Future of Food & Agri

Page 1


FUTURE OF FOOD & AGRI

Kan de tuinbouw blijven bloeien?

In een toekomst waarin duurzaamheid, technologie en schaalvergroting samenkomen, staat de Nederlandse tuinbouwsector op een kruispunt. De consolidatieslag in de sector lijkt onvermijdelijk door te zetten, terwijl technologische innovaties zoals AI en robotisering het speelveld gaan veranderen.

Binnen dit speelveld zal duidelijk worden: welke bedrijven zullen overleven in dit snel evoluerende landschap? En wat is ervoor nodig om over tien jaar nog relevant te zijn in een markt die steeds internationaler, technologisch geavanceerder en ingrijpend geconsolideerd wordt?

Een veranderend landschap

Waar momenteel nog circa duizend bedrijven actief zijn, voorspellen experts dat binnen tien jaar per teelt slechts zes tot acht grote spelers zullen overblijven die 80 tot 90 procent van de markt bedienen. YEALD, dat binnen de tuinbouw gespecialiseerd is in fusies, overnames, financiering, strategie en real estate, zag deze ontwikkeling al jaren aankomen. Partners Rob van Leeuwen en Robin Berendse adviseren bedrijven in dit veranderende landschap. “We hebben deze trend al tien jaar geleden voorzien en daar onze strategie op aangepast”, zegt Van Leeuwen. “De consolidatie zet door, niet alleen omdat het moet, maar omdat het nodig is om op een duurzamere manier te

produceren. Je hebt specialisten nodig en een bepaalde schaal.”

De mate van schaalvergroting verschilt per teelt. Bij tomaten verwacht men bedrijven van 200 tot 300 hectare, terwijl voor specifieke potplanten de optimale grootte tussen de 20 en 30 hectare ligt. Deze consolidatie wordt gedreven door meerdere factoren. “Aan de voor- en achterkant van de keten, bij zaadveredelaars en retail, was al langer sprake van schaalvergroting. De positie van telers werd steeds lastiger, aan beide kanten ingeklemd tussen groeiende partijen”, legt Van Leeuwen uit.

Robin Berendse, Partner,

Technologie als hulpmiddel

Naast consolidatie speelt technologie een cruciale rol in de toekomst van de sector. Datagedreven telen en kunstmatige intelligentie zijn geen nieuwigheden meer, maar zullen volgens Berendse steeds belangrijker worden. “AI zal gaan fungeren als een persoonlijke assistent die veel werk uit handen neemt. Een groot deel van wat we nu doen, kan straks door AI worden

overgenomen. Maar teeltkennis, ervaring en nuchter verstand blijven onmisbaar.”

De experts benadrukken dat technologie niet gericht is op het vervangen van mensen, maar op het stabiliseren van de bedrijfsvoering. “In Nederland is het niveau al zo hoog dat de opbrengst met alleen computers waarschijnlijk zelfs zou dalen. In het buitenland kan technologie juist helpen om de opbrengst en kwaliteit te verhogen”, stelt Van Leeuwen.

De combinatie van consolidatie en technologische ontwikkeling leidt tot hightech kampioenen die de sector zullen domineren. Kleinere spelers kunnen overleven door zich te specialiseren en samen te werken binnen platformmodellen. “Zij kunnen hierdoor alsnog profiteren van schaalvoordelen en een breder assortiment”, stelt Berendse.

De Nederlandse internationale positie

Voor de Nederlandse positie in de wereldwijde tuinbouw blijft de toekomst uitdagend, maar positief. “We blijven in Europa een belangrijke speler, maar we moeten wel onze positie behouden. Dat gaat niet vanzelf, we hebben de overheid nodig die ons blijft stimuleren”, waarschuwt Van Leeuwen. De sector vertegenwoordigt een toegevoegde waarde van € 23 miljard, een exportwaarde van € 28 miljard en biedt werk aan 250.000 mensen.

Tegelijkertijd ontwikkelt de tuinbouw zich wereldwijd. “In Canada, rond Vancouver en Toronto, ontstaan glastuinbouwclusters. Dat leidt vanzelf tot kennisgroei”, aldus Berendse. Toch blijft Nederland belangrijk voor de Europese voedselvoorziening. Dat bleek tijdens excessen in Spanje, toen Nederlandse

producenten de lege schappen konden vullen. De centrale opdracht is voor de experts duidelijk: “Hoe halen we het ware potentieel uit deze ondernemingen en sector? Hoe zorgen we dat deze sector op de kaart komt te staan, waardoor mensen van buiten de sector geïnteresseerd raken en blijven?” Voor individuele ondernemers is het advies specifiek per situatie: sommigen moeten aansluiten bij grotere spelers, terwijl marktleiders moeten werken aan toekomstbestendige organisaties.

Een duurzame toekomst Wat vaak onderschat wordt, is de bijdrage van de sector aan duurzaamheid. Van Leeuwen: “Elf tot twaalf procent van alle elektriciteit in Nederland wordt opgewekt door kwekers. De sector fungeert als noodstroomvoorziening wanneer de zon niet schijnt en de wind stil is.” Daarnaast heeft de sector haar duurzaamheidsdoelstellingen al behaald en lijken de kwekers ruim voor 2040 CO₂neutraal te kunnen zijn.

Nederland blijft een belangrijke speler, maar we moeten wel onze positie behouden

Volgens YEALD is de toekomst van de tuinbouw een hightech verhaal met enorme potentie, vooropgesteld dat de juiste strategische keuzes worden gemaakt. Ze vinden dat het best bewaarde geheim van Nederland meer waardering verdient én dat de sector volop kansen biedt voor innovatieve ondernemers die vooruit durven te kijken.

Kantoor in Honselersdijk.
Rob van Leeuwen, Managing partner & Founder, YEALD
YEALD

Hoe de avocado de toekomst voedt

Westfalia Fruit behoort tot de grootste avocadoleveranciers ter wereld. Met het meest diverse inkoopnetwerk en een verticaal geïntegreerde keten die zich uitstrekt over vijf continenten, levert het bedrijf avocado’s van boom tot bord. Wat ruim 75 jaar geleden begon met geoloog en filantroop dr. Hans Merensky, is inmiddels uitgegroeid tot een wereldspeler met duurzaamheid en gemeenschapsontwikkeling als kernwaarden.

Duurzaamheid zit in het DNA van Westfalia”, zegt Wim Destoop, president Europa bij Westfalia Fruit International. “We willen bijdragen aan een gezonder voedselsysteem, voor mens en planeet.” Westfalia beschikt over het grootste particulier gefinancierde onderzoekscentrum voor subtropische gewassen ter wereld. Samenwerkingen met partijen uit de hele avocadoketen zorgen ervoor dat het onderzoek leidt tot innovaties in duurzame teelt en verwerking.

De hele oogst benutten

Een avocado is een natuurproduct. Zelfs met sterke onderstammen en moderne teelttechnieken ontstaan er natuurlijke verschillen in grootte en smaak. Toch wil Westfalia dat geen enkele vrucht verloren gaat. “We zetten ons in om de volledige oogst van onze telers te benutten”, aldus Destoop. “Dat garandeert een stabiel inkomen voor telers en moedigt investeringen in duurzame landbouw aan.”

Avocado’s die niet geschikt zijn voor verkoop als verse vrucht, worden verwerkt tot een breed scala aan producten: van olie, guacamole en dips tot spreads, kant-en-klare maaltijdcomponenten en diepgevroren stukjes voor smoothies en foodservice. Hiervoor wordt high pressure processing (HPP) gebruikt, een conserveringstechniek op basis van waterdruk. “HPP behoudt de smaak, structuur en voedingswaarde van verse avocado’s, en verlengt bovendien de houdbaarheid aanzienlijk”, legt Destoop uit. “Dat helpt voedselverspilling verder

terug te dringen.” Om dit streven kracht bij te zetten, werd in 2025 Syros NV onderdeel van de Westfalia Fruit Group –een belangrijke stap in het benutten van de volledige oogstcapaciteit.

“Wat nu nog niet geschikt is voor specifieke producten, gebruiken we als mulch op onze boomgaarden. Dat helpt het bodemvocht vasthouden en ondersteunt een gezonde bodemstructuur.”

het bedrijf in hernieuwbare energie om de ecologische voetafdruk van de teelt en verwerking te minimaliseren.

De hele vrucht gebruiken is beter voor de planeet én voor de klant

Meer waarde, minder verspilling Niet alleen de vrucht zelf krijgt een bestemming. Ook de schil en de pit worden benut. “We hebben jarenlang onderzocht hoe we ook de niet-eetbare delen van de avocado kunnen hergebruiken”, zegt Johnathan Sutton, Chief Sustainability Officer bij Westfalia. “Die inspanning werpt nu vruchten af.” Zo worden gemalen avocado-pitten ingezet als milieuvriendelijk alternatief voor microplastics in cosmetica. De pitten bevatten ook een unieke natuurlijke kleurstof, die chemische kleurmiddelen kan vervangen. Daarnaast is Westfalia betrokken bij de ontwikkeling van papier waarin tot 30% avocadoresten is verwerkt.

Deze toepassingen vervangen schadelijke of moeilijk afbreekbare componenten, zoals plastic en synthetische kleurstoffen. “Het geeft waarde aan wat anders afval zou zijn – en voorkomt dat dit afval in het voedselsysteem terechtkomt”, zegt Sutton.

Duurzaamheid begint lokaal Westfalia’s inzet reikt verder dan productontwikkeling. In veel landbouwgebieden ontbreekt het aan basisvoorzieningen zoals onderwijs, gezondheidszorg of infrastructuur. Daarom ondersteunt het bedrijf lokale initiatieven. Bibliotheken, medische klinieken, crèches en programma’s voor vervolgonderwijs maken deel uit van de sociale initiatieven in de regio’s waar Westfalia actief is. Daarnaast ondersteunt het bedrijf coöperaties van kleinschalige avocado-telers die weinig marktkennis of toegang tot afzetkanalen hebben. Zij krijgen technische en agronomische begeleiding en worden geholpen bij het behalen van internationale certificeringen. “Zo kunnen ze hun producten verkopen op wereldmarkten tegen eerlijke prijzen”, zegt Sutton.

