Uit de Kongo
Terug naar de brousse
.
Het blijft snel gaan in de voormalige Belgische kolonie in Afrika. Toen ons vorig nummer verscheen, moesten we het nog braaf over Zaïre hebben, nu mogen we weer de naam 'Kongo' in de mond nemen zonder meteen voor oude reactionair te worden uitgemaakt. Het nieuwe staatshoofd Laurent Kabila heeft het zo beslist, en wie zijn wij om de nieuwe président-fondateur tegen te spreken. Deze maand gingen we op de koffie bij dokter Harry Van Der Pas en diens vrouw Lena.
Met Jef Geeraerts in de jungle Dokter Harry van der Pas en zijn vrouw Lena wonen al jaren in de SalmSaimmolen. Toch huisden ze niet altijd in Hoogstraten. In het najaar van '58 vertrok het toen kakelverse koppeltje naar Belgisch Kongo. Ze kwamen meteen in de eerste Kongolese opstand terecht. Toch trokken ze verder naar Yambuku. Harry ging er aan de slag in het plaatselijk dispensarium; hij was de eerste dokter in het kleine hospitaal, waar jaren later het ebola-virus voor het eerst de kop zou opsteken. Harry schopte het bovendien tot personage in de Kongo-boeken van schrijver Jef Geeraerts, die toen enkele kilometers verder in de jungle woonde. Harry en Lena vertrokken in december'58 naar de Belgische kolonie, in januari '59 zetten ze voet aan wal. Lena: 'We kwamen middenin de eerste opstand aan. In Matadi krioelde het van de soldaten, de treinen zaten vol militairen. Alle blanken die we tegenkwamen, zeiden ons: Ga maar terug!' 'Wij waren veruit het jongste koppel dat met die boot naar Kongo kwam', gaat Harry verder. 'Alle oudere kolonialen die we tegenkwamen, zeiden ons dat we onze koffer best niet uitpakten, even een wandelingetje door de stad maakten, en met hetzelfde schip naar België terugkeerden. 't Is hier gedaan, zeiden ze. Wij weten dat, alleen willen ze het in België nog niet snappen. Toen we later naar Leopoldstad, nu Kinshasa, trokken, mochten we daar de eerste tijd ons hotel niet uit.' Op de wereldtentoonstelling van '58 hadden
Harry en Lena al contact gehad met jonge Kongolese intellectuelen. 'Die voorspelden toen al dat er een einde zou komen aan de Belgische heerschappij', herinnert Lena zich. 'Dat is zeker nodig', vonden wij, 'maar daar is het nu nog veel te vroeg voor.' Toen we dan middenin de eerste opstand in de kolonie aankwamen, was dat voor ons een grote verrassing. De opstand kwam als een donderslag bij heldere hemel.' ik was inderdaad praeses van de studentenvereniging Medika', zegt Harry. 'Op de wereldtentoonstelling in Brussel was er een studiedag met katholieke studenten van over de hele wereld. Eén van de ideeën die daar naar voren werd gebracht, was: Waarom zou je niet een paar jaar in de Derde Wereld gaan werken? En ik nam het in overweging. En er waren, naast het idea-
Lena Van Der Pas
Harry Vaii Der Pa.s
lisme, verschillende motieven die er ons toe brachten te vertrekken. Ten eerste was het een enorme training, waar je dingen leerde die je nergens anders kon leren. Bovendien zag je een stuk van de wereld. Bij mij speelde ook nice dat, als we drie jaar naar Kongo trokken, ik geen soldaat moest worden. Dat wilde ik in geen geval. De legerdienst duurde toen nog tweejaar. De derde motivatie was meer van medische aard. Ik was dan wel afgestudeerd, maar ik ervaarde toch een gebrek aan technische opleiding. Dat was toen zeer slecht. In Kongo zou ik meer dan genoeg ervaring opdoen.'
Memisa Toen de situatie wat was gestabiliseerd, trok het jonge stel via Coquilhatstad (nu Bandaka) verder door naar Yambuku. Een gat in de evenaarsprovincie, waar Harry voor Memisa (Medische Missie Actie) aan de slag ging als dokter. 'Het dispensaire van Yambuku was uitgegroeid tot een klein ziekenhuis. Ik was de eerste dokter die er aan de slag ging, tot grote vreugde van de paters van Scheut en de zusters van 's Gravenwezel. In de jaren '70 zou het ziekenhuis wereldberoemd worden toen het ehola-virus er voor het eerst werd ontdekt. Voor de Westerse wereld was dat een hele schok. Wij blijven er evenwel van overtuigd dat de plaatselijke bevolking het fenomeen al eeuwen kende, want de verschillende dorpen isoleerden zich onmiddellijk, bijna automatisch, van de buitenwereld.' Voor Harry naar Yambuku doorreisde, kreeg hij in Coquilhatstad een extra chirurgie-stage van zes weken. 'Blanke dokters zouden mij daar leren wat mij te doen stond. Maar ik heb het meeste geleerd van Batuli, een zwarte verpleger die ons bij operaties assisteerde.' 0p politiek vlak rommelde het nog wel, maar aan de agressiviteit tegen de blanken kwam na een tijdje een einde. Toen Harry en Lena in Yambuku arriveerden, was de kalnite daar volkomen. 800 schoolkinderen stonden hen op te wachten, ze verwelkomden Harry en Lena met een stemmige uitvoering van - hou u vast - 'Daar hij die molen'. Van de opstand was hier niets te merken geweest; de blanken hadden er iets over opgevangen, en wilden weten wat er nujuist aan de hand was geweest. Harry begon zijn werkzaamheden als arts.