De.GROEN
fine.art.collection
SHOW.13
THE MODEL handleiding
modellententoonstelling ( 180920122020 )
18.september – 20.DECEMBER.2020
DEELNEMENDE KUNSTENAARS
Alphons ter Avest
Arash Fakhim
Bart van Dommelen
Bram Kuypers
Catalogtree: Gross/Maltha i.s.m.
Kevin van Braak
Chantal van Lieshout
Danny Foolen
Edwin Zwakman
Eline Kuipers
Frank Halmans
Jip de Beer
Johannes Langkamp
Liesbeth Doornbosch
Marcel Smink
Maurice van Tellingen
Mirjam Kuitenbrouwer
Oscar Lourens
René Roeten
Rob Voerman
Roos van Haaften
Ruben Planting
Sjoerd Knibbeler
Theo Konijnenburg
Thijs Jaeger en Rik Laging
Thijs Linssen
Willem de Haan
THE MODEL
handleiding modellententoonstelling (180920122020)
Wie de definitie van het woord “model” opzoekt, stuit op een lange lijst met verklaringen in alle soorten, maten en betekenissen.
Wat vaak terugkomt is de zin: “een model is een schematische of vereenvoudigde voorstelling van de werkelijkheid.” Welke werkelijkheid wordt er niet bij gezegd. Want ook de werkelijkheid kent vele gezichten. Is een model een schematische voorstelling van de werkelijkheid? Staat het klassieke model, het naakt, model voor een vereenvoudigde voorstelling van de werkelijkheid? Dat zou het leven een stuk overzichtelijker maken. Niets is minder waar want geen model is hetzelfde en de werkelijkheid van modellen is een stuk ingewikkelder.
En inderdaad, in de wereld van kunstenaars en modellen kom je in een labyrint terecht waar het model telkens iets anders is. De gedachte om een tentoonstelling te kunnen maken waarin de samenhang tussen de modellen en de kunstenaars duidelijk te zien is, is dan ook een illusie. Vergeet die samenhang. De enige zekerheid in deze tentoonstelling is, dat waar je naar kijkt een model is, of in ieder geval is afgeleid van een model. Een model van hout, een geschreven model, een denkmodel, een computermodel, een wiskundig model, een droommodel, een licht/schaduwmodel, een bewegend model, een geluidsmodel, een 3-d geprint model, een papieren model, of een model van plastic, alles is mogelijk. Natuurlijk kunnen we op al die modellen diepgravende analyses en filosofische
bespiegelingen loslaten. Over het hoe en waarom, de functie en de betekenis van een model en ga zo maar door. Dat gaan we niet doen. Het graven, analyseren en filosoferen laten we graag over aan de bezoeker van de tentoonstelling. Er is genoeg stof en model tot nadenken en er is meer dan genoeg te zien. Als tentoonstellingsmakers verontschuldigen wij ons maar al te graag voor het bonte karakter van deze bijeengebrachte modellen. Of je nu kijkt naar de Kitchenettes van Frank Halmans of het New Manhattan van Jip de Beer, het Flitserhuis II van Mirjam Kuitenbrouwer of de woorden van Ruben Planting, de Fly-Over II van Edwin Zwakman of de bijna onzichtbare werkjes van Eline Kuipers: het zijn allemaal werken van visuele denkers en makers. Dit zijn kunstenaars die doelgericht, intuïtief, perfect of juist imperfect een beeld, droom of ideaal omzetten in een eigen werkelijkheid. En ieder heeft daarvoor zijn eigen beweegreden. In die zin is een model inderdaad een verbeelding van de werkelijkheid. In deze tentoonstelling gaan die verschillende werkelijkheden alle kanten op en wordt de definitie van een model tot astronomische lengte opgerekt. Dat hoort nu eenmaal bij de vrijheid die de kunstenaar zichzelf toe-eigent. Dus kijker, laat u niet in verwarring brengen en geef uw ogen goed de kost!

Alphons ter Avest
Ter Avest is een veelzijdig kunstenaar. Als een spons zuigt hij de werkelijkheid van zijn omgeving in zich op. Om vervolgens uit dit hersenarchief te putten voor zijn werk. Hij maakt niet alleen autonoom werk maar maakt ook kunst in de openbare ruimte. Zijn atelier staat vol met ideeën, bouwsels en modellen. Het visuele beeld alleen is niet voldoende, er moet wel een inhoud achter zitten. Zo maakte hij voor de vorige Sonsbeek tentoonstelling het houten huisje met de bakoven. Langzaam werd dit houten huisje, dat helemaal opgebouwd was uit religieuze symbolen, opgestookt in de oven waarin bakkers van allerlei religies wekelijks hun brood bakten. De symboliek werd letterlijk opgestookt en religies kwamen dichter bij elkaar op de wekelijkse bakdagen. Hier laat Ter Avest een schaalmodel zien van een nog uit te voeren beeld.
Dit is typisch een model dat de werkelijkheid probeert te verbeelden. Iedereen kan zien hoe het werk er in grote lijnen gaat uitzien. Het is een plezier voor het oog om te zien hoe gedetailleerd de kunstenaar dit model gebouwd heeft. De kern van het uiteindelijke werk zijn twee grote bomen waaromheen dit werk zich slingert.
Arash Fakhim
Voor Fakhim lijken er geen grenzen aan zijn inspiratiebronnen. Waarschijnlijk kijkt hij voortdurend met verbazing om zich heen. Ziet logica in onlogische zaken, ziet schoonheid in lelijkheid. Maar altijd blijft hij dicht bij zichzelf zodra het gaat om het maken. Of dit nu video’s zijn, ruimtelijk werk of installaties. De alledaagse werkelijkheid is voortdurend terug te zien in zijn werk. Beschilderd als keukendoekje ligt hij op het aanrecht. Zo stil mogelijk, het gas van het fornuis brandt. Daardoor weet je dat je naar een video kijkt. Plastic tasjes, bubbeltjesplastic, papier. Dit alles aaneengesmeed met epoxyhars tot een bontkleurig geregisseerde chaos. Deze bedrieglijke chaos is ook te zien in het kaartenhuis van Fakhim. Het staat, of zakt het in elkaar? Plastic, papier, epoxyhars en cheetos. Het zit er allemaal in. Waarschijnlijk een vergankelijk werk met die chips erop. Dat telt niet voor Fakhim. Het is gemaakt en wordt gezien. Daarmee heeft het kaartenhuis zijn dienst bewezen.