Innovatie onder de grond Een belangrijke pijler onder die internationale groei is het Dusa-wortelras, dat door Westfalia werd ontwikkeld en inmiddels wereldwijd het meest gebruikte avocadowortelstelsel is. De onderstam is bijzonder resistent tegen ziekten en goed bestand tegen verschillende klimaatomstandigheden. “Het ontwikkelen van een nieuw wortelras duurt tientallen jaren”, zegt Sutton. “Maar het is cruciaal als we klimaatverandering het hoofd willen bieden.”

De technische teams van Westfalia ondersteunen telers ook bij precisielandbouw: irrigatie op maat, geïntegreerde plaagbestrijding en het terugdringen van kunstmestgebruik zijn belangrijke thema’s. Tegelijkertijd investeert

Toekomstbestendig voedselsysteem Het begint allemaal bij gezonde wortels. Sterke onderstammen leveren consistente kwaliteit en maken het mogelijk om de volledige oogst te benutten. Vanuit die filosofie werkt Westfalia aan productinnovatie in de voedsel-, cosmeticaen maakindustrie. De commerciële waarde van deze toepassingen hangt af van schaalbaarheid en ketenefficiëntie – maar de eerste stappen zijn gezet.

Een duurzamer voedselsysteem begint met kleine beslissingen in elke schakel van de keten. Door verspilling te verminderen, waarde toe te voegen en lokale gemeenschappen te versterken, kunnen bedrijven het verschil maken – economisch, sociaal én ecologisch. En soms begint dat verschil met iets heel eenvoudigs: een avocado.

Plantaardig eten in opkomst, maar is het altijd gezond?

Een gebalanceerd dieet met fruit en groenten en voldoende koolhydraten, eiwitten, vetten, vitamines en mineralen is goed voor de gezondheid. Toch hanteert elk Europees land zijn eigen beleid en richtlijnen om dit te bevorderen. Hierin speelt plantaardig voedsel een steeds grotere rol, maar heeft Europa daar wel grip op?

MOGELIJKHEDEN

VOORWOORD De eiwittransitie, oftewel de verschuiving in ons voedingspatroon van vooral dierlijke naar meer plantaardige eiwitten, is in volle gang. Dierlijke producten zijn over het algemeen schadelijker voor milieu en volksgezondheid dan plantaardige alternatieven. Toch is de oplossing complexer dan weilanden vol vee te vervangen door akkers. Voedselproductie is tegenwoordig steeds meer een technologische onderneming.

Kremlin Wickramasinghe van de Wereldgezondheidsorganisatie is regionaal adviseur in Europa op het gebied van voeding, lichaamsbeweging en overgewicht. De organisatie is vanuit Kopenhagen in Denemarken verantwoordelijk voor 53 landen in de Europese regio. De organisatie helpt landen bij het invoeren van gezonde en duurzame richtlijnen. “Plantaardig voedsel als fruit en groenten is gezond. Bewerkte plantaardige producten, zoals alternatieven voor dierlijke producten of imitaties, zijn vaak niet gezond”, zegt Wickramasinghe.

Plantaardige oplossingen

Om het risico op hart- en vaatziekten te verminderen, is het raadzaam om niet te veel of geen rood of bewerkt vlees te eten. Deze producten verhogen ook de kans op een beroerte, diabetes type 2 en bepaalde soorten kanker. “Landen verstrekken nu voedingsrichtlijnen die een plantrijk dieet aanbevelen”, stelt Wickramasinghe. “Onderzoek laat zien dat gezond plantaardig eten vooral bestaat uit hele en minimaal bewerkte plantaardige voedingsmiddelen, zoals volkoren granen, fruit en groenten, peulvruchten, noten en zaden. Het risico bestaat dat mensen die vlees willen vermijden, sterk bewerkte en industrieel geproduceerde plantaardige

producten gaan consumeren. Denk bijvoorbeeld aan imitaties van vlees en kaas die veel zout, vetten en suikers bevatten. Uit een recente analyse van plantaardige hamburgers bleek dat deze vaak veel zout bevatten. Te veel zout is een belangrijke risicofactor voor hart- en vaatziekten, zoals hoge bloeddruk, hartfalen en beroertes.”

Gezonder

Het is goed voor de gezondheid en het milieu om een dieet te volgen met fruit, groenten, volkorenproducten en minder vlees. Bij de Wereldgezondheidsorganisatie kijken ze daarnaast ook naar het hele plaatje voor de gezondheid. Wat zijn hun voornaamste uitdagingen? “Vooral het stijgende aantal mensen met overgewicht en hoge bloeddruk. Zo’n 60% van de volwassenen in Europa is te zwaar, en dat heeft uiteraard allerlei ziektes tot gevolg”, verklaart Wickramasinghe. “Daar ligt een grote taak voor ons. Hoe zorgen we voor een verschuiving in de huidige omgeving, zodat mensen gezonder gaan eten?”

Marketingapparaat

Een belangrijke reden van de huidige eetgewoonten kan worden gezocht in het marketingapparaat van de grote levensmiddelenbedrijven. Volgens Wickramasinghe is het zaak dat dit beter geregu-

leerd wordt. “We hebben bijvoorbeeld geen mandaat rondom de etiketten van producten. Het is nu erg onoverzichtelijk en moeilijk om te zien welk voedsel nou gezond is of niet. Bovendien hanteren landen allemaal verschillende labels. Soms hebben leveranciers zelfs de vrije hand, en is een bepaald label niet eens verplicht.”

Koopgedrag Duidelijke etiketten helpen mensen om gezondere keuzes te maken – en om het kaf van het koren te scheiden. Wickramasinghe: “Het draait natuurlijk vooral om commerciële belangen. Je ziet dat begrippen als ‘natuurlijk’, ‘gezond’ en ‘bevat geen suiker’ regelmatig willekeurig worden gebruikt, alleen maar om meer te verkopen.”

Precisiefermentatie speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van duurzamere eiwitten. Bij deze technologie worden micro-organismen ingezet om specifieke eiwitten of andere ingrediënten te produceren zonder dat daarvoor dieren nodig zijn. Daarnaast kan precisiefermentatie bestaande processen, zoals de productie van plantaardige alternatieven, verbeteren en gezonder maken. Het BFF (Biotechnology Fermentation Factory) in Ede helpt deze technologie op te schalen van laboratorium naar commerciële productie.

Deze onafhankelijke faciliteit komt voort uit het nationale groeifonds Cellulaire Agricultuur Nederland en is opgezet in samenwerking met NIZO Food Research, die haar kennis en bestaande “downstream processing” faciliteit beschikbaar stelt. “Nederland wil voorloper zijn in innovatie en in de eiwittransitie, maar dreigt deze strategische positie te verspelen onder andere

door gebrek aan betaalbare pilotfaciliteiten”, aldus Nikolaas Vles, directeur van NIZO.

Nederland wil vooroplopen in innovatie en eiwittransitie

De nieuwe faciliteit is naar verwachting in 2026 volledig operationeel, en is een van de weinige plekken in Europa waar deze stap daadwerkelijk gezet kan worden. Op dezelfde locatie bij NIZO vestigen zich steeds meer startups die zich richten op innovatieve vormen van voedselproductie. “Het gaat verder dan theorie, dit is concrete implementatie. De aanwezigheid van kennisinstituten, pilotfaciliteiten, startups en grotere bedrijven versterkt elkaar daarin. Zo werken we samen aan voedselzekerheid en een duurzame toekomst”, aldus Vles.

Advertorial

NIZO: Waar wetenschap, technologie en praktijk samenkomen voor voedselinnovatie

NIZO Food Research is een wereldwijd toonaangevende contractonderzoek en productieorganisatie (CDMO) met meer dan 100 experts op het gebied van voeding en gezondheid. Het bedrijf bedient Europa’s grootste food-grade en open access opschalingsfaciliteit en heeft een additionele faciliteit in aanbouw voor precisiefermentatie.

“We zijn een enabler van voedselinnovatie”, zegt Nikolaas Vles, directeur van NIZO. “Onze kracht is dat we wetenschap, technologie en praktijkervaring combineren.” NIZO volgt een integrale benadering van voedselontwikkeling, waarbij naast afzonderlijke eigenschappen het gehele product én productieproces wordt bekeken: van voedselveiligheid, smaak en nutritionele aspecten tot gezondheidsvoordelen. Zo is NIZO al ruim 25 jaar actief binnen de eiwittransitie: de ontwikkeling van volwaardige alternatieven voor dierlijke eiwitten, gedreven door het belang van voedselzekerheid en een duurzame toekomst. “Ons uitgangspunt is ‘No compromise on taste’, maar het product moet ook nutritioneel gelijkwaardig of beter zijn. Tot slot is een efficiënte opschaling naar productie cruciaal voor

prijspariteit”, aldus Vles. Een van de grootste uitdagingen in voedselinnovatie is de kloof tussen laboratoriumsucces en commerciële productie. Startups staan in deze fase vaak voor het dilemma van een niet-werkende keten: fabrieken hanteren verouderde processen en minimale afnameverplichtingen, terwijl afnemers eisen dat de toeleveringsketen op orde is. NIZO speelt een steeds actievere rol door (tijdelijke) productieoplossingen aan te bieden, zodat de producten veilig kunnen worden geconsumeerd en commercieel kunnen worden aangeboden.

Daarnaast richt NIZO zich op de toenemende interesse van consumenten in functionele voedingsmiddelen. Een nieuwe ontwikkeling is de ‘gut-brain axis’, de wisselwerking tussen darmgezondheid en hersenfunctie. “Met een innovatief organ-on-a-chip model begrijpen we beter hoe voedingsstoffen de hersenen beïnvloeden, wat onder andere kan worden gebruikt voor de ontwikkeling van de volgende generatie probiotica”, aldus Vles.

De NIZO-locatie in Ede ontwikkelt zich tot een innovatiecampus voor voedseltechnologie, waar bedrijven zoals Vivici, Beyond Meat en Cargill zich vestigen, om

kennisdeling en toegang tot opschalingsfaciliteiten te bevorderen. Vles sluit af: “Er gebeurt hier veel meer dan de meeste mensen weten. En daar zijn we trots op.”

Tekst: Michel de Ruyter
Tekst: Fred Pals
Kremlin Wickramasinghe, Regionaal adviseur

Data geven verse kruiden een langer leven

De markt voor verse kruiden floreert en biedt volop kansen voor innovatie en groei. Verse kruiden voegen niet alleen smaak toe aan gerechten, maar dragen ook bij aan een duurzamere wereld. Met slimme data-analyse in de hele keten worden zowel houdbaarheid als prijs aantrekkelijker voor consumenten.

