LIEFDE Meeleven 1 │ 2023

Page 1

LIEFDE

MEELEVEN IS EEN MAGAZINE VAN DE REGENBOOG GROEP EN VERSCHIJNT VIER KEER PER JAAR

HOE CORA MENSEN MET LIEFDE ONDER DE PANNEN BRENGT

OP DE JUISTE MANIER LOSLATEN ALS JE KIND VERSLAAFD IS

SPLINTER CHABOT GELUKKIG MAKKELIJK VERLIEFD EEN LIEVE STAD MAKEN WE SAMEN

Nr. 1-2023

HOOFDREDACTIONEEL COMMENTAAR

Liefde

Niets is zóveel beschreven en bezongen als liefde. Logisch ook. Denk maar eens aan de allermooiste en moeilijkste momenten uit je leven. Hoeveel daarvan hebben iets met liefde te maken? Liefde kent namelijk nogal wat hoedanigheden. Verliefdheid bijvoorbeeld. Ook wel: vlinders in je buik. Wat kunnen die dingen opdringerig zijn zeg en compleet met je aan de haal gaan. Wel leuk als je verliefdheid wordt beantwoord. ‘Je straalt helemaal!’, zeggen mensen dan. Daarentegen voelt weinig zó allesvernietigend als liefdesverdriet. Melancholie op haar bruutst. Omdat verliefdheid je zo kan opslokken, verblinden, optillen én verzwaren, zijn er psychologen die verliefdheid zelfs typeren als psychische stoornis, en niet als liefde.

Maar wat is liefde dan? Ik denk aan moederliefde, vaderliefde en de liefde die kinderen hun ouders geven. Aan de liefde tussen broers en zussen. De liefde van en voor goede vrienden. De liefde voor je huisdier en de liefde die je van zo’n dierlijke metgezel terugkrijgt. Ook denk ik aan liefde voor jezelf. Liefde voor je werk. En aan liefde voor je stad of dorp. Maar het meest denk ik toch aan de liefde tussen geliefden. Beginnend met die héle hevige verliefdheid. Overvloeiend in houden van. Samen door het leven. En zelfs na jaren de vlinders nog écht voelen fladderen. Ja, ondanks wat sommige slimme koppen beweren, geloof ik precies in dát.

Bijna alle hier genoemde vormen van liefde vind je wel in deze Meeleven. De verhalen laten zien dat liefde verbindt, verzacht, geeft en draagt, maar ook zeker niet altijd makkelijk is. Liefde heeft een zonnige kant. Én een zeer regenachtige schaduwkant. Absoluut een Regenboog-thema dus.

Toelichting bij de cover

Rick Web is dakloos en een bezoeker van onze inloophuizen. In de vorige Meeleven liet hij ons een van zijn slaapplekken zien: een fauteuil op een steiger. Zijn positieve instelling en liefde voor fotografie houden hem op de been. Tijdens de vele kilometers die hij elke dag aflegt, raapt hij afval op en fotografeert hij alles wat hem inspireert.

Rick over de coverfoto ‘Liefde zoeken op de Dam’: "De man vastgelijmd aan zijn telefoon, belichaamt de verandering van de afgelopen twintig jaar en waarom mensen de tekenen van liefde pal voor zich niet zien.”

Rick pleit voor een grote verschuiving in ons bewustzijn “en een schonere stad.”

Colofon

Meeleven wordt vier keer per jaar uitgegeven door De Regenboog

Groep

ISBN 13840607

De Regenboog Groep

Droogbak 1-d 1013 GE Amsterdam 020 531 76 00

www.deregenboog.org

info@deregenboog.org

Contactpersoon donateurs

Jola Gosen, 020 531 76 00

Coverfoto

Rick Web

Fotografie / Beeld

Merlijn Michon, Ruud Baan, Nicolline van der Spek

Redactie

Nicolline van der Spek, Jola Gosen

Hoofd- en eindredactie

Jola Gosen

Beeldredactie en coördinatie

Mila van Egmond

Design Studio Onward

Druk

Drukkerij Schuttersmagazijn

Disclaimer De in dit magazine gepresenteerde informatie is in samenspraak met en met toestemming van de geraadpleegde bron tot stand gekomen.

Samensteller De Regenboog Groep accepteert dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor onjuistheden anders dan spelof interpunctiefouten.

Nieuwsbrief ontvangen?

Meld je aan via www. deregenboog.org/nieuwsbrief

Doneren? Scan de QR-code! NL79 TRIO 0379 3155 64

De Regenboog Groep

Amsterdam regenboog020

De Regenboog Groep

Meeleven niet meer ontvangen? Of liever digitaal?

Stuur een mail naar info@deregenboog.org of bel 020 531 76 00

2

CORA

Onder de Pannen brengt economisch daklozen tijdelijk (één jaar) onder bij mensen die een kamer overhebben. Dit creëert de rust om een leven weer op te bouwen. Cora Hendriks zoekt hiervoor kamerverhuurders. Hans Wijnands is directeur van De Regenboog Groep.

H: "Waar komt jouw passie voor dit werk vandaan?"

C: "Ik heb hart voor de doelgroep. Deze mensen zijn door een ongelukkige samenloop van omstandigheden huis en haard verloren. Zo heb je alles wat je hartje begeert, en zo sta je met je spullen op straat. Dat raakt me. Mijn gedrevenheid komt dan ook vooral voort uit het feit dat dit werk echt een verschil kan maken. Ik krijg bijvoorbeeld telefoontjes als: 'Ik heb mijn boeltje weer op orde hoor. Bedankt, want zonder Onder de Pannen was het anders afgelopen.'"

H: "Zijn er ook succesverhalen van verhuurders?"

C: "Oh zeker. Genoeg mensen bloeien helemaal op door iemand in huis te halen. Soms ontstaan er vriendschappen en er is zelfs een Onder de Pannenhuwelijk voltrokken."

H: "Dat geeft vertrouwen in de mens, vind je niet? Dat er nog mensen zijn die anderen in huis halen."

