4 minute read

Frits Spits houdt van Brabant

Next Article
Brabants

Brabants

Op de dag dat ik een afspraak voor een vraaggesprek wilde maken met Frits Spits, vernam ik tot mijn schrik dat hij revaliderend was. Zijn reactie was niet afwijzend, maar vroeg wel om uitstel: ‘Eerst nog even bijkomen van deze confrontatie met de eindigheid; het is niet anders.’ Op een zonnige dag in maart ontmoetten we elkaar in De Eendracht in Blaricum, een unieke locatie aan de Gooise heide. In een rustig hoekje in de nok van het café-restaurant gingen we in conclaaf.

Advertisement

Ik mag Frits zeggen. Je achternaam is Ritmeester. Ik was ooit bij de huzaren. Wij hadden geen kapiteins maar ritmeesters. Weet je waar die interessante familienaam genealogisch op teruggaat?

‘Nee, mijn ouders waren van Joodse origine. Toen ik in Westerbork de boeken zag van de gedeporteerden, waren er bijna negen bladzijden Ritmeesters. Ik denk dat onze achternaam met de Napoleontische legers te maken heeft. Ik heb mijn pseudoniem op mijn twaalfde bedacht. Toen ik acht jaar was, wist ik al dat ik bij de radio wilde. Mijn naam Frits Ritmeester was te lang. Daarom werd het Frits Spits. Ik ben blij dat ik mijn naam wat korter en kernachtiger gemaakt heb.’

Jij spreekt op de radio al een mensenleven lang accentloos Nederlands. Jij bent ondertussen een icoon voor alles wat met radio en de Nederlandse taal te maken heeft. Waarschijnlijk verbinden weinig mensen jou met Brabant.

‘Niet overdrijven: ik ben een gewone programmamaker die van zijn werk houdt en... van Brabant! Mijn ouders waren geen Brabanders: mijn moeder kwam uit Twente en mijn vader uit Amsterdam. Dus die spraken geen Brabants, maar voor mij is het wel zo dat ik, wanneer ik in Eindhoven of die contreien ben, mijn taal aan kan passen. Ik heb natuurlijk op scholen gezeten waar Brabants werd gesproken en in kroegen rondgehangen waar Brabants klonk. Als ik in het zuiden ben, wordt de g zachter en dan kun je aan mij echt wel horen dat ik me op een natuurlijke wijze kan aanpassen.’

Jij bent geboren in Eindhoven. Waar precies?

‘Ik ben in Stratum ter wereld gekomen, in de 2e Wilakkerstraat in 1948. Vervolgens zijn we verhuisd naar de St Jansweg en daarna kwamen we te wonen in de Coornhertlaan bij het Stadswandelpark.’

Hoe was het gezin waarin jij geboren bent samengesteld?

‘Ik heb twee zusjes en een broer. En we zijn er nog alle vier!’

Waar bezocht jij de school?

‘Ik ging eerst naar de Jan Ligthartschool. Mijn vader was lid van de PvdA dus moesten we naar zo’n school. Dat was niet zo’n goede school en ik verkaste naar de Nutsschool in de Akkerstraat. Daarna ging ik naar het Gemeentelijk Lyceum in Eindhoven.’

Hoe kwam je bij de radio terecht?

‘Ik had in 1971 de gouden microfoon gewonnen en daarvan hadden een paar mensen mij onthouden en ik werd twee jaar later als gastdj gevraagd voor het programma Proefdraaien. Sindsdien ben ik niet meer weg geweest.’

Frits Spits, pseudoniem van Frits Ritmeester, is een Nederlandse radiomaker en televisiepresentator. Hij werd in 2019 door een vakjury van de VARA-gids verkozen tot belangrijkste radiomaker van de eeuw! Zijn moeder is Hanny Meijler (1920-2008), die eerst kinderboeken en liedjes schreef en later journaliste was voor bladen als Eva en Libelle; zijn vader is Sam Ritmeester (1912-1992), Engelandvaarder en brigade-arts van de Prinses Irene Brigade, en na de oorlog huisarts in Eindhoven en clubarts van PSV

Na de hbs-A studeerde Frits een paar jaar economie. Die studie brak hij af en hij ging in militaire dienst. Hij deed een avondstudie MO Nederlands aan de Katholieke Leergangen in Tilburg. Drie jaar heeft hij met genoegen Nederlands gegeven op de toenmalige Rommert Casimir havo in Eindhoven. Na zijn verhuizing naar het Gooi behaalde hij aan de Universiteit Utrecht zijn doctoraal Nederlands met een scriptie waarin hij aantoonde dat Nederlandstalige hits een bepaald tekstpatroon hadden.

Je doctoraalstudie Nederlands. Deed je die naast je radiowerk?

‘Ja, ik ben daaraan begonnen in 1978 toen ik met de Avondspits startte.’

Dat is bijzonder knap, want voor zo’n studie naast je dagelijks werk moet je een enorme discipline hebben. ‘Ik zat vaak tot midden in de nacht te studeren. Zonder de steun van Greetje en de kinderen had ik dat nooit gekund. Ik mag gerust zeggen dat ik het dankzij mijn gezin heb kunnen afronden. Maar ik vond het ook fantastisch om te doen. Zo met poëzie, met literatuur en taal bezig zijn.’

Jij kende Greetje al vanaf je schooltijd. Je zat bij haar in de klas.

‘Ja, al vanaf mijn tiende jaar. In de vijfde klas in de school aan de Akkerstraat. Zij was een goede leerling, veel beter dan ik.’

Wanneer zijn jullie getrouwd?

‘In 1972. We waren 46 jaar getrouwd toen Greetje in mei 2018 overleed.’

Je hebt tal van prijzen en onderscheidingen ontvangen. Die wil ik zeker vermelden, maar eentje mis ik er in de lijst op internet… In 2009 werd je tot Knoergoeie Brabander verheven bij de Ujese Knoerisse en daar heb ik Greetje en jou voor het eerst in levenden lijve ontmoet. Dat was bijzonder aangenaam.

‘O ja, die onderscheiding heb ik ook nog gehad en daar was ik apetrots op, hoor.’

PRIJZEN EN ONDERSCHEIDINGEN:

1996: Marconi Award

1997: Marconi Award

1997: Groenman-taalprijs

1999: Zilveren Reissmicrofoon

1999: Marconi Award (met het team van Tijd voor Twee)

2008: Ridder in de Orde van Oranje-Nassau

2008: Oeuvre Award (Marconi Award)

2008: Radio 2 Zendtijdprijs

2009: Knoergoeie Brabander

2017: Gouden Harp

2017: Tijdens het congres Onze Taal in 2017 te Utrecht kreeg Spits de Visser-Neerlandiaprijs vanwege zijn inzet voor de taal. Volgens de jury zette hij mensen aan tot creatief taalgebruik vanaf de tijd van zijn radioprogramma De Avondspits en door middel van de rubriek Poplimerick, De Tweespraak en ook het radioprogramma De Taalstaat.

In 2019 verscheen je boek Alles lijkt zoals het was met de ondertitel Nieuwe standaards over liefde, leven en verlies* over jouw overleden vrouw Greetje. Ik heb het met grote interesse en bewondering gelezen. Het gaat over liefde in het kwadraat. Vooral je liefde voor Greetje en je liefde voor goede liedteksten en het radiovak. Het boek en de bijbehorende cd’s bieden troost en bevatten fraai gesublimeerd verdriet. ‘Ik ben nu vijf jaar verder en het is weer een ander gevoel dan wat het was. Na haar dood was de wereld een chaos voor mij. Ik kreeg er geen grip op. Diggy Dex hoorde mijn eerste woorden toen ik terugkwam op de radio. Dat had hem aangegrepen en hij had dat verwerkt in een liedtekst. Toen ging ik over mezelf schrijven en ik merkte dat het een mooie manier was om het te verwerken. Vervolgens heb ik twintig nieuwe liedjes ter vertroosting uitgezocht. Frank Boeijen heeft zelfs de titelsong nog geschreven en het is een uniek project geworden. De verandering is niet zichtbaar, maar zit in je hoofd en je wordt steeds met je verlies geconfronteerd. Ik wil niet omkijken, maar na mijn infarct sta ik toch weer anders in het leven. Ik heb heel lieve kinderen en kleinkinderen, fijne collega’s en een lieve vriendin met wie ik samenwerk en weleens uitga. Het leven is geen stilstaande vijver, het is een golfslag.

This article is from: