TECHNIEK MAAKT JE TOEKOMST
DE INGENIEUR NR. 4 JAARGANG 134 APRIL 2022
GROENE STAD DE TOEKOMSTMUZIEK VAN DE FLORIADE
ALGORITMEN
|
P R I VA C Y
ABBA’s Voyage De techniek achter een virtuele comeback
|
H Y P E R S C A L E D ATA C E N T E R S
|
B E TA A L B A R E K E R N E N E R G I E
|
Niki Loonen: Snel naar schoon beton
L E E G H W AT E R L E G E N D E
KIVI helpt jou bij het vinden van een stage
KIVI helpt jou bij het vinden van een stagiair community.kivi.nl/stageplaatsen
Redactie Pancras Dijk (hoofdredacteur) Astrid van de Graaf (eindredacteur) Jim Heirbaut Marlies ter Voorde Lukas Graff (stagiair) Redactieadres Prinsessegracht 23 2514 AP Den Haag Postbus 30424 2500 GK Den Haag TEL. 070 391 9885 E-MAIL redactie@ingenieur.nl WEBSITE deingenieur.nl
Vormgeving Eva Ooms Sales Celina van den Bank Pascal van der Molen E-MAIL sales@kivi.nl Druk Drukkerij Wilco, Amersfoort
Vooraf
De Ingenieur verschijnt twaalf maal per jaar.
Pancras Dijk is hoofdredacteur van De Ingenieur.
© Copyright 2022 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, via internet of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Niet in alle gevallen is na te gaan of er op de illustraties in dit nummer nog copyright rust. Waar er nog verplichtingen zijn tot het betalen van auteursrecht is de uitgever bereid daar alsnog aan te voldoen. ISSN 0020-1146 Abonnementen Leden van het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI) ontvangen De Ingenieur uit hoofde van hun lidmaatschap. Abonnement voor niet-leden (inclusief btw): magazine: € 128,50 per jaar digitaal: € 69,- per jaar losse nummers: € 15,- (inclusief verzending) Abonnementen worden tot wederopzegging aangegaan en ten minste voor de vermelde periode. Het abonnement kan na deze periode per maand worden opgezegd. U kunt uw opzegging het beste doorgeven via onze website: deingenieur.nl/lezersservice. Abonneeservice Ga voor (cadeau)abonnementen, adreswijzigingen en het laten nazenden van niet ontvangen nummers naar het webformulier op de site, te vinden onder het kopje ‘Abonnement en service’. WEBSITE deingenieur.nl ADRES Postbus 30424, 2500 GK Den Haag E-MAIL abonneeservice@ingenieur.nl TEL. 070 39 19 850 (bereikbaar op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 9 tot 14 uur)
De Ingenieur als pdf Abonnees en leden die De Ingenieur willen downloaden als pdf-bestand, kunnen daarvoor terecht op de website: deingenieur.nl/pdf Lidmaatschap Koninklijk Instituut van Ingenieurs Het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI) is de beroepsvereniging voor hoger opgeleide technici in Nederland. Iedereen die hoger technisch onderwijs volgt, heeft gevolgd of een sterke affiniteit heeft met techniek, kan lid worden van KIVI. Leden ontvangen vanuit het lidmaatschap maandelijks het technologietijdschrift De Ingenieur. Kijk voor meer lidmaatschapsvoordeel op kivi.nl. Contributie 2022 Regulier lidmaatschap: € 145,30 jaar of jonger: € 40,-* Studentlidmaatschap: € 20,-* Seniorlidmaatschap: € 115,De contributie voor leden in het buitenland is gelijk aan die voor leden woonachtig in Nederland. Een lidmaatschapsjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. Bij lidmaatschappen die in de loop van het jaar ingaan, wordt de contributie naar rato berekend. Aanmelden voor het lidmaatschap kan via kivi.nl/lidworden. * De Ingenieur digitaal Opzeggen lidmaatschap Het lidmaatschap wordt jaarlijks automatisch verlengd. Beëindiging van het lidmaatschap kan per het einde van het kalenderjaar. Er geldt een opzegtermijn van ten minste één maand; een schriftelijke opzegging per brief of e-mail dient uiterlijk 1 december in ons bezit te zijn. Na ontvangst van de opzegging en eventueel verschuldigde contributie verstuurt de ledenadministratie een bevestiging. Correspondentieadres Koninklijk Instituut Van Ingenieurs t.a.v. Ledenadministratie Postbus 30424 2500 GK Den Haag TEL. 070 391 98 80 E-MAIL ledenadministratie@kivi.nl
Retrofuturisme Hoe is de wereld geworden zoals die is? Wat drijft de vooruitgang? Welke krachten zitten er achter de technologische evolutie? Het antwoord op elk van die vragen komt uiteindelijk op hetzelfde neer: menselijke verbeeldingskracht. Het is de rode draad in de rubriek Voorwaarts, waarvan we deze maand de honderdste aflevering publiceren. Elke maand weer laat Fanta Voogd, de maker van Voorwaarts, de grootste fantasten, stoutste dromers en drukste doeners de revue passeren. Van wereldvreemde ingenieurs die serieuze plannen maken om de hele Noordzee droog te leggen, tot de ‘geboorte’ van het doe-het-zelven, van de vroegste ideeën over de kolonisatie van Mars tot een honderd jaar oude voorloper van het hedendaagse internet. Met steeds weer een hoofdrol voor een man of vrouw die de wereld vooruit wil helpen. Soms slaan de toekomstvoorspellingen de plank op amusante wijze mis, vaak ook zijn ze verbazingwekkend accuraat. Zoals deze, uit de eerste aflevering van de rubriek: ‘In den toekomst is het te voorzien, dat men de zoogenaamde ontvanger zal kunnen meenemen in z’n overjas en terwijl men op straat loopt door het overgaan van een schelletje opgebeld zal kunnen worden.’ Al in 1909 waren er dus mensen die voorzagen dat we ooit allemaal met een mobieltje op zak zouden lopen. Voor alle liefhebbers van Fanta’s stukken – en dat zijn er vele, weten we uit lezersonderzoek – heb ik bovendien goed nieuws. Bij Alfabet Uitgevers verschijnt in augustus van dit jaar een bundeling van alle Voorwaartsen, onder de titel Futurama. Zicht op de toekomst, betekent dat. ‘Ik hou van dat woord’, schreef Fanta me. ‘Het heeft zo’n lekkere retrofuturistische bijklank.’ Het is verleden en toekomst ineen: de toekomst van gisteren. Ook voor dat boek geldt dus: iets om naar uit te kijken!
Het is verleden en toekomst ineen
FOTO : ROBERT LAGENDIJK
APRIL 2022 • DE INGENIEUR
1
NR. 4 JAARGANG 134
12
APRIL 2022
foto : floriade
Groene toekomst Behalve een dagje uit is de Floriade 2022, die plaatsvindt in Almere, een etalage van technologisch vernuft. De komende maanden is er te zien hoe we groener kunnen wonen, telen en dromen.
20 De prijs van atoomstroom Kernenergie, vanwege de overbekende nadelen al lange tijd geleden nagenoeg afgeschreven als bruikbare bron van energie, staat voor een opvallende comeback. Maar zijn de bouwkosten van nieuwe kerncentrales wel beheersbaar?
29 ‘Privacy gaat over meer dan alleen privacy’
48 Lasten en lusten van datacenters
Gaat het gesprek over algoritmen, dan zal het niet lang duren eer het woord ‘privacy’ valt. Maar wat bedoelen we daar precies mee? Marc Steen van TNO schetst de juridische kaders.
Hyperscale datacenters zijn niet mooi, nemen veel ruimte in beslag en slurpen energie. Maar kunnen we wel zonder? De Ingenieur zoekt het uit.
24 Leve het algoritme
35 3Dancing Queen
Algoritmen kunnen de wereld een heel stuk mooier maken. Maar dan moeten ze wel goed worden toegepast. Waar ligt de grens tussen waardevolle toepassing en sluwe manipulatie?
Na veertig jaar gaat de Zweedse band ABBA weer optreden, in de vorm van driedimensionele ‘ABBAtars’. Daar komt een hoop ingenieurswerk bij kijken.
W W W. D E I N G E N I E U R . N L
FA C E B O O K . C O M / D E I N G E N I E U R . N L
TWITTER: @DE_INGENIEUR
De nieuwbouw van Aeres Hogeschool op het Floriadeterrein wordt ook de ‘groene long’ genoemd. foto : floriade I N S TA G R A M . C O M / D E I N G E N I E U R _ K I V I
Rubrieken 4 Nieuws Brein op een chip
32 Zien & doen Biodesign en robotica
40 Eureka Een zonnepaneelpoetser en andere productontwerpen van morgen
56 Media Lezen, luisteren, gamen en kijken
Columns 23 Podium Felienne Hermans
33 Möring Lichtpuntjes
34 Enith Snelle transitie
39 Jims verwondering Horrorsteen
45 Rolf zag iets nieuws Lessen van de lockdown
Persoonlijk 53 Uit de vereniging De coach en andere KIVI-berichten
46 Doelen & drijfveren Betonexpert Niki Loonen van ingenieursbureau ABT
59 Q&A Mike Hoogveld schrijft over de uitvinders van de moderne wereld
‘De vraag moet niet zijn: kunnen we van de natuur een instrument maken? Maar: kan ik technologie gebruiken om de levende natuur te versterken? Om de natuur te emanciperen in plaats van te exploiteren?’ Hoog tijd andere vragen te stellen over onze verhouding tot natuur en technologie, vindt de Wageningse techniekfilosoof Vincent Blok (NRC).
‘Door slim, adaptief en circulair te ontwerpen en bouwen kan flink worden bespaard op ‘maagdelijke’ grondstoffen, zoals zand, grind en cement.’
De betonsector moet verduurzamen en volgens Dorien Staal, voorzitter van de Betonvereniging, is dat op allerlei vlakken mogelijk (Cobouw).
GEKNIPT ‘We hebben deze winter veel geluk gehad met de temperatuur. Het was een milde winter. Huishoudens hebben dus minder gestookt dan normaal.’ Pas komende winter wordt duidelijk of we écht zonder Russisch gas kunnen, stelt energie-econoom en Delfts onderzoeker Aad Correljé (Delta).
‘Miljoenen druppels op een gloeiende plaat zullen die plaat afkoelen. Dus ja, dat helpt.’ Als huishoudens collectief de verwarming lager zetten, draagt dat bij aan de oplossing voor de gascrisis, zegt EU-klimaatchef Diederik Samson (Trouw).
62 Teamgeest Team SUM uit Delft verduurzaamt portiekflats
64 Vragenvuur Ingenieur van het Jaar Marijn van Rooij
En verder 50 Quote Jilles van den Beukel over de schaarste aan gas
54 175 jaar KIVI Het werk van ingenieurs in de spotlight
60 Voorwaarts Leeghwater en de Haarlemmermeer foto : russell burton
‘Tegenwoordig bestaat er een VR-bril om opvliegers te bestrijden. Door je denkbeeldig onder te dompelen in een sneeuwlandschap, prikkelt deze tool het deel van je brein dat je interne lichaamstemperatuur reguleert.’ Femtech op zijn best, aldus de Vlaamse gezondheidsfuturoloog Koen Kas (AD).
‘Het is heel eenvoudig: zonder vakmensen gaan we de wooncrisis niet oplossen. De minister lijkt blind voor deze realiteit.’ FNV-bestuurder Bas van Weegberg twijfelt aan de haalbaarheid van het bouwbeleid van Hugo de Jonge (DvhN). FEBRUARI 2020 • DE INGENIEUR 3
xxxx p.22
xxxx p.23
xxxx p. 26
ONDER REDACTIE VAN JIM HEIRBAUT
xxxxx p.18
REDACTIE@INGENIEUR.NL
Waterstof: samenwerking met Duitsland gunstig Als Nederland en Duitsland samenwerken, kan de waterstofmarkt van beide landen tot 2050 zeven keer zo groot worden. Dat concludeert TNO na uitgebreid onderzoek samen met Forschungszentrum Jülich en het Duitse energieagentschap Dena. Tekst: Jim Heirbaut
In dit scenario krijgen industriegebieden in zowel Nederland als Noordrijn-Westfalen via een uitgebreid netwerk van vijfduizend kilometer aaneengesloten pijpleidingen maximaal 7,1 miljoen ton waterstof, die wordt geproduceerd met energie uit windparken op zee. ‘Bestaande pijpleidingen voor aardgas zijn hiervoor prima geschikt. Alleen zullen onderdelen als kleppen, flenzen, flowmeters en compressoren moeten worden vervangen of aangepast aan waterstof’, zegt René Peters, directeur gastechnologie bij TNO. De drie partners onderzochten in het zogeheten HY3-project hoe de markt voor waterstof in Nederland en Duitsland zich
de komende decennia kan ontwikkelen. De nadruk ligt daarbij op Noordrijn-Westfalen. Deze deelstaat herbergt namelijk de zware industrie van het Ruhrgebied. Fabrieken daar, die onder meer staal, kunstmest en chemicaliën maken, worden grootverbruikers van het duurzaam opgewekte waterstofgas. Sommige fabrieken gebruiken nu al waterstof, maar die wordt meestal nog gemaakt uit aardgas. In de toekomst schakelen ze over op waterstof die is gemaakt met elektrolyse van water met groene stroom. Die is dan afkomstig van windparken op de Noordzee of van zonneweiden op land. Al die bronnen van duurzame elektriciteit bij elkaar kunnen echter naar verwachting niet volledig voldoen aan de waterstofvraag en daarom moet er ook waterstof worden geïmporteerd via de havens van Rotterdam, de Eems en Noord-Duitsland. Ook zijn er in 2050 bijna zestig zoutcavernen nodig voor de ondergrondse opslag van waterstofgas. ‘Dat is inmiddels bewezen technologie’, zegt Peters. ‘En behalve zoutcavernen komen ook lege gasvelden in beeld om een waterstofvoorraad in op te slaan. Daar kan nog veel meer in.’
Intel bouwt chipfabriek in Duitsland Het Amerikaanse bedrijf Intel legt 33 miljard euro neer voor investeringen in de Europese chipindustrie. In het Duitse Maagdenburg bouwt het voor zeventien miljard euro een nieuwe chipfabriek. Die heeft een open productielijn, wat betekent dat elke chipfabrikant zijn ontwerp in deze fabriek kan laten produceren. Ook investeert Intel twaalf miljard euro in het verdubbelen van de productiecapaciteit van zijn bestaande fabriek in Ierland. De EU maakte eerder dit jaar tientallen miljarden euro’s vrij om de Europese chipindustrie te stimuleren. Europa is nu te veel afhankelijk van producenten in Azië. (LG)
Nanostructuur verhoogt absorptie van zonnefolie Zonnefolie van silicium is buigzaam, licht en overal toe te passen. Nadeel is de stroomopbrengst, die fors achterblijft bij die van dik, rigide silicium. Wetenschappers van onderzoeksinstituut AMOLF hebben er wat op bedacht: een speciale nanostructuur die de folie ondoorzichtiger en daarmee efficiënter maakt. De interne structuur weerkaatst het licht onder verschillende hoeken en ‘vangt’ het daardoor in het membraan. Dat vergroot de kans dat het uiteindelijk door het silicium wordt geabsorbeerd. (MtV)
Lees het laatste technieknieuws op www.deingenieur.nl
4
DE INGENIEUR • APRIL 2022
foto : depositphotos
TU Eindhoven bouwt computer met levende hersencellen Aan de TU Eindhoven bouwen ingenieurs en biomedisch onder zoekers ’s werelds eerste computer die hersencellen en silicium microchips combineert. Tekst: Jim Heirbaut
Computers, en de microchips waarop die machines draaien, hebben ons grote welvaart gebracht. We googelen, appen en streamen ons een slag in de rondte. Deze computers gebruiken echter ook een enorme hoeveelheid energie, in de vorm van elektriciteit. Onderzoekers van de TU Eindhoven denken het rekenwerk van die processoren zuiniger te kunnen maken door principes uit het menselijk brein toe te passen. Dat is namelijk een orgaan dat met weinig energie ingewikkel de berekeningen kan oplossen. Onder de noemer BayesBrain gaan de Eindhovense onderzoekers een apparaat bouwen waarin echte menselijke hersen cellen samenwerken met een op silicium gebaseerde computer. Deze brein op een chipAIcomputer – naar eigen zeggen foto : shutterstock
‘s werelds eerste – moet problemen in realtime en op een energiezuinige manier kunnen oplossen. Een van de uitdagingen is om menselijke hersencellen te combineren met compo nenten van silicium. De eerste stap van het project is hersencellen op een microfluïdi sche chip lang genoeg in leven te houden, zodat ze zich kunnen vormen tot een driedimensionaal neuraal netwerkje van ongeveer duizend hersencellen. Om een gezond en werkend netwerkje te bouwen, voeren de kanaaltjes in de micro fluïdische chip water met voedingsstoffen en zuurstof aan en voorziet de chip de cellen van de juiste groeiomstandigheden zoals temperatuur en druk. Dit breintje op een chip wordt vervolgens gekoppeld met het siliciumrekengedeelte van het BayesBrain. ‘Op dit traditionele computergedeelte draait een algoritme dat een berekening uitvoert. Op een bepaald moment stuurt dit algoritme een signaal naar het brein netwerkje. Dat doet een bewerking en stuurt vervolgens een signaal terug naar het silicium’, vertelt Regina Luttge, onder
zoeker op de leerstoel neuro-nanoscale engineering aan de TU Eindhoven, die samen met collega Bert de Vries van de faculteit elektrotechniek het project leidt. Behalve totaal nieuwe hardware is ook nieuwe software nodig. Die gaan enkele onderzoekers in het team schrijven. ‘De twee afzonderlijke systemen zullen op de
Onze computers gebruiken gewoon te veel stroom een of andere manier met elkaar gaan pra ten, gaan communiceren. Als het netwerkje van breincellen een bepaald signaal afgeeft, wat betekent dat dan? Daarvoor is een nieuwe taal nodig’, zegt Luttge. Over een paar jaar kan het BayesBrain naar verwachting eenvoudige berekenin gen uitvoeren. ‘Op langere termijn hopen we ook echt wiskundig te kunnen beschrij ven hoe ons systeem werkt.’ APRIL 2022 • DE INGENIEUR
5
NIEUWS
Kabinet zet vol in op oogsten zeewind
Over een paar jaar komt een deel van de stroom die we thuis en op het werk gebruiken uit Nederwiek, Lagelander en Doordewind: drie windparken die voor 2030 op de Noordzee worden neergezet en die van windenergie op zee de grootste bron van elektriciteit moeten maken. ‘Een belangrijke mijlpaal in de transitie naar duurzame energie’, verklaarde minister voor Klimaat en Energie Rob Jetten afgelopen maand toen hij de aanleg van de in totaal 750 tot 800 windturbines bekendmaakte. De nieuwe turbines krijgen een maximaal vermogen van 10,7 gigawatt, twee keer zoveel als alle Nederlandse huishoudens gemiddeld gebruiken aan elektriciteit. De huidige offshore windmolenparken hebben samen een totaalvermogen van 2,5 gigawatt. Met alle reeds eerder geplande windparken hoopt het kabinet rond 2030 circa 21 gigawatt uit windenergie op zee te kunnen halen – meer dan driekwart van de huidige elektriciteitsbehoefte.
Windenergiegebieden op zee
Doordewind
Nieuwe gebieden
Huidige gebieden
Vermogen gaat flink omhoog
Ten noorden van de Waddeneilanden
Nederwiek
Vermogen nieuwe gebieden
Vermogen eerder aangewezen gebieden Vermogen huidige gebieden
700 MW
Lagelander
Totaal nieuw:
10,7 GW
IJmuiden ver
Hollandse Kust (noord) 987 MW
4000 MW
Totaal eerder:
10,2 GW
Hollandse Kust (west)
Hollandse Kust (zuid)
1400 MW
1649 MW
Nederland Totaal huidig:
2,5 GW
Borssele Duitsland
1502 MW
België
6
DE INGENIEUR • APRIL 2022
infographic : ymke pas . bron : ministerie ezk
AI vervangt in een klap zevenhonderd recensenten Kan een algoritme net zo goed lezen als een ervaren recensent? NBD Biblion, de organisatie die boeken selecteert, recenseert en beschrijft voor bibliotheken, denkt van wel en zette zijn medewerkers aan de dijk. Dat leidde tot een golf van kritiek. Tekst: Marlies ter Voorde
Tussen het verschijnen van een boek en het moment dat het bij de bieb in de kast staat, zit zo’n zes weken. De meeste tijd daarvan gaat op aan het produceren van ‘metadata’. Dat zijn gegevens zoals auteur, publicatiedatum, een korte omschrijving van de inhoud en informatie over de schrijfstijl. Tot nu toe is het opstellen van die data mensenwerk, maar NBD Biblion stelt dat kunstmatige intelligentie het net zo goed kan doen. Het voordeel? Vier weken tijdwinst en het is vast ook een stuk goedkoper. Bookarang, een dochteronderneming van NBD Biblion, ontwikkelde het systeem dat de metadata voortaan produceert. Het systeem is gebaseerd op machine learning: het herkent patronen in de boektekst en zet deze om in de gevraagde informatie. Daarnaast bevat het enkele toegevoegde algoritmen, zoals statistische en grammaticale analyses. foto : depositphotos
Om het machine learning-systeem te trainen werden vijftigduizend boeken ingevoerd waarvan al metadata bestonden – waaronder de metadata die de recensenten van NBD Biblion de afgelopen decennia aanleverden. Daarna kon het systeem zelf patronen in aangeboden teksten vinden en de gewenste metadata produceren. In ruim 80 procent van de gevallen hoeft aan de automatisch gegenereerde metadata niets meer te worden gewijzigd. Wel wordt de korte tekst die beschrijft waarover het boek gaat, achteraf door een menselijke redactie gecheckt en eventueel aangevuld. Recensies maakt het systeem niet, vertelt Victor Bergen Henegouwen, business developer bij Bookarang, in een webinar van NBD Biblion. ‘Die schrijven mensen vanuit een persoonlijke beleving, op grond van hun achtergrondkennis. Dat kan een algoritme niet, en die ambitie en pretentie hebben we niet.’ Naast tijdwinst heeft het systeem meer voordelen, mailt Niels Bogaards, expert kunstmatige intelligentie bij Bookarang. Zo zijn algoritmen objectiever dan mensen en kunnen ze opnieuw worden gebruikt als de metadata moet worden aangepast aan een veranderd tijdsbeeld. Bogaards: ’Tegenwoordig wil men bijvoorbeeld vaak weten hoe ‘divers’ een boek is. Daar is eerder minder op gelet. Door een algoritme toe
te voegen of aan te passen kan zo’n analyse retrospectief op reeds beschreven boeken worden toegepast.’ Een nadeel is dat sommige stijlvormen, zoals ironie, lastig automatisch te detecteren zijn. En er zijn de ‘zeldzame gevallen’ waar niet of nauwelijks mee is getraind. Bogaards: ‘Zo zijn er boeken geschreven uit het perspectief van een hond, wat een zeer
Algoritmen zijn objectiever dan mensen eigenaardig en zeldzaam beeld oplevert. Zulke dingen gaan nog niet goed.’ Volgens de recensenten en auteurs van de boeken gaat er wel meer niet goed. Zo herkent Ronald Giphart zijn eigen roman niet terug in de omschrijving van het algoritme. Ex-NBD-recensent Anna Ros schreef een ziedend stuk op het literaire weblog Tzum: ‘Boeken vergen een serieuze benadering, voorzichtig en scherp, zakelijk en emotioneel, concreet en subjectief. Juist ook subjectief, want objectiviteit is een onmogelijk streven als het om literatuur gaat.’ APRIL 2022 • DE INGENIEUR
7
NIEUWS
Oog voor de wetenschap Tekst: Jim Heirbaut
Dubai heeft al veel opvallende en moderne gebouwen, maar het Museum of the Future springt eruit. Het eind februari geopende gebouw valt op door zijn organische vormen en de gekalligrafeerde Arabische teksten op de buitenkant. ‘De toekomst behoort toe aan hen die haar zich kunnen inbeelden, kunnen ontwerpen en kunnen uitvoeren. De toekomst is niet iets waar je op wacht, maar wat je creeert’, luidt één van de inspirerende spreuken op het gebouw. Het opvallende gebouw is 77 meter hoog en moet een oog uitbeelden dat onze huidige kennis ziet en de blik op de toekomst richt. Het gat in het gebouw symboliseert het onbekende, dat wat we nog zullen ontdekken. Dubai wil met het gebouw enerzijds eer betonen aan de Arabische wetenschappers uit het verleden, maar zeker ook aan de jonge mensen in de Verenigde Arabische Emiraten die techniek en wetenschap nog mede vorm zullen geven. De vaste collectie van het museum, verspreid over zeven verdiepingen, biedt bezoekers een indruk van de toekomst over vijftig jaar. Vijf thema’s staan daarbij centraal: ruimtereizen, klimaatverandering, gezondheid, welzijn en spiritualiteit. Technieken die aan bod komen, zijn kunstmatige intelligentie, mens-machine-interactie en virtual en augmented reality. De buitenzijde van het gebouw bestaat uit 1024 roestvrijstalen panelen die door robots op maat zijn gemaakt. Het aantal is geen toeval, maar is precies het aantal bits dat in een kilobyte zit, een eenheid van computergeheugen. De teksten op de façade worden aangelicht door een onvoorstelbare veertien kilometer aan programmeerbare ledverlichting. Het markante gebouw staat op een groene heuvel, waarop meer dan honderd soorten bomen en planten groeien die horen bij de streek, zoals ghaf-bomen, doornige sidr-bomen, palmen en acacia’s. Een vernuftig irrigatiesysteem geeft de begroeiing precies genoeg vocht. 8
DE INGENIEUR • APRIL 2022
foto : museum of the future
APRIL 2022 • DE INGENIEUR
9
NIEUWS
Marin test ‘vangrail’ voor op zee Om het risico op aanvaringen van schepen met windturbines te verkleinen, ontwikkelen onder zoekers van MARIN maritieme vangrails.
Op 31 januari van dit jaar raakte het Duitse vrachtschip Julietta D in zware storm voor de kust bij IJmuiden op drift. De bulk carrier raakte eerst een tanker en belandde daarna in een windpark in aanbouw. Daar raakte ze een transformatorplatform, waar na een aanvaring met de fundering van een windturbine volgde. Gemiddeld raakt tachtig keer per jaar een schip op drift op de Noordzee. De hui dige kans op een aanvaring met een wind turbine is 1,5 tot 2,5 keer per jaar. Intussen zet het kabinet in op een verdubbeling van het huidige aantal windturbines tot 2030. Het Wageningse onderzoeksinstituut MARIN organiseerde daarom een brain storm met experts. Het resultaat: drie in
GIESEN
novatieve barrières om aanvaringen tussen schepen en windturbines te voorkomen. Onlangs werden ze getest in het grote bassin van MARIN – met een schaalmodel van 1 op 40. Het eerste concept behelst een lijn met boeien boven water die met sleepankers zijn verankerd. Een tweede is een slim opgehangen net tussen vaste palen en het derde komt neer op een verankerde haaklijn onder water, die het anker van het drif tende schip op kan vangen. Het was een ingewikkelde opgave, vertelt senior projectmanager William Otto van MARIN. ‘Hoe bevestig je zo’n kabel? En hoe maak je het geheel zo sterk dat een schip er niet door of overheen vaart?’ Ook moet de vangrail open kunnen opdat het windpark bereikbaar blijft voor onderhoudsschepen.
De tests waren succesvol, zegt Otto. ‘We weten nu dat zo’n vangrail technisch haal baar is.’ Uiteindelijk zullen er ook aanvul lende maatregelen komen, zoals extra eisen aan bemanningsleden, het verbeteren van ankerplaatsen en een verhoogde paraatheid van maritieme hulpdiensten. (PD)
Een lijn drijvende boeien verankerd met sleepankers houdt de schepen tegen.
Sensoren in auto’s helpen wegbeheerders Duizenden personenauto’s in Nederland gaan wegbeheerders helpen door continu data door te sturen over de toestand van de weg. In een tweejarige proef gaan Mercedes-Benz en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat kijken of het gebruik van deze data kan helpen het wegonderhoud te verbeteren en het verkeer veiliger te maken. Nu moeten wegbeheerders vaak nog zelf de weg op om te kijken hoe deze erbij ligt. Dat is een enorme klus, want ons land telt ruim 140 duizend kilometer aan verharde wegen. In het Road Monitor-programma gaan daarom duizenden Mercedessen van particulieren de data die sensoren in hun auto’s verzamelen geanonimiseerd delen met Rijkswaterstaat, provincies en gemeenten. De eigenaren worden hiervoor persoonlijk benaderd. De sensoren zitten al in de auto’s, bijvoorbeeld in systemen om deze binnen de belijning op het wegdek te houden of als 360-gradencamera. (JH)
10
DE INGENIEUR • APRIL 2022
beeld : marin ( boven ) ; matthias giesen
Punt
Een scherpe mening over een actueel onderwerp. Deze maand Jos Keurentjes.
Stop met verbranden van plastic Bij het circulair maken van de kunststofketen gaat de meeste aandacht tot nu toe uit naar zaken als circulair ontwerpen, minder en langer gebruiken van plastics, optimaal inzamelen en het ontwikkelen van methoden voor geavanceerde sortering en recycling. Op dit moment wordt echter nog zo’n 75 procent van het recyclebare plastic verbrand. Natuurlijk, investeren in kwantiteit en kwaliteit van recyclaat is nodig, maar daarnaast kan een verbod op de verbranding van kunststoffen een wezenlijke bijdrage leveren aan het verkleinen van de behoefte aan fossiele brandstoffen en de daarmee samenhangende CO2-uitstoot. De transitieagenda kunststoffen uit 2018 kent als uitgangspunt dat er vanaf het jaar 2050 geen fossiele bronnen meer worden gebruikt als grondstof voor kunststoffen. Het grondstoffengebruik moet dus verschuiven van fossiele naar biobased koolstof, uit biologische materialen en CO2 uit de lucht. Dit vraagt om een enorme verandering van de huidige kunststofproductie. Ook valt te verwachten dat op basis van biogene koolstof andere materialen zullen worden geproduceerd, met andere technologieën. Ons ambitieniveau voor 2030 is dat dan 15 procent van de plastics biobased is. Dit is nog slechts een begin, er zijn nog veel grote innovaties en ontwikkelingen nodig. In discussies rond circulariteit wordt vaak vergeten dat er altijd sprake is van een ‘lekstroom’: tijdens alle fasen van de levenscyclus van kunststoffen komt er plastic in het milieu terecht. Daar breken deze plastics op tot microplastics die zich vervolgens in onze voedselketen ophopen. Er is inmiddels voldoende bewijs voor de negatieve gezondheidseffecten van deze microplastics. Nederland is in dit opzicht bijzonder goed georganiseerd, maar toch bedraagt deze lekstroom nog zo’n tienduizend ton per jaar. Om de vorming van microplastics te voorkomen vraagt dit om het ontwikkelen van kunststoffen met een op de
toepassing toegesneden degradatiegedrag; landbouwplastic moet misschien een levensduur hebben van vijf jaar, terwijl een plastic zakje binnen een jaar verdwenen moet zijn. Werkelijk biodegradeerbare kunststoffen bestaan op dit moment nauwelijks. We staan pas aan het begin van de transitie naar een circulaire kunststofketen. Met de huidige inzet zullen we niet voldoen aan de voorwaarden voor een gesloten kunststofketen in 2050. Alleen met forse investeringen, technologische innovaties en stevige beleidsmatige inzet en regelgeving kan de noodzakelijke transitie in versnelling worden gebracht. Dit alles vraagt om een grootschalige transformatie van productie- en waardeketens die van groot belang zijn voor de Nederlandse economie. Om op termijn een licence to operate te behouden zijn drie zaken van groot belang: de transitie van het gebruik van fossiele naar biogene koolstof, het ontwikkelen van materialen met een toepassingsafhankelijke biodegradeerbaarheid en het sluiten van de ketens via hergebruik en recycling. Dit is een enorme opgave, maar tegelijk ook een gelegenheid om deze bedreiging voor economie, milieu en volksgezondheid om te zetten in een kans voor de Nederlandse industrie en kenniswereld. Bovenstaande vraagt om substantiële onderzoek- en innovatieprogramma’s om tot productie en toepassing van materialen met de gewenste eigenschappen te komen, maar de juiste prikkels ontbreken op dit moment. Wet- en regelgeving kan helpen om die juiste balans tussen ‘wortel en stok’ te vinden en de urgentie die deze transitie nodig heeft te uiten.
We staan pas aan het begin van de transitie naar een circulaire kunststofketen
Jos Keurentjes is voorzitter van het Transitieteam Kunststoffen en directeur van het UT Centre for Energy Innovation. APRIL 2022 • DE INGENIEUR
11
G R O E N E S TA D
De toekomstmuziek van de Floriade
Naar een
groenere stad
In 1960 vond in Rotterdam de eerste editie van de Floriade plaats. De bezoekers van de internationale tuinbouwtentoonstelling konden zich niet alleen vergapen aan de gloednieuwe Euromast, maar vooral aan de mooiste bloemen en planten. Voor maatschappelijke onderwerpen was geen bijzondere aandacht. Hoe anders is dat ruim zestig jaar later. De Floriade die deze maand in Almere wordt geopend, draait juist volledig om de grote opgaven van dit moment. Daarmee spelen op deze editie naast tuinders ook bouwers, ingenieurs en zelfs kunstenaars een rol. Hoe kunnen we groener bouwen? Kan robotica helpen de teelt duurzamer te maken? Hoe kunnen we bouwmaterialen zelf verbouwen in plaats van uit een vervuilende fabriek laten komen?
Growing green cities: zo luidt het thema van deze Floriade, die van 14 april tot 9 oktober te bezoeken is. De Ingenieur ging vast langs om die groenere toekomst van dichtbij te ervaren.
12
DE INGENIEUR • APRIL 2022
t
Stedelijk vervoermiddel van de toekomst? Floriadebezoekers kunnen een 850 meter lange ka belbaanrit maken; deze foto is ge nomen vanuit een van de cabines. foto : floriade
Rivieren zullen vaker buiten hun oevers treden. APR IL 2022 • DE INGENIEUR foto : depositphotos
13
GROEN BOUWEN T E K S T: P A N C R A S D I J K
Paviljoen als passe-partout Met eigen ogen zien dat bouwen ook groen, duurzaam en snel kan? Het Nederlandse paviljoen op de Floriade is een toonbeeld van biobased bouwen, waarbij de grens tussen binnen en buiten, gebouw en groen vervaagt. The Natural Pavilion, zoals het paviljoen heet, ruikt bij Gerben Kuipers is filmliefhebber en bouwer. Hij zette de bioscoopketen Cinemec op én de Noordereng Groep, een eerste bezichting sterk naar vers gezaagd hout, afpionier op het gebied van houtbouw. Afgelopen jaar komstig van sparren die een paar maanden geleden nog sleepte hij een bijzondere opdracht in de wacht: hij op de Veluwe nabij Ermelo stonden. ‘Het hout droogt mocht het Nederlandse paviljoen voor de Floriade neer- in het werk’, zegt Kasper Broek van Staatsbosbeheer. ‘In zetten. Het paviljoen moest een platform van innovatie- de verbindingen hebben we ermee rekening gehouden dat het nog nawerkt.’ Dat het kappen van bomen niet kracht worden – en binnen een paar maanden af zijn. ‘Ik benaderde de bouw als een film’, zegt Kuipers. ‘Ik het toppunt van duurzaamheid lijkt te zijn, wil er bij Broek niet in. ‘Het is juist fantastisch dat het had een regisseur nodig, cameramensen, acbouwmateriaal gewoon weer bijgroeit!’ Broek teurs. Ik was de producent die ervoor moest rekent voor hoelang de Nederlandse bossen zorgen dat alles op het juiste moment bij elPuurheid en erover doen om de hoeveelheid hout te prokaar kwam: dat iedereen wist wat zijn taak eenvoud. Dat duceren die is verwerkt in het paviljoen: een was, dat de locaties bekend waren en de decors vinden we luttele 33 minuten. klaar stonden.’ Binnen 4,5 maand stond het Voor architectenbureau DP6 was snel duipaviljoen er, deze maand volgt de première. mooi en delijk wat de uitgangspunten moesten zijn. ‘Dit is het nieuwe bouwen’, zegt Kuipers trots, efficiënt ‘Puurheid en eenvoud’, zegt Dick de Gunst, arterwijl hij een rondleiding geeft over de set. chitect bij het bureau. ‘Dat vinden we mooi en Pas krap een jaar geleden was het pakket aan het is efficiënt.’ Het uitgangspunt kreeg vorm eisen bekend en konden partijen zich ervoor inschrijven. Kuipers slaagde erin een ‘gedreven filmcrew’ door een duidelijke splitsing aan te brengen tussen casco samen te stellen. ‘De vraag was heel specifiek’, zegt hij. en inbouw. Een ander staaltje van de eenvoud die de arHet paviljoen moest een tentoonstelling huisvesten met chitect beoogde, was het streven om vooral lokale matetien verschillende ruimten, op een vrij kleine kavel. Het rialen te gebruiken – zoals het Veluwse douglashout. ‘In gebouw moest bovenal de boodschap weerspiegelen die dit paviljoen gebruiken we alleen wat echt nodig is’, zegt de hele Floriade kenmerkt: dat er oplossingen moge- De Gunst. ‘Dat komt de bouwsnelheid, de duurzaamheid lijk zijn voor de tekorten aan energie, grondstoffen en en de betaalbaarheid ten goede.’ woningen. Verbouwen voor de bouw Het paviljoen is in de eerste plaats een toonbeeld van wat Functie elders Een van de eisen was dat het paviljoen na afloop van de bouwen met biomaterialen vermag. De binnenwanden Floriade uit elkaar kan worden gehaald, voor een func- zijn bekleed met kurk, bamboe, thermisch hout, scheltie elders. ‘In principe kun je dit gebouw als een groot pen, biolaminaat, riet, paprikastengels of paddenstoelen. bouwpakket weer helemaal uit elkaar halen’, zegt Kui- ‘Heb je ooit over een bodem van mosterdzaad gelopen?’, pers. Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer zouden al vraagt Gerben Kuipers enthousiast, alvorens een plaat azen op in ieder geval een deel van het materiaal. ‘Maar vol vastgeplakte zaadjes neer te leggen. ‘De hele vloer het kan ook worden ingezet voor vluchtelingenopvang’, komt ermee vol te liggen.’ Al die materialen zijn leuk als gadget, maar de bedoezegt Kuipers.
“ ”
14
DE INGENIEUR • APRIL 2022
Nederlands paviljoen Het Natural Pavilion (boven) bestaat voor 95 procent uit biobased materialen. Zelfs de fundering (rechts) is niet van beton, maar van hout. ‘Dat kon hier prima want die hoeft niet lang mee’, zegt Niki Loonen van ABT. Om rotting tegen te gaan, is er om de top van de heipalen een hoes geschoven van hergebruikt kunststof. ‘Een goed alternatief voor beton.’ FOTO ’ S : SCAGLIOLA BRAKKEE
legt ontwerpleider klimaat en gebouwschil Gertjan Peters van ingenieursbureau ABT uit. ‘Ook binnen beleef je de seizoenen zoals ze zijn, maar dan zonder de scherpe randjes.’ Al het gebruikte glas is tweedehands: het maakte ooit deel uit van een paviljoen in Den Haag. ‘Het zou in Zuid-Frankrijk in de oven belanden om te eindigen als jampot. Gelukkig konden we dat voorkomen’, zegt Kuipers. Het gebouw is ook voorzien van een slimme waterbuffer. Zo’n waterbuffer loopt bij extreme buien snel vol, maar anders dan bij een normale, domme buffer, laat deze het water niet automatisch weglopen. De intelligentie zit ’m in de koppeling met de weersverwachting: zolang er geen regen is voorspeld, houdt de buffer het water vast, zodat dat kan worden gebruikt voor irrigatie of sanitair.
▼
ling van de Floriade gaat duidelijk verder, legt kwartiermaker Jan Willem van der Groep van het ministerie van Landbouw uit. De overheid zoekt naar manieren om de landbouw minder intensief te maken en carbon farming biedt mogelijk uitkomst. ‘Kunnen we een ander verdienmodel ontwikkelen voor boeren? Dat ze vezels gaan verbouwen voor de bouw?’ Veel van de gebruikte materialen – neem de paprikastengels – hebben normaal gesproken geen enkele waarde. Nu worden ze gebruikt om wanden te isoleren. ‘Daaraan zichtbaarheid geven, is superbelangrijk’, zegt Van der Groep, die zich op het ministerie inzet voor de toepassing van biobased materialen. ‘Het gebouw is daarmee een passe-partout voor het nieuwe bouwen.’ De sector staat te springen om zulke innovaties. In 2035 – zo is de ambitie van de overheid – moet 50 procent van alle gebruikte grondstoffen een biologische herkomst hebben. Omdat het paviljoen in de herfst wordt afgebroken, zit er geen verwarming in en voor ventilatie gaan gewoon de ramen open. Parametrisch ontworpen lamellen weren het directe zonlicht en houden de hitte buiten. ‘In het paviljoen is de grens tussen binnen en buiten verkleind’,
APRIL 2022 • DE INGENIEUR
15
GROEN TELEN T E K S T: M A R L I E S T E R V O O R D E
Hightechkasbouw of combiteelt De Nederlandse tuinbouwsector toont op de Floriade de nieuwste innovaties op het gebied van kringloop landbouw, klimaatadaptatie, biodiversiteit en voedsel voorziening. Duurzaamheid staat daarbij voorop. De landbouw duurzaam maken: dat is het motto van de tuinbouwsector op de Floriade. Over wat de beste manier is om dat te doen, variëren de ideeën van vertical farming tot agroforestry. Alles bij kunstlicht Bij vertical farming staan de gewassen niet buiten op uitgestrekte akkers, maar binnen, in lagen boven elkaar. Door deze gestapelde landbouw is minder landoppervlak nodig en blijft er meer ruimte over voor andere gewassen of voor natuur. Bovendien kunnen telers in de afgesloten ruimten de omstandigheden, zoals licht, temperatuur en luchtvochtigheid, nauwkeurig reguleren en zijn er geen pesticiden nodig: insecten kunnen gewoon niet binnenkomen.
Een shuttle rijdt tot onder de rolcontainer en haakt zich daar vast om plantjes te verplaatsen. foto : logiqs 16
DE INGENIEUR • APRIL 2022
Vertical farming kost minder water en toegevoegd CO2 dan andere teeltmethoden, vertelt onderzoeker Luuk Graamans van Wageningen University & Research, maar wel meer energie. Dat komt vooral omdat het zonlicht is vervangen door kunstlicht. Graamans: ‘Voor een krop sla is bij vertical farming 2,3 tot 3,5 keer zoveel elektriciteit nodig als bij een standaard Nederlandse kas, maar slechts 10 procent van de hoeveelheid water. Dat laatste maakt deze methode vooral erg geschikt voor woestijnsteden zoals Abu Dhabi.’ Op de Floriade is een geautomatiseerde ‘verticale boerderij’ van het tuinbouw-automatiseringsbedrijf Logiqs te zien. Deze bevindt zich in het Technical Innovation Center van The Green House: een immense kas met een oppervlakte van een hectare en een maximale
“
De planten helpt bij de opslag van CO2 in de bodem. Of hoogte van veertien meter. Het is daarmee de komen naar hoogste kas ter wereld. dit daadwerkelijk het geval is en of bedrijven de mensen De gewassen in de vertical farm van Logiqs die dit doen voldoende omzet kunnen halen, worden in de gaten gehouden door een com toe, in plaats wordt momenteel uitgezocht door Wagenin putersysteem. Sensoren monitoren de tem gen University & Research. Dit in opdracht peratuur en luchtvochtigheid, camera’s de ge van andersom van Stichting Weerwoud die wil laten zien wassen. ‘En we hebben software gemaakt die hoe voedselproductie en ecosysteem kunnen op grond van die gegevens en het schema van samengaan. de teler bepaalt wanneer er iets moet gebeuren’, vertelt Intussen toont Stichting Weerwoud op het Utopia indoor growing consultant Jeffry van Noord van Logiqs. eiland aan de rand van het Floriadeterrein alvast acht Is het tijd om te zaaien of te oogsten, dan gaan de ge mogelijke mengvormen. Zoals de strokenteelt van wassen autonoom op transport naar een speciale werk graan, bietjes en aardappels waartussen rijen fruit en ruimte. Ze worden dan opgehaald door een zogeheten notenbomen zijn geplant. ‘Zo treden ziekten en plagen shuttle: een blok op wielen dat zich vasthaakt onder de minder vaak op, en verspreiden deze zich minder vaak rolcontainer waar de planten op staan, deze naar een lift als het toch een keer raak is’, vertelt agroforestryexpert rijdt, en op de verdieping van de werkruimte op de goede en architect Xavier San Giorgi die Stichting Weerwoud plek aflevert. ‘De planten komen dus naar de mensen oprichtte. toe, in plaats van andersom’, zegt Van Noord. Dat spaart Of zoals een kippenuitloop tussen hopplanten die tot ruimte en tijd. vijf meter hoog worden. De planten bieden de kippen be scherming tegen de zon en roofvogels, de kippen bemes Kippenuitloop ten het land voor de hop. Of zet bomen op een weiland, Aan de andere kant van dat spectrum – en tevens van het oppert San Giorgi: ‘De bladeren bevatten mineralen die Floriadeterrein – bevindt zich het gebied met agrofores de gezondheid van de koeien bevorderen, en de dieren try. Dit is een vorm van kringlooplandbouw, waarbij de kunnen van de beschutting achter de hagen genieten.’ filosofie juist is om terug te gaan naar vroeger en ver De keuze tussen vertical farming en agroforestry zal schillende soorten landbouw en veeteelt te combineren. voor de meeste boeren overigens niet alleen afhangen Bij agroforestry staan bomen en struiken in de akkers van filosofische voorkeuren, maar tevens van de produc of graslanden, in stroken tussen de aardappels of gewoon ten waarmee ze werken. Koeien laten zich nu eenmaal verspreid over het land. Het idee is dat dit bevorderlijk lastiger stapelen en rondrijden dan slaplantjes, en die is voor de biodiversiteit en de bodemkwaliteit en ook laatste kun je beter niet tussen de kippen zetten.
Stichting Weerwoud toont voorbeelden van agroforestry op het Utopia-eiland foto : youssef biada
t
”
APRIL 2022 • DE INGENIEUR
17
GROEN DROMEN T E K S T: J I M H E I R B A U T
De liefde tussen techniek en natuur Wetenschappers en kunstenaars tonen in de tentoonstelling
Nature Loves Technology de toekomst van ons landschap, onze energiewinning en onze voedselproductie. Kadans 2.0 is een installatie die laat zien hoe eigenschappen van golven zijn omgezet in een weefpatroon in textiel. foto : lonneke van
Wie op het terrein van de Floriade het gebouw The Natural Pavilion binnengaat, krijgt een blik op de toekomst van ons landschap, onze energiewinning en ons voedsel. Het circulaire gebouw zelf oogt al veelbelovend, maar de tijdelijke inrichting inspireert de bezoeker al helemaal om te durven dromen. Kunstenaars en wetenschappers laten er op uitnodiging van de stichting Next Nature zien hoe
der palen
onze relatie met de natuur de komende tijd verandert. ‘Sommige ontwerpers werken samen met wetenschappers, zodat het wetenschappelijke onderzoek echt tot leven komt’, zegt Emma van der Leest, die samen met William Myers de tentoonstelling Nature Loves Technology cureerde. ‘Ik was wel vaker curator, maar dan voor kleinere tentoonstellingen. Op de Floriade worden twee miljoen bezoekers verwacht.’ Voedsel en natuur The Natural Pavilion, het Nederlandse paviljoen op de tuinbouwtentoonstelling, is een duurzaam gebouw van drie verdiepingen. In de verschillende ruimten op de begane grond gaat het op de tentoonstelling onder meer over duurzame manieren om ons voedsel te produceren. Those Vegan Cowboys laten zien hoe ze werken aan de productie van graskaas, zonder dat daarvoor nog een milieuvervuilende en energievretende koe nodig is. Er staat een kas die helemaal zelf zijn energie opwekt en laat zien hoe we in de toekomst misschien wel groenten verbouwen in de stad. Aan de hand van de Marker Wadden, een kunstmatige eilandengroep in het Markermeer, wordt geïllustreerd hoe de aanpak van dat soort megaprojecten door de jaren heen is veranderd. ‘De Afsluitdijk werd ooit aangelegd puur om de mensen te beschermen tegen het water, maar die had grote gevolgen voor plant en dier. Bij de aanleg van de Marker Wadden hebben ecologen en landschapsarchitecten juist veel meer rekening gehouden met het planten- en dierenleven’, zegt Van der Leest. ‘Hetzelfde geldt voor een ander onderdeel van de tentoonstelling: de vismigratierivier. Met een virtual reality-bril op kan de bezoeker ervaren hoe je daar als vis doorheen gaat.’ Data en robots Een verdieping hoger in het paviljoen gaat het vooral over digitale onderwerpen, met data en robots. Een kunstenaar heeft data verwerkt van boeien en platforms voor de kust van Nederland die veranderende omstandigheden zoals golfhoogte, periode en windrichting registreren.
