zijn plekken waar dak- en thuislozen even op adem kunnen komen en worden gezien als mens. Dat dit waardevolle werk blijft voortbestaan en zich kan aanpassen aan de toekomstige behoeften van onze stad, daar kan jij aan bijdragen. Ook na het leven.
Tekst: Nicolline van der Spek en Jola Gosen | Beeld: Jola Gosen, Merlijn Michon en Joost Slis
18
Marloes
Geld nalaten aan De Regenboog Groep? Neem contact op met Marloes (contactgegevens rechterpagina). Voor een oriënterend gesprek of een afspraak met onze notaris, die kosteloos helpt bij het in het testament opnemen van De Regenboog Groep.
“Laten we het belang van nalatenschappen benadrukken”, bepleit Marloes Wijnekus, fondsenwerver van De Regenboog Groep. “Steun van donateurs geeft ons zekerheid voor de toekomst en nalatenschappen maken daar een belangrijk deel van uit. Die zekerheid is nodig, omdat ons werk -helaasook nog een lange tijd nodig is. De hulpvraag neemt alleen maar toe: meer inloophuizen, meer economisch daklozen. Vaak zijn mensen terughoudend over dit onderwerp en weten we pas dat we een legaat of erfenis krijgen nadat de schenker is overleden. Uiteraard vinden we altijd heel zorgvuldig een mooie bestemming, maar meer openheid zou ik toejuichen. Praat erover. Ook met ons, dan kunnen we de nalatenschap samen zelfs een specifiek doel geven; misschien nog mooier.”
OP DE ZEEPKIST
JE BENT MEER DAN JE AANDOENING Ruim vier op de tien mensen hebben ooit in hun leven een psychische aandoening gehad. Het stigma, vooral het zelfstigma, is groot. Petra d’Huy (49) weet er alles van. Ze richtte een stichting op en schreef een boek over haar herstel. “In 1999 kreeg ik mijn eerste psychose, een jaar later bleek ik een bipolaire stoornis te hebben. De schaamte voelde misschien nog zwaarder dan de diagnose zelf. Nu schrijf ik erover. Met mijn werk probeer ik mensen te helpen, omdat het je zo eenzaam kan maken als je hoort dat je een psychische aandoening hebt, dan ben je ineens een psychiatrisch patiënt. Draag je psychische aandoening niet stiekem met je mee. Delen is helen. Praat erover, wees open. Op het moment dat je je kwetsbaar opstelt, zal de ander dat ook doen. En daar leer jij ook weer van, want een gesprek met een ander is een kennismaking met jezelf, zeg ik altijd. Gemakkelijk is het niet om erover te praten, openheid is een proces van jaren. Maar door me open te stellen in mijn blog en boek, ben ik erachter gekomen dat ik me nergens voor hoef te schamen. Ik krijg veel positieve reacties. Die hebben me gesterkt in het besef dat je niet alleen maar patiënt bent. Ik ben bipolair, maar ook moeder, dochter, vriendin, buurvrouw, echtgenote, webmaster en auteur. Vandaar Petra Etcetera. Dit is de naam van mijn
20
stichting én de titel van mijn boek. Vorig jaar heb ik er de PZC Publieksprijs mee gewonnen. Het geld, vijfhonderd euro, heb ik in mijn stichting gestopt. Om nóg meer mensen te kunnen helpen.” Tekst: Nicolline van der Spek I Fotografie: privébezit Petra
Petra Etcetera is uitgegeven door Uitgeverij Tobi Vroegh van De Regenboog Groep. Lea van Geesink: “Het is altijd de ánder die een psychose krijgt, denken we. Terwijl iedereen een psychose kan krijgen, al na een jetlag overigens. Met onze uitgeverij, die gedragen wordt door vrijwilligers, willen we psychiatrie salonfähig* maken. Petra is daar wat ons betreft heel goed in geslaagd. Ze laat zien dat je meer bent dan je aandoening.” * Psychiatrie als bespreekbaar, sociaal aanvaardbaar onderwerp Meer weten? petraetcetera.com of tobivroegh.nl