SHOW.25 : MARTEN HENDRIKS - VAN VER AF DICHT BIJ

Page 1

9.december 2023 – 10.maart.2024

De.GROEN
fine.art.collection SHOW.25 VAN VER AF DICHT BIJ marten hendriks

MARTEN HENDRIKS

9 december 2023 – 10 maart 2024

In gesprek met Marten Hendriks (14 november 2023)

Het is warm in de woonkamer van Marten Hendriks en Elli Slegten. Altijd een gastvrij welkom met koffie en koekjes. Ik schuif aan de tafel samen met Marten. Elli zit in een luie stoel en leest een boek. Ik ben hier om Marten vragen te stellen over de tentoonstelling die hij hier bij collectie DE.GROEN gemaakt heeft. In een gesprek van ongeveer een uur komen tal van zaken aan de orde. Wat bedoelt Hendriks met de titel van de tentoonstelling? Maar ook over zijn docentschap, zijn manier van kijken, het werkproces en waar draait zijn werk eigenlijk om? En nog veel meer. Makkelijke vragen die makkelijk te beantwoorden zijn maar ook moeilijke vragen. Vragen die mogelijk een antwoord en inzicht geven in de gedachten en ideeën van Hendriks. Misschien is het beter om te zeggen ‘een soort van antwoord’ want Hendriks is niet de kunstenaar die met overtuigende zekerheid een eenduidig antwoord zal geven op je vraag. Tijdens het gesprek blijkt dat Marten Hendriks die overtuigende zekerheid ook nooit zal hanteren binnen zijn eigen kunstenaarschap. Hij zal zichzelf altijd blijven bevragen in alles wat hij doet en maakt. Wanneer hij ergens een conclusie over trekt, dan zal hij niet snel zeggen ‘het is zo’ maar eerder ‘het zou zo kunnen zijn’. Dat is ook de sfeer van het gesprek dat ik met hem had. Hendriks geeft geen absolute antwoorden maar uit alles wat hij zegt spreekt de eigengereidheid van een originele denker en doener.

Het gesprek hieronder is een weergave van waarover wij gesproken hebben. Hier en daar zijn de woorden uit de spreektaal een beetje aangepast of in de juiste volgorde gezet om de zinnen helder te houden. Peter Jordaan; Kun je iets zeggen over de betekenis van de titel?

Marten Hendriks; Ik refereer, in wat ik doe, vaak aan werk dat ik al eerder gemaakt heb. Soms kan ik daar heel dichtbij komen terwijl ik toch op grote afstand daarvan blijf.

Het is dus ver af dicht bij in de tijd maar ook in vorm zoals dat schilderij met het spiegeltje dat wij in Groningen hebben opgehaald. Zie je dat teruggrijpen ook als hergebruik van werk?

Nee het is eerder het hergebruik van het kijken. Het resultaat van een werk, ik zie eigenlijk altijd om mij heen de dingen die ik gemaakt heb of waar ik mee bezig ben, het is nooit een transport van daar naar hier. Eerder van wat ik maak naar wat ik zie en dat haal ik dan weer los van elkaar.

3
4

Is het een soort panoramavisie die je hebt dat je van links naar rechts alles overziet?

Nee, meer dat ik denk van, tjee dat moet ik fotograferen want dat heeft alles te maken met mijn tekening of wat ik op dat moment aan het maken ben.

Is er ergens een iconisch beeld waarmee dat begonnen is?

Nee dat niet. Het is eigenlijk altijd al een beetje aan de orde geweest. Toen ik als student op de academie zat kwamen die mannen van Bronbeek (tehuis voor veteranen) model zitten en dan moest je dat tekenen. Als ik eenmaal aan het tekenen was dan begon die tekening niet steeds meer op die man te lijken maar die man ging steeds meer op de tekening lijken. Dat is iets wat ik altijd heb gehad. Dus die man ging volkomen gelijkend op mijn tekening weg, Dat is natuurlijk een projectie van een werkelijkheid. Maar goed dat is wel een voedingsbron voor wat ik doe.

Eigen jij je dan zo’n beeld toe?

Dat weet ik niet want misschien komt dat toch wel bij heel veel mensen voor. Maar bij mij is het wel sterk aanwezig.

Wanneer jij iets maakt is het startpunt dan altijd de behoefte dat je iets wilt maken?

Nee, ik begin gewoon ergens aan.