All maps lie flat therefor all flat maps lie. A house made for dreams, not for sleep, breakfast 7 a week, 2018
Teer, pofak-namaki, pencill, krijt, spuitverf, acrylhars op papier, 7 delen, elk 29,7 x 21 cm

Bart van Dommelen
Van Dommelen noemt zichzelf kunstenaar, ontwerper, uitvinder. In zijn werk combineert hij wetenschap, natuur en techniek. Hij zoekt naar nieuwe mogelijkheden om technische processen te combineren met natuurlijke of zelfs biologische processen. Als kunstenaar/ ontwerper kijkt hij over de grenzen van denken en vakmanschap heen.
Het oprekken van die grenzen is vaker aanwezig in de werken die hij maakt. Zo ook in deze tentoonstelling met een prachtig miniatuurtje. Hij noemt het de Planet Colonizer.
Hij schrijft daar zelf het volgende over: “Stukjes van de maan worden verkocht, maar hoe kun je nu een stukje grond op de maan claimen? Volgens aloude regels kun je een stuk grond alleen maar claimen door er iets op te laten groeien. Daarom laat ik u nu de Planet Colonizer zien, een raket die glas fractals kan laten groeien. Daarmee verkrijg ik het recht om een stukje van de maan in bezit te krijgen.” Het idee van een raket die iets laat groeien lijkt volstrekt absurd. Voor Van Dommelen zijn het vaak deze onorthodoxe ideeën die tot iets nieuws kunnen leiden.

Windmolen met verwelkte bladen (concept), 2020, 3-d geprint model in fotomontage
Bram Kuypers
Collectie de Groen heeft een bijzonder werk van Bram Kuypers. Een schaalmodel/ installatie van een stukje Franse krijtkust. Op ingenieuze wijze weet Kuypers een mistbank voor deze kust te toveren.
Oppervlakkig gezien is het werk van Kuypers gemakkelijk op te pikken voor de ogen. Vaak herkenbaar en refererend aan de werkelijkheid. Echter, ieder werk dat hij maakt heeft een gelaagdheid en vaak een dubbele bodem. Wie door de dubbele bodem heen breekt, komt in het theoretisch en filosofisch domein terecht van Bram Kuypers. Een sterk voorbeeld hiervan is de door zichzelf ingegraven graafmachine (Atlas) die nu al een paar jaar een stukje niemandsland domineert naast de S100 in Lent. Dagelijks zullen automobilisten zich afvragen wat die half ingegraven graafmachine daar toch doet. Zo vervult de graafmachine stilzwijgend zijn
werk. Op deze tentoonstelling laat Kuypers twee schaalmodellen zien. Het eerste is een model van een zeecontainer gemaakt van hout. Een werk dat in een volgende fase op ware grootte in hout uitgevoerd moet worden. Het is een ode of misschien wel een eerbetoon aan alle zeecontainers die over de hele wereld zwoegend hun plicht vervullen. Het andere werk is een windmolen op zee, je kunt zien dat er geen wind staat. In feite wil Kuypers zich niet beperken tot de wereld van de kunst. Hij zoekt met zijn werk toegang tot de grote wereld van infrastructuren.
De zeecontainer, de windmolen en ook zijn laatste project met de magnetische zweefbaan in Duitsland getuigen daarvan.
Catalogtree: Gross/Maltha i.sm. Kevin van Braak
Catalogtree zijn Daniel Gross en Joris
Maltha, twee ontwerpers die graag buiten de gebaande paden opereren. Zij hebben er plezier in om naast het reguliere werk onderwerpen aan te snijden die niet direct in relatie staan met opdrachten. Zo zijn zij al jaren bezig met het onderzoeken en toepassen van mathematische structuren van tegelpatronen. Zij proberen die theorieën om te zetten in beeldtaal. Een ander project richt zich op de wiskundige reeksen van knopen en het visualiseren daarvan. Om het project verder te brengen, werken zij samen met Kevin van Braak die bezig is met het hergebruiken van plastic. Van Braak is onderzoeker/kunstenaar en hij bouwt zijn eigen machines om plastic te recyclen tot nieuwe producten. Zo worden onder meer doppen van petflessen door van Braak tot platen geperst. In een machinaal proces worden hier de door Maltha en Gross ontwikkelde tegelpatronen uitgefreesd. Uiteindelijk moet het gerecyclede plastic met deze patronen leiden tot een functioneel toepasbaar werk, bijvoorbeeld een kamerscherm of zonwering. Op deze tentoonstelling laten zij het eerste resultaat zien dat gebaseerd is op de mathematische structuren van tegelpatronen.
Schuifpanelen van gerecycled plastic, 2020 De patronen in de platen vormen samen een variant op een Cyclotomatisch Trapezoïde negenvoudig a-periodisch tegelpatroon, ontdekt door D. Frettlöh en L. Danzer.

