Wandel door het leven van dichter Pierre Kemp, een van de mooiste wandelingen in Maastricht.
LEES HET VERHAAL OP PAGINA 5
The Walkers
De Maastrichtse band zette in de jaren zeventig Limburg op de internationale muziekkaart.
LEES HET VERHAAL OP PAGINA 22
Afscheid Nemen
Een speciaal thema over de veranderende uitvaartbranche.
ZIE PAGINA 26
Huis naar Thuis bij Zorg Groep Beek, Elsresidenties Sittard en Margraten
ZIE PAGINA 9
Vraag naar de voorwaarden in de winkels
Feestelijk
De donkere maanden tot december zijn begonnen, maar in Maastricht gaat het licht aan. Deze maand is begonnen met het aanbrengen van de feestverlichting in de binnenstad. Straten en pleinen zien er weer uit om door een ringetje te halen. Winkeliers maken zich op voor de drukste periode met de Sint en de Kerstman op bezoek. Vele honderdduizenden bezoekers komen de komende periode naar Maastricht. Om te shoppen, om te genieten van Magisch Maastricht op het Vrijthof of om een van de Kerstconcerten van André Rieu bij te wonen. Hotels doen weer goede zaken.
DE NIEUWE STER
Onafhankelijke Stadskrant voor Maastricht. Jaargang 1, oktober 2024. Verschijnt elke maand. Oplage 20.000 exemplaren. De krant is gratis af te halen bij 50 distributiepunten in de stad.
In deze derde uitgave van De Nieuwe Ster presenteren heel veel lokale ondernemers zich. Ze vinden het fijn als de sinterklaas- en kerstinkopen bij hen worden gedaan in plaats van op internet. Winkelen door de mooi versierde straten met zoveel horeca in Maastricht is toch sfeervoller dan achter een beeldscherm bestellingen in te tikken.
Deze editie weer heel veel mooie Maastrichtse verhalen. Over Pierre Kemp, Katja Henz en Frank Bokern bijvoorbeeld. Dit keer ook een themabijlage Afscheid Nemen. Interessant om te zien hoe de uitvaartwereld verandert. Persoonlijker. Steeds vaker wordt het leven gevierd in plaats van het afscheid.
Tot slot attendeer ik nog op onze digitale krant De Nieuwe Ster. Daar vindt u 24 uur per dag het laatste Maastrichtse nieuws. Doe net als 16.500 andere Maastrichtenaren en schrijf u gratis in voor onze nieuwsbrief. Dan mist u niks.
Heel veel leesplezier!
Peter Eberson, hoofdredacteur
LEES HET MAASTRICHTSE NIEUWS
OOK ELKE DAG ONLINE: WWW.DENIEUWESTERMAASTRICHT.NL
KANTOORADRES
Wilhelminasingel 92 6221 BL Maastricht
UITGEVER
Maurice Ubags 06 53 70 26 38
HOOFDREDACTEUR
Peter Eberson 06 55 93 29 18
DIRECTEUR
Maurice van der Linden 06 51 50 57 44
Het adres voor al uw tuin-, dier en bakbenodigdheden Op 2 minuten rijden van Maastricht UMC+
TIP DE REDACTIE redactie@denieuwestermaastricht.nl
Pierre Kemp, de mooiste wandeling in Maastricht
Twee uur lang wandelen met Jet van Aalst door het leven van Pierre Kemp. Het is zo ongeveer de mooiste wandeling die je in Maastricht kunt maken.
DOOR: MAURICE UBAGS BEELD: TJEU PHILIPPENS
Jet van Aalst neemt je mee langs alle plekken in de stad die het leven van de Maastrichtse dichter bepaald hebben. De docente Nederlands kan er zo levendig over vertellen, dat je onmiddellijk gaat houden van Pierre Kemp. En bijgevolg veel meer over hem te weten wilt komen, van dit ‘nobel oud kind’ (1886-1967). Zelden heeft iemand zo mooi een urinestraal beschreven.
Gouden pennetje
Pierre Kemp na twee uur wandelen: Een schriel, klein mannetje. Een beetje mensenschuw. Een dichter die van vrouwelijk schoon hield en er beeldschoon over kon schrijven. Kemp, die Maastricht observeerde met een gouden pennetje. En de stad en iedereen die van gedichten en literatuur houdt een ware kunstschat heeft nagelaten.
Aan de dichter Kemp ging eerst de schilder Kemp vooraf. Op 12-jarige leeftijd begon Pierre als decorateur in de bordenhal van de Céramiquefabriek. De hele dag, vanaf ‘s ochtends 06.00 uur elf uur lang bordjes en kopjes beschilderen. Het geld was nodig voor het onderhoud van het arme gezin. Tien jaar lang werkte hij daar onafgebroken. Totdat Pater Van Well, een jezuïet, hem opmerkte. “Die zag wat in die jongen.” Pierre had al les op de Teekenschool in de Augustijnenkerk, waar hij tot de meest getalenteerden behoorde.
Vrijheid
De uit Brabant afkomstige pater wist negen Brabantse industriëlen zover te krijgen dat ze elk honderd gulden inlegden om Pierre uit de fabriek te halen. Het geld was genoeg voor het gezin Kemp om een jaar van te leven. Pierre kon een jaar lang schilderen en als tegenprestatie kregen de industriëlen één werk van Pierre. Het plan mislukte volledig: “Pierre was vrijheid totaal niet gewend. Wist niet wat hij moest doen.” Later werd Pierre als kunstschilder nog afgewezen bij de Kunstenaarsvereniging Limburg omdat hij niet professioneel geschoold was, maar een amateur was. Dat besluit kwam hard aan.
De pater liet Pierre evenwel niet los, zeker niet toen hij op een zeker moment enkele gedichtjes van Pierre las. “Heb je nog meer geschreven?”, vroeg de jezuïet aan hem. “Jazeker. Nog veel meer.” De pater zorgde ervoor dat in 1914 de bundel ‘Het wondere lied’ uitkwam. De literaire doorbraak van Pierre, zijn talent viel nu in veel bredere kring op.
Verslaggever
Op zijn 28e ging Pierre naar Amsterdam omdat de pater een journalist van hem wilde maken. Hij werkte in de hoofdstad als verslaggever op de cultuurredactie van het katholieke dagblad De Tijd. Hij bezocht het concertgebouw, tentoonstellingen. “De meisjes zijn hier zo groot. En er zijn hier geen bergen waar je op kunt gaan staan om overzicht te krijgen”, beklaagde hij zich. Pierre had heimwee, na een half jaar was hij weer terug in Maastricht .”Het was een klein schriel mannetje. Hij trouwde op 31-jarige leeftijd met de vier jaar oudere Maastrichtse Tina Mommers. Een struise dame met lange benen.”
Mijn Laura
Omdat Pierre niet kon leven van gedichten schrijven, regelde de pater een baan op de loonadministratie bij de mijn Laura in Eygelshoven voor Pierre. Daar ging hij elke dag met de trein vanuit Maastricht naartoe. Hij zou er tot zijn pensionering werken. “In de trein schreef Pierre vaak een gedichtje per dag. Daarom hebben we heel veel korte gedichtjes van hem.”
Het zwarte kolengruis bepaalde uiteindelijk ook Pierre Kemps outfit. Pierre zag hoe de kleren van de kantoorbeambten altijd een randje zwart hadden van het kolenstof. Daarom kleedde hij zich zijn hele leven in het zwart, zwarte hoed, zwarte sokken, zwarte schoenen, zwart pak. De hoed, die hij overigens altijd op had. Als iemand bij hem thuis aanbelde, deed hij open met de hoed op. →
Hoewel geloof en mijnen op hetzelfde kussen sliepen, was Kemps relatie met het geloof een worsteling. “Waarom zou ik moeten opbiechten waar katten en honden carte-blanche voor hebben?” liet hij zich weleens ontvallen. Elke dag ging hij met de trein naar de mijn in Eygelshoven, waar hij op de administratie zat. Elke dag kwam hij meisjes in de trein tegen. Dat was allemaal platonisch. Hij gaf ze namen van kleuren en zij inspireerden hem tot speelse gedichten.
Pierre hield van vrouwen. De cover van de bundel ‘Garden 36, 22, 36’ wordt gesierd door een meisje met de maten 36, 22, 36 inches. Precies de maten van de meisjes van de Blue Bell Girls van de Parijse variétédansgroep.
Kemp was zelfs een beetje een voyeur, en dus was het stadspark een favoriete plek om stelletjes te bespieden. Wie dat wetende het gedicht Avondstemming leest, kan ook tussen de regels door lezen.
Ik luister: niets. Bloemen wuiven.
Toortsen van kastanjebloesems gaan wit-donker voor de sikkel der maan op rythmen van de wind, als schuiven vrijende stomme duiven.
Bladeren laten zich aan elkander horen.
Wat kom ik hier eigenlijk storen?
Staan mijn ogen binnen mijn gezicht met de kleur van de nachten in de parken van Maastricht nog op iets aparts te wachten?
Iets onder kleine of onder boeren-jasmijnen?
Ook in een ander gedicht - Nachtverlangen/Torens van Maastricht- dat in de wandeling aan bod gaat het om een vrouw.
De heren torens hebben mij vannacht gegroet!
De maan vloog blank en breed. De lucht was goed, als groen likeur groot over ‘t dal verzaamd. Er klonk een ruime klank, ook klok genaamd.
De blauwe dijen van de huizen blonken. De ronde borsten van de bruggen zonken. Er zwol een naam uit iedere stratenvouw mijn zoekende ogen langs. Die naam was: Vrouw!
VANUIT ZIJN WERKKAMER AAN DE TURRENESTRAAT SCHREEF HIJ HET BOEKJE ENGELSE VERFDOOS. IN EEN SINTERKLAASFOLDER ZAG HIJ DAT ZE BIJ VROOM & DREESMANN ENGELSE VERFDOZEN VERKOCHTEN. ZESTIG BLOKJES VERF MET ALLEMAAL EEN ANDERE KLEUR DIE IN HET ENGELS WAS OMSCHREVEN. OVER ELKE KLEUR SCHREEF PIERRE EEN GEDICHTJE.
In 1956 kreeg Pierre Kemp de prestigieuze Constantijn Huygensprijs, in 1959 de PC Hooftprijs en Hare Majesteit de Koningin ridderde hem.
Pierre was geen reiziger. Sterker nog: hij ging nooit op vakantie. “Waarom ergens anders heen gaan als ik mijn eigen achtertuin niet ken?”
Kempland
Opmerkelijk is een anekdote toen Pierre hoorde dat een Engelse walvisvaarder Peter Kemp geheten, op de Zuidpool was geweest en daar een stuk van de pool Kempland had genoemd. “Pierre Kemp bestelde bij een bedrijf een globe en was zeer teleurgesteld dat er op de Zuidpool geen Kempland stond aangegeven. Hij stuurde de globe per kerende post terug. En schreef een gedicht ‘Woede over een aardbol zonder Kempland.’
Maastricht heeft zijn eigen Kempland, nu het Pierre Kemppark geheten, onderdeel van het stadspark. In het park staat een schitterend stenen beeldje van Kemp waarin zijn karakter is gebeiteld. Het beeldje is twee jaar geleden omgedraaid, zodat het niet langer met de rug naar het zonnende vrouwelijk schoon in het park gekeerd staat. Op de achterkant van het beeldje staat een werelds gedicht over een urinestraal:
De la musique avant tout chose
Toen ik die boog daar had geürineerd en ik het zonlicht er in ving, prees ik intens ver van de wijsheid die mij was geleerd: Wat schoon kristal is er toch in de mens! En in extase voor het lieflijke geluid: Welk een muziek gaat van de mens toch uit!
Muziek
Pierre had het allerliefste componist willen worden. “Maar hij had er geen aanleg voor. In zijn schrijfkamer in de Turennestraat had hij een piano staan. Dan deed hij elke dag de klep omhoog en sloeg aandachtig precies één toets aan. Dat was het.”
“Zijn vrouw en drie zonen hadden geen enkele belangstelling voor zijn werk. “Pierre was bang dat ze al zijn werk in de vuilnisbak zouden kieperen. Zijn vriend Fernand Lodewick wist dat en samen met enkele bewonderaars richtte hij de Pierre Kemp Stichting op om het werk van Pierre veilig te stellen.
Depot
Het Bonnefantenmuseum heeft de grootste collectie schilderijen van Pierre Kemp. In 2017 zijn ze voor het laatst geëxposeerd. Nu liggen ze in het depot. Wiel Kusters schreef de biografie over Kemp, waarin hij uitvoerig diens kleurrijke leven beschrijft. De bibliotheek van de Universiteit Maastricht bewaart zijn bureau en de boeken- en platencollectie van Kemp. Alle boeken zijn gekaft in allerlei kleuren vliegerpapier. In 2017 is een boek met zijn mooiste gedichten uitgekomen: Het regent in de trompetten.
DE PIERRE KEMPWANDELING WORDT GEORGANISEERD DOOR DE VLAM, DE VERENIGING LITERAIRE ACTIVITEITEN MAASTRICHT, EEN CLUB MENSEN DIE VAN BOEKEN EN VAN LEZEN HOUDEN. VOOR DE VELE ACTIVITEITEN, KIJK OP WWW.VLAMMAASTRICHT.NL
INTRATUIN MAASTRICHT GROENE AMBITIE
ZEG JE INTRATUIN, DAN ZEG JE
GROENE TUIN
Intratuin is de grootste aanbieder van groen in Nederland én we zijn vertegenwoordigd in België en Duitsland. Onze missie? Héél veel voor- en achtertuinen vergroenen zodat zoveel mogelijk mensen kunnen genieten van het goede van de natuur
Wij zorgen ervoor dat iedereen kan profiteren van het goede van de natuur en streven naar minimaal 50% groene tuinen in 2030
VISIE
Door mensen in contact met elkaar en met het goede van de natuur te brengen, maken we hun leven beter en aangenamer
WAT DAT PRECIES INHOUDT? NOU, DIT!
De weg naar onze groene missie is hobbelig, uitdagend en 100% de moeite waard Waar we ons vooral op richten is het verduurzamen van de tuinbranche (inclusief wijzelf natuurlijk) en de consument helpen bij het maken van duurzame keuzes.
Hoe? In het kort: door strenge afspraken te maken met onze leveranciers en hoge duurzaamheidseisen te stellen aan onze planten en producten, door de consument van de juiste kennis te voorzien en door onze vestigingen zo duurzaam mogelijk te inrichten De uitgebreidere versie vind je hieronder
Samen met onze partners werken we aan oplossingen die bijdragen aan duurzame consumptie- en productie patronen We stellen bijvoorbeeld bovenwettelijke duurzaamheidseisen aan onze leveranciers, lichten in onze winkels duurzame keuzes uit en doen niet mee aan Black Friday.
KLIMAATVERANDERING - SDG#13 (Actie tegen klimaatverandering)
Om verdere opwarming van de aarde tegen te gaan, moeten we onze CO2-uitstoot drastisch terugbrengen Een groot deel van ons energieverbruik vindt vooraan in de keten plaats –bij de productie van onze artikelen en de kweek van onze planten Daarom maken we weloverwogen keuzes als het gaat om leveranciers en gaan we met hen in gesprek over verduurzaming. Daarnaast worden alle Intratuins zoveel mogelijk voorzien van wind- en zonne-energie
BIODIVERSITEIT - SDG#15 (Behoud van de biodiversiteit)
De diversiteit aan dieren en planten neemt af, en insecten zoals bijen en vlinders worden bedreigd door verlies van hun leefgebied Intratuin zet zich in voor een duurzame tuinbranche en wil dat in 2030 70% van ons plantenassortiment chemievrij is We laten kwekers Ambitie 5.0 ondertekenen en werken samen met partners. Daarnaast stimuleren we consumenten om te kiezen voor een levende, groene tuin waar vogels, insecten en kleine zoogdieren zich thuis voelen
INTRATUIN MAASTRICHT: SAMEN NAAR EEN GROENE TOEKOMST
Bij Intratuin Maastricht zijn we actief bezig met het verduurzamen van onze vestiging en werkwijze Inmiddels is 90% van onze verlichting in onze winkel vervangen door energiezuinige LED-lampen. Regenwater wordt opgevangen en hergebruikt voor de verzorging van onze planten
Ook wekken we jaarlijks 350 000 kWh groene stroom op met onze zonnepanelen, wat gelijk staat aan de energie behoefte van 80 tot 100 huishoudens! Ons volgende doel is om deze opgewekte stroom op te slaan, om later te kunnen gebruiken en onze eigen energie optimaal te benutten
KATJA HENZ
r , e n d r a a g t b i j a a n
e e n t o e k o m s t z o n d e r f o s s i e l e b r a n d s t o f f e n .
I n l i j n m e t o n z e d u u r z a m e a a n p a k z e t t e n w e o o k
n a t u u r l i j k e v i j a n d e n u i t , z o a l s l i e v e h e e r s b e e s t j e s e n
s l u i p w e s p e n . D e z e n u t t i g e b e e s t j e s h e l p e n o p e e n
n a t u u r l i j k e m a n i e r p l a g e n t e b e s t r i j d e n , w a a r d o o r w e
g e e n c h e m i s c h e b e s t r i j
MISSIE
Maastrichtse zangeres viert 15-jarig jubileum
Katja is fan van Maastricht en Keulen
In Kaffee De L’Ambiance in Heer in 2009 begon haar zangcarrière. Het duurde echter nog vijf jaar voordat ze echt doorbrak, met dank aan haar derde plek tijdens het LVK in 2014. Katja Henz is een duizendpoot. Ze zingt, presenteert, is Buitengewoon Ambtenaar van de Burgerlijke Stand (BABS) en docent bij Trevianum Scholengroep in Sittard. Op 12 oktober vierde ze haar 15-jarig jubileum als zangeres met Katja’s Roed Wiess Party. Een zitting met Mestreechter Geis en het Kölsche Hätz, zoals ze het zelf noemt. “En de hele feestzaal was rood en wit versierd. De kleuren van Maastricht én Keulen.”
