Hannover, 1910. Het is liefde op het eerste gezicht tussen de Joodse Mia en de adellijke Julius. Maar hun omgeving accepteert hun liefde niet, en ze besluiten te emigreren naar Nieuw-Zeeland, waar ze een paardenfokkerij willen opzetten. Eenmaal daar aangekomen vinden ze de jonge Wilhelmina bereid hen te helpen in het bedrijf.