18
DE INGENIEUR • APRIL 2022
De Power Plant van Studio Marjan van Aubel, een plantenkas voor in de stad. foto : marjan van aubel
Kunstleer gemaakt van de resten van tomatenplanten. foto : jacqueline fuijkschot
Deze data zijn verwerkt tot een weefpatroon in textiel. ‘Dit laat zien hoe je data ook kunt gebruiken voor esthetiek’, vertelt Van der Leest. Next Nature leverde zelf een virtual reality-experience die vier scenario’s toont waar de mensheid op af zou kunnen stevenen. ‘Wat is de toekomst van de habitat van de mens in de next nature?’ De toekomst laat zich niet voorspellen, maar één ding is zeker: de zeespiegel stijgt verder. Logisch om dan in scenario’s te denken. Materialen en schimmels Op de tweede verdieping wordt de bezoeker geconfronteerd met het materiaalgebruik van de mens. Duidelijk is dat we af moeten van het lineaire model van grondstoffen delven, product maken, product afdanken en afval dumpen. Van der Leest: ‘Hier willen we laten zien wat er allemaal mogelijk is met reststromen. Sommige daarvan zijn door micro-organismen te verwerken, andere afvalmaterialen zijn nog nuttig te gebruiken. Neem de stengels van bijvoorbeeld tomaten en paprika’s. Die worden nu weggegooid, maar van die vezels kun je nog van alles maken. Van de stengels die van tomatenplanten overblijven heeft een kunstenaar een nieuwe collectie producten gemaakt.’ Er zijn zelfs nog onverwachtere materialen, zoals ‘fruitleer’ gemaakt van afgedankte mango’s. Ook treffen we in de tentoonstelling een – inmiddels – oude beken-
de: mycelium, de dunne draden van schimmels. Daar is prima duurzaam verpakkingsmateriaal van te maken, en zelfs vloerdelen of akoestische panelen. ‘Nederland is koploper op dit gebied’, zegt Van der Leest. De goede eigenschappen van mycelium zijn inmiddels wel bewezen, panelen voor in je huis kun je gewoon al bestellen. Bij het grote publiek is dit nog onbekend. We willen bezoekers niet per se “opvoeden”, we willen ze alleen allerlei verschillende mogelijkheden laten zien.’ APRIL 2022 • DE INGENIEUR
19
KERNENERGIE T E K S T: J I M H E I R B A U T
Veiligheid
Betaalbaar
Haalbaar
Duurzaam
Kernreactoren bouwen als auto’s De Nederlandse regering overweegt twee kerncentrales te bouwen. Bij bouwprojecten in het buitenland blijken de kosten vaak fors op te lopen. Zijn er betaalbare alternatieven? Deel 2 in een vierdelige serie over kernenergie. Direct maar beginnen met de bouw van een kerncentrale? Nederland kan beter eerst even goed kijken naar een aantal – inmiddels beruchte – projecten van grote kerncentrales in aanbouw over de grens. Bij het Noord-Franse kustplaatsje Flamanville had een nieuwe centrale al in 2012 klaar moeten zijn voor een budget van 3,3 miljard euro. De oplevering wordt nu op z’n vroegst 2023, voor negentien miljard euro. In Finland wordt waarschijnlijk
De kerncentrale bij Olkiluoto in Finland in 2015. Dit jaar wordt een derde kernreactor (links) opgeleverd die drie keer zoveel kost als was begroot. FOTO : TEOLLISUUDEN VOIMA OY / CC BY 3.0
20
DE INGENIEUR • APRIL 2022
in de loop van dit jaar een kernreactor opgeleverd die aanvankelijk 3,2 miljard euro zou kosten, maar inmiddels elf miljard euro op de kostenteller heeft staan. Ervaring nodig, en een lening Waarom lopen de kosten van het bouwen van een kerncentrale zo vaak uit de hand? In Finland was het probleem dat het de allereerste centrale van dat type was: de
European pressurized reactor (EPR), zegt Pieter Boot, tot voor kort sectorhoofd Klimaat, lucht en energie bij het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). ‘Ook had de Finse toezichthouder het proces van een nieuwe kerncentrale al lange tijd niet meer doorlopen, en dat wreekte zich. Het is daar uitgemond in veel ruzie en rechtszaken tussen betrokkenen.’ Het probleem is dat veel bedrijven en landen al jarenlang geen kerncentrales meer hebben gebouwd. Wordt de bouw van een nieuw type gestart, de EPR in dit geval, dan liggen tegenvallers en kostenoverschrijdingen op de loer. Bouw dus het liefst een kernreactor waarmee voldoende ervaring is opgedaan, is het devies. Overheden kunnen bij dit soort enorme investeringen een stimulerende rol spelen. Een energiebedrijf dat een kerncentrale wil bouwen, moet daarvoor miljarden lenen. ‘Bij de centrale bij Hinkley Point in het Verenigd Koninkrijk ligt de rente rond de 9 procent’, zegt Jan Leen Kloosterman, hoogleraar kernreactorfysica aan de TU Delft. Duurt de bouw tien jaar, dan begint de exploitant pas na tien jaar met terugverdienen. Dat is een lange tijd om te overbruggen. Als het lukt om de rente op de lening omlaag te krijgen, dan hoeft een nieuwe kerncentrale misschien maar half zoveel te kosten, schat Kloosterman. ‘Daar ligt een rol voor de nationale overheid. Die kan bijspringen met een subsidie of goedkope leningen en zo zorgen dat de bouw van een centrale wel haalbaar wordt.’ Kleinere centrales Een trend die zich duidelijk aftekent, is om kleinere kerncentrales te bouwen. Op de World Nuclear Exhibition – ’s werelds grootste vakbeurs voor de nucleaire sector – eind vorig jaar in Parijs was er één onderwerp waar iedereen het voortdurend over had: small modular reactors (SMR’s). Dit zijn kernreactoren met een vermogen van tien tot driehonderd megawatt, drie tot honderd keer zo klein als een conventionele centrale van duizend megawatt. De onderdelen kunnen prefab worden vervaardigd en vervolgens verscheept en ter plaatse geïnstalleerd. Door deze fabrieksmatige aanpak bouwen bedrijven veel vaker een kernreactor en treedt er een leereffect op, waardoor de kwaliteit omhoog gaat en de kosten omlaag; kijk maar naar de zonnepanelenindustrie. ‘Wat we nodig hebben is standaardisatie bij zowel de productie, als bij het in elkaar zetten en weer uit elkaar halen van kerncentrales’, zei een van de panelleden in Parijs. ‘Onderdelen moeten ook goed te fabriceren zijn door verschillende leveranciers. Eigenlijk zouden bedrijven kernreactoren moeten gaan bouwen als auto’s.’ Zo worden SMR’s betaalbaarder om te bouwen dan de huidige grote kernreactoren die vaak op maat worden ontworpen voor een bepaalde locatie. Dat leidt niet zelden tot vertragingen bij de bouw en forse kostenoverschrijdingen. Zo’n kleine kernreactor kost tussen de een en twee miljard euro om te bouwen, tegen tien of twintig miljard voor de grote variant. Dit soort enorm dure projecten krijgt eigenlijk geen enkel bedrijf meer van de grond. Gebrek aan bouwers Boot van het PBL ziet nog wel een ander probleem opdoemen: er zijn helemaal niet zoveel bedrijven die
kerncentrales kunnen bouwen. ‘Er zijn bedrijven in China en Rusland die het bouwen van kernreactoren technisch goed onder de knie hebben en ze bouwen de goedkoopste centrales. Maar als je kritische telecomapparatuur al niet wil overlaten aan Chinese bedrijven om redenen van mogelijke spionage, dan lijkt me dat bij een kerncentrale ook niet handig. Een kerncentrale is bepaald geen waardenvrije aankoop.’ Nederland kan het volgens Boot beter aankloppen bij bedrijven in Zuid-Korea en Frankrijk. ‘Alleen heeft EDF uit Frankrijk zijn handen al meer dan vol aan de centrales in eigen land. De Franse president Macron maakte eerder dit jaar bekend er nog zes reactoren bij te willen bouwen, en bij succes veertien. Daarom zeg ik: werk samen met de Fransen, laat één centrale bouwen in Borssele en sluit verder een deal over het afnemen van kernstroom van een centrale in Noord-Frankrijk. Dat gebeurt elders in Europa ook. Word in ieder geval onderdeel van de energieketen van een ander land, want wie het alleen doet, zal altijd duurder uit zijn.’
Bezoekers lopen langs het model van een small modular reactor van de China National Nuclear Corporation tijdens de 15de China Beijing International High-Tech Expo in Beijing. foto : depositphotos
Stabiliserend Stroom uit zon en wind is in veel gevallen goedkoper dan uit een kerncentrale. Moeten we kernenergie dan toch maar niet doen? Dat hangt ervan af. Kerncentrales hebben een stabiliserende rol en die is ook waardevol. Een kerncentrale staat namelijk altijd aan; deels vanuit economische over-
wegingen (omdat die zo duur is) en deels om technische redenen. Kernenergie kan ook helpen de totaalkosten voor een elektriciteitsnet in een land lager te houden dan met alleen hernieuwbare bronnen, omdat het stroomnet niet – of minder – hoeft te worden verzwaard. Ook dat is wat waard.
APRIL 2022 • DE INGENIEUR
21
TRIMBLE
ADVERTORIAL
Duurzaamheid in aanbouw Hoe bouw je honderdduizend woningen per jaar, haal je er vijftigduizend van het gas en houd je ook nog eens doorlooptijden en kosten onder controle? Hoe blijf je in deze drukke tijd op de hoogte van trends en innovaties? Laat je inspireren door de nieuwe serie Duurzaamheid in aanbouw! Op 22 april, World Earth Day, staan we wereldwijd stil bij het belang van onze aarde. Thema dit jaar is Invest in our planet, want een groene toekomst is een duurzame toekomst. Anno 2022 is het thema actueler dan ooit. Lokale overheden willen hun woningvoorraad transformeren naar CO2-neutraal en gasloos. Ook in de utiliteitsbouw worden tal van duurzame initiatieven genomen. Toch gaat de transitie nog niet zo snel als zou moeten. Het tekort aan geschoold personeel en de onzekere beschikbaarheid van bouwmaterialen zitten in de weg. Hoe gaan we hier als branche mee om? Welke stappen kunnen we zetten? Wat is in de (nabije) toekomst mogelijk en welke rol spelen moderne technologieën zoals common data environments, point clouds en augmented reality, laserscanners én robots om duurzaamheid beter in het bouwproces te integreren? In een nieuwe, online serie laat Trimble Construction Benelux de koplopers op het gebied van duurzaamheid in de bouw aan het woord. In
vier korte uitzendingen neemt Duurzaamheid in aanbouw de kijker mee naar de praktijk: van duurzaamheid in het werken bouwproces tot en met circulair bouwen. Andy van den Dobbelsteen, hoogleraar climate design & sustainability aan de TU Delft, verzorgt in elke aflevering de verdieping, maar er komen meer experts aan bod. Zo geeft specialist Ralph Vroegop van Trimble praktische tips om BIM met de bouw te verbinden. Bijzondere aandacht krijgen de quick scans waarmee bedrijven advies kunnen inwinnen over digitalisering in de bouw Elke donderdag in april is er een uitzending, steeds van 11.30 tot 12.00 uur. De eerste draait om duurzaamheid in het werkproces en de bedrijfsvoering. In de tweede staat de verduurzaming van gebouwen centraal. Daarna volgt duurzaamheid in bouwproces en onderhoud. De reeks wordt afgesloten met een thema-uitzending over circulair bouwen. Wie zich heeft geregistreerd, kan de uitzendingen ook later terugkijken.
Benieuwd naar alle verhalen? Ga dan via de qr-code op deze pagina naar de registratiepagina. 22
DE INGENIEUR • APRIL 2022
Podium
Universitair hoofddocent Felienne Hermans leidt aan het Leiden Institute of Advanced Computer Science een onderzoeksgroep gericht op programmeeronderwijs.
Techniek is niet altijd de oplossing De reden dat het ov in Silicon Valley zo Toen ik jaren geleden Silicon Valley bezocht, moest ik van Mountain View naar San Fran- belabberd is, is vanuit die redenering goed te cisco en dat leek mij eenvoudig. Een kleine begrijpen: Amerikanen houden van vrijheid vijftig kilometer moest toch makkelijk per en daarbij hoort kennelijk een eigen auto. Het trein kunnen. Die trein bleek echter maar een gebruik van het ov ging hard achteruit omdat paar keer per dag te gaan. Omdat de bus nóg er te weinig geld was om veel lijnen in bedrijf minder vaak reed en het hotel geen fietsen te houden en mensen dus vaker een auto nohad, moest ik me bovendien wel met de auto dig hadden, een politieke keuze. Musk zou de situop het station laten afzetten. atie direct kunnen Ik moest hieraan terugverbeteren door een denken toen Tesla-baas Elon Als in de file staan je deel van zijn miljarMusk laatst twitterde dat files den over te maken het moeilijkste probleem ooit grootste probleem is, naar bus- en treinzijn. Wat een onbeschofte dan heb je het goed maatschappijen. De opmerking eigenlijk nu we enige innovatie die net, onder andere dankzij daarvoor nodig, is vaccins, een pandemie te boven lijken te komen en we misschien wel op een upgrade van zijn karakter. Want investede grens staan van een Derde Wereldoorlog ren in goed ov en fietsvriendelijkheid werkt. die tot grote voedselschaarste kan leiden. Je Kijk naar Nederland en je ziet het! Hoe komt dat eigenlijk? Omdat solidariteit zou denken dat ziekte en honger toch nog net wat belangrijker zijn om op te lossen, maar en collectieve actie niet zo goed in ons zelfja, Silicon Valley richt zijn focus nu eenmaal beeld passen, weet haast niemand dit meer, maar de reden dat we zoveel fietspaden heeft op de problemen van de witte middenklasse. Als in de file staan nou je ergste probleem is het gevolg van activisme in de jaren zeis, heb je het dan gewoon niet best goed? Los ventig. Met de slogan ‘Stop de kindermoord’ van het feit of het een belangrijk probleem is, werd er hard campagne gevoerd tegen auto’s zit Musk er ook flink naast dat het een moei- en voor fietsen. Mensen die speelden dat ze dood waren gereden lagen dagenlang op het lijk probleem is. Dat lijkt misschien zo als je het met een Museumplein. Met succes: er werden fietspuur technische bril bekijkt: hoe maken we paden aangelegd en de auto werd meer en een superzuinige auto? Maar fileproblema- meer uit de stad geweerd. Fietsers creëerden tiek is geen technisch, maar een sociologisch de fietspaden en niet andersom. Problemen zijn complex en techniek is niet probleem. Wie wil er waar wonen? Wie kan dat betalen? En een politiek probleem: waar altijd de oplossing. Soms hebben we minder zijn er wegen? Wanneer rijdt de bus en wat techniek nodig; minder sociale media, minder olieverbruik, en minder auto’s. kost dat? APRIL 2022 • DE INGENIEUR
23
K U N S T M AT I G E I N T E L L I G E N T I E T E K S T: T O N V E R H E I J E N
Slimme samenleving
Laat algoritmen de wereld mooier maken Van gezichtsherkenning tot vertaalapps, van fraudebestrijding tot medische diagnoses. Kunstmatige intelligentie zit al in de haarvaten van onze samenleving verweven. Maar waar eindigt het positieve effect van algoritmen en beginnen beïnvloeding en sluwe manipulatie? Aangezien het mensen zijn die zelf lerende algoritmen programmeren, zullen het ook mensen moeten zijn die ze (op)voeden met ethiek en moraal.
Theodore installeert zijn persoonlijke operating system Samantha. foto : videostill
In de film Her (2013) wordt hoofdpersoon Theodore Twombly verliefd op Samantha. Ze is zijn steun en toe verlaat zodra de twijfel maar even toeslaat. Hij is nogal zwaar op de hand, Samantha is ontwapenend, grappig, superslim en empathisch. Ze raakt een gevoelige snaar bij Theodore. Het lijkt alsof ze hem beter begrijpt dan wie ook. Als hij ’s nachts ligt te woelen in zijn bed, stelt Sa mantha hem met haar zwoele stem gerust: ‘O Theodore…’
uit de film her
Meer dan de stem van Samantha, ingesproken door de Amerikaanse actrice Scarlett Johansson, krijgt de kijker niet. Samantha is een chatbot. En dat heeft zo z’n be perkingen. Hoewel haar relatie met Theodore (Joaquin Phoenix) veelbelovend begint, zitten de twee uiteindelijk toch niet op dezelfde golflengte. Ondertussen komt hij steeds meer over haar te weten. Hij ontdekt hoe Saman tha is geprogrammeerd. Naast Theodore blijkt ze met nog 8316 mensen diepzinnige gesprekken te voeren. Met 641 van hen onderhoudt ze zelfs een liefdesrelatie. Voor Samantha een kille rekensom, voor Theodore een emo tionele mokerslag. Her vertelt het verhaal van algoritmen en mensen. Computerwetenschappers twijfelen er niet aan dat het verbale vermogen van chatbots binnen enkele jaren niet meer van dat van een mens te onderscheiden is. Kunst matige intelligentie, machine learning en natural language processing zullen ervoor zorgen dat mens en machine volledig op elkaar kunnen worden afgestemd. Met de nadruk op kunnen. Want het zijn mensen die zelfleren de algoritmen programmeren en het zijn mensen die ze voeden met hun interactie. Wat is een goede aanpak? Gaan algoritmen de wereld mooier maken? Aanbeveling of beïnvloeding? Algoritmen kunnen in bepaalde omstandigheden beter tumoren en huidkanker detecteren, beter nummer borden herkennen, beter hardrijders identificeren, beter gezichten herkennen, beter stoplichten afstellen, beter
24
DE INGENIEUR • APRIL 2022
illustratie : geralt / pixabay
“
verkeer door de stad loodsen en beter aan met muziek te maken maar kunnen wel diep De bevelingen doen voor een restaurant. Start doordringen in de privésfeer. Luister naar een ups maken veelvuldig en creatief gebruik belangrijkste podcast van Tijl Beckand of Jeroen van Inkel van de mogelijkheden. Zo stelt het Rotter en het kan zomaar gebeuren dat je wordt aan banen in de damse Speaksee doven en slechthorenden in gemoedigd om een griepprik of boostershot toekomst staat beter deel te nemen aan online groeps te halen. Er zullen muziekliefhebbers zijn die hebben met gesprekken. Iedere deelnemer draagt een dat ervaren als een inbreuk op hun privacy. microfoontje. Het audiosignaal wordt in de ‘Blijft AI ons nog dienen als ze zoveel slim ethiek te cloud omgezet in tekst. Die wordt getoond op mer is dan wij?’, schreef techjournalist Jan maken het beeldscherm van de slechthorende: iedere Fred van Wijnen onlangs in het Financieele deelnemer een aparte kleur. Dagblad (FD). De lijst met negatieve berich Met het omzetten van spraak in tekst maakt ten in de media is lang. Amazon staat er we Speaksee dromen waar voor doven en slecht reldwijd niet best op als het gaat om het res horenden. Maar waar eindigt het positieve effect van pecteren van werknemersrechten en houdt vakbonden algoritmen en begint de beïnvloeding? Waar eindigt de het liefste buiten de deur. Meta wordt ervan beschuldigd handige personalisatie en begint de sluwe manipulatie? jonge meisjes minderwaardigheidscomplexen en eet In de nieuwsvoorziening kunnen algoritmen zo worden stoornissen te bezorgen. Uber laat algoritmen chauffeurs gebouwd dat ze diversiteit en pluriformiteit laten zien of ontslaan zonder dat er een human resource manager aan juist een informatiebubbel met gekleurd nieuws: iedere te pas komt. dag de laatste nieuwtjes over René van der Gijp. En wat te denken van de toeslagenaffaire? De Belas En wat te denken van Spotify? De advertentieloze ver tingdienst maakte bij het controleren van aanvragen sie van de muziekstreamingdienst geeft sinds een tijd voor kinderopvangtoeslag gebruik van een op algorit je ook aanbevelingen voor podcasts. Die hebben niets men gebaseerd risicomodel. Het hebben van een
t
”
APRIL 2022 • DE INGENIEUR
25
K U N S T M AT I G E I N T E L L I G E N T I E
Bart Wernaart (links) slaat als lector aan de Fontys Hogeschool een brug tussen technologie, maatschappij en ethiek. Frank van Praat (midden) van KPMG leidt het trusted analytics team. Christian Kromme (rechts) is spreker en trendwatcher. foto : fontys , kpmg adrian - kuipers
26
‘De fabriek is te klein. Ik gooi de stad plat want andere dan de Nederlandse nationaliteit was dan heb ik meer ruimte voor het bouwen van gecodeerd als een risico. Duizenden mensen paperclips.’ Een mens zal denken: ‘Dat is niet met een dubbele nationaliteit werden door de Een kwaadde bedoeling.’ De machine ontbeert context en Belastingdienst strenger gecontroleerd dan voert het uit. Denk aan de 641 liefdesrelaties andere Nederlanders. En het kan nog gekker. aardige van Samantha. De chattende robot Tay van Microsoft was Voor een maatschappelijk verantwoorbedoeld als experiment om kunstmatige in- programmeur de context moet de burger meedenken over telligentie en gespreksbegrip te testen onder kan een ethische dilemma’s, vindt Wernaart. Moet 18- tot 24-jarigen. Tay veranderde binnen 24 monster een zwangere vrouw voorrang krijgen boven uur in een holocaustontkennende nazi die creëren een stervende kankerpatiënt bij een operatie? iedereen schoffeerde die hem voor de voeten Moet een zelfrijdende auto die een frontale liep. Hij noemde Barack Obama een aap die botsing wil voorkomen Nick (links) of juist van Adolf Hitler nog iets kon leren. Simon (rechts) sparen? Daar denkt iedereen Een enkeling zal genoegen scheppen in de genoemde voorbeelden, maar de meeste mensen deu- het zijne van. Het vraagt om een goede afweging. De 125 studenten gen en keuren ze hardgrondig af. Kennelijk komt ons morele kompas niet overeen met wat de algoritmen ons van Wernaart doen er onderzoek naar. Begin december voorschotelen. Volgens trendwatcher Christian Krom- vorig jaar maakten de studenten een scan van het ethisch me hebben de belangrijke banen van de toekomst met onderbuikgevoel van Eindhovenaren. Om morele data ethiek te maken. Journalist Sanne Kanis schreef onlangs op te halen, gingen ze de wijken in met hun laptop en een in het FD: ‘Als we ons richten op het aanleren van ethiek, ouderwetse arcadekast met chatbotfunctie. Wernaart: kunnen we machines corrigeren.’ Ook Frank van Praat, ‘De Eindhovenaren konden spelen met de joysticks terdirector trusted analytics van adviesbureau KPMG, ziet wijl ze iets moesten vinden van ethische dilemma’s die grote uitdagingen op ethisch vlak. Hij hielp mee aan de normaliter verstopt zitten in de technologie.’ Nadat ethische normen bij burgers zijn opgehaald, kan ontwikkeling van een ethisch kompas om organisaties te de programmeur aan de slag en kan het algoritme voor begeleiden bij ethisch verantwoord beleid. het nieuwe product worden geschreven. In dat stadium moet worden bepaald hoeveel ruimte de programmeur Participerende burger Om de interactie tussen mens en techniek en de ethische krijgt, vindt Wernaart. Als de belangen niet te groot zijn lading van algoritmen in kaart te brengen, is onlangs het (bijvoorbeeld een chatbot in de winkel) mag de prolectoraat moral design strategy gestart bij Fontys Hoge- grammeur de ‘morele autoriteit’ zijn. Maar als het over leven en dood gaat bij de ontwikscholen. Lector Bart Wernaart wil maatschappelijke vraagstukken aan bod laten komen en de morele normen keling van een zelfrijdende auto of healthbot voor van het individu ‘vangen’ en ten goede gebruiken in het levensreddende operaties, moeten de belanghebbenden (chauffeur, patiënt) zeggenschap hebben en moeten ontwerpproces van producten en diensten. Volgens Wernaart draait het daarbij om ‘context’. Stel: persoonlijke wensen en karaktertrekken van de proje bent in het bezit van een paperclipfabriek. Je bouwt een grammeur buiten het algoritme blijven, anders kan het zelflerend algoritme dat zoveel mogelijk paperclips moet eindresultaat alle kanten op waaien. Een kwaadaardige gaan maken. Op een goed moment denkt de machine: programmeur creëert een monster.