DOOR: MAURICE VAN DER LINDEN BEELD: TJEU PHILIPPENS
Katja werd geboren in Heer, groeide op in Amby en woont tegenwoordig weer in Heer. Als kind zong ze al in koortjes en deed ze mee aan playbackshows. “Ik vond het heerlijk om nummers van Frizzle Sizzle en de Dolly Dots te zingen.” In haar puberteit verdween het zingen naar de achtergrond. Pas toen ze docent aan het Sophianum in Gulpen was, kwam het weer in beeld. “Het Sophianum staat bekend om zijn tweejaarlijks cabaret”, vertelt Katja. “Met regelmaat kreeg ik te horen dat ik moest meedoen aan de voorstelling. Dat heb ik uiteindelijk ook gedaan. Het lied dat ik in de musical zong, heb ik toen gebruikt als opening van de vrouwenzitting in Heer. Die presenteerde ik ieder jaar en ik vond het wel leuk om te openen met een muzieknummer. Dat nummer deed het zo goed, dat ik her en der gevraagd werd om het te zingen. In de eerste vijf jaar had ik nog een beperkt repertoire en zong ik in de regio. Dat veranderde toen ik derde werd tijdens het LVK in 2014 in Grubbenvorst. Vanaf toen werd ik in heel Limburg gevraagd.”
“Als we heel lief zijn, zingt u dan een liedje voor ons.”
11DE VAN DE 11DE VRIJTHOF. | FOTO: KENNETH TAN
KATJA HENZ →
‘U bent toch die van carnaval?’ Naast haar zangcarrière heeft ze dus ook nog een baan in het onderwijs. Is dat niet enorm omschakelen? Van de bühne naar de klas? “Nee, helemaal niet. Ook als docent ben je de hele dag aan het entertainen. Ik vind de combinatie van beide beroepen prachtig. Vraag me ook niet om te kiezen tussen zingen en voor de klas te staan. Aan het begin van het schooljaar, als ik een nieuwe klas krijg, hoor ik wel eens ‘U bent toch die van carnaval?’ Later buigt dat om naar ‘Als we heel lief zijn, zingt u dan een liedje voor ons’. Dat is toch heerlijk.”
Prins Rick
Over haar meest bijzondere optreden, moet Katja best lang nadenken. “Je zou misschien denken dat is de 11de van de 11de. Dan sta je voor 20.000 mensen te zingen. Maar vaak zijn de kleinere integere optredens veel dankbaarder. Mijn grootste fan is Rick. Hij woont in Ut Zunneke in Bunde. Dat is een zorginstelling voor mensen met een verstandelijke of meervoudige beperking. Toen Rick prins carnaval van Ut Zunneke werd heb ik hem verrast met een optreden. Je had zijn gezicht moeten zien. Dat is dan zo dankbaar om te mogen doen.”
“Vaak is de tegenstander niet zo blij met dit extra intermezzo voor de aftrap.”
DOMSTÜRMER en Brings
De vader van Katja was Duitser. Pas toen hij in 2019 overleed, kreeg Katja de drang om op zoek naar haar Duitse roots te gaan. “Ik ben naast Maastricht ook fan van Keulen. Zo kwam ik in en maakte ik een paar covers van Kölsche nummers. Vorig jaar schreef de oprichter van Brings, Harry Alfter, mijn eerste eigen Duitse nummer. Dat was wel een hoogtepunt. Ik mocht toen ook optreden in Brauhaus Gaffel am Dom tijdens de benefietzitting Dat Kölsche Hätz. Ik stond daar op de bühne te zingen en zag door het raam de Kölner Dom in volle glorie. Krijg er nu nog kippenvel van.”
‘Kom op mannen!’
Ook bij MVV is ze met regelmaat te horen wanneer ze het Maastrichts volkslied zingt voor de aftrap van een thuiswedstrijd. “Dat vind ik toch altijd een bijzonder moment. Je ziet die strakke koppies van de geconcentreerde spelers. Vaak is de tegenstander niet zo blij met dit extra intermezzo voor de aftrap. Dan gooi ik meestal nog wat olie op het vuur om direct na het volkslied ‘Kom op mannen!’ te roepen naar onze jongens. De weg van de middenstip richting spelerstunnel en de Angel Side is dan heerlijk om af te leggen.”
Trouwambtenaar
En of ze het nog niet druk genoeg heeft, voltrekt Katja ook nog de nodige huwelijken als Buitengewoon Ambtenaar van de Burgerlijke Stand. “Dat is begonnen toen ik mijn nichtje in 2018 mocht trouwen als trouwambtenaar voor één dag. Ik vond dat zo mooi om te mogen doen dat ik daarna door de rechtbank ben beëdigd als BABS.” Tijdens de ceremonie zingen doet ze niet, alleen op het eind zingt ze een klein stukje a capella als proficiat.
“Bij alles wat ik doe, leer ik mensen kennen en hoor ik persoonlijke verhalen. Dat is toch prachtig om te mogen doen. Daar haal ik mijn energie vandaan!”
KATJE VERRAST PRINS RICK VAN UT ZUNNEKE MET EEN OPTREDEN.
OP DE BÜHNE IN BRAUHAUS GAFFEL AM DOM.
Wat is euvergebleve
In ’t jaor 1980 woort aon de Noormannensingel ’t gebouw vaan PTT Telecommunicatie in gebruuk genome. Nao hiel get jaore spikkelatie waors ’t gebouw e feit en woorte de 24 aander gebouwe boe de ambtenere zaote verlaote. Dat waors destijds ’n complete volksverhuizing.
’t Gebouw waors e modern dink mèt airconditioning. Gein roet moch ope want daan woort de loch in ’t gebouw versteurt. Dat waors eve wene. Meh alle meubele waor nui en ederein had blauw vloerbedekking op zien kamer. ’t Waors prom-de-chique. De opening woort verriech door de minister vaan Verkier en Waterstaot, destijds mevrouw Neelie Smit – Kroes en de ganse directie oet Den Haag waors euvergekoume um dat mèt te make. Es daank kraog ederein ’n fles Slavante wien vaan de wiengaard vaan Frits Bosch mèt en in ’n blauw geblokde potdook ouch nog get asperges zoetot ze oonderweeg neet maof zouwe oetsloon. ’t Kós neet op.
Wie gebrukelek bij ’t aonbesteie vaan e rieksgebouw mós e bepaold deil vaan de bouwsom besteit weure aon kuns. In de entreehal vaan ’t gebouw kaom ’n groete wandsjèldering vaan de kunsteneer Pieter Defesch oet Ulestraote. In ziene stijl (abstract expressionistisch) woort e stökske historie vaan Mestreech op de moer vaan de hal oetgebeeld en waors o.a. de brand vaan de vieringtore vaan de Sint Servaos te zien.
Pieter waors op gegeve memint aon ’t sjèldere wie de chef Algemein Zakes binnekaom. Heer, dee chef, waors verantwoordelek veur ’t gebouw en alles wat daomèt te make had. Pieter vroog häöm wat heer voont vaan de sjèldering en dat waors eve slikke veur d’n ambteneer. Heer dach tactisch te zien en zag hiel diplomatiek: “Meneer Defesch, ik zal er wat van zeggen als het af is.” Boe-op Pieter zag: “Het is af!” Jeh daan steiste eve mèt diene moond vol tan. Bij ’t aofbreke vaan ’t gebouw is die sjèldering jaomergenóg verlore gegaange. Iemes zal messjiens rope: “Meh v’r höbbe de foto’s nog!”
In 2008 woort ’t gebouw gesloop en sins deen tied is op die plaots ’n groete kojl te zien. In die kojl, boe destijds ’t bedriefsrestaurant waors, is noe de stadstuin te vinde boe meh allerlei greunte verbouwd en boe lui die greunte kinne kriege zoetot ze veerse greunte kinne ete. Al jaore maak me planne um woeninge te bouwe op dat stök groond en zoe de Greune Luiper te slete. Veer zalle zien wienie dat geit gebäöre?
Wat nog is euvergebleve vaan dat sjoen gebouw is e kunswèrk wat e bitteke (e bitteke väöl) verwaarloes debij steit. Aon de Noormannensingel vint geer e kunswèrk vaan de kunsteneer de beeldhouwer David Vandekop. David is in 1994 gestorve meh heet door ’t ganse land prachtege dinger achtergelaote. Noe is zien kunswèrk ’n verzamelplek gewoorde veur de jäög vaan ’t Sint Maartenscollege die op zien kunswèrk zitte, haange of stoon um de boterhamme op te ete.
David wouw mèt zien kunswèrk ’t profiel vaan de wiek Wyckerveld of Wykerpoort aongeve. Lees: de flats langs d’n A2, de flat op ’t Keuningsplein en de Toreflat. Dat oetgangspunt, die visie liek noe achterhaolt. Bin benuid wat oets mèt dit reske PTT Telecommunicatie geit gebäöre?
Jan Janssen
Playing for Success Maastricht is een traject voor schoolgaande kinderen in de leeftijd van 9 tot en met 14 jaar die – om wat voor reden ook –tijdelijk een steuntje in de rug kunnen gebruiken. Tien weken lang komen de kinderen iedere week bij elkaar en bouwen door middel van diverse succeservaringen aan hun zelfvertrouwen en motivatie. In april van dit jaar vierde Playing for Success Maastricht haar tienjarig bestaan.
Playing for Success nu in meer wijken in Maastricht
DOOR: MAURICE VAN DER LINDEN BEELD: PLAYING FOR SUCCESS MAASTRICHT
“Nieuw dit jaar is dat we bijeenkomsten in verschillende inspirerende locaties aan beide kanten van de Maas organiseren”, vertelt Iris de Graaf, centrummanager bij Playing for Success Maastricht. “Voorheen was onze uitvalsbasis enkel en alleen het MVV-stadion. Dit jaar is gekozen voor samenwerking met Theater aan het Vrijthof, de MTB Academy en De Rink. Op dit moment wordt er ook nog gekeken of de Muziekgieterij of het Velorium Bikepark een optie is.”
Meer kinderen bereiken
Door de activiteiten te verdelen over de stad hoopt Playing for Success meer kinderen te bereiken. “Niet ieder kind is in de gelegenheid om door de hele stad te reizen”, zegt Iris. “Vandaar deze keuze. Al hopen we dat we ook weer een keer terugkeren naar het MVV-stadion, want daar hebben we natuurlijk 10 mooie jaren gehad.”
‘Groeiboekje’
Het naschoolse programma is een initiatief van Stichting kom Leren, Stichting MosaLira en Trajekt. “We focussen op het vergroten van zelfvertrouwen, motivatie, weerbaarheid en eigenwaarde. Door spelenderwijs aan hun persoonlijke ontwikkeling en sociaal emotionele vaardigheden te werken, komen de kinderen beter in hun vel te zitten. En beter in je vel resulteert in beter kunnen concentreren en beter leren”, legt Iris uit. “Als een intern begeleider op de basisschool of brugklas voortgezet onderwijs vindt dat een kind baat heeft bij dit programma, wordt het bij ons aangemeld. De eerste bijeenkomst is altijd samen met de ouders. De vorderingen van de kinderen worden vastgelegd in een zogenoemd ‘groeiboekje’ en ook de scholen worden
“Niet ieder kind is in de gelegenheid om door de hele stad te reizen.”
op de hoogte gehouden. De bijeenkomsten bestaan uit gesprekken met de kinderen, opdrachten uitvoeren en sport en spel. Ook maken de kinderen aan het einde van het blok een uitstapje dat te maken heeft met de inspirerende locatie van dat moment. Halverwege de bijeenkomsten maken de kinderen altijd een gezonde maaltijd en dan eten de ouders mee.”
Reizend circus
De groepen bestaan uit verschillende leeftijden en doelgroepen. Hierdoor vindt er kruisbestuiving plaats volgens Iris. “Kinderen vinden de bijeenkomsten geweldig, ook omdat het op bijzondere locaties plaatsvindt. Kom Leren, MosaLira leveren de docenten en Trajekt de centrummanagers. Verder zijn er ook altijd stagiaires van de opleidingen Pedagogiek en Sociaal Werk betrokken. Claire van den Bosch en ik zorgen als centrummanagers voor de organisatie, Dionne Verboeket als docente voor de vakinhoudelijke uitvoering. Net als een reizend circus trekken we telkens met onze materialen door de stad, op weg naar de volgende locatie. Om daar met frisse energie een nieuw blok te gaan draaien. Wat onze motivatie een extra boost geeft zijn de positieve resultaten, de dankbaarheid van de ouders en de trots van de kinderen.”
Deelname aan het traject is gratis voor de kinderen.
IRIS DE GRAAF
Sinds het jaar 2008 is Chimera actief in de inkoop en verkoop van edelmetalen zoals goud, zilver en diamant. Chimera gelooft in eerlijke prijzen en garandeert daarom de hoogste goudprijs van Limburg.
Inclusie is voor iedereen - ook voor jou
Inclusie. Je hoort het woord steeds vaker, vooral op het werk. Maar wat betekent het eigenlijk?
En, misschien nog belangrijker, wat betekent het voor jou?
Als je al een tijdje aan de zijlijn staat door bijvoorbeeld een uitkering, gezondheidsproblemen, een burn-out, of je zoektocht naar een werkplek die écht bij je past, kan inclusie voelen als iets wat ver van je bed staat. Maar dat is niet zo. Inclusie draait namelijk niet alleen om bedrijven die streven naar diversiteit binnen hun personeelsbestand, het gaat om iedereen die de kans krijgt om mee te doen - ook jij.
Een plek voor iedereen
Inclusie betekent iets. Het betekent dat er ruimte is voor iedereen, ongeacht je achtergrond, genderidentiteit, fysieke of mentale gezondheid, opleiding, leeftijd, of hoe lang je al buiten het arbeidsproces staat. Of je nu transgender bent, herstellend van een burn-out, of te maken hebt met een geestelijke of lichamelijke beperking - je moet gezien en gewaardeerd worden om wat jij kan bijdragen.
Er zijn talloze redenen waarom mensen soms langs de kant staan. Misschien heb je door gezondheidsproblemen tijdelijk niet kunnen werken, paste je niet in de standaard functies die werden aangeboden, of was je mantelzorger. Wat jouw reden ook is, jouw ervaring en talenten zijn waardevol.
Inclusie gaat erom dat bedrijven zich aanpassen aan de kwaliteiten die jij meebrengt, in plaats van andersom.
Uitdagingen en mogelijkheden
Wat kun je zelf doen?
“Je hebt misschien meer in huis dan je denkt”
Het begint met jezelf zichtbaar maken. Steeds meer bedrijven zijn bereid om mensen een kans te geven, ook als je een gat in je cv hebt. Dat ‘gat’ hoeft helemaal geen probleem te zijn - het toont vaak juist aan dat je veerkracht hebt ontwikkeld en hebt geleerd om met uitdagingen om te gaan. Initiatieven zoals scholingsprogramma’s, werkervaringsplekken en reintegratietrajecten helpen je om je vaardigheden te vernieuwen of uit te breiden.
Misschien heb je wel meer in huis dan je zelf denkt. Of je nu technisch handig bent, sterk in communicatie, of analytisch denkt - er is altijd een plek waar jouw talenten tot hun recht komen. Bedrijven realiseren zich steeds meer dat diversiteit niet alleen wenselijk is, maar essentieel voor groei. Daarom bieden ze steeds vaker flexibele werkvormen aan of passen ze de werkplek aan, zodat iedereen zich welkom voelt.
Inclusie begint met kansen
Inclusie betekent niet alleen dat je een stoel aan tafel krijgt, maar dat je de ruimte krijgt om gehoord te worden. Dit geldt voor iedereen, ook voor jou. Maak gebruik van de kansen die er zijn, zoals sollicitatietrainingen, werkervaringstrajecten of vrijwilligerswerk. Elke stap, hoe klein ook, brengt je dichter bij een plek waar je kunt laten zien wat je in huis hebt.
Of je nu herstellend bent van een burn-out, transgender bent, een handicap hebt, of al een tijdje een uitkering ontvangt - jij hebt iets te bieden. En het is tijd om die kans te grijpen. Heb je hier hulp bij nodig, dan sta ik voor je klaar. Heb je op dit moment geen werk en ontvang je een uitkering, dan worden de kosten van een re-integratietraject in veel gevallen volledig vergoed.
Je bent altijd welkom voor een kennismaking!
www.irebels.nl
info@irebels.nl
FUNS LODEWICK
Wie stopt de pyromaan van Maastricht?
Elk weekend is het raak. Minimaal een of twee autobranden in de stad. De politie heeft geen idee waar ze de dader of daders zoeken moeten, maar intussen groeit de angst bij autobezitters. Geen enkele wijk lijkt veilig. Welke schade de branden aanrichten laten de foto’s zien die gemaakt zijn door Wat is Loos in Maastricht. Voor alle duidelijkheid dit is maar een klein overzicht van autobranden. Het totaal aantal branden nadert de 100.
Frank Bokern heeft geen tijd voor commotie rond ‘Crapuul’
Hij raakte met zijn boek Crapuul, over de krottenwijk in het Stokstraatkwartier een gevoelige snaar. Na de publicatie van het boek, waarin Bokern beschrijft hoe de bewoners in de jaren vijftig en zestig uit de Stokstraat werden gedwongen te verhuizen, bleef het angstvallig stil in het stadhuis. Frank Bokern is verbaasd en verrast met de roep en erkenning voor wat de bewoners van het Stokstraatkwartier en andere krottenwijken is aangedaan.
DOOR: PETER EBERSON BEELD: FRANK BOKERN
Volksbuurt
“Excuses en erkenning van het gemeentebestuur zouden op zijn plaats zijn,” zegt Frank Bokern. “Het was de gemeente die dit onzalig plan op basis van een rapport van een priester bedacht en uitvoerde. De Stokstraat was meer dan een eeuw een volksbuurt, waar op het hoogtepunt meer dan 2.000 mensen op een kluitje bij elkaar woonden. Het waren arme mensen, zeker niet allemaal criminelen, alcoholisten en agressieve mensen en zeker niet allemaal crapuul, wat wel de laagste kwalificatie is die je aan iemand kan geven.”
Crapuul werd een bestseller en is inmiddels toe aan de achtste druk. Meer dan 10.000 verkochte boeken over een volksbuurt in Maastricht. Menig schrijver is er jaloers op. Sinds het verschijnen van het boek en opvolger Het Jekerwkartier kreeg Bokern duizenden reacties. Van mensen die in deze krottenwijken woonden of van hun kinderen of kleinkinderen die nog steeds het stigma van crapuul meedragen. Met veel van hen ging hij in gesprek of correspondeerde hij en het werd hem al snel duidelijk wat de impact is geweest van de gedwongen verhuizing en heropvoeding van de oorspronkelijke bewoners.
Polarisatie
Hoe groot de belangstelling voor het boek ook was en is, binnen het stadhuis bleef het angstvallig stil en dat verbaast Bokern. “Ze hadden dit moeten omarmen. We kunnen leren van wat er toen is gebeurd.” De schrijver ziet langzaam wel discussie in de politiek ontstaan of er excuses moeten worden aangeboden. Hij was verbaasd en blij verrast toen hij hoorde dat oud-gouverneur Theo Bovens met zijn boek onder de arm een wandeling gaf door het Stokstraatkwartier en zei dat het boek verplichte literatuur
zou moeten zijn voor politici omdat het boek ook de huidige polarisatie laat zien.
Oude luister
Vanaf begin jaren vijftig tot de jaren zeventig duurde de sanering en renovatie van het Stokstraatkwartier. In 1949 al lanceerde de gemeente Maastricht het saneringsplan om de oude binnenstad in oude luister te herstellen. Het Stokstraatkwartier zou weer een woon- en winkelbuurt moeten worden voor de hogere klasse. Het ging overigens niet alleen over het Stokstraatkwartier. Ook de krotten in Wyck, het Boschstraatkwartier en de Kommel moesten verdwijnen. De inwoners uit de wijk kwamen terecht in de wederopbouwwijken aan de rand van de stad of in woonscholen zoals de Ravelijn, een complex van woningen
speciaal bedoeld voor de heropvoeding van zwaksociale gezinnen. De buurt heeft een hoefvormig stratenplan met een centraal plein met in het midden het wijkcentrum. “Daar werden ze begeleid en tot ‘goed burger gemaakt’ Het is bijna niet voor te stellen,” zegt Bokern, “maar die heropvoeding duurde tot 1982. Kwam er elke dag een maatschappelijk werker bij je langs om te kijken of je netjes had afgewassen, of er geen troep was en of er gepoetst was in huis.”
Priester
Het uitzetten van de bewoners destijds was geen keuze van de bewoners. Het werd hen opgelegd door de gemeente die een priester een rapport liet schrijven over de ‘onmaatschappelijkheid in Maastricht’. De priesterwetenschapper schetste geen vrolijk beeld, eerder een beeld
“Ik doe dit niet voor mij, ik doe het voor de mensen”
van een groep criminele bewoners die niet naar de kerk gingen, een slechte gezondheid hadden en lage moraal. Het plan vormde het startpunt voor de grootschalige renovatie van de sociaal zwakkere wijken.
Bokern: “De gemeente kan het dus niet alleen worden aangerekend dat de mensen hier zo lang in bittere armoede moesten leven, maar ook dat ze zijn gestigmatiseerd, tot crapuul zijn bestempeld en zijn afgevoerd, zoals de gemeente dat noemde, naar de randen van de stad. Ronduit pijnlijk daarom dat het stadsbestuur zich twee en een half jaar stil heeft gehouden.” Daar is nu wel enige verandering in gekomen. Fractievoorzitter van het CDA Gabrielle Heine vindt dat er binnen de raad een discussie moet worden gevoerd over de geschiedenis die Crapuul heeft blootgelegd. “Het is tijd dat we het gesprek gaan voeren over erkenning en wellicht excuses over wat er in die tijd is gebeurd. Ik zou dat rechtvaardig vinden. Mensen van toen leven nu nog, dus is het ook nu het moment voor erkenning of excuses.
Erkenning
Frank Bokern is blij dat het CDA en inmiddels ook de SP en Volt de woorden excuses en erkenning in de mond nemen. “Het gaat me niet zozeer om excuses, maar vooral erkenning. Erkenning dat wat de gemeente destijds heeft gedaan onacceptabel was. Meer dan 100 jaar heeft de gemeente Maastricht niets gedaan in de wijk en verloederde de Stokstraat meer en meer. De leefomstandigheden
waren onmenselijk, maar er werd niets aan gedaan. Dat mag je de gemeente aanrekenen,” zegt Bokern. Hij is fel over het feit dat het stadhuis zich al die tijd stil heeft gehouden. “Ik doe het niet voor mij, ik doe het voor de mensen. Erkenning voor hen. Dat dit nooit had mogen gebeuren. De gemeente moet dat toegeven.” Excuses of erkenning lijken echter ver weg. Burgemeester Hillenaar zegt voorzichtig te zijn. Terughoudendheid met het maken van excuses is volgens hem op zijn plaats, omdat ze anders hun kracht verliezen.
Hippies
Frank Bokern geeft nog regelmatig lezingen over zijn boek Crapuul, maar is deze dagen druk met het persklaar maken van een boek dat begin november verschijnt en dat over een compleet ander onderwerp gaat: hippies. “Ik raakte gefascineerd door de hippies die begin 1900 een redelijk grote beweging vormden in Europa. Een verhaal dat nauwelijks bekend is. Overal zag je in die tijd dat mensen opstonden en voor een andere levensstijl kozen. Mensen die zich toen al zorgen maakten over het milieu door de toenemende industrialisatie. Tussen 1900 en 1920 was de eerste hippiebeweging in Europa redelijk groot. Er waren kolonies in allerlei landen. In Zwitserland, bijvoorbeeld, maar ook in Blaricum en Bussum met typische hippiefiguren zoals we ze ook uit de jaren zestig kennen. Mannen met lang haar, een baard en een jurk, vrouwen met bloemen in het haar en wapperende gewaden. Ze kozen voor vrije seks, gebruikten hallucinerende drugs en haalden hun wijsheid uit het oosten, net als de hippies van de jaren zestig. De hippies van rond 1900 wilden een betere wereld. Waren ontevreden over de massaconsumptie, de industrialisatie en de
verstedelijking en ze waren oprecht bezorgd over het milieu.”
Minder spullen
Volgens de auteur laat de hippiebeweging een golfbeweging zien en zijn er duidelijke paralellen met de tijd van nu. “De hippies floreerden rond 1900, kwamen terug na de Eerste Wereldoorlog, en ook weer na de Tweede Wereldoorlog, al duurde het toen wat langer. In de jaren vijftig was Nederland
alleen maar bezig met de wederopbouw, terwijl provo’s en de hippies meer aandacht wilden voor de natuur en zich keerden tegen de massaconsumptie. Tegenwoordig zie je dat tinyhouses populair zijn. Deze manier van wonen spreekt veel mensen aan. Leven met minder spullen. Dat is eigenlijk precies wat de hippies ook wilden. Duurzaamheid, de protesten van Extinction Rebellion. Het is van alle tijden.”
Het uitstapje naar de hippies betekent niet dat Bokern niet meer over Maastricht gaat schrijven. “Veel Maastrichtenaren hebben gevraagd of ik niet een boek kan schrijven over het Boschstraatkwartier. Dat treft: ik heb een schat aan informatie gevonden over die buurt, materiaal waar gewoon iets mee moet gebeuren. Ook die geschiedenis is de moeite waard om vast te leggen, dan is de trilogie compleet.” Hij is zich er overigens wel van bewust dat hij ook dat materiaal zorgvuldig moet verwerken. ‘Zo’n boek brengt ook weer bij tal van Maastrichtenaren herinneringen terug die niet altijd positief waren. Hij heeft het gemerkt bij Crapuul en bij toegift Het Jekerkwartier. Beide boeken hebben veel opgerakeld, ook bij kinderen en kleinkinderen van de gezinnen uit deze krottenwijken. “Er lopen mensen rond met een trauma, door wat hun familie of henzelf is aangedaan. Het is toch onbestaanbaar dat deze mensen tot 1982 nog heropgevoed moesten worden in de gedachte van de gemeente. Dat mogen we niet vergeten.” Hij zou het mooi vinden als er in de Ravelijn een museum komt waarin de geschiedenis van de krottenwijken en de gedwongen heropvoeding wordt getoond. “De hele periode is een zwarte bladzijde in de geschiedenis van Maastricht, maar wel een periode die we niet meer mogen vergeten, die niet opnieuw mag worden weggemoffeld.”
THE WALKERS: TOONZETTEND VOOR
DE LIMBURGSE POPMUZIEK
De Maastrichtse groep The Walkers zette in de jaren ‘70 Limburg op de internationale muziekkaart. Niet alleen met 19 eigen hits, maar ook als ontdekkers van onder andere Partner en Pussycat. Twee Walkersleden zetten de Marlstone studio op en formeerden de groep Carboon. En meer.
DOOR: BERT SALDEN BEELD: TELSTAR
HITS
Limburg had tot 1970 twee pophitgroepen gehad: The Sharons (“Turn on the coloured light”, 1967) en The Skope (“Be mine again”, 1968). De laatste groep, uit Valkenburg, trad op in aluminium pakken.
De zomerhit “In the summertime” van Mungo Jerry was voor Johnny Hoes aanleiding om ook iets op te nemen in die stijl. Fred Limpens attendeerde Hoes op zijn oude groep en onder zijn leiding namen de Walkers de langspeler “Skiffle Train” op. Het betekende de introductie van het Indiaanse lutchyfluitje, dat duidelijk hoorbaar is op de eerste single: “There’s no more corn on the Brasos.”
SIRTAKI
De opvolger, het Griekse “My darling Helena”, was opnieuw raak. Heel Europa danste weer de sirtaki en tal van gitaristen leerden in grote haast bouzouki spelen. Er volgde een tweede langspeler, twee wat minder opvallende singles (“Who killed the fish” en “Sister Joanne”) en daarna weer enkele fikse reeks hits: “Taboo’”, “Dance of love” en niet te vergeten “Mandolinen in Nicosia” met de Zangeres Zonder Naam.
Eind 1959 brachten Jean Innemee en drie vrienden enkele avonden per week musicerend door in een Maastrichtse gewelfde kelder, repeterend met een nieuwe band: The Mosam Skiffle Group. De groep won in 1960 de finale van een grote talentenjacht voor de televisie. Op de tweede plaats: Maddy Bleize and his Comets, ook uit Maastricht.
Er volgde een plaatopname bij Phonogram (‘The day it all began’, hoewel het publiek vroeg naar ‘Does your chewing gum loose its flavour on the bedpost overnight?’).
Er waren tal van tv-optredens en interviews. Toch zwichtte de groep na enkele jaren voor de voortdurende vraag naar meer ritmische nummers. Daarom kwam er in 1964 een slagwerker: Maddy Bleize, De nummer 3 van de talentenjacht in 1960 bij en veranderde de naam in The Walkers. Eerste bezetting: Fred Limpens (zang, gitaar, trompet), Leo Steinbush (trompet, basgitaar, gitaar), Maddy Bleize (drums, accordeon) en Hammy
Lipsch (orgel). De groep kon nu, met drumstel, ook andere artiesten begeleiden en dansorkest spelen.
In 1967 werd de formatie beroeps, zonder Fred Limpens die The Cash oprichtte en een baan accepteerde als technicus bij platenmaatschappij Telstar. Adrie Coenen (zang, gitaar) verving hem. En zonder Hammy Lipsch, die werd vervangen door Conny Peters (orgel, piano, saxofoon, fluit). The Walkers brachten tijdens hun optredens een rock & rollshow rond de “Limburgse Elvis” Maddy Bleize en een show met oorspronkelijke Griekse volksmuziek en daarbij passende kleding. Het muzikantenvak was soms zwaar. Maandcontracten in Groningse en Amsterdamse nachtclubs (“heren stropdas en colbert verplicht”) vielen niet mee. Een optreden in een gewone dancing was een verademing. Gelukkig zette het succes daar snel door waardoor de nachtclubs niet meer nodig waren. The Walkers werden graag geziene muzikanten in Nederlands grote dancings.
Felix Meurders introduceerde zijn streekgenoten uitvoerig op de radio en na een optreden in het programma Eddy Ready Go ging het hard: het plaatje bereikte de tweede plaats in de hitparade, maar in het buitenland was het succes nog groter: een eerste plaats in Brazilië, een tweede plaats in Luxemburg en ook in Frankrijk. En een tweede plaats in België, waar het lied verscheen op het Cardinal-label van Rocco Granata. Meer dan een miljoen exemplaren worden wereldwijd verkocht.
In 1972 werd Adrie Coenen vervangen door René Innemee (exFresh Garbage) en zijn rauwe stemgeluid leidde een nieuwe reeks hits in: “Oh lonesome me”, “Jack of Diamonds” en “Ramona te quiero”. In 1975 verliet Jean Innemee de groep en werd vervangen door John Coenen (ex-East Avenue, ex-Cash), in 1976 begon Leo Steinbush een café in Ulestraten (Walk-Inn) en werd opgevolgd door Walter Nita.
POPMUZIEK
Live behoorden The Walkers zeker tot de top van Nederland, als dansorkest. Maar de muzikanten gingen steeds meer in de richting van de popmuziek. Dat resulteerde in schitterend plaatmateriaal, dat
helaas nooit de hitparade weet te halen. Liederen als “I’m sorry’”, “Rumour at the honky tonk” en “Trains” behoren tot de kostbare kleinoden van menig muziekverzamelaar. De elpee “Pregnancy” mag een hoogtepunt in de Nederlandse muziekhistorie worden genoemd. In 1978 werd Conny Peters opgevolgd door Floor Minnaert. In 1980 werd de groep omgedoopt tot een popgroep: The Press: René Innemee (zang gitaar), Michel Nita (orgel, gitaar, trompet), Floor Minnaert (orgel, piano, saxofoon, fluit), John Coenen (basgitaar, zang), Walter Nita (zang, ex-Chaplin Band), Willy Bronzwaer (drums). Dat resulteerde in de hits “I’m gonna shoot the deejay” en “Cantara Pepe” en de lp “Press here”. René Innemee maakte ook soloplaten onder de naam Ray T Jones.
Later werd de groep Dance Dance opgericht, die na korte tijd weer de naam The Walkers hanteerde, nu bestaande uit Conny Peters,
René Innemee, Michel Nita, André Smith en Loek van de Heyster (slagwerk).De groep nam alle oude successen opnieuw op bij Marlstone. In 1990 werd de groep opgeheven. Michel en Conny vormden later The Original D.T’s met Jef Crijns, Gordon Smith, Marjan Veldpaus en Loek van Heijster. Deze band ontwikkelde zich steeds meer tot countryband en veranderde haar naam daarom in The Moonlight Riders. De eerste formatie bestond uit Jan van Cep, Jan Bernards, Loek van Heijster, Michel Nita en Conny Peters, de tweede uit Johan Janssen, Ad Welten, Michawel Hamane, Michel Nita en Conny Peters.
INVLOEDEN
The Walkers waren in de jaren ‘70 van grote invloed op de verbreiding van de popmuziek in Limburg. Het managementbureau van Jean Innemee en Conny Peters, Mosam Producties begeleidde ook andere artiesten en introduceerde
Bij Oogwereld Ritchi
zijn opticiens en audiciens trots op hun meesterschap!
ALTIJD HET SCHERPSTE ZICHT. Wij meten uw ogen nauwkeuriger dan de meeste andere opticiens.
UW OGEN IN TOPCONDITIE. We controleren standaard de gezondheid van uw ogen.
OPTIMAAL KIJKCOMFORT. We analyseren uw kijk- en ooggedrag op wel 10 persoonlijke punten.
MAXIMALE ALLURE. We vinden die ene bril uit onze exclusieve collectie passend bij uw stijl.
COMFORTGARANTIE. Wij gaan tot het uiterste voor optimaal draagcomfort van uw lenzen.