In Europa werken toonaangevende spelers samen om het volledige scala van verse kruiden aan te bieden. Door gericht onderzoek wordt de kwaliteit bovendien steeds beter. Marco de Jager van Vitacress Real BV zet met zijn team data in om deze sector verder te ontwikkelen. “We hebben als missie ‘bringing real taste to life’. Met verse kruiden in zakjes en potjes willen we meer smaak aan het leven toevoegen én de wereld vergroenen”, aldus De Jager.

Het bedrijf is een joint venture tussen Vitacress Ltd, de Engelse producent van salades en verse kruiden, en Camino Real BV, onderdeel van de Nederlandse Gipmans Groep. Samen beheersen ze de hele keten, van zaadje tot consument. De datagestuurde aanpak begint echter al bij de teelt. “We testen intensief welke kruiden waar het best gedijen”, aldus De Jager. Ook bij verpakken spelen data een hoofdrol.

Marco de Jager, Managing director, Vitacress Real

“Door perforatie in de verpakking aan te passen, verandert de verhouding tussen zuurstof en CO₂, wat effect heeft op houdbaarheid.”

Aanzienlijke voordelen

Datagedreven werken levert Vitacress aanzienlijke voordelen op in een sector die traditioneel op ervaring en routine vaart. “We dagen bestaande aannames

uit met metingen en analyses”, vertelt De Jager. “Soms ontdekken we dat een kruid, dat volgens dogma’s luchtdicht verpakt moet worden, beter blijft met een andere methode. We hebben controle van zaadje tot schap, omdat onze partners de hele keten bestrijken, van teelt tot logistiek. Zo kunnen we data direct inzetten om steeds het beste product bij de juiste klant te krijgen.”

Ook in duurzaamheid zijn data cruciaal. Vitacress Real gebruikt ze om gewasbeschermingsmiddelen preciezer te doseren en volgt het ambitieuze ‘Second Nature’ programma dat verder gaat dan standaard certificeringen als Planet Proof. “Om plastic te reduceren meten we zelfs de vrije ruimte tussen product en verpakkingsrand. Met 60 miljoen verpakkingen per jaar maakt elke millimeter verschil.”

Markt met enorme groeipotentie

De Nederlandse markt voor verse kruiden bestaat pas zo’n 15-20 jaar en heeft enorme groeipotentie. “In Nederland koopt één op de twee huishoudens verse kruiden, gemiddeld zes keer per jaar. In

Advertorial

De herpositionering van tofu

De belangstelling voor plantaardig eten groeit. Steeds meer mensen kiezen bewust voor minder vlees of vis op hun bord. Toch worstelen sommige productcategorieën met een achterhaald imago. De uitdaging? Hoe breng je traditionele plantaardige eiwitbronnen weer onder de aandacht van een nieuw publiek?

“Tofu is een klassieker binnen de plantaardige keuken, maar het imago is blijven hangen in de jaren negentig”, vertelt Matthias Krön, CEO van The New Originals Company, het bedrijf dat recent SoFine Foods overnam. “We zagen al vroeg dat tofu potentie heeft binnen het eetpatroon van de toekomst, maar dan moet het wél opnieuw worden uitgevonden.”

En die toekomst is dichterbij dan ooit. Door de opkomst van flexitarisch en vegetarisch eten is de vraag naar plantaardige eiwitten explosief gestegen. Toch blijven veel consumenten zoeken naar producten die passen bij hun smaak en kookgemak. “We horen vaak: ik wil wel minder vlees eten, maar ik weet niet wat ik ervoor in de plaats moet zetten. Daar ligt voor tofu een enorme kans.”

Tofu in een nieuw jasje

The New Originals Company – met productielocaties in onder meer Nederland – richt zich op het herpositioneren van tofu binnen het Europese voedingslandschap. Door te

investeren in lokale teelt, innovatieve recepten en efficiënte productie wil het bedrijf de categorie weer aantrekkelijk maken voor een breed publiek. Het gebruikt uitsluitend Donau Soja-gecertificeerde sojabonen, afkomstig van Europese boeren. De tofu wordt gemaakt volgens een natuurlijk proces, zonder gebruik van chemische toevoegingen of overmatige hoeveelheden E-nummers. “Op die manier spelen we in op de groeiende vraag naar pure, onbewerkte producten”, zegt Krön. “Die lokale verankering is essentieel. Het zorgt voor transparantie én het stimuleert de duurzame landbouw in Europa.”

De locatie in Landgraaf speelt hierin een strategische rol. Hier worden zowel private label-producten als merken als SoFine en ProLaTerre geproduceerd. De focus ligt op innovatie en smaak. “We werken samen met consumenten en retailpartners om te begrijpen wat de markt zoekt. Dat helpt ons bij het ontwikkelen van producten die passen bij veranderende eetgewoonten en dagelijkse routines.” Tofu is van oorsprong een eeuwenoud product en was al

Duitsland is dat nog 33 procent, vijf keer per jaar”, legt De Jager uit. Vitacress Real blijft innoveren met sterkere variëteiten, slimmere verpakkingen en nieuwe consumptievormen. “We willen verse kruiden niet alleen bij de warme maaltijd, maar ook in thee, cocktails of als kleine toppings in maaltijdboxen. Deze onderbelichte AGF-categorie (aardappelen, groente, fruit) verdient meer aandacht. Met onze datagedreven ketensamenwerking kunnen we kwaliteit en efficiëntie blijven verbeteren, precies wat de consument zoekt.”

beschikbaar vóórdat vleesvervangers in opkomst kwamen. Dankzij zijn neutrale smaak en stevige structuur is het zowel geschikt voor een volledig veganistisch dieet als voor een ‘plant forward’ eetpatroon waarin vlees of vis nog een rol spelen. Naast smaak en textuur is ook de voedingswaarde een belangrijk aandachtspunt. Tofu is rijk aan plantaardige eiwitten en bevat weinig verzadigd vet, wat het tot een logische keuze maakt voor wie bewust wil eten. “Het mooie is dat tofu zich makkelijk laat combineren met allerlei keukens. Aziatisch, mediterraan, of juist oer-Hollands.”

Volgens The New Originals draait het niet om het volledig vervangen van vlees of vis, maar om verbreding van het menu. “We willen mensen niet dwingen anders te eten, maar laten zien hoe veelzijdig tofu kan zijn. Van knapperige blokjes in een salade tot een stevige basis voor een curry of zelfs een plantaardige snack.”

Samenwerking als sleutel tot duurzame voedselinnovatie

Klimaatverandering, geopolitieke spanningen, biodiversiteitsverlies en schaarste aan hulpbronnen zetten de mondiale voedselzekerheid onder druk. Tegelijk groeit de vraag naar voedzaam, duurzaam en betaalbaar voedsel. Het is essentieel om innovatieve oplossingen sneller en op grotere schaal toe te passen. Maar echte vooruitgang vraagt om samenwerking over de volledige waardeketen: van deeptech-startups en onderzoekers tot investeerders en ondernemingen met schaalvermogen.

Dat zulke samenwerking impact heeft, blijkt uit voorbeelden als Vivici. Deze Nederlandse startup ontwikkelt duurzame zuiveleiwitten via precisiefermentatie. Dankzij samenwerking met APG, Invest-NL en strategische steun van dsm-firmenich en Fonterra haalde Vivici recent € 32,5 miljoen op. Daarmee kan het bedrijf de technologie opschalen en internationaal vermarkten.

Ook Revyve, een spin-off van Wageningen University & Research (WUR), laat zien wat ketensamenwerking kan opleveren. Het bedrijf verwerkt reststromen uit de voedingsindustrie tot functionele ingrediënten voor ei-vervangers. In nauwe samenwerking met Royal Cosun (grondstoffen) en Oost NL (groeikapitaal) kon Revyve vorig jaar de eerste commerciële productielocatie openen in Dinteloord.

Internationale partijen zoeken ook samenwerking met Nederlandse kennisinstellingen en bedrijven. Zo ontwikkelde het Zwitserse Voltiris een technologie voor kassen waarmee zonne-energie benut kan worden zonder verlies aan licht voor gewassen. Door samenwerking met Nederlandse partners kon het bedrijf snel opschalen en zich ook in Nederland

vestigen. Dat deze partners elkaar weten te vinden, is geen toeval. Het vraagt om platforms die ontmoeting, kennisuitwisseling en samenwerking stimuleren. Een voorbeeld daarvan is F&A Next, een jaarlijks evenement gericht op innovatie in de voedsel- en landbouwsector. Op 21 en 22 mei komen op Wageningen Campus zo’n 800 professionals uit binnen- en buitenland samen om inzichten te delen, partners te vinden en nieuwe initiatieven in gang te zetten.

De eerdere voorbeelden tonen hoe samenwerking innovatie in de voedselketen versnelt én wat mogelijk wordt als kennis, kapitaal en technologie samenkomen op plekken als F&A Next.

F&A Next is opgezet door StartLife, WUR, Rabobank, Anterra Capital en Foodvalley NL. Zij willen de innovatie en samenwerkingen stimuleren die noodzakelijk zijn om toekomstige generaties duurzaam te voeden. “Innovatie in food & agri ontstaat niet in isolatie,” zegt event director Bram van Beek. “Alleen samen kunnen we echte vooruitgang boeken op thema’s als duurzaamheid, voedselzekerheid en maatschappelijke impact.”

Levensmiddelensector druk bezig met duurzaamheid

ACTUEEL

De voedingsindustrie is intensief bezig met het verduurzamen van de keten. Dit kan onder andere door te voldoen aan de SBTi (Science Based Targets initiative)-doelen.

Klimaatvraagstukken zijn een belangrijk onderdeel van de duurzame ambities van Verstegen Spices & Sauces, vertelt CEO Mark Schraauwen. De toekomstige beschikbaarheid van kruiden en specerijen hangt immers sterk af van klimatologische omstandigheden. De goedkeuring van hun SBTidoelen bevestigt dat ze met hun beleid daadwerkelijk bijdragen aan een duurzame toekomst. SBTi helpt bedrijven bij het vaststellen van wetenschappelijk onderbouwde klimaatdoelen, om de opwarming van de aarde in lijn met het Parijsakkoord te beperken tot 1,5°C.