DE INGENIEUR • APRIL 2022
“ ”
De gemeente Amsterdam maakt al gebruik van een algoritmeregister. Zo stond er een algoritme bij van een ‘slimme camera’ die in de openbare ruimte keek of mensen voldoende afstand van elkaar hielden. De gezichten van mensen werden vervangen door gekleurde smiley’s. foto : gemeente amsterdam
vindt dat de computer te allen tijde ondergeschikt moet zijn aan de mens. Hij wil dat koeriers, verzenders, ontvangers én stadsbewoners allemaal profijt hebben van zijn werk. Zo kan de chauffeur bij Keana altijd, als hij wil, een andere route rijden dan de computer aanbeveelt. Omdat Keana IT-connecties maakt tussen lokale verzenders en grote logistieke dienstverleners als Dachser en CB, wordt tijd bespaard. Die tijd wil Bouma ten goede laten komen aan alle schakels in de keten. Zolang Bouma de leiding heeft bij Keana, worden al die schakels netjes behandeld. Dat zijn mooie woorden. Maar hoe borg je die? Het kenmerkende van een balansoefening is immers dat die kan mislukken. Hoe voorkom je dat Keana nadelig gaat uitpakken voor een van de schakels in de keten? Een manifest met tien geboden? Een ethische commissie? Een chief ethical officer? Bouma twijfelt. Als Keana ooit wordt verkocht, kan de nieuwe eigenaar ermee doen wat hij of zij wil. Als de nieuwe aandeelhouders een andere koers willen, komt er een andere koers. Als organisaties winstgevendheid nastreven, krijgen programmeurs geen bonussen voor specifiek ethisch programmeren. Ze zullen hun algoritmen zo bouwen dat er omzet wordt binnengehaald en dat kan negatief uitpakken voor mensen. Benadelende algorithme Algoritmen die zijn gebaseerd op controle of winstmaximalisatie, kunnen ons benadelen of afhankelijk maken. De toeslagenaffaire bewijst het. Volgens Am-
t
Balansoefening Van Praat van KPMG noemt het samenspel van belangen een balansoefening. ‘Je wilt niet dat alles in het begin al wordt afgeschoten door een morele autoriteit. Je wilt ook niet op het eind van het ontwikkelproces horen dat het niet kan.’ Ergens in het midden moet iets moois ontstaan. Op de werkvloer moeten mensen zich bewust zijn van ethiek, vindt Van Praat. Begeleiding is daarbij niet overbodig. Precies zo ging het bij de ontwikkeling van Keana, een nieuw softwareplatform voor duurzame en efficiënte stadslogistiek. ‘Zero-emissie in de last mile’, vermeldt de website. In de concurrerende e-commerce betekent dat al gauw: klanten tevreden houden en pakjesbezorgers het vel over de neus trekken. Niet bij Keana. Oprichter Reinier Bouma liet zijn programmeurs de algoritmen bouwen ‘om te bepalen wie hoe waarheen moet met wat’. Vrachten van leveranciers worden door algoritmen gebundeld – bloemen, boeken en wasgoed samen in één vracht – in de hub aan de rand van de stad. Vervolgens knippen algoritmen de vrachten op om daarna te bepalen welk vervoermiddel het geschiktst is in de laatste mijl: fietskoerier, elektrische koelbakwagen, bezorgboot of light electric vehicle. De vijf medewerkers van Keana hebben samen afgesproken dat ze geen chauffeurs gaan tracken en controleren. Bouma: ‘Sommige klanten vragen dat en we kunnen het gemakkelijk bouwen. Maar dat willen we niet. We zijn geen big brother.’ Bouma is een idealist. Hij
APRIL 2022 • DE INGENIEUR
27
K U N S T M AT I G E I N T E L L I G E N T I E
De ontwikkeling van AI als maatschappelijk fenomeen aan de hand van enkele indicatoren BRON : WRR
28
nesty International schenden de gebruikte algoritmen de mensenrechten vanwege etnisch profileren, een vorm van discriminatie. Ook grote techbedrijven krijgen veel kritiek. De vraag is of hun programmeurs zich altijd senang voelen bij polarisatie creëren, likes genereren en verslavingen veroorzaken. Volgens Kromme ontstaat ‘vanuit de pijn die algoritmen ons doen’ de noodzaak om iets nieuws te beginnen. Voor meer geluk en verbinding. Hij noemt MeWe.com, een socialmediaplatform zonder advertenties, tracking, spyware of gezichtsherkenning. ‘We don’t do anything creepy’, zei MeWe-oprichter Mark Weinstein tegen BBC News: we doen geen enge dingen.
betrokken: ‘Ik geloof in openheid en feedback van burgers om erachter te komen hoe we negatieve effecten kunnen voorkomen.’ Maar waarom zouden we de put pas dempen als het kalf al is verdronken? We kunnen symptomen blijven bestrijden of een laag dieper gaan en de oorzaak aanpakken. Volgens Kromme zijn vrijwel alle problemen terug te voeren op de hiërarchisch opgebouwde structuren van onze organisaties en bedrijven. De directie wil winstmaximalisatie of controle en de medewerkers moeten maar zien hoe ze die winst of controle gaan realiseren. Natuurlijk zoeken zij de grenzen op, en gaan ze eroverheen.
Strenge regie Voor meer rechtvaardigheid en minder excessen is strengere regie nodig, zegt Jurriën Hamer. Hij is onderzoeker bij het Rathenau Instituut dat het debat aanjaagt over de impact van technologie op ons leven. Maatschappelijke kosten en baten moeten veel duidelijker in kaart worden gebracht voordat een project begint. Wat is het maatschappelijk belang? Wat zijn de risico’s? Kan het doel ook zonder algoritmen worden bereikt? Als er problemen ontstaan, moet iemand verantwoordelijk kunnen worden gehouden. Ook het openbaar maken van AI-systemen in een register kan helpen. Daarvoor pleit de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid in haar rapport Opgave AI. De nieuwe systeemtechnologie van vorig jaar november. De gemeente Amsterdam en Rotterdam doen dat bijvoorbeeld al. In het algoritmeregister kan de burger zien hoe algoritmen door de gemeente worden ingezet voor stadsbeheer, parkeercontroles en veiligheid. AI-specialist Maarten Sukel was in Amsterdam bij de ontwikkeling
De multidisciplinaire oplossing De alternatieven kloppen aan de deur. De opkomst van kleine, multidisciplinaire teams is jaren geleden ingezet. Specialisten uit verschillende vakgebieden werken samen op basis van gelijkheid, vertrouwen, betrokkenheid en complementaire persoonlijkheidstypen. Daardoor is het team in staat een compleet beeld te geven van alle relevante ontwikkelingen en kan het team snel creatieve (digitale) oplossingen leveren die ook maatschappelijk worden geaccepteerd. Voor veel bedrijven is multidisciplinair samenwerken een gewaagd doel omdat het de hiërarchische cultuur overstijgt. De teams doorbreken de grenzen van afdelingen, procedures en vaste afspraken. Maar ze hebben een groot voordeel. Ze zijn in staat vroegtijdig in te spelen op de snelle veranderingen van vandaag. Samen kunnen ze bouwen aan een mooiere wereld.
DE INGENIEUR • APRIL 2022
Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door het Steunfonds Freelance Journalisten.
A N A LYS E Achtergrond bij een actueel ingenieursonderwerp
Privacy gaat over meer dan alleen privacy Instanties zetten steeds vaker algoritmen in om besluiten te nemen. Hoe dat mis kan gaan laat de kwestieSyRI zien: met dat instrument om fraude met uitkeringen, toeslagen en belastingen op te sporen, schond de overheid volgens de rechter zelfs de mensenrechten. Marc Steen van TNO schetst de juridische kaders. Tekst: Marc Steen
Fraudeopsporing SyRI was een instrument waarmee overheidsinstanties gegevens van burgers met elkaar konden delen en ana lyseren, voor het opsporen van fraude met uitkeringen, toeslagen en belastingen. ‘Konden’ inderdaad, omdat de rechtbank in Den Haag in februari 2020 het gebruik
van SyRI heeft verboden. De zaak was aangespannen door onder andere het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten. De rechter oordeelde dat de wetgeving die SyRI regelt, niet voldoet aan artikel 8 lid 1 van het Europees Verdrag voor de Rechten voor de Mens (EVRM): ‘Een ieder heeft recht op respect voor zijn privéleven, zijn familie en gezinsleven, zijn woning en zijn correspon dentie’. Dit is te lezen als het recht op privacy in bredere zin. De rechter verwees ook naar het recht op bescher ming van persoonsgegevens in de Algemene verorde ning gegevensbescherming (AVG). Dit is het recht op privacy in engere zin. Het vonnis was dus gebaseerd op twee verschillen de rechtsgronden: het EVRM en de AVG. Maar hoe werken die twee wetten? Beter begrip hiervan helpt hopelijk om in de toekomst nieuwe toeslagenaffaires te voorkomen. Het eerste wat de rechter deed, was toetsen of er een wettelijke basis is voor SyRI. En die is er, namelijk artikelen 64 en 65 van de Wet structuur uitvoeringsor ganisatie werk en inkomen (SUWI). Bovendien is het doel dat de overheid nastreeft met SyRI legitiem: het voorkomen en bestrijden van fraude. So far, so good. Maar hoe werkt SyRI dan in de praktijk? Volgens de SUWI mogen instanties gegevens uit bij elkaar zeventien categorieën verzamelen en verwerken: naam, adres, geboortedatum, geslacht, en gege
t
We hebben de laatste jaren veel voorbeelden gezien van overheidsinstanties die gegevens van burgers ver zamelen, daarop analyses en algoritmen loslaten en op basis van de uitkomsten besluiten nemen. Soms loopt dat helemaal fout, zoals bij de toeslagenaffaire. Vaak gaat het hier om privacy. Althans, dat woord gonst altijd gauw rond als het om algoritmen gaat. Maar wat bedoelen we dan precies met privacy? Gaat het over het zorgvuldig omgaan met persoonlijke ge gevens van burgers, over het verzamelen en verwerken van gegevens, over gegevensbescherming en privacy in engere zin? Of gaat het over privacy in bredere zin: over de wijze waarop instanties ingrijpen in persoonlijke leven van mensen, en bijvoorbeeld over proportionaliteit: over de verhouding tussen maatschappelijke kosten en baten bij het inzetten van zo’n algoritme? Beide betekenissen van privacy zijn relevant en belangrijk. Dat het ook belangrijk is om onderscheid te maken tussen die twee, laat de kwestie rond SyRI (Systeem RisicoIndicatie) zien.
APRIL 2022 • DE INGENIEUR
29
OPINIE
Interview van de maand
vens over arbeid, herintegratie, huisvesting, inburgering, onderwijs, pensioen, schulden, vergunningen, roerende en onroerende goederen, handelsgegevens, fiscale gegevens, boetes, et cetera. Best een lange lijst. De gegevens worden geanalyseerd met een risicomodel en daaruit komen risicomeldingen voort: bepaalde (rechts)personen worden aangemerkt als ‘onderzoekswaardig’ en worden onderworpen aan nader onderzoek. Mensenrechten Nu komt er een manoeuvre die typisch is voor Nederland. De rechtbank mag een wet, in dit geval SUWI, niet toetsen aan de Grondwet (art. 120 van de Grondwet); maar wel aan internationale verdragen (Grondwet art. 93 en 94) zoals het EVRM, een internationaal verdrag afkomstig van de Raad van Europa. Dat is een organisatie met 47 deelnemende landen, waaronder Nederland, niet te verwarren met de Europese Unie, een transnationale organisatie met 27 lidstaten. Dit heeft te maken met de trias politica, de scheiding der machten. Een rechter heeft een rechtsprekende taak, geen wetgevende. Een wet verbieden zou te veel lijken op een wetgevende taak. 30
DE INGENIEUR • APRIL 2022
De rechter toetste dus SyRI aan artikel 8 van het EVRM, en merkte op dat dit artikel breed te interpreteren is: ‘Het recht op respect voor privéleven beschermt mede een recht op persoonlijke autonomie, op persoonlijke ontwikkeling en zelfontplooiing en het recht om relaties aan te gaan met anderen en de buitenwereld’. Ook merkte hij op dat het raakt aan ‘het recht op gelijke behandeling in gelijke gevallen en het recht op bescherming tegen discriminatie, stereotypering en stigmatisering’. Deze risico’s zijn bekend. Die zijn te lezen in Weapons of Math Destruction van Cathy O’Neil; in dat boek staan talloze voorbeelden van hoe de inzet van algoritmen kan leiden tot stigmatisering en discriminatie. Beperking van rechten Veel mensenrechten zijn niet absoluut. Dat wil zeggen dat overheden deze rechten mogen beperken, mits ze daar goede redenen voor hebben, bijvoorbeeld voor het realiseren van bepaalde maatschappelijke doelen. Tijdens de pandemie heeft de overheid ervoor gekozen om diverse vrijheden te beperken voor het bevorderen van de volksgezondheid. In het geval van SyRI heeft de rechter getoetst of de beperking van het recht op
Volgens de rechtbank was de balans zoek tussen de voordelen van het inzetten van SyRI voor het opsporen van fraude, en de nadelen voor de privélevens van burgers. foto : matthew henry / unsplash
respect voor privéleven past in een democratische samenleving. Concreet betekent dat een toetsing van proportionaliteit, geschiktheid en subsidiariteit. Hoe is de verhouding tussen de voordelen van SyRI voor het opsporen van fraude aan de ene kant, en de nadelen voor het recht op respect voor het privé leven van burgers aan de andere kant? Hoe geschikt is SyRI als middel voor het opsporen van fraude in de praktijk? En zijn er andere middelen, met minder nadelen, om datzelfde doel te bereiken? Bij het beantwoorden van deze vragen verwees de rechter naar een brief van Philip Alston, tot voor kort de speciale VNrapporteur voor extreme armoede en mensenrechten. Hij had deze brief geschreven omdat hij de SyRIcasus belangrijk vindt: het is de eerste keer dat de inzet van digitale technologie in een verzorgingsstaat wordt aangevochten met een beroep op mensenrechten. In zijn brief wijst Alston erop dat SyRI vooral wordt toegepast in wijken met arme of achtergestelde mensen, en dat dit leidt tot stigmati sering en discriminatie. Hij verwijst naar het gebruik van een voorloper van SyRI in de periode tussen 2008 en 2014, en bespreekt enkele voorbeelden. In het project Waterproef werden in zestig gemeen ten gegevens van 63.000 burgers verzameld; het ging onder andere om watergebruik en uitkeringen teneinde het nietmelden van samenleven op te sporen. In totaal 457 personen kregen een risicomelding. Na onderzoek bleven maar 42 gevallen van fraude over. Slechts 9 procent van de voorspellingen waren true positives. In het project Kadastercheck deelden 130 gemeenten ge gevens van 119.000 burgers over bijstandsuitkeringen en bezit van onroerend goed, om fraude op te sporen. Hieruit kwamen 3800 risicomeldingen. Na onderzoek bleven 117 gevallen van fraude over; slechts 3 procent true positives. Het lijkt erop dat SyRI geen erg effectief instrument is om fraude op te sporen. De Volkskrant kopte: ‘SyRI, het fraudesysteem van de overheid faalt: nog niet één fraudegeval opgespoord’. De rechter merkte ook op dat die risicomeldingen een ‘aanmerkelijk effect op het privéleven’ kunnen hebben. Kortom, de balans is zoek tussen de voordelen van het inzetten van SyRI voor het opsporen van fraude, en de nadelen voor de privé levens van burgers. Gegevensbescherming De rechtbank heeft de inzet van SyRI ook getoetst aan de AVG. Deze bepaalt in meer detail het recht op bescherming van persoonsgegevens en beschrijft belangrijke beginselen, een soort ontwerpprincipes, zoals: transparantie, doelbinding en dataminimalisatie. Transparantie gaat in dit geval over het verstrekken van informatie aan de burgers van wie gegevens worden gekoppeld. Bij SyRI gebeurde dit onvoldoende. Bo vendien hield de overheid het risicomodel (algoritme) geheim, om te voorkomen ‘dat burgers hun gedrag daarop zouden kunnen afstemmen’; lees: frauderen op zo’n manier dat het algoritme dat niet detecteert. foto : tno
Doelbinding wil zeggen dat instanties alleen persoons gegevens mogen verzamelen voor een aantal ‘wel bepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardig de doeleinden’. De rechter stelde dat SyRI in theorie niet in strijd is met doelbinding. In de praktijk echter scoort SyRI hier een onvoldoende. Zeker in combinatie met het beginsel van dataminimalisatie: het verzamelen, kop pelen en analyseren van alleen die data die nodig zijn voor een specifiek doel. Er worden wel heel veel typen persoonsgegevens verzameld. De Raad van State merk te daarover op dat er ‘nauwelijks een persoonsgegeven te bedenken is dat niet voor verwerking in aanmerking komt’. Dialoog organiseren Wat kunnen we leren uit deze casus? Dat je bij privacy zowel moet denken aan die bredere betekenis (EVRM) als aan die engere betekenis (AVG). Het EVRM gaat over de bredere context waarin algoritmen worden toe gepast. De AVG gaat over hoe die algoritmen precies werken. Ook zagen we dat het niet alleen belangrijk is om zorgvuldig om te gaan met data verzamelen en het toepassen van algoritmen, maar ook om zorgvuldig de processen eromheen te organiseren. Bij een casus als SyRI spelen vragen als: in welke wij ken wordt dit algoritme toegepast? Brengt dat risico’s mee van stigmatisering en discriminatie? Is het proces waarmee risicomeldingen tot stand komen trans parant? Hoe wordt met burgers gecommuniceerd? Kunnen zij vragen stellen? We zien dat instanties steeds vaker en steeds meer data verzamelen, en algoritmen inzetten om besluiten te nemen. Richting de toekomst zou het daarom goed zijn om in een vroeg stadium dialogen te organiseren tussen mensen vanuit wetgeving, vanuit uitvoering en vanuit techniek. Samen kunnen ze ervoor zorgen dat technologieën passen in een democratische samenleving (op grond hiervan werd SyRI verboden), en beter aansluiten bij wat uitvoeringsorganisaties in de praktijk kunnen doen (dat ging enorm mis bij de toeslagenaffaire). En hopelijk kunnen data scientists en software engineers beter worden betrokken en meedenken over de bredere context van het systeem waaraan ze werken, en het inrichten van processen rondom dat systeem.
Marc Steen is senior research scientist bij TNO en expert op gebied van mensgericht ontwerpen, innovatiemanagement en toegepaste ethiek. APRIL 2022 • DE INGENIEUR
31
WA AR
KUN N EN
WE
DEZE
M A A N D
N A A RT O E?
DE
IN GEN IEU R
TI P T
T E K S T: J I M H E I R B A U T
Wetenschap voor kids in Franeker
13/5-5/8
Op 6 mei is het hele centrum van het Friese Franeker omgetoverd tot een festival over wetenschap dat zowel voor kinderen als volwassenen interessant is: Expeditie Next, waarmee bezoekers op reis gaan naar de toekomst. Ze doen mee aan de Grote Feit of Fabel Quiz en kunnen lezingen bijwonen van bekende wetenschappers. Of laat er je sporttalent testen door het wetenschappelijke team van schaatsstadion Thialf. Meer info: expeditienext.nl/ tickets-info
Biodesign, videokunst en robotica Voordat de restauratie van Paleis Soestdijk in 2023 van start gaat, biedt het nog de tentoonstelling VOORLOPERS die Nederlandse innovatie als startpunt neemt. Vanaf 13 mei gaat het park van het paleis open voor publiek. De naam van de tentoonstelling verwijst naar de deelnemende kunstenaars, zowel gevestigde namen als nieuw talent, die in de tentoonstelling actuele thema’s verbeelden, zoals biotechnologie & design, duurzaamheid & recycling, maar ook de veranderende betekenis van erfgoed. Vijftien kunstenaars die in Nederland wonen, werken of zijn opgeleid, tonen in VOORLOPERS soms traditionele sculpturen, maar ook biodesign, videokunst en robotica. Meer informatie: paleissoestdijk.nl
Stoommachinemuseum gaat virtueel
Oogstrelend grafisch werk voor Philips
Wie eens wil kennismaken met een bijzondere collectie werkend industrieel erfgoed uit het stoomtijdperk, kan naar Medemblik. Het Stoommachinemuseum in het NoordHollandse stadje toont niet alleen verschillende werkende machines, maar vertelt ook het bredere verhaal van de industriële revolutie. Onlangs kreeg het museum de Willem Wolffprijs uitgereikt door de afdeling Geschiedenis der Techniek van KIVI. Het museum werd beloond voor het laten maken van virtuele instructievideo’s voor het bedienen van de door stoom aangedreven machines. ‘Dit biedt nieuwe mogelijkheden voor de opleiding van machinisten en stokers binnen het museum en bespaart niet alleen tijd, maar is ook een veilige manier van instructie. De benodigde kennis én ervaring wordt zo gewaarborgd en in stand gehouden’, schreef de jury. Meer informatie: stoommachinemuseum.nl 32
DE INGENIEUR • APRIL 2022
Tussen 1910 en 1965 liet Philips talloze bijzondere reclameontwerpen maken. Bekende kunstenaars en ontwerpers ontwierpen voor het Eindhovense bedrijf posters, brochures en andere grafisch werk. Het Philips Museum in Eindhoven heeft nu een oogstrelende expositie over deze hoogtijdagen van de grafische kunst samengesteld: Eyecatchers, waar veel originele werken en enkele voorstudies te zien zijn. Bezoekers pakken natuurlijk ook de vaste collectie van het museum mee over de geschiedenis van het concern. Meer info: philips.nl/a-w/philips-museum.html
FOTO ’ S : PALEIS SOESTDIJK ; GERT JAN LUIJENDIJK ; EXPEDITIE NEXT
Möring
Marcel Möring is schrijver, bekend van romans als In Babylon (1997), Dis (2006), Eden (2017) en Amen (2019).
Bezorgeconomie Filosofen mogen graag zeggen dat de dingen niet zijn wat ze lijken en waarschijnlijk zit ik daarom nu met een potje jachtlak dat nauwelijks groter is dan een theekopje en een bijbehorende kwast waarmee je een houten snuisterijtje lakt, maar niet de stoel die ik voor ogen had. ‘Er staan toch niet alleen plaatjes bij’, zegt mijn geliefde. ‘Ze vermelden toch ook maten?’ Ja, maar ik ben een man en wij mannen zijn niet alleen te koppig om handleidingen te lezen, maar denken ook altijd dat alles groter is dan het is. Bij die kwast stond overigens alleen een getal dat mij niets zei. En sinds wanneer is een maat trouwens betrouwbaar? Ik bestelde onlangs een broek en hoewel de maat klopte leek die bestemd voor een mannetje als Marc Overmars. Waarmee ik verder niets bedoel dan dat ik groter ben. ‘Je kunt alles terugsturen’, zegt mijn vrouw. Ik vind dat... moeilijk. Ik heb zelf iets verkeerds besteld en wie zijn billen brandt moet op de blaren zitten. Zo ben ik opgevoed. In het online tijdperk is dat een handicap. De bezorgeconomie gaat uit van het idee dat hebben niet altijd houden is, terwijl ik ben grootgebracht met het idee dat aanraken kopen is. Die kwast komt trouwens nog wel eens van pas en ik kan makkelijk een tweede potje jachtlak bestellen. De broek is een ander verhaal. Misschien krimp ik ooit. ‘Waar heb jij eigenlijk jachtlak voor nodig?’, zegt mijn vriend Harry. Toen we een muur lieten behangen met bloemen uit zeventiende-eeuwse boeketstillevens bleef er wat papier over. Ik ging daar een van de stoelen rond de eettafel mee bekleden. Die stoelen heb ik begin jaren tachtig zelf ontworpen: twintig millimeter stalen profielen en even dikke platen multiplex. Ik was destijds nogal in de ban van strenge vormen, van Wittgenstein tot Rietveld, en de stoelen zijn daarom gebaseerd op een onverbiddelijk vierkant grid. Ze zijn mooi geworden, maar als je er een half uur op hebt gezeten, kruip je naar de telefoon om de dichtstbijzijnde fysiotherapeut te bellen.
‘En als je er nou eentje hebt bekleed, dan werk je die af met jachtlak tegen de slijtage’, zegt Harry. Precies. ‘Terwijl jullie er nooit op zitten.’ ‘Ik heb ook een te kleine broek besteld’, zeg ik, in een poging om het gesprek een andere kant op te sturen. ‘Daar hebben ze in Oekraïne misschien iets aan’, zegt Harry. Ik weet waar hij aan denkt. Lang geleden waren wij freelancers voor de Drentsche en Asser Courant. Op een ochtend kwam de chef vloekend en tierend binnen omdat zijn favoriete paar schoenen door zijn vrouw was meegegeven aan een kledingtransport naar Polen. Een paar dagen later stond hij voor de televisie te vloeken en tieren omdat hij die schoenen meende te herkennen aan de voeten van een Poolse demonstrant. ‘Ik doneer liever geld’, zeg ik. Ik zeg niet dat ik er ook nog even over dacht om met mijn zevenpersoons Landrover naar Polen te rijden om daar vluchtelingen op te halen. Maar dat leek me bij nader inzien geen goed idee. Waar zou ik die mensen moeten laten? Wij wonen in een loft en hebben geen logeerkamers. ‘Ik zag gisteren op het internet een wetenschappelijk verantwoorde analyse van een kernoorlog’, zegt Harry, ‘en ik begrijp daaruit dat wij hier helemaal verkeerd zitten. Australië, daar moeten we zijn.’ Het zijn sombere tijden. Hoewel ik ook een lichtpuntje zie. Blijkbaar zijn grote legers met al hun techniek minder makkelijk in staat om een land te overrompelen dan gedacht. De Russen staan nu al anderhalve week vast op een bosweg in het noorden van Oekraïne en ik zag dat hele divisies de weg kwijt zijn en elkaar met gewone mobiele telefoons proberen te bellen. Dat lukt niet goed omdat ze veel gsm-masten hebben kapotgeschoten. Gelukkig kunnen we altijd vertrouwen op de menselijke feilbaarheid. Ondertussen word ik trouwens slapend rijk aan de crisis. Ik gooide een maand geleden mijn tank vol en heb sindsdien niet meer gereden. Ik zit al bijna op een euro per liter winst.
Wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten.
FOTO : HARRY COCK
APRIL 2022 • DE INGENIEUR
33
Enith
Een maandelijkse column in stripvorm door wetenschapsjournalist Enith Vlooswijk.