Chantal van Lieshout
Chantal van Lieshout is een jonge kunstenaar. Voor Van Lieshout zijn alle wegen nog open. Dat betekent niet dat zij met haar werk van de hak op de tak springt. In haar werk is een constante lijn van ontwikkeling zichtbaar. Van Lieshout heeft een bijzondere, open blik voor kleine zaken en dingen die zich om haar heen bevinden en gebeuren. Dan gaat het niet specifiek over schoonheid. Nee, het kan ook een spin zijn die in heftig gevecht is gewikkeld met een vlieg in het web. Of een fietstocht waarbij zij bijna van haar fiets geblazen wordt door de harde wind. Het zijn deze gebeurtenissen en herinneringen die haar aanzetten tot het maken van werk. Momenteel werkt zij veel met keramiek. Een vorm die regelmatig terugkomt is de iconische tuinstoel. Op Wikipedia wordt deze stoel omschreven als ‘Eenvoudige
stapelbare plastic tuinstoel’. De stoel heeft geen naam en over de ontwerper wordt niets gezegd. Een werk dat van Lieshout laat zien is geen keramiek maar een serie 3-d geprinte gekleurde miniatuurstoeltjes. Op ieder stoeltje ligt een vrij vormloze massa die je niet kunt definiëren. Het intrigerende van dit werkje is dat van Lieshout de lelijkheid van deze stoel heeft omgetoverd tot iets nieuws. De kleuren, de enorme schaalverkleining, de vormloze massa op de zitting en de primitieve imperfectie van de 3-d print dragen daar aan bij.

Danny Foolen
De schaalmodellen van Foolen laten meestal een ruimte zien. Het zijn zeker geen maquettes van de werkelijkheid. Het lijkt eerder alsof de ruimtes van Foolen zo uit een totaalbeeld geknipt zijn om vervolgens in het luchtledige geplaatst te worden. Deuropeningen, ramen en muren die ophouden in de ruimte. Het zijn fragmenten van de werkelijkheid op schaal. Het lijkt soms alsof verschillende ruimtes in elkaar geschoven zijn waardoor de werkelijkheid niet meer klopt. De modellen van Foolen vragen om goed kijken. Hij laat zich verrassen door zijn eigen bouwsels en elk nieuw werk lijkt een startpunt te zijn voor een volgend.
Edwin Zwakman
Is een foto altijd geloofwaardig? Kun je een foto snel interpreteren en zelf verder invullen na een vluchtige scan? Ja, dat kan, en je gelooft vrijwel direct wat je ziet. Maar doe dat niet bij het werk van Zwakman, dan kom je bedrogen uit. Waar anderen ‘toveren’ met photoshop bewandelt Zwakman een heel andere weg. De weg van Zwakman is er een van maandenlang bouwen en knutselen aan een model. Een model uit zijn hoofd. Een model van een werkelijkheid die niet klopt. Fly Over II (1996) lijkt een foto, gemaakt vanuit het vliegtuig tijdens de landing op Schiphol. Snelwegen, gebouwen, de zee en wolken. Je ogen interpreteren en vullen aan. Wie weleens op Schiphol landt, herkent dit beeld. Niets bijzonders. Het is zeker dat Zwakman dit beeld ook kent. Dat grootse miniatuurlandschap in de diepte, af en toe weggestoken achter wolkenflarden. De foto die hier hangt is het model dat de werkelijkheid vervangt. Uiterste precisie gaat hand in hand met een niet kloppende werkelijkheid die geregisseerd wordt door Zwakman.


Bouillon 2020
Bouillonblokjes, hout, Y-haak
Eline Kuipers
Zichtbaar op de grens van onzichtbaar. Zo hangen en staan de werkjes van Kuipers in haar atelier. Aan de muur vastgespijkerd of schijnbaar achteloos op de grond neergezet. Het materiaal? Hout, papier, plastic, sponsjes, bouillonblokjes, tegels die geen tegels zijn, blisterverpakkingen, staalkaartjes. Kuipers doet haar vondsten in bouwmarkten en ijzerhandels maar ook in supermarkten. Zorgvuldig en intuïtief stelt zij uit die verschillende materialen kleine werkjes samen. Spijkers en schroeven, sponsjes en klompjes klei, bij Kuipers krijgen ze allemaal een andere functie en betekenis. Gespeld tegen de muur of op de grond gezet. Een paar van die werken zijn hier te zien. Een wit werkje van behangpapier en klei, het ziet eruit als een wolkje tegen een witte lucht. In zilverpapier verpakte blokjes op een minipallet, tegels die eruit zien als hout. Kuipers modelleert en buigt de alledaagse werkelijkheid om in een nieuwe. Subtiliteiten met grote gevolgen voor de materialen en voorwerpen die zij onderhanden neemt. Goed kijken is vereist!