C: "Mooi hè? Helaas zien we ook nog veel angst. Mensen zijn bang te worden gekort op hun uitkering of toeslagen. Dat gebeurt dus absoluut niet, het kan financieel zelfs een extraatje opleveren.”

H: "Hoe doe je dat eigenlijk, verhuurders zoeken?"

C [lachend]: "Door langs deuren te leuren. Soms letterlijk. Bij de buurtteams en de gemeente hoor ik regelmatig: ‘hé, ben je er weer?’ Ik ben net een boemerang. Onder de Pannen moet gewoon overal rondzoemen en zichtbaar zijn, zodat potentiële verhuurders ons ook echt tegenkomen. Om die reden adverteren we tevens in regionale media en plakken we posters in de stad."

H [lachend]: "En dan hoor ik weer dat we die posters moeten weghalen."

C: “Ja, sorry, soms hebben we wellicht iets te veel hart voor de zaak. Mag ik daarom nog wel een hartenkreet slaken? We hebben die verhuurders namelijk écht ontzettend dringend nodig ... Dus: heb je een kamer over? Ga naar www.onderdepannen.nl en meld je aan."

Tekst: Nicolline van der Spek I Fotografie: Merlijn Michon

HANS IN GESPREK MET …
3

NAASTENLIEFDE IN DE KNEL

Als iemand in je naaste omgeving verslaafd is of psychiatrische problemen heeft, komt de relatie op scherp te staan. Hoe ga je daarmee om?

Marianne, moeder van een verslaafde zoon, en Peter, partner van een vrouw met een bipolaire stoornis, hebben er allebei mee te maken gehad. Met het voortdurende ritme van slapeloze nachten en de immer aanwezige vrees om iemand van wie je zielsveel houdt voorgoed te verliezen. Bij De Regenboog Groep konden ze terecht voor gratis ondersteuning.

Marianne Bolhoven-Biesheuvel (64) heeft drie volwassen zoons. Haar tweeling (35) kreeg op hun achttiende de diagnose schizofrenie.

Hier bleken cannabis- en xtc-gebruik aan te hebben bijgedragen, als laatste triggers. Eén van de jongens is het gelukt te stoppen. De ander gebruikt nog altijd, ook ghb, cocaïne en alcohol. “Er zijn jaren geweest waarin ik dacht op elk moment te kunnen worden gebeld dat ze hem dood hadden gevonden.” Sinds augustus 2019 krijgt Marianne hulp van Partner- en Familieondersteuning van de Regenboog.

Marianne: “Schizofrenie. Als je kinderen zo’n diagnose krijgen, verdrink je in een emotionele modderpoel. Ik zag het lijden op hun gezicht. De verwardheid. En voelde me machteloos. Wat je gaat doen is informatie vergaren: googelen, bellen, praten. Dat heb ik jaren gedaan. Alles greep ik aan om mijn zoons te begrijpen. Mijn ene zoon is nog steeds verslaafd. Waarom lukt het hem niet en de andere zoon wel? Daar ben ik jaren verdrietig om geweest. Tot ik in de zomer van 2019 uitgeput achter mijn computer zat en dacht: ik kan niet meer. Die zomer ben ik in contact gekomen met De Regenboog Groep.

Ester begeleidt me en stelt me veel fijne aanvullende vragen. Als ik iets vertel, vraagt ze: ‘maar wáár voel je dat dan precies?’ Het ene

“Ik heb geleerd op de juiste manier los te laten”
4
Marianne

moment voel ik het in mijn buik, de andere keer zit het verdriet een stuk hoger. Ze leert me rustig te ademen en goed te gaan zitten. Met mijn voeten geaard. Ook leert ze me dat er naast verdriet mooie dingen mogen zijn. Geluk en verdriet kunnen samengaan. Daar hoef ik me niet schuldig over te voelen. Ik heb een fotocollage gemaakt van alle geluksmomenten in mijn leven en die de Wall of Beautiful Moments genoemd.

moet je echt je ratio aanspreken, want je gevoel schreeuwt: redden, helpen, bellen!

Eerder had ik al geleerd dat er een verschil is tussen ‘willen’ en ‘kunnen’. Iemand met schizofrenie kan de meest basale dingen niet. Op zichzelf wonen bijvoorbeeld of een betaalde baan hebben. Vroeger kregen we daar een machtsstrijd over. Nu weet ik: het is helemaal geen kwestie van onwil. Ook realiseerde ik me dat ik niet tegen mijn zoon sprak als hij onder invloed was, maar tegen zijn verslaving. Daardoor heeft het contact zich kunnen herstellen.

Essentieel is de kring van invloed: waarin kun je iets voor iemand betekenen en waarin niet? Mijn verslaafde zoon heeft een periode gehad waarin hij niets van me aannam. Dat is hartverscheurend, je kunt niets doen. Toen is er jarenlang geen contact geweest. Ik had gedaan wat ik kon doen en besloot mijn vege lijf te redden, dus te accepteren wat ik niet kon veranderen. Dan

Van Ester heb ik geleerd op de juiste manier los te laten. Daar had ze een mooie metafoor voor. Stel: je staat op het strand en pakt een handje zand. Met een heel hard samengeknepen hand, loopt het meeste zand er gewoon tussenuit. Houd je je handpalm naar boven en spreid je je vingers, dan laat je los én blijft er zand liggen. Met andere woorden: ik als moeder blijf er ter ondersteuning, maar geef mijn kind alle ruimte.”

5
“Je gevoel schreeuwt: redden!”
Marianne bij haar Wall of Beautiful Moments

“ELKE DAG STOND IK AAN”

Na een relatie van zeven jaar hoort

Peter (55) eindelijk wat er met zijn vriendin aan de hand is. Ze heeft een bipolaire stoornis. De ups en downs van de jaren ervoor komen daarmee in een totaal ander daglicht te staan. Als er vervolgens kort achter elkaar van alles gebeurt, wordt Peters vriendin opgenomen en stort hij in.

“Nu gaat het weer goed met me hoor”, lacht de breedgeschouderde Peter, “maar toen ik hier voor het eerst binnenkwam, was ik emotioneel uitgeput.” Peter zit tegenover Dick Claassen, één van de partner- en familieondersteuners van De Regenboog Groep. De kamer, die uitkijkt op het centraal station van Amsterdam, is bekend terrein voor Peter. Er zijn heel wat gesprekken gevoerd.

Het lijkt alweer zo lang geleden: zomer 2022. “Het stormde in haar hoofd. Zo zag ik dat. De oorlog in Oekraïne was de aanleiding, daarna overleed mijn moeder. Ze had nog nooit een stervensproces van nabij meegemaakt. En dat had een enorme impact op haar, net als die oorlog. Ze begon allerlei spullen in te zamelen voor de vluchtelingen en wilde zoveel mogelijk mensen op zoveel mogelijk manieren helpen.”

Peter was in die periode in de rouw om zijn moeder, maar daar was helemaal geen ruimte voor. Hij moest redden en regelen. En vooral koers houden. “Elke dag stond ik aan en de nachten werden steeds korter. Mijn vriendin sliep niet meer en daarom ik ook niet. We maakten nachten van twee á drie uur. Dat was niet voor het eerst, maar dit keer was het anders. Het was erger. Op het laatst was ze totaal onbereikbaar geworden. Ook liep ze steeds vaker weg. Dan liep ze ergens door de stad of in het park.”

“Ik wist me geen raad. Je wilt je geliefde toch beschermen. De psychiatrische hulpverlening waar mijn vriendin onder behandeling was, wilde mij niet te woord staan. Privacy was de reden. Ik stond er dus volledig alleen voor. Uiteindelijk heb ik op een dag 112 gebeld.”

Peters vriendin wordt opgenomen en pas dan voelt hij hoe moe hij is. “Ik kon alleen maar huilen. Zelfs toen realiseerde ik me niet dat ik ook hulp nodig had. Hulp vragen is moeilijk voor mij. Bel de Regenboog, zei mijn huisarts, en dat heb ik gedaan.”

“Je wilt je geliefde toch beschermen”
6
Peter (l) en Dick (r)

Na een korte stilte. “Ik heb bij Dick heel veel gepraat. Ook heb ik hier dingen ontdekt over mezelf die ik vaak eigenlijk al wist, bijvoorbeeld dat ik een sociale einzelgänger ben. Ik ben gezellig voor anderen en misschien ook wel een pleaser, maar door alles wat ik had meegemaakt, was ik mezelf helemaal kwijtgeraakt. Ik stond vierentwintig uur per dag in overlevingsstand. Dat hou je niet vol.”

“Tijdens een sessie vroeg Dick me: ‘waar krijg je energie van?’ Die vraag was al enige tijd uit beeld geraakt. Hij zette me aan het denken. Waar word ik blij van? Ik heb geleerd hoe ik mijn grenzen moet aangeven en heb daarbij mezelf teruggevonden. Ook met de relatie gaat het goed. We weten nu allebei waar we op moeten letten en vooral waar de valkuilen liggen. Daar ben ik heel blij om. De liefde is onveranderd gebleven.”

Peter is op eigen verzoek een gefingeerde naam.

Tekst: Nicolline van der Spek I Fotografie: Merlijn Michon

Partner- en Familieondersteuning van De Regenboog Groep

"Als mensen helemaal zijn vastgelopen, komen ze bij ons", zegt Dick Claassen. Samen met Ester Winkelhuis is hij partner- en familieondersteuner bij De Regenboog Groep. "Vaak is er een lange periode van zorg aan voorafgegaan. Mensen zijn uitgeput, radeloos en verdrietig. Alle aandacht ging uit naar de ander. Wát doet dat met jou? We luisteren zonder oordeel. Dat klinkt logisch, maar anders dan bij behandelklinieken beginnen we niet over afkicken. De focus ligt op jou als familielid. Hoe laat je los zonder het idee te hebben de ander in de steek te laten? En hoe laat je het geluk weer wat meer toe in je leven?"

Ook hulp nodig?

Woon je in Amsterdam of omgeving en wil je ook eens praten? Aan de gesprekken zijn geen kosten verbonden. Een verwijzing is niet nodig.

Mail of bel voor meer informatie of het maken van een afspraak: pfondersteuning@deregenboog.org

020 531 76 00

7
Dick (l) en Peter (r)

HET LEVEN IN EEN SPROOKJE VERANDERD

Transvrouw Annabelle Broos (59)

zocht een maatje en maakte via de Regenboog kennis met kunstenaar Maya Brauer (25). Bij maatjescontact is het eigenlijk uit den boze om in de richting van een liefdesrelatie te denken, maar de vonk sloeg over. En echte liefde hou je nou eenmaal niet tegen …

“Drie jaar geleden zijn we met elkaar in gesprek geraakt en daar zitten we nog middenin”, glundert Annabelle. Maya: “En weet je waar dat gesprek begon? In een Irish pub in Amsterdam. Gelijk toen je binnenkwam in je jurk en felroze regenjas wist ik het al: wij zijn voor elkaar bestemd!”

Regels

Het was anderhalve maand voor de eerste coronalockdown. Maya, opgegroeid in Tokyo, en aan het begin van een twee jaar durende kunstresidentie in Amsterdam, meldde zich aan bij De Regenboog Groep om lhbti+-buddy te worden. Annabelle was dakloos en zocht gezelschap. Geen liefde, gewoon iemand om tegenaan te praten. Maya, met glimmende ogen: “Er zijn wat regels waar je je als maatje aan moet houden, één daarvan is geen fysieke intimiteit. Die regel hebben we onbedoeld vrij snel moeten overschrijden, maar zonder enig moment van spijt, we hebben het zo fijn samen.”

Cupido

Voor de zekerheid willen we wel even benadrukken: De Regenboog Groep is geen datingbureau. Wij helpen mensen die worstelen met psychische problemen door ze te koppelen aan een maatje. Deelnemer en maatje gaan er samen op uit. Op die manier doorbreek je eenzaamheid en isolement. Cupido speelt geen enkele rol in het maatjescontact. Althans, dat is de bedoeling. Maar als Cupido twee mensen zó gelukkig weet te maken, zoals bij Annabelle en Maya het geval is, dan gaan we hem natuurlijk geen pootje lichten. Echte liefde hou je niet tegen.

