
7 minute read
Living lab
from Bouwbedrijf mei 2022
by Embuild
LODE LEFEVRE (LIVING LAB GENT)
Biobased en natuurlijke materialen verminderen de milieu-impact van gebouwen en kunnen – binnen hun technische limieten - bijdragen aan de circulariteit. De vraag is nu hoe ze op grotere schaal toegepast kunnen worden. Dat wordt nu onderzocht in een living lab in Gent.
Het living lab is een vernieuwbouw-rijwoning van de onderzoeksgroep Bouwfysica en Duurzaam Bouwen op de Technologiecampus van KU Leuven in Gent. Het is een onderdeel van Circular Biobased Construction Industry, een groot internationaal (BE, NL, UK) project dat Europese steun krijgt. Voor meer over CBCI, zie blz. 27 in dit Bouwbedrijf. Het living lab is een experiment waarin circulariteit, modulariteit en een balans tussen energieprestatie en milieu-impact over de hele levenscyclus het vertrekpunt waren.
Bouw denkt mee
Interessant is dat de bouwsector in dit project niet alleen uitvoerder maar ook actieve deelnemer is. De opdracht werd namelijk geformuleerd als een design & build met een bepaald budget en een aantal doelstellingen en vereisten.
De hoofdaannemer die het project binnenhaalde was ons lid Vanhout. Het bedrijf stond in hoge mate zelf in voor de concrete uitwerking. Het schakelde daarvoor onder meer BuildUp in, het vroegere beSteel. De installaties werden toevertrouwd aan een consortium met daarin Renson, Litobox
Het living lab is een BEN woning met bijhorende hoge luchtdichtheid. Om die te bereiken moest tape gebruikt worden, wat niet bijzonder milieuvriendelijk is. Maar compromissen zijn nu eenmaal nodig.
en ComTIS Energy. Opvallend: deze installaties worden as a service aangeboden. Ze blijven eigendom van het consortium, dat verwarming, ventilatie en dergelijke levert als een dienstverlening. De bouwheer betaalt enkel voor het gebruik.
Op naar 2050
Het project in Gent is niet het enige living lab in CBCI. Maar het heeft binnen dit project drie specifieke doelstellingen, aldus projectcoördinator Lode Lefevre van de KU Leuven.
Lode Lefevre: "Ten eerste focussen we op de balans tussen operationele en ingebedde energie. Tegen 2050 moeten de Vlaamse woningen veel energiezuiniger gemaakt worden, althans in gebruiksenergie. De grootste uitdaging wat betreft typologie zit bij de rijwoningen in stedelijke contexten. We moeten die echter op een slimme manier benaderen. Onderzoek wijst uit dat het in sommige gevallen beter is om woningen die in heel slechte staat zijn, te demonteren en te vervangen door nieuwbouw. Een renovatie kan een woning inderdaad zuinig maken qua operationele energie, maar veel bereik je daarmee niet als de embedded energie in de materialen nodig voor de renovatie veel groter is dan de operationele-energiebesparing."

Het ontwerp is gebaseerd op een staalstructuur. De trappenkern, de ruggengraat van het gebouw, is dan weer gemaakt van CLT hout. Ook in dit project werd gebruik gemaakt van modulaire bouwelementen, iets wat wel vaker terugkomt in milieuvriendelijke bouwprojecten.