Kitchenettes II, 2018, Multiplex, HPL, lak, aluminium, 3 delen, elk 106 x 70 x 27 cm
Frank Halmans
Een atelierbezoek aan Frank Halmans is een traktatie voor het oog. Wanneer je om je heen kijkt, worden je ogen voortdurend getriggerd door de veelheid aan modellen en objecten van sterk uiteenlopende aard. Gek genoeg is de diversiteit in zijn werk ook zijn kracht. De twee modellen die Halmans hier laat zien, zijn dan ook zeer verschillend. Bij één schaalmodel heeft hij de vloerlagen en plafonds van een flatgebouw strak op elkaar gestapeld tot een blok. Het begint met een bitumen dak met dakraam. Daaronder ligt een doorsnede van alle vloeren en plafonds alsof het een staalkaart is.
De Kitchenette van Halmans is van totaal andere aard. Een strak model van drie ogenschijnlijke keukenkastjes in pasteltinten met aluminium strips als handgrepen. Typisch keukenkleuren. Hier en daar een kleine beschadiging en de kastdeurtjes lijken
een tikje uit hun voegen te hangen. Maar zijn het wel kastjes? Halmans heeft oog voor de schoonheid èn lelijkheid van keukenkastjes. Dat heeft hem er waarschijnlijk toe aangezet om dit werk te maken. Met dit model leert of laat Halmans ons opnieuw kijken naar de alledaagsheid en vanzelfsprekendheid van een keukenkastje in al zijn lelijkheid en schoonheid.

Jip de Beer
Jip de Beer is an artist who operates on the intersection of art and computer science. He’s fascinated by automation and attempts to optimize his artistic work(flow) with programming. (website Jip de Beer)
New Manhattan is het project dat Jip de Beer in januari 2019 presenteerde in Groningen. Hij kon het project mede realiseren dankzij crowdfunding op de website ‘voor de kunst’. New Manhattan bestaat uit twee delen. Er is een 3-d geprint schaalmodel van een fictieve stad gebaseerd op de architectuur van 100 verschillende webpagina’s. En daarbij hoort de interactieve installatie waar de bezoekers door alle webpagina’s kunnen lopen en vliegen. Het hele project heeft Jip de Beer gedocumenteerd in een publicatie. De manier waarop de kunstenaar de webpagina’s gevisualiseerd heeft in een interactieve installatie is verbazingwekkend.
Het is een wonderlijke trip door gebouwen, straten en woorden. De gestolde 3-d prints van verschillende webpagina’s zien eruit als onorthodoxe architectuur en tezamen vormen zij het nieuwe Manhattan. Collectie de Groen was een van de deelnemers aan het project. Naast de interactieve installatie die hier te bezoeken is, wordt ook het 3-d model van Collectie de Groen getoond.

Johannes Langkamp
Het werk van de Rotterdamse Duitse
kunstenaar en filmer Johannes Langkamp is op het eerste gezicht bijzonder helder. Zijn werk kan ofwel volledig op zichzelf staan, of deel uitmaken van een ingreep in de ruimte waar het werk zich bevindt. (Collectie de Groen, Composition of movement). Langkamps ideeën worden geboren uit voortdurend experimenteren met beweging en ruimte. Een deel van zijn werkproces bestaat uit het langdurig onderzoeken hoe iets het beste kan werken. Tandwielen en kleine motoren maken een vast onderdeel uit van zijn werk. Het werk mag er helder uitzien maar wat er precies gebeurt, is meestal niet direct te overzien. Bijna alle bewegingen die Langkamp in zijn werken en modellen stopt, staan haaks op onze dagelijkse werkelijkheid waarin beweging vrijwel altijd een functie en doel heeft. Bij Langkamp is vaak het
omgekeerde het geval. De toepassing van techniek, motoren, tandwielen etc. in een model dat volstrekt nutteloze bewegingen maakt, is fascinerend en roept vragen op. Zo ook in Model 12 (2020). Hij maakt volledig zichtbaar hoe iets werkt maar de verrassing zit in de cirkelvormige route die de rechthoek van triplex ronde na ronde aflegt.

Performance, 2019, HOME BASE #1
Selfportrait as an artist
Liesbeth Doornbosch
Liesbeth Doornbosch schildert, schrijft en maakt collages. Zowel haar schilderijen en collages als haar schrijfwerk gaan over ruimte. Op haar website schrijft zij; “Door het maken van een ruimte creëer ik een verhaal en omgekeerd, door het vertellen of verbeelden van een verhaal ontstaat een ruimte.” In haar schilderijen zijn bijna altijd vensters, deuren en de ruimtes daarachter aanwezig. Wat zij schrijft is een voortdurende dialoog tussen een kunstenaar en een mislukte architect. Op spaarzame momenten leest zij fragmenten voor uit dit werk. De architect en de kunstenaar zijn hierin regelmatig in conflict met elkaar. De kunstenaar, Doornbosch zelf, ziet hierbij de architect als haar alter ego. Het werk in de tentoonstelling geeft een inkijk in de performance die zij eerder heeft uitgevoerd. Bij het zien van de figuur die is opgebouwd als een collage vol tekst vraag je je af naar welke werkplek we eigenlijk kijken. Naar die van de architect of die van de kunstenaar?
De figuur vraagt om aandacht. Doofstom, maar behangen met woorden en uitspraken. Het is aan de kijker om dieper in te gaan op deze teksten en woorden of om alleen maar te kijken.
Krijg je nu door de teksten te lezen meer antwoorden, of krijg je er juist meer vragen bij? Wie meer wil dan alleen zien moet er echt voor werken. Doornbosch geeft het niet cadeau.
Marcel Smink
Smink is een kunstenaar wiens werk je veel zult tegenkomen in de openbare ruimte. Zijn atelier staat dan ook vol met ideeën en schetsen, al dan niet uitgevoerd in een drie dimensionaal schaalmodel. Veel van deze schaalmodellen vinden uiteindelijk hun plek ergens buiten maar dan uitgevoerd op ware grootte. Terwijl beelden in de openbare ruimte bijzonder zichtbaar zijn, is zijn werk hier in de tentoonstelling slechts op subtiele wijze aanwezig in alle ruimtes. Smink laat een model zien op ware grootte. Dit model illustreert wat het betekent als de wereldbevolking die volgens prognose in de nabije toekomst een omvang heeft van zo’n 10 miljard mensen, zich bevindt op het grondgebied van Nederland. Smink heeft de posities en de ruimte die elke wereldburger ter beschikking krijgt uitgezet op de vloeren van de tentoonstellingsruimte.
Daarmee is zijn ingreep een puzzelstukje van een groot geheel. Het raster over de vloeren staat model voor het immense raster dat je over heel Nederland zou kunnen uitzetten. Smink noemt zijn werk ‘Hoopvol’. Hoop en vol, twee woorden die stemmen tot nadenken. Er is plek voor iedereen volgens Smink.




Maurice van Tellingen
Maurice van Tellingen maakt illusies die tegen de werkelijkheid aan schurken. Het zijn modellen van de werkelijkheid zoals Maurice die ziet. Hij brengt in deze installatie of constellatie een tiental modellen bijeen tot wat hij een poppenhuis noemt.
Alle ruimtes die hij bij elkaar brengt in dit beeld kun je omschrijven als een geheel van omstandigheden. Dat heeft ermee te maken dat je niet alleen sec naar een perfect geconstrueerde en gedetailleerde werkelijkheid kijkt. Je kijkt en je ervaart vooral ook de spanning en sfeer die hij als geen ander weet op te roepen. Elk onderdeel van deze installatie is strak geregisseerd, tot in de kleinste details, constructies, verfstreepjes en vuilresten. Niets wordt aan het toeval overgelaten. Van gezelligheid is in zijn werk geen sprake. Het leest als een roman zonder woorden. De toeschouwer moet zelf het
verhaal invullen en dat zal voor iedereen weer anders zijn. De kracht van het werk is een combinatie van een genadeloos en perfect neergezette werkelijkheid met daarbij een sterke suggestie. De kijker zal zich afvragen wat hij of zij nu eigenlijk echt ziet.
Mirjam Kuitenbrouwer
“Ik ben een hyperattent kijker” zegt Kuitenbrouwer ergens in een interview. Kijken, zien en vastleggen. Schrijven, verzamelen, ontleden, ordenen en dan opnieuw samenvoegen. Het zijn woorden die horen bij Kuitenbrouwer. Bij alles wat zij maakt, speelt het proces en het verstrijken van de tijd een rol. Wat zij maakt, komt voort uit een zeer persoonlijke manier van zien, kijken en denken. Vaak fotografeert zij volgens plan maar zij laat ruimte om tijdens het proces ook zijwegen in te slaan. Uiteindelijk vallen de fotowerken meestal op hun plek in een installatie of beeld. Naast deze ruimtelijke installaties bouwt zij kleine overzichtelijke modellen. Ze verzamelt fototoestellen, camera’s, lenzen, viewmasters en toebehoren. Met de behuizingen van deze toestellen maakt zij beelden die zij in haar hoofd heeft. Het gaat daarbij niet alleen om de architectuur maar veel meer om een bepaalde waarde, gevoel of sfeer die het model in zich draagt. Dat is goed te zien in het werk Flitserhuis II hier in de tentoonstelling. Onderaan hangt een gevel met deur en ramen die toegang geven tot een woning/atelier. Daarboven rust of drukt een hoeveelheid aan spiegelende bakjes. Een goede kijker herkent in de gevel de behuizingen van viewers en in de spiegelende wolk reflecterende flitserbakjes, als een grote gestolde flits. Kuitenbrouwer noemt het zelf een ’ideale’ atelierfaçade die een afwerende uitstraling heeft. Deze terughoudendheid kom je meer tegen in haar werk. De kijker zal moeten vorsen om de subtiele gelaagdheid en betekenis in de werken te ontdekken. Hoewel de werken van Kuitenbrouwer een bepaalde zwaarte in zich dragen, is ook het plezier zichtbaar, het plezier van het denken en maken.