Hierdoor hebben ze meer inzicht en sturing om ketens te verduurzamen. Denk bijvoorbeeld aan regeneratieve landbouw, die

bijdraagt aan de biodiversiteit in de leefomgeving van boeren. Het gebruik van pesticiden en kunstmest wordt hierdoor geminimaliseerd en de bodemgezondheid verbetert. Met deze aanpak werken ze aan de reductie en opslag van CO2 in de bodem. Daarnaast proberen ze met blockchain-technologie de traceerbaarheid van producten te waarborgen.

Schraauwen: “We werken samen aan een duurzame, transparante en toekomstbestendige voedselketen. Duurzame innovaties creëren niet alleen waarde aan het begin van de keten, maar dragen ook bij aan de financiële stabiliteit van het bedrijf door klimaatambities te integreren binnen onze strategie.”

Tekst: Michel de Ruyter

Wanneer impact rendeert

In de wereld van duurzame investeringen draait het vaak om een keuze: focus je op impact of op financieel rendement? Toch blijkt het mogelijk om beide ambities te combineren – mits je weet waar je op moet letten.

Voedselzekerheid en klimaatverandering behoren tot de grootste uitdagingen van onze tijd. Tegelijkertijd biedt dit enorme kansen voor slimme investeerders. Overheden, bedrijven én consumenten vragen om betere oplossingen voor bijvoorbeeld efficiëntere landbouw, plantaardig voedsel en biobased bouwen – dat creëert een unieke mix van impact en rendement.

Value Factory is bezig met een nieuwe investeringsronde. Geïnteresseerd? Vraag meer informatie op via jolanda@valuefactory.vc of kijk op www.valuefactory.vc Value Factory Ventures – Partner Content

Dit is precies waar Value Factory Ventures zich op richt, vertelt Jolanda Ravenek, een van de managing partners. Het Rotterdamse investeringsfonds richt zich op drie domeinen: agritech, food en climate. “Bij sommige investeerders gaat het vooral over impact of alleen maar over rendement. Bij ons gaan impact en rendement echt hand in hand”, aldus Ravenek.

te groeien en binnen drie jaar de € 100 miljoen te bereiken. Wat Value Factory kenmerkt is een ‘value makers’-aanpak. Ravenek: “We stappen niet alleen in met geld, maar ook met actieve betrokkenheid. Dit betekent dat we een groeiplan ontwikkelen op het vlak van strategie, technologie, HR, marketing en finance. En waar nodig leveren we ook tijdelijke versterking.”

voorbeeld is de samenwerking tussen onze portfoliobedrijven Dealin.Green, Proba en FC-I. Boeren telen biobased gewassen, daarmee verdienen ze aan hun oogst én aan de carbon credits via Proba. Die gewassen worden vervolgens door FC-I verwerkt tot duurzaam isolatiemateriaal. Zo ontstaat een waardeketen waarin duurzaamheid en financieel rendement elkaar versterken.”

Rendement én impact maken met je geld, dat is pas echt waardevol

Portfolio van twaalf bedrijven Value Factory beheert momenteel een fonds van ongeveer € 20 miljoen, met de ambitie om dit jaar naar € 30-35 miljoen

Het huidige portfolio telt twaalf bedrijven, waaronder Dealin.Green, een platform dat boeren helpt overstappen naar het telen van gewassen voor biobased bouw. “Mede dankzij onze investering en strategische begeleiding groeide de omzet bij Dealin.Green in één jaar met bijna 300%”, zegt Ravenek. “We vervullen daar een CEO-rol en hebben onder meer geholpen met teamsamenstelling, merkpositionering, marketing en het verbinden met klanten en partners.”

Rotterdamse mentaliteit, echte impact

Ook zoekt Value Factory naar synergie in het portfolio, zodat gebouwd wordt aan een sterke waardeketen. Ravenek: “Een

Ravenek benadrukt de mentaliteit van Value Factory. “We zijn ondernemende, nuchtere Rotterdamse doeners. We schakelen snel maar doordacht en hebben weinig ego. Ook al zijn we ambitieus, bij ons vind je geen dikke plannen of spreadsheet cowboys. We zetten samen de schouders eronder, vanuit gelijkwaardigheid en vertrouwen.”

Jolanda Ravenek, Managing partner, Value Factory Ventures

Hoe glastuinbouw het energiesysteem flexibeler maakt

De energietransitie vraagt niet alleen om meer duurzame opwekking, maar ook om slimme oplossingen voor opslag, timing en afstemming. Zon en wind leveren namelijk geen constante stroom: soms is er te veel, soms te weinig. Dat maakt het energiesysteem kwetsbaar. Om het betrouwbaar en betaalbaar te houden, is flexibiliteit nodig. Juist daarin speelt de Nederlandse glastuinbouw een sleutelrol, als verbruiker, producent én energiebuffer.

De glastuinbouw is bij uitstek geschikt om flexibel in te spelen op het energiesysteem”, zegt AAB, een adviesbureau gespecialiseerd in glastuinbouw en duurzame energie. Moderne kassen beschikken over meerdere energiebronnen en kunnen daardoor snel schakelen. “Dat is goed voor hun eigen inzet van duurzame energie én helpt om het elektriciteitsnet in balans te houden.”

Slim schakelen tussen bronnen

In de praktijk maken glastuinbouwbedrijven gebruik van een geavanceerde mix aan energieoplossingen. Denk aan warmtekrachtkoppeling (WKK), restwarmte van datacenters of energiecentrales, zonnepanelen, (tot drie kilometer diepe) geothermie, biomassainstallaties, e-boilers, warmtepompen en batterijen. Sommige bedrijven combineren

wel acht warmtebronnen, elk met hun eigen karakteristiek. Welke bronnen worden ingezet, hangt af van de beschikbaarheid, capaciteit, de warmtebehoefte en de volatiele gas- en elektriciteitsprijzen. Bij een overschot aan duurzame stroom kunnen glastuinbouwbedrijven warmte produceren met e-boilers of warmtepompen. Die warmte wordt vervolgens tijdelijk opgeslagen in buffers en later gebruikt. Ook kan LED-belichting worden ingezet voor een snellere groei van de planten op momenten dat stroom goedkoop en overvloedig beschikbaar is. Als er daarentegen een tekort is op het net, kunnen WKK’s of biomassa-installaties bijspringen om stroom en warmte te leveren, of wordt de assimilatiebelichting tijdelijk uitgeschakeld. Zo dragen glastuinbouwbedrijven bij aan een stabieler, efficiënter en duurzamer energiesysteem.

Strategie op basis van data en visie AAB helpt tuinbouwbedrijven om deze energievraagstukken strategisch en integraal aan te pakken. Met slimme mensen, sturingsmodellen gebaseerd op AI en weersvoorspellingen wordt per minuut berekend welke bron het best kan worden ingezet. Daarnaast adviseert AAB over economische haalbaarheid, technische uitwerking, vergunningstrajecten en ruimtelijke inpassing. Ook worden netbeheerders ondersteund bij het toekomstbestendig maken van hun netwerk.

maar ook klimaatadaptatie, waterbeheer en maatschappelijke integratie worden meegenomen. “Een duurzame kas moet niet alleen efficiënt zijn, maar ook passen in de omgeving en bestand zijn tegen veranderende omstandigheden.”

De grootste uitdaging De glastuinbouwsector bewijst dat verduurzaming, economische groei en maatschappelijke waarde hand in hand kunnen gaan. Met de juiste begeleiding kan de kas van de toekomst uitgroeien tot een onmisbare schakel in het energiesysteem van morgen.

Glastuinbouw is zeer geschikt om flexibel in te spelen op het energiesysteem

Steeds meer glastuinbouwondernemers vragen bovendien om strategische masterplannen. AAB ontwikkelt deze plannen, waarin niet alleen energie,

De grootste uitdaging op dit moment? Menskracht. “De technologie is er, de kansen zijn er, maar we hebben nog altijd slimme mensen nodig om deze technieken te optimaliseren en integreren. Denk aan data-analisten, projectleiders en experts op het gebied van energie en ruimtelijke ordening”, zegt AAB. “Want met voldoende kennis en mankracht kunnen we samen de glastuinbouw én de maatschappij grootschalig verduurzamen.”

Europese bio-economie heeft de wind mee

Fondsen bewegen steeds meer naar groene beleggingen, waarbij fossiele bedrijven worden afgestoten. De Europese bio-economie zit in de lift en er worden steeds meer initiatieven en innovaties ontwikkeld. Een van de ‘hot topics’ is regeneratieve landbouw en bijbehorende oplossingen.

Regeneratieve landbouwtechnologieen kunnen zorgen voor een revolutie in de landbouw door de bodem en ecosystemen te herstellen, koolstof vast te leggen en nieuwe inkomstenstromen voor veehouders te creëren. Het European Circular Bioeconomy Fund (ECBF) positioneert zichzelf als een gespecialiseerde durfkapitaalinvesteerder op dit gebied, om start-ups en mede-investeerders te ondersteunen bij het opschalen van baanbrekende oplossingen.

Van fossiel naar biobased Innovatieve financieringsmodellen en technologische oplossingen kunnen daadwerkelijk veranderingen teweegbrengen en ervoor zorgen dat regeneratieve landbouw niet alleen ecologisch, maar ook economisch zinvol is. Isabelle Laurencin is partner bij het ECBF en houdt zich vooral bezig met AgTech (landbouwtech) en de blauwe economie – zeegebonden activiteiten. Ze was voorheen werkzaam bij de

Triodos Bank, waar ze fondsbeheerder was op het gebied van de voedseltransitie. “De Europese Investeringsbank (EIB) onderstreepte in 2022 het belang van de bio-economie voor een veerkrachtige voedselketen. Mede in dat licht is het ECBF opgezet, met als doel bedrijven te ondersteunen die de overgang maken naar een circulaire biobased economie”, vertelt ze. “We investeren in bedrijven die overstappen van een lineaire fossielgerichte naar een circulaire biobased

economie. Dit doen we in AgTech, FoodTech, verpakkingen en materialen, maar ook industriële biotech.”

Voedselsysteem veranderen

Binnen regeneratieve en precisielandbouw richten ze zich vooral op technologieen die het huidige voedselsysteem helpen bij de transitie. Dit betekent dat deze een positieve invloed hebben op de gezondheid, biodiversiteit en het waterverbruik. Deze technieken omvatten bijvoorbeeld AI-sensoren en robots voor het optimaliseren van landbouwmethoden. Maar ze hebben ook al geïnvesteerd in biologische stoffen die hun waarde bewezen hebben, zoals biostimulanten ter vervanging van meststoffen en pesticiden. “Allemaal met als doel om voor een gezondere bodemkwaliteit te zorgen. De impact voor zowel de boer als biodiversiteit is aanzienlijk”, benadrukt Laurencin. “In Frankrijk ondersteunen we een bedrijf dat moleculen, genaamd fytosterolen, van planten onttrekt. Dat is eigenlijk hun cholesterol. Als je dat op andere planten spuit, verhoog je de stressbestendigheid tegen vocht. Ze kunnen dan in droge omstandigheden nog steeds goed of zelfs beter blijven groeien.”