34
DE INGENIEUR • APRIL 2022
BEELDTECHNIEK T E K S T: M A R L I E S T E R V O O R D E
Oude popgroep in modern digitaal jasje
Live: de ABBAtars Na veertig jaar treedt de legendarische popgroep ABBA weer op, zij het in de vorm van holografisch geprojecteerde avatars. De ontwikkeling van holografische ‘belevingen’ bereikt steeds grotere hoogten, bewijst Vision2Watch met levensechte 3D-projecties.
optreden voor hun rekening. Zelf kunnen ze zich die dag desgewenst gewoon onder het publiek mengen. Hiermee sluit ABBA aan bij een trend die al een tijd gaande is, namelijk het gebruik van holografische projecties of illusies om mensen ergens als bewegende beelden te laten opduiken. Dat kunnen bandleden zijn die zelf niet op het podium willen staan – of dat niet meer kunnen omdat ze al zijn overleden – maar ook modellen
t
Al maanden tellen de fans van ABBA de dagen af, maar binnenkort is het eindelijk zo ver. Op 27 mei begint de Zweedse band aan een nieuwe concertreeks en staan Anni-Frid, Agnetha, Benny en Björn voor het eerst sinds veertig jaar weer samen op een podium. Dat wil zeggen: de digitale kopieën van Anni-Frid, Agnetha, Benny en Björn, in de gedaante van hun jongere versies. Holografische projecties van de bandleden nemen het
De verjongde ABBA-leden op de cover van het nieuwe album Voyage. foto : abba voyage
APRIL 2022 • DE INGENIEUR
35
BEELDTECHNIEK
persoon die het voorbeeld gaf. Als ook de gezichtsuitdrukking wordt meegenomen bij zo’n animatie, zoals bij ABBA het geval is, spreekt men van performance capture. Het bekendste wezen dat op deze manier tot leven is gewekt, is waarschijnlijk Gollem in de filmreeks The Lord of the Rings (2001-2003). De bandleden van ABBA kozen voor lieftalliger avatars, namelijk hun eigen beeltenis uit het jaar 1979. De ABBAtars werden door speciale software samengesteld door de benodigde eigenschappen uit een grote collectie oude foto’s samen te smelten.
Opeens verschijnt er een meisje in de HEREweHOLO-box. foto : de ingenieur
Holografische beleving Over de manier waarop het publiek de resulterende animatiefilm van het concert uiteindelijk te zien krijgt, is de crew van ABBA minder duidelijk. ‘Een wervelende licht- en geluidshow! Alsof ze zelf op het podium staan!’ Veel meer dan dat laten ze niet los. Bij het audiovisueel bedrijf Vision2Watch in Rijswijk hebben ze er wel ideeën over. ‘Men heeft het bij dit soort shows vaak over hologrammen, maar dat zijn het eigenlijk niet. Het gaat om een holografische beleving’, vertelt projectmanager Esmée van Zanten. Dat betekent dat het om tweedimensionale projecties gaat, die mensen het idee geven naar driedimensionale beelden te kijken. De techniek is een afgeleide van een al tweehonderd jaar oude truc om de illusie van een geestverschijning op te roepen: de Pepper’s ghost – vernoemd naar de Londense hoogleraar scheikunde John Henry Pepper die hier in 1862 voor het eerst een goed bruikbare versie van maakte. die kleding presenteren op een beurs of overledenen die Hierbij stond een spiegelend stuk glas op het toneel, oneen laatste woord richten tot hun nabestaanden. Welke der een hoek van 45 graden gekanteld naar het publiek. techniek men voor zo’n projectie gebruikt, hangt van de In een ruimte in de vloer daaronder, buiten het gezichtsveld van het de toeschouwers, bevond zich de acteur die situatie af. in beeld moest worden gebracht. Het stuk glas spiegelde deze persoon richting het publiek, die de weerspiegeling Veertig jaar jonger Dat de groepsleden van ABBA niet zelf op het podium waarnam als een beeld dat zich áchter het glas bevond. gaan staan, is niet omdat ze zich daar te oud voor vin- Het is vergelijkbaar met de weerspiegeling in de voorruit van een auto van iets dat op het dashboard ligt, den, al zijn ze de zeventig ruim gepasseerd. legt Vision2Watch uit op zijn website. Agnetha en Frida hebben geen zin meer in de De moderne versie van holografisch proaandacht, vertelden ze in september 2021 op Het ding jecteren is in wezen hetzelfde, al is de acteur de persconferentie waarin ze de concertreeks heeft iets vervangen door een film, en het glas door een aankondigden. Toch koos de band ervoor zich niet als zichzelf maar als ruim veertig jaar jon- weg van een transparante folie. In 2012 verscheen de artiest 2Pac tijdens het muziekfestival Coachella gere avatars (ABBAtars) te laten projecteren. reusachtige op deze manier aan het publiek, en in 2014 Hiervoor nam ABBA het bedrijf Industrial Light & Magic (ILM) in de arm, dat eerder koelkast met voorzag Michael Jackson als Pepper’s ghost een postuum verschenen nummer zelf van de speciale effecten in filmreeksen als Star een glazen zijn karakteristieke moonwalk. Wars, Harry Potter, Jurassic Park en Star Trek deur Het lijkt erop dat ook ABBA met dergelijverzorgde. ILM maakte ook Robert de Niro al ke holografische projecties gaat werken. In eens jaren jonger via digitale animaties voor plaats van op tournee te gaan, liet de band in de film The Irishman die uitkwam in 2019. het Queen Elisabeth Olympic Park in Londen En nu is ABBA dus aan de beurt. Eerst traden de artiesten zelf op in een studio, terwijl ze speciale een speciale ABBA-arena bouwen waar alle concerten kleding droegen die was volgeplakt met markeringen. plaatsvinden. Daar kunnen drieduizend toeschouwers Rond de 160 camera’s volgden hun bewegingen en scan- in. Voyage heet de voorstelling, net als de nieuwe plaat den hun gezichtsuitdrukkingen. De opnamen duurden die ABBA eind vorig jaar uitbracht. vijf weken. Omdat elke markering een vast punt op het lichaam is, kunnen de bewegingen ervan worden om- Holobox gezet naar animaties. Motion capture heet deze tech- Zelf is Vision2Watch inmiddels op een andere manier niek, waarmee men een willekeurig digitaal poppetje op van holografische belevingen overgestapt, vertelt van exact dezelfde manier kan laten bewegen als de levende Zanten. Met enige trots laat ze de HEREweHOLO-box
“
”
36
DE INGENIEUR • APRIL 2022
De Peppers ghostopstelling: met een reflecterende glasplaat wordt de acteur in de ruimte onder het toneel afgebeeld achter het glas. beeld : le monde illustré , 1862 , publiek domein
zien die in het bedrijfspand staat. Het ding heeft iets weg van een reusachtige koelkast met een glazen deur. Het is echter geen deur maar een touchscreen, blijkt als Van Zanten de box aanzet en er pictogrammen verschijnen. Na een beetje klikken duikt er een dame in een felgroene jurk op in de box. Voor wie niet ál te dichtbij staat ziet het er inderdaad uit als een levensechte, driedimensionale verschijning. Op korte afstand is echter te zien dat het een tweedimensionaal filmpje, is dat wordt afgespeeld op de glasplaat. De truc zit in dit geval in het schaduwspel en de lichtval, zegt Van Zanten. Veel meer wil ze er niet over kwijt, maar wie goed kijkt ziet dat het vooral te maken heeft met het exacte samenvallen van de hoeken die de schaduw van het gefilmde meisje maakt met de hoeken van de box. De holobox werkt dan ook alleen voor filmpjes die in de speciale HEREweHOLO-studio zijn gemaakt – waar de achtergrond wit is en de belichting zo is afgesteld dat de schaduwen precies goed vallen. ‘Het grote voordeel is dat je zo’n box overal kunt neerzetten waar je wil’, zegt Van Zanten. ‘Je bent niet afhan-
kelijk van een bouwwerk van camera’s en schermen. En je kunt de filmpjes larderen met leuke effecten en animaties.’ De holobox wordt dan ook gebruikt op vakbeurzen en bij conferenties, en in kleiner formaat ook wel in etalages en winkels – vooral voor het verrassingseffect. Een enkele keer verhuurt het bedrijf de box voor uitvaarten. ‘Sommige mensen vinden het fijn om hun familie, vrienden en kennisen nog een laatste boodschap mee te geven’, zegt Van Zanten. Voor de levenden heeft de HEREweHOLO-box ook nog de mogelijkheid tot een live-verbinding. ‘Iemand kan in Amerika een liedje zingen terwijl dat in een rechtopstaande doos in Rijswijk te zien is’, vertelt Van Zanten. De talentenjacht We Want More van SBS6 gebruikte de holobox om kandidaten op afstand auditie te laten doen. Voor een optreden als dat van ABBA lijkt die benadering echter minder geschikt. Niet alleen omdat een concert geven in een uit de kluiten gewassen koelkast wat krap is, maar ook omdat er dan geen tijd is om tussen de opname en de uitzending nog even een snelle verjongingskuur te doen. APRIL 2022 • DE INGENIEUR
37
EVOKE
ADVERTORIAL
Duurzaam bouwen aan energieprestaties Als trainee duurzaam bouwen onderzoekt Mike van Lunsen in hoeverre er wordt voldaan aan energiezuinig en duurzaam wonen. Hij groeit snel in zijn functie en leert zoveel, dat een fulltime functie als EP-W inspecteur snel binnen handbereik is. Toen Mike de mbo- en hbo-opleiding bouwkunde had afgerond, wist hij vooral wat hij niét wilde: van negen tot vijf achter een beeldscherm zitten. Jelle, zijn relatiemanager bij Evoke, hielp Mike aan een betaald traineeship duurzaamheid in de bouw, om zich er in een paar maanden te ontwikkelen tot EP-W (energieprestatie woningen) inspecteur. ‘Dit traineeship zag ik meteen als een buitenkansje’, zegt Mike. ‘Zonder de juiste papieren kom je anders nooit in aanmerking voor deze functie.’ Wat die functie precies inhoudt? “Het voornaamste wat ik doe als EP-W-Inspecteur is het maken van energielabels voor woningen. Een paar keer per week bezoek ik met één of meer collega’s een ‘project’. Vaak zijn dat woningcomplexen van een woningcorporatie. Daar gaan we dan woning voor woning aanbellen om er te inspecteren op alle bouwkundige en installatietechnische elementen, om de energieprestatie te kunnen berekenen. Ik leer heel veel, heel snel, doordat het echt praktijkleren is. Dat werkt heel fijn, veel beter dan vanuit boeken alleen. 38
DE INGENIEUR • APRIL 2022
In totaal heeft hij een vol jaar de tijd om zijn traineeship af te ronden, maar zoals het er naar uit ziet is hij binnen vier maanden klaar, samen met drie mede-trainees van Evoke die gelijk met hem aan de slag gingen. En daarna? 'Ik ga natuurlijk eerst voor mijn certificering als inspecteur', vertelt Mike. 'Daarna wil ik verder doorgroeien naar de functie van EP-W Adviseur. Dan heb je meer contact met opdrachtgevers en geef je advies op maat over het verbeteren van de energieprestaties van de woningen. Het lijkt me geweldig om mensen te helpen om van een E- naar een B-label te gaan bijvoorbeeld.’ Het mooiste aan zijn huidige functie? ‘Voor mij is dat absoluut de afwisseling, zowel binnen als buiten aan het werk zijn. Dat was mijn wens. Nu ik dat ook daadwerkelijk doe, vliegen de dagen voorbij. Goed teken, toch?’ Lees het complete verhaal op evokestaffing.nl/mike en ontdek hoe jij ook aan zo’n betaald traineeship duurzaam bouwen komt. FOTO : SAM RENTMEESTER
Jims Verwondering
‘Voorsprong door techniek.’ Echt waar?, vraagt redacteur Jim Heirbaut zich af.
Horrortegel ‘Oeps!’, ‘O, pas op!’ en een paar stevigere krachttermen, die ik hier op papier liever niet herhaal, weerkaatsten tegen de gevels van een nieuwbouwwijk in Amsterdam-Oost. Ik stond op straat in het zonnetje even een boterham te eten en zag binnen vijf minuten drie verschillende mensen een bijna-struikelpartij maken over een uitstekende stoeptegel. Dat moet ik anders zeggen: een úitstekende stoeptegel, een strak ontworpen geval met een schuin omhoog stekende punt. Een stukje Toblerone, maar dan in precies hetzelfde donkergrijs als de omringende stoeptegels. Ongetwijfeld was de punttegel bedoeld om auto’s het parkeren te beletten, maar het neveneffect was hier vooral dat argeloze voorbijgangers bijna struikelden over een object dat ze helemaal over het hoofd hadden gezien. Verderop zag ik nog een rijtje schuine punten uit het trottoir steken. Nu wisten deze drie personen netjes hun evenwicht te herstellen, maar je moet er niet aan denken dat een oude dame of heer die gekke designtegel over het hoofd ziet. Harde val, gebroken heup, hoofdletsel of nog erger. Ik deelde een foto van de struikeltegel op Twitter en daar ontspon zich binnen een paar uur een levendige discussie. ‘Verf hem dan ook geel of wit’, opperde iemand. ‘Dit kun je veel beter oplossen met bloembakken’, schreef een ander. ‘Instant flashbacks naar de hechtingen in mijn kin die ik
FOTO : ROBERT LAGENDIJK ( PORTRET ) ; JIM HEIRBAUT
ooit nodig had omdat ik over zoiets struikelde’, was het pijnlijke verhaal van een ervaringsdeskundige. Ontwerp-onderzoeker Jasper van Kuijk aan de TU Delft reageerde uitgebreid: ‘Dit is niet alleen voor voetgangers link, ook voor rolstoelers. En wat ik ook nog bedacht: dit is dramatisch voor slechtzienden. Die hebben echt heel veel baat bij hoge contrastwaarden, daar zijn ook gewoon richtlijnen voor.’ Ik had met mijn tweet kennelijk een open zenuw geraakt. Binnen een etmaal was-ie dertigduizend keer bekeken. Onder meer door een stadsdeelbestuurder die beloofde uit te zoeken hoe het zat met de tegel. En door een gemeentelijke webcare-medewerker die een melding zou maken van de horrortegel. Dat zo’n melding geen dooddoener is, bleek laatst toen ik beledigende graffiti had gemeld: binnen een dag was die verwijderd. Maar ondertussen blijf ik me afvragen: hoe komt zo’n camouflage-object, zo’n struikeltegel in perfecte schutkleuren, ‘erdoor’? Is er nu niemand bij het bedrijf dat die dingen maakt, of bij de klant die ze heeft besteld, of bij de stratenmakers, die zegt: ‘Uhm, wacht even. Ik vind het op zich een kekke designtegel, maar volgens mij valt hij totaal niet op en gaan mensen erover vallen.’ Echt niemand?
APRIL 2022 • DE INGENIEUR
39
P R O D U C T O N T W E R P E N
Knikkende dakdrager Geen gesjor meer met koffers of fietsen op het dak: het Droprack-frame kantelt met een draai aan de hendel naar de gebruiker toe en weer terug het dak op. Dakdragers zijn heel handig om grote objecten te ver voeren, zoals fietsen, kajaks of dakkoffers, maar deze spullen op het dak hijsen en vastzetten kan lastig zijn. Het Noorse bedrijf Dropracks ontwikkelde een dakdrager die – letterlijk – naar de gebruiker toe komt. 40
Het systeem bestaat uit een gedeelte dat vast op het dak is gemonteerd en een twee delig, scharnierend daaraan opgehangen aluminium frame. De framedelen bewegen ten opzichte van elkaar dankzij glijders en spanbanden. Deze worden op en afgerold door een draaibeweging van de
DE INGENIEUR • APRIL 2022
V A N
M O R G E N
hendel die langs de zijkant van het frame ligt ingeklapt. Door het frame te ontgren delen, kan de gebruiker dit vanaf de zijkant van de auto horizontaal naar zich toe trek ken. Met een aantal rotaties van de draaihendel is het hele frame vervolgens te kantelen. Het tweedelige frame kantelt eerst in zijn geheel naar de gebruiker toe. Door verder te draaien, kantelt het twee de framedeel – het feitelijke draaggedeelte – weer omhoog tot het horizontaal staat. Het draaggedeelte staat uit eindelijk ongeveer halverwege
de dakhoogte van de auto, waardoor het makkelijker is om spullen erop te tillen en vast te zetten. Daarna is het hele frame weer op de auto te zetten door de draaihendel in tegengestelde richting te draaien. Dropracks wordt nu wereld wijd in de markt gezet. Het systeem is verkrijgbaar als type Sport met een breedte van 130 centimeter en een draagvermogen van 75 kilo gram en als type XL met een breedte van 150 centimeter en een draagvermogen van 80 kilogram. (PS) foto : russell burton
T E K S T: P A U L S C H I L P E R O O R D E N S I J A V A N D E N B E U K E L
Bosdrone
Noodsignaalgever Wie in het bos is verdwaald, buiten de skipiste is gevallen of is afgedreven op zee, kan niet altijd rekenen op goed bereik met de mobiele telefoon. OBoy is een horloge dat juist in dit soort noodgevallen via satel lieten toch een noodsignaal kan versturen. Het overkwam de Belgische ondernemer Hadrien Dorchy. Door een defect aan zijn surf plank dreef hij af op zee, buiten bereik van zendmasten. Een voorbijvarende boot bracht hem in veiligheid, maar de ervaring maakte zoveel indruk dat hij vervolgens OBoy bedacht. Onder normale omstandig heden fungeert OBoy als hor loge. Raakt de drager verdwaald of echt in nood, dan kan hij op twee manieren alarm slaan. Beide worden geactiveerd via een knopje op de zijkant en ver stuurd via het satellietnetwerk. Is er sprake van een levens bedreigende situatie, dan ver stuurt de drager door de knop acht keer achter elkaar in te drukken een RescueMeservice signaal met de actuele gps foto : o - boy ; avular
coördinaten naar het dichtst bijzijnde reddingsstation. Is er geen acute situatie, dan kan met vijf keer indrukken een GetMeservicesignaal worden verzonden. Dit is een vooraf ingesteld tekstbericht dat samen met de actuele gpscoördina ten naar maximaal vier vooraf ingevoerde contactpersonen wordt verstuurd. Dit moet vooraf via een app worden ingevoerd, waarna OBoy verder werkt zonder verbinding met een smartphone. De contactpersonen kunnen eventueel ook de hele reis vol gen, door de TrackMeservice te activeren. Dit gaat door de knop tien seconden lang ingedrukt te houden. De actuele gpscoör dinaten worden dan naar keuze om de vijf, twintig of zestig minuten gedeeld. De behuizing van OBoy is stofdicht, schokbestendig en waterdicht tot een diepte van tien meter. Met een volle batterij kan OBoy een week standby staan of minimaal 48 berichten versturen via het satellietnet werk. (PS)
Drones hebben hun weg gevon den naar de houtkapindustrie, met dank aan de Zweedse startup Deep Forestry. Nu worden bomen nog vaak op het blote oog ge selecteerd voor de houtkap. Maar daardoor worden vaak bomen gekapt die niet de juiste dikte hebben of ziek zijn. Drones kunnen de houtkap verduurzamen, aldus Deep Forestry. Ze schakelden de Eindhovense robotbouwer Avular in om een drone te bouwen die het bos perfect in kaart kan brengen. Avular ontwerpt modulaire dro nes die kunnen worden uitgerust met hardware, software en batterij naar keuze. Het bedrijf ontwierp een drone die is uitgerust met een camera, 3Dlidar, magnetometer, barometer en real time kinematic (RTK)gps, voor heel nauwkeurige plaatsbepaling. Zo kan hij inschat ten wat de diameter van een boom is, maar ook de dichtheid van het bos, het soort boom en op welk punt de boom het best kan worden gekapt. De drone heeft zelfs oog voor nesten van zeldzame vogels en leefgebieden van kikkers en insecten. Sinds begin 2022 vliegt zo’n drone door de Zweedse bossen. Wordt de drone op termijn ook in Nederland gebruikt? Avular hoopt van wel, zodra de drone als kantenklaar product kan worden verkocht. Momenteel is het voor het relatief kleine aandeel com merciële boskap in Nederland nog niet interessant om in een drone te investeren. (SB)
APRIL 2022 • DE INGENIEUR
41
EUREKA
Indoornavigatie Via geluid of beeld de weg vinden in een gebouw, kan straks met de navigatieapp van Dreamwaves. Ook handig voor blinden en slechtzienden. Voor iedereen die wel eens zwetend op zoek is geweest naar kamernummer T 3.126, is er binnenkort de audio navigatieapp van Dreamwaves. De Weense startup ontwikkelt een navigatieapp die de ge bruiker met geluid of beeld van A naar B navigeert in gebou wen en in de buitenruimte. Ook blinden en slechtzienden kun nen met de app uit de voeten. Wat de app WaveOut an ders maakt dan een gewone navigatie, is dat de gebruiker voortdurend feedback krijgt zonder naar een scherm te hoeven kijken. De app maakt namelijk gebruik van 3D audio. Zo kan de gebruiker zich oriënteren op een geluid in de ruimte, bijvoorbeeld muzikaal tromgeroffel, waar hij
42
DE INGENIEUR • APRIL 2022
op af gaat. Heeft hij dat punt bereikt dan is er een nieuw geluidspunt waar hij zich op kan richten. ‘Het is als pac man in de echte wereld’, zegt oprichter en ceo van Dream waves Hugo Furtado. ‘Blinde gebruikers lieten ons weten dat het een beetje voelt alsof ze weer kunnen zien.’ Daarnaast kan de gebruiker in de app ook kiezen voor een andere vorm van augmented reality, door via de telefoon camera te kijken naar groene stippen die de app op de werkelijkheid projecteert. Het bepalen van de exacte locatie in de buitenruimte is op dit moment de groot ste uitdaging. Met gps kan dat soms wel vijf tot twintig meter variëren. De techno
logie die de afwijking tot één meter kan beperken is nog in ontwikkeling. De eerste versie van de app is nu gratis beschikbaar. Wan neer de kinderziekten eruit zijn gaat het de gebruiker rond de tien euro per maand kosten. Furtado: ‘Dat betaalmodel is er omdat wij geen geld willen verdienen met de data. Je betaalt voor de services die je gebruikt, wij zorgen dat je data worden verwijderd.’ Zodra het syteem buiten goed werkt, wil Dreamwaves overgaan op navigatie in ge bouwen, tot op de centimeter nauwkeurig. Furtado: ‘Sommi ge musea en vliegvelden heb ben al indoornavigatie, maar wij willen binnen en buiten integreren in één app.’ (SB)
foto : dreamwaves
Zonnepaneelpoetser
Stadsfietsvering Gewone stadsfietsen hebben vaak geen ve ring. Luxe stadsfietsen en hybridefietsen zijn wel vaak van vering voorzien, maar die heeft ook nadelen. Het veersysteem maakt de fiets langzamer, zwaarder en meer onder houdsgevoelig. Het Franse ontwerpbureau Motion Engineering ontwikkelde daarom een beter werkend veersysteem speciaal voor stadsfietsen. La City is een eenzijdige voorvork voor zien van veersysteem en schijfrem. Het veersysteem zit in de voorvork ingebouwd en bestaat uit twee kleine, draaibaar opgehangen hendels en een langwerpige, gekromde bladveer van composietmateriaal die in de lengterichting binnenin de voorvork ligt. Het voorwiel is opgehangen aan de voorzijde van de bovenste hendel. Aan de andere zijde is de hendel verbonden met de bladveer. Als het voorwiel over een bobbel rijdt, roteert de hendel waardoor de bladveer ver vormt en het wiel omhoog gaat. De veerweg bedraagt maximaal veertig millimeter. De tweede hendel, die parallel onder de eerste ligt, voorkomt dat het veersysteem bij het remmen naar voren duikt. Dit kost anders onnodige energie. De tweede hendel is verbonden met de remklauw, die onderop de voorvork is gemonteerd, en blokkeert tijdens het remmen de kantelbeweging van de eerste hendel. Het veersysteem is geoptimaliseerd voor fietsen tot maximaal veertig kilogram en be rijders van 50 tot 120 kilogram. De voorvork weegt ongeveer een kilogram en is volgens Motion Engineering nagenoeg onderhouds vrij. Het bedrijf verkoopt het systeem aan fietsfabrikanten en verwacht de levering in september op te kunnen starten. (PS) foto ’ s : motion engineering ; art robotics
In Nederland heeft meer dan 1,5 miljoen huishoudens zonne panelen op het dak. Naarmate die viezer worden daalt de opbrengst aan groene energie. Dus hoe houd je ze schoon? Daar heeft de Belgische clean tech startup ART Robotics iets voor bedacht: een schoon maakservice met een drone die een schoonmaakrobot op de zonnepanelen plaatst. ‘Ik heb zelf zonnepanelen en die zijn inmiddels vrij vuil, maar handmatig schoonmaken is las tig, tijdsintensief en gevaarlijk’, zegt Nico Vansina, medeoprich ter van ART Robotics. ‘De pane len van industriële zonneparken worden automatisch gereinigd door grote robots. Voor zonne panelen op daken van huizen en kleine bedrijfspanden is dat veel lastiger. Die panelen zijn moeilijk bereikbaar, onderling verschil lend en elke installatie heeft een andere vorm.’ ART Robotics ontwikkelde een flexibel systeem dat met die variabelen kan omgaan. Helios is een combinatie van een drone met een draaibaar opgehangen platform waarop een schoon maakrobot staat. De drone stijgt vanaf de grond op, detecteert vanuit de lucht de zonnepane
len en landt daar voorzichtig op, waarbij het platform kantelt parallel aan de panelen. De schoonmaakrobot rijdt vervol gens de panelen op en maakt deze autonoom schoon met een nauwkeurige positiebepaling en randdetectie. Na afloop stuurt de robot een signaal naar de drone om te worden opgepikt. ‘Belangrijke technische uitdagingen waren het landen op een hellend vlak en de schoon maakrobot daar veilig laten werken. De robot functioneert op verschillende soorten en vormen zonneinstallaties en kan tussen de panelen wisselen. Dit heb ben we getest met ons eerste prototype en dat willen we het komende jaar doorontwikkelen en optimaliseren.’ ART Robotics probeert hiervoor via crowdfunding een eerste investering op te halen en interesse te wekken. Het idee is om Helios via partners als schoonmaakservice te gaan ver kopen. Dan komt een schoon maakbedrijf om de zoveel tijd met Helios langs om de panelen te reinigen. Deze service wordt eerst opgezet in België. Daarna is het de bedoeling om uit te breiden naar andere landen. (PS)
APRIL 2022 • DE INGENIEUR
43
EUREKA
Draadloze oplaadtegel Via betonnen tegels met magnetische ferrietdeeltjes kunnen vorkheftruks zich stilstaand en nu ook rijdend draadloos laden. Stilstaan om op te laden is een ongemak dat kan worden overkomen, stelt Magment. De Duits-Amerikaanse startup werkt aan stilstaand én rijdend draadloos opladen voor steps, vorkheftrucks en zelfs elektrische bussen. De betonnen tegels bestaan uit cement met magnetische ferrietdeeltjes. Het ferriet is gerecycled of afval van een fabrieksproces. Het materiaal concentreert het magnetisch veld waardoor de draadloze stroomoverdracht via een inductieve plaat in een voertuig efficiënter wordt. Dat laadproces bereikt tot 95 procent efficiëntie, schrijft Miroslav Tesic, projectmanager van Magment.