Je maakt het niet voor iets of iemand?

een kader. Zo van dit is familie van dat. Je ontdekt dat toevallig. Dat werkje dat daar onder dat schilderij hangt (Marten wijst naar een schilderij dat in de woonkamer hangt) dat is van nu en dat schilderij dat erboven hangt, meer dan dertig jaar geleden gemaakt, had ik tien jaar niet gezien. En dan zie je dat die twee werken allebei in hetzelfde kleurgamma zitten, dat verrast me. We waren op vakantie in Normandië en daar zag ik een soort VVV folder en daar stond die toren op (van het schilderij dat aan de wand hangt) en toen dacht ik direct aan mijn eigen tekeningen. En ik dacht daar moeten we naartoe. Dat hebben we ook gedaan. Ik heb het geschilderd maar ik wilde ook graag weten hoe die toren in elkaar zat. Dat herinnert me aan toen ik een half jaar in Engeland zat. Ik leerde daar elke dag nieuwe woorden bij, maar ‘s avonds ging ik wel opzoeken hoe die woorden geschreven werden. Want als ik ze alleen maar uitsprak dan voelde ik mezelf net een papagaai. Ik wilde weten hoe het geschreven werd. Hetzelfde had ik met die toren, ik had die toren wel geschilderd maar ik wist niet hoe die in elkaar zat. Een half jaar later was ik in Parijs en langs de Seine in een boekenstalletje zag ik een boekje waarin de constructieve tekeningen van die toren stonden. Pas toen heb ik dat schilderij voltooid. Dat laat een beetje zien hoe de dingen gaan.

Heb je als kunstenaar wanneer je iets maakt of ergens mee bezig bent, dat je er als het ware niet bij kunt komen? Bij wat je eigenlijk wilt doen?

Het moet me kunnen verrassen wat ik maak. Er is geen kader maar er ontstaat wel

Nou ja, de laatste jaren herzie ik dat allemaal en over allerlei dingen waar ik niet bij kon

5

komen -dat idee- als ik dat dan tien jaar later zie dan vind ik het eigenlijk gewoon heel goed. En het pogen daarin vind ik misschien nog interessanter dan dat ik er wel bij kon komen. Hoe moet ik dat nu uitleggen?

Ik denk dat voor jou die processen altijd aanwezig zijn in je werk. Maar als nou mensen naar jouw werk kijken wil je dan ook graag dat ze die processen zien of heb je liever dat ze ieder werk op zich bekijken?

Ja dat kan maar ik wil zo’n proces inzichtelijk maken. Jullie hebben in de collectie die vliegtuig-zeefdruk. En nu, als je naar dit werkje kijkt dat ik veel later gemaakt heb, dat zijn computer tekeningen die ik in de computer omkleed heb met afbeeldingen van lege melkdozen van de Aldi. Die zeefdruk van dat vliegtuig is al lang geleden en dit werk is van drie jaar geleden

en je ziet de overeenkomstigheid.

Je hebt het wel allemaal in je hoofd zitten.

Ja, het komt weer boven eigenlijk.

Een hele voor de hand liggende vraag, hoe ben je tot die luciferdoosjes gekomen?

Dat is volstrekt toevallig. Ik had in de tentoonstelling bij Museum Boijmans van Beuningen panelen met rasters waarin kleine computerprintjes op dibond zaten. Maar ik had het daarvoor geprobeerd met kleine computerprintjes op papier die ik in lege luciferdoosjes plakte en die ik vervolgens weer in een bepaalde setting op een paneel bevestigde. Een paar jaar later vond ik van die doosjes al de omslagen (schuifdekseltjes) weer terug. Toen dacht ik, daar kun je ook op schilderen. Dat ben ik

6

gaan doen. Op een bepaald moment waren ze op en nu koopt Elli bijna iedere week een aantal pakjes met luciferdoosjes voor mij in de supermarkt.

Zo’n doosje heeft voor jou verder geen betekenis als luciferdoosje. Als jij het gaat gebruiken, heeft het dan niets meer met dat luciferdoosje te maken? Want zo’n doosje is bijna een wegwerpartikel?

Ja ja, maar dat doosje geeft ook een zekere vrijheid. Op een luciferdoosje of op een linnen doek schilderen, dat is een groot verschil. Ik ben nu ook met grotere dozen bezig. Lege puzzeldoosjes en dergelijke.

Je hebt zo’n doosje, daar ga je iets op schilderen of iets op maken. Dat is dus een totaal andere start dan wanneer je een doekje gaat opspannen om te gaan schilderen?

Om nu op linnen te gaan werken. Dat zou nu -op dit moment- voor mij moeilijk zijn omdat ik nu vooral opeenvolging van beelden nastreef. Op groot formaat linnen doeken kost dat te veel tijd en moeite.

Dat doosje geeft jou de vrijheid.