We investeren in bedrijven die overstappen van een lineaire fossielgerichte naar een circulaire biobased economie

Groeimarkt

Het marktpotentieel voor regeneratieve landbouw is met een verwachte wereldwijde omzet van USD 5,77 miljard in 2034 enorm. De geografische investeringsfocus van het ECBF ligt echter op de 27 lidstaten van de EU en horizon 2020 lidstaten, waar alternatieve eiwitten en duurzame verbeteringen aanbrengen in de vee- en visteelt ook prioriteiten zijn. Hun voornaamste doel is om samen met gepassioneerde en visionaire ondernemers en mede-investeerders de verschuiving naar een circulaire bio-economie te versnellen. Zo willen ze bijdragen aan de Europese Green Deal-doelstellingen om Europa in 2050 klimaatneutraal te maken.

Isabelle Laurencin, Partner, ECBF
AAB NL aabnl.nl

Gezonde voeding, gezonde organisatie

Voedzaam en gezond eten op school of het werk kan een wereld van verschil maken. Cateraar CIRFOOD zorgt er met gevarieerd en duurzaam voedsel voor dat studenten en medewerkers dagelijks kunnen genieten van gezonde maaltijden, die bijdragen aan een betere concentratie, meer energie en een lager ziekteverzuim.

De oorsprong van het bedrijf gaat terug tot het einde van de jaren vijftig, toen in de Noord-Italiaanse stad Reggio Emilia een coöperatief restaurant werd opgericht voor medewerkers van bedrijven uit die stad. In de jaren zeventig gingen drie cateringcoöperaties uit de bijbehorende regio samen en werd CIRFOOD geboren. Sinds de jaren negentig zijn ze in Italië marktleider binnen de schoolcateringbranche.

Duurzame catering

Stefano Teatini is verantwoordelijk voor hun activiteiten in Nederland en België, waar CIRFOOD sinds 2016 actief is – hun enige markt buiten Italië. Volgens hen is de plantaardige keuken een hoofdonderdeel van een gezonde, lekkere en voedzame maaltijd. “We willen ervoor zorgen dat duurzame catering een gewoonte wordt”, vertelt Teatini. “Maar dat gaat voor ons veel verder dan

plantaardig. We willen echt duurzame gemeenschappen en partnerschappen opbouwen en onze klanten vooral ontzorgen. Het draait om het algehele welzijn.”

Hoogste certificering

Binnen het bedrijf is men trots op de Platinum-certificering door EcoVadis, dat organisaties beoordeelt op het gebied van milieubescherming, ethiek, mensenrechten en duurzaam inkopen. Hiermee bevinden ze zich in de top 1% van wereldwijd beoordeelde organisaties, en ze zijn het enige cateringbedrijf in Nederland met deze score. Een van hun initiatieven is het zoveel mogelijk samenwerken met lokale partijen en biologische boeren.

Plastic Neutraal

CIRFOOD maakt deel uit van het Plastic Neutralpartnerprogramma van 4Ocean, waardoor de nietrecyclebare 20% van het gebruikte plastic wordt gecompenseerd. Hierdoor wordt er jaarlijks minstens 50.000 pond plastic afval uit de oceaan en het milieu verwijderd, en blijven ze plasticneutraal. Daarnaast worden andere duurzaamheidsambities van het bedrijf in hun 5-Pilaren Inkoopplan vertaald naar concrete inkoopcriteria: biologisch, lokaal, duurzaam geproduceerd, eerlijke handel en plantaardig.

Mediterraan dieet

Het mediterrane dieet fungeert als hun kompas, dat behalve gezond ook erg smakelijk is. Natuurlijk heeft dat met de Italiaanse roots te maken, maar zeker ook met de visie op eten die ze hebben ontwikkeld. Dat betekent een maaltijd op basis van groenten, noten, zaden en fruit, eventueel aangevuld met vlees of vis. De balans van 80/20 is een van de pijlers waar ze mee werken. Dit betekent dat 80% van het aanbod plantaardig is, en 20% ruimte biedt voor meer traditionele keuzes.

Innovatieve foodconcepten

Naast duurzaamheid is ook innovatie essentieel. Het leidt tot innovatieve fooddiensten en -concepten die organisaties op maat worden aangeboden. Zo heeft het bedrijf recent Essentials gelanceerd: een duurzaam all-you-can-eat lunchconcept dat gezondheid, variatie en sociale cohesie bevordert, lunchparticipatie verhoogt en de ecologische impact verlaagt binnen moderne bedrijfsomgevingen. Een dergelijke samenwerking begint met het begrijpen van de klantbehoeften. “Door ervaring, expertise en creativiteit weten we altijd wel een smakelijke oplossing te vinden die past bij de verschillende wensen.”

CIRFOOD werkt met bedrijven, scholen en instellingen aan innovatieve foodconcepten die écht werken. Neem contact met ons op voor een vrijblijvend gesprek of een proeflunch. www.cirfood.nl | sales@cirfood.nl

ADVERTENTIE

De strategische voordelen van transparantie in de voedselketen

In een tijd waarin duurzaamheid en ethisch ondernemen steeds belangrijker worden, is transparantie in de voedselketen een cruciale factor voor het MKB en grootbedrijf. Het verbinden van de realiteit van het boerenerf met die van de boardroom biedt strategische voordelen en tastbare meerwaarde voor de hele keten.

Van boerenerf naar boardroom: een verbinding die werkt

De voedselketen begint op het boerenerf, waar boeren dagelijks te maken hebben met de uitdagingen van duurzame landbouw. Door boeren actief te betrekken bij het proces, kunnen bedrijven inzicht krijgen in de praktische aspecten van duurzaamheid en deze integreren in hun bedrijfsstrategie. Met elkaar werk je aan het verbeteren van de gewasopbrengst en het verminderen van de ecologische voetafdruk.

Meetbare impact

Transparantie in de voedselketen maakt het mogelijk om de impact van duurzaamheidsinitiatieven meetbaar te maken. Dit gaat verder dan het registreren voor het jaarverslag: het gaat om het creëren van een systeem waarin elke schakel in de keten zijn bijdrage kan zien en meten. Een tastbaar voorbeeld is

de vermindering van voedselverspilling, wat niet alleen kosten bespaart maar ook de ecologische impact verkleint. Dit soort initiatieven kunnen worden gemeten en gerapporteerd, waardoor bedrijven hun vooruitgang kunnen laten zien aan zowel interne als externe stakeholders.

Uitdagingen en kansen

Het in kaart brengen van de uitdagingen en kansen in de voedselketen vereist een open dialoog met alle stakeholders. Dit omvat boeren, verwerkers, logistiek, retail en consumenten. Door samen te werken en kennis te delen, kunnen bedrijven innovatieve oplossingen ontwikkelen die niet alleen de hele keten ten goede komen qua ecologische voetafdruk, maar ook economische voordelen behalen. Deze gezamenlijke inspanningen moeten worden gecommuniceerd naar alle betrokkenen om draagvlak te creëren.

De rol van HAS green academy

Als kennisinstelling voor agro, food en leefomgeving ondersteunt HAS green academy bedrijven bij het implementeren van duurzaamheid en transparantie in de voedselketen. Educatieve programma’s, zoals de bedrijfsopleiding CSRD, helpen bedrijven om duurzaamheidsdoelen te verankeren binnen hun strategie. Deze cursus richt zich op het uitvoeren van dubbele materialiteitsanalyses, het verzamelen van relevante data en het opstellen van transparante duurzaamheidsrapportages. Hierdoor kunnen bedrijven niet alleen voldoen aan wettelijke eisen, maar ook hun reputatie en concurrentiekracht versterken. Zo werken we met elkaar aan een toekomstbestendige voedselketen.

Meer weten over het cursusaanbod van de HAS? Scan de QR-code of bezoek www.has.nl

Benieuwd hoe gezonde, duurzame catering ook bijdraagt aan het welzijn en de prestaties in jouw organisatie?

Land- en tuinbouw wortelt zich in innovatie

TOEKOMST

De land- en tuinbouw bevindt zich op een kantelpunt. Terwijl de wereldbevolking groeit en de klimaatdruk toeneemt, moeten boeren en tuinders omgaan met steeds strengere milieueisen, een tekort aan arbeidskrachten en oplopende kosten. Het fundament van de sector wordt uitgedaagd, dus zijn er nieuwe wortels nodig om ook in de toekomst te blijven groeien.

Die wortels liggen in innovatie, stelt Ger Koopmans, voorzitter van LTO Nederland. “Technieken als precisielandbouw, robotisering en datagedreven teeltoptimalisatie maken het mogelijk om duurzamer én efficiënter te produceren”, zegt hij. Volgens Koopmans spelen vernieuwing en samenwerking een sleutelrol bij het toekomstbestendig maken van de sector.

Innovatieve kracht

Volgens Koopmans is het vooral de innovatieve kracht van Nederland die ervoor zorgt dat de sector toekomstgericht kan blijven opereren.

“Universiteiten, hogescholen en maakbedrijven ontwikkelen continu nieuwe technieken. En ondernemers tonen lef door die toe te passen. Er zijn inmiddels

volop praktijkvoorbeelden te vinden, zoals sorteersystemen met kunstmatige intelligentie, spotbespuitingen en dataverzameling op het teeltveld zelf.”

De voordelen zijn zichtbaar: minder middelengebruik zorgt voor een kleinere ecologische voetafdruk en verlaagt de kosten. Bovendien ontstaan er nieuwe kennisbanen. “De beeldvorming rond agrarisch werk als simpel of laaggeschoold klopt niet. We zien bijvoorbeeld Poolse medewerkers doorgroeien naar leidinggevende posities in de glastuinbouw”, aldus Koopmans.

Flexibele regelgeving Om die ontwikkeling verder te versnellen, zijn stimulerende investeringsregelingen en flexibele regelgeving onmisbaar.

