4 minute read

BESTUURS- EN VOLKSHUISVESTINGSVERSLAG

Voorwoord

Voor heel Nederland is 2020 het jaar dat volledig gedomineerd werd door corona. Dat verging Casade vanzelfsprekend niet anders. Met een schok werd begin maart duidelijk dat geen enkele vanzelfsprekendheid meer overeind stond. Dat gold voor onze persoonlijke gezondheid, welzijn en bewegingsruimte. Dat gold evenzeer voor ons werk. We hebben daarop snel geschakeld, het kon niet anders. Binnen enkele weken tijd hebben we vrijwel al onze routines grondig herzien. De plek van waaruit we werken, de wijze van contact met onze huurders en partners, de inrichting van onze werkprocessen, alles werd anders. Ik kan niet anders dan vanaf deze plek mijn grote waardering uitspreken voor de succesvolle en empathische manier waarop onze medewerkers en zakelijke relaties dit hebben vormgegeven. Hoe groot ieders persoonlijke worsteling met de situatie ook mocht zijn. Kijk ik vervolgens naar de prestaties die in het afgelopen jaar geleverd zijn, dan past toch bescheiden tevredenheid. Natuurlijk heeft op onderdelen het tempo en de voortgang van beleidsproducties en projecten wat geleden onder de crisis, dat kan ook niet anders. Toch is dit niet het beeld dat domineert. Op de grote thema’s die we in 2020 onder handen hebben gehad, is aanzienlijke vooruitgang geboekt. De belangrijkste noem ik hier kort. We hebben in 2020 belangrijke knoppen omgezet op het gebied van onze ketensamenwerking in het dagelijks onderhoud. We hebben zeker ook voor ons eigen functioneren belangrijke lessen geleerd. Dit heeft geleid tot aanpassing van onze werkwijze, vanaf intake, opdrachtverstrekking tot factuurcontrole. Dit leerproces is nog niet afgerond, maar er zijn en worden belangrijke stappen gemaakt. In goede verstandhouding hebben we afscheid genomen van onze ketenpartners in dezen en zijn op zoek gegaan naar nieuwe partners. In 2020 is een tussenstap gemaakt met tijdelijke partners, vanaf 1 april 2021 zijn weer voor een langere termijn partners gecontracteerd. Bij dit al is vermeldenswaard dat het huurdersoordeel, zoals dat blijkt uit de permanente KWHmetingen, een duidelijk stijgende lijn vertoont. We zijn natuurlijk nooit helemaal tevreden en blijven continu werken aan verbetering, maar met ons huidige rapport mogen we zeker thuiskomen.

Daarnaast is het ons in 2020 gelukt een belangrijke impuls aan ons investeringsniveau te geven. Ik heb het dan zowel over investeringen in nieuwbouw (veelal gepaard gaande met sloop van verouderd bezit) als over woningverbeteringen. Ons streven daarbij is, conform ons ondernemingsplan en portfoliobeleid, een bescheiden groei in aantallen woningen en een stevige groei in duurzaamheid. Deze versnelling van de investeringsopgave heeft uiteraard een ruime voorbereidingstijd gekend. In 2020 zijn ook echt in aantallen resultaten te zien. Zeker nog niet in de aantallen die we ons in de investeringsbegroting hadden voorgenomen ondanks een onverwoestbaar planningsoptimisme. Een even onverwoestbare stroperigheid in het hele proces van vergunningen (waaronder een toenemend belang voor de vergunningen op het gebied van natuurbeheer), maar ook van aansluitingen e.d., is daar debet aan. En dan helpt die coronacrisis natuurlijk ook niet echt mee. Ook op deze terreinen leren we lessen: we maken de procedures slimmer en pro-actiever en verbeteren de kwaliteit van onze prognoses in de tijd. Dat neemt niet weg dat we in 2020 ondanks alles aanzienlijk meer geïnvesteerd hebben dan in de voorafgaande jaren. En deze stijgende lijn zet in 2021 door. Zo maken we waar wat de Rijksoverheid, de gemeenten, onze huurdersorganisaties en niet in de laatste plaats onze raad van commissarissen van ons verlangen: 'keep your money where your mouth is'. Binnen de randvoorwaarden van een ook in meerjarenperspectief gezond en degelijk financieel beleid, en binnen de randvoorwaarden van een zeer gematigd huurbeleid (de afgelopen jaren beperkten we de huurstijging tot –gemiddeld- het niveau van de inflatie, voor juli 2021- juli 2022 is landelijk zelfs huurbevriezing afgekondigd), investeren we maximaal in goede, duurzame en toekomstbestendige

woningen voor mensen met een lager inkomen in de gemeenten Dongen, Loon op Zand en Waalwijk.

De toekomst ziet er dus goed uit. Zijn er dan geen zorgen? Vanzelfsprekend zijn die er. Hoe de coronacrisis zich verder zal ontwikkelen en welke blijvende gevolgen dat heeft, is nog volstrekt ongewis. Dat kan allerlei gevolgen hebben voor onze huurders en woningzoekenden, in financiële, economische of psychologische zin. We weten, meer macro, nog niet wat er met de economie, de inflatie en de rente gaat gebeuren. En welke gevolgen dit heeft voor de werkgelegenheid. We hebben geen idee hoe de huizenmarkt, die ondertussen weer naar ongekende spanning en dito prijzen oploopt, zich gaat ontwikkelen. Wat we wél weten is dat het geheel aan verplichtingen dat landelijk (en ook regionaal en lokaal) van de woningcorporaties wordt gevraagd, met de huidige middelen niet te betalen is. Het rapport 'Opgaven en middelen' geeft daar een helder en breed gedragen beeld van. Dat zet ook voor Casade spanning op de financiering van de opgave. Niet alleen moeten we (vooral ook vanwege de houdbaarheid op langere termijn) steeds heel kritisch blijven kijken naar ons kostenniveau en de wijze waarop we onze opgave financieren, ook kan het zijn dat we keuzes moeten maken in onze ambities, naar hoogte, aard of tempo. Of en in welke mate we dat moeten doen is voortdurend onderwerp van intern onderzoek. Het spreekt voor zich dat de keuzes die een nieuwe regering maakt over de verhuurderheffing daarbij een factor van eminent belang zijn.

Kortom, vragen en uitdagingen zijn er ook in 2021 en volgende jaren meer dan voldoende. Maar we kunnen ze gelukkig aangaan op een gezond fundament, met een mooie organisatie die in staat is gebleken weerbaar en wendbaar te zijn, en in het volle besef dat de doelstelling waar we voor staan alle moeite meer dan waard is.

Roel van Gurp, bestuurder

This article is from: