
5 minute read
energietransitatie
from (B)RUIS issue #5
De laatste jaren, als niet decennia, is er veel te doen geweest om de energietransitie. Klimaatverandering is een belangrijk thema in verkiezingen en elektrische auto’s zien we steeds vaker op de wegen rijden. Duurzaamheid blijkt echter niet alleen van klimatologisch belang. Er bestaat een sociale noodzaak om de energietransitie te maken en ons gasverbruik af te bouwen. Een derde van ons energieverbruik vindt achter de voordeur plaats. Duurzaamheid en wonen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden op meerdere gebieden. We spreken Casper Gelderblom, wethouder Gemeente Heerlen en Miriam Benders, oprichter van Vereniging Tiny Wonen Limburg. Door Jop Delheij
Gemeente Heerlen is hard bezig om de energietransitie voor te stuwen en duurzaamheid in gang te zetten of te stimuleren, niet alleen om onze planeet te redden, maar ook om kwetsbaren in onze samenleving de hand te reiken, zo legt Casper Gelderblom ons uit. Vijftien procent van de huishoudens in Heerlen lijdt aan zogenoemde energiearmoede. Dat betekent dat deze huishoudens energierekeningen niet kunnen betalen of bijvoorbeeld te weinig geld hebben om hun huis warm te stoken. Er kan veel bereikt worden met relatief eenvoudige ingrepen in een woning. Echter is het probleem dat de meeste van deze huishoudens in een huurwoning leven, waar je veel moeilijker ingrepen kunt doen. “Inwoners van Heerlen hebben meer last van energiearmoede dan het landelijk gemiddelde, maar ook veel meer mensen kunnen er minder aan veranderen dan het landelijk gemiddelde”, stelt Casper.
Advertisement

(B)RUIS MAGAZINE

Gelukkig is er ook goed nieuws in dit verhaal. Gemeente Heerlen heeft samen met wooncorporaties (die overigens een grote rol spelen vanwege het hoge percentage sociale huurders met energiearmoede), zorginstellingen, kenniscentra, liefdadigheidsorganisaties en alle andere gemeentes in Parkstad een energieverbond gesloten: het Verbond voor Energierechtvaardigheid. “Dit verbond heeft als doelstelling om niet alleen energiearmoede te bestrijden, maar vooral om te vechten voor energierechtvaardigheid”, zegt Casper. Energierechtvaardigheid formuleert hij als “een situatie die voldoet aan drie criteria: één; de energierekening moet betaalbaar zijn, twee; de woonkamertemperatuur moet leefbaar zijn, drie; de ecologische voetafdruk moet houdbaar zijn”. Daarnaast stelt Gemeente Heerlen noodbudgetten beschikbaar voor de krappe portemonnees en stuurt het een flink aantal ‘energiebespaarcoaches’ op pad om advies te geven over het besparen van energie en dus kosten. Ook helpen deze coaches de gemeente om noodbudgetten op de juiste plekken terecht te laten komen.