Huwelijk

Op 27 oktober 2020 trouwt het stel. Annabelle in een zwarte gebloemde jurk met witte stippen. Maya heeft kort haar en draagt een mannenpak. Martine Drabbe van De Regenboog Groep, die het stel als maatjes aan elkaar koppelde, is getuige. De ouders van Maya moeten even wennen, maar ze

8
Maya (l) en Annabelle (r)

zien het geluk van Maya afspatten. “Het mooie van onze relatie is dat we elkaar op heel veel terreinen aanvullen”, zegt Maya. “We leren van elkaar. Ik heb bijvoorbeeld van Annabelle geleerd in het moment te leven. Dat lukte me nooit zo goed. Altijd was ik met mijn aandacht ergens anders. Dankzij Annabelle leef ik veel meer in het nu. Ik was trouwens depressief toen ik Annabelle leerde kennen, ik lag dagen op bed omdat ik niet wist wat ik met mijn leven moest. Annabelle hielp me uit mijn hoofd te kruipen. Door haar barst ik nu van de levenslust. Andersom heb ik Annabelle geleerd om meer van zichzelf te houden. Ze was een wrak toen ik haar ontmoette. Annabelle had een verkeerde suikerziektediagnose gekregen en verteerde geen eten meer. Hierdoor had ze heel veel pijn. En haar voeten, mijn hemel, die zagen eruit alsof ze afgestorven waren.”

Odd couple

Annabelle is van ver gekomen. Letterlijk. Haar leven sleet ze voor een groot deel in Amerika, waar ze acht jaar als Hoofd Systeembeheerder werkte op de oudste technische universiteit van het land (RPI).

Toen ze dat beu was, ging ze aan de slag in een headshop. Dit is een winkel die drug-accessoires verkoopt. Ze werd activist en verzette zich tegen het Amerikaanse antidrugsbeleid en het onmenselijke gevangeniswezen aldaar. Tot ze er uiteindelijk zelf in de gevangenis belandde. Twee jaar later werd ze Amerika uitgezet en kwam ze in Nederland op straat terecht. Bij De Regenboog Groep hoorde ze van het bestaan van maatjes. Sindsdien is haar leven in een sprookje veranderd. “Maya is mijn tweelingziel. We zijn een kunstenaarsduo geworden, bekend onder de naam Chibiwawa en houden allebei van Hello Kitty. En we zijn dan misschien wel een odd couple: ik als negenenvijftigjarige vrouw van bijna twee meter met een jongenskop en Maya uit Japan die pas vijfentwintig is. Maar de liefde wordt alleen maar sterker. Je houdt het niet voor mogelijk.”

Tekst: Nicolline van der Spek I Fotografie: Merlijn Michon

9
Maya (l) en Annabelle (r)

NIET MEER ALLEEN VOOR DE TV

De grote liefde van Hans Kolderman (1966) heet Spike. Hij laat hem vier keer per dag uit. Soms gaat Celine mee, zijn wandelmaatje van De Regenboog Groep.

Spike is een ruige jongen, sommige mensen lopen zelfs een blokje om als ze hem zien aankomen. Hans heeft daar wel begrip voor, Amerikaanse Staffords hebben zo hun reputatie. Alleen is het helemaal niet nodig, benadrukt Hans, terwijl hij samen met Celine Demey over het krakende ijzige loof van natuurtuin De Wiedijk loopt. “Kijk nou!”, wijst Celine. Spike rolt door het bevroren gras. “Ik word altijd heel vrolijk van Spike. Zelf heb ik geen hond. Ik woon te klein en heb een baan. Zolang je niet de tijd hebt om goed voor een hond te zorgen, moet je er niet aan beginnen.” Celine komt uit België en woont nu vijf jaar in Amsterdam. De meeste van haar vrienden zijn expats.

“Door hondenmaatje te zijn van Hans, krijg ik een meer authentieke band met Amsterdam. Hans is hier geboren en getogen en heeft heel veel verhalen.”

Altijd gespreksstof

Een makkelijke prater is Hans alleen niet. Hij heeft tijd nodig om iemand te leren kennen. Iets met vertrouwen, kat uit de boom. “Vroeger ben ik vaak teleurgesteld door mensen, daardoor ben ik nog steeds wat achterdochtig. Ik sluit me snel af, maar door Spike ga ik weer naar buiten. Zonder hem zat ik de hele dag thuis op de bank tv te kijken. Daarom zocht ik ook een wandelmaatje. Dat leek me gezellig, dan zou ik wat meer onder de mensen komen.” Aanvullend vertelt Celine dat ze het altijd luchtig houden en het allemaal heel moeiteloos gaat. “Als je wandelt, hoef je elkaar niet aan te kijken. En met een hond heb je altijd gespreksstof.”

“Je kan beter een hond nemen dan antidepressiva”
10
Hans, Spike en Celine

Met een hond móét je wel naar buiten

Het onderwerp van gesprek is ondertussen klaar met rollen en besluit aan de voeten van zijn baas te gaan zitten. Op zijn dooie gemak kijkt hij eens rond wat het bos nog meer te bieden heeft. “Spike haalt me uit mijn depressiviteit”, begint Hans te vertellen. “Echt hoor, je kan beter een hond nemen dan antidepressiva. Met een hond móét je wel naar buiten. Verder heb ik dyslexie en kan ik niet goed lezen en schrijven. Als ik bijvoorbeeld een brief van de belasting krijg, raak ik helemaal in paniek. Dan denk ik: volgende week staan ze voor mijn deur en halen ze mijn hele huis leeg. Terwijl zo’n brief helemaal niets hoeft te betekenen, soms krijg ik zelfs geld terug. Maar zodra ik in de paniekmodus zit, kan ik mezelf er niet meer uithalen. Als ik dan een stukkie met Spike ga lopen, kan ik het van me afzetten. En eenmaal weer thuis is de paniek verdwenen of in ieder geval een stuk minder.”

