Pionier 4 - Hét magazine voor de onderwijsprofessional in de Brainportregio.

Page 1

PIONIER Hét magazine voor onderwijsprofessionals uit de brainportregio | Nummer 4 - 2024

P. 12

KOERT VAN MENSVOORT: TECH ALS NEXT NATURE

P. 20

INTERNATIONALISERING ONDERWIJS... KINDEREN EIGENAARSCHAP GEVEN

P.11

MEIDEN & TECH

P.12

ONDERWIJS in Brainport

DE TOEKOMST VAN DE MODE

P.19

ONDERWIJS EN BEDRIJFSLEVEN VERBINDEN

P.22


Hi onderwijsprofessional,

INHOUDSOPGAVE IN DIT MAGAZINE...

12

11

Ons onderwijs en onze arbeidsmarkt staan onder druk. Door de steeds snellere veranderingen in technologie en in de wereld is het van groot belang om continu te vernieuwen en het onderwijs te blijven ontwikkelen. En dát is precies wat we in onze regio doen. Samenwerking is hierbij essentieel, om groei te bewerkstelligen én om de uitdagingen waar we voor staan aan te gaan. Door als onderwijs(-professionals), overheid en bedrijfsleven samen op te trekken, bereiden we leerlingen en studenten goed voor op hun toekomst in Brainport. Maar wat is dat en hoe doe je dat, ‘goed voorbereiden’? In deze Pionier lees je er meer over. Zo vertelt kunstenaar en filosoof Koert van Mensvoort dat het belangrijk is dat onderwijsprofessionals leerlingen leren omgaan met een veranderende wereld, met techniek als onze tweede natuur. En voor de veertienjarige Mirthe Manders is haar meeloopstage een goede voorbereiding bij het kiezen van een profiel.

16

Een goede voorbereiding betekent ook bewustwording dat techniek er altijd en overal is, kansrijk is én bestemd voor vrouwen en mannen. Helaas blijft de instroom van meiden in de tech-sector wat achter. Daarom laten we in deze Pionier een aantal vrouwen aan het woord over wat er volgens hen nodig is om hier verandering in te brengen. Ook is er volop aandacht voor ouders en professionals die vertellen over hoe zij omgaan met internationalisering in het onderwijs. Inspirerend! Nieuw redactieteam Vernieuwing en ontwikkeling zijn ook belangrijke woorden voor ons als team Onderwijs in Brainport. Deze editie van de Pionier is gemaakt door een nieuw redactieteam en het ‘redactie-stokje’ is overgenomen van Lianne en Mieke. Heel veel leesplezier!

23 3. 4. 6. 7. 8. 11. 12. 14. 15. 16. 18. 2

VOORWOORD KOERT VAN MENSVOORT FEITEN & CIJFERS WOUTER VAN DEN BERG OVER DOCENT ONTWIKKEL TEAMS CONGRES GRENZELOOS GOED ONDERWIJS DUIZENDPOOT ROLF HUT ELLA HUETING OVER MEIDEN & TECH ZACHTE LANDING VOOR NIEUWKOMERS FEITEN & CIJFERS MEERTALIGHEID MIRTHE EN ANNE-LINDE OP STAGE VOOROORDELEN OVER TECHNIEK

19. 20. 22. 23. 24.

19

Brainport Development Emma Claessen Marjolein Marneffe Leane van Veghel PS: We nodigen je van harte uit om met ons mee te denken en te vernieuwen! Heb je ideeën of suggesties? Laat het ons weten via: onderwijs@brainportdevelopment.nl.

ANOUK OVER MODE & TECH INTERNATIONALISERING OPVANG & ONDERWIJS 4X HOE VERBIND JE ONDERWIJS MET BEDRIJFSLEVEN? OLIVIER KIJKT IN DE GLAZEN BOL AGENDA

3


Wanneer kwam jij erachter dat je eigen invulling nodig hebt om te kunnen leren? ‘Toen ik ging studeren. Ik herinner me nog de vraag welke studie ik moest kiezen: wiskunde, scheikunde, natuurkunde, informatica of toch psychologie? Ik koos voor informatica en leren werd opeens supermakkelijk. Ik mocht namelijk zelf bepalen hoe ik mijn week indeelde en haalde heel hoge cijfers. Parallel aan informatica ging ik naar de kunstacademie, het jaar erna startte ik met filosofie. Drie studies tegelijk, dus. Ik wilde een soort homo universalis worden. Wat er wel niet kan gebeuren als je me de ruimte geeft, hè?’ Hoe kijk je naar het huidige onderwijssysteem? ‘We bieden geweldig onderwijs, met meer maatwerk dan ooit. Daar ben ik blij mee. Leerlingen hebben de eigen regie en kiezen hun eigen pad. Ik was vroeger echt een spons die alles opzoog. Maar het moest me wél interesseren. Bij eigen invulling zorg je ervoor dat leerlingen de leerstof boeiender vinden. Als ze een menu mogen samenstellen, hun ei-

‘IN DE BRAINPORTREGIO OPGROEIEN IS ÉCHT EEN BIG DEAL’ Koert van Mensvoort (49) is kunstenaar, filosoof, wetenschapper, toekomstdenker én directeur van Next Nature Network. Deze stichting werkt onder andere samen met scholen om toekomsten te verkennen waarin natuur en technologie versmelten. ‘Tech wordt onze ‘next nature’. Het is belangrijk dat onderwijsprofessionals dit beseffen en leerlingen helpen zich hierop voor te bereiden.’ Ieder mens op aarde heeft te maken met technologische verandering, jij hebt er je vak van gemaakt. Hoe ben je geïnspireerd geraakt? ‘Dat begon al vroeg in mijn leven. Mijn ouders werkten allebei bij Philips. Mijn moeder had een leidinggevende functie in een distributiecentrum, mijn vader was een uitvinder op het NatLab. Hij hield zich bezig met het optimaliseren van producten, zoals koelkasten, scheerapparaten en beeldbuizen. Ik weet nog dat er in de jaren tachtig bij ons in Veldhoven aan de rand van een maisveld een gek, hoekig, wit gebouw verscheen. Dat bleek de eerste vestiging van ASML te zijn.’ 4

Hebben docenten jou ook geïnspireerd in je beroepskeuze? ‘Mijn relatie met docenten was ingewikkeld. Ik zat op het Anton van Duinkerkencollege in Veldhoven, wat tegenwoordig het Sondervick College heet. Mijn karakter paste niet binnen het klassieke onderwijsbestel. Zo van: hier zijn dertig lege hoofden, ik ben de leraar en ik ga kennis in die hoofden stoppen. Ik werd er rebels van. Ik weet nog dat ik ben aangesproken door een leraar: ‘Koert, ik snap je, maar maak nou niet zoveel kabaal. De anderen moeten het óók doen.’ Inmiddels geef ik zelf colleges (red: Koert is fellow (expert) aan TU/e) en snap ik dit soort frustraties wat beter.’

Waren andere dingen interessanter dan school? ‘Ik had een heel grote behoefte om te creëren. Op de basisschool in de vorm van hutten bouwen, als tiener met breakdancing en graffiti spuiten. Toen we thuis een homecomputer kregen (van Philips natuurlijk), veranderde dat mijn leven. Het hield me echt van de straat! Ik werd een whizzkid, ontwikkelde games die werden besproken in landelijke computerbladen. Ik was ongepolijst creatief. Maar op school moest mijn creativiteit zich per se uiten in tekenen en handvaardigheid. De eigen invulling miste ik.’

gen weg mogen bewandelen. Ik ben ook een groot voorstander van probleemoplossend onderwijs: geef leerlingen een vraagstuk en los het met een team op. Geweldig, dat had ik vroeger ook gewild. Mensen die goed zijn in problemen oplossen, hebben we hard nodig in de Brainportregio.’ Wat betekent de Brainportregio voor onderwijsprofessionals? ‘Opgroeien in de Brainportregio is écht een big deal, het biedt de jeugd serieuze kansen. Techniek is onze tweede natuur geworden. Als je alle technologie in de wereld op een weegschaal zet, dan weegt dat zwaarder dan alle planten, dieren, mensen en zwammen bij elkaar. De technosfeer is namelijk zwaarder dan de biosfeer. Honderd jaar terug was dat nog niet zo. En wij maken dat mee! Ik denk dat het belangrijk is dat onderwijsprofessionals

dit beseffen en leerlingen helpen zich hierop voor te bereiden. Dat is best een uitdaging. Ze hebben natuurlijk al veel op hun bord met alles wat ze ‘moeten’.’ Welke rol van de onderwijsprofessional past bij die voorbereiding op leven en werken in de Brainportregio? ‘Ik denk dat het niet alleen om kennisoverdracht gaat. Het is minstens zo belangrijk dat onderwijsprofessionals leerlingen leren omgaan met een veranderende wereld. Die ook nog véél verder zal veranderen, met techniek als onze tweede natuur. Om daar goed mee om te gaan, helpt het als het onderwijs nog meer inzet op maakvaardigheden, zoals ontwerpen, bouwen en programmeren. Maar ook de ontwikkeling van ondernemend vermogen, communicatieve vaardigheden zoals teamwork en empathische omgang met andere mensen. Voor onderwijsprofessionals past daar een coachende rol bij.

‘WE BIEDEN GEWELDIG ONDERWIJS MET MEER MAATWERK DAN OOIT’ Een beetje zoals een boswachter: ik leid jou door het woud van leren heen. Ik sta naast je, ik steun je. Volgens mij zijn er al ontzettend veel docenten die deze maatschappelijke beweging in de smiezen hebben.’ Kan je als toekomstdenker een tipje van de sluier oplichten van aankomende ontwikkelingen? ‘AI zal een nóg grotere rol gaan spelen, net als biotechnologie en nanotechnologie. Daar zijn flinke innovaties gaande, die elkaar ook nog eens versterken. De vraag is: hoe zorgen we ervoor dat technologie ons in onze kracht zet, in plaats van outsourcet? Hoe kan het aansluiten bij onze menselijke behoeften en zintuigen? Over die levensvraag zijn we nog lang niet uitgepraat.’

Over Next Nature Koert van Mensvoort is directeur van Next Nature, dat het Evoluon beheert en heeft heropend voor iedereen. Next Nature is een stichting die wereldwijd projecten organiseert op het snijvlak van kunst, technologie en wetenschap. Door middel van exposities en docententrainingen buigt Next Nature zich over de vraag: hoe zetten de we toekomst in voor de vragen van vandaag? Next Nature denkt ook vanuit een brede expertise mee over maatwerkprogramma’s voor het onderwijs. Nieuwsgierig naar meer? Check dan nextnature.net. 5


!

WOUTER VAN DEN BERG, BRAINPORT-COÖRDINATOR

N E T I E F & JFERS CI

Hoe kijken jongeren naar hun profielkeuze en naar bètatechniek op school? In opdracht van Jet-Net deed Motivaction onderzoek naar de ervaringen van jongeren. Op deze pagina vind je een aantal highlights. Meer weten? Scan dan bovenstaande QR-code. KINDEREN TUSSEN DE 9 EN 14 JAAR VORMEN AL IDEEËN OVER HUN TOEKOMSTIGE LOOPBAAN. DAAROM IS HET BELANGRIJK OM AL IN DE EERSTE SCHOOLJAREN NATUURWETENSCHAP EN TECHNIEK AAN TE BIEDEN*

LEERLINGEN KIEZEN EERDER VOOR TECHNIEK ALS DUIDELIJKER IS WAT JE ER LATER MEE KUNT DOEN

‘DE JEUGD KAN MEER, MEER DAN WIJ SOMS DENKEN’ Profielwerkstukken koppelen aan vraagstukken van bedrijven. Daar houdt aardrijkskundedocent Wouter van den Berg zich mee bezig in een Docent Ontwikkel Team (DOT). Hij werkt al meer dan dertien jaar bij het Sint-Joriscollege in Eindhoven.

wouter van den berg Sint-joriscollege

DOCENTEN BÈTATECHNIEK RADEN HUN VAK VAKER AAN JONGENS (40%) AAN DAN AAN MEIDEN (33%)

Eindpresentatie in de raadzaal

Hij noemt een aantal voorbeelden. ‘Mijn leerlingen hebben een project gedaan over de herinrichting van de Kanaaldijk, met een eindpresentatie in de raadzaal van de gemeente Eindhoven. Een andere groep boog zich over de hoogbouwplannen in het centrum van de stad, zij gaven een presentatie in Dynamo aan een lokaal architectenbureau. Het enthousiasme spatte van de leerlingen af. Het bewijst maar weer dat de jeugd veel meer kan dan wij soms denken. En dat het werken met real life-vraagstukken heel waardevol is. Dan gaat het veel meer leven voor leerlingen.’

ALS OUDERS/VERZORGERS HET AFRADEN, IS DE KANS KLEIN (6%) DAT LEERLINGEN KIEZEN VOOR TECHNIEK LEERLINGEN DIE NIET VOOR EEN TECHNIEKPROFIEL KOZEN, ZEGGEN DAT ZIJ DAT MISSCHIEN WEL HADDEN GEDAAN ALS DOCENTEN BETERE UITLEG GAVEN

MEER NIEUWE TECHNOLOGIE GEBRUIKEN IN DE LES HELPT OM MEER LEERLINGEN TE LATEN KIEZEN VOOR BÈTATECHNISHE VAKKKEN VWO-LEERLINGEN KRIJGEN HET VAAKST VAN OUDERS EEN (BÈTA)TECHNISCH VAKKENPAKKET AANGERADEN (36%), VMBO-LEERLINGEN HET MINST (21%) 6

LEERLINGEN KIEZEN EERDER VOOR EEN BÈTATECHNISCH PROFIEL ALS ZE IN DE LES VAAK PRAKTIJKOPDRACHTEN DOEN Overige bronnen: * Cleveland & Krashinsky, 2003; Leseman, 2002

‘Met ons DOT, waarin docenten van verschillende middelbare scholen zitten, onderzochten we hoe we de aanpak van profielwerkstukken beter kunnen laten aansluiten op de praktijk. We hebben samen met Martha Hoebens van ‘Bedrijf in de Klas’ een concept ontwikkeld waar meerdere scholen mee kunnen gaan werken.’ Het idee: leerlingen gaan aan de slag met vraagstukken uit het bedrijfsleven. ‘Een voordeel hiervan is dat leerlingen zelf geen thema, met bijbehorende hoofd- en deelvragen, hoeven te bedenken. Dat scheelt veel tijd die vervolgens in het creatieve proces gestoken kan worden.’

Benieuwd wat de plannen van leerlingen waren voor de ‘nieuwe’ Kanaaldijk in Eindhoven? Scan de QR-code en bekijk de video van Studio040.

Volgend jaar gaat het team van docenten zich focussen op een ander thema. ‘Dan gaan we ons bekommeren over ‘activiteitenweken’. Ik vind het heel waardevol om van andere scholen te leren, we hoeven niet allemaal het wiel uit te vinden. Door de krachten te bundelen, kunnen we ook beter inspelen op specifieke wensen of behoeftes van leerlingen. Een ander samenwerkingsvoorbeeld: ambitieuze jongeren van twaalf Brainportscholen werken samen aan hun ondernemersvaardigheden. Dat doen zij op inspirerende locaties in de Brainportregio. Als school alleen loont dat de moeite niet, omdat het maar om een paar leerlingen gaat. Maar samen lukt het wél om deze jongeren aanbod op maat te bieden.’ Maar niet alleen de leerlingen ontwikkelen zich meer door deze aanpak, ook Wouter. ‘Ik wil blijven leren en dat lukt me heel goed binnen deze rol. Ik geniet ervan om als docent het bedrijfsleven op te zoeken.’ Door zijn enthousiasme, voelt het niet als een extra ‘taak’. ‘Officieel besteed ik hier drie uur per week aan, maar dat is vaak veel meer. Ik zie wat onze inzet in de Brainportregio doet met de motivatie van leerlingen. En laat ik nou om die reden docent geworden zijn.’

Wil je meer weten over werken met real life-vraagstukken? Lees dan verder op pagina 22.wil je

7


grenzeloos goed onderwijs

DORUS NEUTKENS

STIJN SIMONS

Grenzeloos Goed Onderwijs, dat was het thema van de conferentie in het najaar van 2023. Het congres in het Evoluon ging over de toenemende internationalisering van de Brainportregio en de rol die het onderwijs daarbij speelt. Het grootste vraagstuk? Hoe kunnen we samenwerken om onderwijs grenzeloos goed te maken, zodat ieder kind mee kan doen? Met 350 bezoekers was het congres succesvol te noemen. In het ochtendprogramma stonden allerlei sprekers op het podium. Wethouder Stijn Steenbakkers, directeur Brainport Eindhoven Paul van Nunen en onderwijsprofessionals lieten hun licht schijnen op het thema internationalisering. Allen onderstreepten ze dat de komst van meer internationale leerlingen naar de regio een gegeven is en dat dit naast uitdagingen vooral kansen biedt.

Inspirerende verhalen

Dat scholen soms worstelen met kinderen met diverse achtergronden, is volgens spreker Hannah Nhass begrijpelijk. Zij is adviseur diversiteit en inclusie bij hogeschool Windesheim en ze inspireerde de deelnemers om binnen de schoolmuren cultuursensitief aan de slag gaan. Dat maakte indruk op bezoeker Dorus Neutkens, die verantwoordelijk is voor het NT2-onderwijs van het Stedelijk College Eindhoven. ‘Het verhaal was een geweldige eyeopener voor de hele zaal. Hannah liet zien hoe kleine cultuurverschillen voor miscommunicatie kunnen zorgen. Neem nou een handdruk. In Nederland doen we dat ferm, we houden niet van slappe handjes. Maar iemand uit Marokko vindt een vluchtige hand juist een goede handdruk, met kort contact en het lijf op afstand. Als we rekening houden met al die kleine verschillen, en ons realiseren dat het ene niet beter is dan het andere, wordt het ook makkelijker om samen te wonen en te werken.’

Praktische handvatten en betrokkenheid

Na de lunch stonden er zeventien inspiratiesessies op het programma. Het idee? Onderwijsprofessionals praktische tools geven om in hun eigen school met dit thema aan de slag te gaan. De onderwerpen waren divers: van doorgaande leerlijnen voor nieuwkomers in het basisonderwijs, tot Culturally Responsive 8

Teaching, en van taalstoornissen bij meertalige kinderen tot de kracht van een internationale boekencollectie.

Tijd om te landen

Directeur Stedelijk College Eindhoven Willy Evers en docent NT2/Nederlands op Global College Paul Obbens vertelden tijdens hun inspiratiesessie hoe zij omgaan met internationalisering. De heren trapten af met een indringende video van Save the Children, waarin een broertje en een zusje op hun reis naar veiligheid veel geweld tegenkomen. ‘Als deze kinderen Nederland bereiken, dan hebben ze eerst tijd nodig om hier te landen. Ze gaan met een heel ander perspectief naar school dan hun klasgenootjes, dat vraagt om traumasensitief onderwijs’, aldus Evers. Een bezoeker in de zaal vroeg zich af hoe ze met ouders communiceren, omdat dat op zijn school nog niet zo wil vlotten. Het advies van de twee: ‘Bel elke ouder op en plan een kennismakingsgesprek in. Komen ze niet? Probeer het opnieuw. Lukt dat niet? Vraag een leerling om hulp. Nog geen succes? Kijk of andere ouders mee willen denken. Er is vaak meer mogelijk dan je denkt. Zo gebruiken wij vaak tolken, dat helpt echt.’

Internationalisering in de klas

Stijn Simons, teamleider van het Strabrecht College in Geldrop, bezocht de inspiratiesessie over de World Citizenship Academy, een project dat draait om internationalisering in het klaslokaal. ‘Internationalisering is een breed thema, waarbij het belangrijk is dat we een brug blijven slaan tussen het strategisch bestuurlijk niveau en de dagelijkse praktijk in de klas.’ Frank van Roessel van basisschool De Beerze in Middelbeers geeft een mooi en concreet voorbeeld van hoe zijn school omgaat met internationalisering.

Hij vertelde over een project waarbij kinderen intensief in het Engels communiceren met kinderen uit Italië. ‘De opdrachtkaarten die we samen met de Italiaanse leerkrachten maakten, waren in het Engels opgesteld. Daar gingen zowel de Nederlandse als Italiaanse kinderen mee aan de slag. Ze hebben vragen beantwoord over bijvoorbeeld sporten, eten en feestdagen. De uitkomsten appten we naar elkaar, waarna in de klas gesprekken ontstonden over cultuur. Samen kregen we begrip voor elkaars verschillen. Het is prachtig om te zien hoeveel de kinderen daarvan leren in één jaar tijd. Daar kunnen onze lessen Engels niet tegenop.’

Reacties

Roy van den Broek, docent aardrijkskunde en Brainport-coördinator op het Sondervick College in Veldhoven, is enthousiast: ‘Het was een dag vol met informatie! Het is belangrijk dat we nu ook écht doorpakken. Samen met een aantal collega’s heb ik dat ook direct gedaan: we hebben samen een culturele handreiking voor onze collega’s opgesteld. Daarin beschrijven we praktische zaken, zoals ‘hoe begroet je een Pakistaans kind in de thuistaal?’, of ‘welke feestdagen vieren kinderen uit Syrië?’. Zo wordt de drempel om de culturele achtergrond van kinderen te leren kennen weer een stukje lager.’ Ook Yvonne Betting kijkt terug op een geslaagd congres. Ze is directeur van basisschool De Rots in Geldrop. ‘Waar ik vooral blij van werd, is de enorme energie die vrijkwam. Je voelt dat er een drive is om er samen een succes van te maken. Het is onze gezamenlijke verantwoordelijkheid om deze kinderen goed te laten landen in de regio en ze de kansen te bieden die ze verdienen.’ De eerste editie van Grenzeloos Goed Onderwijs was succesvol en het thema smaakt naar meer! Daarom organiseert Brainport Eindhoven op 17 april 2024 een inspiratiebijeenkomst rondom dit thema. Aanmelden? Scan dan de QR-code op de achterzijde.

ROY VAN DEN BROEK

YVONNE BETTING 9


High Tech Ontdekkingsroute Za 8 juni 2024 10:00 - 16:00 uur Onder meer: Brainport Industries Campus High Tech Campus Eindhoven | Fontys & TU/E Stichting Hightech Helmond - de Peel (locatie GEA Bakel) De High Tech Ontdekkingsroute is voor iedereen. Professionals, jongeren én ouders met kinderen krijgen bij verschillende tech-bedrijven, onderwijsinstellingen en campussen in de regio een kijkje in de keuken. Met leuke doe-activiteiten. Kom ook als onderwijsprofessional en doe inspiratie op voor in je lessen!

Bekijk hier de terugblik van de High Tech Ontdekkingsroute 2023 10

‘Goed techniekonderwijs geeft kinderen eigenaarschap’ Duizendpoot Rolf Hut is expert op het gebied van maakonderwijs. Hij is spreker, schrijft columns voor de Volkskrant over techniek voor in huis en publiceerde het boek Rolfs Maakbare Wereld. Voor onderwijsprofessionals heeft hij een belangrijke boodschap: ‘Geef leerlingen de ruimte om hun eigen belevingswereld in te brengen.’

Was je als kind al zo bezig met techniek?