Nu is de hamvraag: gaat Heerlen landelijk voorop lopen in de energietransitie, deze problematieken bij de hoorns vatten of de klappen vangen zoals nog zo helder in ons geheugen staat gegrift? Casper vervolgt zijn verhaal over energierechtvaardigheid: “Aan die drie criteria voldoen veel Heerlense huishoudens niet. Dat is natuurlijk extra pijnlijk in een regio die tot stand is gekomen door een succesvolle energietransitie in het verleden. Nu is het de vraag of het een succesverhaal wordt, waarbij we versneld verduurzamen zodat we onze kennis en ervaring exporteren en andere regio’s helpen bij de transitie, of gaan we weer achteraan lopen zoals de vorige keer en de klappen vangen?” Het antwoord is wat Casper betreft makkelijk.
Maar is zo’n energietransitie wel mogelijk? Is er genoeg kennis hier, zijn er genoeg mogelijkheden? Casper wijst ons op enkele voorbeelden. Energie opwekken door middel van het water dat nog in de mijnen ligt is een goed voorbeeld van hoe we onze bijzonderheden van deze regio kunnen gebruiken om de energietransitie te maken. “In eerste instantie is er de historische achtergrond, wat onze voornaamste bron van identiteit is, aangezien we één transitie al meegemaakt hebben. Als er, tegen de neoliberale tendensen in, een lokale overheid het voortouw weet te nemen, zijn wij het. Mijnwater is nog niet wat het gaat zijn, maar dat is de infrastructuur van de ene energievoorziening naar de andere omzetten. Wat heel bijzonder is.”
Er liggen ook kansen bij het brengen van energie naar de mensen toe. Lokaliteit is daarbij van groot belang. “We leven nu in een tijd dat mensen energierekeningen niet kunnen betalen, maar de grote bedrijven maken miljardenwinsten waarvan slechts een klein deel bij de noodfondsen terechtkomt.” Daar mag volgens Casper verandering in komen. “We willen kijken of we met een sociaal, lokaal, duurzaam energiebedrijf daar iets tegenover kunnen zetten. Als we zelf de duurzame opwek realiseren en we zorgen er ook voor dat die niet geëxploiteerd wordt door de grote spelers maar door een partij die dicht bij de gemeente staat - en die we zelf deels organiseren - dan creëeren we lokale zeggenschap over lokale energie ten bate van de lokale samenleving. Op die manier creëer je ook lokale economische waarde, want dat is allemaal geld dat níét uit de regio vloeit. Dat is het probleem met deze situatie: we geven enorm veel geld uit aan energie en het vloeit allemaal de regio uit.”
Circulariteit
Gemeente Heerlen heeft als doel om in 2050 een volledig circulaire economie tot stand te hebben gebracht. Circulaire economie betekent dat er geen afval meer bestaat, maar dat afval weer als materiaal of grondstof ingezet wordt. Momenteel zijn er al een aantal ondernemers die de weg tonen. “Circulariteit is een economische kans. Die circulaire economie is nog best wel klein, het is een enorme groeimarkt”, zegt Casper daarover. “Als we anders durven kijken naar onze onmiddellijke omgeving zullen we erachter komen dat al die grondstoffen waarvan we dachten dat die van ver moesten komen, eigenlijk hier al hebben. Bijvoorbeeld bouwmaterialen: er moeten 8000 woningen weg in de komende tien jaar, daar komen 7500 woningen voor terug. Al die gesloopte woningen bevatten bouwmaterialen zoals hout, baksteen, beton, et cetera. Dat hergebruik zit nog te weinig in het systeem. “Als je daar als ondernemer mee aan de slag gaat, kun je een hele markt ontsluiten. Als je door deze bril naar de stad kijkt, zie je een mijn van de toekomst. En die materialen hoeven niet in de regio te blijven, die kun je ook vermarkten.” (B)RUIS


Een eigen wooncorporatie
Op het gebied van wonen en duurzaamheid zullen weinig woningen zo duurzaam zijn als een tiny house. Miriam Benders heeft een soort wooncorporatie in de vorm van een vereniging opgericht voor ‘tiny wonen’, die zich hard maakt voor wat zij noemt “vrijheid van wonen binnen sociale duurzame kaders”. Zij zou graag willen zien dat mensen kunnen kiezen hoe ze zouden willen wonen. Met Vereniging Tiny Wonen Limburg contacteert ze Limburgse gemeentes met de vraag of ze open staan voor tiny house-projecten. “Vanuit daar proberen we de gemeentes te inspireren, te adviseren en met hen samen te werken.”

Om ergens in een tiny house te kunnen wonen is niet zo makkelijk. Miriam vertelt dat ze een stuk grond had op de Heerlerbaan met een woonbestemming, maar toch mocht zij er geen tiny house plaatsen. “Uiteindelijk is het afgewezen, omdat ik in het aangewezen stuk tuin van het perceel stond. Toen ik het tiny house aan de voorkant van het perceel wilde plaatsen, voldeed dat niet aan het straatbeeld.” Zo zijn er veel regels die een tiny house-project in de weg kunnen zitten. Na veel gesprekken kreeg Miriam een dwangbevel om er binnen een maand weg te zijn, maar ook om haar tiny house te hebben verwijderd. Momenteel staat er dan ook geen volwaardig tiny house in Heerlen, waar dat in Kerkrade wel al is gerealiseerd.
“Tiny wonen is automatisch duurzaam, wat de reden ook maar is dat mensen tiny willen wonen”, zegt Miriam. Voor Miriam is de reden om tiny te wonen vooral verbonden aan een ‘persoonlijke duurzaamheid’, gezien haar beroep als energiecoach.
In de nabije toekomst staat Miriam, maar ook Gemeente Heerlen, voor de uitdaging om verschillende vormen van duurzaamheid met elkaar te verbinden. Vlak na onze interviews zijn Casper en Miriam in gesprek gegaan met elkaar. Conclusie is dat de doelen van de twee partijen verenigd kunnen worden. Miriam: “Er is geen duidelijke ‘nee’ tegen tiny wonen en geen duidelijke ‘ja’ geformuleerd door de Gemeente Heerlen. Zij heeft belangrijke punten op de agenda die hun aandacht vragen, onder andere de transitie van Heerlen-Noord. De uitdaging is nu om een plan te maken dat past en meewerkt aan de transitie van Heerlen-Noord. Dat dus niet alleen op anders wonen ingaat, maar alle domeinen aanraakt. Om persoonlijke duurzaamheid, sociale duurzaamheid en economische duurzaamheid in één plan te presenteren is voor mij een leuke uitdaging.”