Een ander leven

De wandeling krijgt een vervolg en gaat onder het viaduct door richting de Sloterplas. Aan de waterkant liggen de relikwieën van een ander leven: slaapzakken, boodschappentassen ... Buitenslapers, Hans weet er alles van. Op zijn tweeëntwintigste raakte hij dakloos en verslaafd. Van dat leven kent hij De Regenboog Groep ook. “Bij de Regenboog kon je altijd even naar binnenlopen en je opwarmen.”

Oppas voor heilzaamheid

Nu is de Regenboog opnieuw op zijn pad gekomen. Door Spike. “Ik zou vorig jaar met een andere zorgorganisatie, HVO Querido, op vakantie gaan, maar Spike kon niet mee. Toen stuurde mijn mentor me een linkje van De Regenboog Groep. Ik dacht: hé, die ken ik nog van vroeger. Maar nu kwam ik bij de afdeling Dier&Vriend terecht. Naast wandelmaatjes regelen zij namelijk ook oppasadressen voor huisdieren. Bijvoorbeeld als hun baasje moet worden opgenomen. Ook voor Spike vonden ze een adres, waardoor ik mee kon met HVO.”

Trillen van blijdschap

Hans besluit met een ode: “Toen ik na zes dagen terugkwam, was Spike zó blij me weer te zien, dat hij helemaal op zijn benen stond te trillen. Dat is het mooie van honden. De liefde die je van honden krijgt, kan je met niks vergelijken.”

Tekst: Nicolline van der Spek I Fotografie: Merlijn Michon

Ook zin om wandelbuddy te worden? vrijwilligerswerk@deregenboog.org

Vragen over de projecten van Dier&Vriend? dierenvriend@deregenboog.org

11
Spike

WEER VAN JEZELF HOUDEN

“Ik dans vaak in de woonkamer. Gewoon in mijn eentje.” Het mooie verhaal van Jeanet Twaalfhoven (61).

12

Met een stralende lach en uitgestoken hand staat ze in de deuropening van haar woning. De hand zit verpakt in een roze chirurgenhandschoen. “Dan voel ik de pijn minder”, verklaart Jeanet. Waarna ze zich verontschuldigt: “Sorry voor de kou, maar de stookkosten lopen nogal op. Bovendien heb ik het zelf zelden koud. Wel kan ik het ineens heel heet hebben. Mijn complete warmtesysteem is ontregeld. Dat komt door de spierziekte die ik heb.”

Panorama

Ze loopt naar het raam en schuift het gordijn een stukje opzij. Er ontvouwt zich een spectaculair panorama over de stad. “Het is nu mistig, maar normaal kun je heel ver kijken”, zegt ze trots. Jeanet woont achttienhoog in Bijlmer-Oost. Recht tegenover haar flat prijkt de Rembrandttoren, links bevindt zich de Arena. De wereld ligt aan haar voeten, alleen lukt het niet meer die wereld ten volle te betreden.

Spierziekte

In 2013 voelde Jeanet een dof gevoel in haar voeten. Ze ging op haar voeding letten en multivitaminen slikken. Misschien was ze in de overgang? De dokter stelde een andere diagnose: ‘dunnevezelneuropathie’, een aandoening waarbij vooral de dunne zenuwvezels niet goed functioneren. Jeanet: “Je kunt het nog het beste omschrijven als pijnlijke gevoelloosheid. Iets tussen kramp en tintelingen in. Je wordt er heel moe van en hebt soms vreselijke jeuk.”

Machteloos

“Een spierziekte. Wat moest ik daarmee? Vroeger was ik heel sportief, én onbesuisd ook nog. Dan ging ik op fietsvakantie en reed ik met volle bepakking en tachtig kilometer per uur een berg af. Achtbanen, heerlijk! Parachutespringen, te gek. Door die spierziekte kan ik niet eens meer mijn ov-chipkaart vasthouden. Ik raakte in de

rouw om mijn eigen lichaam en voelde me machteloos. Het deed me aan mijn jeugd herinneren, waarin ik ben misbruikt. Hetzelfde gevoel kwam weer naar boven en dat wilde ik niet.”

Iris

“Mijn beste vriendin wilde ik niet lastigvallen, want die zat zelf net in een moeilijke periode, maar ik wilde wel graag met iemand kunnen praten. En zo kwam Iris in mijn leven, mijn maatje van De Regenboog Groep. Wat had ik dát hard nodig zeg: gewoon een normaal gesprek. Eindelijk kon ik mijn verhaal kwijt en daar ging Iris goed mee om. Ik weet nog dat ik in het begin iets vertelde en begon te huilen. We kenden elkaar nog niet zo lang, dus zei ik: ‘Het gaat zo weer over hoor’. Maar dan zei zij: ‘Maak je geen zorgen. Huilen is net zo’n emotie als lachen. Daar is helemaal niks mis mee.’ Iris is half zo jong als ik en dat vind ik juist leuk. Bij al haar verhalen denk ik: ‘Oh ja, dat doe je als je jong bent.’ Dat enthousiasme, daar leef ik helemaal van op.”

Heft in eigen hand

“Het mooie is dat ik nu tevredener ben dan ooit, ondanks mijn beperkingen. Ik sta anders in het leven: minder perfectionistisch en met meer relativeringsvermogen. Vroeger bleef ik heel lang in dingen hangen. Zo ben ik bijvoorbeeld tien jaar lang verslaafd geweest aan alcohol en medicijnen. Ik slikte tachtig milligram oxazepam per dag. Nu pak ik alles aan. Zelfs het roken. Een half jaar lang heb ik mezelf in de spiegel aangekeken en gezegd: ‘Je moet stoppen.’ Ik heb een datum geprikt en sindsdien nooit meer een sigaret aangeraakt, na drieënveertig jaar roken. Aanpakken en doorpakken. Ik los het gelijk op. Ook als er misverstanden zijn met mensen, wil ik die meteen uit de weg hebben. Dat geeft me zo’n goed gevoel. Ik heb het heft in eigen hand genomen en zorg beter voor mezelf. Nu eet ik gezonder en sta ik elke dag op de ‘stepper’. Wat ik soms nog wel mis, is het schrijven. Vroeger schreef ik altijd in mijn dagboek, maar dat laten mijn handen niet meer toe. Gelukkig lukt het me nog wel te dansen. Dat doe ik vaak. Gewoon in mijn eentje in de woonkamer.”