‘Nee, dat kwam pas veel later toen ik met wiskundig onderzoek bezig was. Een collega wees me op een afstandsbediening van de Wii die was gehackt en kon communiceren met een laptop. Ik dacht: dát is geinig. Vanaf toen, pas rond mijn 25e, ben ik zelf gaan knutselen en ging het balletje rollen. Je hoeft dus geen aangeboren talent te hebben voor techniek. Voor de Brainportregio is dat goed nieuws: iedereen die zich nu nog niet identificeert met techniek, is geen ‘verloren ziel’.’

Je stelt dat techniek in het onderwijs nu verkeerd wordt geframed. Kun je dat uitleggen?

‘Bij het leren over Shakespeare, zeggen we: dit is goed voor de brede ontwikkeling van leerlingen. Die kennis komt later van pas als amateurtoneelspeler, of als je naar Sandman kijkt op Netflix. Leren over Shakespeare zien we als een waardevolle investering in het toekomstig geluk van de leerling. Bij techniek zeggen we: hier zijn veel goede banen in, kies hiervoor! In plaats van: deze kennis komt van pas als je een carnavalswagen in elkaar last. Of als je berekent hoeveel mensen erop kunnen staan. Dat is net zo waardevol als het argument van werkgelegenheid.’

Waarom is techniekonderwijs zo belangrijk?

‘Als je het goed organiseert heeft het vak techniek de geweldige eigenschap dat het kinderen eigenaarschap geeft. Ze ervaren dat ze in staat zijn om dat wat in hun hoofd zit, om te zetten in iets wat in de echte wereld bestaat. Dat geeft leerlingen vertrouwen in hun eigen vermogen om de wereld om hen heen te snappen en te beïnvloeden.’

Niet alle docenten hebben het zelfvertrouwen om overtuigende technieklessen te geven. Heb jij tips?

‘Ik heb drie tips. De eerste: maak het niet te moeilijk. Als jij het mechanisme van elastiekjes snapt, maak dan een les over elastiekjes. Het tweede punt: geef leerlingen de ruimte om hun eigen belevingswereld in te brengen. Kies bijvoorbeeld voor opdrachten die leerlingen zelf in mogen vullen. Bijvoorbeeld: we gaan verlichting maken en je mag zelf kiezen waarvoor. Door de zinskeuze weet je zeker dat ze te maken krijgen met het leerdoel en de techniek waar je als docent op mikt. De derde tip: integreer techniek met andere lessen. Gaat het over de Romeinen bij geschiedenis? Bouw een katapult. Gaat het bij aardrijkskunde over de energietransitie? Kies voor een opdracht met zonnecellen. Daarmee laat je zien dat techniek niet losstaat van de rest van de maatschappij, maar dat er veel raakvlakken zijn. Het zorgt voor haakjes, waardoor techniek minder abstract wordt.’

Op je website staat dat je eindeloos nieuwsgierig bent. Is dat ook belangrijk in maakonderwijs?

‘Ja, het voorkomt dat je je buigt over een probleem, dat op een andere plek in de wereld al is opgelost. Als er binnen de natuurkunde een nieuwe techniek is bedacht, dan kijk ik naar kansen om die techniek toe te passen binnen het thema klimaat. Zorg dat je open blijft staan voor ideeën. Bruggetjes maken. Linkjes leggen. Onderwijsprofessionals kunnen bijvoorbeeld veel leren van collega-docenten. Een tussenuur of even koffiedrinken? Dat doe je idealiter achter in het lokaal van een ander. Ongetwijfeld zie je trucjes of onderwijsvormen die jou inspireren. Onderwijsbestuurders zouden dat leren van een ander echt moeten faciliteren en stimuleren. Het verruimt je blik, en dat versterkt uiteindelijk het maakonderwijs.’

11


‘WAAROM DE TECHSECTOR MEER MEIDEN NODIG HEEFT’ ‘Missen jullie vandaag niet iets als je zo eens rondkijkt?’ Ella Hueting, directeur bij Fontys Engineering, stelde deze eenvoudige maar doordringende vraag tijdens het jaarcongres van Brainport Industries. Midden in een menigte waar een meerderheid van mannen en slechts een handvol vrouwen aanwezig was. In die specifieke lezing ging het over waarom het zo lastig is om internationaal tech-talent naar Nederland te halen. ‘Waarom die focus op talent in het buitenland, als we ons in Nederland maar richten op ‘de helft’ van de bevolking?’

Het is volgens Ella belangrijk om meer meiden te interesseren voor techniek. ‘Dat heeft twee redenen. Allereerst is het niet goed voor onze maatschappij als slechts een deel van de bevolking betrokken is bij technologische ontwikkelingen. Want deze innovaties hebben grote invloed op onze toekomst. Waarom worden deze dan vaak gerealiseerd door voornamelijk mannen?’ Dat is niet alleen jammer, het heeft ook effect op die innovaties. ‘Dit zorgt voor een eenzijdig beeld en weinig diversiteit in de oplossingen die worden ontwikkeld. Als ook vrouwen betrokken zijn bij die innovaties maken we de wereld mooier, slimmer en beter, voor iedereen.’

Individuele kansen en gelijkheid

De tweede reden gaat haar het meest aan het hart. ‘Het is ook goed voor vrouwen zelf om technische kennis op te doen. Er wordt veel verdiend (zeker in de ICT) bij grote technologische bedrijven. Die organisaties krijgen steeds meer macht en dus geld. Op het moment dat je als vrouw niet kan of wil meegroeien, loop je het risico achterop te raken. En dat heeft consequenties voor onze individuele kansen en gelijkheid.’

Inclusievere cultuur

Het is duidelijk waarom meer vrouwen in de techniek nodig zijn. Wat moet er volgens Ella gebeuren om dat te bewerkstelligen? ‘Dan moet er een cultuurverandering plaatsvinden. Want als er meer vrouwen actief zijn in deze sector, dan wordt werken in de techniek eerder een optie. Alleen zie je vaak dat voor zo’n cultuurverandering 30 procent van de populatie anders moet zijn, in dit geval dus vrouw. Pas dan is het makkelijker om een inclusievere cultuur te creëren waarin meer vrouwen vertegenwoordigd en zichtbaar zijn.’ Afwachten dus maar tot die 30 procent wordt aangetikt? ‘Zeker niet, er is daarvoor nog genoeg werk aan de winkel. Ik denk dat bedrijven met soms kleine aanpassingen, echt het verschil kunnen maken. Denk aan inclusieve sollicitatieprocedures en aan focus op arbeidsomstandigheden. Het is voor vrouwen in Nederland heel gebruikelijk om parttime te werken. Bedrijven moeten zich daar bewust van zijn om ook die doelgroep aan te trekken.’

12

Weg met traditioneel beeld

Maar die verantwoordelijkheid ligt volgens Ella niet alleen bij het bedrijfsleven, ook bij het onderwijs. ‘We moeten als onderwijsprofessionals beseffen dat techniek in ieder vak en beroep verweven zit. Tegenwoordig gebruiken tekstschrijvers AI en maakt een modeontwerper kleding met behulp van een 3D-printer. Zorg daarom voor diverse voorbeelden in het klaslokaal. Het hoeft echt niet alleen over auto’s en chips te gaan.’ Wat Ella zelf een mooi voorbeeld vindt op de opleiding waar ze werkt? ‘We hebben binnen de opleiding Engineering een kunstwerk ontwikkeld voor het GLOW-festival in Eindhoven. Het is een oog dat telkens verandert van kleur en waarvan de pupil groter en kleiner kan worden. Dit kunstwerk communiceert als het ware met het publiek. Naast dat de techniek moet werken, moet het een mooi kunstwerk zijn met een verhaal. Want vergis je niet, als je voor techniek kiest, kies je meestal ook voor een enorm creatief vak!’ Kortom: het vergt inzet van zowel het bedrijfsleven als het onderwijs om een inclusievere tech-sector te creëren die álle talenten omarmt. ‘Ongeacht geslacht of traditionele verwachtingen.’