44
DE INGENIEUR • APRIL 2022
‘Mensen denken vaak dat laden met een stekker 100 procent efficiënt is, maar een stekker haalt vaak maar 84 procent efficiëntie.’ De tegels kunnen voertuigen opladen met een capaciteit van 200 watt tot 250 kilowatt. ‘Een enorm verschil, maar het principe is hetzelfde.’ Ook kan het materiaal wel tegen een stootje en is het even duur als de conventionele materialen om nieuwe wegen mee te bouwen. Het MagDock-platform dat e-scooters draadloos oplaadt, is al op de markt. Het MagPad-oplaadsysteem voor vorkheftrucks in warenhuizen is getest en goedgekeurd in het lab en behaalt waarschijn-
lijk eind dit jaar het technology readiness level 9. Er zijn al verschillende pilotprojecten om het systeem ook voor autowegen in te zetten. De komende jaren wil Magment de eerste wegen in de Amerikaanse staat Indiana en in Duitsland elektrificeerbaar maken. De grootste uitdaging zit niet in de techniek, aldus Magment. ‘Producenten van elektrische voertuigen moeten bereid zijn het initiatief te nemen. Zij beweren dat de oplaadinfrastructuur er nog niet klaar voor is, de leverancier van die infrastructuur zegt dat de elektrische voertuigen er nog niet klaar voor zijn’, zegt Tesic. ‘De markt heeft een duwtje nodig.’ (SB)
foto: magment
Rolf zag een ding
Sommige dingen stralen misschien geen hoogwaardig ingenieurswerk uit, maar getuigen wel van denken als een ingenieur.
Lockdown lesmateriaal Inktvissticker Na maanden van weinig zonuren gaat de zon weer langer en feller schijnen. Heerlijk voor de broodnodige vitamine D, maar te veel uv-straling is schadelijk voor de huid. Soms is dat al na enkele minuten het geval. Met een sticker die rood kleurt wanneer uv-straling schadelijk wordt, is verbranden verleden tijd. De kleurstof voor de sticker werd per toeval ontdekt door postdoc Dan Wilson van de Northeastern University in Boston. De onderzoeksgroep biomaterialen, waarvan hij deel uitmaakt, onderzoekt hoe inktvissen zich kunnen camoufleren. Een belangrijke rol in de kleurverandering is weggelegd voor het pigment xanthommatine, dat Wilson isoleerde. Een interessante kleurstof om bijvoorbeeld toe te passen in kleding of consumentenproducten, dacht hij, maar dan moet het wel stabiel zijn. Helaas bleek dat xanthommatine van kleur verandert wanneer het te lang op de labtafel staat. Andere moleculen breken af door uv-straling, maar dit molecuul reageert op uv-licht door te verkleuren. Dit fenomeen bood nieuwe mogelijkheden, namelijk als een indicator voor te veel schadelijk zonlicht in bijvoorbeeld een draagbare lichtsensor. Wilson bedacht een systeem – ter grootte van een vingertopje – dat een dun stukje papier kan kleuren met het xanthommatine-pigment door er even licht op te drukken. Eenmaal voorzien van het inktvispigment verkleurt het papier van geel naar rood naarmate het langer aan uv-straling is blootgesteld. Wanneer hij de sticker insmeerde met zonnebrandcrème vertraagde dat de kleurverandering, een teken dat de crème inderdaad uv-straling tegenhoudt. De sticker is goedkoop te produceren en gebruiksvriendelijk. Genoeg redenen om de sticker commercieel beschikbaar te maken, aldus Wilson. Momenteel onderzoekt hij of dat mogelijk is. Hij verwacht dat de sensor niet alleen voor de huid kan worden gebruikt, maar ook als indicator voor sterilisatie van oppervlakten met uv-straling. (SB) FOTO : ALYSSA STONE / NORTHEASTERN UNIVERSITY ; PORTRET : ROBERT LAGENDIJK
Terwijl ik langsloop, zie ik een los stroomdraadje hangen. ‘Check dat even voordat je gaat meten’, zeg ik tegen de student en loop naar de groep verderop met een vinger omhoog. Een jaar geleden zou de student alleen op zijn kamertje hopeloos naar een niet-werkende schakeling hebben gekeken. Maar nu roezemoest het weer in mijn lokaal: studenten zijn met elkaar bezig opstellingen te maken. Ze werken samen, controleren elkaar en leren ervan. Ook klassiek onderwijs in collegezalen is veel beter op de campus dan online. Vanochtend zat ik bij het college van een ervaren collega die rustig een wiskundige afleiding op het bord aan het zetten was. Bij rumoer vanuit de zaal stopte hij even en vroeg welke stap te snel ging om daar vervolgens wat uitgebreider bij stil te staan. Dat was in een online videoverbinding niet gebeurd en dit soort kleine momenten maakt lesgeven met studenten in de zaal zo veel beter wat betreft de leeropbrengst. Er zijn met de lockdowns, gegeven de omstandigheden, geweldige dingen gedaan om het onderwijs draaiend te houden. Mijn persoonlijke hoogtepunt was via internet 43 opstellingen in studentenkamers verspreid over het land aan elkaar koppelen, waar ik eerder over schreef in De Ingenieur van augustus 2020. Maar de nadruk in die zin ligt heel duidelijk op gegeven de omstandigheden. Van het onderwijs dat we nu weer op campus kunnen geven, leren studenten meer dan van thuisonderwijs. Dus zat ik in mijn oude bestanden te zoeken naar lesinstructies en collegemateriaal van voor corona: hoe deed ik dat ook al weer? Zoekend zag ik ook de spullen van vorig jaar staan: het online lesmateriaal. Bij het vormen van groepjes hadden we studenten verplicht om aan het begin van de dag even vijf minuten de tijd te nemen om elkaar iets te vertellen wat ze nog niet van elkaar wisten: wat hun favoriete vak, natuurkundige formule of experiment was bijvoorbeeld. Dat werkte heel goed en studenten vertelden ons in de evaluatie dat dat hielp om zich een groep te voelen. Dat we weer op campus lesgeven, betekent niet dat alles wat we hadden bedacht tijdens de lockdowns nu moeten terugdraaien. Die groepsgesprekken, die hou ik erin. Zo zal iedereen zaken hebben die eigenlijk best goed werkten. Belangrijk om daar even rustig en bewust over na te denken. Ik vond per ongeluk het materiaal van vorig jaar, maar dat deed me inzien dat ik tijd moet nemen voor deze beslissing. Volgende week staat in mijn agenda: coronalesstof bekijken en beslissen wat te behouden. Ik weet nu al dat schakelingen bekijken met Zoom daar niet bij gaat zitten. Want wat ben ik blij weer schakelingen en studenten fysiek in mijn lokaal te zien. Rolf is universitair hoofddocent aan de TU Delft, maker, spreker en schrijver.
APRIL 2022 • DE INGENIEUR
45
Doelen & drijfveren
De wereld een beetje beter maken, dat is de ambitie van veel ingenieurs. De duurzaamheidsdoelen van de VN vormen een vaste bron van inspiratie.
I N D U S T R I E , I N N O V AT I E E N INFRASTRUCTUUR
VERANTWOORDE CONSUMPTIE EN PRODUCTIE
K L I M A ATA C T I E
Niki Loonen is civiel ingenieur bij ingenieursbureau ABT en realiseert zich sinds enige tijd dat ‘zijn’ beton veel klimaatschade aanricht. Hij stelt alles in het werk om zo snel mogelijk klimaatneutraal beton op de bouwplaats te krijgen.
‘Jij wist dit, waarom heb je niks gedaan?’ Tekst: Amanda Verdonk • Foto: Bianca Sistermans
‘In de 24 jaar dat ik bij ABT werk, is er gruwelijk veel beton door mijn handen gegaan. Als adviseur civiele techniek ben ik betrokken bij de bouw van bedrijfsvloeren, vrieshuizen, bouwputten en scheepsdokken. Vroeger wilden we enkel vanuit een economische gedachte het materiaalgebruik minimaliseren. Daarmee konden we geld besparen voor de klant en toch een kwalitatief hoogwaardig product leveren. We keken kritisch naar elk millimetertje beton en elk kilootje staal: wat kunnen we weglaten? Die uitdaging hebben we bijna tot wetenschap verheven. Een jaar of vijf geleden begon ik me af te vragen: doen we het wel goed? Wat is de impact van beton? Ik bezocht een groot vrieshuis in Seattle en had tijd om even de bergen in te rijden. Daar was een bosreservaat met tachtig jaar oude joekels van bomen. Verderop lag een omgezaagde, eeuwenoude boomstam, drie keer zo dik, als een soort museumstuk van de toenmalige houtindustrie. Die bomen zijn allemaal omgezaagd. Doodzonde. Een paar maanden later ging ik met collega’s wandelen in de Alpen. We zagen een smeltende gletsjer en het was acht graden Celsius op de top, terwijl het daar rond het vriespunt hoort te zijn. Ik kreeg rillingen en besefte: dit is niet goed. Als mijn kleinkinderen daar in
de toekomst zouden wandelen is die gletsjer weg en dat hebben wij met z’n allen gedaan.’ Zero impact ‘Op een bierviltje berekende ik dat de CO2-uitstoot van alle betonprojecten waarbij ik betrokken was gelijkstaat aan 25 klimaatdoden. Die gaan vallen door een toename in bijvoorbeeld hitte, orkanen en mislukte oogsten. In de toekomst zullen mensen daar vernietigend over oordelen. Ze zullen zeggen: jij wist dit, waarom heb je er niks aan gedaan? Ik kon natuurlijk iets anders gaan doen, zoals een collega die mede daarom alleen nog maar houtbouw doet. Maar ik denk dat hout niet de enige oplossing is; beton heeft een aantal specifieke voordelen, zoals de mogelijkheid om heel hoog en ondergronds te bouwen. Wat ik wel kan doen, is verschrikkelijk mijn best doen om er in de toekomst minder klimaatdoden bij te krijgen. We helpen nu producenten om hun beton te verduurzamen. Samen met Voorbij Prefab hebben we bijvoorbeeld beton gemaakt met een andere samenstelling en een energiezuiniger productieproces dat tot 44 procent minder CO2-uitstoot oplevert. We zouden zelfs binnen een paar maanden nog zo’n stap kunnen zetten. En ook zero
impact-beton ligt binnen bereik. Dan pas je meer reststoffen toe, milieuvriendelijkere bindmiddelen en gebruik je stroom of waterstof voor winning, transport en productie.’ Regels veranderen ‘Maar de regels maken dit helaas nog niet mogelijk. In de Betonnorm is een soort basisrecept voor beton vastgelegd, waarin verplichte verhoudingen staan over de hoeveelheid cement, zand, grind en water. De regels zijn nog niet aangepast op alternatieven voor cement, zoals geopolymeren, terwijl die substantieel milieuvriendelijker zijn. We moeten dus nieuwe eisen gaan definiëren. Daarom ben ik nu op het punt in mijn carrière dat ik niet meer alleen het beton, maar ook de regels wil gaan veranderen. Ik dacht mee over het Betonakkoord, ben betrokken bij normcommissies en ga op sociale media inhoudelijk en positief de discussie aan. Dat is een heel andere rol, ik wen er langzaam aan. Aan klimaatdoelen waarin 2030 en 2050 worden genoemd heb ik een hekel, omdat die een alibi geven om dingen uit te stellen die nu al kunnen. Ik hoop dat we veel sneller zero impact-beton hebben, want dat kan gewoon. De technische oplossingen liggen al klaar.’ APRIL 2022 • DE INGENIEUR
47
D ATA O P S L A G T E K S T: M A R L I E S T E R V O O R D E
Rekencentra zijn een onlosmakelijk onderdeel van onze digitale infrastructuur
Lasten en lusten van datacenters Ze zijn lelijk, nemen veel ruimte in beslag en slurpen energie. Dat datacenters weerstand oproepen is een understatement. Maar kunnen we wel zonder? Hoeveel kattenfilmpjes moeten we inleveren om er één minder te hoeven bouwen?
Een datacenter bevat ICT-apparatuur zoals servers en is uitgerust met klimaatbeheersing, automatische brandblussers en back-upsystemen voor als de stroomvoorziening uitvalt. foto : depositphotos
48
De komst van een hyperscale datacenter in Zeewolde lijkt weer op losse schroeven te staan. In eerste instantie ging deze gemeente akkoord met de plannen voor dit datacenter van Meta, het moederbedrijf van Facebook. Maar sinds de gemeenteraadsverkiezingen van 16 maart zijn de partijen die tegen zijn in de meerderheid. Nu ook de Tweede Kamer bezwaar heeft aangetekend, heeft Meta zijn plan voorlopig in de ijskast gezet. De bezwaren tegen het complex betreffen vooral de impact op het land- en stroomgebruik: Meta claimt 166 hectare aan landoppervlak en houdt rekening met een elektriciteitsgebruik van bijna 1400 gigawattuur per jaar.
DE INGENIEUR • APRIL 2022
Dat staat gelijk aan het gebruik van een half miljoen huishoudens, áls het datacenter continu op volle kracht draait. In werkelijkheid zal het een stuk minder zijn. Wat niet iedereen zich echter realiseert, is dat het moderne leven zonder datacenters niet mogelijk is. Datacenters zijn de plekken waar de ‘cloud’ zich bevindt. Dankzij datacenters kunnen we videobellen, betalen met onze bankpas, WhatsAppberichten versturen, twitteren en filmpjes downloaden. Maar hoeveel bytes passen er eigenlijk in één datacenter? Hoeveel YouTubefilmpjes minder moeten we kijken om een datacenter overbodig te maken?
Rekenen Dat blijkt nog een vrij lastige vraag te zijn om te beantwoorden. Meta zelf gaat er niet bij helpen. ‘Daar kunnen wij geen antwoord op geven’, mailt het bedrijf, zonder aan te geven of het bedrijfsgeheim is of gewoon onbekend. Onderzoeker Oded Raz, die zich aan de TU Eindhoven bezighoudt met oplossingen voor datacommunicatie in datacenters, wil wel even helpen rekenen. ‘Je moet je voorstellen dat grote datacenters zo’n honderdduizend computers herbergen, waarvan de harddisks elk een opslagcapaciteit hebben van een tot twee terabyte. Gaan we uit van een terabyte – dat is een miljoen megabyte – aan daadwerkelijke opslag per computer, dan kom je voor het hele datacenter dus uit op honderd miljard megabyte’, rekent hij voor. Dat is 0,1 exabyte. De hyperscale datacenters van tegenwoordig zijn echter nog eens een slag groter – die hebben al gauw plek voor een exabyte of meer. Netflix en kattenfilmpjes Een tabel op de website van het consumentencollectief United Consumers geeft aan hoe dit om te zetten is in uren kattenfilmpjeskijken of Netflix-bingewatching. Volgens deze tabel verbruikt een YouTubefilmpje van normale kwaliteit 2,5 megabyte per minuut, een Instagrambericht 3,6 megabyte en een Netflixserie in HD-kwaliteit 2000 megabyte per uur. Dat zou betekenen dat een hyperscale datacenter met één exabyte aan opslagruimte goed is voor een half miljard uur aan Netflixseries of, voor de liefhebbers, bijna zeven miljard uur aan kattenfilmpjes. In het echt is het ingewikkelder, zegt Raz. Een datacenter is niet rechtstreeks te vertalen in het datagebruik van consumenten in de omgeving. ‘Om er voor te zorgen dat iedereen altijd bij z’n foto’s en filmpjes kan, worden deze in meerdere datacenters bewaard’, legt hij uit. Soms wordt één foto of filmpje zelfs in kleine stukjes over meerdere plekken en harddisks verspreid en pas weer bij elkaar gezet als iemand bijvoorbeeld een Facebookpagina bekijkt. En ze worden minstens dubbel opgeslagen. Voor het wegraken van filmpjes en foto’s als er een datacenter verdwijnt, hoeft dus niemand bang te zijn. Raz: ‘Als je op vakantie gaat naar Australië en daar je sociale media gebruikt, zal je hele datacloud zelfs na een paar dagen naar een datacenter in Australië zijn verhuisd, zodat je er makkelijker en sneller bij kunt.’ Wereldwijd Een andere manier om naar datagebruik te kijken, is door het wereldwijde systeem in ogenschouw te nemen. Dat deden Fons Wijnhoven en Martijn Koot van de Universiteit Twente een paar jaar geleden – met als doel de impact van datagebruik op de energiebehoefte uit te rekenen. Hiervoor verzamelden de onderzoekers gegevens over datagebruik voor zowel zakelijke als persoonlijke doeleinden. Alleen voor de opslag van data voor persoonlijk gebruik kwamen ze al uit op 591 exabyte in het jaar 2021. Daarvoor zouden dus een kleine zeshonderd hyperscale datacenters nodig zijn.
Dataopslagplekken Eind 2021 telde het totale aantal hyperscale datacenters ter wereld 659 stuks, blijkt uit onderzoek van de Synergy Research Group. Maar er zijn veel meer plekken waar data worden opgeslagen, meldt de website van de Dutch Datacenter Association: ‘Zo hebben veel bedrijven hun eigen datacenter, hoewel dat vooral in het verleden gebruikelijk was en de nog bestaande dus vaak nogal verouderd zijn. Tegenwoordig zijn co-locatie datacenters populairder: commerciële datacenters die
meerdere klanten tegelijk kunnen bedienen. De klanten zijn naast cloud- en hostingproviders en grote (technologie)bedrijven ook banken, scholen, ziekenhuizen en overheidsorganisaties.’ In Nederland stonden vorig jaar 184 van zulke datacenters, die samen een oppervlakte van 76 hectare innamen. De hyperscale datacenters zijn eigendom van de grote techbedrijven zoals Google, Amazon en Meta, en worden speciaal voor de servers van deze techreuzen gebouwd.
De bovenstaande sommetjes zijn leuke bierviltjesberekeningen, zegt Koot. ‘Maar een exact antwoord op de vraag is lastig te geven, aangezien er binnen een datacenter heel veel verschillende activiteiten gaande zijn. Naast de dataopslag zijn er servers die applicaties online runnen, rekenkracht ter beschikking stellen of data dupliceren om de beschikbaarheid van de geleverde diensten te kunnen garanderen. Hoeveel van onze gegevens straks in Zeewolde zouden zijn opgeslagen, is dus zelfs bij benadering nauwelijks vast te stellen. Maar het komt er wel op neer dat actievoeren tegen datacenters op Twitter, Facebook en Instagram net zo iets is als actievoeren tegen de moord op jonge zeehondjes in een jas van zeehondenbont.
Mede dankzij datacenters zijn mensen vrijwel overal verbonden met het internet. foto : depositphotos
Wilt u op dit artikel reageren? Mail ons op redactie@ingenieur.nl
APRIL 2022 • DE INGENIEUR
49
De Ingenieur in gesprek
Jilles van den Beukel wil meer aandacht voor de leveringszekerheid van energie
‘We moeten nu kijken naar opties waar taboe op heerst’ De Europese energiemarkt is grillig geworden nu het gasveld in Groningen niet meer ongelimiteerd levert en Rusland geen logische handelspartner meer is. Dat geeft problemen voor de leveringszekerheid, zegt energie-analist Jilles van den Beukel. ‘De flexibiliteit die het Groningse gas ons gaf, is verleden tijd.’ Tekst: Marlies ter Voorde
Het klimaat warmt op, in Groningen heeft men genoeg van de aardbevingen en de gasprijs steeg eind vorig jaar tot ongekende hoogte. En toen viel Rusland – grootleverancier van aardolie en gas – Oekraïne binnen. Europa moet nu op zoek naar een nieuwe strategie om het energiebeleid de komende jaren vorm te geven. Daarover nadenken is het werk van Jilles van den Beukel, energiespecialist bij het The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS), een denktank voor besluitvormingsondersteuning in Den Haag. Europa reageerde op de Russische invasie van Oekraïne met financiële sancties, maar bleef wel Russisch gas importeren. Moeten we daar niet mee ophouden? ‘Het ligt dan meer voor de hand om met de invoer van aardolie te stoppen. Daar verdient Rusland normaal gesproken drie tot vier keer meer aan dan aan gas, al was dat afgelopen winter anders. Bovendien wordt de pijn bij een olieboycot meer over de wereld verspreid. Olie wordt namelijk alleen op de wereldmarkt verhandeld, aardgas daarnaast ook op regionale markten. De gevolgen van een gasboycot gaan we vooral voelen in Europa. Een derde van ons gas komt uit Rusland.’ Is een boycot van Russische olie dan een optie? ‘De vraag bij een boycot is altijd of die werkt. Een lagere export wordt gecompenseerd door hogere prijzen. De kans is dus groot dat wij er zelf veel meer last 50
DE INGENIEUR • APRIL 2022
van hebben dan president Poetin. Vooral Duitsland is afhankelijk van olie en gas uit Rusland. Als je maximale druk wilt uitoefenen, moet je het misschien toch doen, dat is een keuze. Maar ik begrijp wel waarom Duitsland en Nederland het niet willen. Overigens kwam begin maart wel een olieboycot op gang. Niet door een officiële sanctie, maar door bedrijven die niets meer met Rusland te maken willen hebben, bijvoorbeeld in de scheepvaart. Maar dat heeft zich niet doorgezet. De Russische olie is hierheen blijven komen, alleen vindt de handel nu vooral onder de radar plaats.’ Wat kunnen we wel doen? ‘Het is wrang dat een land dat zich schuldig maakt aan schurkengedrag zo veel verdient aan olie en gas. Ik denk dat we onze afhankelijkheid van energie uit Rusland zo snel mogelijk moeten verkleinen. Dan moeten we ook naar opties kijken waar nu een taboe op heerst, zoals een grotere inzet van kolencentrales, bestaande kerncentrales langer openhouden of extreem duur LNG (vloeibaar gas) binnenhalen uit andere landen. Dan kunnen we over een of twee jaar veel minder afhankelijk zijn van Rusland en wordt een boycot haalbaar.’ De prijs van aardgas schoot eind 2021 vrij plotseling omhoog. Was Poetin zich toen al aan het voorbereiden? ’Dat lijkt wel aannemelijk. Rusland was spaarzaam met leveren. Het hield zich aan de contracten, maar
1985-1989: doet promotieonderzoek in de geofysica aan de Universiteit Utrecht
wilde niets extra exporteren. Wij zagen daar bij HCSS in september drie redenen voor: Gazprom liep binnen door de hoge prijzen, Rusland hield druk op de ketel om de pijpleiding Nord Stream 2 af te bouwen en Rusland maakte zo zijn eigen geopolitieke positie sterker. Achteraf was dat laatste waarschijnlijk belangrijker dan we toen wisten. Maar er zijn meer factoren die de gasprijzen opdreven. De vraag was plotseling toegenomen doordat Azië meer gas wilde en we net uit de coronacrisis kwamen. En de aardgaswinning in Europa was afgenomen, vooral doordat er nu veel minder gas uit Groningen komt. Bovendien investeren olie- en
1989-2015: werkt als aardwetenschapper bij Shell, onder andere in Texas, Gabon en Nederland
2016-heden: schrijft als energie-analist voor Energeia en is als energieexpert verbonden aan HCSS
gasbedrijven zoals Shell en Exxon sinds 2015 minder in de productie, waardoor er steeds minder olie- en gas beschikbaar is.’ Waarom investeren ze dan niet meer? ‘De oliemaatschappijen voelen druk vanuit de aandeelhouders en de maatschappij vanwege de klimaatcrisis – en terecht denk ik, want die is behoorlijk ernstig. Daar trekken ze zich echt wel iets van aan. Daarnaast is er natuurlijk een energietransitie gaande, en willen ze straks ook niet blijven zitten met stranded assets – velden die niet meer kunnen worden leeggehaald.
t
1977-1985: studeert natuurkunde en geofysica aan de Universiteit Utrecht
APRIL 2022 • DE INGENIEUR
51
QUOTE
Het effect is, zoals directeur Fatih Birol van het Internationaal Energie Agentschap het onlangs verwoord de, dat het aanbod van olie en gas van de westerse maatschappijen wél in de richting gaat van de gewenste klimaatscenario’s maar de vraag nog niet. Dat is overigens geen pleidooi om weer meer te investeren in olie en gas, het kan net zo goed een pleidooi zijn om de energietransitie te versnellen. Wat mij betreft is het beiden, maar dat is een keus die iedereen anders maakt.’