Flitserhuis II, 2008 flitserbakjes, viewer- en flitsercasco’s, enamelverf, 70,5 x 54 x 25 cm

MOMART 1:20, 2014, Grondverf en latex op MDF, 168 x 98 x 97 cm
Oscar Lourens
Lourens heeft een bijzondere, geconcentreerde belangstelling voor maten en meten. Hij is een verzamelaar van allerlei objecten waarmee je iets kunt bepalen. Of het nu gaat om lengte, diepte, hoogte, inhoud, omtrek, gradenhoek of kleur, het kan zo gek niet zijn of Oscar Lourens heeft het verzameld. Zo beschikt hij over een geweldige verzameling linialen in alle soorten, maten, lengten en kleuren. Hij heeft het talent om deze verzameling op intrigerende wijze te presenteren. Daarmee verheft hij een alledaags gebruiksvoorwerp naar een niveau waarop wij er nog niet eerder naar gekeken hebben. Dat verheffen van alledaagse voorwerpen naar een nieuwe dimensie is een soort tweede natuur geworden van de kunstenaar.
Wat hij doet met de alledaagsheid van deze objecten, doet hij ook met
architectuurvormen. Lourens is in staat om elke ruimte, hoe oninteressant die ook kan zijn, te ontleden en te reconstrueren tot een volstrekt nieuw werk dat qua maatvoering op schaal exact gelijk is aan de oorspronkelijke ruimte en er toch heel anders uitziet.
Op deze tentoonstelling laat Lourens twee modellen zien. Momart 1:20. Het model heeft de structuur van het gebouw waar kunstinitiatief Momart gevestigd was van 2013-2016 in Amsterdam. Het andere werk is de archiefdoos met het interieur van het atelier aan de 1ste Wijkstraat in Arnhem, het voormalige atelier van Lourens. De twee modellen zijn een weergave van de werkelijkheid op schaal. De uitvoering levert twee totaal verschillende beelden op.

Radius, 2020, Balpen op papier, 20 x 30 cm, onderdeel van installatie
René Roeten
Van René Roeten is niet alleen een aantal ruimtelijke modellen te zien maar ook een groot houten paneel met daarop een vel wit papier waarop weer een aantal A-viertjes gespeld zijn.
De A-viertjes zijn tekeningen gemaakt met blauwe balpen en blauwe stiften. De constellatie van paneel, papier en A-viertjes is al een beeld op zich. Roeten heeft zich in de loop der jaren enorm bekwaamd in het ogenschijnlijk achteloos toepassen van diverse materialen, zowel ruimtelijk als in het platte vlak. Maar van achteloosheid is geen sprake. De kunstenaar heeft een uiterst precies gevoel in oog en hersens voor wat hij doet. Als toeschouwer kun je alleen maar reiken naar dat gevoel in de hoop dat je het even kunt aanraken. Wanneer dat gebeurt, zie je een glimp van de waarde, betekenis en esthetiek van zijn werk. Zo ook met dit
paneel met zijn wonderlijke tekeningen. Doorwrochte werkjes, tekeningen die voorlopen op de ruimtelijke werken (modellen) die hij maakt maar die tegelijkertijd volstrekt autonoom zijn.

40°44′58″N 73°58′5″W (UN-1), 2020, lichtbak met hoogwaardige duratrans-afbeelding, 170 x 212,5 cm
Rob Voerman
Voerman is een veel gevraagd kunstenaar voor kunstprojecten in binnen- en buitenland. Bij het maken van beelden in de openbare ruimte zoekt hij vaak het contact met de bewoners van de plek. De schuilplaats of shelter komt voortdurend terug in zijn beelden. Het zijn echte schuilplaatsen en altijd zeer herkenbaar als een werk van Voerman. Wanneer je de vergelijking maakt met de lichtbak die hier op de tentoonstelling hangt, is de herkenning onmiskenbaar. Voor deze lichtbak maakte Voerman een grote maquette van het VN-hoofdkwartier in New York. Het werk is onderdeel van een nieuwe serie genaamd ‘Places of Power’ die o.a. bestaat uit lichtbakken en maquettes. Voerman bouwt hiervoor gebouwen of plekken van macht na, die hij vervolgens transformeert, waarbij hij ingaat op de systemen achter de macht. Voerman bouwt
deze maquettes in zijn atelier, waarna ze worden gefotografeerd en worden na-bewerkt en voorzien van een wolkenlucht. Het beeld maakt een onheilspellende indruk. Tegelijkertijd spat het maakplezier van de maquette af. Hier is iemand aan het werk geweest met een ongebreidelde fantasie. Deze installaties en maquettes en de vastlegging daarvan middels fotografie laten een geheel eigen wereld zien, afkomstig uit het brein van Voerman. Hij laat daarbij zeer veel ruimte voor de kijker om het beeld op eigen wijze te zien en te interpreteren.