‘WE MOETEN ALS ONDERWIJSPROFESSIONALS BESEFFEN DAT TECHNIEK IN IEDER VAK EN BEROEP VERWEVEN ZIT’

13


!

N E T I E F & JFERS CI

Weet jij hoe je het beste kunt omgaan met leerlingen van wie de moedertaal geen Nederlands is? Brainport Development schreef er een whitepaper over. Scan de QR-code voor meer informatie.

20% VAN DE INWONERS IN DE BRAINPORTREGIO HEEFT EEN NIET-NEDERLANDSTALIGE ACHTERGROND

‘ONDERWIJSPROFESSIONALS ZIJN KEIHARD NODIG’ Of je nu uit de trein stapt op Eindhoven Centraal, een biertje bestelt in de kroeg in Helmond of op huizenjacht gaat in Veldhoven. Overal merk je dat de Brainportregio internationaliseert. Zeker als je dat vergelijkt met pakweg vijf jaar geleden. Hoewel die ontwikkeling welvaart brengt in de regio, zorgt die ook voor uitdagingen. Want hoe laat je nieuwkomers ‘zacht’ landen? En hoe zorg je ervoor dat iedereen zich thuis blijft voelen in deze regio? Onderwijs speelt daarin een cruciale rol volgens Astrid van Deelen, manager Onderwijs en Arbeidsmarkt bij Brainport Development. ACTIEF AAN DE SLAG MET INTERNATIONALISERING

De komst van nieuwkomers zorgt voor een toename van internationale kinderen in de Brainportregio. Het gaat om kinderen van statushouders, arbeidsmigranten en internationale kenniswerkers. ‘De verwachting is dat het aantal buitenlandse leerlingen blijft toenemen. Hierdoor neemt de druk op het onderwijs, die al hoog is, verder toe. Alle onderwijsprofessionals zijn dus keihard nodig.’ Astrid benadrukt dat het belangrijk is dat alle onderwijsprofessionals met het thema internationalisering aan de slag gaan. ‘Een zachte landing in het regulier onderwijs is van groot belang. En dat niet alleen, ook verdere regionale actie is nodig.’

HET ONDERWIJS STAAT ER NIET ALLEEN VOOR

Het is volgens Astrid voor alle kinderen van belang om te werken aan internationale vaardigheden. Denk aan het leren van de Engelse taal of intercultureel 14

samen kunnen werken. ‘Voor kinderen met een niet-Nederlandse achtergrond zijn naast een zachte landing, kwalitatief hoogstaand nieuwkomersonderwijs én betrokken, goed opgeleide onderwijsprofessionals van extra groot belang.’

PROGRAMMA INTERNATIONALISERING

Astrid geeft aan dat het onderwijs er niet alleen voor staat. Zo biedt Brainport Development ondersteuning via het programma Internationalisering Onderwijs. ‘Scholen hebben sinds 2019 de mogelijkheid om hulp te krijgen bij het trainen van onderwijsprofessionals, curriculumontwikkeling en andere internationaliseringsvraagstukken.’ De Brainport-regiocoördinatoren Hans Vasse en Dennis Witsiers staan klaar om alle scholen verder op weg te helpen met internationalisering. Uitdagingen die bijvoorbeeld aan bod komen zijn: NT-2, moedertaalonderwijs, Engels, wereldburgerschap, participatie van internationale ouders en interculturele communicatie.

STOF TOT NADENKEN

De ontwikkelingen in de regio zorgen ervoor dat het onderwijs steeds meer in moet spelen op een diverse samenleving, waarin ieder kind mee kan doen. De boodschap van Astrid: ‘Als we dit samen doen en ervoor zorgen dat de kaders helder zijn, kunnen wij als Brainportregio lobbyen richting het Rijk. Het is bijzonder wat er in onze regio gebeurt. De komst van internationals zorgt voor uitdagingen, maar laten we vooral niet vergeten wat het ons brengt. Een mix van culturen en economische groei. Door goed samen te werken, hebben we een positieve impact op toekomstige generaties in deze regio.’

HULP NODIG?

Kunnen de Brainport-regiocoördinatoren Hans en Dennis je (verder) op weg helpen bij het thema internationalisering? Neem dan contact op via: internationaliseringonderwijs@brainportdevelopment.nl.

STUDIES TONEN AAN DAT EEN TAALBAD KAN LEIDEN TOT TAALBADPROGRAMMA’S NIET CULTURELE ONTHECHTING EN HET ALTIJD ZO EFFECTIEF ZIJN ALS VERLIES VAN EEN BELANGRIJK DEEL JARENLANG WERD GEDACHT

VAN DE IDENTITEIT

BIJ MEERTALIG ONDERWIJS MAAKT EEN LEERLING GEBRUIK VAN DE THUISTAAL EN WORDT DEZE VERDER ONTWIKKELD

HOE BETER DE MOEDERTAAL IS ONTWIKKELD, HOE MAKKELIJKER HET LEREN VAN EEN NIEUWE TAAL GAAT LEERLINGEN LEREN BETER NEDERLANDS DOOR MEERTALIG ONDERWIJS DAN MIDDELS EEN ZOGEHETEN TAALBAD DOOR HET VOORTDURENDE SCHAKELEN IN DE HERSENEN BIJ MEERTALIG ONDERWIJS, KUNNEN LEERLINGEN ZICH BETER CONCENTREREN EN HEBBEN ZE EEN BETER ONTWIKKELD PROBLEEMOPLOSSEND VERMOGEN

MEERTALIG ONDERWIJS ZORGT VOOR EEN VERHOOGD ZELFVERTROUWEN EN EEN BETER BEGRIP VAN ANDERE CULTUREN EN TALEN 15


e j p o m o , r o ‘Stom ho ’ n e z e i k n e t e o m e t l a e d n e i t veer Wat Anne-Linde Jansen (25) en Mirthe Manders (14) gemeen hebben? Om te beginnen lopen ze allebei stage bij Brainport Eindhoven. De een voor haar afstudeerstage, de ander voor een snuffelstage. Daarnaast houdt de profielkeuze op de middelbare school hen allebei bezig. Anne-Linde onderzoekt welke factoren invloed hebben op de profiel- en studiekeuze (en kijkt hoe ze leerlingen kan overtuigen om vaker voor techniek te kiezen). Mirthe moet binnenkort doorgeven welke profielkeuze zij maakt. Ze interviewen elkaar.

Anne-Linde: Mirthe, je zit in drie vwo van het Peellandcollege in Deurne en voor het einde van het jaar moet je doorgeven welk profiel je kiest. Ben je er al uit? Mirthe: Ik begin nu juist te twijfelen. Ik dacht altijd dat ik architect zou worden, maar inmiddels is de zorg ook een optie. Eerlijk gezegd wil ik liever nog helemaal niet kiezen, ik vind het best stom dat je dit nu al moet weten. Jij doet hier onderzoek naar, toch? Anne-Linde: Klopt. Ik volg aan de TU/e de master Industrial Design, met de specialisatie Educational Design en ik loop dus stage bij Brainport Eindhoven. Wat mij opvalt is dat jongeren lang niet altijd een goed beeld hebben bij techniek en technologie. Het idee leeft bijvoorbeeld dat je voor technische beroepen een kei in wiskunde moet zijn. Mensen haken op jonge leeftijd al af, omdat ze denken dat ze het niet kunnen. Als ik naar mezelf kijk, dan had ik ook nooit verwacht dat technologie onderdeel zou worden van mijn werk. Terwijl ik nu de combinatie tussen techniek en creativiteit fantastisch vind. Met

een tool, bijvoorbeeld een online workshop of bordspel, wil ik jongeren helpen om een betere keuze te maken. Mirthe: Je had zelf dus ook niet gedacht dat techniek iets voor jou zou zijn? Anne-Linde: Ik heb het geluk gehad dat een natuurkundedocent tegen me zei: Industrial Design past bij jou. Dat heeft bij mij het zaadje geplant om er uiteindelijk voor te kiezen. Mirthe: Veel mensen denken toch dat creativiteit en techniek niet samengaan? Anne-Linde: Het ligt eraan waar je onderwijs volgt. Op de TU/e zijn ze veel bezig met Challenge Based Learning. Daar zeggen ze: hier heb je een probleem, los het maar met z’n allen op. Dat is juist super creatief. Ik ben blij dat die leraar mij iets verder heeft laten kijken dan het standaardbeeld. En hopelijk kan ik daar de leerlingen van nu ook bij helpen. Vertel eens: hoe maak jij je profielkeuze?