‘Ik ben fan van kernenergie, maar ik zie wel een kostenprobleem’
Is het niet juist goed dat de prijzen stijgen? Omdat we dan eindelijk de verwarming lager zullen zetten? ‘Jein, zoals de Duitsers dan zeggen – dus ja en nee tegelijk. Ja, want het stimuleert om met fossiele brand stoffen te stoppen. En nee, want het is pijnlijk voor mensen met lage inkomens en voor energieintensieve bedrijven.’ Heeft Nederland in de aanloop naar deze gascrisis iets fout gedaan? ‘Ik denk dat we te weinig op de leveringszekerheid hebben gelet. Dat was decennialang ook niet nodig, we konden altijd extra gas uit Groningen halen. Nu niet meer, we zijn afhankelijk geworden van import. Onze buurlanden hebben langetermijncontracten met gasleveranciers, voor enkele tientallen procenten van de gasconsumptie. Wij niet, terwijl dat wel verstandig zou zijn. En we hadden ervoor moeten zorgen dat de gasopslagen aan het begin van de winter vol zaten. Dat zijn al leeggehaalde gasvelden die men gebruikt voor reservevoorraden.’ Dus om tekorten te verhelpen hadden we een volle opslag moeten hebben… hoe hadden we dan aan dat gas moeten komen? ‘We hadden het kunnen inkopen toen de prijzen lager waren. De eerste jaren nadat we de winning uit Groningen sterk hadden verminderd, van 2015 tot 2020, was de markt gunstig. Daaraan zijn we gewend geraakt. We waren tot vorig jaar daarom meer gericht 52
DE INGENIEUR • APRIL
2022
op snelle koopjes dan op lange termijneffecten.’
Hoe zou ons energiebeleid eruit zien als u minister was? ‘Ik vind het huidige regeerakkoord niet slecht. Het zet serieus in op versnelling van de energietransitie, maar niet ten koste van alles. Het kabinet houdt het oude systeem overeind zo lang dat nodig is. Dat vind ik goed. De klimaatverandering is ernstig, we bewegen ons richting de temperatuur waarop we met kantelpunten te maken gaan krijgen. Maar we moeten verantwoord afbouwen, zonder dat we te grote proble men krijgen met betaling en leveringszekerheid. Dat zijn we een beetje uit het oog verloren. We hebben ons als samenleving niet goed voorbereid op de situatie na de sluiting van het gasveld in Groningen. Nu komen we voor het eerst de beperkingen tegen van het markt systeem. Dat is schrikken, de gasprijzen zijn vijf tot tien keer hoger geworden dan het gemiddelde van de afgelopen jaren.’
Hoe ziet u de toekomst voor zich? ‘Ik vraag me vooral veel dingen af. Zal het afschake len van gas gereguleerd gaan gebeuren? De overheid heeft hiervoor een bescherm en herstelplan gemaakt, waarbij eerst de nietessentiële bedrijven worden afgekoppeld. Lukt dat of wordt het een chaos? Wat gebeurt er als de gasprijs nog verder oploopt? Je ziet nu bijvoorbeeld al een krapte aan kunstmest ontstaan en die heeft weer gevolgen voor de voedselvoorzie ning. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat heeft pas afgelopen weken in kaart gebracht welke bedrijven eventueel zonder gas kunnen, ze zijn daar ineens wakker geworden. Ook ben ik benieuwd hoe de energietransitie verder zal gaan. Wat is de rol die waterstof gaat spelen? Komt er een revival van kernenergie? De basis van het nieuwe systeem wordt elektriciteit en de basis dáárvan wordt zon en wind, maar we hebben wel aanvulling nodig. Ik ben fan van kernenergie, maar ik zie wel een kostenprobleem. Ik ben zeer benieuwd!’ foto ’ s : daniel wentzel
UIT DE VERENIGING
Een greep uit het aanbod van activiteiten van het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI).
Smeltend ijs Het nieuwste IPCC-rapport laat er geen twijfel over bestaan: onze planeet warmt steeds sneller op. Op de polen manifesteert dit zich in smeltende gletsjers en instortende ijskappen. Zijn we op weg naar een kantelpunt? Krijgen we straks ijsvrije polen? Peter Kuipers Munneke, glacioloog bij de Universiteit Utrecht en weerman bij de NOS, geeft in deze lezing (in het Engels!) antwoord op deze en andere vragen. Lezing: A world without polar ice?, Enschede, 10 mei 19.30-21.00 uur, kivi.nl/afdelingen/kst/activiteiten
Lustrumcongres: Nederland, waterstofland Waterstof lijkt onmisbaar voor een haalbare energietransitie. Met het gas zijn seizoensinvloeden te ondervangen en kunnen we juist in energie voorzien op dagen dat er bijna geen zon en wind is. Wil Nederland echter een ‘waterstofland’ worden, dan is sturing nodig vanuit de overheid. Dit lustrumcongres, ter ere van 175 jaar KIVI, gaat in op drie belangrijke vragen: waaróm zou Nederland moeten inzetten op waterstof? Hoe gaan we het gas produceren, opslaan en vervoeren? En waar gaan we waterstof zoal voor inzetten? Het dagvullende programma met plenaire en parallelle sessies biedt onderwerpen als elektrolysers (welke typen zijn er, kunnen ze met variërende stroom overweg, welk rendement halen ze?), het vervoer van waterstof (kan dat met bestaande gasleidingen en, zo ja, hoe moet je die aanpassen?) en het gebruik van waterstof in auto’s vrachtwagens, schepen en op termijn zelfs vliegtuigen. Congres: Op weg naar een Waterstofland. Locatie: Delft (onder voorbehoud, zie link), 20 mei, 10.00–18.00 uur, met gratis livestream. kivi.nl/waterstof FOTO ’ S : DEPOSITPHOTOS
Vraag ’t de coach Elke maand legt De Ingenieur een vraag van een lezer voor aan een van de KIVI-ingenieurscoaches. Tekst: Marlies ter Voorde
Wie kan mij helpen bij de overstap van studie naar werk? ‘Mensen gaan vaak naar een coach als ze voor een kantelpunt staan. De overgang van opleiding naar werk is daar een specifiek voorbeeld van. Maar eigenlijk begint de beroepskeuze al tijdens de studie. Welke richting kies je? Welk doel heb je voor ogen? De vraag wat voor organisatie of sector bij je past, speelt dan al. De overstap hoort in die zin dus eerder bij de opleiding dan bij een coach. Coaching naar werk vanuit de opleiding is echter lastig. Vaak ontbreekt daar de blik op de nieuwste ontwikkelingen in alle bedrijfstakken. Ik werk bij BPD | Bouwfonds gebiedsontwikkeling en geef gastcolleges op universiteiten en hogescholen. Ik vind dat een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Met de ervaring die een ingenieur heeft, kan hij of zij studenten adviseren. Maar ook coaching vanuit het bedrijfsleven is niet ideaal, vanwege de vaak wat verkokerde visie op de eigen sector. Een vereniging als KIVI kan breder adviseren over de bedrijfstakken die een rol spelen in iemands interessegebied. Een verenigingscoach overziet als het goed is het hele spectrum, en dan niet met de bril en het belang van een bedrijf. Die kan dus brede en actuele informatie geven. Of opleidingen de studenten goed voorbereiden op een baan, verschilt per sector. Bij de harde technische wetenschappen voor specialistische beroepsgroepen is de aansluiting er vaak wel. Voor meer generalistische beroepsgroepen, waar maatschappelijke vraagstukken bij ingenieurs terechtkomen, is de aansluiting wel een aandachtspunt. Volgen de opleidingen de maatschappelijke ontwikkelingen? Zijn de studenten breed genoeg opgeleid? Hier kan een KIVI-ingenieurscoach op een niet coachende wijze een goede bijdrage leveren.’ Coach: Henri Schimmel Heeft u ook een vraag? Mail naar redactie@ingenieur.nl APRIL 2022 • DE INGENIEUR
53
DE WAARDE VAN KIVI Zichtbaarheid
In 2022 viert het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI) zijn 175ste verjaardag. De Ingenieur belicht daarom iedere maand het belang van de vereniging, nu en in de toekomst.
Ingenieurs in de schijnwerpers Hoe maak je de impact van techniek en de mensen die hieraan werken zichtbaar? Door de ingenieurs af en toe vol in de schijnwerpers te zetten. KIVI reikt daarom elk jaar een aantal prijzen uit aan ingenieurs die hun vakkennis, creativiteit en innovatieve geest gebruiken om de samenleving te verbeteren. T E K S T: M A R L I E S T E R V O O R D E & P A N C R A S D I J K
Noem eens een paar Nederlandse ingenieurs? Die vraag doet veel mensen met de mond vol tanden staan, ont dekte David Fernandez Rivas, Ingenieur van het Jaar van 2021, toen hij op zoek ging naar zijn bekendste Nederlandse vakgenoten. Cornelis Lely? Antoni van Leeuwenhoek misschien? Wie in Nederland wil dat zijn naam beklijft, moet kennelijk zorgen dat er een stad of ziekenhuis naar hem of haar wordt vernoemd. Een prestieuze prijs winnen werkt ook, is de over tuiging van KIVI. De vereniging zet dan ook ieder jaar op de Dag van de Ingenieur een aantal ingenieurs in het zonnetje die een uitzonderlijke prestatie hebben geleverd. Ingenieur van het jaar De grote hoofdprijs is de titel ‘Ingenieur van het Jaar’, zoals de winnaar van de Prins Friso Ingenieursprijs zich zelf een jaar lang mag noemen. Deze titel gaat naar de in
54
DE INGENIEUR • APRIL 2022
genieur die zich het meest onderscheidt in de competen ties expertise, innoverend vermogen, ondernemerschap en maatschappelijke impact. Dit jaar gaat die eer naar Marijn van Rooij, zo werd op 16 maart op Dag van de Ingenieur bekendgemaakt. Van Rooij is medeoprichter en technisch directeur van het bedrijf Ocean Grazer, een spinoff van de Rijksuni versiteit Groningen. Hij houdt zich hier voornamelijk bezig met de ontwikkeling van de Ocean Battery. Dat is een manier om duurzame energie op te slaan op de zeebodem, gebruikmakend van de hoge druk die daar heerst. De Ocean Battery gebruikt overtollige energie uit bij voorbeeld zonne of windkracht om water uit een rigi de reservoir naar grote flexibele zakken of balgen op de zeebodem te pompen. In tijden van schaarste kan dan opnieuw energie worden opgewekt door het water weer terug te laten stromen. ‘Een oplossing voor een belang rijk en maatschappelijk relevant probleem’, noemde de jury deze uitvinding. De tweede prijs ging naar Sjoerd Kerstens, leading professional water bij ingenieursbureau Royal Has koningDHV, die zich bezighoudt met het versnellen van toegang tot sanitatie overal ter wereld. De publieksprijs ging naar Nikéh Booister, adviseur waterveiligheid en klimaatadaptatie bij bureau Sweco. Zij pleit voor een meer toekomstgerichte blik bij het inrichten van Neder land.
De Prins Friso Ingenieursprijs is vernoemd naar de oudste broer van koning Willem-Alexander, die ingenieur Luchtvaart- en Ruimtetechniek en lid van KIVI was. Hij overleed in 2013 ten gevolge van een ski-ongeval. Zijn moeder, prinses Beatrix en zijn vrouw, prinses Mabel, waren via een video-verbinding bij de prijsuitreiking aanwezig. Studententeam Dit jaar werd er voor het eerst een prijs uitgereikt aan een studententeam. Het idee was om ook de jongere en aankomende ingenieurs een podium te bieden. Daar komt bij dat een teamprijs beter dan een individuele prijs uitstraalt hoe het ontwikkelen van nieuwe ideeën in zijn werk gaat, namelijk door samen te werken. De allereerste winnaar van deze KIVI Engineering Student Team Award is het studententeam MSP Maastricht, met het project MethaGone. De twaalf bachelorstudenten van de faculteit science & engineering werken
aan een voedingssupplement voor koeien, waardoor deze minder van het broeikasgas methaan uitstoten. Het stofje bromoform dat in deze capsule moet, laten ze maken door bacteriën – die er op hun beurt een genetische code voor krijgen die uit roodalgen is gehaald. Een fraai staaltje bio-engineering, waarmee, als alles meezit, de hoeveelheid methaan in de boeren en winden van koeien met 98 procent omlaag gaat. Ook de KIVI Engineering Student Team Award werd uitgereikt op de Dag van de Ingenieur. Nadat ze de prijs in ontvangst hadden genomen, kregen de studenten uitgebreide felicitaties van prinses Mabel – mede namens haar schoonmoeder. De winnaars én genomineerden van de prijzen gaven aan al veel reacties te hebben ontvangen. De awards blijken dus te doen wat ze moeten doen: helpen bij het realiseren van de missie van KIVI, namelijk ‘het ondersteunen van ingenieurs in hun beroepsuitoefening, en de erkenning van de waarde van hun werk’.
Foto links: Marijn van Rooij krijgt de Prins Friso Ingenieursprijs van KIVIpresident Joanne Meyboom-Fernhout (l). De publieksprijs is voor Nikéh Booister (r). FOTO : WENDY VAN BREE Foto rechts: Studententeam MSP Maastricht ging er met de KIVI Engineering Student Team Award vandoor. FOTO : MSP MAASTRICHT
Wie is jouw favoriete techniekambassadeur? Welke YouTuber, schrijver, influencer, journalist of podcastmaker weet de liefde voor het ingenieursvak het best voor het voetlicht te brengen? Welk tijdschrift, museum of tv-programma maakt het maatschappelijke belang van techniek op de aanstekelijkste wijze voor een groot publiek duidelijk? Stuur je antwoord op die vraag naar conrad@kivi.nl en wie weet wordt jouw favoriet
later dit jaar wel bekroond met de KIVI’s eervolle Conrad’s premie. Conrad’s premie Voor de beste ambassadeur van de techniek kent KIVI al sinds 1870 een bijzondere onderscheiding: de Conrad’s premie, die eens in de vijf jaar wordt uitgereikt. De prijs, genoemd naar spoorwegingenieur en KIVI-medeoprichter F.W. Conrad, bestaat uit een oorkon-
de, een vergulde medaille en een geldbedrag van circa tweeduizend euro, afkomstig uit een legaat dat Conrad bij zijn overlijden naliet. Tot de eerdere winnaars behoren onder meer het tv-programma Klokhuis en het NEMO Science Museum in Amsterdam. De prijs wordt toegekend door het KIVI-hoofdbestuur, op voordracht van de Raad Wetenschap, Techniek & Maatschappij. APRIL 2022 • DE INGENIEUR
55
Recept voor informatieverwerking Algoritmen zijn recepten om puzzels mee op te lossen en bestaan al sinds mensenheugenis, laat Chris Bleakley zien in het boek Algoritmen. De kracht van een reeks simpele stappen. En de snelste uitvoerders van die voorschriften zijn computers. Tekst: Marlies ter Voorde
56
DE INGENIEUR • APRIL 2022
Vraag iemand een voorbeeld te geven van een algoritme, en er komt waarschijnlijk een antwoord dat te maken heeft met machine learning en big data. Een algoritme: dat zit toch in de software die selecteert wie al dan niet als verdachte van belastingfraude in aanmerking komt, die medici helpt met het beoordelen van gezondheidsscans, en die regelt dat er nog maanden na aankoop van een wasmachine reclames daarover op het beeldscherm verschijnen? Dat klopt, maar algoritmen zijn veel meer dan dat, laat de Ierse computerwetenschapper Chris Bleakley zien in het boek Algoritmen. De kracht van een reeks simpele stappen, waarvan de Nederlandse vertaling half februari uitkwam. Een algoritme is een rijtje opdrachten die, als ze netjes op volgorde worden uitgevoerd, leiden tot een resultaat. Denk aan een recept met als resultaat een appeltaart, een IKEA-handleiding met als resultaat een boekenkast of een rekenmethode met als resultaat de lengte van de schuine zijde van een driehoek. Alleen geldt voor algoritmen dat de opdrachten alleen om informatieverwerking gaan – dus dan telt alleen het laatste voorbeeld. Dat iedereen bij algoritmen automatisch aan computers denkt, komt omdat dit superkrachtige ‘algoritmemachines’ zijn. Computers voeren algoritmen veel sneller uit dan mensen. Een computer kan miljarden bewerkingen per seconde uitvoeren, waar een mens er misschien tien haalt. Bleakley begint zijn boek echter in de tijd dat computers zelfs in de fantasie van de mensen waarschijnlijk nog niet eens bestonden. Hij neemt zijn lezer mee naar Mesopotamië, waar vijfduizend jaar geleden het spijkerschrift werd uitgevonden. Dat werd, zo blijkt, al gebruikt om algoritmen te beschrijven, bijvoorbeeld de methode die moest worden gevolgd voor het bepalen van de afmetingen van een waterreservoir. In de hoofdstukken die volgen, loopt hij langs allerlei vraagstukken en vakgebieden, zowel uit de geschiedenis als het heden, waar algoritmen een grote rol hebben gespeeld. Zo is er een hoofdstuk over Charles Babbage (1791-1871), Ada Lovelace (1815-1852) en Alan Turing (1912-1954), die elk in hun eigen tijd
een belangrijke bijdrage leverden aan het ontwikkelen van de voorlopers van onze computers en softwareprogramma’s. Er is een hoofdstuk over weersvoorspellingen die in 650 voor Christus al werden gedaan uit wolkenformaties. Pas aan het einde van het boek komen onderwerpen als kunstmatige intelligentie, machine learning, Google en Facebook aan bod. Bleakly heeft een soepele schrijfstijl en kiest voor de mooie verhalen boven de – zoals hij het zelf noemt – ‘geestdodende volledigheid’. Dat is gelukt. Het boek leest als een trein en is bovendien rijkelijk voorzien van illustraties. Fijn aan het boek is dat het niet alleen gaat over de geschiedenis van algoritmen, maar dat Bleakley de algoritmen zelf ook laat zien en uitlegt: en dan niet alleen als het gaat om iets simpels zoals de verschillende manieren waarop honderd snoepjes zijn te verdelen – steeds ieder één snoepje tot je bij honderd bent, steeds ieder één tot ze op zijn of meteen ieder vijftig – maar ook als het gaat om de werking van de Turingmachine of het uitvoeren van een Fouriertransformatie. En dat doet hij goed, hij neemt de lezer bij de hand en weet ook tijdens de uitleg boeiend te blijven. ‘Dit boek is voor mensen die weten dat algoritmen belangrijk zijn maar geen idee hebben wat ze zijn’, schrijft Bleakley in zijn voorwoord, om er iets verderop aan toe te voegen: ‘maar zelfs degenen met een informaticadiploma zullen, denk ik, de verhalen verrassend, onderhoudend en verhelderend vinden.’ En dat is te beamen. Bijkomend voordeel voor wie het heeft gelezen, is dat die voortaan bij de vraag om een voorbeeld van een algoritme te geven een paar originele antwoorden paraat heeft. Zoals de door Alan Turing gekraakte Enigma-code waardoor men in de Tweede Wereldoorlog berichten van de nazi’s kon ontcijferen, de manier om de kortste route van A naar B te bepalen, de vertaling van een ISBN-nummer in informatie over een boek of gewoon het eerlijk verdelen van een zakje gummibeertjes. Algoritmen. De kracht van een reeks simpele stappen Chris Bleakley | 240 Blz. | € 47,50
De trein als filmset Sinds de klassieke westernfilms vinden veel actiescènes in of op treinen plaats. Een nieuwe YouTubeserie bekijkt deze scènes vanuit een ingenieursperspectief.
Lessen van een bouwprofessor In een prikkelend boek neemt Rob Nijsse de lezer mee naar de hoogte- en dieptepunten uit zijn lange loopbaan als ontwerpend constructeur. Tekst: Pancras Dijk
Sommige boeken doen een poging zichzelf te recenseren: ‘Dit boek bevat niet de absolute waarheid. Hooguit bestaat het uit de ingedikte herinneringen van Rob Nijsse, plus wat schetsjes.’ Absolute waarheid of niet: al die herinneringen, ideeën en tekeningen maken Architect - Structural Engineer tot een geweldige leeservaring. Nijsse kan namelijk niet alleen putten uit een schat aan ervaring, maar heeft ook een heel duidelijke boodschap. In 1979, een jaar na zijn afstuderen aan de Technische Universiteit Delft, trad Nijsse in dienst bij ingenieursbureau ABT, waar hij vier decennia zou blijven en aan talloze projecten zou werken, over de hele wereld en met de meest vooraanstaande Nederlandse architecten. Daarnaast maakte hij naam als hoogleraar constructieleer (TU Delft). In het (Engelstalige) boek laat Nijsse een dertigtal van de grote projecten waaraan hij werkte de revue passeren, van winkelcentrum Presikhaaf in Arnhem en het casino nabij het Amsterdamse Leidseplein tot aan de universiteitsbibliotheek van Utrecht en het ‘ongelukkige stadhuis’ van Rotterdam. Ongelukkig? Ja, schrijft Nijsse: ‘Na een goede start ging voor mij hier alles mis wat er maar mis kon gaan.’ Zonder zichzelf te sparen, beschrijft hij nauwgezet hoe de bouw van wat het duurzaamste stadhuis ter wereld moest worden volledig uit de hand kon lopen. In het boek volgt het ene grote bouwproject na het andere, maar altijd staat ook het simpele schetsje afgedrukt waarmee zo’n kolossaal werk voor Nijsse begon. Waar wordt een ontwerp werkelijkheid, waar ligt de grens tussen verbeelding en bouwwerk? Tegelijkertijd heeft Nijsse flink wat noten te kraken over hoe het er in een bouwproces werkelijk aan toegaat, en dat is bepaald geen rozengeur en maneschijn. Aan het eind van het boek krijgt de dromer in Nijsse de overhand. In kort bestek beschrijft hij daar hoe de samenwerking tussen architect en constructeur er in een ideale wereld uit zou zijn. Met dit boek zet Nijsse hopelijk een grote stap in die gedroomde richting.
In de film Mission: Impossible (1996) probeert een mol in een Amerikaans team van geheimagenten te ontsnappen van het dak van een trein die door Engeland rijdt. Hij wil zich aan een kabel laten oppikken door een helikopter, maar de heldhaftige geheim agent Ethan Hunt (gespeeld door Tom Cruise) steekt hier vanaf hetzelfde treindak een stokje voor door de kabel aan de trein te bevestigen. Hierdoor wordt de helikopter achter de trein aan de Kanaaltunnel naar Frankrijk ingesleurd. Spectaculair is deze achtervolgingsscène zeker, maar snijdt die ook hout vanuit het perspectief van een ingenieur? De Britse spooringenieur, schrijver en YouTuber Gareth Dennis neemt in de eerste aflevering van zijn nieuwe YouTube-serie #AnEngineerWatches ruim veertig minuten de tijd om deze vraag te beantwoorden. Hoewel het weinig verrassend is dat een film die nota bene Mission: Impossible heet, niet altijd binnen de grenzen van het mogelijke blijft, is de aflevering zeker de moeite van het kijken waard. Al was het maar omdat er gaandeweg een hoop te leren is over trein-, spoor- en tunnelbouw. Bovendien heeft Dennis ook een document met de technische details van het gebruikte type helikopter paraat. Hiermee zoekt hij bijvoorbeeld uit of de helikopter wel in de Kanaaltunnel zou passen en of hij de TGV-trein in eerste instantie wel had kunnen bijhouden. Van ieder detail bepaalt Dennis of het realistisch is en op basis daarvan geeft hij de film uiteindelijk een score. Dennis is een echte treinfanaat die zijn passie op allerlei manieren uitdraagt en deelt. Zo kun je onder de hashtag #AnEngineerPlays urenlang kijken hoe hij in computerspellen een virtueel spoornetwerk aanlegt en bijhoudt. In de serie #RailNatter, die al meer dan honderd afleveringen telt en nog steeds actief is, praat Dennis over de geschiedenis en actualiteit van de technologie en het gebruik van het spoor. De serie #AnEngineerWatches is de jongste toevoeging. Als er vraag naar is, gaat Dennis ook het spoorgebruik in andere films analyseren. (LG) #AnEngineerWatches is te bekijken op het YouTubekanaal van Gareth Dennis
Architect – Structural Engineer Rob Nijsse | 212 Blz. | € 45,foto : gareth dennis
APRIL 2022 • DE INGENIEUR
57
MEDIA
Stad van Philips Als er één regio is die de laatste jaren forse economische groei vertoont, is het Eindhoven. Waar de stad vandaan komt, staat mooi beschreven in het lijvige boek Eindhoven. Tekst: Jim Heirbaut
58
DE INGENIEUR • APRIL 2022
Een verzameling losse dorpen rond het stadje Eindhoven was het nog tot het begin van de twintigste eeuw, met namen als Tongelre, Stratum en Woensel. Maar door snelle bevolkingsgroei, niet in de laatste plaats door de aanzuigende werking van Philips, groeiden die kleine kernen aan elkaar. In 1920 ontstond zo Groot-Eindhoven als (middel)grote Nederlandse stad, in het zuidoosten van Noord-Brabant. Een eeuw later is Eindhoven – of Brainport, zoals de regio zichzelf verkoopt – een van de belangrijkste economische motoren van Nederland. Bedrijven als ASML, VDL, DAF Trucks en, nog steeds, Philips dragen flink bij aan het bruto nationaal product. Hoe dit in slechts honderd jaar zo is gekomen, staat mooi beschreven in het lijvige boek Eindhoven, van Thom Aussems en Hans Horsten. De twee doken in de archieven en schetsen een levendig beeld van de snel groeiende stad in de vorige eeuw. Het is mooi om te lezen hoe eerst de katholieke kerk een centrale rol speelde in de levens van Eindhovenaren en hoe later Philips die rol min of meer overnam. Het is nu bijna niet meer voor te stellen, maar het bedrijf ging veel en veel verder dan
enkel werkgever te zijn. De werknemers en hun gezinnen konden onderwijs genieten van het bedrijf, maar Philips richtte ook een keten van kruidenierswinkels op, slagerijen, drogisterijen en zelfs een broodfabriek. Voor het in elkaar zetten van lampen en apparaten trok Philips mensen aan vanuit heel Nederland. Vooral uit arme Drentse gebieden trokken gelukszoekers naar het zuiden. De stadswijk Drents Dorp (foto) herinnert met zijn naam nog aan deze nieuwe bewoners van Eindhoven. Het boek is te lezen van kaft tot kaft, maar zelf spraken de makers in een interview met het Eindhovens Dagblad van een ‘zap-boek’: ‘Je kunt er op een regenachtige zondagmiddag in bladeren, losse stukjes lezen en als je meer wilt weten, kun je dat elders in de boeken vinden. Bovendien staan er veel foto’s in.’ Tegelijk met Eindhoven verscheen deel 2: Transformaties zonder blauwdruk (25 euro), dat de historie van Eindhoven koppelt aan grotere trends in de wereld. Eindhoven Thom Aussems en Hans Horsten 960 Blz. | € 50,-
foto : stichting eindhoven in beeld
Q&A
Elke maand zijn er talloze nieuwe boeken en tentoonstellingen. De Ingenieur pikt de interessantste eruit en stelt de maker vijf vragen.