PROFESSIONELE HOORZORG: onze audiciens bieden dezelfde hoge kwaliteit, deskundigheid en service die je kent van onze eigen hoorspecialisten
van onze klanten waarderen onze deskundigheid en service met een 8 of hoger 92%
in de Telstarstudio artiesten als Opus, Windmill (later Partner), Sweet Reaction (later Pussycat) en Rainbow. Ook produceerden zij de eerste Armandlp bij Telstar: “Rue de la Paix”, zeker zijn beste product. Conny Peters en Jean Innemee vormden ook in 1977 de groep Carboon met Ben Erkens, Henk Steijvers (later Janse Bagge Bend) en Jan Hendriks, die twee dialectlp’s maakt over het mijnwerkersleven waarvan er één met goud wordt bekroond.
Jean Innemee, Conny Peters en de Partnerleden Erwin Musper en Pierre Beckers richtten in 1979 de Marlstone Studio op, het huis van onder andere de Janse Bagge Bend en de Frank Boeijen Groep en veel Limburgse artiesten. De apparatuur kwam van Telstar en het was deze opnameapparatuur waarop alle Walkershits waren vastgelegd. De aandelen van Marlstone waren tot 2005 in handen van Conny Peters en Beppie Kraft. Anno nu
is de studio eigendom van Jos Huysmans, Robert Loozen en Joep Servais. Marlstone neemt vooral Nederlands- en Belgisch-Limburgse artiesten op. Muzikanten die ooit in The Walkers speelden zijn tegenwoordig studiomuzikanten bij Marlstone. Michel Nita is er zelfs producer en Conny Peters maakt arrangementen.
John Coenen vormde later Taai Taai en treedt nu op als solist. René Innemee is de leidende kracht achter The Creedence Clearwater Revival Band, die bestaat uit ex-Walkers en ex-Partnerleden. Muzikanten uit deze bands (vaak dezelfde) komen we ook tegen in de bands Fandango, Ouwe Leem en Johnny Walker.
The Walkers zijn nog regelmatig te horen op de radio, in de betere cd-winkels is een verzamelcd beschikbaar.
Twijfel je of jouw zicht of gehoor optimaal is?
Ben je niet helemaal tevreden? Laten we eens samen kijken. Loop eens vrijblijvend bij ons binnen voor een second opinion of maak een afspraak via onze website.
De openbare ruimte in het centrum van Maastricht speelt een belangrijke rol in de aantrekkingskracht van de stad voor (nieuwe) ondernemers. Bij Centrummanagement willen we die aantrekkingskracht behouden en versterken. Daarom is de openbare ruimte een belangrijke strategische pijler van onze verschillende activiteiten.
Centrummanagement Maastricht werkt aan twee grote projecten: het vergroenen van de vijf kwartieren en het verzorgen van de sfeerverlichting tijdens de magische weken in de winter. In deze blog vertellen we je hier graag wat meer over onze aanpak, want al dat groen en die sfeervolle verlichting komen er niet vanzelf. We hopen dat je met (nog) meer verwondering naar Maastricht mag gaan kijken.
1. De functie van sfeerverlichting
De voorbereidingen voor de sfeerverlichting zijn voor ons een doorlopend proces gedurende het hele jaar door. Dit jaar is extra bijzonder, omdat we na een Europese aanbesteding een nieuw concept lanceren: ‘Stad onder de sterren’. Dit concept, ontwikkeld in samenwerking met de ondernemersverenigingen, speelt in op de specifieke wensen van de verschillende kwartieren. We hebben een verlichte route gecreëerd die deze kwartieren via “Wow! -plekken” met elkaar verbindt, wat bijdraagt aan de spreiding van bezoekers (én inwoners) door de stad. Heel welkom tijdens de magische winterweken, wanneer Maastricht een grote toestroom van bezoekers mag verwachten. De sterren wijzen bezoekers en inwoners dit jaar de weg, zodat we niet langer allemaal op hetzelfde moment op dezelfde plek willen zijn. Verwonder en bewonder – we zijn benieuwd naar jouw mening!
2. De functie van groen
We stevenen af op meer dan zestig dagen per jaar met temperaturen boven de dertig graden. Pfff, wie heeft er dan nog zin om in het centrum te zijn? Precies om die reden zet Centrummanagement Maastricht, verantwoordelijk voor een economisch vitaal en duurzaam centrum, sterk in op vergroening. Welzijn en welvaart gaan hier hand in hand, en daarom hebben we ondernemers en pandeigenaren samengebracht met inwoners en ambtenaren voor vergroening van het Stokstraatkwartier, als een pilot. Het was even wennen, omdat we met elkaar op zoek zijn gegaan naar waar en hoe het wél kan, in gezamenlijke afstemming aan de voorkant. En dat werkt! Niels Maier, succesvol conceptueel ontwerper en bewoner van het Stokstraatkwartier, werkt op dit moment samen met HeusschenCopier, een vooraanstaand bureau voor landschapsarchitectuur en stedenbouw, de definitieve ontwerpen uit. Het gedragen concept omvat drie groene entrees naar het Stokstraatkwartier die, niet geheel per toeval, vanuit de Maas ontspringen. Dit plantseizoen nog, in het eerste kwartaal van 2025, gaat de schop de grond in. Daar zijn we allemaal best heel trots op. Omdat de gezamenlijk marsroute zo voorspoedig verloopt, bereiden wij nu samen met het kernteam, waarin ook de gemeente, pandeigenaren, inwoners en ondernemers in vertegenwoordigd zijn, de uitrol voor naar de andere kwartieren. Bij Centrummanagement
noemen we deze projecten ook wel onze “grijs-groen-blauw”activiteiten, die gericht zijn op het transformeren van een voornamelijk stenen stadscentrum naar een groene stad die de Maas omarmt.
Wil je op de hoogte blijven van onze activiteiten? Schrijf je in op onze website voor de nieuwsbrief, volg onze socials, of luister naar onze podcasts op je favoriete podcastkanaal. In podcast 26 van Maastricht Stad lichten we het nieuwe concept van de sfeerverlichting verder toe, samen met Patrick Avontuur die Directeur is van Avontuur-Blachere Nederland en in podcast 19 hoor je meer over onze aanpak voor vergroening van het stadscentrum.
Met ondernemende groet,
Astrid Verberne
Directeur-Bestuurder Centrummanagement Maastricht
Samen zorgen
voor een bijzondere uitvaart
Als een van de oudste nog bestaande Maastrichtse familiebedrijven voelt Sassen Dielemans Dickhaut een sterke verbondenheid met de stad en haar inwoners. Vanuit dat perspectief en ons streven naar een memorabel afscheid in eigen stad biedt Sassen Dielemans Dickhaut tevens haar dienstverlening aan in La Grande Suisse. In het bijzondere monumentale pand aan de Mariënwaard bevindt zich het crematorium voor Maastricht en omgeving. Een plek met historie en grandeur, passend bij een zelfbewuste stad als Maastricht. Passend, bij het ambitie- en serviceniveau dat Sassen Dielemans Dickhaut nastreeft.
Sassen Dielemans Dickhaut
In geval van een crematieplechtigheid in La Grande Suisse geven wij, samen met u en de medewerkers van La Grande Suisse, vorm aan een memorabel afscheid. Een afscheid dat recht doet aan de overledene, aan het leven dat hij of zij geleefd heeft, maar ook een afscheid waar de nabestaanden kracht uit kunnen putten om verder te gaan. Een afscheid waar een boodschap meegegeven wordt, desgewenst in ’t Mestreechs, ‘n aofsjeid mèt ‘n gouwe rendsje, waar nabestaanden nog vaak aan terug mogen denken.
Na overlijden belt u Sassen Dielemans Dickhaut. Als eerste geven wij op piëteitvolle wijze aandacht aan de primaire zorg voor uw dierbare. Aansluitend regelen wij alle formaliteiten en bespreken wij samen met u de wensen rondom de uitvaart. Keuze van uitvaartkist, opbaring en eventueel rouwbezoek, maar ook drukwerk en annonces komen desgewenst aan bod. Vervolgens is er in één of meerdere gesprekken bij u thuis of bij Sassen alle ruimte om met onze uitvaartverzorgers of ritueelbegeleiders samen invulling te geven aan de afscheidsviering in La Grande Suisse.
Door het stellen van veel vragen komen wij er samen achter wat bij u en uw dierbare past. Samen zoeken naar een rode draad, een symbool dat bij de overledene hoorde. Samen komen tot een helder herinneringsbeeld, een beeld waarin eenieder uw dierbare herkent. Hieromheen wordt gezocht naar gedichten, teksten, muziek, beeldmateriaal, bloemen en eventueel een afscheidsritueel.
Uitvaartcentrum of thuisopbaring?
Tot aan de dag van de afscheidsdienst bieden wij u een plek in uw nabijheid waar u in alle intimiteit met elkaar kan verblijven. In Maastricht beschikken wij voor u over twee uitzonderlijke locaties aan weerszijden van de Maas. Wij ontvangen u in ons uitvaartcentrum met de bekende artistieke uitstraling aan de Dr. van Kleefstraat 2-4 of in ons uitvaartcentrum aan de Sint Maartenslaan 44 in het stadsdeel Wyck, waar wij ook beschikken over een familiekamer die u 24-uur per dag toegang biedt. Bent u woonachtig in de omgeving van Meerssen? Sassen Dielemans Dickhaut regelt de opbaring en daaropvolgende rouwbezoeken desgewenst ook voor u in La Grande Suisse. Als nabestaanden kiezen voor opbaring thuis is thanatopraxie een mooie oplossing. Dankzij deze lichte balseming krijgt de overledene weer een natuurlijke uitstraling. Familie en vrienden kunnen in alle rust bij hun geliefde zijn en ruim de tijd nemen om afscheid te nemen.
De dag van de uitvaart
La Grande Suisse, een plek om afscheid te nemen en samen met familie en vrienden herinneringen op te halen. De afscheidsdienst kan plaatsvinden in La Grande Salle. Deze biedt in normale omstandigheden plaats aan 140 personen. De kleine zaal, La Petite Salle genaamd, heeft normaliter een capaciteit van 25 zitplaatsen. Uiteraard zijn deze ruimten voorzien van de modernste ondersteunende apparatuur met betrekking tot beeld, geluid, opnames en livestream. Na de afscheidsdienst verzorgen de medewerkers van La Grande Suisse graag een aansluitende koffietafel, zodat u in alle rust kunt bijpraten met uw naasten. Natuurlijk zijn er ook mogelijkheden voor een condoléance waarbij men kleine gerechtjes uitserveert, of een lunch in zijn klassieke vorm. Uiteraard regelen wij desgewenst ook nog altijd een crematiedienst in bijvoorbeeld Eijsden, Heerlen of Geleen. Kijk voor informatie op www.sassenuitvaartverzorging.nl
Allerzielenviering
Op zaterdag 2 november a.s. zal in het Rouw- en gedenkpark Tongerseweg de jaarlijkse Allerzielenviering plaatsvinden. We verzamelen om 19.00 uur bij de ingang aan de Javastraat waar u een devotiekaars zult ontvangen. Vervolgens lopen we in een stemmige lichtprocessie naar de kapel voor een gebed, stilte en muziek. Na afloop is er koffie/thee en de mogelijkheid om samen te verbinden in een mooi gesprek. U kunt de naam van een dierbare doorgeven via allerzielenmaastricht@gmail.com, zodat er voor hem of haar gebeden wordt.
HOOFDVESTIGING
SINT MAARTENSLAAN 101, MAASTRIchT
UITVAARTCENTRA
SINT MAARTENSLAAN 44, MAASTRIchT
DR. VAN KLEEFSTRAAT 2, MAASTRIchT T 043 - 321 20 00
Bij de hospices van Sevagram zijn ze niet alleen met de dood bezig
Bij de meeste mensen is het beeld van een hospice dat het een plek van somberheid en sterven is. Dit beeld is echter onterecht. Hospices bieden juist warmte, zorg en ondersteuning in de laatste levensfase. De focus ligt op comfort, kwaliteit van leven en waardigheid, niet alleen op de dood. Gasten en hun families vinden er rust en troost.
Tekst: De Media Experts | Beeld: Jean-Pierre Geusens
Sevagram beschikt over twee hospices in het Heuvelland. Het Geerlingshospice in Valkenburg is landelijk gelegen, aan het Geulstrand nabij het centrum en beschikt over tien kamers. Het monumentale Hospice Martinus ligt in het dorpje Mechelen, midden in de prachtige natuur van het Heuvelland. Hier zijn zeven kamers beschikbaar.
Kim Simons is senior regieverpleegkundige hospice bij Sevagram en heeft in het verleden bij ziekenhuizen, de thuiszorg en in verpleeghuizen gewerkt. “Maar hier wil ik niet meer weg”, zegt ze vol overtuiging. “We hebben hier als team allemaal dezelfde passie en dat is de kwaliteit van leven van de gast zo hoog mogelijk houden. We zijn hier niet de hele dag met de dood bezig, we vieren hier het leven met onze gasten. Wat kan er nog wel? Aan het spreekwoord ‘Pluk de dag’ wordt hier letterlijk invulling gegeven. Niets ligt bij ons vast, de gast heeft de volledige regie over zijn of haar dagindeling. Dat wordt door de gasten en hun familie enorm op prijs gesteld. We horen niet voor niets met regelmaat van de gasten: ‘Waren we maar eerder gekomen en niet in het ziekenhuis gebleven of thuis blijven wonen tot het niet meer ging’.”
Planetree Mensgerichte Zorg
Sevagram heeft als enige zorgorganisatie in Limburg het Planetree Mensgerichte Zorg certificaat. Dat geldt dus ook voor de hospices in Valkenburg en Mechelen. Organisaties die Planetree gecertificeerd zijn, laten zien dat zij voortdurend bezig zijn om de zorg voor en het welzijn van bewoners of gasten elke dag nog een beetje beter te maken.
Een warme deken
Wie bij Hospice Martinus binnenstapt, voelt gelijk een warme deken over zich heenkomen. Niet alleen door de aankleding van het pand, maar ook door de benadering van de medewerkers. “Je kunt ons vergelijken met een vijfsterrenhotel”, zegt Kim Simons. “Natuurlijk is er hier ook verdriet, maar ik heb ook nog nooit zoveel gelachen als hier. Je kunt niets overdoen; je moet vandaag alles eruit halen wat erin zit. Wil een gast nog graag een keer kerstmis vieren, maar het is oktober, dan zetten we gewoon de kerstboom op. Gasten zoeken elkaar ook op. Het zijn lotgenoten die veel zaken met elkaar kunnen delen. Maar er is ook ruimte voor privacy als dat gewenst is. Nogmaals, iedere gast heeft hier de regie over zijn eigen dagindeling.”
Hotel
Mensen met een gemiddelde levensverwachting van drie maanden kunnen terecht in een van de hospices van Sevagram. Na drie maanden kan dit nog een keer drie maanden verlengd worden. Alle kosten vallen onder de eigen ziektekostenverzekering. “Familie is hier 24 uur per dag welkom”, legt Kim uit. “Partners kunnen ook blijven slapen en zelfs het huisdier is welkom. Wil je een stukje wandelen of lekker in de tuin onder de overkapping zitten, doe je dat gewoon. Wij ondersteunen daar natuurlijk bij. Maar ook als een gast nog een keer terug naar huis wil, is dat mogelijk. Je zit hier niet opgesloten, we zijn een hotel. Verder werken we samen met de Wensambulance om laatste wensen van onze gasten in vervulling te laten gaan en ondersteunt Sevagram Verwenzorg ons bij bijvoorbeeld bijzondere uitstapjes.”
Complementaire zorg
Naast de gasten worden ook de familieleden begeleid. Dat kan op psychisch gebied zijn, maar ook hele zakelijke dingen zoals verzekeringen en financiën. “Verder hebben we huisartsen hier uit de buurt die de gasten behandelen. Zij nemen de zorg over van de huisarts van de gast en lopen hier dagelijks binnen. Ook dat geeft een vertrouwd gevoel.” Naast de reguliere zorg is er ook complementaire zorg voorhanden in de hospices in Valkenburg en Mechelen. Gasten kunnen gebruik maken van ontspanningsmassages, aromatherapie sessies, klankschalen therapie of hand- en voetmassages. Verder beschikken we over een slaaprobot die ervoor zorgt dat je een rustige ademhaling krijgt en een Qwiek.up. Hiermee kun je foto’s projecteren op de muur en muziek afspelen. Als een gast nog een keer herinneringen wil ophalen aan zijn of haar vakantie in Oostenrijk kan dat dus. Het beeld is ook op het plafond te projecteren voor mensen die in bed liggen.
Vlinderwand en levensboom
In Mechelen hangt in de ingang van het gebouw een levensboom aan de muur. Gasten mogen hier een glazen kraal in de boom prikken. Vaak prikken de kinderen en kleinkinderen er ook een kraal omheen. “Dat doen we zodat niemand vergeten wordt”, zegt Kim. “In Valkenburg hebben we hiervoor een vlinderwand. We verzorgen ook de overledene hier in huis. Bij het verlaten van het hospice vormen we een erehaag als het lichaam naar de rouwauto wordt gebracht. Hiervoor gebruiken we een speciale afscheidsdeken. Familie komt vaak na een paar weken nog een keer terug om met ons te praten en er zijn zelfs nabestaanden die ieder jaar op de overlijdensdag van hun dierbare terugkomen. Ook dan zijn we er voor ze.”
Eén team
Het team in Valkenburg bestaat uit zo’n 20 medewerkers, in Mechelen 15. Daarnaast zijn er vele vrijwilligers die werken in de twee hospices. “Die mensen zijn ontzettend waardevol en ook onmisbaar in ons werk. We zijn dan ook één team met dezelfde passie: er zijn voor onze gasten”, besluit Kim.