Jazeker, Ik werk erop bijvoorbeeld o.m. met uit dun papier gesneden sjablonen. Ik gebruik zo’n sjabloon tientallen keren, veelal met van elkaar verschillende kleurstellingen en ben dan heel verrast dat het iedere keer weer iets anders is. Er ontstaan enorme verschillen in die schilderingen. Dan laat ik het weer een tijdje rusten en op het moment dat ik dingen weer bij elkaar ga brengen in schikkingen dan kies ik vaak voor de dingen die ik niet voorzien had, die gedragen zich vaak beter dan ik gedacht had.

Is dat de vrijheid die jij je toestaat, het is niet echt doelgericht. Het kan bij jou nog alle kanten opgaan?

Het kan inderdaad vrij lang alle kanten opgaan, maar dan zit daar ook steeds die tijd tussen en die tijd is belangrijk. Gaat het niet, dan hou ik ermee op. Je kunt het vergelijken met schrijven. Redigeren is iets heel belangrijks in het schrijven. In mijn geval maak ik vaak andere keuzes bij het redigeren dan bij het schrijven. Zo is het ook met het kijken. Wanneer ik die na een tijdje bekijk, kom ik bijvoorbeeld heel veel schilderkundige dingen tegen die mij bevallen of die ik wel wil gebruiken.

Ben jij eigenlijk heel zeker van jezelf als kunstenaar, je moet op een gegeven toch beslissen of iets goed is?

Nou, ik heb leren omgaan met mijn eigen onhandigheid, daar kan ik het meedoen zeg maar.

Wat vind je dan je eigen onhandigheid?

Ik ben bijvoorbeeld met de computer

7

gaan werken toen die net bestond omdat ik dacht dat is nou net een ding voor mij. Maar het is niks voor mij en daardoor kan ik ook interessante dingen maken op die computer. Ik beheers maar veertig procent van wat zo’n programma kan.

Maar jij hebt het wel kunnen toepassen in je werk. Die onhandigheid is eigenlijk een kwaliteit?

Daar heb ik een kwaliteit van gemaakt. Voor hetzelfde geld is dat een grote frustratie natuurlijk.

Heeft dat ook wel eens een negatieve rol gespeeld?

Enigszins wel ja, dat je denkt van poeh ik kan dit niet. Geleidelijk aan werd ik steeds meer aangetrokken tot wat ik niet kon. Daar moet ik dan een deal mee maken en dan gebeurt er wat, iets dat ik interessant vind.

Je hebt als docent natuurlijk ook heel veel gekeken naar wat je leerlingen maakten, steek je daar iets van op?

Zeker!

En zij zullen ook iets van jou opgestoken hebben?

Een aantal wel. Ik heb misschien wel een procesmatige aanpak gepropageerd en misschien een reflectie op wat je doet en maakt.

Misschien, ik weet het niet.

Bovendien heb je niet het voornemen dat je dit gaat doen.

Ik denk even aan de zin die ik bedacht had, over het onnavolgbare denken van Marten Hendriks. Voor mij zit in die onnavolgbaarheid de kwaliteit. Ben jij je ervan bewust dat je een autoriteit bent?

Nee, dat niet echt. Nou misschien dat oudstudenten dat zouden kunnen denken, het idee van autoriteit.

Dat omgaan met studenten is dat dan jouw kwaliteit als docent, of is dat de kwaliteit van een kunstenaar?

Het is niet het belerende van een docent. Nee wat dat betreft kon ik ook niet met alle studenten opschieten vooral niet met die studenten die van mij verwachtten dat ik ze het ABC van het schilderen of tekenen zou kunnen leren, ik kon hen hooguit beter in verhouding met zichzelf brengen bij het zoeken naar hun eigen mogelijkheden.

Vond je het eigenlijk leuk om les te geven?

Ja, heel erg leuk.

Je kreeg er ook wel wat voor terug?

8

Ik denk dat je er ook heel veel van leert omdat je dingen weerspiegelt ziet, je herkent dezelfde problematiek bij studenten die jezelf ook hebt.

En reikten zij jou ook wel eens oplossingen aan?

Ik herinner me dat niet echt meer, In het waarnemen van hun proces kreeg ik wel inzicht in dat wat mij bezighield.

In jouw werk zijn de processen erg belangrijk maar ook de tijd, het verstrijken van de tijd en het letterlijk verkleinen en vergroten.

Het redigeren van iets dat je hebt gemaakt. Ook een titel voor een werk, bijvoorbeeld dit werk hier noem ik dan ‘beschilderde doosjes gecompartimenteerd, geëncadreerd op een Scandinavisch

paneel’, dat vind ik een prachtige tekst, Het zijn verhaaltjes op zich. In de denkwereld is gecompartimenteerd een begrip.