Daarnaast onderzoekt het living lab hoe een gebouw aan het einde van de levenscyclus nuttig kan blijven. Hergebruik en recyclage moeten maximaal mogelijk zijn.
Lode Lefevre: "We testen dus of je een huis kunt bouwen als een materialenbank. Dat is een mooie belofte, maar pas voor later. Dus doen we nu al wat we beloven voor de toekomst. 10 tot 20 procent van de materialen in het living lab komen nu al uit hergebruik, bijvoorbeeld de keuken maar ook een deel van de ramen. En ten derde wilden we een huis dat ontworpen is voor aanpasbaarheid (design for adaptability). Tijdens de levensduur moeten veranderingen in het gebouw zo weinig mogelijk materialen en energie vereisen. En het is een plus als het zonder veel poespas kan."
Stalen structuur
Het living lab in Gent heeft een hybride structuur met een staalframe van BuildUp voor de gebouwschil. Het is goed voor ongeveer een derde kubieke meter staal. De trappenkern, de ruggengraat van het gebouw, is gemaakt van CLT hout. Van het totale volume van de materialen is 83 procent van natuurlijke oorsprong.
Lode Lefevre: "De wanden bestaan uit geprefabriceerde, modulaire dozen die geïsoleerd zijn met cellulosevlokken. De verstijvingsplaten op de wanden zijn houtvezelplaten, die meteen dienstdoen als dampscherm. De staalstructuur is modulair, met afmetingen in veelvouden van 60 centimeter. Die standaardisatie laat productie op grote schaal toe en verhoogt het hergebruikpotentieel. De wandmodules op de hoeken zijn op maat gemaakt van ieder project, want de buitenafmetingen van een rijhuis zijn natuurlijk zelden een veelvoud van 60 centimeter. Je hebt dus een combinatie van flexibiliteit en modulariteit." ›››
LODE LEFEVRE (LIVING LAB GENT)
Bijzonder zijn ook de vloerpanelen. Deze zijn uitschuifbaar, omdat ze bestaan uit twee evenwijdige, aan elkaar bevestigde stukken. Ze hebben een variabele lengte tussen 3 en 5,3 meter.
Lessen
Het living lab zit intussen in de afwerkingsfase. Het is nog te vroeg voor definitieve conclusies, maar er kunnen toch al enkele lessen getrokken worden. Les één: een goede communicatie tussen de betrokkenen is levensbelangrijk.
Lode Lefevre: "'Goed begonnen is half gewonnen,' zeg ik altijd. Iedereen moet goed op elkaar afgestemd zijn en elkaar begrijpen. Aan het begin wisten we niet waar we zouden eindigen. We hadden geen specifieke materialen voorgeschreven, het startpunt van het project was een functionele specificatie. Die riep vanzelfsprekend vragen op. Om die op te lossen moet je goed samenwerken en een consensus vinden over het plan van aanpak, want anders wordt het een eindeloze zoektocht."
Compromissen
Lode Lefevre: "Les twee: er bestaan heel veel verschillende oplossingen. Kiezen, durven kiezen, is dan de kunst. En les drie: je moet soms compromissen sluiten. Je moet namelijk naar het totale plaatje kijken, niet alleen de milieu-impact maar ook zaken zoals brandveiligheid en demonteerbaarheid. Als je al die dingen in overweging neemt, zijn soms verschillende oplossingen mogelijk, met elk hun voor- en nadelen."
In het living lab is een pragmatische benadering gehanteerd. Dat was ook nodig omdat regelgeving soms in de weg staat van hergebruik. De hergebruikte ramen in het project zijn van Velux, maar dateren van 2014. De verluchtingsroosters voldoen niet meer aan de huidige EPB-normen. De ramen zijn toch geplaatst, na beta-
ALLE BOUWBEDRIJVEN MEEKRIJGEN
Lode Lefevre:"Eigenlijk is dit living lab géén klassiek voorbeeld van hardcore bouwen met biobased en natuurlijke materialen. Het is een hybride benadering. Maar ook dergelijke benaderingen moeten onderzocht worden. We willen alle bouwbedrijven meekrijgen richting circulariteit. Als we wachten tot de hele sector een biobased ommezwaai heeft gemaakt, zullen we het niet halen tegen 2050. Plus: een monomethodische sector zou commercieel niet gezond zijn."

ling van de bijhorende EPB-boete. Bij wijze van statement beslisten de projectpartners om de dakvensters te hergebruiken. Als de ambitie op Europees niveau circulariteit tegen 2050 is, moet ook de wetgeving mee.
Een ander voorbeeld van een compromis is het gebruik van tape. Het living lab is een BEN woning en moet dus goed luchtdicht zijn. In het living lab zijn alle kiertjes en spleten afgedekt met gewone, niet bijzonder milieuvriendelijke tape. Het is een moeilijk probleem dat binnen het tijdsbestek van het project niet opgelost kon worden. Er wordt wel gewerkt aan een vervolg.
Lode Lefevre: "Er wordt naar een oplossingen gezocht in samenwerking met Isoproc. Maar dat is een werk van lange adem."
Duurder
Lode Lefevre: "Dit project is duurder dan een gelijkaardige woning gebouwd met klassieke materialen en methodes. Maar dat is ook door het gebrek aan schaalvoordelen, zowel bij de productie van de materialen als bij het uitwerken van dit concept. Bovendien lag de ambitie van dit project zeer hoog, met de nadruk op circulariteit en modulariteit. Een evaluatie over de hele levenscyclus is nodig. Je mag volgens mij niet alleen naar de begininvestering kijken." "Bovendien moet je ook het sociale aspect bekijken. 10 procent van deze woning is gerealiseerd door ondernemingen in de sociale economie. Een maatwerkbedrijf heeft spacers gemaakt die nodig waren voor de bevestiging van wandelementen. Labeur, een Gentse onderneming die maatschappelijk verantwoord bouwt en renoveert, heeft de volledige binnenafwerking gedaan."
Doorbraak?
Lode Lefevre: "Ik geloof in dit living lab. Vanhout was zo geïntrigeerd door deze opdracht dat het een alliantie aanging met BuildUp en daarnaast Circle oprichtte, een nieuwe spin-off om dit concept verder te ontwikkelen en commercialiseren. Het project is nog niet voorbij, maar ik zie dit concept een doorbraak maken."
Over vijf tot zeven jaar wordt het living lab gedemonteerd en elders weer opgebouwd als sociale woning. Een gedeeltelijke montage en demontage van het gebouw, vóór de uitvoering op de campus, heeft al aangetoond dat de constructie dit aankan. •