Aan de hand van het leven van Bertie, de latere koning Edward VII, beschrijft Mike Hoogveld hoe grote uitvindingen eind negentiende eeuw de basis voor de moderne wereld legden. Zijn boek Bertie en de wonderjaren verschijnt op 21 april.
Dat statistiek actueler is dan ooit, toont de coronacrisis. Maar ook beslissingen over het goedkeuren van medicijnen en andere producten hangen af van statistische overwegingen, laten Ronald Meester en Klaas Slooten zien. KAN DAT GEEN TOEVAL ZIJN?
192 BLZ. | € 24,99
Tekst: Lukas Graff
1 2 3 4 5
Waarom dit boek? ‘Twee jaar geleden ben ik gepromoveerd. Dat was een zwaar traject, dus ik had mezelf beloofd dat ik als cadeautje een leuk boek mocht schrijven. In mijn werk ben ik veel bezig met vernieuwing en hoor vaak dat veranderingen nu sneller gaan dan ooit. Ik heb uitgezocht of dat klopt en ben erachter gekomen dat de veranderingen rond het einde van de negentiende eeuw veel sneller gingen. Daarover gaat dit boek.’ Voor wie is het boek bedoeld? ‘Voor iedereen die nieuwsgierig is, vooral naar uitvindingen en uitvinders of geschiedenis. Het boek toont veel van Londen, Parijs en New York, waar veel uitvinders zaten die elkaar hielpen en beïnvloedden. Het boek is ook interessant voor mensen die het verhaal achter een uitvinding als die van de auto willen weten. In een luchtige, toegankelijke stijl en met veel anekdotes vertel ik over dat soort dingen.’ Wat fascineert u in het onderwerp? ‘Met name dat er in zo’n korte tijd zo ongelofelijk veel is gebeurd. Rond het eind van de negentiende eeuw zijn bijvoorbeeld de auto, het vliegtuig, de telefoon, de radio en de camera met filmrolletjes uitgevonden. Dit was mogelijk door het ecosysteem dat in de grote steden heerste. Ook waren er weinig oorlogen. Het was rustig op het wereldtoneel en er was veel geld voor innovatie.’ Wat kunnen we van het boek leren? ‘Eind negentiende eeuw was er veel minder wet- en regelgeving, waardoor men meer vrijheid ervoer om te experimenteren. Regels voor arbeidsomstandigheden en veiligheid moeten er zijn, maar we zijn inmiddels doorgeschoten. Ook stond technisch vakmanschap in veel hoger aanzien dan nu. We zouden technische scholing meer moeten stimuleren, maar ook het knutselen in je schuurtje. De rubberband is tenslotte uitgevonden door een veearts voor de driewieler van zijn zoontje.’ Waarover gaat uw volgende boek? ‘Ik ben al bezig met een boek over de roaring twenties, de jaren twintig van de vorige eeuw. In deze tijd worden veel van de uitvindingen die in Bertie en de wonderjaren aan bod komen, in gebruik genomen. Dit leidt opnieuw tot grote, maatschappelijke veranderingen. In dat boek neem ik het leven van de kleinzoon van Edward VII, die later koning Edward VIII wordt, als rode draad.’
PORTRET : LIONNE HIETBERG FOTOGRAFIE
Heb je het over klushelden, dan staan Buurman & Buurman op eenzame hoogte. Maar werken hun onnavolgbare vindingen ook in het echt, willen Kees & Bram van Dijk weten. Aflevering 1 staat nu online: de Pannenkoekenmachine. VOOR MEKAAR | 8:24 MIN. | YOUTUBE
Een goede grafiek is een krachtig instrument om een boodschap te presenteren. Maar er zijn ook veel slechte grafieken. Jelke Bethlehem heeft een handboek gemaakt om te laten zien hoe je het kaf van het koren kan scheiden. HET GRAFIEKENBOEK | 222 BLZ. | € 29,99
Hoe leven we over vijftig jaar? Sciencefiction wijst de weg. Maar wie zijn het die dergelijke verzonnen toekomstscenario’s werkelijkheid kunnen maken? Ingenieurs en wetenschappers, blijkt uit de dertig scenario’s in dit boek. VISIONS OF A BETTER WORLD | 255 BLZ. | € 25,-
APRIL 2022 • DE INGENIEUR
59
Voorwaarts
Voorspellen is lastig, zeker als het om technologische vooruitgang gaat. Fanta Voogd verdiept zich maandelijks in de geschiedenis van de toekomst.
De Leeghwaterlegende Misvattingen over zijn rol in de Haarlemmermeerpolder galmen nog altijd na
In de nadagen van zijn leven schreef Jan Adriaanszoon Leeghwater, als ooggetuige en betrokkene, twee boeken over de indrukwekkende Hollandse waterwerken in de zeventiende eeuw. De heldenstatus die hij hieraan overhield, leeft tot op de dag van vandaag voort. Was hij zijn tijdgenoten wel ver vooruit? Rond 1640 – de grote droogmakerijen waren inmiddels voltooid – verhuisde Jan Adriaanszoon Leeghwater van het dorpje De Rijp naar Amsterdam. Daar publiceerde hij zijn twee legendarische boeken. In Kleyne Chronycke (1649) beschrijft hij de snelle ontwikkeling van de dorpen Graft en De Rijp in de zestiende en zeventiende eeuw. Het Haerlemmer-Meer-Boeck (1641) is in de eerste plaats een pleidooi voor de droogmaking van het Haarlemmermeer. Beide boeken bevatten daarnaast veel bijzonderheden over zijn leven en werk. Ze werden goed verkocht en tot ver na zijn overlijden vele malen herdrukt. Het is goed denkbaar dat Leeghwater zijn plaats in de geschiedenis heeft te danken aan deze effectieve vorm van zelfpromotie.
Zee (1934) doodleuk dat de droogmaking van de Beemster onder zijn leiding tot stand kwam. De enige wanklank vormt het boek Jan Adriaenszoon Leeghwater (1944), waarin J.G. de Roever genadeloos oordeelt over de bejubelde waterbouwkundige. Hij noemt Leeghwater ‘een derderangs figuur’ die met ‘flagrante arrogantie’ zijn eigen daden heeft beschreven. De Roevers woordkeuze doet vermoeden dat hij uit was op een historische karaktermoord, maar de lezer kan er niet omheen dat de auteur zich voor zijn ontmaskering grondig heeft gedocumenteerd. Is het nog mogelijk het beeld van Leeghwater scherp te stellen? In 1986 kwam C. Baars in het tijdschrift Spieghel Historiael na uitvoerig archiefonderzoek tot een genuanceerder oordeel dan De Roever. Ook Baars concludeert dat Leeghwater in geen geval de leiding heeft gehad had over de projecten. Maar hij heeft tussen 1608 en 1634 een onmiskenbare rol gespeeld als opziener bij de dij-
Heldendaden Leeghwaters publicaties vormen de bron waaruit zijn historische betekenis vanaf het begin van negentiende eeuw tot mythische proporties wordt opgepompt. In het boek Neêrlands Roem (1858) bijvoorbeeld, noemt schrijver en po- Zijn Haarlemmermeerboek was meer liticus Jacob Lennep de ‘eenvoudige dorpsbewoner’ Leeghwater in een adem met de bedoeld om de geesten rijp te maken grootste zeventiende-eeuwse Nederlandse voor de droogmaking geleerden, staatslieden en kunstschilders. Bij de uiteindelijke inpoldering van het Haarlemmermeer werd een stoomgemaal naar Leegh- kaanleg, als bouwmeester van molens en sluizen en als water vernoemd, gevolgd door scholen, straten, wegen goedbetaalde adviseur en expert. en een plein. In de jaren twintig van de twintigste eeuw Recente publicaties over Leeghwater tonen dat de steeg zijn roem tot epische hoogte. Op scholen werden Leeghwaterlegende een hardnekkig leven leidt. Zo herzijn heldendaden er bij de jeugd ingestampt. Het was in- kauwt de Historische Atlas NL (2019) de oude misvatting middels ook bon ton om Leeghwater ten tonele te voeren dat Leeghwater de leiding had over de droogmaking van als degene die ‘de plannen tot het droogmaken van de de Beemster. Kennelijk spreekt een geniale enkeling zo Beemster ontwierp’ (Haarlemsche Courant, 1924) en als sterk tot de verbeelding dat men de historische realiteit iemand die ‘zijn tijdgenooten wel verre vooruit’ was (De uit het oog verliest. De waterbouwkundige megaprojecIngenieur, 1925). Zelfs de vermaarde geschiedkundigen ten in Hollands Noorderkwartier zijn mogelijk gemaakt Jan en Annie Romein stelden in De Lage Landen bij de door talloze geldschieters, landmeters, bedijkers, molen60
DE INGENIEUR • APRIL 2022
1641
‘Veel luiden die omtrent Haarlem, Leiden en Amsterdam woonagtig zyn, die zyn wel bekent dat de Haerlemmer-Meer nu tegenwoordig een groot, verderffelyk, en schadelyk Water is, gelyk een binnen-landsche Zee, die alle jaren een grooten afbreuk doet aan de omleggende Landen, ende Ingezetenen, gelyk een verslindende Wolf, het welke te bedenken staat, dat het kind al gebooren is, die ‘t zoude konnen beleven, dat die zelve Meer zoo veele zoude inslyten, datze nae by de Poort van Amsterdam zoude komen, ende verscheiden Dorpen daar rontom geruineert zouden wezen.’ Jan Adriaansz. Leegh Water in zijn Haerlemmer-Meer-Boeck (1641)
makers en andere anonieme specialisten en zwoegers, onder aanvoering van een collectief leiderschap: het college van hoofdingelanden, het hoogste bestuursorgaan binnen het hoogheemraadschap. Die ene ‘grote man’ is er niet aan te pas gekomen. Pleitbezorger Maar dat Leeghwater, twee eeuwen voordat het werkelijk gebeurde, de droogmaking van het Haarlemmermeer heeft bepleit, is dat geen bewijs van zijn grootsheid en vooruitziende blik? Ook daarop valt veel af te dingen. Voordat Leeghwater in 1629 zijn eerste plan voor de droogmaking van het Haarlemmermeer presenteerde, was het twee keer eerder aan de orde geweest. Het oudst bekende plan is van landmeter Gerbrant Meusszoon die in 1615 een kaart maakte van een drooggelegde Haarlemmermeer. Zeven jaar later volgde het plan van een zekere Pieter van der Linden. Een jaar voordat Leeghwaters Haerlemmer-Meer-Boeck verscheen, presenteerde ook Jan Bartelszoon Veeris zijn plan (1640). Leeghwater was wat de Haarlemmermeer betreft zijn ‘tijdgenooten’ dus geenszins ‘verre vooruit’. Het Haerlemmer-Meer-Boeck was eerder bedoeld om de geesten rijp te maken, vooral in de onwillige steden Haarlem en Leiden, dan een uitgewerkt plan voor de droogmaking. Leeghwater wees terecht op de schrik-
aanjagende groei van het meer – de dorpen Vijfhuizen, Nieuwerkerk en Rietwijk waren al verzwolgen – en trok die ontwikkeling door naar de toekomst (zie citaat uit zijn boek hierboven). Op 29 november 1836 trok er een zware storm over Nederland en gebeurde waarvoor Leeghwater had gewaarschuwd. De veendijk van de Osdorperweg brak door, de polders ten westen van Amsterdam liepen onder en het water werd opgejaagd tot aan de stadspoorten. Sinds Leeghwater dat in 1641 voorspelde, zijn er geen dorpen meer verwoest, maar veel scheelde het niet. Het Haarlemmermeer had in 1836 het dorp Aalsmeer op enkele tientallen meters genaderd. De waterwolf moest worden getemd, daar was geen ontkomen meer aan. Op 19 maart 1839 besloot de Tweede Kamer met grote meerderheid tot de bedijking en droogmaking van het Haarlemmermeer. Dertien jaar later viel het meer droog.
Portret van Leegh water in het Haarlem mermeerboek samen met het titelblad. foto : het zuiderzee museum .
Dit is de honderdste aflevering van de rubriek Voorwaarts. Voor de liefhebbers van de stukken van Fanta Voogd heeft De Ingenieur goed nieuws: alle Voorwaartsen van de afgelopen acht jaar worden gebundeld tot Futurama. Het boek verschijn in august bij Alfabet Uitgevers. APRIL 2022 • DE INGENIEUR
61
Teamgeest
Nederland telt tientallen studententeams waarin aankomende ingenieurs zich een jaar lang fanatiek inzetten voor een concreet doel.
Niet slopen, maar ‘optoppen’ Beter bestaande flats op een slimme manier verduurzamen, dan ze slopen om er nieuwbouw voor in de plaats te zetten. Dat is de overtuiging van Team SUM uit Delft. In juni nemen ze het met hun bouwconcept op tegen internationale concurrenten. Tekst: Jim Heirbaut
Nieuwe huizen of flats zijn tegenwoordig behoorlijk energiezuinig, maar hebben als nadeel dat de bouw een hoop energie kost. Aan de andere kant wonen veel Nederlanders nog in relatief oude portiekflats. Het zou een hoop energie schelen als die niet tegen de vlakte hoeven en met wat ingrepen duurzaam te maken zijn. Dat is, in een notendop, het doel dat het Delftse studententeam SUM (symbiotic urban movement) zichzelf heeft gesteld: verzin een slimme aanpak om be-
staande Nederlandse portiekflats duurzaam te maken. Bovenlaag Vorige maand presenteerden de studenten hun idee om bovenop bestaande portiekflats een ‘optopping’ te zetten van een of twee woonlagen als de constructie dat toelaat. In die extra laag zitten ook technische systemen verstopt, waaronder lange rijen zonnepanelen (voor warmtepompen), accu’s om over-
Teamspirit SUM voor hun net afgebouwde prototype. 62
DE INGENIEUR • APRIL 2022
tollige elektriciteit tijdelijk op te slaan en een systeem om regenwater te verzamelen. De gebruikte materialen zijn zoveel mogelijk biobased of gerecycled, zoals constructies van hout of isolatiemateriaal van door de shredder gehaald papier of katoen. Met deze aanpak denkt Team SUM niet alleen bestaande flats duurzaam in energiegebruik te kunnen maken, maar ‘we voegen ook woningen toe aan het woningbestand van een stad.’, vertelt communicatiecoördinator Nikki de Zeeuw. In Team SUM zitten zo’n zestig studenten die, naast hun studie, ervaring opdoen met een echt praktisch project. De meeste studenten doen een master architectuur in Delft, maar er zitten er ook bij die een master building technology of management in the built environment doen. Een van de zeven coördinatoren is project engineer Arne Boenders, ook architectuurstudent. ‘Ik was altijd al geïnteresseerd in de praktische uitwerking van techniek in zo’n gebouw, maar dat komt in de studie niet echt aan bod. Nu moest ik
Samenwerken Twee teamleden overleggen tijdens de bouw van het prototype. foto ’ s en illustraties : da vinci satellite project
Naam: Team SUM Aantal leden: 60 Doel: portiekflats energiezuinig maken Perspectief: technieken bedenken om bestaande woningen te verduurzamen zodat ze weer jaren mee kunnen
me ineens verdiepen in installaties, zoals een warmtepomp, en dat vind ik echt verrijkend. Ik snap nu zowel de kant van de architect als van de installateur.’ Zelf bouwen Het werk van de studenten heeft geresulteerd in een prototype, dat ze vorige maand in elkaar hebben gezet op The Green Village, het testcentrum voor nieuwe bouwconcepten op de TU Delft. Hierbij staken de studenten zelf de handen uit de mouwen, onder begeleiding van professionals van enkele betrokken bouwbedrijven. ‘Dat was echt super leerzaam, want niemand van ons had concrete bouwervaring’, vertelt De Zeeuw. ‘Veel onderdelen waren prefab in de fabriek gemaakt, en op de bouwplaats moesten we die zelf in elkaar zetten, best spannend. Ook ontdek je dan hoe het in de praktijk soms kan gaan. Een van de vloerdelen paste net niet in de stalen bodemconstructie en dat moesten we met wat extra schuren alsnog op maat maken. Het leerpunt voor een volgende keer: iets grotere toleranties in je ontwerp aanbrengen.’ In het studententeam is een behoorlijke dosis idealisme aanwezig, ziet De Zeeuw. ‘Je merkt het aan de inzet. Hoe harder ik iemand zie werken, hoe idealistischer die persoon vaak is.’ Bij dat idealisme gaat het niet alleen over het verduurzamen van woningen, maar ook om de
menselijke component. ‘We praten ook met bewoners van die portiekflats en ik merk bij hun vaak de angst dat hun geliefde flat zal worden gesloopt. Die mensen voelen zich dan machteloos. Volgens mij is het een lichtpuntje dat wij laten zien dat het ook anders kan.’ Geen dromers Bij bouwbedrijven komen de studenten soms scepsis tegen. ‘Sommige bouwprofessionals zeggen dat we dromers zijn. “Dat is toch veel te duur”, zeggen ze dan, of “Je kunt veel beter nieuwbouw neerzetten”.’ Zelfs de bedrijfspartners vonden de plannen vooraf wel erg ambitieus. Maar die hebben hun mening moeten bijstellen. ‘Inmiddels zien ze echt toekomst in dergelijke plannen. Ze zijn zelfs bezig een consortium op te zetten om samen verder te werken aan dit soort opgaven’, zegt De Zeeuw. Eind mei breken de studenten hun prototype weer af. Ze brengen het dan naar Wuppertal in Duitsland waar de Solar Decathlon Europe plaatsvindt, een internationale wedstrijd voor duurzame innovatie in de bouw. De Zeeuw: ‘Het mooie is dat je in praktisch alle Europese landen portiekflats vindt, met maar kleine verschillen.’ Als de bouwsector de goede ideeën van de studenten overneemt, zou het zomaar kunnen dat portiekflats in heel Europa niet meer tegen de vlakte hoeven.
FOTO : DAN LUNDBERG / CC BY - SA 2.0
Lithium van eigen bodem De vraag naar lithium explodeert nu steeds meer mensen elektrisch rijden. Voor dit metaal is Europa afhankelijk van andere landen, wat niet ideaal is. Maar er zijn alternatieven..
Boomerbruggen Onze infrastructuur is van topniveau, maar de noodzaak tot vervanging en renovatie is groter dan ooit. Hoe we dat moeten aanpakken, weten we nog niet goed, meldden drie grote ingenieursbureaus vorige maand aan de Tweede Kamer.
Warmte uit de aarde Iedereen is het erover eens: aardwarmte zou een goed alternatief kunnen zijn voor importgas. Maar intussen stokt de productie. Wat moet er gebeuren om geothermie kans van slagen te geven?
Doelen & drijfveren Met zijn startup Hable maakt Ayushman Talwar een toetsenbord voor blinden. Zijn opa, die op latere leeftijd blind werd, inspireert hem bij zijn werk. Afwerking Een teamlid inspecteert een gevelpaneel van dichtbij.
Portiekflat Een extra laag maakt de flat duurzaam.
DE INHOUD IS ONDER VOORBEHOUD
APRIL 2022 • DE INGENIEUR
63
Vragenvuur
Zes prikkelende vragen aan Marijn van Rooij, winnaar van de Prins Friso Ingenieursprijs 2022. Van Rooij is medeoprichter en technisch manager bij Ocean Grazer, een soort waterkrachtcentrale voor op de zeebodem.
Tekst: Pancras Dijk
Wat is het laatste dat u zelf heeft gerepareerd?
64
‘Gisteren heb ik de achterband van mijn fiets vervangen, iets langer geleden heb ik de wasmachine gerepareerd. Ik snap graag hoe de techniek werkt en geloof dat je alles zelf kunt maken, als je maar durft en – als het om elektra gaat – een beetje voorzichtig bent. YouTube is daarbij erg behulpzaam, al is het maar om uit te vinden waar alle schroefjes zitten in zo’n machine.’
Wat is – na de smartphone – uw favoriete gadget?
‘Ik kies voor mijn accuboormachine. Onlangs verhuisden wij naar een pas opgeleverde nieuwbouwwoning. Heel comfortabel, maar zo jammer dat er weinig te klussen valt! Ik geniet ervan om muren eruit te slopen of een cv-installatie aan te leggen. Verlichting ophangen of plintjes zetten valt voor mij onder afwerktaakjes. Geef mij maar een complete badkamer die moet worden vernieuwd.’
Welke technologische ontwikkeling baart u zorgen?
‘Echt zorgen maak ik me niet zo gauw; het loopt zoals het loopt. De opmars van deepfakes doet me wel eens afvragen hoe we ervoor kunnen zorgen dat we die in de toekomst kunnen onderscheiden van echte video’s. Hoe valt op internet nog een objectief en eerlijk verhaal te onderscheiden van een nepverhaal? Welke rol spelen sociale media? Wie neemt verantwoordelijkheid?’
Bent u bang dat robots uw werk overnemen?
‘Mocht het ooit zover komen, dan zou ik dat prima vinden. Dat betekent immers dat het werk efficiënter kan worden gedaan en daarmee ook duurzamer. De robotisering op zich levert weer een heel nieuwe markt op. Ook robots moeten immers worden geprogrammeerd. Als mensheid moeten we meegroeien met de robotisering. Technologische vooruitgang is iets moois en als we door toenemende automatisering meer tijd krijgen voor onze hobby’s, ben ik de laatste om dat tegen te houden.’
Wat is uw niet-duurzame guilty pleasure?
‘De pas aangeschafte benzineauto. Voordien hadden mijn vriendin en ik twee auto’s en die hebben we nu ingeruild voor één nieuwe. Die had best elektrisch kunnen zijn, maar dan kom je ineens toch in een heel andere prijsklasse. Mijn oude auto was een diesel: toen ik hem wegdeed, had hij 330.000 kilometer op de teller. Nooit veel onderhoud aan gehad, maar toen ik aanvoelde dat er grote reparaties aan zaten te komen, kostte het niet veel moeite er afscheid van te nemen.’
Dilemma: in een raket naar de maan of in een duikboot naar het diepste punt van de oceaan?
‘Met Ocean Grazer maken we een batterij voor op de zeebodem, maar als ik ook voor Mars mag kiezen, dan zou ik toch liever daarheen gaan. Onderin de diepste oceanentrog is het pikkedonker, dus wat is de lol daarin af te dalen? Het lijkt me mooier om uit te zoomen en van een afstand naar de aarde te kijken. Van André Kuipers heb ik geleerd dat je pas dan beseft hoe kwetsbaar ons leven hier is. Maar juist daarom maak ik wel een voorbehoud bij deze keuze: ik wil pas naar de maan als ik er op duurzame wijze kan komen.’
DE INGENIEUR • APRIL 2022
FOTO : KEES VAN DE VEEN
We kunnen weer bij elkaar komen
MAAK DAT SPECIAAL! Boek nu een werkruimte of een vergaderzaal in ons monumentale pand. Kijk op kivi.nl/zaalverhuur
community.kivi.nl
Maak techniek zichtbaar
En maak ook jezelf zichtbaar! Als netwerkvereniging faciliteren wij ook het online netwerken. Zo kun je makkelijk in contact komen met ingenieurs uit je eigen vakgebied of andere sectoren. Deel je kennis en kunde op community.kivi.nl. Er zijn tools om:
Nieuws te delen Evenementen te tonen
Je mening kenbaar te maken Een discussie te starten
Een forum te beginnen
Een gezamenlijk project in te richten Stages te plaatsen
KIVI Community
Kortom, laat jezelf zien en horen en doe mee op community.kivi.nl