PALLIATIEF ADVIES TEAM
Sevagram beschikt ook over een Palliatief Advies Team. Hierin hebben zitting Kim Simons en Dominique Wintels (beiden senior regieverpleegkundige hospice bij Sevagram), een specialist ouderengeneeskunde, een maatschappelijk werker en een geestelijk verzorger. Het team staat niet alleen ter beschikking voor de hospices, maar is er ook ter ondersteuning van de verpleeghuizen van Sevagram.
Hospice Martinus Mechelen
VOOR MEER INFORMATIE:
www.sevagram.nl/ onze-locaties/ hospice-martinus
www.sevagram.nl/ onze-locaties/ geerlingshospice
Kim Simons
Trends in uitvaartbranche; van koffietafel naar cocktailbar
Vroeg of laat krijgen we allemaal te maken met een uitvaart. Een onderwerp waar we niet dagelijks bij stil staan. Het is goed om er over na te denken, want de traditionele uitvaart met koffie en cake begint langzaam terrein te verliezen. Ook in de uitvaartbranche zijn trends te zien.
De gedenkboom, de gevlochten grafmand, de gegarandeerd 100 procent ecologische kist en de geheel biologische urn. De eigentijdse uitvaart wordt steeds persoonlijker, intiemer én milieuvriendelijker. Bovendien is de livestreamverbinding, dat noodzakelijke kwaad tijdens de coronacrisis, een blijvertje.
We zetten een paar belangrijke trends op een rijtje.
1. Locatie.
Steeds meer mensen kiezen voor een alternatieve locatie voor een afscheidsdienst. Hoewel de meeste mensen nog voor de kerk en het crematorium gaan, worden vaker afscheidsdiensten gehouden op bijzondere plekken zoals in een wijngaard, paardenstal of kasteel.
2. Eten en drinken.
Traditioneel is er nog altijd de koffietafel met vlaai, soep en broodjes, maar de afscheidsborrel met speciaalbiertjes, snacks of een cocktail- of proseccobar is in opkomst. Kijk ook niet gek op als er een foodtruck verschijnt en met een paar goede flessen wijn wordt geproost op het leven van de overledene.
3. Kleiner en intiemer.
In coronatijd kon het niet anders, een begrafenis of crematie in kleine kring. Na corona nam dit fenomeen toe. Mensen kiezen vaker voor een kleine, intieme afscheidsbijeenkomst met familie en vrienden. Toch is ook het streamen van het afscheid een blijvertje gebleken.
4. Online.
Online gedenken is in opkomst. Je ziet vaker virtuele, online gedenkplaatsen waar mensen herinneringen kunnen delen op condoleancepagina’s, herdenkingswebsites en online fotoboeken.
5. Gesproken rouwkaart.
Ook de rouwkaart verandert. Inmiddels is er een gesproken rouwkaart ontwikkeld die via de mail of een appje kan worden verstuurd. Ook dat heeft veel effect op het milieu; er hoeft geen papier te worden gebruikt om iets op te drukken en de kaarten hoeven niet worden vervoerd en bezorgd.
6. Tot slot resomeren.
Hoewel op dit moment nog niet toegestaan wordt er in de politiek wel serieus over gesproken. Resomeren, ook wel bio-cremeren is een duurzame manier om het lichaam van de overledene terug te geven aan de natuur. Het lichaam wordt onder hoge druk afgebroken.
Mooi mens, wat ben je waardevol. In elke fase van het leven, in kracht en kwetsbaarheid, ben je waardevol. Als
Envida willen we er voor je zijn, ook wanneer het afscheid nadert. Wij helpen om je laatste levensdagen te laten verlopen zoals jij dat wilt: goed en comfortabel, op een manier die bij jou past.
Met liefdevolle ondersteuning en zorg.
Er kan vaak meer dan je denkt. Of je nu thuis bent, in een woonzorgcentrum of in het hospice, we staan voor je klaar. Samen met je familie, vrienden, vrijwilligers en onze medewerkers.
Hoe wil jij dat de dood eruitziet?
Wat wil je nog doen? Welke rituelen zijn belangrijk voor je? Welke herinnering wil je achterlaten? Het helpt om hier op tijd over na te denken. Samen zorgen we voor een goede afronding van het leven.
Want je bent en blijft waardevol. Altijd.
Ik heb een steen verlegd in een rivier op aarde Nu weet ik dat ik nooit zal zijn vergeten
(tekst Bram Vermeulen)
Rongen-Schols | uitvaartverzorger bij DELA in Maastricht en omgeving
Elk leven verdient oneindig aandacht
Bij DELA doen we er alles aan om vanaf het moment van overlijden tot en met het afscheid alles naar wens van de familie in te vullen. Samen zorgen we voor een persoonlijke en passende uitvaart. Hierbij is er vaak veel meer mogelijk dan mensen denken.
Zo persoonlijk als u zelf wilt
Er zijn heel veel manieren om een uitvaart in te vullen. Susanne (foto) en onze andere lokale uitvaartverzorgers kennen de mogelijkheden in uw eigen buurt en hebben ervaring met allerlei soorten uitvaarten.
U kunt een afscheid zo persoonlijk maken als u zelf wilt. U heeft hier ook veel vrijheid in. Of er nu wel of geen uitvaartverzekering is. We luisteren naar uw wensen en bespreken hoe u het zou willen. Samen met u zorgen we voor een passend afscheid.
Omarmd door bloemen
Er is zoveel mogelijk om een uitvaart persoonlijker te maken. Een mooi voorbeeld is een bloemenband om de uitvaartkist of -mand heen. Laatst verzorgden we de uitvaart van een mevrouw die altijd in haar tuintje te vinden was. Voor het afscheid heeft de familie in haar tuin bloemen geplukt. Die hebben ze tijdens de uitvaart in de bloemenband gestoken.
Zo werd de mevrouw liefdevol omarmd door haar levenswerk. Een prachtig eerbetoon. Na de uitvaart heeft de familie de bloemen uitgedeeld aan de gasten. Dat was een heel bijzonder moment.
We staan voor u klaar
Wensen bespreken voor later
We zien ook steeds vaker dat mensen hun uitvaartwensen nu alvast willen bespreken. Ze vullen dan alvast het DELA-wensenboek in of vragen een voorbespreking bij ons aan.
Voorbesprekingen zijn hele mooie, waardevolle gesprekken waarin u uw uitvaartwensen kunt doornemen met een medewerker van DELA. Het geeft rust als alles alvast goed en naar wens geregeld is. Voor uzelf, maar vooral voor uw nabestaanden. Het neemt zorgen uit handen en maakt het afscheid nog persoonlijker.
Afscheid met de kleinkinderen op schoot
Kortgeleden hielp een van onze uitvaartverzorgers een ernstig zieke mevrouw bij het regelen van haar laatste momenten. Samen met haar kinderen bespraken ze al haar wensen. Wat haar echt blij maakte, was het idee om haar kleinkinderen nog één keer op schoot te hebben. Met koffie, vlaai en een fijn gevoel van samen zijn.
Die middag ging precies zoals zij wilde: mooi aangekleed en omringd door haar dierbaren. De familie vertelde later hoe bijzonder die momenten waren. Het was een liefdevol familiemoment, precies zoals zij het voor ogen had.
Helpen bij de verzorging
In Maastricht hebben we veel vakkennis in huis bij uitvaartcentrum Maasvallei DELA en crematorium/uitvaartcentrum La Grande Suisse. Ook hier betrekken we de nabestaanden bij elke stap. Een mooi voorbeeld hiervan is de laatste verzorging. Steeds vaker willen nabestaanden meekijken of meehelpen met de verzorging. Natuurlijk mag dat, het kan zelfs helpen bij de rouwverwerking. We zijn pas tevreden als het helemaal goed voelt voor de familie. Omdat wij geloven dat elk leven oneindig aandacht verdient.
Heeft u nog vragen over de uitvaartmogelijkheden in uw eigen buurt? Of wilt u ook een voorbespreking of wensenboek aanvragen? Neem gerust contact met ons op. We zijn er voor iedereen, ook als er geen uitvaartverzekering is.
uitvaartregelen@dela.org | 043 711 27 52
Susanne
‘Rijke stinkerds’ werden begraven in de kerk
Vrijwel iedereen zal de uitdrukkingen ‘rijke stinkerd’ en ‘stinkend rijk zijn’ kennen. De precieze herkomst van deze uitdrukkingen is niet geheel duidelijk. De meest bekende, en daarmee ook meest vertelde, verklaring is echter dat vroeger alleen rijke mensen het zich konden veroorloven om in de kerk begraven te worden. Het meest gewild was een plekje vlak bij het koor of het hoogaltaar. Een dergelijk gewild plekje was uitsluitend weggelegd voor de allerrijksten. De graven van deze gefortuneerden, die zich direct onder de kerkvloer bevonden, waren volgens die theorie vaak niet helemaal goed afgesloten, waardoor altijd een lijklucht in de kerk hing.
En zo zouden de uitdrukkingen ‘rijke stinkerd’ en ‘stinkend rijk zijn’ ontstaan zijn. Deze verklaring wordt ook vaak door gidsen in kerken verteld. Hoewel men vroeger weliswaar meer gewend was aan stank dan wij nu, wilde ook in die tijd echt niemand in de stank van rottende lijken zitten. Tevens wordt het weinig waarschijnlijk geacht dat de rottingslucht van de lijken echt in de kerk te ruiken was. De overledenen werden namelijk onder een laag aarde begraven, waarna een grafsteen werd geplaatst die goed afgesloten werd. Ondanks dat het juist is dat uitsluitend het rijkere deel van de bevolking een graf in de kerk kon betalen, kan deze verklaring dus echt naar het rijk der fabelen verwezen worden.
DOOR: STEFAN VRANCKEN
Een algemene begraafplaats voor Maastricht
Nadat de Franse Republiek in 1794 Maastricht had veroverd, zou de gewilde vestingstad aan de Maas op 31 augustus 1795 de hoofdstad worden van het door Frankrijk per die datum in het leven geroepen ‘département de la Meuse-Inférieure’ (departement van de Nedermaas). Een maand later, 1 oktober, werd dit departement, samen met acht andere nieuwe departementen in de Zuidelijke Nederlanden, met één pennenstreek officieel Frans grondgebied. Door deze annexatie werd Maastricht formeel een Franse stad, en werden alle Maastrichtenaren onderdanen van de Franse Republiek. Vanaf dat moment, 1 oktober 1795, zou een hele reeks Franse wetten worden ingevoerd in onder meer het departement van de Nedermaas. Een veelgehoord fabeltje is dat we in onze contreien deze nieuwe Franse wetgeving, waaronder de invoering van de burgerlijke stand, te danken hebben aan Napoleon Bonaparte. Napoleon kwam echter pas na een staatsgreep in 1799 aan de macht, waarna hij eerste consul van de Franse Republiek werd. Eén van de vele nieuwe wetten in het departement van de Nedermaas was het verbod op het begraven van overledenen in kerken. Tijdens die Franse Tijd (1794-1814) werd in 1805 besloten tot de aanleg van een algemene begraafplaats voor Maastricht, gelegen buiten de
IN VROEGER TIJDEN LAG DE DOOD ALTIJD OP DE LOER. OP DIT ZEVENTIENDE-EEUWSE SCHILDERIJ VAN FRANS FRANCKEN DE JONGERE KRIJGT EEN ‘RIJKE STINKERD’ BEZOEK VAN ‘DE DOOD’ DIE VIOOL SPEELT. EEN VOORBODE
VAN EEN SPOEDIG OVERLIJDEN.
BEELD: GALERIE LOWET DE WOTRENGE, ANTWERPEN.
stadsmuren. Nadat in 1809 langs de nieuwe steenweg naar Tongeren door de gemeente Maastricht een groot terrein, gelegen in de gemeente Vroenhoven, was aangekocht, rondde stadsarchitect Jean François Soiron eind 1811 het plan van aanleg af. Vervolgens kon op 27 januari 1812 de nieuwe begraafplaats worden ingewijd. De algemene begraafplaats van Maastricht behoort tot één van de oudste, nog steeds bestaande, begraafplaatsen van Nederland.
Begraafregisters
De begrafenissen in Maastricht werden door de pastoors en predikanten keurig geregistreerd in hun begraafregisters. De pastoors noteerden alle begrafenissen in het Latijn, de taal van de RoomsKatholieke Kerk. Ruwweg gezegd, zijn vanaf de eerste helft van de zeventiende eeuw Maastrichtse begraafregisters bewaard gebleven. Over het algemeen werd ook genoteerd of een overledene een graf in de kerk (in het Latijn:
“in ecclesia” of “in templo”) had gekregen, of dat het kerkhof (in het Latijn: “in c(o)emeterio”) de laatste rustplaats was geworden. Uit die begraafregisters blijkt ook dat veel Maastrichtenaren een graf in één van de vele kloosterkerken in Maastricht wisten te bemachtigen. In het verleden lag binnen de stadsmuren een grote hoeveelheid begraafplaatsen, niet alleen bij de kerken, maar ook bij de kloosters. Waar zich nu de terrassen van de horeca op het Onze Lieve Vrouweplein bevinden, lagen bijvoorbeeld vroeger de kerkhoven van de Onze Lieve Vrouwekerk, en de naastgelegen Sint Nicolaaskerk. Deze laatstgenoemde kerk werd helaas in 1838 afgebroken. Tegenwoordig vinden we op die locatie van de voormalige Sint Nicolaaskerk het Derlon Hotel. Uiteraard kennen we ook allemaal de verhalen over de grootschalige opgravingen tijdens de bouw van de Vrijthofgarage in 19691970. Honderden graven uit de zogenaamde Merovingische periode kwamen toen tevoorschijn. In die Merovingische periode (circa 450-circa 750 n. Chr.) was Maastricht een belangrijk economisch centrum in het midden-Maasgebied tussen de huidige Belgisch-Franse grens en Maaseik. In de zesde eeuw beleefde Maastricht haar gouden eeuw. De stad vervulde een belangrijke positie in het Merovingische rijk, en was daardoor zeer welvarend.
IJverige pastoors
Sommige Maastrichtse pastoors waren zeer ijverig, en noteerden zelfs de straat waar een overledene woonachtig was geweest. Zeker in de periode vóór 1795 is dit soort informatie meer dan welkom. Zo noteerde de pastoor van de Sint Catharinakerk, destijds gelegen op de Houtmarkt tussen de Markt en de Boschstraat, in zijn begraafregister dat notaris Reinier Schaepen woonachtig was geweest op de Grote Gracht, en een graf kreeg “in templo” (in de kerk). De uitvaart van notaris
Schaepen vond plaats op 24 mei 1717. Ook kende Maastricht in het verleden pastoors die wat meer achtergrondinformatie over een overledene vermeldden in hun begraafregisters, zoals een bijnaam of beroep, of zelfs een oorzaak van overlijden.
had geleden aan “hydropica” (waterzucht). Op 11 augustus 1686 overleed Wilhelmus van Reije. Zijn begrafenis op het kerkhof vond twee dagen later plaats. De pastoor noemde Wilhelmus “den hoofsmet aen ’t hoechuijs van de Kattestraet”.
EEN POTLOODTEKENING VAN DE KERKHOVEN OP HET ONZE LIEVE VROUWEPLEIN, MET DE ONZE LIEVE VROUWEKERK EN DE NAASTGELEGEN SINT NICOLAASKERK. DE TEKENING WERD OMSTREEKS 1835 GEMAAKT DOOR ALEXANDER SCHAEPKENS. BEELD: BEELDBANK HISTORISCH CENTRUM LIMBURG.
Tot deze groep van pastoors behoort Jacobus Dujardin, in de periode 1680-1715 pastoor van de Sint Martinuskerk in Wyck. Het begraafregister van pastoor Dujardin is in Maastricht uniek te noemen. Geen enkele Maastrichtse pastoor heeft een dusdanig gedetailleerd begraafregister nagelaten als deze pastoor. We komen bijnamen tegen (veelal in het Nederlands geschreven), straatnamen, beroepen en overlijdensoorzaken. Zo is te lezen bij de inschrijving van de begrafenis van Margaretha Schoenmaeckers (24 november 1680) dat zij voorafgaande aan haar overlijden, tien maanden
Deze Wilhelmus was dus hoefsmid in het hoekhuis van de Kattenstraat. In diezelfde maand, op 31 augustus, overleed Meijken Knoevels. Ook zij werd begraven op het kerkhof. De pastoor noteerde bij haar inschrijving: “de oude meijt in den pauw”. Zij was dus als dienstmeid woonachtig in het huis dat “den Pauw” heette. In de zomer van 1687 heerste dysenterie in de stad. Op 22 augustus bezweek de pas negenjarige Joannes Marcus aan de gevolgen van deze extreem besmettelijke bacteriële infectie van de darmen, zo noteerde pastoor Dujardin. De moeder van de pastoor, Sophia de la
Fontaine, woonde waarschijnlijk bij haar zoon in Wyck. Zij overleed op 12 november 1694. Drie dagen later werd zij in de Sint Martinuskerk begraven. Zij kreeg een graf in de buurt van de doopkapel. Op 12 oktober 1701 speelde zich een drama af. Cecilia Dameron overleed op die dag “in puerperio” (tijdens de bevalling). Haar kind overleed “in utero” (in de baarmoeder). Maria van den Putte zal op zeer pijnlijke wijze aan haar einde zijn gekomen. Zij overleed op 15 december 1702 aan de gevolgen van “cancro ad uber” (borstkanker). Op 28 januari 1715 noteerde pastoor Dujardin zijn laatste begrafenis in het begraafregister van de Sint Martinuskerk. Enige tijd later werd hij blijkbaar ziek, want het handschrift in het begraafregister veranderde plotseling. Op 20 maart overleed de pastoor. Op 22 maart vond zijn uitvaart plaats. Hij kreeg een graf in zijn eigen kerk, tegenover het altaar van Sint Anna.
