
5 minute read
Peter Impe
from Bouwbedrijf mei 2022
by Embuild
PETER IMPE (PUUR-BOUWEN)
Peter Impe, sinds begin 2021 managing director van ons lid PUUR-Bouwen (Oosterzele), pleit voor een langetermijnvisie op circulair bouwen met natuurlijke materialen. Door hun lagere milieu-impact zullen ze de aarde uiteindelijk minder kosten dan klassieke materialen. Voorlopig blijven ze nog een niche, maar ze zijn bezig aan een noodzakelijke doorbraak.
PUUR-Bouwen is een aannemingsbedrijf dat al enkele jaren ervaring heeft natuurlijke bouwmaterialen. De onderneming heeft 15 mensen in dienst, en kende in de voorbije jaren een opvallend groei.
Peter Impe: "Vanuit een interesse voor gezondheid en circulariteit is de samenleving op zoek naar circulaire bouwoplossingen, met natuurlijke materialen. Het is voorlopig nog een relatief kleine markt, maar met een zeer sterke groei dankzij de bewuste (ver)bouwer."
Maatschappelijk bewust
Peter Impe heeft al een lange carrière in de bouw. In 2012 werd hij CEO bij ons lid Bostoen die marktleider werd van passiebouw. Het zaadje rond duurzaamheid werd geplant.
Peter Impe: "Bij Bostoen was ik betrokken bij de transitie naar passiefbouwen. Als ondernemer wil ik mijn steentje bijdragen aan de klimaatuitdaging. Ik wil dat ik aan mijn kleinkinderen kan vertellen wat ik gedaan heb voor het milieu, de samenleving en de bouw, op mijn eigen niveau, met mijn eigen manier van ondernemen. We zijn een sector met een zeer grote verantwoordelijkheid, gezien onze hoge CO2-uitstoot en de hoeveelheid afval die we produceren." "We doen zowel nieuwbouw als verbouwingen, met als startpunt prefab modulaire houtskeletbouw. We werken alleen met natuurlijke materialen zoals kalkhennep, katoen-, houtwol- en cellulose-isolatie, glasschuimgranulaten, kurk, leempleister enzovoort. In combinatie met onze modulaire bouwelementen kunnen we zeer snel en maatvast een ruwbouw realiseren. Dergelijke materialen zijn commercieel meer en meer aanvaard door geëngageerde burgers."
De klant
Peter Impe: "Ik zie de groei van de onderneming maar de algemene populariteit van natuurlijke materialen inschatten, is moeilijk. Ik besef dat ik een beetje in een bubbel zit. Ik ben actief bij Bond Beter Leefmilieu en krijg als ondernemer het soort klanten dat ik niet hoef te overtuigen. Over het algemeen zijn ze ook eerder kapitaalkrachtig. Mijn beeld is dus wellicht vertekend, maar ik stel toch vast dat onze klanten geen groene die-hard believers meer zijn. Er is een verschuiving naar het bredere publiek, mensen die gewoon openstaan voor natuurlijke bouwmaterialen, zonder een zware milieuachtergrond te hebben."
Informatie
Vanzelfsprekend kan iedere fabrikant beweren dat zijn producten natuurlijk zijn en een lage milieu-impact hebben. Hoe weet je of dat waar is? Gelukkig bestaan er een aantal
Op sommige punten is natuurlijk bouwen niet duurder maar goedkoper. Door de modulaire opbouw staat de water- en winddichte ruwbouw er in twee tot vijf dagen.
Bouwen met natuurlijke materialen is losgekomen uit het geitenwollen-sokken-sfeertje.

informatiebronnen.
Peter Impe: "Voor architecten en aannemers is de Totemtool een goede informatiebron (nvdr: zie ook het artikel op blz. 29 in dit Bouwbedrijf). Het is een database in ontwikkeling bij Vlaanderen circulair die aan de hand van levenscyclusanalyses de milieu-impact van bouwmaterialen beschrijft. Er is voldoende informatie over natuurlijke materialen, maar je moet ernaar zoeken, en er bestaat nog veel onwetendheid bij mensen niet in 'het wereldje' zitten." "Maar ik ben ervan overtuigd dat we in Vlaanderen binnen afzienbare tijd verplicht zullen worden de milieu-impact van bouwprojecten in kaart te brengen, net zoals dat nu al moet voor de energieprestaties. Twintig jaar geleden woog de component 'energie' veruit het zwaarste door en telde de component 'materialen' weinig mee. Nu is dat omgekeerd. We bouwen nu zo energiezuinig dat het energieverbruik slechts goed is voor ongeveer 20 procent van de milieu-impact. Bij de productie en gebruik van grotere hoeveelheden klassieke bouwmaterialen worden gigantische hoeveelheden broeikasgassen uitgestoten."