Innovaties moeten volgens Koopmans ruimte krijgen om zich te bewijzen, zonder vooraf vast te zitten in rigide kaders. Ook samenwerking tussen overheden, kennisinstellingen en marktpartijen is daarbij cruciaal. “Startups en jonge ondernemers met frisse ideeën en disruptieve technologieën maken de sector wendbaarder en concurrerender. Zo leveren zij een directe bijdrage aan mondiale voedselzekerheid en klimaatoplossingen”, zegt hij. Investeren in innovatie, besluit Koopmans, is daarmee een effectievere strategie dan inzetten op krimp. “Innovatie versterkt niet alleen de sector, maar ook de maatschappij als geheel.”

Gezonde bodem, betere oogst

earth – Partner Content

In bodems is een uiterst diverse gemeenschap aan micro-organismen actief, zoals bacteriën en schimmels. Dit microbioom is van belang voor verschillende bodemprocessen en heeft een grote invloed op de gezondheid van onder andere gewassen. Maar welke maatregelen kun je nemen om de bodemgezondheid te bevorderen?

Eline Keuning, Moleculair bioloog en Lead soil health, Bioclear earth

Eline Keuning is moleculair bioloog en biochemicus en inmiddels zeven jaar werkzaam bij het in 1988 door haar vader is opgerichte Bioclear earth. Dit innovatieve adviesbureau helpt duurzame verbeteringen door te voeren op basis van

inzichten in bodem, water, klimaat en grondstoffen. “Het is echt fascinerend om de natuur met haar ingewikkelde chemie te onderzoeken. En met ecosystemen te werken en deze te begrijpen. Het is alsof ik iedere dag een biologiepuzzel mag oplossen”, vertelt Keuning. Dat doet ze uiteraard niet alleen, maar samen met zo’n 35 collega’s, waaronder biotechnologen, microbiologen, bodemkundigen en procestechnologen.

Welvaart en gezond milieu

Door gebruik te maken van de kracht van de natuur, willen ze de wereld schoner, veiliger en duurzamer maken. Volgens de filosofie van Bioclear earth kunnen welvaart en een gezond milieu elkaar versterken, als we bereid zijn te leren van de intelligentie van de natuur. “De tijd is

Voedseltransitie

INSPIRATIE

Duurzaam eten vereist een productie die rekening houdt met de kwaliteit van de natuur, bodem en het water. De voedseltransitie is in volle gang en vereist een intensieve samenwerking tussen bedrijven, ngo’s en overheden.

Stefano Teatini van cateringbedrijf CIRFOOD legt uit hoe het bedrijf samenwerkt met groothandels die hun voedselproducten rechtstreeks halen bij de makers, zoals boeren, bakkers, telers, slagers. Deze partijen geven meer inzicht in hun hele keten, waardoor ze hun MVO-beleid (maatschappelijk verantwoord ondernemen) beter kunnen monitoren.

“We krijgen elke maand rapportages, zoals CSRD en CO2-rapportage, waarin we precies kunnen lezen hoe duurzaam en lokaal ons assortiment was. We kunnen bijvoorbeeld ons gebruik van zout en suiker aflezen, en bepalen hoe we scoren ten opzichte van de marktbenchmark. Het is voor ons belangrijk om hierop zo goed mogelijk te presteren.

er nu rijp voor, want mensen staan ervoor open”, benadrukt Keuning. “Mijn vader was zijn tijd blijkbaar ver vooruit, want destijds was het nog echt pionieren.” Het bedrijf besteedt jaarlijks minimaal 20% van zijn omzet aan de ontwikkeling van nieuwe en innovatieve technologieën. “We willen graag een goede balans vinden tussen natuur, economische resultaten en het realiseren van impact.”

Biodiversiteit

Keuning legt uit dat de toplaag van bodems enorm biodivers is, met tienduizenden soorten organismen die allemaal een nuttige functie hebben. Hoe kun je de bodemkwaliteit verbeteren als je daar beter inzicht in hebt en het ook kunt aansturen? “Dat gebeurt nu ook wel, maar door geavanceerde tools kun je er veel bewuster mee omgaan”, verklaart Keuning. “Een gezond bodemleven kan je gewassen beschermen tegen allerlei plantenziektes. Als je deze natuurlijke processen maximaliseert, kun je er heel veel voordeel van hebben. Hierdoor heb je bijvoorbeeld minder gewasbescherming nodig, een actueel thema in de sector.”

Biologie inzetten

Je zou kunnen stellen dat Bioclear earth biologie slimmer inzet. Naast het ontwikkelen van modellen om ziektes

We nemen onze stappen naar gezonde voeding zeer serieus. We scannen alle producten van onze contractleveranciers op E-nummers die vervangen kunnen worden door gezondere alternatieven. Welzijn en duurzaamheid zijn voor ons brede begrippen. De voeding die we aanbieden aan onze klanten moet zo gezond mogelijk zijn – en dat kan op verschillende manieren.”

te voorspellen met AI, willen ze het beheer van akkerbouwers koppelen aan de werking van al die micro-organismen in de bodem. “Je kunt alles terugzien in de bodem, dus alle keuzes die je maakt, kun je daaruit afleiden. We hebben in Nederland ontzettend veel geleerd over chemie en apparatuur, maar ik zie dit als een natuurlijke volgende stap: om via biotechnologie verdere verbeteringen aan te brengen.”

Tekst: Hugo Schrameyer
Tekst: Michel de Ruyter
Stefano Teatini, Verantwoordelijke, CIRFOOD
Ger Koopmans, Voorzitter, LTO Nederland
Bioclear

Europese marktleider in frozen snacks met duurzame ambities

Door de recente overnames van Audens Group en Pure Ingredients is GoodLife Foods uitgegroeid tot de grootste Europese speler in frozen snacks en appetizers. CEO Dirk van de Walle en CCO Harm van Tongeren vertellen over hun strategische visie, de groeiambities en hun duurzaamheidsagenda.

Na de integratie van eerdere overnames tussen 2019 en 2022 en de exit naar IK Partners medio 2023, heeft GoodLife Foods een meerjarig groeiplan opgesteld. Dit plan is deels gebaseerd op autonome groei en deels op strategische overnames. “Onze criteria voor overnames zijn helder: ofwel moeten we nieuwe geografieën kunnen aanboren, ofwel complementaire producten, kanalen of competenties kunnen binnenhalen”, legt Van de Walle uit.

Harmoniseren in plaats van integreren

In de integratie van deze bedrijven hanteert GoodLife Foods een bijzondere aanpak. “Wij zijn geen integrators, maar harmonizers”, benadrukt Van de Walle. “We behouden de eigenheid van de overgenomen bedrijven, maar harmoniseren stap voor stap alle processen. We zitten lang genoeg in corporates om te weten hoe snel je de kracht uit een bedrijf kunt halen, en dat willen we altijd vermijden.”

oplossingen zijn daarom belangrijke macrotrends waar we rekening mee houden in ons innovatieproces”, aldus Van Tongeren. Een concreet voorbeeld hiervan is de groeiende markt voor airfryer-producten, vooral in Nederland. “We zien dat consumenten steeds vaker voor deze producten kiezen” Door ons productgamma hierop aan te passen, kunnen we inspelen op zowel de gezondheidstrend als de behoefte aan gemak.”

meten en verbeteren voortdurend. Dat vragen we ook van onze leveranciers”, legt Van de Walle uit.

Strategische overnames

In 2024 nam GoodLife Foods zowel Audens Group, actief in Spanje en Portugal, als Pure Ingredients, gespecialiseerd in halalproducten in de Benelux, over. De overname van Audens Group was strategisch belangrijk omdat GoodLife Foods daarmee in één klap toegang kreeg tot de Zuid-Europese markt, waar het bedrijf voorheen nauwelijks vertegenwoordigd was.

“Audens Group heeft een zeer sterke innovatie competentie en is actief in het QSR-kanaal (quick service restaurants, zoals fastfoodketens) waar wij nog niet actief waren. Bovendien hebben ze een sterke kwaliteitsfocus in alles wat ze doen”, vertelt Van de Walle. Pure Ingredients is een bedrijf met een complementaire productcategorie. “Het is een 100 procent halalbedrijf, waardoor we nu de hele halalmarkt kunnen afdekken. Daarnaast kunnen we ons productportfolio met sterke merken en private labels internationaal uitrollen.” Deze strategische keuzes passen perfect in de langetermijnvisie van het bedrijf, aldus Van de Walle.

De voordelen van de overnames worden al zichtbaar, zowel aan de inkoop- als verkoopkant. “We boeken de eerste successen met cross-selling van verschillende producten naar verschillende markten”, vertelt Van Tongeren. “Het portfolio van Audens Group is zeer complementair aan het originele GoodLife Foods-portfolio. In een sterk ontwikkelende snackingmarkt kunnen we klanten een heel nieuw aanvullend assortiment aanbieden.”

Innovatie en consumententrends

In het snack- en appetizersegment signaleert Van Tongeren twee belangrijke trends. “Onze producten worden altijd geconsumeerd in een context van gezelligheid en samen zijn. Daarom moeten ze lekker zijn, van de juiste kwaliteit en veelzijdig. Tegelijkertijd worden gezondheid en duurzaamheid steeds belangrijker. De uitdaging is om die twee te verbinden.”

GoodLife Foods werkt actief aan gezondere producten met minder zout en vet, en ontwikkelt ook plantaardige en hybride alternatieven. “In food service speelt daarnaast het personeelstekort een grote rol. Convenience en makkelijke

Duurzaamheidsagenda

Duurzaamheid staat hoog op de agenda bij GoodLife Foods. Het bedrijf werkt nauw samen met zowel leveranciers als klanten om de gehele keten te verduurzamen. “DE SBTI doelstellingen zijn voor ons een prioriteit en we geloven in een ketengerichte aanpak om een blijvende positieve impact te realiseren. Daarbij ligt de focus niet alleen op CO₂-reductie, maar ook op bredere duurzaamheidsdoelstellingen, waaronder sociale aspecten binnen de keten. We werken met externe consultants samen en

Steeds meer klanten vragen actief hoe we samen de CO2-voetafdruk kunnen verlagen. “Dan kijken we naar logistiek, verpakking, maar ook naar intrinsieke formulering en receptuur”, vertelt Van de Walle. De transitie naar duurzamere producten is een geleidelijk proces. “Het is een evolutie, geen revolutie. Maar we maken wel structurele stappen, samen met onze klanten.”

We werken aan het reduceren van gas en elektriciteit gebruik in onze fabrieken. Verder werken we ook aan onze verpakkingen om dit efficienter te maken, waarbij voedselveiligheid een absolute voorwaarde blijft . “We vervangen systematisch zware omdozen door recycleerbare folies als secundaire verpakking. Maar als voedingsbedrijf blijven houdbaarheid, kwaliteit en voedselveiligheid onze prioriteiten”, aldus Van de Walle.

Toekomstvisie

Als marktleider in de frozen snackcategorie wil GoodLife Foods meer zijn dan alleen numeriek de grootste. “We willen een echte leider zijn en daarom werken we graag samen met klanten. Sterke innovatie en onze duurzaamheidsagenda zijn daarbij essentieel”, vat Van Tongeren samen. Van de Walle voegt toe: “We hebben stevige groeiambities, maar zetten ook bewust stappen om duurzaamheid door te vertalen naar onze hele organisatie én de markt. Dat doen we samen met klanten én met consumenten.”

Dirk van de Walle, CEO, GoodLife Foods
Harm van Tongeren, CCO, GoodLife Foods

Glastuinbouwsector blijft met innovaties continu in beweging

Nederland is altijd een grote, innovatieve speler in de glastuinbouwsector geweest. Ons land ontwikkelt baanbrekende technologieën die over de hele wereld worden ingezet. Verstedelijking, bevolkingsgroei en klimaatveranderingen zorgen ervoor dat continu moet worden nagedacht over nieuwe oplossingen, zodat de wereldwijde voedselproductie wordt gewaarborgd en geoptimaliseerd.

GreenV bestaat uit negen bedrijven die alle actief zijn in een groeiende, internationale glastuinbouwmarkt. Een integrale aanpak, oplossingsgerichtheid, duurzaamheid, ondernemerschap en innovatieve technieken zijn voor hen de belangrijkste uitgangspunten. Ze vullen elkaar aan en hanteren een no-nonsense cultuur, met een focus op klantgerichtheid. GreenV heeft vestigingen en vertegenwoordiging in Nederland, Amerika, Canada, Mexico, Australië en Nieuw-Zeeland. Via eigen vestigingen én internationale partners, is het bedrijf lokaal aanwezig in alle belangrijkste afzetmarkten.

Technische expertise

Verstedelijking en bevolkingsgroei zorgen ervoor dat de vraag naar voedselzekerheid groeit. Het maximaliseren van de oogst op vaak kleine oppervlakten is daarom enorm belangrijk. GreenV kan hiervoor met zijn technische expertise innovatieve en integrale totaaloplossingen leveren, maar ook losse systemen en installaties aanbieden. Joris Verweij is CFO bij GreenV en gaat dieper in op hun

DNA: “Verantwoordelijkheid nemen en samenwerken zit in ons DNA. Alles begint bij de klant en diens specifieke wensen: die vormen het vertrekpunt van ons integrale adviestraject. Binnen het GreenV-cluster werken negen gespecialiseerde bedrijven nauw samen, aangevuld met externe partners waar nodig. De klantwens blijft daarbij altijd leidend. We bieden inhoudelijk advies, verzorgen het ontwerp én realiseren het volledige project. Dat zorgt voor duidelijkheid: één aanspreekpunt, één partij die eindverantwoordelijkheid draagt. Omdat wij geloven in de kracht van onze integrale aanpak, kunnen we die verantwoordelijkheid ook daadwerkelijk nemen.”

Duurzame methoden

Water- en arbeidsschaarste, de energietransitie en strengere regelgeving hebben de behoefte aan duurzamere methoden versterkt. Hun toonaangevende tuinbouwtechnologieën worden dan ook over de hele wereld ingezet, met oplossingen die zorgen voor meer duurzaamheid. Neem bijvoorbeeld de irrigatieoplossingen die volledige recirculatie mogelijk maken, afkomstig van een van hun bedrijven, Stolze. Ook voor energieoplossingen, via Voshol en Green Simplicity, of productieautomatisering en hoogwaardige kas- en teeltsystemen, via HT Verboom en Prins Group, kun je bij GreenV terecht.

Eigen systeem

GreenV heeft met het Leafy Greens System een eigen systeem ontwikkeld. Het is een volledig op maat gemaakt aluminium mobiel gotensysteem (MGS) voor de

professionele teelt van sla en bladgroenten. “Dat kan helemaal geautomatiseerd worden en er zijn veel minder handen meer bij nodig”, zegt Verweij. “Er spelen in onze sector nu twee grote kwesties: ten eerste verdwijnen de ervaren telers die met het fingerspitzengefühl de juiste teeltbeslissingen konden nemen. Dus verdwijnt onze teeltkennis. Daarnaast is het veel moeilijker om arbeidskrachten te vinden. Met ons systeem is dat handmatige werk straks grotendeels overbodig. Tegelijkertijd zorgen deze systemen er ook voor dat je veel duurzamer bezig bent.” Het watergebruik neemt met zo’n 95% af, terwijl de opbrengst met ongeveer 40% per m² stijgt vergeleken met de buitenteelt van sla, en de ziektedruk minimaliseert.

Lokale voedselproductie

Om te voldoen aan de duurzaamheidsdoelstellingen, gaan landen steeds meer over naar een lokale voedselproductie. Verweij vertelt over een nieuw project in Duitsland, waar alle tomaten tot nog toe uit Spanje en Nederland worden geïmporteerd. Het plan is om daar naast de talloze fabrieken in het land kassen te bouwen, die gebruikmaken van hun restwarmte. Hierdoor kunnen tomaten voortaan lokaal geteeld worden. Het mes snijdt volgens Verweij aan twee kanten: “Je gebruikt door de restwarmte weinig energie, en daarnaast bespaar je natuurlijk enorm op transportbewegingen. Het is een mooi voorbeeld van hoe de industrie zich ontwikkelt.”

Problematiek

Het probleem is dat niet alle telers zich het bouwen van een kas kunnen veroorloven – je hebt het al snel over investeringen van tientallen miljoenen euro’s. Door klimaatveranderingen komen ze daardoor steeds vaker in de problemen, en worden oogsten soms totaal vernietigd door de heftige weerswisselingen. “Een klant van ons in Mexico wil door de water- en energieschaarste naar een

gesloten kas, maar ook omdat ze met minder gewasbeschermingsmiddelen willen werken.” GreenV kan door hun ervaring, samenwerkingen met banken en partnerschappen ervoor zorgen dat zo’n project toch van de grond komt. “Op termijn gaat dit overal gebeuren”, benadrukt Verweij.

Trend

Het is volgens GreenV dus een trend die zich doorzet: investeerders en grote telers vragen om schaalbare, integrale, kant-en-klare oplossingen en volledige ontzorging. Daarnaast is er onder andere door de al eerdergenoemde schaarste aan arbeid de behoefte aan meer datagedreven ondernemen en automatisering. Digitalisering en AI veranderen de glastuinbouwsector en telers willen technologie die hun data integreert in alle onderdelen van hun bedrijfsvoering. Denk aan het koppelen van data vanuit de procesautomatisering, productieregistratie, arbeidsregistratie, sorteermachines, bosmachines, klimaatsturing in de kas en irrigatie om zo tot nieuwe inzichten te kunnen komen om processen te verbeteren. Het zijn uitdagingen waar GreenV een antwoord op heeft, omdat ze deze oplossingen in-house en geïntegreerd aanbieden.

Joris Verweij, CFO, GreenV

Slimme ERP-oplossingen als motor van uw bedrijf

Met een goed ERP-systeem (Enterprise Resource Planning) kunt u uw bedrijfsprocessen optimaliseren en uw activiteiten voorbereiden op verdere digitalisering. Dankzij inzicht in alle relevante data blijft uw bedrijf continu op koers. CSB-System is al decennialang een totaalleverancier van ERP-oplossingen voor diverse sectoren.

CSB is wereldwijd actief en realiseert en begeleidt op regionaal niveau projecten met inzet van internationale knowhow. Het bedrijf bedient klanten in 50 landen en werkt vanuit 25 locaties. CSBsoftware is beschikbaar in 25 talen en in totaal zijn er meer dan 550 medewerkers in dienst. Hiermee is het een van Europa’s grootste familiebedrijven op softwaregebied. CSB levert ERP-oplossingen aan sectoren als levensmiddelen en dranken, vlees, chemie, farmacie en cosmetica en handel en logistiek.

Drieledige automatisering

Volgens marketingmanager Stijn de Hoon is de automatisering binnen hun ERP-oplossingen drieledig: “Doordat het systeem specifiek voor de voedingsindustrie is ontwikkeld, bevat het standaard alle kernmodules voor het gestroomlijnd aansturen van een productieonderneming, van inkoop tot verkoop en kwaliteitsmanagement tot finance. Daarnaast kunnen wij een volledige integratie bieden met de shopfloor, zoals weegschalen en sorteerlijnen. Ten derde hebben we een eigen automatiseringstak. Hier ontwikkelen we hardware zoals het CSB Rack voor dataverzameling op de werkvloer en nieuwe producten met AI-toepassingen waaronder onze Vision-producten. Door het aanbieden van deze combinatie kunnen we een integrale totaaloplossing leveren voor de voedingsmiddelenindustrie.”

Geïntegreerde shopfloor

“Wij hebben die shopfloor al standaard in ons ERP-

systeem zitten, terwijl u bij andere leveranciers vaak een externe partner nodig heeft”, vult Erwin Kooke aan. Hij is sales manager van CSB-System Benelux en hoofd van de vleesdivisie voor Noord-Europa. “Hierdoor kunt u direct allerlei integraties doorvoeren. Dus naast de klassieke MES-laag (manufacturing execution system) kunt u ook externe randapparatuur aansluiten, waardoor u complete logistieke systemen kunt aansturen. Dat kunnen automatische lijnen zijn of robotisering: we werken daarbij samen met andere partners, maar we leveren zelf ook systemen.”

AI-gestuurde camera

CSB-System is van mening dat een ERP-systeem zich moet aanpassen aan de ontwikkeling van een bedrijf en niet andersom. Dankzij nieuwe technologie kunnen veel productielijntaken efficiënter en nauwkeuriger worden uitgevoerd. Onder de eerder genoemde Vision-producten valt de Eyedentifier: een AI-gestuurde camera die automatisch leert met welke producten er wordt gewerkt. Deze technologie detecteert fouten die met het blote oog vaak onopgemerkt blijven. Daarnaast helpt de technologie bij de juiste doorvoer na de productielijn.