Testamenten
Waar de Maastrichtse begraafregisters ons anno 2024 inzicht weten te geven in onder meer de locaties waar Maastrichtenaren werden begraven, zo zijn testamenten een bijzonder waardevolle bron om ons kennis te laten maken met onder andere de uitvaartcultuur uit lang vervlogen tijden. Maar ook als hiaten bestaan in begraafregisters, kunnen testamenten antwoord geven op de vraag waar een Maastrichtenaar werd begraven, of wanneer deze ongeveer is overleden. Zo bezocht notaris Demelline op 13 december 1664 de bakker Ghijs van Hern in zijn huis op de hoek van de Boschstraat en de Hochterstraat. Dit gebied viel onder de hiervoor genoemde Sint Catharinakerk. Tussen 1652 en 1668 ontbreekt een begraafregister van deze kerk. Ghijs, gehuwd met Christijn van der Haegen, lag ziek op bed en wilde zijn testament laten opmaken door de notaris.
DE MAASTRICHTSE NOTARISSEN IN DE ZEVENTIENDE EN ACHTTIENDE EEUW VERVULDEN EEN ZEER BELANGRIJKE ROL BIJ HET
VASTLEGGEN VAN DE LAATSTE WENSEN VAN MAASTRICHTENAREN DIE HUN EINDE ZAGEN NADEREN. OMSTREEKS 1629
SCHILDERDE JAN WOUTERSZ. STAP DIT SCHILDERIJ, GENAAMD ‘HET KANTOOR VAN DE NOTARIS’. BEELD: HET RIJKSMUSEUM.
Ghijs liet in zijn testament onder meer opnemen dat hij begraven wenste te worden op het kerkhof van de Sint Catharinakerk. Waarschijnlijk is hij niet lang na het opmaken van zijn testament overleden. Op 12 december 1732 legde notaris Reinier Veugen een thuisbezoek af bij de gezusters Maria en Petronella Aelders, woonachtig in Wyck. Zij lieten die dag een gezamenlijk testament opmaken, iets dat tegenwoordig niet meer mogelijk is. Het testament van de gezusters is bijzonder uitgebreid. Zij waren zeer vermogend, en lieten aan diverse Maastrichtse kloosters grote hoeveelheden geldbedragen, huizen en landerijen na. Alles in ruil voor het opdragen van vele zielemissen na het overlijden van de gezusters. Op die wijze probeerden de dames hun plekje in het hemelse paradijs veilig te stellen. Ook zette notaris Veugen zwart op wit dat zij een graf wensten in de Sint Martinuskerk.
Een drie dagen durende uitvaart Nicolaus Minckelers, “priester en cappelaen der Collegiale Kercke van St Servaes”, had zich voorgenomen dat niemand hem snel zou vergeten als hij voor eeuwig zijn ogen zou sluiten. Op 25 januari 1727 ontving notaris Godefridus Schaepen, een neef (oomzegger) van de hiervoor genoemde notaris Reinier Schaepen, Nicolaus Minckelers op zijn kantoor. Nicolaus wenste een graf in de kooromgang van de Sint Servaaskerk, verre van een goedkope plek in de kerk. Drie dagen lang zouden “Lijckdiensten” moeten worden gehouden. Gedurende die drie dagen zouden elke dag brooduitdelingen aan de armen van Maastricht moeten plaatsvinden. Voor het bakken van dit brood zouden maar liefst vijfenveertig vaten rogge beschikbaar gesteld worden. En dat was niet alles. Onmiddellijk na zijn overlijden zouden in de Sint Servaaskerk tweehonderd
“Zielmissen tot Laeffenisse van sijne Ziele” gelezen moeten worden. In zijn testament bad hij ook om vergiffenis van al diegenen “die hij oijt misdaen off eenig scandael mogte gegeven hebben”. Notaris Schaepen zette alles zwart op wit.Maakte Nicolaus zich zorgen of Petrus de hemelpoort zou openen voor hem?
Een betaald publiek in de kerk
De vermogende Maastrichtse koopman Henricus Emonts vond het blijkbaar belangrijk dat de Sint Catharinakerk goed gevuld zou zijn tijdens zijn uitvaart. Hij verzocht de kinderen van het Rooms-Katholieke weeshuis zijn uitvaart bij te wonen, samen met de geestelijke directeur van het weeshuis. In ruil hiervoor zouden zij geldelijk beloond worden. Notaris Ludovicus Burtin legde het op 1 december 1747 vast in één van de vele testamenten, en aanvullingen daarop, die Henricus zou maken tijdens zijn leven. Zijn
ouders lagen begraven in de Sint Catharinakerk, want hij wilde bijgezet worden in dat graf. Het testament van 1 december 1747 bevat ook zeer veel opdrachten tot het houden van een eindeloos aantal missen. Vijfhonderd armen in Maastricht zouden bovendien een bedrag van vijf stuivers per persoon ontvangen. Alles uiteraard om er zeker van te zijn dat die felbegeerde plek in de hemel bemachtigd kon worden. De tijden zijn inmiddels ingrijpend veranderd. Het aantal Maastrichtenaren dat zich zorgen maakt over een toegangskaartje voor de hemelpoort van Petrus zal anno 2024 zeer gering zijn.
Het Afscheid
In de rubriek Het
Afscheid verschijnt elke maand een necrologie van iemand die recent is overleden.
In ons laatste uur
Wij kunnen niets meer vragen
Afhankelijk als wij dan zijn
Men hoort ons niet meer klagen
Wij zijn dan een vat vol pijn.
Wij mogen niets meer vragen
Geen water, geen medicijn
Zij lengen onze dagen
Dat ligt niet in de lijn
Waarom ’t lijden rekken
Zo zegt de dokter heel clement
Het is beter voor hem om te vertrekken
Hij is toch al jaren dement.
HIn Memoriam Bert Notermans
25 november 1934 Maastricht 24 september 2024
et gedicht hiernaast is van de hand van Bert Notermans, ook wel Bèr en Bèrke genoemd, uit de bundel ‘Met de stille trom, zonder klaroengeschal’ en ondertitel: ‘Made in Maastricht’. Dement was hij niet toen hij stierf, maar verder heeft zijn laatste uur eruit gezien zoals hij het hier omschreef in de jaren ’80. Want pijn had hij, en klagen deed hij niet. Gelovig als Bert was, vond hij dat hij moest lijden voor de medemens.
Op 21 september was hij zoals iedere zaterdag gaan biechten in de Onze Lieve Vrouwebasiliek. En net als elke dag op sandalen, met witte sokken erin. Op de terugweg naar De Beyart, waar Bert sinds drie jaar woonde en hij als verzorgingshuis had uitgekozen vanwege de kapel die daarin huist, was hij gestruikeld. Pal voor het Theater aan het Vrijthof, en op een steenworp afstand van zijn geboorteplek. Een gebroken heup was het gevolg. Op de dinsdag erna overleed hij aan complicaties.
Bert’s leven begon eveneens gecompliceerd omdat hij een hazenlip had. In het ziekenhuis nodigde hij decennia later artsen in opleiding uit om vooral eens een kijkje in zijn mond te nemen, want zo zei hij: “Dat zuut geer noets mie!”; zijn gehemelte was gespleten. Het leek hem niet zo te deren. Hij had wel meer tegenslag te verduren gehad. Zijn leven lang speelde zijn gezondheid hem parten en werd hij geplaagd door pijnen. En als jongetje van zeven verloor hij zijn moeder.
Het gezin met tien kinderen -Bert was de op een na jongste- woonde in de Vijfharingenstraat. De oudste dochter nam moeders taken over. Toen zij op een keer wat al te grondig zijn bezittingen opruimde, legde zijn zus de basis voor Bert’s latere verzamelwoede.
Mantelzorger Annemie Holtrichter-Heuts en pastoor Everard De Jong zijn een van de weinigen die zijn latere woning in Heer ooit betraden, en bij binnenkomst wisten ze waarom: het gehele appartement puilde uit van de spullen.
Boeken, apparaten, kleding, machines, beeldjes, tassen enz. Bert vond veel van waarde, en kon weinig afschrijven. Wat hij in de openbare ruimte tegenkwam en naar zijn mening te goed was om weg te gooien, nam hij mee naar huis. Ook voedsel en kleding, waardoor hij, klein van gestalte als hij was, steevast in nogal ruime pantalons en overhemden liep. Zelden kocht hij iets nieuws in de winkel. Bert was in zekere zin zijn tijd vooruit; ‘duurzaam avant la lettre’ als het ware.
Omdat hij altijd vrijgezel zou blijven, zorgde hij voor zichzelf. Maar ook voor zijn directe omgeving. Bert ruimde zwerfafval op van straat, hield het gazon bij, plantte vruchtenstruikjes rondom de appartementen aan de Adelbert van Scharnlaan. Hij voelde zich extra verantwoordelijk omdat hij jarenlang voorzitter van de Vereniging van Eigenaren was. Zijn achtergrond als boekhouder kwam hem daarbij van pas. Daarnaast was hij kind aan huis in diverse kerken in Scharn, Heer en in het centrum. Meer dan vijftig jaar was hij acoliet, en dat deed hij zeer plichtsgetrouw.
Daarnaast was Bert tevens Bèr(ke) en Sjeng Besing, en in die hoedanigheden bovenal Mestreechteneer. Onder deze namen publiceerde hij meerdere dichtbundels, toneelstukken en carnavalsliedjes. Het drukken en binden ervan deed Bert in eigen beheer. De illustraties maakte hij bovendien ook zelf. Ook in schilderingen liet hij zijn creativiteit gelden. Wat dat betreft kwam hij in De Beyart aan zijn trekken: mantelzorger Annemie heeft dozen vol kleurrijke werken meegekregen.
Bert keek ernaar uit om negentig jaar te worden. Zijn val heeft daar twee maanden voordat het zover was een stokje voor gestoken. Dat hij net gebiecht had, maakt dat er volgens de pastoor niets meer aan hem kleefde; dat hij weer als een engel was. Een cirkel die rond werd. In het hiernamaals komen we elkaar allemaal weer tegen, dat is wat Bert geloofde. Daarom tot slot een strofe uit zijn gedicht ‘Tot Estrein’:
‘Met goon veer weer vaanein
Daan zègke veer dat zou fijn
Daan zègke Mestreechtenere oonderein
Tot estrein, tot estrein’
Belfort - Sint Pieter
043 - 750 35 74
www.belfeur.nl
ADOPTEER
EEN RAAM IN OPUS 9
De Sint Theresiakerk is sinds januari 2023 de thuisbasis van Philzuid, het symfonieorkest van Zuid-Nederland. Deze herbestemming van de kerk versterkt de band met de stad. Op die manier kan Philzuid nog meer van betekenis zijn voor het sociale en culturele leven in de stad en de provincie.
Help je mee?
In november worden er prachtige glas-in-loodramen gerestaureerd en verduurzaamd. Uw gift maakt het mogelijk de ramen blijvend te laten schitteren in dit monument van de stad. Wordt uw naam binnenkort vereeuwigd?
Belfleur GROOT IN GRAFWERK
philzuid.nl/adopteer
Leven in beeld, afscheid me t kleur
Voor het melden van een overlijden zijn wij 24/7 bereikbaar op telefoonnummer 085 088 6300
Heeft u al stilgestaan bij uw laatste wensen?
Stel u een uitvaart voor als een levensverhaal dat verteld wordt door persoonlij kheid en kleur. Bij
Uitvaartstudio geloven we in het unieke en kleurrij ke karakter van elk geleefd leven en een uitvaart die dat weerspiegelt. Wij bieden meer dan alleen een mooie uitvaart; we streven ernaar een betekenisvolle ontmoetingsplek te creëren. Een plek waar warmte en verbondenheid samenkomen, waar herinneringen worden gedeeld en nieuwe verhalen worden opgetekend.
Wij gaan met u in gesprek, vooraf, tij dens en na de uitvaart. Het liefst lopen we een heel stuk mee op de route van het leven, waardoor zichtbaar en op uw manier de nalatenschap wordt doorgegeven.
Onze uitvaartregisseurs heten u graag welkom in onze afscheidshuizen. Heeft u vragen over het regelen van een uitvaart, de kosten of wilt u ons afscheidshuis een keer komen bekij ken, kom dan geheel vrij blij vend een kop koffi e drinken.
MAASTRICHT BOVENS
Gerard Walravenstraat 65 6227 TA Maastricht
HEER GEDENKPARK
Gerard Walravenstraat 65 6227 TA Maastricht
MAAK KENNIS MET UITVAARTSTUDIO EN BEZOEK ONS INLOOPSPREEKUUR
Floor van Spaendonck, directeur Bureau Europa “Het is tijd voor duidelijke, culturele keuzes”
Maastricht besloot na 18 jaar geen subsidie meer te geven aan Bureau Europa. De klap kwam hard aan bij directeur Floor van Spaendonck. Het is geen reden om bij de pakken neer te zitten.
Vanuit het Eiffelgebouw wijst Floor van Spaendonck, directeur van Bureau Europa, naar het grote parkeerterrein. “Mijn voorganger heeft dit gebied gekraakt en gemaakt tot het zogenaamde Sphinxpark. Met de buren is toen gekeken naar wat kunnen we doen. Dat heeft de blauwdruk gevormd voor het Frontenpark.”
Zink
Bijna vijf jaar is Van Spaendonck nu directeur. “Wat Bureau Europa doet is mensen inzicht geven in de ruimte waarin ze leven. We noemen dat ook architectuur maar we hebben een bredere agenda met ook de ruimte om je heen. Op alle manieren tonen we mensen niet alleen wat mooi is maar dat alles hand in hand gaat. Daarvoor focussen we veel op Zuid-Limburg. In de expositie Zink kwam dit allemaal samen. Het is een materiaal wat erg verbonden is met Limburg. Niet alleen door Moresnet, een heel vreemd onafhankelijk staatje net onder het drielandenpunt. In de Maas zit ook veel zink en we hebben het zinkviooltje dat nergens anders bloeit.”
Culturele belemmeringen
De ontwikkeling van de oever is logisch maar het verdwijnen van die energie is erg. Zelf denk Ik dat er altijd rafelranden nodig zijn, je moet ze wel opzoeken en zelf ook activeren. Dat is niet uitsluitend de verantwoordelijkheid van de politiek en het gemeentebestuur. Niet alleen kijken naar het stadhuis op de Markt. Je moet het zelf doen. De rebel moet ook blijven opstaan. Ik kom genoeg jonge mensen tegen die heus wel initiatief nemen, maar het wordt wel moeilijker als het wordt dicht gepland.”
“Architectuur is de moeder der kunsten”
“Waar ik me druk over maak samen met mijn buurmannen Muziekgieterij en Lumière is, hoe behoud je het cultuurcluster in een gebied dat zich aan het ontwikkelen is? In bouwprocessen worden vaker dat soort eisen voor sociale en culturele bestemmingen in de plint gesteld. Dat is samen met duurzaamheid het eerste wat sneuvelt. Voor de ontwikkeling van het Sphinxkwartier moet het Landbouwbelang plaatsmaken voor woningbouw. Daarmee verdwijnt de energie in het gebied, dat nu een rafelrand is.
Vooruitzichten
Desalniettemin ligt Maastricht er goed bij volgens van Spaendonck. “Ik vind dat de stad er netjes bijligt maar onderhuids speelt er natuurlijk erg veel. In ontwikkelingen wil je lange termijn vooruitzichten hebben en de vooruitzichten vind ik soms van een te korte termijn. Ik vind ook dat de stad de regie op de lange termijn wat steviger mag opvoeren. In dat opzicht kan Maastricht een voorbeeld nemen aan Heerlen. Daar is cultuur het bindmiddel, de manier naar vooruitgang. Cultuur is het antwoord op heel veel vragen.”
Cultuurstad
De stad moet zich volgens haar een aantal cruciale vragen stellen. “Waar willen we zijn over 15 jaar? Willen we dat alle kinderen cultuur hebben meegekregen? Kunnen ze naar de bibliotheek? Hebben ze een muziekinstrument ooit kunnen vasthouden? Zijn de harmonieën goed voorzien?
Dat hele spectrum. Hoe meten we dat? Weten we dat? Zijn we inderdaad cultuurstad nummer twee?”
Het belang van cultuur staat voor haar buiten kijf. “Cultuur is misschien wel het zout in het deeg. Cultuur maakt dat een leven leuk is. Dat het niet een kers op de taart is maar een must have. Juist deze stad die zoveel aandacht besteed aan aantrekkelijke wijken om polarisatie tegen te gaan, kan cultuur goed gebruiken.”
Missie
Sinds 2019 staat ze aan het roer bij Bureau Europa. “Toen ik aankwam stond ik op de schouders van sterke inhoudelijke directeuren als Saskia van Stein en Guus Beumer. Ze hebben een duidelijk palet neergezet van architectuur met een omgevingscomponent en geschiedenis.” Toch was haar missie helder met een duidelijke oproep van provincie en gemeente, “we hebben geen zin in jou als het voor een kleine groep blijft.”