Kostprijs
Voorlopig valt er niet aan te ontsnappen: circulair bouwen met natuurlijke materialen is duurder. Het verschil ligt volgens Peter Impe ergens tussen 5 en 15 procent.
Peter Impe: "Maar dat is een zeer ruwe schatting. De totale kostprijs wordt ook bepaald door de afwerking, het buitenschrijnwerk, de installaties, het funderingstype enzovoort. De meerprijs kan daarnaast gereduceerd worden door compacter te bouwen. En de oorlog in Oekraïne heeft duidelijk gemaakt hoe afhankelijk klassieke bouwproducten zijn van de petrochemie, van aardolie, van grondstoffen die van elders komen en van transport over de lange afstand. Biobased materialen daarentegen komen vaker uit Europa. Ze vragen minder energie bij de productie en zijn minder afhankelijk van de grillen van de wereldeconomie. De prijskloof tussen ecologische en industriële materialen wordt kleiner." "Op sommige punten is natuurlijk bouwen trouwens net goedkoper. Omdat we de modules in het atelier maken, staat de water- en winddichte ruwbouw er in twee tot vijf dagen. Er is veel minder transport en arbeid op de bouwplaats nodig, minder projectmanagement, er zijn minder bouwfouten door de controle in het atelier enzovoort. En ten slotte nog dit belangrijke punt: we zijn onze aarde aan het leegzuigen aan grondstoffen. Je moet naar totale kostprijs op de lange termijn kijken. Op basis van de volledige levenscyclusanalyse zullen biobased materialen uiteindelijke goedkoper zijn." "Er bestaat zeker nood aan de ontwikkeling van bouwmethoden en producten die betaalbaar blijven. Maar de EU en dus ook Vlaanderen zullen strengere normen gaan opleggen voor de milieu-impact. Dat zal de markt stimuleren."
Nadelen?
Peter Impe: "Hebben natuurlijke materialen ook nadelen? Mijn opinie is dat elk materiaal zijn specifieke kwaliteiten heeft. Je moet ongeveer dubbel zo dik isoleren met natuurlijke materialen als met PUR. Maar bij houtskeletbouw kun je de isolatie in de dragende structuren verwerken, bij baksteen niet. Daardoor is het uiteindelijke verschil in dikte klein, een paar centimeter. Dat weegt niet op tegen de kleinere milieuimpact." "Door de verschuiving van de bouwplaats naar het atelier heeft modulair biobased bouwen bovendien sociale voordelen. Een vijftigplusser die fysiek niet meer 100 procent is en die een vier-vijfde landingsbaan heeft, kan perfect aan de slag in het atelier. Hij hoeft zelfs geen jarenlange bouwervaring te hebben. Bij een klassieke bouwmethode in situ is dat allemaal veel moeilijker." "Een probleem wordt wel gevormd door het gebrek aan normering en regelgeving. Het ontbreekt kleinere producenten/aannemers vaak aan de financiële middelen om de nodige attesten voor akoestiek, brandveiligheid en dergelijke te verkrijgen. Ik vind dat de overheid hier meer financieel zou moeten ondersteunen."
Bouwteam
Peter Impe: "Belangrijk is ook de ontwerpfase. De Vlaamse architectenvereniging NAV doet haar best maar we krijgen regelmatig klanten die gewerkt hebben met een architect die weinig of geen ervaring heeft met natuurlijke materialen of circulaire bouwoplossingen. Gevolg: alle meetstaten, studies moeten aangepast worden … Ook bij EPB-verslaggevers en ingenieurs ontbreekt nog ervaring. Wij geloven in het concept om met bouwteams te werken, op die manier is iedere partner van in het begin verantwoordelijk. Wat betreft kennis en bijscholing is er dus nog werk aan de winkel." "Maar de trend is gezet. Materialen met een zeer lage milieu impact en circulair (ver)bouwen zal een onderdeel van onze manier van bouwen en leven worden. Dank aan de Confederatie om dergelijke onderwerpen ook in de kijker te zetten. Op die manier kunnen we elkaar stimuleren voor een klimaat neutrale bouwsector." •
INFO: https://puur-bouwen.be