Kloppend hart van IT-systemen

De compatibele en flexibele ERP-oplossingen van CSBSystem vormen het kloppend hart van IT-systemen en zijn het centrale zenuwstelsel van de smart factory van morgen. Het internationaal succesvolle CSB-System biedt drie pakketten: Industry ERP voor multi-group companies,

Factory ERP voor voedingsmiddelenfabrieken en BASIC ERP, waarin de branchekennis beschikbaar is in een standaard kant-en-klare oplossing. Alle drie de pakketten komen met uitgebreide EDI-functionaliteiten om te koppelen met zowel inkoop- als verkooppartners en bieden volledige traceerbaarheid over de gehele keten.

CSB is aanwezig op het Food Tech Event, dat op 14 en 15 mei 2025 plaatsvindt in de Brabanthallen in Den Bosch. U kunt ze vinden in hal 3, stand 1.

Robotica als sleutel tot de toekomst van voedsel

Met de wereldbevolking die naar verwachting in 2050 de 9,7 miljard zal overschrijden en een verwachte toename van de voedselvraag met 60%, staat de landbouwsector onder toenemende druk om meer te produceren met minder middelen. Tegelijkertijd vormt arbeidscapaciteit een van de meest nijpende uitdagingen in de moderne landbouw. Volgens de Internationale Arbeidsorganisatie daalt het aantal mensen dat wereldwijd in de landbouw werkt al decennialang gestaag. Alleen al in de EU is het aantal landbouwmedewerkers in de afgelopen vijftien jaar met meer dan 30% afgenomen. Vooral glastuinbouwers voelen de druk, nu seizoensarbeid steeds schaarser én duurder wordt.

Nu die druk verder oploopt, wordt technologie – en dan vooral automatisering en robotica – een cruciale motor voor duurzame productiviteit in de landbouw. Van zaaien tot oogsten: een groeiend aantal taken dat traditioneel afhankelijk was van handarbeid, wordt inmiddels uitgevoerd door intelligente machines.

In Nederland speelt TTA-ISO een voortrekkersrol in deze transformatie. Het bedrijf heeft een achtergrond in tuinbouwrobotica en ontwikkelde systemen voor elke fase van de teeltcyclus: van geautomatiseerd stekjes steken en sorteren tot precisie-enten en optimalisatie van de gekiemde planten. Deze technologieën worden inmiddels wereldwijd toegepast in

commerciële kassen om meer consistentie te realiseren, de arbeidsbehoefte te verlagen en de kwaliteit van de opbrengst te verbeteren.

De grootste verandering is wellicht zichtbaar in de automatisering van de oogst. Of het nu om bladgroenten of tomaten gaat, oogsten is een tijdkritisch en arbeidsintensief proces dat snelheid én precisie vereist. De oogstrobots van TTA-ISO werken met visuele geleiding, kunstmatige intelligentie en geavanceerde grijpers om rijpe tomaten te herkennen en te plukken zonder de plant te beschadigen – een belangrijke voorwaarde in dichtbeplante omgevingen, waar zelfs kleine beschadigingen de opbrengst of kwaliteit kunnen verminderen.

Maar automatisering draait niet alleen om arbeidsefficiëntie. Ook op het gebied van hygiëne en ziektepreventie speelt technologie een steeds grotere rol. In tegenstelling tot menselijke medewerkers verspreiden robots geen ziekteverwekkers via handen of kleding, en ze zijn eenvoudig te reinigen tussen handelingen door. In gecontroleerde teeltomgevingen draagt dat bij aan een gezondere gewasopbrengst en minder verlies door besmetting of infectie.

Nu traceerbaarheid, hygiëne en duurzaamheid steeds belangrijker worden, reikt de waarde van robotica verder dan alleen de productievloer. Geautomatiseerde systemen helpen telers

om aan certificeringseisen te voldoen, verspilling tegen te gaan en op te schalen zonder afhankelijk te zijn van kwetsbare arbeidsstromen.

Volgens analisten zal de wereldwijde markt voor landbouwrobotica in 2030 de grens van 30 miljard dollar overschrijden – een afspiegeling van de snelle evolutie van de sector. Hoewel niet elke taak geautomatiseerd kan of zou moeten worden, is de richting duidelijk. Van kiemen tot oogsten: automatisering wordt een onmisbaar onderdeel van de voedselproductie – en een sleutelfactor in de ontwikkeling van een weerbaarder landbouwsysteem.

Neem contact met ons op voor een op maat gemaakte oplossing. Onze nieuwe content as a service, content marketing, native advertising en online oplossingen helpen jouw bedrijf groeien.

www.contentway.nl

Data als fundament voor een veilige en toekomstbestendige voedselketen

Bedrijven in de voedselketen staan onder ongekende druk door geopolitieke spanningen, strengere wetgeving, klimaatverandering en steeds kritischere consumenten. Dit vraagt om een andere aanpak van voedselproductie en -distributie. Tegelijkertijd groeit de maatschappelijke druk voor betere voedselveiligheid, om verspilling tegen te gaan en herkomst en milieubelasting inzichtelijk te maken. Wat deze vraagstukken gemeen hebben? De afhankelijkheid van betrouwbare informatie, want daar ligt de sleutel voor een toekomstbestendige voedselketen.

Omdat producten razendsnel van boer tot bord reizen, is betrouwbare product- en locatiedata cruciaal. Denk aan efficiënte productie, recalls, voorkomen van voedselverspilling, duurzame inkoop- en aankoopkeuzes maken of duidelijkheid over de herkomst van ingrediënten. En dat terwijl toezichthouders, bedrijven en consumenten hier steeds meer eisen aan stellen. Dat kan alleen als we vergelijkbare data hebben en als we data uniform door de keten delen. De oplossing ligt dus niet in nóg meer data, maar in het delen van betrouwbare data en het maken van afspraken tussen alle stakeholders in de keten. Daar ligt de kracht van GS1.

Van compliance naar concurrentiekracht

De Europese Unie versnelt de digitalisering van voedselketens via wetgeving zoals de Farm to Forkstrategie en de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). Regels dwingen bedrijven om te rapporteren over bijvoorbeeld productveiligheid, duurzaamheid en circulaire inzet van grondstoffen. Maar bedrijven die alleen acteren op basis van wetgeving missen strategische kansen. Want bedrijven die hun data-infrastructuur nu op orde brengen, zijn straks niet alleen beter voorbereid op audits, maar ook op onverwachte verstoringen in de keten en kunnen hun primaire proces beter aansturen. Voor een circulaire economie is het ook belangrijk dat bedrijven en

consumenten duurzame keuzes kunnen maken; daar is uniforme data voor nodig. Bedrijven moeten transparant zijn over de samenstelling van producten en hun CO₂-impact. GS1 oplossingen en specifiek de QR Code powered by GS1 fungeren als digitale brug tussen producent en consument en tussen regulering en realiteit.

Gemeenschappelijke datataal

Eén gemeenschappelijke datataal is essentieel om alle ambities te realiseren. Al meer dan 50 jaar zorgt GS1 – een internationale non-profitorganisatie – voor de taal waarin ketenpartners met elkaar communiceren. Denk aan het wereldwijde systeem voor productherkenning met de bekende streepjescode. Maar ook het vastleggen en delen van product- en locatiedata. Deze oplossingen zijn de ruggengraat van een voedselketen die veilig, efficiënt én toekomstbestendig is.

“Wij werken er samen met bedrijven –groot of klein – aan dat informatie over producten en processen betrouwbaar en toegankelijk is – voor bedrijven, toezichthouders én consumenten”, zegt Mirjam Karmiggelt, CEO van GS1 Nederland. “De grote uitdagingen in de voedselketen – van voedselveiligheid tot duurzaamheid – lossen we alleen op als we over grenzen heen samenwerken. Juist daarom zijn bijeenkomsten zoals de

Digitale Synergiedagen LVVN op 27 en 28 mei zo belangrijk. Als partner brengen we partijen bij elkaar en delen we kennis om oplossingen te vinden die werken voor de hele keten.”

Snel en accuraat handelen is must Die eenduidige datataal zorgt er ook voor dat bedrijven snel en accuraat kunnen handelen. Bij een voedselveiligheidsprobleem betekent dit dat een recall gericht en binnen enkele uren kan worden uitgevoerd. Dat scheelt niet alleen kosten, maar voorkomt ook schade aan het consumentenvertrouwen en aan de reputatie van een bedrijf.

Daarnaast maken eenduidige data efficiënte logistiek en voorraadbeheer mogelijk. Via data die door iedereen te gebruiken is kunnen leveranciers, distributeurs en retailers hun logistieke processen beter op elkaar afstemmen. Dit verlaagt niet alleen operationele kosten, maar helpt ook verspilling voorkomen.

Van verspilling naar waarde Voedselverspilling komt vaak door een tekort aan informatie. Denk aan onduidelijkheid over houdbaarheidsdata of het ontbreken van bewaartips. De QR Code powered by GS1 biedt hier uitkomst. Deze gaat de bekende streepjescode vervangen, kun je straks aan de kassa

scannen en maakt het ook mogelijk om per product real-time informatie te ontsluiten –afgestemd op de gebruiker.

Consumenten krijgen met deze code tips over bewaarmethoden, certificaten of recepten met restjes om bewuste keuzes te maken. Terwijl retailers met voorraaddata prijzen dynamisch kunnen aanpassen. Zo kunnen zij producten verkopen, in plaats van afschrijven. Dit kun je allemaal regelen aan de achterkant van dezelfde QR-code.

Balans tussen transparantie en werkbaarheid

De uitdaging ligt niet alleen in het verzamelen van data en het voorkomen van de administratieve lastendruk. Hoe zorg je ervoor dat informatie betrouwbaar, up-to-date én relevant is voor alle betrokken partijen? Maar ook wie heeft toegang tot welke informatie? Het blijft een voortdurend gesprek: over wat het mag kosten, wat het oplevert en hoe je samenwerkt in de keten.

Eén ding is duidelijk: wie data als strategisch kapitaal ziet, heeft de sleutel in handen voor een slimme, veilige en duurzame voedselketen. Want in de toekomst van voedsel is betrouwbare data geen bijzaak, maar een basisvoorwaarde.

Benieuwd wat GS1 wat betekenen om de voedselketen duurzamer te maken en voedselverspilling te voorkomen? Lees meer op: www.gs1.nl

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.