Van Spaendonck zette de deuren open en richtte de blik naar buiten. Als voorbeeld wijst ze op de keramiekbeurs. “Met een aantal verzamelaars en vrijwilligers opgezet. De hele scene komt, toont en verkoopt. Ze vinden het ontzettend leuk om in de toonzaal van de Sphinx te zijn. Met die kruisbestuiving kom je ook verder. Ik ben iemand die alle lagen en iedereen wil aanspreken. We hebben wandelingen gemaakt per tentoonstelling met steeds een andere route door de stad. Daar waar we dagelijks langslopen maar niet iedereen alles van weet. De kennis die we ontwikkelen bij tentoonstellingen gebruiken we voor die wandelingen en ze worden met Maastrichtenaren gemaakt.” Inmiddels kan door een achttal wandelingen de stad worden verkend met titels als De vrouwen van Maastricht en Eau Eau Maastricht.
Heel Maastricht Bakt
Het nieuwste programma om bruggen te bouwen en kloven te dichten heet Heel Maastricht Bakt, geïnspireerd door Londen en New York en samengesteld met Maastrichtse ingrediënten en maatvoering. “Maastrichtenaren zijn heel erg van culinair en de geneugten des levens. Bewoners of buurten gaan de slag met het bakken van hun eigen huis, droomhuis of bekend. In de bakpakketten zijn naast informatie over rijs- en baktijd beknopte bouwkundige basisbeginselen en verduurzamingstips te vinden. Alleen al door de vooraankondiging zeiden heel veel mensen ik doe mee, ook uit de wijken en sociaal maatschappelijke organisaties. Kinderen mogen uiteraard meedoen en in de stad komen een aantal bakpunten. Het resultaat is in het voorjaar te bewonderen als maquette van een zoet Maastricht.”
Debat
Bureau Europa trekt per jaar zo’n 20.000 bezoekers per jaar met de tentoonstellingen en activiteiten. “We hebben geen vaste collectie, wel vaste bezoekers met een architectuur- en cultuurachtergrond. Per tentoonstelling weten specifieke geïnteresseerden ons te vinden, net als veel mensen uit Maastricht en uit de regio. Ook agendeert Bureau Europa het gesprek en debat over ruimtelijke planning. “Wat doen we nog aan architectuur? Als lokale architectuurinstellingen participeren we in landelijk netwerken en hebben het daarover. Zo draait Bureau Europa mee in het landelijke project Mooi Nederland. Het gaat niet meteen om geld, het gaat ook over een bewustzijn.”
Van Spaendonck heeft woonwethouder Johan Pas uitgedaagd om over architectuur en cultuur te praten. “Niet een klaaggesprek maar met de benen op tafel, met de vraag wat architectuur is voor Maastricht. Een persoon per instelling, verschillende architecten van heel kleine tot grotere bureaus, met TOPOS, de architectuuracademie en jonge architecten van het Limburgs Architecten Collectief. Mensen die zorgdragen voor de keten. We hebben het over duurzaamheid, het type opdrachten en of we we een goed vestigingsklimaat zijn voor bureaus. Wil je hier zijn voor je professionele carrière?”
Welk advies geeft ze aan jonge architecten?
“Ik zou hier zijn en blijven. Voor mij is Maastricht de hub naar Duitsland en België, met een veel internationalere blik. Ik vind het een spannend gebied en er gebeurt genoeg, met Hasselt en Aken naast Maastricht zodat er veel kennis is.”
Budget
Bureau Europa ontving tot voor kort € 264.000 subsidie van het rijk via het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, € 112.000 van de provincie en € 76.000 van de gemeente. Samen met publieksinkomsten en private middelen is het jaarbudget ruim een half miljoen. Ondanks de drie positieve beoordelingen over de plannen voor de komende jaren, kunnen zowel het landelijke fonds als de gemeente door beperkt budget de aanvraag financieel niet honoreren en is slechts de subsidie van de provincie gegarandeerd.
“Het doel van het landelijk beleid was cultuur in de regio cultuur borgen. Toch honoreert dit fonds 72% van de gelden aan Rotterdam en Amsterdam. Dit treft niet alleen Bureau Europa maar ook Fashionclash. Ook de keuze om slechts 12% aan architectuur toe te wijzen is geen evenredige verdeling.”
Draagvlak
Als optimist ziet ze ook kansen voor een andere werkwijze binnen de doelstellingen. “In Rotterdam runde ik Studio Stad waar we opdrachten deden voor gemeente of werkten in opdracht van architecten. Kennissessies, gesprekken om een draagvlak te krijgen ter bemiddeling van ruimtelijke vraagstukken. Hoezeer is de bouwwereld ons toegenegen? Vinden architecten ons een huis?
In dat model heb ik wel fiducie doordat je mensen kan verbinden. Ook met het gebouw kunnen we nog wel wat meer. De hoekkamer die we met hulp van de gemeente hebben omgebouwd tot etalage voor makers is redelijk succesvol. In samenwerking met de academie wordt afstudeerwerk getoond. Daar kun je ook nog iets meer een podium aan bieden.”
Van Spaendonck: “Het is publiek geld dus moet het publiek ook denken dat is ook voor mij.” Van Spaendonck combineert haar parttimefunctie met een adviesfunctie in Den Haag. “Het is schipperen met tijd. Je moet keuzes maken. Ik ben zo’n 2,5 dag in Maastricht aanwezig. De makke van klein zijn is dat je minder kunt qua pr en je kunt minder overal bij zijn.”
Keuzes
Inmiddels verzoeken de Senioren (Stads)Partij Maastricht, de partij van de wethouder cultuur, GroenLinks en Volt het college te onderzoeken of er alsnog financiële ruimte kan worden gevonden zodat Bureau Europa blijft in en voor Maastricht. Van Spaendonck voelt zich gesteund door de motie en breekt tegelijkertijd een lans voor de hele cultuur. Nog niet zozeer voor zichzelf maar ze vindt het tijd voor duidelijke culturele keuzes. Die niet alleen tijdens de volgende gemeenteraadsverkiezingen beslecht moeten worden.
“Hoe zorg je ervoor dat lokaal de fijnmazigheid in heel Nederland in takt blijft. Als cultuurstad nummer twee moet je de mensen van de stad vooropstellen. Hierbij wil je ook weten of de hele keten van cultuur van amateurkunst, tot professionele werkomgeving en tot archief, in voldoende mate aanwezig is. Dat gesprek zou ik graag voeren.” Ook ziet ze kansen in ondersteuning vanuit andere beleidsterreinen. “Bureau Europa is feitelijk onmisbaar omdat wij leven in tijden van grote woningbouwopgaven en ruimtelijke vraagstukken waar betrokkenheid van bewoners meer dan ooit nodig is.”
“De landelijke lange termijnvisie Nota Ruimte is onlangs bekrachtigd door het huidige kabinet. Hierin wordt benadrukt dat op stedelijk niveau architectuurcentra zoals Bureau Europa een grote rol spelen bij de uitvoering. Niet voor niets is architectuur de moeder der kunsten!”
Wegens succes geprolongeerd. Zo mag de reprise van het Zjubileiconzèr Mestreechter Operètte Vereiniging (MOV) op zondag 24 november wel worden aangekondigd. Afgelopen voorjaar vierde het gezelschap met de voorstelling Dat is de Mestreechter Geis in Theater aan het Vrijthof haar 75-jarig bestaan. De reis door de rijke geschiedenis van de Mestreechter Kemikken Opera, zo werd al snel geconcludeerd, moest nog minimaal een keer worden overgedaan.
DOOR: LAURENS BOUVRIE BEELD: LAURENS BOUVRIE
Dus liefhebbers van de traditionele Mestreechter muzikale en theatrale ammesatie mogen zondag 24 november half drie in de agenda noteren. Dan is het bal in Kapel Opveld aan de Veldstraat in Heer.
‘t Lommelefebrik
Is voor de jonge generaties Maasvogels niet meer dan een verzamelnaam van gevleugelde dieren die graag boven of op het water van die rivier vertoeven, de ouderen onder ons weten wel beter. De Maasvogels was de naam van de succesvolle en vooral zeer actieve personeelsvereniging van de Koninklijke Nederlandse Papierfabriek, tegenwoordig Sappi. In 1949 groeide een nieuwe loot aan de verenigingsboom van de toen nog voor veel mensen als ’t Lommelefebrik bekend staande bedrijf aan de Biesenweg. Werkzaam op de afdeling Personeelszaken en in zijn vrije tijd dirigent van diverse koren in Maastricht, kreeg Marcel Perry het verzoek om een koor op te richten. Vanwege een jubileumfeest dat zou gaan plaatsvinden in het Derde Orde Gebouw (nu Patersbaan) moest er door de KNP’ers ook gezongen worden.
Alleen mannen
Driekwart eeuw later vertelt de zoon van de oprichter van de Maasvogels, Ben Perry, met veel engagement over de jaren die achteraf gezien ook het begin betekende van de Maastrichtse Operette Vereniging (MOV). “Het koor zoals we dat nu kennen heette toen nog Maasvogels en was alleen een mannenaangelegenheid. Daar kun je je nu gelukkig niks meer bij voorstellen.”
Ine van Hulten, de huidige voorzitter van MOV: “Het duurde nog tot 1958 dat het zangkoor van Maasvogels een gemengd zanggezelschap werd.” Tot 1966 blijft het zangkoor alleen actief als koor voor feesten en partijen die rechtstreeks te maken hebben met de pepierfebrik. In die jaren worden wel stilaan de contouren duidelijk van het MOV. “Nog niet in naam, wel in de vorm van activiteiten” vertelt Van Hulten.
Trijn de Begijn
Ben Perry herinnert zich die tijd nog zeer goed. “Vanaf het begin stonden bekende liedjes van vooral de gebroeders Olterdissen prominent in het repertoireregister. Het is evenwel in 1966 dat het fabriekskoor voor het eerst een eigen kemikken opera op de bühne gaat brengen. Waarmee beter te beginnen als Trijn de Begijn. En waar doe je als vertegenwoordigers van de KNP al die voorstellingen plaats laten vinden? Precies: de Sphinxzaal!
28 kemikke opera’s
Voor de kenners van het rijke Maastrichtse kemikken repertoire is wat volgt aan voorstellingen een geschiedenis van tal van
kolderieke muzikale blijspelen. Ine van Hulten zou ze in een quiz zonder problemen achter elkaar kunnen opnoemen. De gewezen gymnastieklerares is niet alleen de spin in het web van het huidige MOV. Ze is ook verknocht aan de historie van het gezelschap. Dirigent Perry overigens net zo.
En dat ze trots zijn op het palmares van het zangkoor is niet zonder reden. In totaal komt het gezelschap tot een productie van maar liefst 28 kemikke opera’s. Perry: “Ja, dat is toch een respectabel aantal. En dan te bedenken dat we door corona in 2020 en 2022 niet actief konden zijn.”
Oprichtingsdatum
Sommigen zullen het 75-jarig jubileum van MOV misschien fótsje noemen. Het is immers pas in 1978 dat de Maastrichtse Operette Vereniging officieel en zelfstandig wordt. “Het geld was op bij de KNP”, zegt Ben Perry met een knipoog. Het is ook het jaar dat Perry dirigent Rick de Bie opvolgt.
Dat MOV dit jaar toch het 75-jarig jubileum viert, is helemaal niet ongebruikelijk. Dat gebeurde bijvoorbeeld met nog een vereniging waar Maasvogels bij is betrokken. In 2016 vierde namelijk Sportclub Jekerdal haar 100-jarig bestaan, terwijl de naam van die club pas voor het eerst op een wedstrijdformulier is terug te vinden in 2001. Sportclub Jekerdal is namelijk een fusie tussen MKC en RKW Sint-Pieter. MKC is weer een fusie tussen Kimbria en jawel Maasvogels. De geschiedenis
van Kimbria gaat terug tot 3 september 1916 waar de club voor het eerst op de ‘wei van boer Bollen aan de Jeker’ speelt als voetbalclub Sparta. Bij fusies wordt als oprichtingsdatum teruggegaan tot de eerste voorloper. Zo ook bij MOV.
Nog meer plezier brengen
Het 75-jarig jubileum mag met recht door de MOV’ers nog een keer op 24 november worden gevierd. Zeer waarschijnlijk in een volle mooi gerestaureerde Kapel Opveld in Heer. “En wie weet doen we daarna nog een voorstelling.”, zegt Ine van Hulten opgetogen. De voorstelling Dat is de Mestreechter Geis is overigens geen kemikken opera. Volgens dirigent Perry mag je het gerust een potpourri van de grootste, bekendste en meest favoriete Maastrichtse muziek door de jaren heen noemen. “We zijn al een tijdje tot de conclusie gekomen we er goed aan doen afscheid te nemen van de zogenaamde drie akten structuur. De voorstelling van weleer waren daardoor altijd een lange zit. Dat is heel mooi geweest, maar we zijn van mening dat we het publiek met een wervelende voorstelling vol varia in ongeveer anderhalf uur nog meer plezier kunnen brengen.”
Op www.kapelopveld.nl kunt u kaartjes bestellingen voor de voorstelling Dat is de Mestreechter Geis op zondag 24 november.
Maak kans op €100,-
Ria Makatita-Hendrix: “SAMEN RICHTING GEVEN AAN DE TOEKOMST
Woonsymposium
Op initiatief van de Senioren-stads-Partij Maastricht heeft de raad op 7 november 2023 de motie ”Symposium: Wonen in de toekomst in Maastricht” omarmd. Een werkgroep onder leiding van Ria MakatitaHendrix (raadslid SPM) is hiermee aan de slag gegaan. Dit heeft geleid tot een op 11 september jl. gehouden symposium getiteld:
Gezond wonen in Maastricht in 2040
De raad wilde met dit symposium zo goed mogelijk toegerust zijn voor de te nemen beslissingen op het gebied van de nabije maar ook iets verder liggende toekomst. Hiertoe is een aantal deskundigen uitgenodigd, die in presentaties, een
discussiepanel en een tweetal workshops de raadsleden hebben begeleid. De SPM omarmt vanuit haar partijprogramma de gedachte van een van de sprekers, Klasien Horstman, over het sociaal rioleringsstelsel. Hiermee trekt zij een parallel met het fysieke rioleringsstelsel dat publiek gefinancierd wordt. Via gerichte initiatieven kun je in wijken ontmoetingsplekken en activiteiten ontwikkelen waardoor eenzaamheid en onbegrip worden tegengegaan. Mensen moeten elkaar tegenkomen. Zorg voor ruimtelijke ingrepen om dit te bevorderen. De Seniorenstads-Partij Maastricht zet zich in om het belang van dit sociale rioleringsstelsel te benadrukken en in de huidige en
toekomstige ontwikkelingsplannen wordt meegenomen. Het symposium maakt onderdeel uit van een tweeluik. Tijdens het symposium deden raadsleden zelf kennis op over dit veelomvattende thema. In het nog aankomende tweede deel wil de raad ook graag in de stad levende ideeën en opvattingen over dit thema leren kennen en begrijpen. Op 30 oktober organiseren het debatcentrum en de woningcorporaties hiertoe een debat, waar de raadsleden ook aan deelnemen.
Uniek jubileumboek verschijnt volgend jaar
100 jaar voetbal in Heer
Op 30 maart volgend jaar bestaat voetbalclub RKSV Heer een eeuw. Voor Huub Delnoy, Jo Meusen, Peter Meusen, Maurice Jeurissen, Bèr Hollanders en Ivo Kok aanleiding om -op verzoek van het bestuur- een jubileumboek samen te stellen. In de zomer van 2023 werd gestart met de voorbereidingen. Op vrijdag 6 juni 2025 wordt het gepresenteerd tijdens het feestweekend van de club.
DOOR: MAURICE VAN DER LINDEN BEELD: TJEU PHILIPPENS EN RKSV HEER
Archieven induiken
“Het wordt een lijvig boekwerk met 220 bladzijden en zo’n 400 foto’s”, vertelt Huub Delnoy.” Huub is al 50 jaar lid, was negen jaar penningmeester en twee jaar voorzitter bij de club. “Het was een hele zoektocht om 100 jaar geschiedenis in boekvorm te gieten. Er was een boek gemaakt tijdens het 50- en 60-jarig jubileum. Verder kwam ons lid Igor Veugen tijdens het opruimen van zijn ouderlijk huis nog een deels handgeschreven boekje tegen dat gemaakt was tijdens het 25-jarig jubileum. Binnen de club was er verder weinig materiaal voorhanden. Dat betekende dus de archieven induiken en leden interviewen.”
Wangedrag
Huub was bijna iedere dinsdag te vinden in Centre Céramique. “Op de website van Delpher vind je oude kranten tot eind 1995. Voor de periode erna heb ik een voor een de microfiches van de maandagkranten van De Limburger en het Limburgs Dagblad bekeken. Vanaf juni 2007 was LexisNexis mijn bron.” Een van de opmerkelijke zaken die Huub ontdekte over zijn club, was dat in seizoen 1965/1966 van vorige eeuw een keer het voltallige bestuur was geschorst door de KNVB. Wangedrag van spelers op het veld en bemoeienissen van supporters en bestuursleden daaromheen was de oorzaak.
12.000 toeschouwers
Hoogtepunt voor Huub was de promotie naar de hoofdklasse in 1978. “Dat is de huidige tweede divisie. In die tijd bezochten zo’n vier tot vijfduizend mensen de wedstrijden in Heer. Maar ook de kampioenswedstrijd voor promotie naar de tweede klasse in het seizoen 1950/1951 was een bijzondere.