Tekst: Nicolline van der Spek I Fotografie: Merlijn Michon

13
“Huilen is net zo’n emotie als lachen, niks mis mee”

GELUKKIG MAKKELIJK VERLIEFD

Splinter Chabot (26) is schrijver, programmamaker en politicoloog.

Drie boeken bracht hij al uit. Hij is geestelijk vader van diverse tvproducties, waaronder Ondertussen aan de Hofvijver en zijn eigen talkshow

SPLNTR! In 2022 deed hij verslag van Pride Amsterdam. We stellen hem vijf vragen.

Anders zijn en daarin jezelf blijven. Een belangrijk thema voor jou, getuigen je boeken CONFETTIREGEN en Roze Brieven. Hoe heb jij dat voor elkaar gebokst?

“Dat was niet gemakkelijk. Het begon voor mij op de middelbare school. Dan wil je helemaal niet anders zijn. Maar de ander bestempelt jou zo. Zelf vind je het de normaalste zaak dat je op jongens valt. En opeens sta je in de spagaat. Je moet uit de kast komen. Jouw verliefdheid wordt als anders gezien. Terwijl je denkt: ‘Anders? Dit is altijd mijn belevingswereld geweest.’ Pas veel later ben ik mijn eigen pas gaan lopen. Toen ging ik kleurrijke kleding dragen en vond ik het niet meer erg om afwijkend te zijn. Maar dat is een heel volwassenwordingsproces geweest met een waardevol besef: ‘Anders zijn’, ligt vaak niet bij jou, dat vindt een ander. Je bent zelf in charge van wat jij normaal én anders vindt.”

Moet je nog steeds weleens strijden om helemaal jezelf te kunnen zijn?

“Natuurlijk. In Nederland is alles op papier goed geregeld. Je mag verliefd worden op en trouwen met wie je wilt. Maar de onzichtbare wetten die in de samenleving hangen, zijn het sterkst. De blik en handeling van een ander, maakt regelmatig dat je jezelf aanpast en op bepaalde plekken iets juist wel of niet doet. Die onzichtbare wetten zijn er in Nederland, Europa en zeker daarbuiten, waar sommige vormen van liefde vaak zelfs nog officieel verboden zijn. Daarom kom ik ook veel op scholen om te praten met kinderen die zich misschien onveilig voelen, terwijl ze in hun hoofd een zoektocht voeren. Zelfs als niemand er in je directe omgeving problemen mee heeft, is het niet altijd makkelijk om jezelf te leren begrijpen en je eigen gevoelens te verstaan in deze wereld vol verwarring.”

Het gaat allemaal om liefde. Hoe ging dat tijdens jouw speurtocht naar jezelf?

“Chaotisch. Tijdens de pubertijd kwam ik erachter op jongens te vallen en pas in mijn studententijd heb ik voor het eerst met een jongen gezoend. Op de middelbare school vond ik bijvoorbeeld één jongen héél leuk. Ik wilde graag bij hem zijn, omdat we vrienden waren, dacht ik eerst. Later begon ik me af te vragen wat het nou echt was. Als iets niet als meest gangbaar wordt gezien, moet je dat gevoel zelf uitvogelen. En gevoel is geen wiskunde, het is een flipperkast in je lijf. ‘Ik vind hem leuk, nee toch niet. Ik ben verliefd. Ik ben niet verliefd.’ Ook wil je het voor de ander niet ingewikkeld maken en ben je bang vies of vervelend te worden gevonden. Dan ging ik stiekem ‘Goede Tijden, Slechte Tijden’ kijken, waarin een personage ook op jongens viel. Nu is er een mooi aanbod voor jongeren. Dat scheelt enorm. Door iets veel te zien, wordt het normaal. Als je nu eenzaam thuis zit, kun je online van alles vinden, waardoor je weet dat je niet de enige bent. Dat was vroeger niet.”

14

En hoe is het nu met de liefde dan? Nu word je natuurlijk herkend?

[Lachend] “Laat ik vooropstellen: ik heb een mooi en gelukkig leven. Maar door mijn queerhoofdpersonage in CONFETTIREGEN, wordt mijn werk veel gelezen door lhbtiq+’ers. Dus als ik nu uitga en een jongen glimlacht naar me, resulteert het er vaak in dat hij naar me toekomt en zegt: ‘Ik heb je boeken gelezen en er superveel aan gehad’. Wat heel mooi is, maar ik ben dus niet meer alleen die jongen van zesentwintig, ik ben nu ook iets anders. Dat creëert afstand. Het voelt een beetje alsof ik ben thuisgekomen, maar de huissleutel niet heb gekregen. Gelukkig word ik makkelijk verliefd. Ik kan iemand aankijken en verliefd worden. Hierdoor is de zoektocht naar liefde wel heel leuk.”

Wat zou je tegen mensen willen zeggen die het gevoel hebben niet te kunnen zijn wie ze willen zijn?

“Daar is niet één antwoord op. Evenmin heb ik de antwoorden. Maar twijfel en onzekerheid mogen bestaan. Ik ben ook bang voor dingen en onzeker over van alles. Je eigen zoektocht mag in hele kleine stappen gaan. Ook hoef je niet één ding te zijn, je mag aldoor veranderen. En hoe eenzaam je je ook voelt en hoe donker het om je heen ook kan zijn, als je een lichtje aandoet, bijvoorbeeld in de vorm van een film, boek of liedje, zie je dat er om je heen heel veel mensen lopen zoals jij. Voor je, achter je, naast je. Je voelt je misschien alleen, maar bent het niet. Ga door. Blijf huppelen.”