Roos van Haaften
Licht, schaduw, spiegeling. Glas, hout, metaal, spiegels, lampen. Dit zijn de ingrediënten waarmee de kunstenaar aan de slag gaat. Het werk van Roos van Haaften in deze tentoonstelling kan gezien worden als een autonoom werk maar ook als een model of proef voor een groter, nog uit te voeren werk. Van Haaften werkt procesmatig aan haar beelden. Een idee, intuïtie en improvisatie. Vaak worden haar installaties geregisseerd en verfijnd op de plek waar het beeld moet komen. Het uiteindelijke beeld is een samenstelling van diverse materialen en lampen (spots). Samen leveren deze materialen en lampen een immaterieel beeld op dat bestaat uit licht en schaduw. Voor van Haaften bepaalt de projectie van licht en schaduw of het werk geslaagd is. Alle materialen en lampen staan in dienst van deze projectie maar horen wel bij het
totaalbeeld. Het bijzondere aan haar werk is de fragiliteit en de ijlheid die het uitstraalt. Het werk op deze tentoonstelling is opgebouwd vanaf de vloer.
Stukken hout en balkjes ondersteunen
stukken glas en spiegels die door nauwkeurig geplaatste schijnwerpers en lampen beschenen worden. Die precisie is nodig om via de spiegel, het glas en de kleine voorwerpen de juiste projectie te krijgen op de zwarte metalen plaat die tegen de muur staat. Met de denkbeeldige ruimte die ontstaat op de zwarte metalen plaat, maakt van Haaften een bijna poëtisch model dat zowel mentaal als fysisch reflecteert. Je kijkt naar een werk dat er is en dat er niet is.

Weerstation, 2020
Ruben Planting
Ruben Planting brengt tekst en beeld bij elkaar. Tekst en beeld zijn daarin aan elkaar gewaagd en verbonden. Beide zijn gelijkwaardig en de onderzoekstafel die Planting laat zien vormt samen met de woorden die hij schrijft een geheel (Titel: Toren en Weerstation). Het is geen gemakkelijk werk dat hij ons voorschotelt. De tafel met voorwerpen is wellicht een samenhangende wereld maar daarover geeft de kunstenaar geen zekerheid. Onder meer een foto op de onderzoekstafel die gemaakt is als reactie op de actie van Wim T. Schippers, die in 1961 bij Petten limonade gazeuse in zee gooide. De woorden kunnen zowel proza als poëzie zijn. Het is dromerig maar ook realistisch. Het is duidelijk dat het werk van Planting, die twee jaar geleden is afgestudeerd, volop in ontwikkeling is. De onderzoekstafel en de ‘toren van woorden’
zijn een soort droommodel waarin grijpbaar en ongrijpbaar samengaan. Zoeken, vinden en verliezen. Planting laat heel veel ruimte voor bespiegeling aan de toeschouwer zelf over en vraagt tegelijkertijd een flinke inspanning van dezelfde toeschouwer om dichtbij het werk te komen.

Sjoerd Knibbeler
Sjoerd Knibbeler is een kunstenaar met een grote voorliefde voor wind, luchtstromingen en alles wat vliegt. Vaak volgt hij een bijna wetenschappelijke route binnen zijn werk en soms wordt de wetenschap daadwerkelijk ingeschakeld bij de realisatie ervan. Knibbeler is een onderzoeker die zijn resultaten vaak seriematig vastlegt. Wind in een windtunnel, de breking van het licht door glas, ruimtevoertuigen onder een sterrenhemel. Ook de video’s die hij maakt zijn bijzonder. Bij de Groen is regelmatig zijn werk “Forming Synchrony” (Collectie de Groen) te zien in de kluis.
Op deze tentoonstelling is zijn werk “skyline” te zien. Een videowerk getoond op een iPad. Van een afstand lijkt het beeld het resultaat van een meetinstrument dat een golfbeweging vastlegt. Maar schijn bedriegt. Ook met dit compacte werk laat Knibbeler
de wind zijn werk doen. Met subtiele kracht wordt een uiterst simpel model van een skyline in beweging gebracht.

DJ
Theo Konijnenburg
Dit is de perfecte dj booth volgens Konijnenburg. Twee draaitafels met daartussen schuifknoppen voor het volume. Met ogen en handen heeft hij een beeld neergezet van een haast onaantastbare perfectie. De werkelijkheid van Konijnenburg is griezelig te noemen. Hij vertaalt en modelleert de werkelijkheid die vlak bij hem staat. Je herkent zijn beelden direct. Het zijn voorwerpen uit woonkamer, kantoor of atelier. Maar Konijnenburg zet die werkelijkheid wel naar zijn eigen hand. Soms is dat duidelijk te zien omdat het object op een andere schaal gemaakt is. Bij andere modellen is dat minder duidelijk, zo ook bij deze dj booth. Bedrieglijk echt en toch ook weer niet. Alles klopt en toch ook weer niet. Deze dj booth is niet de bron van geluid maar de bron van schoonheid en perfectie zoals die ontstaat in het hoofd van de kunstenaar.

Thijs Jaeger en Rik Laging
Voor Thijs Jaeger en Rik Laging is het moeilijk kiezen tussen de echte wereld en de game wereld. Maar uiteindelijk kiezen ze toch voor de echte wereld. (interview art unfair 2020)
In hun werk voor deze tentoonstelling met als titel “Komt TIDE Komt RAET” is dat goed te zien. Op een sokkel die tevens dienst doet als verpakkingskist, schotelen zij ons een indrukwekkende fantasiewereld voor. In feite zijn het twee werelden. Een bovenwereld en een onderwereld. Ingenieus met elkaar verweven tot eenheid. De bovenwereld bestaat uit fragmenten uit games, SF films, fantasie figuren, filmkarakters, kortom teveel om op te noemen. De onderwereld bestaat uit de machinerie die de bovenwereld in beweging zet.
Een wirwar van draden, kleine elektromotoren en elektronica zorgen ervoor dat de bovenwereld in beweging blijft.
De materialen die zij gebruiken zijn vaak van keramiek of 3-d geprinte modellen. Thijs Jaeger speekt over duister werk met een knipoog. En zo is het ook. Dit landschap vraagt om nadere bestudering, zoveel is er te zien.