ANNE-LINDE

‘Techniek en creativiteit gaan prima samen’ Mirthe: Zelf vind ik talen heel leuk, dus neig ik naar het profiel Cultuur en Maatschappij. Maar mijn moeder spoort me aan om ook te kijken naar wat voor beroepen er bij een keuze passen. Ik ben zelf best zorgzaam, ik wil anderen helpen. Wie weet wil ik later in de zorg gaan werken. Daar hoort een heel ander profiel bij: Natuur en Gezondheid. Ik probeer dus verder te kijken dan alleen naar de vakken die ik nú leuk vind. Anne-Linde: Uit onderzoek blijkt dat groepsdruk een belangrijke factor is bij het maken van een profielkeuze. Kijk jij naar wat je vrienden kiezen? Mirthe: Ik herken het wel, want in onze klas van 28 leerlingen kiest tot nu toe niemand voor het meest technische profiel: Natuur en Techniek. Best opvallend eigenlijk. Ik merk dat mensen inderdaad denken dat het een ingewikkeld profiel is. Zelf probeer ik niet te veel te kijken naar wat mijn klasgenoten doen.

MIRTHE 16

Anne-Linde: En deze meeloopstage helpt je ook om eens

te kijken wat voor beroepen er allemaal in de regio zijn. Volgens mij zou dat nog veel meer gestimuleerd moeten worden.

‘Ik maak mezelf niet gek door te ver vooruit te kijken’ Gewoon met iemand gaan praten of ergens meelopen. Dan krijg je een veel beter beeld bij wat die keuze nou eigenlijk betekent voor de rest van je loopbaan. Ik ben heel benieuwd wat je gaat kiezen! Hoe denk je dat je leven er over tien jaar uit ziet? Mirthe: Mijn horizon gaat nu niet verder dan het maken van een profielkeuze. En dan: mijn school afmaken. Ik maak mezelf niet gek door te ver vooruit te kijken. En jij? Waar ben jij over tien jaar? Anne-Linde: Misschien werk ik wel bij Brainport Eindhoven, een designstudio of bij de overheid… Ik hoop in elk geval dat ik heb geholpen om het onderwijs te verbeteren. Dan heb ik echt een steentje bijgedragen aan de maatschappij!

17


‘IK WENS BINNEN DEZE SECTOR MEER VROUWEN AAN DE TOP’

‘MODE DIE EMOTIES UITDRAAGT’ Anouk Wipprecht (38) verovert met haar mode de wereld. Als wereldburger - ze woonde in Zweden, Duitsland, Oostenrijk, China en nu in Amerika - slaat ze een innovatieve brug tussen mode en technologie. Daarbij zet ze zich in voor een bredere rol van technologie in het onderwijs. ‘Ik hoop binnenkort meer vrouwen terug te zien in de sector.’

Iemand die processen verbetert en tegelijkertijd heel mensgericht is. Zo omschrijven de vriendinnen van Anouk Gommans (22) haar. Die inzichten, verkregen na een studieloopbaantraject, hielpen Anouk verder. Ze kwam erachter dat werken in de techniek wel degelijk iets voor haar is. Inmiddels is ze derdejaars student Technische Bedrijfskunde. ‘Dit vak omvat veel meer dan je vooraf denkt.’ Meer vrouwen aan de top

Wat meiden zal inspireren om vaker voor dit vak te kiezen? Anouk is er duidelijk over: méér vrouwelijke voorbeelden. ‘Ik wens binnen deze sector meer vrouwen aan de top. Daarnaast moeten de salarissen ook gelijk zijn aan elkaar. Een vrouw moet in dezelfde functie net zoveel verdienen als een man. We kunnen het beste uit twee werelden halen, waarom doen we dat te weinig?’, vraagt Anouk zich af.

Contact met verschillende mensen

Waarom niet veel vrouwen voor de techniek kiezen? Daar heeft ze wel een idee over. ‘Alleen al de woorden ‘techniek’ en ‘technisch’ schrikken veel meiden af. Terwijl het technische aspect op mijn opleiding Technische Bedrijfskunde écht wel meevalt. Natuurlijk sta je een keer achter een freesbank, maar dat is alleen om te leren hoe het maakproces eruitziet. Veel meiden zijn bevooroordeeld.’

Opgegroeid met broers

Zou het hoge aantal mannelijke studenten op de opleiding ook afschrikken? Anouk denkt van wel. ‘Als je kijkt naar de projectgroepen (bestaande uit vijf à zes personen) dan zie je vaak maar één of twee meiden. Zelf weerhield het haar er overigens niet van om voor deze opleiding te kiezen. ‘Ik heb drie broers. Voor mij is het geen probleem om met meer jongens dan meiden in de klas te zitten. Maar ik kan me ook goed voorstellen dat niet ieder meisje dat leuk vindt.’

Ingewikkelde vacatures

Niet alleen het onderwijs maar ook het bedrijfsleven kan hierin een verschil maken, zo stelt ze. ‘De vacatures die verschijnen zijn vaak al heel technisch en gaan meteen over de inhoud.’ Volgens Anouk maakt dat studenten en recent afgestudeerden onzeker. ‘Ik geloof dat je die technische kennis echt wel opdoet als je eenmaal aan de slag bent.’ Haar tip? ‘Maak deze vacatures laagdrempelig.’

18

Op dit moment voelt ze zich als een vis in het water bij haar stage bij MTA-Group. Een bedrijf dat seriematig hightech mechatronische systemen ontwikkelt en produceert. Na haar stage ziet ze op die plek zelfs een toekomst, mocht ze de kans krijgen. ‘Een baan als project engineer lijkt me wel wat: een brede rol waarin je van begin tot eind verantwoordelijk bent voor een project. Van de werkvoorbereiding tot inkopen doen en van projectbewaking tot de voor- en nacalculatie.’ Volgens Anouk heeft ze in de techniek veel met mensen te maken. ‘Ik overleg met veel verschillende afdelingen. Het is echt niet zo dat ik de hele dag achter mijn laptop zit en naar cijfertjes en ingewikkelde programma’s kijk. Het is een vak dat gericht is op de mens.’

JEZELF UITEN

‘Mijn fascinatie voor mode ontstond op veertienjarige leeftijd. Wat me zo aanspreekt in mode, is dat je jezelf ermee kunt uiten. Het is een non-verbale manier om je persoonlijkheid vorm te geven. Letterlijk! Mode vertelt niet alleen iets over jezelf, maar ook over je cultuur of geloof. Ik ben me eerst gaan verdiepen in de geschiedenis van mode. Kostuums vond ik bijvoorbeeld heel interessant en ik vroeg me af hoe mode in verschillende tijdsperiodes werd toegepast. Daarna richtte ik me op de huidige mode en vervolgens ben ik me gaan richten op fashion van de toekomst. Dat kwam ook doordat ik een interesse in robotica kreeg. Het gaf mij de tools om mijn ontwerpen als het ware een hartslag en hersenen te geven. Mijn creaties passen zich letterlijk aan op basis van het stressniveau of de emoties van de persoon die het draagt. Dit biedt allerlei kansen, bijvoorbeeld in het klaslokaal. Stel je voor dat je een leerling hebt die zich om welke reden dan ook niet goed kan uiten. Kleding kan dan tonen wat iemand voelt of ervaart. Op die manier kun je letterlijk zien of iemand bijvoorbeeld behoefte heeft aan meer persoonlijke ruimte.’