Tekst: Jola Gosen | Fotografie: Ruud Baan

“‘Anders zijn’, ligt vaak niet bij jou, dat vindt een ander”
15

Drie ochtenden per week werkt Eduard (62) bij de drukkerij van De Regenboog Groep, oftewel ‘de Repro’. Eduard: “Mooi beeld laat mijn bloed sneller stromen.”

WERK DAT JE HART VERVULT

16

Eduard houdt een folder in zijn handen, zelf vormgegeven en vers van de pers. Het was geen makkelijke klus, bekent hij, want de folder bedoeld voor nieuwkomers is geschreven in vijf talen. “Bij sommige talen, waaronder het Perzisch, moet je extra opletten als vormgever, want dat schrift gaat van rechts naar links. Dit vereist aanpassingen in de designsoftware. Maar als het dan lukt en alles staat keurig op zijn plek: de foto’s, koppen en tussenkoppen, kun je mij niet blijer maken. Ik heb jaren als fotograaf gewerkt en ben een tijdje beeldredacteur geweest bij de UvA. Mooi beeld laat mijn bloed sneller stromen. Ook dynamische vormen en kleurcontrasten spreken mij aan. De esthetiek van het beeld, dát is wat mij altijd heeft gedreven. Deze voorliefde komt nu goed van pas bij de dingen die ik bij de Repro doe.”

Beperkte belastbaarheid

“Ze laten me hier van alles doen, van de opmaak van folders tot papier snijden. Dat laatste vind ik best een ingewikkelde klus om eerlijk te zijn. Ik durf geen fouten te maken en soms mis ik focus, wat met het ongeluk te maken heeft. In 2016, toen ik nog op de UvA werkte, heb ik op een dag na het oprapen van een sleutel mijn hoofd tegen een stalen kastje gestoten. Ik liet de sleutel vallen, bukte en kwam omhoog. Achteraf bleek dat ik een hersenschudding had. Door dit voorval heb ik een beperkte belastbaarheid. Ik grap weleens: ‘Ik doe het nog wel, maar niet zo lang.’ Als ik moe word, laat ik mijn werk liggen en vraag ik mijn leidinggevende om een simpel klusje. Dan krijg ik passend werk en sta ik de rest van de tijd brieven in enveloppen te stoppen. Dat kan hier gewoon, anders dan in het bedrijfsleven.”

Repro

Bij drukkerij Repro werken mensen voor wie een normale baan (nog) een stap te ver is. Vaak hebben zij ingrijpende dingen meegemaakt of een psychische ziekte gekregen. Eduard: “Ik zit nu in een fase van mijn leven waarin het een stuk beter met me gaat. Niet in de laatste plaats door mijn deelname aan de dagbesteding van de Repro.

De dokter zei na mijn ongeluk: ‘Meneer, u bent heel erg langzaam. U praat langzaam, u beweegt langzaam. U heeft een beperkt werkgeheugen. Het spijt ons, maar u zult nooit meer iets kunnen leren.’”

Gelukkig nuttig

De dokter kreeg ongelijk. Eduard leert nog elke dag. En alles op zijn eigen tempo. “In het begin heb ik nog geprobeerd hele dagen te werken. Maar al snel merkte ik dat ik mezelf dan voorbij ren. Dan kan ik me niet meer concentreren en maak ik mogelijk fouten. Ik ben in principe ook gewoon arbeidsongeschikt, maar bij de Repro kan ik me gelukkig nuttig maken, in dienst van anderen. Dat geeft voldoening. Maar het belangrijkste aspect van de dagbesteding is het zien van mijn leidinggevende en collega’s. Daar word ik pas écht vrolijk van.”

Tekst: Nicolline van der Spek I Fotografie: Merlijn Michon

17
“Mijn leidinggevende en collega’s, daar word ik pas écht vrolijk van”
Eduard

LIEVE STAD

Jaarlijks zetten duizenden vrijwilligers en donateurs zich in voor De Regenboog Groep om Amsterdam liever te maken. Dat doen ze met hart en ziel. Wat motiveert hen?

Regenboog Groep, heb ik me gelijk aangemeld. Vanwege mijn eigen ervaring wilde ik jongeren helpen bij wie het leven ook even anders loopt. Deze week ga ik toevallig op stap met mijn vierde maatje. Een meisje dit keer. Tijdens de eerste kennismaking vertelde ze dat het voor haar best gek voelt. ‘Je bent geen hulpverlener’, zei ze, ‘maar ook geen vriendin.’ En dat is het precies. Zelf voel ik me meer een zus waarmee je kan praten en leuke dingen kan ondernemen: samen herinneringen maken.

Ik hou van verhalen van mensen. Uit wat voor familie komen ze? Hoe kijken ze naar het leven? Wat drijft ze? Zo ging ik met mijn Indiase maatje bij een Sri Lankaans restaurant eten. ‘Dit mag helemaal niet’, lachte hij, ‘eten met een vrouw die niet de jouwe is’. Je mag samen wel een pizzaatje eten, maar niet de gerechten uit de Indiase eetcultuur. Grappig voor hem en voor mij. Hoe vaak heb je nou een echt gesprek met iemand die je nog niet zo goed kent? In dit geval iemand uit een totaal andere cultuur die zijn gehele studie bij elkaar moet financieren met baantjes en hele grote stappen zet. Ik vind het mooi om daaraan bij te dragen.

Samen herinneringen maken

Manouk van Groeningen (31) is Senior Talent Consultant en Trainer bij Coolblue. Naast haar werk wil ze graag iets betekenen voor de stad. Sinds 2018 is ze maatje bij De Regenboog Groep.

“Vijf jaar geleden ben ik zelf behoorlijk tegen de lamp gelopen. Het gebeurde tijdens mijn eerste baan. Ik was overwerkt en voelde me eenzaam. Ik heb genoeg vrienden en een lieve familie, maar eigenlijk zocht ik een lotgenoot met wie ik kon praten. Die periode heeft me aan het denken gezet. Dus toen een vriendin me vertelde over De

Laatst las ik een artikel waarin precies stond waar ik me ook al een poos aan stoor: alles moet maar van nut zijn voor onszelf. Je werk moet voldoening geven. Uit je vrienden moet je íets halen. Met het grootste gemak zeggen we een etentje af zonder ons af te vragen of de ander zich er misschien niet heel erg op had verheugd. Wat mij betreft mogen we best wat liever zijn voor de ander. Er is in Amsterdam veel onzichtbaar leed. Eigenlijk is het een hele eenzame stad. Als we nou eens allemaal aan iemand zouden denken, dan wordt er aan iedereen gedacht.”

Manouk
18
“Hoe vaak heb je een echt gesprek met iemand die je nog niet zo goed kent?”

Breien voor daklozen

Elke maandagavond komt in Amsterdam-Noord een ploegje vrouwen bij elkaar. Voor de gezelligheid én om samen te breien. Sinds vier jaar breien ze voor de bezoekers van onze inloophuizen.

“Vorig jaar kregen we een bedankbrief van de directeur met een echte handtekening”, zegt Lies vervuld van trots, terwijl ze met vier pennen een sok aan het breien is. Gevat reageert Mieke: “Volgens mij heb je die boven je bed gehangen.” Iedereen in de huiskamer moet lachen. Dan komt Jolanda binnen, ietwat verlaat. Maar ze komt helemaal uit de Bijlmer gefietst. Overslaan doet ze niet. Geen van de dames trouwens. Al regent het pijpenstelen. “Veel te gezellig”, lacht de tweeëntachtigjarige Geeske, die is opgegroeid op de Dappermarkt en een omslagdoek aan het maken is. Lies schenkt de thee nog eens bij, terwijl Jolanda naar de keuken loopt: “Iedereen een stukje suikerbrood?”

De dames willen gastvrouw Aartje, die met haar negenentachtig jaar de oudste van het stel is, niet met de rommel achterlaten en doen daarom altijd de afwas. Aartje zou het niets uitmaken. Als ze maar komen. Iedereen verheugt zich op de maandagavond. Christa: “We zijn allemaal totaal verschillend, maar door het breien zijn we vriendinnen geworden.” Mieke: “Nou, zo verschillend zijn we niet. We zijn allemaal van die types die niet stil kunnen zitten.” Geeske knikt: “Mijn handen móéten bewegen, anders word ik nerveus.” Vanavond wordt

er door twaalf handen gewerkt. Dat levert een grote berg spullen op: sjaals in felle kleuren, mutsen met vrolijke bolletjes, omslagdoeken, sokken.

Lies: “Eind 2021 kwamen we met acht zakken aanzetten bij de Regenboog.” Waarop Nicole, de zevenenvijftig-jarige benjamin van het stel, aanvult: "Toen hadden we zelfs dekens gemaakt." Jolanda [nuchter]: “Nou, en dat doen we graag hoor.”

Mieke is ook maatje bij De Regenboog Groep. Al vijf jaar. Zonder op te kijken van haar breiwerkje vertelt ze waarom: “Niet iedereen heeft het getroffen in het leven.” Waarop in koor weerklinkt: “Zo is dat!” Een steek is zo gevallen.

Tekst: Nicolline van der Spek I Fotografie: Merlijn Michon

“We zijn allemaal van die types die niet stil kunnen zitten”
Gastvrouw Aartje
19
V.l.n.r.: Nicole, Mieke en Geeske

Eerste hulp bij liefdesverdriet

Op een kwade dag hoort Roel van Duijn dat zijn vriendin niet langer zijn vriendin wil zijn. Hij is totaal van slag en schrijft er een boek over. Ook besluit hij liefdesverdrietconsulent te worden.

“Mijn advies is voor iedereen anders, maar vaak is het probleem dat mensen er niet in slagen genoeg van zichzelf te houden. Ze zien zichzelf als de helft van twee. Stopt de relatie, dan moeten ze afscheid nemen van de ander, maar ook van hun zelfbeeld. Onzekere mensen zijn er absoluut vatbaarder voor. Iemand als schrijver Simon Vinkenoog had nergens last van, die ging na elke vrouw weer vrolijk gedichten maken. Zelf worstel ik er wel mee. Ik was zestig toen ‘de ware’ uit mijn leven wandelde. In dezelfde periode brak de oorlog in Irak uit en ging ik mee demonstreren. Maar ik kon mijn gedachten er helemaal niet bij houden. Ik hoorde niets en stond er half verdoofd bij, als in een tunnel.

manieren beschrijf om van je liefdesverdriet af te komen. Eén daarvan is bedenken dat jullie weliswaar niet meer hand in hand door de stad lopen, maar nog wel allebei onderdeel uitmaken van hetzelfde universum. Die gedachte geeft opluchting. Een andere methode is lotgenoten opzoeken en hen van advies voorzien. Luister heel goed naar wat je tegen hen zegt en pas dat vervolgens op jezelf toe. Zo ben ik liefdesverdrietconsulent geworden. Ik heb van het ongeluk mijn beroep gemaakt.

Les één is altijd: houd van jezelf. Dat kan gaan om hele simpele dingen, van goed voor jezelf zorgen tot je huis opruimen. Wraak nemen kán ook helpen. Wel met een grapje natuurlijk. Laat bijvoorbeeld zijn of haar fietsband leeglopen en doe er een briefje bij: ‘Groetjes van je ex!’”

Tekst & fotografie: Nicolline van der Spek

Liefdesverdriet is de ergste van alle rampen. Je kunt er zelfs aan sterven. Toch heeft het ook iets moois: het nodigt uit tot het maken van een ontdekkingsreis naar je gevoel. Ik heb mijn verdriet verwerkt in een roman, waarin ik elf

Roel van Duijn (1943) werd bekend als oprichter van Provo en de Kabouterbeweging. Daarnaast is hij schrijver. Liefdesverdriet is zijn meest persoonlijke boek.

OP DE ZEEPKIST
“Het nodigt uit tot een ontdekkingsreis naar je gevoel”
20
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.