Het Atelier, 2020, full hd video met geluid, lengte 6.10 min
Thijs Linssen
Linssen heeft een grote liefde voor actiefilms. Daarbij heeft hij een bijzondere interesse voor de computertechnieken, de trucages en het gebruik van een blue screen. Echter voor het werk dat hij hier laat zien was geen blue screen nodig.
Linssen stelt met deze video genaamd ‘het atelier’ de positie van de kunstenaar en het atelier aan de orde. De onzekerheid die een kunstenaar kent over het voortbestaan van zijn of haar werkplek.
Hij bouwde hiervoor een atelier na op een schaal 1:6. Een volledig ingericht atelier met alle spullen die daar in horen. Vervolgens maakte hij het atelier vast op het dak van een raceauto die al spinnend en slippend over het terrein reed. Alles werd vastgelegd door een camera in de maquette die live registreerde wat er in het atelier gebeurde. Deze beelden heeft hij gebruikt als basis voor de video.
De maquette als schaalmodel en als onderwerp van actie. Het levert een bijzonder beeld op waarbij het lijkt alsof het atelier getroffen wordt door een grote aardbeving.
Willem de Haan
Willem de Haan is een uiterst actieve kunstenaar. Het lijkt alsof alle ideeën die in hem opkomen ook daadwerkelijk uitgevoerd moeten worden. Dat is een onmogelijke taak. Veel van zijn werk speelt zich af in de publieke ruimte waarbij het lijkt alsof geen project hem te groot is. De verwachting was dat hij voor deze tentoonstelling een ruimtelijk werk zou maken. Wellicht met daarin een verrassende dubbele bodem. Maar De Haan zou De Haan niet zijn wanneer hij niet met een heel ander plan zou komen. En zo gebeurt het ook. Het werk dat de Haan maakte is in alle ruimtes aanwezig. In feite is het een gedachtemodel dat uitgeschreven is in teksten en tekeningen. Deze teksten zijn terug te vinden op de verschillende muren in de tentoonstelling. Het zijn uitvergrote teksten en tekeningen, geschreven op lijntjespapier en als sticker op de muren aangebracht. In deze teksten doet De Haan veronderstellingen die betrekking hebben op de ruimte en op de tentoonstelling. Hij suggereert bijvoorbeeld in zijn teksten dat er werken staan in de tentoonstelling die er niet zijn. Daarbij grenzen zijn teksten aan een soort absurde humor. Is het waar wat hij zegt? Hij zet de toeschouwer niet alleen aan het denken maar ook op het verkeerde been. De Haan zaait op een plezierige manier zowel verwarring als irritatie. Tegelijkertijd zijn een aantal van zijn teksten en tekeningen daadwerkelijk voorstellen voor een ruimtelijk werk. De onorthodoxe ideeën van Willem de Haan zijn flexibel en elastisch. Hij rekt hiermee het idee van een model op. Is het een denkmodel, een scenario of een notitie? Of ziet hij zijn geschreven teksten en tekeningen op de muren als echte tastbare modellen?




COLOFON
Deze publicatie verschijnt als ‘handleiding’ bij de tentoonstelling THE MODEL, georganiseerd door Collectie de Groen van 18 september tot en met 20 december 2020.
Alle werken in de tentoonstelling zijn eigendom van de kunstenaar(s) tenzij anders vermeld.
Idee en samenstelling : Marjolein de Groen en Peter Jordaan
Inleidende tekst : Peter Jordaan
Vertaling tekst achterzijde : Sjoerd Knibbeler
Vormgeving : Oscar Lourens
Correcties : Maja Jordaan
Druk : Drukwerkdeal, Deventer
Dank aan de Terborgse
Handelsonderneming
Arnhem, september 2020
Collectie de Groen
Weverstraat 40
6811 EM Arnhem
www.collectiedegroen.nl

When you look up the definition of the word “model”, you will find a long list of explanations in all shapes, sizes and meanings. Often recurring is the sentence: “a model is a schematic or simplified representation of reality.” Which reality is never stated, since reality has many faces and is seen differently by everyone. Is a model a schematic representation of reality? Does the classical model, the nude, represent a simplified representation of reality? That would make life a lot easier. No model is the same and the reality of models is a lot more complicated.
In the world of artists and models one ends up in a labyrinth where the model is always slightly different. The idea of creating an exhibition that clearly shows the relationship between the models and the artists is therefore an illusion. Forget that cohesion. The only certainty in this exhibition is that what you are looking at is in fact a model. A wooden model, a written model, a thinking model, a computer model, a mathematical model, a dream model, a light / shadow model, a moving model, a sound model, a 3-d printed model, a paper model, or plastic, everything is possible.