Algemeen worden atomen schematisch voorgesteld door een kern te tekenen met daarin vermeld het aantal protonen en neutronen, met daarrond de elektronen verdeeld op de elektronenschillen (getekend als concentrische cirkels). De elektronen mogen gepaard of apart getekend worden. Voor đ?‘ đ?‘Ž geldt: het aantal protonen = 11, het aantal elektronen = 11 (2 elektronen op de eerste schil, 8 elektronen op tweede schil en 1 elektron op de derde schil) en het aantal neutronen = 12
Fig 6. Voorstelling van het atoom Na Voor đ??śđ?‘™ geldt: het aantal protonen = 17, het aantal elektronen = 17 (2 elektronen op de eerste schil, 8 elektronen op tweede schil en 7 elektron op de derde schil) en het aantal neutronen = 18
Fig 7. Voorstelling van het atoom Cl Opmerking: zoals hoger reeds aangegeven komt bij de hoofdgroepen het aantal elektronen in de buitenste schil overeen met het nummer van deze groep. Voor đ??ťđ?‘” geldt: het aantal protonen = 80, het aantal neutronen = 120, het aantal elektronen = 80 (2 elektronen op de eerste schil, 8 op de tweede schil, 18 op de derde schil, 32 op de vierde schil, 18 op de vijfde schil en 2 op de zesde schil)
AGROCHEMIE
16