MEIDEN EN TECHNIEK

‘Hoewel ik al vroeg een fascinatie voor mode ontwikkelde, heb ik ook altijd al een interesse in techniek gehad. De computer van mijn vader vond ik bijvoorbeeld erg boeiend. Ik begon al snel met programmeren. Toen ik door gezondheidsomstandigheden in het ziekenhuis lag en weinig kon bewegen, leerde ik coderen. Achteraf gezien was dat een waardevolle stap. In plaats van me alleen te richten op ontwerpen en naaien, kwam er een nieuw aspect bij. Uiteindelijk kon ik de twee werelden, mode en techniek, combineren. Mijn werk is een mix van architectuur, engineering, mode én psychologie. Ik wil meiden laten zien dat techniek perfect samengaat met creatieve projecten. Technologie draait namelijk niet alleen om drones of elektrische auto’s; het kan veel breder zijn.’

DE TOEKOMST VAN MODE

‘Hoe ik denk dat de mode van de toekomst eruit gaat zien? We hebben dan geen kledingstukken meer, maar volledige robots die we op ons lichaam dragen.

Er is veel animo voor dit idee; ik werk samen met diverse bedrijven, van Intel tot Swarovski en Cirque de Soleil. Een voorbeeld is de spiderdress, een jurk die ‘pootjes uitzet’ als de drager stress ervaart. Dit kan zeer behulpzaam zijn als je je om welke reden dan ook niet kunt uiten. Over vijftig jaar zal technologie niet beperkt zijn tot telefoons en laptops. Mode zal fungeren als een nieuwe vorm van interface, waarbij technologie onze emoties en gevoelens uitdrukt. Een voorbeeld? Als je slechtziend bent, kan mode je helpen om je omgeving te scannen. Ook op het kantoor kan het van meerwaarde zijn. Je kleding kan aangeven wanneer je diep gefocust bent en niet gestoord wilt worden. Er is nog zo veel mogelijk!’ Ook in de Brainportregio zijn er kansen om leerlingen en studenten te enthousiasmeren voor mode en techniek. Bijvoorbeeld bij Summa Fashion (Summa College), Business Fashion Academy (Business Fashion Academy Eindhoven), Creatief Vakmanschap (SintLucas), Technicus-mechatronica systemen (ROC ter AA), Engineering (Fontys Hogeschool Eindhoven), Industrial Design, Applied Physics and Science Education (TU/e).

19


SILVI HABETS (DIRECTEUR BASISSCHOOL DE WERELDWIJZER)

HOE GAAN ZIJ OM

MET INTERNATIONALISERING?

‘Als je een van onze twee locaties in Eindhoven binnenstapt, dan zie je kinderen uit zo’n 70 landen rondlopen. Zij komen rechtstreeks uit het buitenland naar Nederland, dus de taal spreken ze niet. Bij De Wereldwijzer ligt de focus dan ook op het leren van de Nederlandse taal. We willen dat onze leerlingen binnen één tot anderhalf jaar het reguliere onderwijs in kunnen stromen. Omdat ze allemaal in hetzelfde schuitje zitten, schept dat een band. Hoe het onderwijs eruitziet? We werken in blokken van tien weken. Elke keer bepalen we of de kinderen kunnen doorstromen naar een groep van een hoger niveau. Ze krijgen les van onze leerkrachten, waarvan de meesten de opleiding Specialisten Nieuwkomers hebben gevolgd. Zo kunnen we de leerlingen op de beste manier helpen. Het allermooiste aan dit werk vind ik dat de kinderen zó graag willen leren. Het zijn echt keiharde werkers.’

ANNABELLE TABI (INTERNATIONALE OUDER) ‘Als ouder wil je er zijn voor je kind. Ik wil mijn twee kinderen later graag helpen met huiswerk, maar ik heb moeite met de Nederlandse taal. Daar maak ik me wel eens zorgen over. Thuis horen ze dus niet altijd Nederlands, daarom vind ik het heel belangrijk dat mijn kinderen op het kinderdagverblijf en op school Nederlands (leren) praten. Ik wil namelijk dat ze écht goed integreren en dat ze zich geen vreemde eend in de bijt voelen. Soms ben ik daar wel bang voor. Bijvoorbeeld als ik achteraf hoor dat er hier in de buurt een leuke activiteit was, waar klasgenoten van mijn kinderen dan naartoe zijn geweest. Mijn zoon en dochter kunnen er niet over meepraten, wat ik jammer vind. Misschien kan de school hier een rol in vervullen, door ons hierover te informeren? Als internationale ouder hebben we sowieso wat meer informatie nodig dan een Nederlandse ouder. Sommige zaken zijn heel normaal voor mensen die hier geboren zijn, maar niet voor mij. Ik weet bijvoorbeeld niet precies wat het kerstdiner inhoudt en wat er van mij verwacht wordt. Hetzelfde geldt voor een open podium. Kortom: wat is gebruikelijk in de Nederlandse cultuur? Vertel het ons.’

JENNIFER BAKKER

Meer lezen? Scan dan de QR-code.

Meer lezen? Scan dan de QR-code.

‘Op mijn dertiende verhuisde ik van Engeland naar Nederland. Ik weet dus hoe het is om aan een nieuwe cultuur en taal te moeten wennen. Daarom vind ik het extra belangrijk om niet alleen Nederlandse, maar ook internationale kinderen een tweede thuis te bieden. Dat was ook de reden dat mijn moeder Little People startte. Door de lijntjes kort te houden, helpen we internationale ouders op weg. Vaak wonen zij zonder familie in Nederland en zijn wij hun vangnet. Zo helpen we bijvoorbeeld met het aanvragen van kinderopvangtoeslag. Daarnaast zetten we vól in op taalontwikkeling, zodat kinderen met geen of weinig achterstand op de basisschool kunnen starten. Dat heeft niet alleen invloed op hun leerprestaties maar ook op hun zelfvertrouwen. We stimuleren dus het gebruik van de Nederlandse taal, maar laten ook hun moedertaal toe. Ik weet zelf hoe ontspannend het is om even in je eigen taal te praten. Dat gun ik ieder kind.’ Meer lezen? Scan dan de QR-code.

20

CLAIRE DELLEMAN (PEDAGOGISCH COACH BIJ KINDEROPVANG LITTLE PEOPLE)

‘We bereiden onze leerlingen voor op de maatschappij. Onze school is daar een afspiegeling van. Naast regulier onderwijs hebben we namelijk ook een Eerste Opvang Anderstaligen (EOA). We vinden het belangrijk om leerlingen met diverse achtergronden met elkaar in contact te brengen. Daarom werken we samen in projecten. Zo geven vierdejaars leerlingen workshops over het verwisselen van autobanden aan EOA-leerlingen én knutselen of sporten leerlingen die dat willen met EOA-klassen. Deze projecten helpen internationale scholieren niet alleen om te integreren, ook de Nederlandse jongeren hebben hier baat bij. Een mentor-leerling van mij deed hieraan mee omdat ze meer sociale contacten wilde. Hoe mooi is dat!? In principe spreken we altijd Nederlands in de EOA-klassen, maar als we merken dat een Syrische leerling bijvoorbeeld heel goed Engels spreekt, dan geven we uitleg in het Engels. Die leerling kan dan weer een andere Syrische klasgenoot bijpraten, die nog moeite heeft met zowel Nederlands als Engels. Op die manier kan er toch geleerd worden. Ga zelf maar eens zeven uur lang les volgen in een taal die je niet spreekt. Hoe vermoeiend en lastig is dat? We moeten niet te streng, maar juist flexibel zijn.’ Meer lezen? Scan dan de QR-code.

MAXIME DE VRIES (SCHOOLOPLEIDER STEDELIJK COLLEGE) 21


4 KEER Zo verbind je onderwijs met bedrijfsleven

Om leerlingen voor te bereiden op een toekomst in de Brainportregio, is het belangrijk om de werelden van het bedrijfsleven en het onderwijs samen te brengen. Zo ontdekken kinderen al vanaf jonge leeftijd hun talenten én maken zij kennis met de talloze mogelijkheden binnen de Brainportregio. Meer weten? Scan de codes!