Tijdens dat proces van het ontstaan van zo’n paneel.... zie je die latjes? Die zijn half beschilderd omdat compositorische van de doosjes door te zetten. Ik was heel blij dat op de achterkant van dit latje die lettertjes stonden want iedere afleiding van het werkelijke beeld is welkom.

Wat bedoel je daar precies mee?

Ik vind dat je veel beter kijkt wanneer je ergens door gehinderd of afgeleid wordt. Kijken komt dan in de buurt van lezen. Bij het maken van een tentoonstelling vind ik dat ook een belangrijk principe. Je moet ervoor zorgen dat wanneer je naar iets kijkt er (tegelijkertijd) iets anders is waar je aandacht naartoe gaat.

9
10
Marten Hendriks op het tuinpad naar het atelier.

Dus je wilt eigenlijk niet dat mensen zich moeten focussen op één bepaald werk maar dat er iets anders is dat hen afleidt?

Ja, ik vind het goed dat je vanuit je ooghoeken iets kunt zien dat je afleidt. Volgens mij is het zo dat die afleiding je manier van kijken verscherpt.

Geeft die manier van afleiden een andere concentratie of misschien irritatie?

Het lijkt mij een soort irritatie die de concentratie bevordert.

Zoals ik naar jou kijk dan denk ik dat is iemand die mij veel kan vertellen maar ik zal nooit precies begrijpen wat hij bedoelt. Ik zal er misschien een beetje omheen kunnen voelen. Is dat iets dat zich ook bij jouzelf voordoet met je werk?

Nou, het is wel leuk om te merken dat dat bij iemand anders ook zo werkt,

Soms is het zo dat je een boek leest dat je helemaal niet begrijpt maar dat je het achteraf toch een fantastisch boek vindt, is het eigenlijk zoiets?

Ik ben een beetje wars van een intellectuele houding in de kunst maar die bespeur ik bij jou helemaal niet, klopt dat?

Nee, dat is ook niet zo.

Maar misschien zien mensen het wel zo? Als mensen nu naar jouw tentoonstelling komen kijken, heb je dan een verwachting van hoe mensen naar jouw werk kijken, heb je een boodschap?

Dan moet je eerst het begrip boodschap definiëren.

Dit is het juiste moment om het gesprek af te sluiten want Ik merk dat mijn vragen langer worden en de antwoorden korter. Het antwoord op de laatste vraag “Dan moet je eerst het begrip boodschap definiëren” is in mijn ogen typerend voor wie Marten Hendriks is. Een antwoord dat direct weer een vraag oproept. Zo werkt dat bij Marten Hendriks. Niets is af, niets is voltooid, niets is teneinde. Er is altijd weer een volgende stap die gezet moet worden.

Met VAN VER AF DICHT BIJ heeft Hendriks zo’n volgende stap gezet. Opnieuw heeft hij zijn werk gezien en herzien en bij elkaar geschikt tot wat hier nu is. Nieuwe werken gemaakt en oude hervonden. Door de tijd heen zijn werken geïsoleerd geraakt maar vanuit herinnering en terugkijken door Hendriks weer geijkt en beoordeelt. Je staat voor een werk van Hendriks en tegelijkertijd prikt er een ander werk in je ooghoek. Zo werkt deze tentoonstelling. Ik vertel niets over de werken afzonderlijk. Natuurlijk kun je rustig naar ieder werk afzonderlijk kijken en bedenken waar gaat dit werk over, wat zie ik eigenlijk? Wanneer je dat doet vergeet dan niet dat vanuit je ooghoek andere werken meekijken. En al die werken bij elkaar zijn van ver af en van dicht bij. Het is zoals Marten Hendriks het ziet en misschien zien wij het ook. Hendriks die het ongrijpbare in zijn werk ongrijpbaar laat en toch ook weer niet.

11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21

COLOFON

Deze publicatie verschijnt bij de

tentoonstelling VAN VER AF DICHT BIJ, georganiseerd door Collectie DE.GROEN van 9 december 2023 tot en met 10 maart 2024.

Tekst : Peter Jordaan

Fotografie : Koen Kievits

Basis layout en typografie : Sinds 1416

Vormgeving : Oscar Lourens

Druk : Drukwerkdeal, Deventer

Bruiklenen : A. Stokroos, Groningen (Spiegelkrans, 1990, pagina 3)

diverse particuliere collecties

Collectie DE.GROEN bedankt het Mondriaan Fonds voor hun financiële ondersteuning.

Arnhem, december 2023

Collectie DE.GROEN Weverstraat 40 6811 EM Arnhem www.collectiedegroen.nl

22

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.