Dat duel tegen Marsana uit Meerssen werd op de Boschpoort gespeeld voor 12.000 toeschouwers. Dat kun je je nu niet meer voorstellen.
trots. Kimbria werd in 1916 opgericht, maar is inmiddels opgegaan in Sportclub Jekerdal. Rapid dateert uit 1920 en speelt na een fusie met WVV’28 tegenwoordig onder de naam Geusselt Sport.”
Voetbalnamen
“We zijn de oudste niet gefuseerde voetbalclub
van Maastricht”
RKSV Heer won in de verlenging met 3-2.”
Direct kampioen
RKSV Heer begon ooit onder de naam Concordia. Het terrein lag aan ‘Het Pannenhuiske’ beneden aan de Keerberg en er werd in de 1e klasse LVB (Limburgse Voetbal Bond) gespeeld. Concordia werd gelijk kampioen en kwam uit in de 3e klasse NVB (Nederlandsche Voetbal Bond). Al snel bleek dat er ook in club in Delft de naam Concordia droeg en dus moest de Limburgse club de naam wijzigen. Het werd VV Heer. Later zou de naam nog twee keer de naar wijzigen. In 1947 werd het RKVV Heer en in 1950 RKSV Heer. “Dat laatste kwam omdat er ook een dameshandbalteam aan de club verbonden was”, legt Huub uit. “Daarom werd van voetbalvereniging, sportvereniging gemaakt.” Tot op heden voert de club die naam.
“In die tijd bezochten zo’n vier tot vijfduizend mensen de wedstrijden in Heer.”
Ook bracht RKSV Heer bekende voetbalnamen voort. Zo speelde Gerrie Schrijnemakers in de jeugd van de club, voordat hij de overstap naar MVV en later Fortuna maakte. Jean Colombain promoveerde in zijn eerste seizoen bij Heer (1969/1970) naar de eerste klasse. Later kwam hij onder meer uit voor MVV, Fortuna en Seiko Hong Kong. En wat te denken van Nico Mares die uiteindelijk twee seizoenen voor PSV speelde. Ook Jopie Ensinck, Leon Lahaye, Peter Pleumeekers en Richard Hermans mogen in dit rijtje zeker niet onvermeld blijven. Recentere namen zijn Maurice (Sies) Hofman en Mark Luijpers. Maar ook de huidige trainer van MVV Maastricht, Edwin Hermans, trainde RKSV Heer van 2016 tot 2020.
De Commissie
Jubileumboek 100 jaar RKSV Heer legt op dit moment de laatste hand aan de inhoud en de opmaak van het boek. Naast de historische lijn van de vereniging zullen er ook veel artikelen, interviews en anekdotes te lezen zijn in het boek. En uiteraard zullen veel foto’s de teksten omlijsten.
Refrein clublied RKSV Heer
Roed Greun, hoera!
Oudste amateurclub
RKSV Heer speelt tegenwoordig in de derde klasse en heeft circa 600 leden. Met vier seniorenteams en 22 jeugdteams is het een van de grotere amateurvoetbalclubs in Maastricht. “En we zijn de oudste niet gefuseerde voetbalclub van Maastricht”, zegt Huub met enige
Ut is de kleur vaan de S-V-H
Dragen spelers groet en klein
Op de vlaggen langs de lijn
Roed Greun, hoera!
Ut is de kleur vaan de S-V-H
En geit ut ins neet good Zègke veer “Ut Moot” Jao, daan kook os Hierder blood
Het jubileumboek kent een oplage van 1500 exemplaren, kost 19,95 euro en is te bestellen via jubileumboek@rksvheer.nl
EERSTE ELFTAL RKSV HEER IN 1953.
EERSTE ELFTAL RKSV HEER IN 1972.
WEDSTRIJDFRAGMENT UIT DE OUDE DOOS (CIRCA 1949) MET OP DE ACHTERGROND DE KERK VAN HEER.
CV De Drommedarisse viert dit jaar 5 x 11
Carnavalsvereniging De Drommedarisse bestaat op 11 november 5 x 11 jaar. Reden voor een feest voor de carnavalisten in Wittevrouwenveld en Wiekerveld.
Dat doen ze dan ook op 23 november met een jubileumreceptie en een feestavond in Venue68 aan de Olympiaweg.
DOOR: MAURICE VAN DER LINDEN BEELD: TJEU PHILIPPENS EN CV DE DROMMEDARISSE
FRANK VOLKERS
Frank Volkers is al 30 jaar lid van De Drommedarisse, waarvan een kwart eeuw als secretaris. “We zijn de opvolgers van De Keemeleers die in 1959 van Wittevrouwenveld naar Wyck vertrokken. We hebben dan wel een bult minder, maar zijn niet minder enthousiast”, zegt hij lachend.
Felix Meurders
Het duurde weliswaar nog tien jaar voordat CV De Drommedarisse officieel opgericht werd, maar in die tussentijd werd er ook carnaval gevierd. Zo trokken met de vastelaovend groepen carnavalisten door de straten van Wittevrouwenveld, verkleed als raad van elf. Een van de bekendste feestvierders van die tijd was Felix Meurders die later bekend werd als nationaal radio- en televisiepresentator.
“Dit groepje werd steeds groter”, vertelt Frank. “Zo ontstond ook op enig moment het idee om een nieuwe carnavalsvereniging op te richten. In 1967 werd met de voorbereidingen gestart en op 11 november 1969 was CV De Drommedarisse officieel een carnavalsvereniging. De oprichters waren Peter Coenen, Albert Cratsborn, Alex Hamers, Bèr Linkens, Hub Signet en Theo Post Uiterweer.”
Markies
Bij De Drommedarisse gaat ieder jaar een markies voorop in het feest. De eerste markies die werd uitgeroepen bij de vereniging was Hennie Coenen. Hij ging in 1971 als Hennie de 1e de carnaval voorop in Wittevrouwenveld en Wiekerveld. De keuze voor de titel
“We hebben dan wel een bult minder, maar zijn niet minder enthousiast.”
markies ontstond door een van de straatnamen in Wittevrouwenveld, namelijk de Markies van Ledestraat. Markies Willem Bette van Lede leefde van 1600 tot 1658 en was veldheer in Spaanse dienst. In 1632, tijdens het Beleg van Maastricht,
was hij waarnemend gouverneur van Maastricht en moest hij als commandant van de vesting deze overgeven aan Frederik Hendrik van Oranje. Desondanks eerde koning Filips IV van Spanje hem op 3 augustus 1633 met de titel markies. Verder was hij ridder van de Orde van het Gulden Vlies, ridder in de Orde van Sint-Jacob en commandeur van Biezma.
Concurrentie
De start van de vastelaovend gebeurt ieder jaar met het hijsen van de drommedaris op carnavalszaterdag.
“Bij ons is de prijs voor een pilsje nog laag.”
“Onze vereniging telt momenteel 17 leden”, vertelt Frank. “Het wordt steeds moeilijker om leden te vinden. Zelf hebben we geen optocht meer, maar we lopen wel altijd mee in de ‘Groeten Optoch’ in de stad. Alleen bij het uitroepen van de markies trekt er een kleine stoet door onze straten. Verder organiseert de vereniging ook ieder jaar een seniorenmiddag en wordt er door vrijwilligers een kindermiddag georganiseerd. Alle activiteiten in de stad zijn natuurlijk concurrentie voor ons, maar ik zeg altijd ‘bij ons is de prijs voor een pilsje nog laag’.”
Het trefcentrum is de hoftempel van De Drommedarisse tijdens de drie dolle dagen. De jeugdcarnavalsvereniging heet De Witte Ingelkes waar nauw mee wordt samengewerkt. Met het maandelijks ophalen van oud papier wordt de verenigingskas gevuld. Ook sponsoren doen met regelmaat een duit in het zakje. Beschermheer van de vereniging is de Maastrichtse zakenman Benoît Wesly. “Ik hoop dat dit jubileum net zo mooi wordt als het 4 x 11 jarig jubileum. Dat was voor mij echt een hoogtepunt. Een prachtige receptie met aansluitend een feestavond met heel veel Maastrichtste artiesten”, besluit Frank Volkers.
JUBILEUMBOEK 1X11 JAAR
JUBILEUMBOEK
Blanche Dael, de Hofleverancier van Sinterklaas
ONTDEK HET SINT-ASSORTIMENT BIJ BLANCHE DAEL
De feestdagen komen eraan en dat brengt de warme geur van winterse specerijen terug in de straten van Maastricht. Een tijd waar we altijd naar uitkijken. Met veel trots presenteren we dan ook onze geliefde Sintkoffie – een unieke mélange, die perfect past bij de gezelligheid van deze periode.
EEN TRADITIE IN JE KOPJE
Onze Sintkoffie is een smaakvolle blend speciaal samengesteld met warme, kruidige tonen die doen denken aan mandarijn en pepernoot. Deze koffie voegt net dat beetje extra feestelijke sfeer toe aan je ochtenden of het gezellige koffiemoment tijdens pakjesavond. Of je nu een doorgewinterde koffiedrinker bent of gewoon op zoek bent naar iets speciaals voor de feestdagen, de Sintkoffie zorgt voor een onvergetelijke smaakervaring.
BEZOEK ONZE BRANDERIJ IN MAASTRICHT
Naast het genieten van onze bijzondere koffie, nodigen we je van harte uit om een bezoek te brengen aan onze branderij in het Sphinxkwartier. Hier ervaar je de authentieke sfeer van het koffiebranden en kun je de ambacht achter elke kop koffie ontdekken. Loop binnen in onze winkel in de branderij, bezoek onze winkel aan de Wolfstraat 28 of ontdek ons volledige Sint-assortiment online.
Ook zin in ‘gèt lekkers’... ?
Maastricht staat als meest Bourgondische stad van Nederland bekend om zijn fijne restaurants,gezellige kroegen, Mediteraanse terassen… én al z’n lekkernijen! Maar welke lekkernijen zijn er dan zoal te krijgen in maar ook rondom Maastricht en wat is hun verhaal, achtergrond, recept of… geheim?
René Persoon beschrijft maandelijks in De Nieuwe Ster typische Maastrichtse lekkernijen. Van klassieke Mestreechse Praliné tot ’t traditionele Stumpke of een verrassende nieuwe vondst, zodat u zelf de proef in de mond kunt nemen.
Deze maand: Bloodweurs van Slagerij Franssen uit de Sint Pieterstraat.
LOCATIE:
Slagerij Franssen. Sint Pieterstraat 42.
LEKKERNIJ: Mestreechse Bloodweurs.
IN GESPREK MET:
Maurice & Karina Franssen, eigenaars & slagers.
Niet alleen voor onze hond Dame Blanche was het altijd lastig om vanuit ‘t Stadspark langs de kiekoet van Slagerij Franssen te lopen, ook zeker voor ‘t baasje én heel wat andere passanten… wat ruikt het er heerlijk! De smaakvolle etalage van Franssen met z’n heerlijke vleeswaren heeft mij dan ook menigmaal verleidt deze échte slagerswinkel binnen te stappen, waar dan ook direct die heerlijke gebraden vleesgeur in combinatie met de vriendelijke ontvangst vanachter de toonbank door Karina Franssen de verleiding om iets lekkers te kopen aanwakkerde. Kiezen werd dan moeilijk en dus naar buiten met de kalbas goed gevuld!
Slagerij Franssen heeft z’n roots in Scharn, waar Pie en Coba
Franssen in 1908 begonnen met een kruidenierswinkel waar de vleesafdeling zo groeide, dat er uiteindelijk sprake was van een slagerij in plaats van een kruidenierswinkel.
Slachthuis
Een van hun zonen, Nien Franssen, opende in 1936 op de huidige locatie aan de Sint Pieterstraat een nieuwe slagerij én huurde een koelruimte in het Maastrichtse slachthuis waar het vlees van de gekochte en vervolgens geslachte koeien werd bewaard. Dagelijks werd de benodigde hoeveelheid vlees opgehaald om in de slagerij verwerkt en in de winkel verkocht te worden.
Daar kwam in 1970 verandering in toen de zoon van Nien Franssen, Paul Franssen, samen met zijn vrouw Trees de zaak
overnamen, deze vernieuwde en uitbouwden tot een gerenommeerde kwaliteitsslagerij, met uiteraard goede koelingen en keukenapparatuur. Het is in die jaren dat mijn oma Josephine een trouwe klant was bij slagerij Franssen en wij als kleinkinderen met grote regelmaat smulden van de heerlijke vleeswaren “vaan Franssen” die mijn oma royaal inkocht.
Kneepjes van het vak
In het jaar 2000 laten Paul en Trees na 30 jaar het spreekwoordelijke “mes” figuurlijk “in het varken” steken, waarop Maurice en zijn vrouw Karina de slagerij overnemen. Maurice en Karina hadden beiden de Slagers Vakschool in Utrecht succesvol doorlopen en natuurlijk ook thuis in de zaak de kneepjes van het vak geleerd.
In een geanimeerd gesprek met de bevlogen slager Maurice Franssen komt langzaam maar zeker het besef naar boven dat de bloodweurs van Franssen niet alleen een al decennialange familiegeschiedenis heeft in Maastricht, maar ondertussen door zijn kwaliteit al zo’n beetje heel gastronomisch Nederland veroverd lijkt te hebben.
Hoe komt dat zo...? Wel, café Sjiek, iets verderop gelegen aan de Sint Pieterstraat, was dé eetzaak van Joop Braakhekke als hij in Maastricht was. Hij was toentertijd de bevlogen patron van zijn restaurant de Kersentuin in Amsterdam en introduceerde daar op de kaart de door hem bij café Sjiek gegeten
bloodweurs vaan Franssen en al zijn gasten genoten ervan.
Wat het geheim is van het succes is voor Maurice duidelijk: het gebruik van fijne en eerste kwaliteit vleeswaren bij de bereiding, samen met een krachtige, zuivere en smaakvolle bouillon, de eigen specerijenmix (tip van de sluier: met ietwat kaneel) en 10% goed vers bloed. Dit alles in een superieure runderdarm et voilà... de gevierde Boudin Noir de Maestricht is daar.
Als we dan toch even over gaan in het Frans, dan is de overstap naar mijn favoriete bereiding van bloodweurs snel gemaakt. Ik volg hierbij de traditie van mijn grandmère Josephine. De pan op een zacht vuurtje, echte boter erbij, laat de worst zachtjes aanbakken aan elke kant,3-4 minuutjes afhankelijk van de dikte. Snij een wat zoetere appel (Elstar of Jonagold) in maantjes en warm ze mee op in de pan, strooi er een beetje suiker over.
De gebakken bloodweurs op een snee roggenbrood, appeltjes ernaast en een flinke lik Luikse Sjroep op het bord. Dit smaakvolle gerecht genieten na een mooie herfstwandeling laat je beseffen dat goed én lekker koken vaak gebaseerd is op de eenvoud van het weglaten. Uiteraard daarbij in het glas de traditie van mijn grandpère Gèrard... een lekker glas Bokbier òf een mooi glas Cairanne uit de Rhône met de Syrah- en Grenachedruif. Dat de traditie van mijn opa óók was nooit na een glas te stoppen is voor wat mij betreft mooi meegenomen...
Helaas voor mijn opa dacht oma Josephine dáár toentertijd heel anders over.
Bon appetit en Santé!
René Persoon.
DOOR: RENÉ PERSOON BEELD : DE NIEUWE STER
MAURICE & KARINA FRANSSEN
SENIOREN DRUMBAND MESTREECH
ZOEKT
VERSTERKING
Kom onze succesvolle drumband versterken. Volgend jaar bestaan we al weer 12,5 jaar. Onze band staat onder leiding van Willy Loontjens. We maken op een gezellige manier samen muziek. In 2022 hebben we bij ons tienjarig bestaan een voortreffelijk drumbandfestival georganiseerd, in 2023 hebben we deelgenomen aan het festival van de Koninklijke Harmonie Ster van Maastricht en dit jaar nemen we deel aan het drumbandfestival van de Koninklijke Harmonie van Heer. U kunt ons horen spelen op 17 november 2024 in de Herremeniezaal Heer, Burgemeester Cortenstraat 7 vanaf 13.00 uur.
U bent natuurlijk ook welkom op onze wekelijkse repetitieavonden of op elke repetitie op donderdagavond vanaf 19.30 uur in de “Oude harmoniezaal Harmonie St. Michael”, Heugemerstraat 76 Maastricht/Heugem.
U kunt ook contact opnemen met:
Henny Willems, voorzitter: tel. 06 43882735 of e-mail henny.willems@ziggo.nl
Willy Loontjens, instructeur: tel. 06 42800878 of e-mail wil.loontjens@home.nl
Neem ook eens een kijkje op onze website: www.seniorendrumbandmestreech.nl
Zweeds raadsel (Zoek het woord en Win!)
PRIJSWINNAARS PUZZEL SEPTEMBER: MAUD GEELEN, J.A. F. TE MEIJ EN JULIE ROSIER. DE WAARDEBON VAN WOONBOULEVARD HEERLEN WORDT TOEGESTUURD. PROFICIAT!
Wij zijn een klein bedrijf waar persoonlijk contact voorop staat! U heeft altijd direct contact met de eigenaar, dus geen miscommunicatie of tussenkomst van derden.
Wij zijn gespecialiseerd in het reinigen, onderhouden en renoveren van uw dak, gevel of terras. Ook werken wij vakbekwaam, milieuvriendelijk en gebruiken uitsluitend A-kwaliteit en duurzame producten.