22

LESMATERIAAL VAN BRAINPORT

HYBRIDE DOCENTSCHAP

BEDRIJFSBEZOEKEN

Op zoek naar lesmateriaal met échte bedrijfsvraagstukken, dat onderzoekend en ontwerpend leren stimuleert? Het lesmateriaal van Brainport, ontwikkeld met bedrijven uit de regio, heeft een diversiteit aan thema’s. Voorbeelden? Een doe-opdracht van DAF (hoe kunnen vrachtwagens zelf rijden?), of van Philips (hoe krijg je het beste beeld voor een goede diagnose?). De lesbrieven zijn geschikt voor het basis- en voortgezet onderwijs en kunnen grotendeels zelfstandig worden ingezet (ook bij hybride of volledig thuisonderwijs).

Hybride docenten zijn mensen uit het bedrijfsleven die hun kennis en praktische vaardigheden in het onderwijs inzetten. Dat kan op verschillende manieren: door werken voor een bedrijf en lesgeven te combineren, via (structurele) gastlessen of door samen met collega’s onderwijsmodules te verzorgen. De voordelen? Door de inzet van hybride docenten staan onderwijsinstellingen in nauw contact met het bedrijfsleven. Hybride docenten krijgen daarnaast de kans competenties te ontwikkelen, zoals spreken voor een groep en omgaan met lastige situaties.

Tijdens bedrijfsbezoeken verkennen leerlingen een grote speler zoals ASML, maar ook lokale mkb-bedrijven. Ze krijgen inzicht in welke beroepen samenwerken om tot een product of dienst te komen en kunnen op die manier ervaren wat zij daarin interessant vinden. Tip: bezoek als docent eerst zelf het bedrijf. Bedenk vooraf wat je doel is en aan welk thema je het bedrijfsbezoek kunt koppelen. Zoek bovendien bedrijven die bij je in de buurt zitten. Er bestaan ook platforms die onderwijs en bedrijfsleven verbinden, zoals Jet-Net. Scan de QR-code voor meer informatie.

TIP UIT HET WERKVELD Neem de bedrijfsactiviteiten op in je curriculum Martha Hoebens van ‘Bedrijf in de Klas’: Activiteiten die met het bedrijfsleven te maken hebben, blijven beter hangen als ze passen bij een onderwerp of thema waar je op school mee bezig bent. Is vervoer het thema voor de komende weken? Dan is een activiteit die te maken heeft met bijvoorbeeld VDL een logische stap. Voor aardrijkskunde en topografie is een bedrijfsbezoek dat wereldwijd klanten of vestigingen heeft juist meer passend. Op deze manier wordt een excursie geen optionele toevoeging, maar integreert het in het onderwijs. De kans is ook groter dat het een terugkerende activiteit is, in plaats van dat je elke keer opnieuw veel tijd en energie vrijmaakt voor de organisatie.

In de glazen bol

Wanneer Olivier Helms (5) in zijn glazen bol kijkt, ziet hij een toekomst vol Lego voor zich. Als het aan hem ligt, ontwerpt hij later bouwpakketten voor álle speelgoedwinkels in Nederland. Zijn doel? Een vierkoppige draak maken die andere kinderen dan in elkaar kunnen zetten. En dat ontwerpen doet hij het liefst níet in Nederland. ‘Ik wil héél dicht bij Legoland wonen.’ Waarom Olivier Lego zo leuk vindt? ‘Omdat je met dezelfde blokjes veel verschillende dingen kan maken’, vertelt hij met een grote glimlach. ‘Thuis heb ik al een draak gemaakt die ik dit weekend ga slopen. Van die blokjes maak ik weer een robot of vliegtuig.’ Olivier speelt zo’n tien uur per week met lego. Dat hij dus veel in de bouwhoek van groep twee te vinden is, mag geen verrassing zijn. ‘Daar bouw ik hele hoge wolkenkrabbers van blokken en palen. Dat doe ik niet

alleen, maar samen. Het liefst met Boot en Oscar.’ Naast bouwen, knutselt hij graag. ‘De juf is heel grappig en bedenkt altijd hele leuke knutselopdrachten. We moesten een boot maken. De vlaggetjes maakte ik van wol. Dat knutselwerk staat nu op mijn kamer.’

LEGO Ninjago

Na schooltijd én als de klok 17.00 uur slaat, mag Olivier van zijn ouders even op de iPad. ‘Op Netflix of YouTube kijk ik het liefst filmpjes van LEGO Ninjago. Daar nemen Lloyd, Kai, Cole, Nya, Jay en Daan het samen met Meester Wu op tegen de slechteriken. Ik vind deze serie echt cool. Gelukkig zijn er heel veel verschillende afleveringen.’

Wonen in Legoland

Of Olivier zichzelf nog iets anders ziet doen in de toekomst? ‘Nee, ik wil niets anders dan Lego-ontwerper worden.’ Hoe hij die droom in vervulling laat gaan, weet hij nog niet. Maar zijn toekomstige woonplaats (Legoland) kent hij inmiddels wel al op zijn duimpje door een vakantie. ‘Nu blijf ik gewoon heel veel oefenen, zodat ik mijn droom ook waar kan maken.’

23


Wat staat er op de agenda voor onderwijsprofessionals? ONDERWIJSPROFESSIONAL VOORTGEZET ONDERWIJS: ‘LEUK OM NIEUWE MENSEN TE LEREN KENNEN EN WAARDEVOL OM MET ELKAAR TE SPARREN’

INSPIRATIEBIJEENKOMST INTERNATIONALISERING

EINDEVENT PSVSCHOLENCHALLENGE

Locatie: Brainport Human Campus

Locatie: Philips Stadion

Omschrijving: Tijdens deze bijeenkomst delen scholen, organisaties en bedrijven hun best practices, handvatten en tips om jou verder op weg te helpen.

Omschrijving: Met behulp van professionals uit de Brainportregio ontwerpen leerlingen het Philips Stadion van de toekomst (groep 6), bedenken ze oplossingen voor gezondere Brainport inwoners (groep 7) en bedenken ze nieuwe musthaves voor in de FANstore (groep 8).

Datum: 17 april

DOCENT MBO: ‘DE TIPS EN SUGGESTIES KUN JE DIRECT IN DE PRAKTIJK TOEPASSEN. DE INSPIRATIEBIJEENKOMST WAS VOOR MIJ ECHT VAN MEERWAARDE’

Datum: 28 mei

Voor wie: Onderwijsprofessionals uit het PO, VO en mbo.

HIGH TECH ONTDEKKINGSROUTE

Voor wie: Groep 6 t/m groep 8 van deelnemende scholen aan de PSV Scholenchallenge.

Datum: 8 juni

Check pagina 10 van dit magazine voor meer informatie.

COLOFON

CHECK PLATFORM TECHNIEKAANBOD!

24

Aan dit nummer werkten mee: Redactie: Team Onderwijs | Brainport Development Tekst: TextVast Vormgeving: Een Creatieve Geest Fotografie: Leon van Loon Oplage: 2.000 exemplaren (gerecycled papier) onderwijs@brainportdevelopment.nl

ONDERWIJSPROFESSIONAL BASISONDERWIJS: ‘HET PLATFORM IS EEN MOOIE VERZAMELING VAN ACTIVITEITEN DIE UITSTEKEND AANSLUITEN BIJ ONS TECHNIEKONDERWIJS. DOCENT PSVHET HELPT ONS IN HET MAKEN VAN DE SCHOLENCHALLENGE: JUISTE KEUZES’

Dit magazine is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van Brainport Development en uit de Regio Deal Brainport Eindhoven. Geef je mening over De Pionier en maak kans op een mooie prijs. Scan daarvoor de QR-code.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.